Bijscholing BorgInsole 1

Intoeing - Outtoeing

Intoeing – Outtoeing

Problemen ter hoogte van

18 10 2008 Bijscholing BorgInsole

Osteopathisch meerwaarde bij inen outtoeing

Inge Destrebecq DO. Ostheopate



Osteair


Therapie

Structureel



Oorzaak

Voet Enkel Tibia Knie Femur Heup

Chirurgie In- of outtoeing plate Niets doen en afwachten

Weke delen




Outtoeing







Outtoeing





1

Osteopathische meerwaarde bij inen outtoeing

Intoeing 03 02 2005 (10j meisje)

Inge Destrebecq DO. Osteopate

18 10 08 Bijscholing BorgInsole 18 10 2008 Bijscholing BorgInsole


Anatomie

Verbindingen tss enkelvork en talus Tibio-tarsaal/ tibio-talaire/ tibio-crurale gewricht (bovenste spronggewricht)

Gewricht tss caput fib. en lat. condyl tibia.

Membrana interossea

Proximaal tibio-fibulaire gewricht

Inge Destrebecq DO. Osteopate

Anatomie

Verbindingen tss tibia en fibula

Ostheopatische meerwaarde bij inen outtoeing


Scharniergewricht tss enkelvork (binnen-en buitenenkel) en talus.

sterke bindweefselvezels tss fibula en tibia.

Syndesmose tibio-fibularis distalis

Distale verbinding tss fibula en tibia zonder gewrichtskraakbeen.




Biomechanica Proximaal tibiofibulare gewricht

Tibio-tarsale gewricht 18 10 2008 Bijscholing BorgInsole




Biomechanica

Dorsiflexie

Plantaire flexie

Fibulakopje verplaatst naar ant./lat. proximaal endorotatie

Fibulakopje verplaatst naar post./lat. distaal exorotatie

Invloed manipulatie van prox.tibio-fib.gewricht op de enkelmobiliteit?

Vanderhasselt K (DO. Osteopate)(2003). Manipulatie van prox.tibio-fib.gewricht bevordert de dorsiflexie/plantaire flexie van de enkel.

eversie

inversie

Belangrijk gegeven voor de behandeling van inen outtoeing.

talus

van

van

talus







2

Testen van het proximale tibiofibulaire gewricht

Letselmechanismen Proximaal tibio-fibulaire gewricht : 4 letsels

Cpt.fibula in anterioriteit Cpt.fibula in posterioriteit Cpt.fibula in inferioriteit Cpt.fibula in superioriteit

Test voor fibula in anterioriteit/posterioriteit Pt. in ruglig, been gebogen, voet op de tafel. Thpt. zit op voet pt., fixeert tibia met binnenste hand, omgrijpt met duim en wijsvinger fibulakopje. Tractie van mediaal nr lateraal en van posterior nr anterior. Beweeglijkheid fibulakopje evalueren :





Test voor fibula in superioriteit/inferioriteit




Normalisatie van het proximale tibio-fibulaire gewricht

Pt. in ruglig Thpt. staat thv de voet van pt., omgrijpt de hiel, de onderarm langs de voetzool. De wijsvinger van de andere hand palpeert fibulakopje Dorsiflexie/ plantaire flexie van de voet. Beweeglijkheid fibulakopje evalueren :

anterior/lateraal posterior/mediaal

Fibula in anterioriteit

Pt. in ruglig. Thpt. staat aan de behandelende zijde. Caudale hand omgrijpt distale deel van het onderbeen. Pinkmuis van craniale hand neemt contact op het fibulakopje. Thpt. voert een endorotatie uit van het onderbeen en vervolgens een thrustbeweging in de richting van de tafel.

craniaal/caudaal








Fibula in posterioriteit





Pt. In ruglig Thpt. staat aan de behandelende zijde nr.pt gericht. Laterale hand in de kniekuil, basis meta II achter fibulakopje. Mediale hand omgrijpt distale deel onderbeen. Knie wordt in max. flexie gebracht, tegendruk van laterale hand op fibulakopje naar anterior. Het sternum fixeert onderbeen, thrust naar flexie in deze positie.




3


Fibula in inferioriteit




Pt. in ruglig Thpt. staat aan de behandelende zijde nr. pt. gericht. Caudale hand omgrijpt de hiel. Craniale hand omgrijpt de dorsale zijde voet. Krachtige passieve mobilisatie naar dorsiflexie eventueel gevolgd door een thrust.





Fibula in superioriteit




Pt. in ruglig Thpt. staat aan de behandelende zijde nr. pt. gericht. Caudale hand omgrijpt de hiel. Craniale hand op de dorsale zijde voet. Krachtige passieve mobilisatie naar plantaire flexie eventueel gevolgd door een thrust.




Osteopathische holistische visie





20% traumatische oorzaak (val, enkelverstuiking, trap op voetbal) 80% niet-traumatische oorzaak. Osteopathie = wat is de oorzaak?(holistische visie) Viscerae (ingewanden)/abdominaal volume beïnvloeden de statiek van OL/voeten dmv spierkettingen (= aaneenschakeling van myofasciale structuren zoals spieren, ligamenten, fascia die samen functioneren).




4

Spierkettingen onderste lidmaat

Openingsketting

5 spierkettingen van OL die in relatie staan met spierkettingen van romp.

Statiekketting

Flexieketting/extensieketting

abdominaal volume ↑ vb. Zwangerschap/gewichttoename Abdominale caviteit vergroot door





Openingsketting


Abdominale druk ↓ vb. ptose, spasme v. orgaan, retractie littekenweefsel Abdonimale caviteit ↓

varus knie

supinatie voet


Sluitingsketting

bij overprogrammatie : (hypertonie) openen van ilium abductie van femur UR van femur UR van tibia

Anteversie bekken (=lumbale lordose↑) Opening bekken

Retroversie bekken (lumbale delordosering) Sluiting bekken

varus calcaneum quintus varus/hallux valgus







Sluitingsketting

bij overprogammatie: (hypertonie) sluiting van ilium adductie femur IR femur IR tibia

In de praktijk :

zelden overprogrammatie van 1 spierketting Meestal combinatie van meerdere spierkettingen.

valgus knie

pronatie voet

valgus calcaneum hallux valgus








5

Extensieketting + Openingsketting



Osteopathie : geen receptenboek. Oorzaak kan craniaal/visceraal/fascia al/musculair/articulair zijn.

A.T.Still (1828-1917) “Keep it pure, keep it simple” 18 10 2008 Bijscholing BorgInsole


Voor en na behandeling Extensieketting + openingsketting




Intoeing 03 02 2005 21 02 2008 Resultaat van Podo-Osteo Post.avi

Post.avi







6

Bijscholing BorgInsole 1

Recommend Documents