Bijzondere Algemene Leden Vergadering 21 oktober 2013 Plaats: Hotel de Zoete Inval, Haarlemmerstraatweg 183, Haarlemmerliede
O. Welkom Helaas moet de voorzitter Walter Baars beginnen met een treurig bericht. Op woensdag 16 oktober heeft ons clublid Nils Ferwerda tijdens de 'Heerenmiddag' een hartstilstand gekregen, als gevolg waarvan hij op vrijdag 18 oktober is overleden. Nils is 63 jaar geworden en hij was sinds 4 jaar lid van de Amsterdamse. Ter nagedachtenis aan Nils Ferwerda werd een minuut stilte gehouden.
1. Opening De voorzitter heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Vervolgens stelt hij diegenen voor die achter de tafel zitten: Jose Corstens (secretaris) Piet Schneider (bestuurslid en lid van de Continuïteitscommissie), John Brouwer (voorzitter van de continuïteitscommissie ) en Frits Oldenburg (oud- notaris en eveneens lid van de Continuïteitscommissie).
2. Punten van orde: De secretaris stelt vast: -
-
Het aantal tegenwoordige en vertegenwoordigde stemgerechtigde leden is 300 (190 aanwezigen en 110 machtigingen). Het vereiste quorum van 564 om een beslissende stemming te houden, is niet aanwezig. Aan de oproepingsvereisten en aan artikel 20.2 van de statuten met betrekking tot de toezending en ter inzage legging van een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging is ruim voldaan.
Op 9 september zijn de stemgerechtigde leden middels een nieuwsbrief op de hoogte gesteld van de vergaderingen op maandag 21 oktober en woensdag 13 november. (Het bestuur is er hierbij van uitgegaan dat het vereiste quorum van 564 leden niet gehaald zou worden en daarom heeft het ook direct een datum aangekondigd voor een volgens de statuten vereiste 2e vergadering.)
1
Op woensdag 2 oktober zijn uitnodiging, agenda en de benodigde documenten per brief/post verstuurd aan alle stemgerechtigde leden. De heer Ted Baijings spreekt zijn verbazing uit over het feit dat er door de secretaris wordt gesproken over de rechtsgeldigheid van deze vergadering. Hij had verwacht en ook liever gezien dat deze vergadering gebruikt zou worden om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe we met onze club verder gaan, gezien de problemen die er nu zijn. De voorzitter wijst hem erop dat er zeker een mogelijkheid komt tot het uitwisselen van ideeën. Vervolgens geeft hij kort aan hoe het programma van de avond eruit zal zien: 1. Analyse van huidige stand van zaken. (Walter Baars) 2. Toelichting op het voorstel van de Continuïteitscommissie (John Brouwer) Hierna krijgen de drie leden die een eigen voorstel hebben ingediend 15 minuten de gelegenheid hun voorstellen toe te lichten. 3. Voorstel Hein Struben 4. Voorstel Henk Kool en Arend Jan Schölvinck 5. Voorstel Lex de Vries Na een pauze van een klein half uur zal er voor de aanwezigen gelegenheid zijn tot het geven van 6. Commentaar en ideeën op de gepresenteerde voorstellen 7. Peiling Opmerking John Brouwer: Hein Struben is niet aanwezig. Nadat de Heren Kool en de Vries hun plannen hebben gepresenteerd, zal de Continuïteitscommissie hun plannen becommentariëren en dan komt ook het plan van Hein Struben aan de orde.
3. Toelichting door het bestuur en de Continuïteitscommissie op het voorstel tot waarborging van de continuïteit van de vereniging. Analyse huidige stand van zaken Walter Baars begint met een schets van de ledenontwikkeling in de afgelopen jaren t/m de voorlopige cijfers van 2014 met betrekking tot de vertrekkers en de instroom van nieuwe leden. Tot en met 2012 was de ledenontwikkeling goed. Wij bleven op het gewenste aantal van 800 gewone leden. Naar het er nu naar uitziet komen we in 2014 op een aantal van 777 leden (maar let op: de termijn om op te zeggen loopt nog tot 1 november). Het aantal leden dat is vertrokken de afgelopen jaren is per jaar vrijwel constant, maar het aantal nieuwe leden is per jaar sterk afgenomen. Belangrijk is te weten dat niet alleen de gewone leden maar ook de buitengewone leden participaties hebben. In totaal zijn er 845 participatiehouders.
2
Vervolgens laat hij zien hoe onze concurrentiepositie is ten opzichte van de ons omringende clubs, als het gaat om de toetredingskosten voor nieuwe leden in het eerste jaar. Met een jaarlijkse contributie van EURO 1150 zitten wij op de hoogte van de ons omringende clubs. Echter, de clubs om ons heen hebben de afgelopen jaren hun toetredingskosten drastisch verlaagd. De conclusie kan niet anders zijn dan dat wij te duur zijn geworden. Niet zozeer omdat wij duurder zijn geworden, maar de toetredingskosten bij de omliggende clubs zijn naar beneden bijgesteld. Of deze ontwikkeling structureel is of niet zal de tijd ons leren, maar niets doen is geen optie. Het risico is te groot en wij zullen iets moeten doen. Waar zit de pijn? De opbrengsten uit de contributie dekken onze exploitatie, zolang we maar minimaal 750 leden hebben. Het probleem zit in de liquiditeit. Het geld dat nieuwe leden betalen aan participaties gaat direct naar de vertrekkende leden en is dus niet beschikbaar voor de club. Bij het huidige aantal van 845 participatiehouders moeten wij tot de ondergrens van 750 de vertrekkers uitbetalen. Dit betekent dat wij 95 x 6.300 = bijna EURO 600.000,- zouden moeten uitbetalen. Dat geld hebben wij niet. Dit risico is veel te groot voor de club. Conclusie: Als wij niets doen, trekken wij geen nieuwe leden aan. Wij zijn namelijk te duur en de clubkas loopt leeg door de verplichte uitbetaling aan de vertrekkers. Er moet dus iets gebeuren. Waarom loopt de clubkas leeg?
De contributie van de leden gaat naar de exploitatie. Het entreegeld wordt gereserveerd en gebruikt voor investeringen in de baan en clubhuis. Het geld van de participaties van nieuwe leden gaat niet in de kas, maar naar de leden die vertrekken. Wanneer er meer leden vertrekken dan er binnenkomen, gaat de kas snel leeg. Stel er komen 20 nieuwe leden binnen en er vertrekken er 40, dan betekent dit dat wij 20 x EURO 6.300 euro = EUR 126.000 meer moeten betalen dan er binnenkomt. Dan gaat het heel hard,
Waar liggen de oplossingen (ervan uitgaand dat we vasthouden aan de waarden van de club)? Walter Baars geeft een schets van de waarden van onze club: mooie baan, gezellig clubhuis, goede catering, geen starttijden, bloeiend verenigingsleven, gesprek met nieuwe leden/ Nieuwe Leden Commissie), gezonde financiën Als je de waarden van de club afzet tegen het ‘verdienmodel’, dan is 800 leden het maximum. Alleen dan kunnen wij ons de luxe van geen starttijden permitteren. Ook het aantal gastgroepen en greenfee spelers kan niet omhoog. Dit zou een te grote extra bezetting van de baan betekenen. Tot slot: ‘Vercommercialisering’ van de driving range zou het karakter van de club en het verenigingsleven doen veranderen en is derhalve ook geen optie. Kostenbesparingen zijn een optie maar de afgelopen jaren hebben we al enorm in de kosten ‘ gesneden’ en daar is nu het einde ook in zicht. Kortom: Kostenbesparingen of meeropbrengsten zijn slechts in zeer beperkte mate mogelijk.
3
Tijdens de hearing van 24 april 2013 is de huidige situatie reeds uitvoerig uiteengezet en besproken. Op grond daarvan is besloten een commissie in te stellen met de opdracht met een plan te komen, dat de continuïteit van de vereniging waarborgt. John Brouwer heeft zich bereid verklaard als voorzitter deze opdracht te aanvaarden. Op zijn beurt heeft hij een groep van kundige leden aangetrokken. Zij hebben het bestuur een plan voorgelegd dat deze avond door hem gepresenteerd wordt. Walter Baars spreekt zijn grote dank uit aan de leden van de Continuïteitscommissie, die bestaat uit: John Brouwer, Ties Ament, Jan van den Berg , Gert Kuit, Frits Oldenburg, Piet Schneider (bestuursafgevaardigde) en Taco Vingerhoed. Vervolgens geeft hij het woord aan John Brouwer, de voorzitter van de Continuïteitscommissie. Voorstel Continuïteitscommissie Werkwijze De commissie is samengesteld uit verschillende geledingen binnen de club. (kort lid- lang lid, lid Businesscommissie, oud-lid FAC, voorzitter Nieuwe ledencommissie). Om te beginnen heeft de commissie een inventarisatie gemaakt op basis van gesprekken met onder meer de NGF, Deloitte, verschillende andere accountants en uiteraard onze eigen Financiële Advies Commissie (Fac). Ook is uitvoerig gesproken met proefleden en andere mensen die te kennen hebben gegeven lid te willen worden. Darnaast is er gesproken met clubs in de buurt die met vergelijkbare problemen zitten. De commissie heeft tevens uitvoerig stilgestaan bij de reacties die n.a.v. de Hearing bij de club zijn binnen gekomen en de reacties, die zijn gekomen op het voorstel van de commissie, zijn grondig bestudeerd. Waar komt het op neer? De entreekosten moeten omlaag en de meeste leden willen niet dat de waarde van de participaties omlaag wordt bijgesteld. Heel logisch, maar dat is een probleem waarvoor geen oplossing is. Er moet iets gebeuren met de waarde van de participaties. Er waren leden die zeiden: ‘Kunnen we niets doen met de waarde van de grond? We zitten op mooie dure grond, kunnen we daarmee niet naar de bank?’ ‘Een leuk idee, maar wanneer komt de waarde van de grond eruit? Alleen wanneer we zouden worden onteigend en/of ontbonden.. Dit zou het geval kunnen zijn wanneer de sluizen bij IJmuiden worden verbreed en de haven in Amsterdam wordt uitgebreid. De kans dat dit gaat gebeuren is klein, maar deze suggestie heeft de commissie wel op de gedachte gebracht van de perpetuele lening. In geval de grond onteigend wordt, dan moet de inleg terug kunnen stromen naar de leden'. Voorstel Wat behelst het voorstel van de commissie? De contributie blijft substantieel gelijk voor alle leden (bestaand en nieuw): ca. EURO 1.150 per jaar. Met de opbrengsten hieruit is de exploitatie gegarandeerd. 4
Nieuwe leden: De toetredingskosten van de nieuwe leden gaan omlaag van EURO 9000 naar EURO 3.500. Deze EURO 3.500 is opgebouwd uit EURO 354 aan entreegeld en EURO 3.146 aan een perpetuele lening. De waarde van de huidige participaties van bestaande leden wordt gelijkgesteld aan dit bedrag van EURO 3.146. De nieuwe leden verkrijgen geen participaties. Het entreegeld van de nieuwe leden wordt gebruikt voor nieuwe investeringen. Het geld van de perpetuele leningen, dat binnenkomt, gaat direct naar de 'pot' voor vertrekkende leden (waarbij geldt dat er niet méér wordt uitgegeven dan er binnenkomt). Met een entreegeld van EURO 354, een perpetuele lening van EURO 3.146 en een contributie van EURO 1.150 per jaar wordt de Amsterdamse concurrerend met de ons omringende clubs. In de afgelopen maanden is dit voorstel voorgelegd aan de huidige proefleden en het merendeel hiervan reageerde hierop positief. Voor dit bedrag willen de meeste proefleden wel lid worden. Huidige leden: De huidige leden hebben 8 participaties ter waarde van EURO 6.292. Ieder jaar opnieuw bepaalt het bestuur aan het einde van het jaar (voor 31 december) de waarde van de participaties. Op basis van de dan vastgestelde waarde krijgen de vertrekkers hun ingelegde geld terug. Uitgangspunt voor de commissie was, dat de participaties van alle leden gelijk worden afgewaardeerd. Er wordt m.a.w. geen onderscheid gemaakt tussen leden die langer of korter lid zijn. De participaties worden in twee gelijke delen verdeeld. Deel 1.
Participaties (8) met een koopprijs van 8 x 393,25 = EURO 3.146 (2014)
Deel 2.
Perpetuele lening van EURO 3.146
Waarom een lagere koopprijs voor de participaties? Nieuwe leden betalen de vertrekkers. Een perpetuele lening van EURO 6.292 is te duur (zie hierboven de opmerkingen van Walter Baars). M.a.w. de koopprijs van de participaties moet omlaag. EURO 3.146 is de helft van de huidige waarde. De commissie verwacht op basis van haar onderzoek dat dit een bedrag is dat ons weer aantrekkelijk maakt voor nieuwkomers. Waarom een perpetuele lening en niet gewoon een entreegeld ‘a fonds perdu’? Een perpetuele lening maakt het mogelijk te delen in de veronderstelde hoge waarde van de grond, ook na beëindiging van het lidmaatschap. De grondwaarde komt pas tot uitdrukking bij verkoop, daarom is de perpetuele lening pas opeisbaar bij ontbinding, na verkoop of executie. De lening blijft bestaan, ook na beëindiging van het lidmaatschap. De koopprijs van de participaties wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur (dat is nu ook zo). De waarde is nooit hoger dan wat de nieuwe leden betalen voor hun lening. De waarde kan lager zijn dan de perpetuele lening, indien er geld moet komen voor noodzakelijke investeringen. Bij een eventuele wachtlijst van nieuwe leden en een verhoging van de toetredingskosten kan de
5
waarde van de participaties ook weer omhoog gaan. Vervolgens geeft John Brouwer enkele voorbeelden ter toelichting op deze variabiliteit. Zoals ook nu al gebeurt worden de participaties uitbetaald in het jaar volgend op het jaar van opzegging. Er zal geloot moeten worden, indien er minder ontvangen wordt van nieuwe leden dan er uitbetaald moet worden aan vertrekkende leden. In dat geval gaan de erfgenamen van overleden leden voor de opzeggers van het afgelopen jaar. Uitgelotenen schuiven door naar het volgende jaar. In het jaar daarop zijn zij, die het jaar daarvoor waren uitgeloot het eerst aan de beurt, vervolgens de erfgenamen van overleden leden van dat jaar en er wordt weer geloot onder de opzeggers van dat jaar. Iemand die is uitgeloot ontvangt de voor dat volgende jaar geldende hogere of lagere koopprijs. De belangrijkste punten:
Nieuwe leden verstrekken een perpetuele lening aan de club in het jaar dat ze lid worden van de club. Bestaande leden houden participaties ter waarde van EURO 3.146 (2014) (voorheen EURO 6.292) en verstrekken de club een perpetuele lening van EURO 3.146. (deze is in feite al betaald, er volgt dus geen betaling.) De hoogte van de perpetuele lening van de nieuwe leden wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur en is afhankelijk van de ontwikkelingen op de markt. Wanneer het aantal aanmeldingen van nieuwe leden groeit en er een wachtlijst ontstaat, kan de lening omhoog, in het omgekeerde geval zal de waarde/hoogte dalen. Bij beëindiging van het lidmaatschap blijft de lening staan / wordt niet terugbetaald. Alleen bij ontbinding van de club en / of onteigening van de grond gebeurt dit. In het laatste geval zal er eerst gezocht moeten worden naar een nieuwe locatie. Stel dat deze goedkoper is, dan kan het overgebleven geld uitbetaald worden. Hiervoor is echter nog wel een statutenwijziging nodig. Overigens is de kans dat dit gebeurt klein. De lening heeft daarom feitelijk nu geen waarde en hoeft bij de belastingaangifte niet in box 3 te worden opgenomen. (participaties wél). Om praktische redenen verdwijnen de perpetuele leningen bij overlijden. Het is namelijk moeilijk erfgenamen van overledenen in de jaren daarvoor, te achterhalen. Jaarlijks wordt de rente van 4% cumulatief bijgeschreven op de lening. Bij ontbinding zijn de perpetuele leningen van leden, die lang lid zijn dus meer waard dan van leden, die pas kort lid zijn. Overigens blijft de rente buiten de Balans en de Verlies en Winstrekening van de club.
Vervolgens wordt aangegeven hoe de uitbetaling geschiedt in geval van ontbinding. Participatiehouders gaan voor leningverstrekkers. Als er na afbetaling van de participaties en de leningen nog geld over blijft is het aan de ALV om te bepalen wat er met het overschot gebeurt.
6
Financiering door de bank Grondig onderzoek naar de mogelijkheid van een banklening om de participaties van vertrekkers te financieren, heeft uitgewezen dat hiervoor zeer vele redenen zijn om dit niet te doen (o.m. aflossing en jaarlijkse rente). Bovendien hebben we een financiering door de bank hard nodig voor eventueel vertrekkende bedrijfsleden. Schenkingen Er is de mogelijkheid voor bestaande participatiehouders om een schenking te doen aan partner, (klein)kinderen of aan de club (fiscaal aantrekkelijk). Er bestaat immers geen verplichting meer tot het hebben van participaties. Zo kan een kind van een huidig lid, lid worden met gesloten beurs. De participatie van de ouder wordt omgezet in een perpetuele lening voor het kind. Het kind heeft uiteraard de verplichting het entreegeld te betalen (eenmalig) en jaarlijks de contributie. De participaties verdwijnen in de loop der jaren, daar nieuwe leden geen participaties meer aanschaffen en bestaande leden hun participaties verkopen of schenken. In het kader van het lustrum volgend jaar zal het plan van schenken aan de club verder uitgewerkt worden. Bedrijfsleden Het voorstel bevat splitsing van participaties 'bedrijfsleden oude stijl' . Veel bedrijfsleden is indertijd echter gegarandeerd dat ze de volledige inleg zouden terugkrijgen. M.a.w. het voorstel van de commissie kan niet worden uitgevoerd. Gesteld dat de bedrijfsleden allemaal tegelijkertijd hun inleg zouden terug vragen, dan is hiermee EURO 1.2 miljoen gemoeid. Het verloop onder de bedrijfsleden is echter zeer laag en wij verwachten dan ook niet dat zij allemaal tegelijkertijd hun inleg terugvragen. Mocht dit wel gebeuren dan hebben we als noodoplossing de bankfinanciering waarover zojuist al is gesproken. Hardheidsclausule Leden die na 1 november 2012 lid zijn geworden kunnen gebruik maken van de hardheidsclausule. Per die datum is namelijk voor het eerst gebleken dat wij meer vertrekkers hadden, dan dat er nieuwe leden binnenkwamen. Deze leden kunnen lid worden op de nieuwe condities. Kort samengevat: De commissie heeft geprobeerd de belangen van de bestaande leden zo goed mogelijk te behartigen en de pijn bij de vertrekkende leden te verzachten. Bovendien heeft zij geprobeerd de condities voor potentiële nieuwe leden aantrekkelijk te maken, opdat zij de Amsterdamse de komende jaren zullen kiezen als hun golfclub. Wanneer het voorstel van de commissie wordt geaccepteerd, kunnen we ons de luxe permitteren van slechts 800 leden en de contributie hoeft niet substantieel te worden verhoogd. In feite verandert er niets voor de mensen die gewoon lid blijven. Leden behouden tevens het recht op de meerwaarde van de grond bij beëindiging van hun lidmaatschap. Op den duur zijn de participaties verdwenen en het geld dat dan via de nieuwe leden binnenkomt, kan worden gebruikt voor investeringen in de 7
baan. De clubkas is veilig. Er gaat niet meer uit, dan er in komt. Op deze manier is op de lange termijn de continuïteit van de club verzekerd. Walter Baars dankt John Brouwer voor het vele werk dat hij en zijn commissie hebben verricht en het applaus dat hij heeft gekregen na beëindiging van zijn presentatie is vlg. de voorzitter dan ook meer dan terecht.
4.
Drie Alternatieve voorstellen
Bij afwezigheid van Hein Struben (de eerste indiener van een alternatief plan) wordt besloten diens voorstel later op de avond aan de aanwezigen te presenteren. Daarna zal het door John Brouwer worden becommentarieerd. Vervolgens wordt Henk Kool uitgenodigd het voorstel Kool/Schölvinck te presenteren. Het voorstel van Henk Kool / Arend Jan Schölvinck Henk Kool vindt het plan van de commissie rigoureus, complex en niet nodig en hij vraagt zich af of het aanpakken van de participaties van de huidige (participaties bezittende) leden wel nodig is. Doel is de financiële continuïteit van de club. De participaties zijn incourante stukken geworden. Het vermogen is er nog steeds en waarom zou men iets willen doen met de waarde van de participaties. Op dit moment is het een incourante waarde, maar het blijft een waarde. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de waarde en de prijs die men ervoor kan krijgen. Afboeking met de helft van EURO 6.300 naar EURO 3.145 is volgens hem niet nodig. Alternatief kader (dat t.z.t. nader moeten worden uitgewerkt) Wenselijk is een lagere instapmogelijkheid voor nieuwe leden. Dit betekent dat de verplichting om participaties te kopen, moet komen te vervallen. Nieuwe leden betalen eenmalig EURO 3.500 (niet opgesplitst in entree en perpetuele lening) en dit zijn ze kwijt. De discussie gaat wat hem betreft over de afhandeling van de participaties van de huidige leden. -
-
De participaties van de huidige leden worden nominaal afgewaardeerd naar EURO 5.500. Deze afwaardering is het verschil tussen het entreegeld nu EURO 2.700 en het voorgestelde entreegeld voor de nieuwe leden van EURO 3.500 Nieuwe leden betalen EURO 220 per jaar extra contributie. Dit is in feite een rentevergoeding voor het feit dat ze geen participaties hoeven te kopen. De vereniging is niet verplicht participaties in te kopen. De ALV stelt jaarlijks vast voor welk bedrag een vertrekker zijn participaties mag aanbieden. De prijs is afhankelijk van de liquiditeitspositie van de club, welke weer afhankelijk is van de entreekosten die nieuwe leden betalen. 8
Mensen die 3 jaar geleden lid zijn geworden hebben EURO 5.500 meer betaald dan de mensen die in 2014 lid worden. Z.i. moeten deze mensen gecompenseerd worden. Potentiële nieuwe leden hebben naar zijn inschatting geen moeite met het betalen van extra contributie en op die manier komt er meer geld voor de terugbetaling van de participaties. Kool’s voorstel aan de vergadering is om niet in te stemmen met het gepresenteerde plan van de continuïteitscommissie, maar opnieuw rond de tafel te gaan zitten om het plan aan te passen. In feite, zo constateert hij, ligt zijn plan in de lijn van de commissie en zou de commissie haar plan moeten aanpassen om de belangen van de huidige participatiehouders beter te behartigen. Kool gaat er vanuit dat in het plan van de commissie de afwaardering van de participaties een permanente afwaardering is. Echter, over vijf jaar kan alles weer anders zijn, dan heeft men wellicht weer meer geld over voor een lidmaatschap van de Amsterdamse. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan Lex de Vries. Lex de Vries heeft twee bezwaren tegen het plan van de commissie. Om te beginnen vindt hij het te ingewikkeld. Ook vindt hij dat er twee typen leden worden gecreëerd. Leden met participaties (P-leden) en leden zonder participaties (ZP-leden). In dit onderscheid ligt een belangrijke basis voor een conflict of interest dat de sfeer in de club kan doen veranderen. ZP leden hebben immers geen enkel belang bij de koopprijs van de participaties. Omdat de participaties op den duur verdwijnen, kan het zijn dat er op een gegeven moment een bestuur komt dat uit louter ZP leden bestaat, terwijl er nog wel P leden zijn. Dit is een onwenselijke situatie omdat het bestuur jaarlijks achteraf de koopprijs bepaalt. Deze schijn van belangenverstrengeling moet z.i. vermeden worden. Voorstel Lex de Vries -
-
Het systeem van participaties blijft gehandhaafd, maar de koopprijs van de participaties wordt niet langer vastgesteld door het bestuur maar door vraag en aanbod. Om participaties te kunnen kopen, moeten de belangstellende potentiële leden eerst geballoteerd zijn door het bestuur. Er wordt een Participatiecommissie (PC) samengesteld, bestaande uit 3 leden. De verkoop van de participaties verloopt via de PC. De PC houdt een transferlijst bij van de aangeboden participaties met de bijbehorende vraagprijzen. De PC behoudt het recht participaties die naar haar oordeel voor een te hoge prijs worden aangeboden, te weigeren. Oud-leden en de erven van overleden leden krijgen twee jaar de gelegenheid om hun participaties te verkopen. Als de participaties na twee jaar niet zijn verkocht, vervallen deze, zonder vergoeding, aan de club.
Na presentatie van de twee voorstellen geeft de voorzitter John Brouwer wederom het woord. Bij afwezigheid van Hein Struben geeft hij een korte uitleg van het plan van Struben
9
Voorstel Hein Struben Struben hanteert het principe van ‘Trapje op' (nieuwe leden) en ‘ trapje af’(bestaande leden) en na tien jaar uitkomen op gelijk niveau. -
-
De participaties van de huidige leden worden in tien jaar tijd afgewaardeerd naar EURO 3.200. Per jaar dus EURO 320. Nieuwe leden worden geacht bovenop de gewone contributie een jaarlijks bedrag van EURO 320 extra te betalen. Op deze manier bouwen zij in tien jaar tijd hun participaties t.w.v. EURO 3.200 op. De participaties van de huidige leden worden in tien jaar tijd afgewaardeerd naar EURO 3.200.
Reactie John Brouwer: Voordeel van dit plan is: Het oogt simpel en de toetredingskosten worden zeer laag gehouden. Nadeel is echter dat er volstrekt onvoldoende geld binnenkomt voor de vertrekkers en deze zullen dan ook heel lang (kan tien jaar zijn) moeten wachten voor ze hun geld terug krijgen. Probleem is ook dat er nog steeds participaties blijven bestaan en daarmee blijft de langjarige continuïteit van de club in gevaar. Bovendien komt er nooit de mogelijkheid om het entreegeld van nieuwe leden te gebruiken voor investeringen. Ted Baijings pleit ervoor nog eens goed naar dit plan te kijken en bijvoorbeeld i.p.v. EURO 320 extra een groter bedrag extra aan nieuwe leden te vragen. Bart Webbers wijst erop dat, hoe dan ook er te veel geld uitbetaald moet worden aan vertrekkers, dit kan nooit volgens het systeem Hein Struben of je zou heel veel meer moeten vragen, waardoor de drempel weer veel te hoog wordt voor nieuwe leden. De conclusie van de Continuïteitscommissie is dan ook dat dit voorstel niet goed is, zeker niet voor de vertrekkers. Bovendien is de drempel voor de nieuwkomers wel erg laag, waardoor er nooit voldoende geld binnenkomt. Reactie John Brouwer op voorstel Kool/Schölvinck Het voorstel Kool/Schölvinck komt voort uit onvrede over de afwaardering van de participaties. Kool/Schölvinck willen dat als het beter gaat, de waarde van de participaties weer omhoog gaat en zij verkeerden om de een of andere reden in de veronderstelling dat dit niet mogelijk was in het voorstel van de Continuïteitscommissie. John Brouwer legt uit dat dit een misvatting is en dat in dit opzicht hun plan niet afwijkt van het plan van de commissie. In grote lijnen is hun plan gelijk aan het voorstel van de commissie. Het grote bezwaar tegen het plan van Kool/Schölvinck is dat nieuwe leden een hogere contributie moeten betalen tot het moment waarop zij verzoeken participaties te mogen kopen. Dit maakt ons minder concurrerend en in de optiek van de commissie prijzen we ons hiermee uit de markt. Bovendien heeft ook het plan Kool/Schölvinck als nadeel dat de participaties blijven bestaan en er dus nooit een moment komt 10
waarop de toetredingskosten van nieuwe leden geheel gebruikt kunnen worden voor investeringen in de baan en clubhuis. Reactie John Brouwer op voorstel Lex de Vries Als de vraagprijs van vertrekkende leden voor hun participaties hoog is, krijgen wij geen nieuwe leden. Dit betekent een gevaar voor de exploitatie, want wij hebben het contributiegeld van 800 leden nodig voor de jaarlijkse exploitatie. Ook is het de vraag of het acceptabel is dat de participaties na twee jaar vervallen. Bijkomend nadeel is tevens dat het systeem van participaties blijft behouden. Het systeem zoals voorgesteld door Lex de Vries is ook toegepast bij de Gooijer en de Heemskerkse en op beide clubs werkt het niet. Reactie Lex de Vries: Hij maakt bezwaar tegen het commentaar van John Brouwer op zijn plan. Z.i. is zijn plan eenvoudiger en waarschijnlijk is er geen statutenwijziging voor nodig. De koopprijs is een eerlijke marktprijs, bepaald door vraag en aanbod. Hij bepleit dat als een nieuw lid zou moeten kiezen tussen een lening verstrekken die hij kwijt is of participaties aankopen via een transferlijst, deze altijd voor de laatste optie gaat. De club kan de hoogte van contributie en entreegeld bepalen en hoeft zich geen zorgen te maken over de participaties. Maar natuurlijk wordt de waarde bepaald in overleg met het bestuur. Opmerking Piet Schneider: Nadeel van het systeem De Vries is dat de praktijk leert dat er een enorm spanningsveld ontstaat tussen de ballotagecommissie en de vertrekkende leden. (De Gooijer) De voorzitter dankt de drie heren die ieder met een alternatief plan zijn gekomen. Vervolgens geeft hij de zaal de gelegenheid opmerkingen te maken en/of vragen te stellen.
5. Uit de zaal René Weijerman wil zijn steun betuigen aan het plan Lex de Vries: Z.i. is dit helder en de tweedeling P-leden en ZP- leden wordt voorkomen. Hij wil graag het systeem van participaties behouden, uiteraard met inachtneming van verlaging van de toetredingskosten. Dat deze kosten naar beneden moeten worden bijgesteld, is evident. Open vraag Hélène van Schaik: Kan de waarde van de participaties in het voorstel van de Continuïteitscommissie fluctueren? Kan deze, mocht bijvoorbeeld de economie weer aantrekken, hoger worden? Het antwoord van John Brouwer op deze vraag is een volmondig ‘ ja, absoluut.’ Piet Hein Bloemer vraagt zich af hoe het zit met de schenking van de participaties aan de club via een lijfrenteclausule. 11
John Brouwer: De bedoeling is dat die mogelijkheid vgl. jaar ingaat, 2014 het jaar dat het 80-jarig bestaan van de club wordt gevierd. Bovendien hoeft vanaf 1 januari 2014 een dergelijke schenking niet meer via een notaris te lopen. Het schenkingsbedrag is aftrekbaar zonder dat je te maken hebt met een drempel. Over 5 jaar schenk je ieder jaar een vijfde van het bedrag (uiteraard op papier). Dit bedrag komt dan fiscaal ten laste van het inkomen in box 1. Maar zoals gezegd: Dit idee wordt komend jaar nader uitgewerkt en uiteraard gepresenteerd. Jan Dekker: Om te beginnen wil hij gezegd hebben dat het opvoeren van de waarde van de grond z.i. een drogreden is. Vervolgens constateert hij dat er sprake is van een ‘onbalans’ wanneer de waarde van de participaties kan stijgen en die van de perpetuele lening niet. Verder vermoedt hij dat een financiering door de bank wellicht problemen gaat geven. Tot slot roept hij het bestuur op terug te gaan naar de tekentafel om de waardevolle elementen uit de verschillende plannen, zoals deze hier gepresenteerd zijn, te bestuderen. Daarom vraagt hij het bestuur dan ook om deze avond niet tot een stemming over te gaan. Antwoord John Brouwer: Er is duidelijk gezegd dat de mogelijkheid dat de grond te gelde wordt gemaakt zeer, zeer klein is, maar voor veel mensen was de waarde van de grond iets waarmee de commissie rekening moesten houden. Margret Swart pleit ervoor dat leden die 40/50 jaar lid zijn, eerder aan de beurt komen bij het uitbetalen van participaties. Zij hebben per slot van rekening al die jaren contributie betaald, bovendien hebben zij veelal niet meer de tijd om lang te wachten, zo meent zij. John Brouwer: Tegenover de groep die al lang lid is, is er ook een groep van vertrekkende leden die slechts kort lid is. Deze leden hebben relatief veel meer betaald en bovendien veel minder gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de club. Er is voor beide standpunten evenveel te zeggen en daarom heeft de commissie besloten op dit punt geen onderscheid te maken. Flip Houben spreekt een aantal constateringen uit: 1. De Continuïteitscommissie heeft uitstekend werk verricht. 2. De discussie over de waarde van de grond is een oneigenlijke discussie. Uitgangspunt moet zijn dat de grond op dit moment geen waarde heeft en dus worden de eventueel verstrekte leningen nooit uitgekeerd. 3. De club moet het nieuwe leden aantrekkelijk maken om lid te worden. Er moet een duidelijke, niet complexe, heldere regeling getroffen worden. Daarom: ‘ Vergeet het verhaal van de lening en stel helder dat het entreegeld EURO 3.500 wordt. Reactie Walter Baars: De lening is in het plan opgenomen op uitdrukkelijk verzoek van de leden, die aanwezig waren bij de Hearing in April. Het verhaal hierover is eenvoudig uit te leggen aan de
12
nieuwe leden. In feite betalen nieuwe leden EURO 3.500 zoals dat op dit moment ook bij de Noordwijkse en de Kennemer gebeurt. Arend Jan Schölvinck stelt dat de aandacht in de discussie te veel gericht is op een aantal boekhoudkundige oplossingen. Hij mist het verhaal van: ‘ Op wie ga je je richten. Wat is de doelgroep? Hij vindt de voorstellen die er tot nu toe zijn gedaan, te veel voortkomen uit angst i.p.v. uit de kracht van de club. Daarom zou hij graag zien dat de commissie terug gaat naar de tekentafel. Reactie John Brouwer: Het voorstel is niet voortgekomen uit angst, maar uit de realiteit, die toont dat het aantal leden terugloopt. Maarten Tamsma is het eens met Flip Houben: Houd het plan simpel, de lening die de bestaande leden aan de club geven is een schenking (niet leuk, maar wel de realiteit) en nieuwe leden betalen een entreegeld van EURO 3.500. Henk Kool: Het is niet mogelijk leden te dwingen tot schenken. Jan Dekker ziet graag dat wordt uitgerekend wat de financiële gevolgen zijn, wanneer de club de participaties inkoopt met behulp van een banklening. Maarten Hillen constateert dat de mensen moeite hebben met het feit dat de participaties niet meer de waarde hebben die ze er oorspronkelijk voor hebben betaald. Vgl. hem moeten we door de zure appel heen bijten en niet doorgaan met nog meer onderzoeken / voorstellen etc. Er ligt een duidelijk voorstel. Geert Janssen begrijpt de opmerking: Maak het niet te ingewikkeld. Leg gewoon uit dat de lening wrs. niet gerestitueerd wordt, dan begrijpt iedereen dat. Kool reageert met de opmerking dat de lening weliswaar niet ingewikkeld is, maar hij is z.i. niet nodig. Hij vraagt zich af waarom er iets gedaan wordt met de waarde van de participaties van de mensen die blijven zitten Harm Raymans begrijpt dat de Continuïteitscommissie af wil van de participaties. De constructie die de commissie voorstelt, levert op de lange termijn een gezonde club op. Participaties zijn een loden last voor de vereniging als het gaat om de continuïteit. Daarom snapt hij heel goed dat de commissie voorstelt het systeem van participaties af te bouwen. Over 20 jaar is de vereniging dan op een veel betere manier gefinancierd en daarmee is op de lange termijn de continuïteit van de club én de kwaliteit van de baan en het clubhuis gegarandeerd. Hij benadrukt dat met dit plan de continuïteitscommissie heel veel oog heeft gehad voor de continuïteit van de club.
13
René Weijerman vraagt zich nog steeds af waarom er twee soorten leden gecreëerd worden: mét en zonder participaties. Laat het systeem van participaties in tact. Ook al komen de nieuwe participanten op een lager niveau binnen. Reactie John Brouwer: Nogmaals: Het geld van de participaties komt de club niet toe, maar de vertrekkende leden. We moeten daarom op termijn van de participaties af. Lex de Vries stelt dat 'als je af wilt van de participaties, (ingevoerd ter financiering van de nieuwe baan en clubhuis) doe het dan meteen. Laat iedereen alles schenken.' Reactie John Brouwer: Iedereen die wil schenken kan schenken, maar voor sommige leden zal ook de halve afwaardering van de participaties al een hele aderlating zijn. De commissie heeft juist geprobeerd ook de belangen van bestaande leden te behartigen. Het zou te ver gaan om iedereen tot een schenking te dwingen. Rene Boin pleit nogmaals voor verhoging van de contributie voor nieuwe leden. John Brouwer benadrukt nog een keer dat een dergelijke verhoging te weinig geld oplevert voor terugbetaling aan vertrekkende leden. Het entreegeld van EURO 2.700 kunnen wij niet langer vragen. Daarom missen wij geld voor investeringen. Verhoging van de contributie kan nooit het gat dichten dat we oorspronkelijk hadden met de EURO 2.700 aan entreegeld. Harm Raymans vraagt zich af hoe het zit met het eigenaarschap van de baan en hij benadrukt dat het van grote waarde is dat wij met 800 leden geen reserveringssysteem hoeven te hanteren voor het spelen. Hij verwacht dan ook dat leden graag bereid zijn een afwaardering op de participaties te accepteren. Frits Oldenburg meldt dat de vereniging eigenares is van de baan. De leden hebben dus geen directe band met het eigendom van de baan. De participaties zijn uitgegeven in het kader van de nieuwe baan, zuiver ter financiering van de baan en het clubhuis (zoals ook al uitgelegd door Geert Jan Bakker). De participaties zijn geen aandelen. De leden hebben dus geen aandelen. Het effect is dat ieder jaar de prijs opnieuw wordt vastgesteld. De prijs kan omhoog, maar ook omlaag. Tot nu toe ging de waarde van de participaties ieder jaar omhoog. Nu is het probleem, dat de vereniging niet langer in staat is een hoge prijs te betalen. Hij betwijfelt of er een directe link is tussen de waarde van de grond en de waarde van de participaties. Jan Dekker: Hoe zit het met het batig saldo wanneer de vereniging wordt opgeheven? Ook vraagt hij zich af of er nog altijd een BV bestaat waarin de gebouwen zijn ondergebracht. Antwoord John Brouwer: Het batig saldo moet worden aangewend in de doelstelling van de vereniging en dit is de bevordering van het golfspel. Dus in geval van onteigening van de grond zal het ontvangen geld in eerste instantie gebruikt worden voor de aanleg van een nieuwe baan. Mocht dit echter niet mogelijk zijn dan zal de vereniging worden ontbonden. Dan worden eerst 14
de dan nog uitstaande participaties ingekocht, vervolgens de leningen afgelost en de ALV kan vervolgens besluiten wat er moet gebeuren met een dan nog resterend batig saldo. Het aanwezige oud-bestuurslid Pieter Jan van den Brink weet zich te herinneren dat er bij de aanleg van de baan naast de vereniging een BV is opgericht. Met de fiscus was er een afspraak gemaakt waarbij de BTW over de aanleg van de baan verrekend kon worden. Dit betekende een besparing voor de vereniging. Later, veranderde de wetgeving. Toen verviel het voordeel, met als gevolg dat het toenmalige bestuur (rond 1998) de BV heeft laten fuseren met de vereniging. Voordeel daarvan was dat het onroerend goed kon worden overgedragen aan de vereniging zonder 6 % overdrachtsbelasting te hoeven betalen. Echter, het is niet mogelijk om nu het onroerend goed weer uit de vereniging te halen zonder 6% overdrachtsbelasting te betalen. Einde vragen Walter Baars dankt de aanwezigen voor hun constructieve bijdrages. Hij benadrukt dat er de laatste tijd door veel mensen op een heel serieuze en constructieve manier is gewerkt aan het plan, zoals het bestuur dit de leden deze avond heeft voorgelegd.
6. Conclusie Het vereiste quorum van 564 stemgerechtigden is niet aanwezig, dus een stemming heeft geen zin. Walter Baars concludeert dat veel van de aanwezigen in grote lijnen het plan van de commissie ondersteunen en met name dat de noodzaak om op termijn van de participaties af te geraken nu bij veel leden is doorgedrongen. Een aantal leden wil dat het plan eenvoudiger wordt en wil gewoon de participaties afwaarderen en wil geen perpetuele lening. Walter stelt voor om een peiling bij handopsteken te houden om te kijken hoeveel aanwezige leden voor de lening zijn en hoeveel net zo lief geen lening heeft. Uit deze peiling komt naar voren dat de zaal verdeeld is. Ongeveer de helft van de aanwezigen ziet graag dat de perpetuele lening in het voorstel blijft opgenomen. Het bestuur besluit met de mededeling dat het samen met de Continuïteitscommissie gaat overleggen met de indieners van de drie alternatieve voorstellen om te kijken of bepaalde elementen uit hun voorstellen kunnen worden meegenomen in het plan, zoals dat deze avond door het bestuur en de commissie is gepresenteerd. De verwachting is dat het overleg niet zal leiden tot substantiële aanpassingen in het voorstel van de commissie. Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan zal op 13 november een tweede vergadering gehouden worden. Op deze vergadering zal dan gestemd worden waarbij een twee derde meerderheid van de dan aaanwezige stemgerechtigden en machtigingen bepaald of het voorstel tot wijziging van de statuten al of niet wordt aangenomen. Mocht het overleg leiden tot een belangrijke aanpassing in de voorgestelde statuten dan dient voor aanvaarding daarvan wederom het vereiste quorum aanwezig te zijn. Is het vereiste quorum van 564 die avond niet aanwezig, dan zal er nog een 15
extra vergadering belegd moeten worden. Naar het er nu naar uitziet, wordt dit dan 25 november. 23.10 uur: De voorzitter sluit de vergadering. Namens het bestuur Secretaris José Corstens
16