Bijlagenboek Behorende bij het rapport Inventarisatie stand van zaken aanpak huiselijk geweld 2003
Den Haag, 17 december 2003 ES&E
Bijlagenboek
Inhoud Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11 Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15 Bijlage 16 Bijlage 17 Bijlage 18
Deelvragen vraagstelling onderzoek Vragenlijsten gemeenten, politie en Openbaar Ministerie Respondentenlijst Overzicht documenten deskresearch Leden begeleidingscommissie Overzicht ‘andere’ documenten waarin beleid (ook) is vastgelegd Antwoorden regie “anders” Invulling regierol: overlap in antwoorden van gemeenten Financiering coördinator/projectleider huiselijk geweld Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers beleid Convenantpartijen Andere convenantpartijen (alfabetisch ingedeeld) Te benaderen partijen voor nog af te sluiten convenanten Partijen in samenwerkingsnetwerken Partijen waar protocol voor geldt Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers samenwerking Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers deskundigheidsbevordering Overzicht motivering politie rapportcijfers samenwerking
3 5 37 39 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
2
Bijlagenboek
Bijlage 1
Deelvragen vraagstelling onderzoek
Deelvragen
De centrale vraagstelling is uitgesplitst naar diverse deelvragen, afgeleid uit het inventarisatiemodel. 1.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot beleid, gelet op: a. b. c. d.
e. 2.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot samenwerking, gelet op: a. b. c. d.
3.
Zijn er samenwerkingsnetwerken aanwezig waar bovengenoemde kernactoren aan deelnemen , dan wel die door hen gestimuleerd worden of tot stand gebracht zijn en hoe functioneren deze? Wat leveren deze netwerken aan concrete activiteiten op? Zijn er convenanten aanwezig betreffende de aanpak van huiselijk geweld en hoe worden deze op effectiviteit en functionaliteit beoordeeld? Wat wordt er in de convenanten geregeld en hoe resulteert dat in concrete activiteiten? Is er een coördinator huiselijk geweld aangesteld en indien aanwezig: wat zijn de taakstelling en voornaamste werkzaamheden van deze coördinator? Hoe beoordelen de kernactoren hun eigen activiteiten op het gebied van samenwerking en hoe beoordelen zij elkaar?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot deskundigheidsbevordering, gelet op: a. b.
c.
1
Hebben de kernactoren beleid geformuleerd gericht op de aanpak van huiselijk geweld en zo ja, waaruit bestaat dit en op welke aspecten is dit gericht? Wat wordt er vanuit dit beleid precies uitgevoerd? Zijn er nota´s, notities, jaarplannen, jaarverslagen, werkdocumenten en dergelijke aanwezig waarin huiselijk geweld als specifiek onderwerp wordt vermeld? Zo ja, welke activiteiten vloeien voort uit deze schriftelijke stukken? Indien er geen specifiek beleid is gemaakt op huiselijk geweld, binnen welk beleidskader is de aanpak van huiselijk geweld ondergebracht? Welke activiteiten vallen hier dan onder? Indien er beleidsstukken aanwezig zijn, zijn deze dan opgesteld volgens de systematiek van ‘Van Beleidsbegroting Tot Beleidsverantwoording’ (met andere woorden: is aangegeven welke maatschappelijke effecten beoogd worden, de termijn waarop deze moeten worden behaald en de wijze waarop deze worden vastgesteld en welke middelen daarvoor worden ingezet?)? Hoe beoordelen de kernactoren hun eigen activiteiten op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering en hoe beoordelen zij elkaar?
Op welke wijze hebben de kernactoren een scholingsaanbod tot stand gebracht en in welke mate hebben degenen op wie dit aanbod gericht is deelgenomen aan scholing betreffende de aanpak van huiselijk geweld? Hebben de kernactoren protocollen geformuleerd – of het gebruik daarvan bevorderd – waarin procedures of handelswijzen zijn weergegeven betreffende de aanpak huiselijk geweld? Zo ja: (op welke wijze) wordt op de naleving daarvan toegezien? Hoe functioneren deze protocollen in de praktijk, waar resulteren zij in? Hebben de kernactoren voorlichtingsactiviteiten ontplooid over de problematiek huiselijk geweld, gericht op hun eigen doelgroep of breder?
Indien kernactoren niet zelf deelnemen aan netwerken, maar wel netwerken tussen andere organisaties in de gemeente/regio aanwezig zijn, dan is daar op doorgevraagd.
3
Bijlagenboek
d.
Zijn er binnen de kernactoren onderzoeksafdelingen aanwezig en zo ja, hebben deze onderzoeksactiviteiten uitgevoerd gericht op de aanpak van huiselijk geweld en op welke wijze zijn de onderzoeksresultaten gebruikt? Hoe beoordelen de kernactoren hun eigen activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering en hoe beoordelen zij elkaar?
4
Bijlagenboek
Bijlage 2
Vragenlijsten gemeenten, politie en Openbaar Ministerie
Vragenlijst Inventarisatie Stand van zaken Huiselijk Geweld Gemeenten Beleid 1.
Heeft u binnen uw gemeente een beleid Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee
2.
Is dit beleid vastgelegd in een beleidsnota? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
3.
Is deze nota door de gemeenteraad vastgesteld? (1) Ja (2) Nee (3) Nog in behandeling (4) Onbekend
4.
Wanneer is deze nota vastgesteld? Datum: … - … - ……
5.
In welke van de volgende andere documenten is het beleid met betrekking tot huiselijk geweld vastgelegd? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Jaarplan 2003 (b) Jaarverslag 2002 (c) Werkdocument (d) Interne (informele) notitie (e) Subsidiebeschikking (f) Notulen van werkgroepen of vergaderingen (g) Collegeprogramma (h) Anders; namelijk ……………………………………………………………
6.
In welke van deze beleidsstukken is specifiek omschreven? a: O doel O middelen O tijdspad O monitoring b: O doel O middelen O tijdspad O monitoring c: O doel O middelen O tijdspad O monitoring d: O doel O middelen O tijdspad O monitoring e: O doel O middelen O tijdspad O monitoring f: O doel O middelen O tijdspad O monitoring g: O doel O middelen O tijdspad O monitoring h: O doel O middelen O tijdspad O monitoring
7.
Wie heeft binnen uw gemeente de regie over (het beleid) Aanpak Huiselijk Geweld? (1) (Centrum) gemeente (2) Andere gemeente (3) De provincie
5
Bijlagenboek
(4) (5) (6) (7) (8) (9)
De regiopolitie Het Openbaar Ministerie De GGD De vrouwenopvang Anders; namelijk …………………………………………………………… Onbekend
8.
Op welke wijze wordt deze regie ingevuld/opgevat? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Organisatorische verantwoordelijkheid (b) Financieringsverantwoordelijkheid (c) Registreren en monitoren (d) Trekkersrol in overlegstructuren (e) Innoverende verantwoordelijkheid (f) Anders; namelijk ……………………………………………………………
9.
Is er binnen uw beleid Aanpak Huiselijk Geweld in uw regio speciale aandacht voor: {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Hulpverlening aan slachtoffers van partnergeweld (b) Hulpverlening aan slachtoffers van kindermishandeling (c) Hulpverlening aan plegers van partnergeweld (d) Hulpverlening aan plegers van kindermishandeling (e) Opvang vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld (f) Opvang mannelijke slachtoffers van partnergeweld (g) Allochtone slachtoffers van huiselijk geweld (h) Allochtone plegers van huiselijk geweld (i) Ouderenmishandeling (j) Seksueel geweld (k) Anders; namelijk ……………………………………………………………
10.
Onder welk beleidsterrein is de Aanpak van Huiselijk Geweld ondergebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Openbare orde en veiligheid (b) Lokaal veiligheidsbeleid (c) Zorg en welzijn (d) Sociale zekerheid (e) Huisvesting (f) Anders; namelijk …………………………………………………………… (g) Geen
11.
Komt het onderwerp Huiselijk Geweld wel eens ter sprake in het Driehoeksoverleg? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
12.
Wanneer uw gemeente geen beleid Huiselijk Geweld heeft, is er binnen uw gemeente wel eens incidenteel aandacht geweest voor huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend 6
Bijlagenboek
13.
Bestaat het voornemen binnen de gemeente een beleid Aanpak Huiselijk Geweld op de politieke agenda te zetten? (1) Ja, binnen de volgende termijn: …………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
14.
Hoe lang is uw gemeente betrokken bij het realiseren van een beleid huiselijk geweld? (1) Minder dan een jaar (2) 1 tot 2 jaar (3) 2 tot 5 jaar (4) 5 jaar of meer
15.
Zijn er in de regio waarvoor u als centrumgemeente fungeert andere gemeenten met een actief beleid gericht op de aanpak van huiselijk geweld? (1) Ja, namelijk: ………………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
16.
Als de gemeente wel een beleid heeft, maar niet de regie, is de gemeente dan een deelnemer in een project Huiselijk Geweld? (1) Ja, instantie die project leidt: ……………………………………………… (2) Nee
17.
Als de gemeente geen directe deelnemer is binnen een project Huiselijk Geweld, is de gemeente dan betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld, en hoe? (1) Ja, namelijk …………………………………………………………………. (2) Nee
18.
Wat is de financieringsbron van het beleid Aanpak Huiselijk Geweld? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Subsidie van Rijksoverheid (b) Subsidie van Provincie (c) Eigen middelen (d) Andere financieringsbronnen, namelijk:……………………………………. (e) Onbekend
19.
Is er in de gemeentebegroting geld gereserveerd voor de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
7
Bijlagenboek
20.
Wat is de aard van de begrotingspost binnen de gemeentebegroting? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk:…………………………………………………………… (f) Onbekend
21.
Heeft de gemeente specifiek aandacht besteed aan de opvang van of hulpverlening aan slachtoffers van huiselijk geweld in de subsidiebeschikking voor? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Vrouwenopvang (b) Maatschappelijke Opvang (c) GGD (d) Algemeen Maatschappelijk Werk (e) Steunpunt Seksueel Geweld (f) Anders; namelijk …………………………………………………………….
22.
Heeft de gemeente specifiek aandacht besteed aan de hulpverlening aan daders van huiselijk geweld in de subsidiebeschikking voor? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) GGD (b) Algemeen Maatschappelijk Werk (c) Steunpunt Huiselijk Geweld (d) Anders; namelijk …………………………………………………………….
23.
Is er een coördinator/projectleider/secretaris Huiselijk Geweld aangesteld binnen de gemeente? (1) Ja, naam en functie verantwoordelijke……………………………………… (2) Procedure loopt (3) Nee (4) Onbekend
24.
Wat is de aard van de begrotingspost voor deze coördinator? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………. (f) Onbekend
25.
Is er een project Huiselijk Geweld gestart? (1) Ja, lokaal (2) Ja, regionaal (3) Nee (4) Onbekend
8
Bijlagenboek
26.
Is er binnen dit project een einddatum geformuleerd? (1) Ja, lopend van :………………… tot : ………………… (2) Nee
27.
Wat is de aard van de begrotingspost voor dit project? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
28.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie:……………………………………………………………………………
29.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie…………………………………………………………………… Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie……………………………………………………………………
Samenwerking 30.
Zijn er binnen uw gemeente/regio convenanten met partijen afgesloten over een Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
31.
Zijn er samenwerkingsafspraken op een andere wijze vastgelegd? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
32.
Wat is de datum van het afsluiten van deze convenanten? Datum: … - … - ……
33.
Hoeveel convenanten zijn er in totaal afgesloten met betrekking tot de Aanpak van Huiselijk Geweld? Aantal: …
34.
Heeft de gemeente een initiërende rol gespeeld bij het sluiten van deze convenanten? (1) Ja (2) Nee. Wie dan wel?………………………………………………………… (3) Onbekend
9
Bijlagenboek
35.
Met welke partijen of organisaties heeft u als gemeente een convenant afgesloten? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Andere gemeente(n) (b) Politie (c) Openbaar Ministerie (d) Reclassering (e) Bureau Slachtofferhulp (f) Vrouwenopvang (g) Maatschappelijke Opvang (h) Bureau Jeugdzorg/AMK (i) GGD (j) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (k) GGZ (l) Algemeen Maatschappelijk Werk (m) Steunpunt Seksueel Geweld (n) Verslavingszorg (o) Raad voor de Kinderbescherming (p) SPD (q) Thuiszorg (r) EHBO (s) Anders; namelijk ……………………………………………………………
36.
Hoe beoordeelt u deze convenanten op: Effectiviteit: … rapportcijfer Functionaliteit: … rapportcijfer Resultaat: … rapportcijfer
37.
Heeft de gemeente met de convenantpartijen afspraken gemaakt over de wijze waarop de resultaten van deze convenanten worden vastgesteld: (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
38.
Indien de gemeente geen convenanten heeft afgesloten, is de gemeente voornemens om dit in de nabije toekomst te gaan doen (binnen een jaar)? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
39.
Welke partijen zullen hier waarschijnlijk voor benaderd worden? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Andere gemeente(n) (b) Politie (c) Openbaar Ministerie (d) Reclassering (e) Bureau Slachtofferhulp (f) Vrouwenopvang (g) Maatschappelijke Opvang (h) Bureau Jeugdzorg/AMK 10
Bijlagenboek
(i) (j) (k) (l) (m) (n) (o) (p) (q) (r) (s)
GGD RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) GGZ Algemeen Maatschappelijk Werk Steunpunt Seksueel Geweld Verslavingszorg Raad voor de Kinderbescherming SPD Thuiszorg EHBO Anders; namelijk ……………………………………………………………
40.
Heeft de gemeente protocollen geformuleerd met betrekking tot de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
41.
Stimuleert de gemeente het gebruik van protocollen met betrekking tot de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
42.
Door welke partijen worden deze protocollen gebruikt cq voor welke partijen zijn deze protocollen bedoeld? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Andere gemeente(n) (b) Politie (c) Openbaar Ministerie (d) Reclassering (e) Bureau Slachtofferhulp (f) Vrouwenopvang (g) Maatschappelijke Opvang (h) Bureau Jeugdzorg/AMK (i) GGD (j) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (k) GGZ (l) Algemeen Maatschappelijk Werk (m) Steunpunt Seksueel Geweld (n) Verslavingszorg (o) Raad voor de Kinderbescherming (p) SPD (q) Thuiszorg (r) EHBO (s) Anders; namelijk ……………………………………………………………
43.
Houdt de gemeente toezicht op de naleving van de protocollen Huiselijk Geweld? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend 11
Bijlagenboek
44.
Zijn er samenwerkingsnetwerken Huiselijk Geweld aanwezig waar u als gemeente aan deelneemt? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
45.
Welke partijen nemen hier aan deel? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Andere gemeente(n) (b) Politie (c) Openbaar Ministerie (d) Reclassering (e) Bureau Slachtofferhulp (f) Vrouwenopvang (g) Maatschappelijke Opvang (h) Bureau Jeugdzorg/AMK (i) GGD (j) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (k) GGZ (l) Algemeen Maatschappelijk Werk (m) Steunpunt Seksueel Geweld (n) Verslavingszorg (o) Raad voor de Kinderbescherming (p) SPD (q) Thuiszorg (r) EHBO (s) Anders; namelijk ……………………………………………………………
46.
Is het bekend of bovengenoemde partijen al onderling een Convenant Huiselijk geweld hebben afgesloten? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
47.
Heeft uw gemeente een Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
48.
Wat is de aard van de begrotingspost? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
12
Bijlagenboek
49.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van samenwerking met betrekking tot Huiselijk Geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
50.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van samenwerking met betrekking tot Huiselijk Geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………………… Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie: ……………………………………………………………………
Deskundigheidsbevordering 51.
Heeft u als gemeente een scholingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Is al in voorzien, door ……………………………………………………… (4) Onbekend
52.
Op welke doelgroep was dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje’ afgaan}………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
53.
Welke vorm heeft het scholingsaanbod dat de gemeente tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Cursus of training (b) Workshop (d) Themabijeenkomst (e) Conferentie (f) Brochure (g) Anders; namelijk ……………………………………………………………
54.
Wat is de aard van de begrotingspost? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
13
Bijlagenboek
55.
Heeft u als gemeente een voorlichtingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Is al in voorzien, door ……………………………………………………… (4) Onbekend
56.
Op welke doelgroep was dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje’ afgaan}………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
57.
Welke vorm heeft het voorlichtingsaanbod dat de gemeente tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Themabijeenkomst (b) Conferentie (c) Brochure (d) Publicatie in lokale media (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
58.
Wat is de aard van de begrotingspost? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
59.
Heeft uw gemeente een onderzoeksafdeling? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
60.
Houdt deze afdeling zich bezig met de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
61.
Op welke wijze zijn de onderzoeksresultaten gebruikt? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Beleidsvormend (b) Registratie en monitoring (c) Voorlichtingsmateriaal (d) Beleidsevaluatie (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
14
Bijlagenboek
62.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
63.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………………… Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie: ……………………………………………………………………
64.
Bent u bereid om eventueel medewerking te verlenen aan een vooronderzoek van de RVD in verband met regionale campagne Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja, naam en telefoonnummer: ……………………………………………… (2) Nee
15
Bijlagenboek
Vragenlijst Inventarisatie Stand van zaken Huiselijk Geweld Politie Beleid 1.
Heeft u binnen uw regio een beleid Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee
2.
Is dit beleid vastgelegd in een beleidsnota? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
3.
Is deze nota goedgekeurd? (1) Ja (2) Nee (3) Nog in behandeling (4) Onbekend
4.
Door wie is de nota goedgekeurd? (1) Korpsleiding (2) Driehoek (3) Anders; namelijk ………………………………………………………
5.
Wanneer is deze nota vastgesteld? Datum: … - … - ……
6.
In welke van de volgende andere documenten is het beleid met betrekking tot huiselijk geweld in uw regio vastgelegd? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Regionaal jaarplan 2003 (b) Regionaal jaarverslag 2002 (c) Protocol (d) Procesmodel (e) Interne (informele) notitie (f) Notulen van werkgroepen of vergaderingen (g) Anders; namelijk ………………………………………………………………
7.
In welke van deze beleidsstukken is specifiek omschreven? a: O doel O middelen O tijdspad O monitoring b: O doel O middelen O tijdspad O monitoring c: O doel O middelen O tijdspad O monitoring d: O doel O middelen O tijdspad O monitoring e: O doel O middelen O tijdspad O monitoring f: O doel O middelen O tijdspad O monitoring g: O doel O middelen O tijdspad O monitoring
16
Bijlagenboek
8.
Voert de politie binnen uw regio een registratie waarin huiselijk geweldincidenten als zodanig worden weergegeven en te achterhalen zijn? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
9.
Middels welk bedrijfsprocessensysteem registreert u huiselijk geweld incidenten? (1) BPS (2) Genesis (3) Xpol (4) Anders; namelijk …………………………………………………………… (bijv. Excell/Acces/MARAP/Kubus)
10.
Hoe genereert u managementgegevens over huiselijk geweld? (1) Middels GIDS (2) Handmatig alle incidentcodes bekijken en als huiselijk geweld markeren (3) Via een apart (Excel) bestand (4) Anders; namelijk …………………………………………………………… (bijv. projectcodes, zoekvragen, handmatig, kennisregels etc.)
11.
Hoe wordt de kwaliteit van zaken van huiselijk geweld binnen de organisatie gevolgd? (1) Door speciaal daarvoor aangewezen personen (bijv procescoördinatoren) (2) Via districtelijke bedrijfsbureaus (3) In overleg met de (politie)parketsecretaris (4) Anders; namelijk ……………………………………………………………
12.
Hoe vindt de overdracht van zaken naar het Openbaar Ministerie plaats? (1) Zaken die daarvoor in aanmerking komen worden gewoon ingestuurd (2) Zaken krijgen speciale aandacht en worden in overleg ingestuurd (3) Zaken krijgen een speciaal stempel of code HG (4) Anders; namelijk ……………………………………………………………
13.
Is er in de begroting van de politie geld gereserveerd voor de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
14.
Wat is de aard van de begrotingspost binnen de politiebegroting? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
17
Bijlagenboek
15.
Wie heeft binnen uw regio de regie over het beleid Aanpak Huiselijk Geweld? (1) (Centrum) gemeente (2) Andere gemeente (3) De provincie (4) De regiopolitie (5) Het Openbaar Ministerie (6) De GGD (7) De vrouwenopvang (8) Anders; namelijk ………………………………………………………………
16.
Op welke wijze wordt deze regie ingevuld/opgevat? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Organisatorische verantwoordelijkheid (b) Financieringsverantwoordelijkheid (c) Registreren en monitoren (d) Trekkersrol in overlegstructuren (e) Innoverende verantwoordelijkheid (f) Anders; namelijk ………………………………………………………………
17.
Is er binnen uw beleid Aanpak Huiselijk Geweld in uw regio speciale aandacht voor: {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Hulpverlening aan slachtoffers van partnergeweld (b) Hulpverlening aan slachtoffers van kindermishandeling (c) Hulpverlening aan plegers van partnergeweld (d) Hulpverlening aan plegers van kindermishandeling (e) Opvang vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld (f) Opvang mannelijke slachtoffers van partnergeweld (g) Allochtone slachtoffers van huiselijk geweld (h) Allochtone plegers van huiselijk geweld (i) Ouderenmishandeling (j) Seksueel geweld (k) Anders; namelijk ………………………………………………………………
18.
Komt het onderwerp Huiselijk Geweld wel eens ter sprake in het Driehoeksoverleg? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
19.
Wanneer de politie geen beleid m.b.t. huiselijk geweld heeft, is er binnen de politie wel eens incidenteel aandacht geweest voor huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
18
Bijlagenboek
20.
Bestaat binnen uw regio het voornemen binnen de politie om een beleid Aanpak Huiselijk Geweld op de agenda te zetten? (1) Ja, binnen de volgende termijn: …………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
21.
Hoe lang is de politie binnen uw regio betrokken bij het opzetten van een beleid Huiselijk Geweld? (1) Minder dan een jaar (2) 1 tot 2 jaar (3) 2 tot 5 jaar (4) 5 jaar of meer
22.
Hoe lang is de politie binnen uw district betrokken bij het opzetten van een beleid Huiselijk Geweld? (1) Minder dan een jaar (2) 1 tot 2 jaar (3) 2 tot 5 jaar (4) 5 jaar of meer
23.
Als de politie wel een beleid heeft, maar niet de regie, is de politie dan een deelnemer in een project Huiselijk Geweld? (1) Ja, instantie die project leidt: ……………………………………………… (2) Nee
24.
Als de politie geen directe deelnemer is binnen een project Huiselijk Geweld, is de politie dan betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld, en hoe? (1) Ja, namelijk …………………………………………………………………. (2) Nee
25.
Wat is de financieringsbron van het beleid Aanpak Huiselijk Geweld? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Subsidie van Rijksoverheid (b) Subsidie van Provincie (c) Eigen middelen (d) Andere financieringsbronnen, namelijk:………………………………………. (e) Onbekend (f) OGGZ-gelden
26.
Is er een coördinator Huiselijk Geweld aangesteld binnen uw regio/district? (1) Ja, naam en afdeling…………………………………………………………… Niveau: …………………………………………………… Vrijgesteld? ja/nee (2) Procedure loopt (3) Nee (4) Onbekend
19
Bijlagenboek
27.
Wat is de aard van de begrotingspost voor deze functie? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk:…………………………………………………………… (f) Onbekend
28.
Is er vanuit de politie een regionaal project Huiselijk Geweld gestart? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
29.
Is er binnen dit project een einddatum geformuleerd? (1) Ja, lopend van :…………… tot : …………….. (2) Nee
30.
Wat is de aard van de begrotingspost voor dit project? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk:…………………………………………………………… (f) Onbekend
31.
Is er in uw regio/district een protocol betreffende de Aanpak van Huiselijk Geweld gepleegd door werknemers van uw Korps? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
32.
Is er in uw regio/district een protocol/specifieke aanpak m.b.t. de Aanpak van Huiselijk Geweld voor daders en slachtoffers die werknemer zijn in uw Korps? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
33.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie:……………………………………………………………………………
34.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie………………………………………………………………
20
Bijlagenboek
Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie……………………………………………………………… Samenwerking 35.
Zijn er binnen uw regio convenanten met partijen afgesloten over een Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
36.
Zijn er samenwerkingsafspraken op een andere wijze vastgelegd? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
37.
Wat is de datum van het afsluiten van deze convenanten? Datum: … - … - ……
38.
Hoeveel convenanten zijn er in totaal afgesloten met betrekking tot de Aanpak van Huiselijk Geweld? Aantal: …
39.
Heeft de politie een initiërende rol gespeeld bij het sluiten van deze convenanten (of samenwerkingsafspraken als er geen convenanten zijn en wel vastgelegde afspraken)? (1) Ja (2) Nee. Wie dan wel? …………………………………………………………… (3) Onbekend
40.
Met welke partijen of organisaties heeft u als politie een convenant afgesloten? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Openbaar Ministerie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang (f) Maatschappelijke Opvang (g) Bureau Jeugdzorg/AMK (h) GGD (i) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (j) GGZ (k) Algemeen Maatschappelijk Werk (l) Steunpunt Seksueel Geweld (m) Verslavingszorg (n) Raad voor de Kinderbescherming (o) SPD (p) Thuiszorg 21
Bijlagenboek
(q) (r)
EHBO Anders; namelijk ……………………………………………………………
41.
Hoe beoordeelt u deze convenanten op: Effectiviteit: … rapportcijfer Functionaliteit: … rapportcijfer Resultaat: … rapportcijfer
42.
Heeft de politie met de convenantpartijen afspraken gemaakt over de wijze waarop de resultaten van deze convenanten worden vastgesteld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
43.
Indien de politie geen convenanten heeft afgesloten, is de politie voornemens om dit in de nabije toekomst te gaan doen (binnen een jaar)? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
44.
Welke partijen zullen hier voor benaderd worden? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Openbaar Ministerie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang (f) Maatschappelijke Opvang (g) Bureau Jeugdzorg/AMK (h) GGD (i) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (j) GGZ (k) Algemeen Maatschappelijk Werk (l) Steunpunt Seksueel Geweld (m) Verslavingszorg (n) Raad voor de Kinderbescherming (o) SPD (p) Thuiszorg (q) EHBO (r) Anders; namelijk ……………………………………………………………
45.
Zijn er samenwerkingsnetwerken Huiselijk Geweld aanwezig waar u als politie aan deelneemt? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
46.
Welke partijen nemen hier aan deel? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Openbaar Ministerie (c) Reclassering 22
Bijlagenboek
(d) (e) (f) (g) (h) (i) (j) (k) (l) (m) (n) (o) (p) (q) (r)
Bureau Slachtofferhulp Vrouwenopvang Maatschappelijke Opvang Bureau Jeugdzorg/AMK GGD RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) GGZ Algemeen Maatschappelijk Werk Steunpunt Seksueel Geweld Verslavingszorg Raad voor de Kinderbescherming SPD Thuiszorg EHBO Anders; namelijk ……………………………………………………………
47.
Hebben bovengenoemde partijen al onderling een convenant Huiselijk Geweld afgesloten? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
48.
Bent u op de hoogte van de aanwijzing Huiselijk Geweld van het Openbaar Ministerie? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
49.
Wordt de aanwijzing toegepast? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
50.
Is er binnen uw regio een OvJ Huiselijk Geweld aangewezen als contactpersoon voor de politie? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
51.
Vindt er terugkoppeling plaats van zaken betreffende huiselijk geweld? (1) Ja, op de volgende wijze ……………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
52.
Zijn er afspraken gemaakt over het vervolgingsbeleid? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
23
Bijlagenboek
53.
Heeft de regiopolitie protocollen geformuleerd voor de aanpak van huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
54.
Stimuleert uw regiopolitie het gebruik van protocollen met betrekking tot huiselijk geweld? (1) Ja, op de volgende wijze ………………………………………………………. (2) Nee (3) Onbekend
55.
Door welke partijen worden deze protocollen gebruikt? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie (b) Gemeente(n) (c) Openbaar Ministerie (d) Reclassering (e) Bureau Slachtofferhulp (f) Vrouwenopvang (g) Maatschappelijke Opvang (h) Bureau Jeugdzorg/AMK (i) GGD (j) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (k) GGZ (l) Algemeen Maatschappelijk Werk (m) Steunpunt Seksueel Geweld (n) Verslavingszorg (o) Raad voor de Kinderbescherming (p) SPD (q) Thuiszorg (r) EHBO (s) Anders; namelijk ……………………………………………………………
56.
Houdt de regiopolitie toezicht op de naleving van de protocollen? (1) Ja, op de volgende wijze ………………………………………………………. (2) Nee (3) Onbekend
57.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
24
Bijlagenboek
58.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld? Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………… Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie: ……………………………………………………………
Deskundigheidsbevordering 59.
Heeft u als politie een scholingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Is al in voorzien door ………………………………………………………… (4) Onbekend
60.
Op welke doelgroep was dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie, wie? (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje afgaan} …………………… (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
61.
Welke vorm heeft het scholingsaanbod dat de politie tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Cursus of training (b) Workshop (c) Themabijeenkomst (d) Conferentie (e) Brochure (f) Anders; namelijk ……………………………………………………………
62.
Wat is de aard van de begrotingspost voor dit scholingsaanbod? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
25
Bijlagenboek
63.
Heeft u als politie een voorlichtingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Nee, is al in voorzien door …………………………………………………… (4) Onbekend
64.
Op welke doelgroep was dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie, wie? (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje afgaan} …………………… (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
65.
Welke vorm heeft het voorlichtingsaanbod dat de politie tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Themabijeenkomst (b) Conferentie (c) Brochure (d) Publicatie in lokale media (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
66.
Wat is de aard van de begrotingspost voor dit voorlichtingsaanbod? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Structurele subsidie (b) Incidentele subsidie (c) Structurele formatie (d) Incidentele formatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… (f) Onbekend
67.
Heeft de politie binnen uw regio/district een onderzoeksafdeling? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
68.
Houdt deze afdeling zich bezig met de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
69.
Op welke wijze zijn de onderzoeksresultaten gebruikt? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Beleidsvormend (b) Registratie en monitoring (c) Voorlichtingsmateriaal (d) Beleidsevaluatie (e) Anders; namelijk …………………………………………………………… 26
Bijlagenboek
70.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
71.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………… Openbaar Ministerie: Rapportcijfer … Motivatie: ……………………………………………………………
72.
Bent u bereid om eventueel medewerking te verlenen aan een vooronderzoek van de RVD in verband met een landelijke campagne Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja, naam en telefoonnummer: ……………………………………………… (2) Nee
27
Bijlagenboek
Vragenlijst Inventarisatie Stand van zaken Huiselijk Geweld Openbaar Ministerie Beleid 1.
Heeft u binnen uw parket een beleid Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee
2.
Is dit beleid vastgelegd in een beleidsnota? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
3.
Is deze nota goedgekeurd? (1) Ja (2) Nee (3) Nog in behandeling (4) Onbekend
4.
Wanneer is deze nota vastgesteld? Datum: … - … - ……
5.
In welke van de volgende andere documenten is het beleid met betrekking tot huiselijk geweld vastgelegd? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Jaarplan 2003 (b) Jaarverslag 2002 (c) Werkdocument (d) Interne (informele) notitie (e) Notulen van werkgroepen of vergaderingen (f) Anders; namelijk ….…………………………………………………………
6.
In welke van deze beleidsstukken is specifiek omschreven? a: O doel O middelen O tijdspad O monitoring b: O doel O middelen O tijdspad O monitoring c: O doel O middelen O tijdspad O monitoring d: O doel O middelen O tijdspad O monitoring e: O doel O middelen O tijdspad O monitoring f: O doel O middelen O tijdspad O monitoring
7.
Voert uw parket een registratie waarin huiselijk geweld als zodanig wordt weergegeven en te achterhalen is? (1) Ja, op welke wijze…………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
28
Bijlagenboek
8.
Zijn er in de parketbegroting gelden geoormerkt voor de Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
9.
Wie heeft binnen uw arrondissement de regie over (het beleid) Aanpak huiselijk geweld? (1) (Centrum) gemeente (2) Andere gemeente (3) De provincie (4) De regiopolitie (5) Het Openbaar Ministerie (6) De GGD (7) De vrouwenopvang (8) Anders; namelijk …………………………………………………………… (9) Onbekend
10.
Op welke wijze wordt deze regie ingevuld/opgevat? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Organisatorische verantwoordelijkheid (b) Financieringsverantwoordelijkheid (c) Registreren en monitoren (d) Trekkersrol in overlegstructuren (e) Innoverende verantwoordelijkheid (f) Anders; namelijk ……………………………………………………………
11.
Is er binnen uw beleid Aanpak Huiselijk Geweld in uw regio speciale aandacht voor: {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Hulpverlening aan slachtoffers van partnergeweld (b) Hulpverlening aan slachtoffers van kindermishandeling (c) Hulpverlening aan plegers van partnergeweld (d) Hulpverlening aan plegers van kindermishandeling (e) Opvang vrouwelijke slachtoffers van partnergeweld (f) Opvang mannelijke slachtoffers van partnergeweld (g) Allochtone slachtoffers van huiselijk geweld (h) Allochtone plegers van huiselijk geweld (i) Ouderenmishandeling (j) Seksueel geweld (k) Anders; namelijk ……………………………………………………………
12.
Komt het onderwerp Huiselijk Geweld wel eens ter sprake in het Driehoeksoverleg? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
29
Bijlagenboek
13.
(Deze vraag beantwoorden indien bij vraag 1 ‘nee’ is ingevuld) Wanneer uw parket geen beleid Huiselijk Geweld heeft, is er binnen uw parket wel eens incidenteel aandacht geweest voor huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
14.
(Deze vraag beantwoorden indien bij vraag 1 ‘nee’ is ingevuld) Bestaat het voornemen binnen uw parket een beleid Aanpak Huiselijk Geweld te ontwikkelen? (1) Ja, binnen de volgende termijn: …………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
15.
Hoe lang is uw parket betrokken bij het realiseren van een beleid Huiselijk Geweld? (dit ook beantwoorden indien bij vraag 14 ‘nee’ is geantwoord, want wellicht wordt bijdrage geleverd aan gezamenlijk beleid met bijvoorbeeld politie) (1) Minder dan één jaar (2) 1 tot 2 jaar (3) 2 tot 5 jaar (4) 5 jaar of meer
16.
(deze vraag beantwoorden indien bij vraag 1 ‘ja’ geantwoord en verder is het afhankelijk van het antwoord bij vraag 9) Als uw parket wel een beleid heeft, maar niet de regie, is uw parket dan een deelnemer in een project Huiselijk Geweld? (1) Ja, instantie die project leidt: ……………………………………………… (2) Nee
17.
Als uw parket geen directe deelnemer is binnen een project Huiselijk Geweld, is uw parket dan betrokken bij de aanpak van huiselijk geweld, en hoe? (1) Ja, namelijk …………………………………………………………………. (2) Nee
18.
Indien uw parket geen specifiek beleid heeft, waar is de aanpak van huiselijk geweld dan ondergebracht binnen het arrondissement? (1) Politie (2) Gemeente (3) Anders; namelijk …………………………………………………………… (4) Nergens
19.
Is er een Arrondissementale Contactfunctionaris Huiselijk Geweld aangesteld binnen uw parket? (1) Ja, naam en functie………………………………………………………… (2) Procedure loopt (3) Nee (4) Onbekend
30
Bijlagenboek
20.
Is deze contactfunctionaris een officier van justitie? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
21.
Is er een arrondissementaal project Huiselijk Geweld gestart? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
22.
Is er binnen dit project een einddatum geformuleerd? (1) Ja, lopend van :…………… tot : …………….. (2) Nee
23.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie:……………………………………………………………………………
24.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van beleidsvorming en beleidsuitvoering met betrekking tot huiselijk geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie…………………………………………………………… Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie……………………………………………………………
Samenwerking 25.
Zijn er binnen uw arrondissement convenanten met partijen afgesloten over een Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
26.
Zijn er samenwerkingsafspraken op een andere wijze vastgelegd? (1) Ja, wijze waarop:……………………………… (2) Nee (3) Onbekend
27.
Wat is de datum van het afsluiten van deze convenanten? Datum: … - … - ……
28.
Hoeveel convenanten zijn er in totaal afgesloten met betrekking tot de aanpak van Huiselijk Geweld? Aantal: …
31
Bijlagenboek
29.
Heeft uw parket een initiërende rol gespeeld bij het sluiten van deze convenanten? (1) Ja (2) Nee. Wie dan wel?………………………………………………………… (3) Onbekend
30.
Met welke partijen of organisaties heeft u als Openbaar Ministerie een convenant afgesloten? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Politie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang (f) Maatschappelijke Opvang (g) Bureau Jeugdzorg/AMK (h) GGD (i) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (j) GGZ (k) Algemeen Maatschappelijk Werk (l) Steunpunt Seksueel Geweld (m) Verslavingszorg (n) Raad voor de Kinderbescherming (o) SPD (p) Thuiszorg (q) EHBO (r) Anders; namelijk ……………………………………………………………
31.
Hoe beoordeelt u deze convenanten op: Effectiviteit: … rapportcijfer Functionaliteit: … rapportcijfer Resultaat: … rapportcijfer
32.
Heeft uw parket met de convenantpartijen afspraken gemaakt over de wijze waarop de resultaten van deze convenanten worden vastgesteld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
33.
Indien uw parket geen convenanten heeft afgesloten, is uw parket voornemens om dit in de nabije toekomst te gaan doen (binnen een jaar)? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
34.
Welke partijen zullen hier waarschijnlijk voor benaderd worden? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Politie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang 32
Bijlagenboek
(f) (g) (h) (i) (j) (k) (l) (m) (n) (o) (p) (q) (r)
Maatschappelijke Opvang Bureau Jeugdzorg/AMK GGD RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) GGZ Algemeen Maatschappelijk Werk Steunpunt Seksueel Geweld Verslavingszorg Raad voor de Kinderbescherming SPD Thuiszorg EHBO Anders; namelijk ……………………………………………………………
35.
Zijn er samenwerkingsnetwerken Huiselijk Geweld aanwezig waar u als Openbaar Ministerie aan deelneemt? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
36.
Welke partijen nemen hier aan deel? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Politie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang (f) Maatschappelijke Opvang (g) Bureau Jeugdzorg/AMK (h) GGD (i) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (j) GGZ (k) Algemeen Maatschappelijk Werk (l) Steunpunt Seksueel Geweld (m) Verslavingszorg (n) Raad voor de Kinderbescherming (o) SPD (p) Thuiszorg (q) EHBO (r) Anders; namelijk ……………………………………………………………
37.
Hebben bovengenoemde partijen al onderling een Convenant Huiselijk geweld afgesloten? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
33
Bijlagenboek
38.
Heeft uw parket, naast de Aanwijzing Huiselijk Geweld van 1 april 2003, protocollen geformuleerd met betrekking tot de aanpak huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
39.
Stimuleert uw parket het gebruik van protocollen, wederom naast de Aanwijzing Huiselijk Geweld, met betrekking tot de aanpak van huiselijk geweld? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
40.
Door welke partijen worden deze protocollen gebruikt cq voor welke partijen zijn deze protocollen bedoeld? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Gemeente(n) (b) Politie (c) Reclassering (d) Bureau Slachtofferhulp (e) Vrouwenopvang (f) Maatschappelijke Opvang (g) Bureau Jeugdzorg/AMK (h) GGD (i) RIAGG (of ambulante GGZ-instelling) (j) GGZ (k) Algemeen Maatschappelijk Werk (l) Steunpunt Seksueel Geweld (m) Verslavingszorg (n) Raad voor de Kinderbescherming (o) SPD (p) Thuiszorg (q) EHBO (r) Anders; namelijk ……………………………………………………………
41.
Houdt uw parket toezicht op de naleving van de Protocollen Huiselijk Geweld? (1) Ja, wijze waarop: …………………………………………………………… (2) Nee (3) Onbekend
42.
Heeft uw parket een Informatiepunt Slachtofferzorg? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
43.
Is er binnen dit Informatiepunt specifieke aandacht voor slachtoffers van huiselijk geweld? (1) Ja (2) Nee (3) Onbekend
34
Bijlagenboek
44.
Zijn er bij dit Informatiepunt al specifieke gevallen (of signalen) bekend waarbij huiselijk geweld aan de orde was? (1) Ja, hoeveel? … (2) Nee (3) Onbekend
45.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
46.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van samenwerking met betrekking tot huiselijk geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie: ………………………………………………………… Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………
Deskundigheidsbevordering 47.
Heeft uw parket een scholingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Is al in voorzien, door ……………………………………………………… (4) Onbekend
48.
Op welke doelgroep is dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje’ afgaan}………………… ……………………………………………………………………………… (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk:……….
49.
Welke vorm heeft het scholingsaanbod dat uw parket tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Cursus of training (b) Workshop (c) Themabijeenkomst (d) Conferentie (e) Brochure (f) Anders; namelijk ……………………………………………………………
35
Bijlagenboek
50.
Heeft uw parket een voorlichtingsaanbod tot stand gebracht om het onderwerp onder de aandacht te brengen? (1) Ja (2) Nee (3) Is al in voorzien, door ……………………………………………………… (4) Onbekend
51.
Op welke doelgroep is dit gericht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Eigen organisatie (b) Samenwerkingspartners, namelijk {‘convenantrijtje’ afgaan}………………… ……………………………………………………………………………… (c) Gemeentelijke diensten (d) Publiek (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
52.
Welke vorm heeft het voorlichtingsaanbod dat uw parket tot stand heeft gebracht? {meerdere antwoorden mogelijk} (a) Themabijeenkomst (b) Conferentie (c) Brochure (d) Publicatie in lokale media (e) Anders; namelijk ……………………………………………………………
53.
Hoe beoordeelt u de eigen activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Rapportcijfer: … Motivatie: ……………………………………………………………………………
54.
Hoe beoordeelt u de activiteiten van de andere actoren op het gebied van deskundigheidsbevordering met betrekking tot huiselijk geweld? Politie: Rapportcijfer … Motivatie: ………………………………………………………… Gemeenten: Rapportcijfer … Motivatie: …………………………………………………………
55.
Bent u bereid om eventueel medewerking te verlenen aan een vooronderzoek van de RVD in verband met regionale campagne Aanpak Huiselijk Geweld? (1) Ja, naam en telefoonnummer: ……………………………………………… (2) Nee
36
Bijlagenboek
Bijlage 3
Respondentenlijst
Gemeente
Regiopolitie
Alkmaar
Groningen
Openbaar Ministerie Arrondissementen Assen
Almelo
Friesland
Breda
Almere
Drenthe
Maastricht
Amsterdam
Brabant-Noord
Roermond
Apeldoorn
Noordwest-Brabant
Arnhem
Arnhem
Brabant-Zuidoost
Zutphen
Breda
Limburg-Noord
Zwolle
Delft
Limburg-Zuid
Almelo
Den Haag
Zeeland
Den Haag
Den Helder
Twente
Rotterdam
Deventer
Ijsselland
Dordrecht
Dordrecht
Flevoland
Middelburg
Ede
Noordoost-Gelderland
Amsterdam
Emmen
Gelderland-Midden
Alkmaar
Enschede
Gelderland-Zuid
Haarlem
Gouda
Amsterdam-Amstelland
Utrecht
Groningen
Kennemerland
Haarlem
Gooi en Vechtstreek
Heerlen
Noord-Holland Noord
Helmond
Zaanstreek-Waterland
Hengelo
Utrecht
Hilversum
Rotterdam-Rijnmond
Leeuwarden
Haaglanden
Leiden
Hollands-Midden
Maastricht
Zuid-Holland Zuid
Nijmegen Den Bosch Rotterdam Spijkenisse Schiedam Tilburg Utrecht
37
Bijlagenboek
Gemeente
Regiopolitie
Openbaar Ministerie Arrondissementen
Venlo Vlaardingen Vlissingen Zaanstad Zwolle
38
Bijlagenboek
Bijlage 4
Overzicht documenten deskresearch
Gemeenten Collegenota, gemeente Maastricht, datum onbekend. Agendaformulier B&W, gemeente Enschede d.d. 12 februari 2002. Agendaformulier B&W, gemeente Enschede d.d. 26 augustus 2002. Agendaformulier B&W, gemeente Enschede d.d. 19 juni 2001. Collegevoorstel, gemeente Nijmegen d.d. 25 maart 2003. Agendaformulier B&W, gemeente Enschede d.d. 28 mei 2002. Initiatiefvoorstel, gemeente Nijmegen d.d. 19 maart 2003. Plan van aanpak huiselijk geweld, gemeente Haarlem, januari 1999. Concept startnotitie Sluitende aanpak geweld in huis, gemeente Utrecht, september 2002. Brief betreffende subsidietoekenning, gemeente Nijmegen d.d. 20 augustus 2001. Onderdeel veiligheidsnota Huiselijk geweld en vrouwenopvang, gemeente Enschede, datum onbekend. Het binnenste Buiten. Privé geweld tegen vrouwen, een publieke zaak. Beleidsplan Vrouwenopvang Twente 2002-2006, gemeente Enschede, 2002. Projectplan Aanpak huiselijk geweld, gemeente Arnhem, datum onbekend. Advies-en meldpunt ‘huiselijk geweld’ voor de stad Haarlem en omliggende gemeenten in Zuid-Kennemerland, gemeente Haarlem, 1999. Projectplan Aanpak geweld in het gezin. Regio Nieuwe Waterweg Noord, gemeente Schiedam, 2002. Plan van aanpak Huiselijk geweld, gemeente ’s Hertogenbosch, 2002.
39
Bijlagenboek
Politie Plan van aanpak huiselijk geweld, politie Midden en West Brabant, datum onbekend. Bijlage ‘afspraken en rol per organisatie’ uit ‘aanpak van huiselijk geweld in de strafrechtketen’, Openbaar Ministerie arrondissement Zutphen; Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland; Stichting Reclassering Nederland, 2003. Plan van aanpak van thuisgeweld, politie Limburg-Zuid, 2003. Plan van aanpak project huiselijk geweld, politie Brabant-Noord, 2001. Plan van aanpak huiselijk geweld, politieregio Limburg-Noord, 2003. Plan van aanpak thuisgeweld. Regionale implementatie van de aanpak van geweld in thuissituaties, politie Utrecht, 2001. Visiedocument aanpak geweld in huiselijke kring, politieregio Gelderland-Midden, 2001. Projectplan Vrouwenmishandeling, politie Haaglanden, 1998. Notitie Aanpak huiselijk geweld in de regio Gelderland-Midden, Politieregio GelderlandMidden, 2002. Visie politieoptreden bij relationeel geweld, politie IJsselland,datum onbekend. Werkplan 2003. Project geweld binnenshuis., politie Haaglanden, 2002 Werkplan 2002. Project geweld binnenshuis, politie Haaglanden, datum onbekend Jaarverslag 2001. Project vrouwenmishandeling, politie Haaglanden, 2002. Interne notitie Deelproject opleidingen HG regio, politie Brabant-Noord d.d. 8 januari 2002. Checklisten Aanpak Geweld in huiselijke kring, politie Gelderland-Midden, 2002. Bijlage ‘stroomschema’ uit plan van aanpak huiselijk geweld, politie Flevoland, district Zuid, datum onbekend. Jaarverslag 2002. Project geweld binnenshuis, politie Haaglanden, 2003. Projectplan huiselijk geweld, regiopolitie Noord-Holland Noord, datum onbekend. Interne notitie Huiselijk geweld in Drenthe, politie Drenthe, 28 maart 2003. Stroomschema ‘melding/eerste contact’, politie Drenthe, datum onbekend Stroomschema ‘melding/eerste contact’, politie Twente, datum onbekend.
40
Bijlagenboek
Stroomschema ‘procedure 4’, politie Twente, datum onbekend. Stroomschema ‘procedure 3’, politie Twente, datum onbekend. Stroomschema ‘procedure 2’, politie Twente, datum onbekend. Stroomschema ‘procedure 1’, politie Twente, datum onbekend. Stroomschema ‘aanpak zaken huiselijk geweld’, politie Drenthe, datum onbekend. Notitie Huiselijk Geweld, politie Twente, datum onbekend. Notitie huiselijk geweld, politie Haaglanden, datum onbekend. Jaarverslag 2000. Project Vrouwenmishandeling, politie Haaglanden, datum onbekend. Evaluatie en activiteitenplan. De stand van zaken bij de regionale implementatie van de aanpak van geweld in thuissituaties, politie Utrecht, 2003. Concept werkprocesbeschrijving meerderjarige mannen, politie IJsselland, datum onbekend. Rapportage scan met betrekking tot relationeel geweld in de regio IJsselland, politie IJsselland, 2003. Procesaudit aanpak vrouwenmishandeling, politie Haaglanden, 2002. Delictsomschrijving definitie en strafbaarstelling van huiselijk geweld, politie Amsterdam/Amstelland, datum onbekend. Concept inhoud protocol huiselijk geweld, regiopolitie Twente, datum onbekend. Regionaal opleidingsplan thuisgeweld, politie Groningen, 2001. Protocol 1e hulp bij huiselijk geweld, politie Drenthe, 2003. Protocol 1e hulp bij huiselijk geweld, politie Groningen, 2003. Opleidingsplan Huiselijk geweld, politie Drenthe, datum onbekend. Deel IV ‘de ABCDE-methodiek’ uit de cursus huiselijk geweld, regiopolitie AmsterdamAmstelland, datum onbekend. Notitie huiselijk geweld, politie Kennemerland, 2003. Deel I ‘de problematiek’ uit de cursus huiselijk geweld, regiopolitie Amsterdam-Amstelland, datum onbekend. Protocol 1e hulp bij huiselijk geweld, Friesland, 2003.
41
Bijlagenboek
Regionaal Handboek huiselijk geweld, politie Zuid-Holland Zuid, datum onbekend. Concept inhoud protocol huiselijk geweld, regiopolitie Twente, datum onbekend. Werkwijze huiselijk geweld, politie Midden en West Brabant, datum onbekend. Protocol huiselijk geweld, Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond, 2002. Protocol relationeel geweld heterdaad, politie Hollands Midden, datum onbekend. Deel II “het protocol” uit de cursus huiselijk geweld, regiopolitie Amsterdam-Amstelland, datum onbekend. Protocol Huiselijk Geweld, politie Hollands Midden, 2003. Protocol huiselijk geweld, politie Zaanstreek-Waterland, datum onbekend. Kwaliteitsstandaard Relationeel Geweld, politie Gelderland-Zuid, 2001. Stroomschema huiselijk geweld, politie Zutphen, datum onbekend.
Openbaar Ministerie Jaarverslag 2002/Jaarplan 2003, Arrondisementsparket Almelo, 2002. Protocol huiselijk geweld Zaanstreek-Waterland, Openbaar Ministerie Haarlem, datum onbekend. Notitie Invoer m.b.t. mutaties, incidenten, meldingen en aangiften van huiselijk geweld en andere geweldsdelicten, Openbaar Ministerie Zeeland, datum onbekend. Protocol Reclassering Nederland, unit Zaanstreek/Waterland, datum onbekend.
Projectgroep Beslisdocument definitiefase: Het projectprogramma. Rapportage van de Projectgroep Huiselijk geweld, Goirle, 2002. Integrale aanpak van huiselijk geweld in de regio Twente, Twente, datum onbekend. Huiselijk geweld Twente ‘als je thuis niet veilig is’, Twente, 2002. Projectplan stop huiselijk geweld Peelland, Helmond, 2003. Concept plan van aanpak, samenwerkingsverband ‘geweld in relaties’, Maastricht, 2001. Plan voor integrale aanpak huiselijk geweld Flevoland, Flevoland, 2003. Concept Plan van aanpak huiselijk geweld, stuurgroep huiselijk geweld, Gooi en Vechtstreek, 2003.
42
Bijlagenboek
Plan voor integrale aanpak van huiselijk geweld in het kader van het programma Aanpak Agressie en Geweld Amsterdam van de gemeente Amsterdam. Coördinatiegroep Huiselijk Geweld Amsterdam, 2002. Concept Plan van aanpak huiselijk geweld Noord-en Midden-Limburg, stuurgroep huiselijk geweld, 2003. Notulen, Samenwerkingsverband ‘geweld in relaties’, Maastricht, 5 juni 2000. Notulen, Samenwerkingsverband ‘geweld in relaties’, Maastricht d.d. 30 oktober 2002. Notulen, Samenwerkingsverband ‘geweld in relaties’, Maastricht d.d. 27 mei 2002. Resultaten vragenlijst ‘samenwerkingsverband Geweld in relaties’, Maastricht, datum onbekend. Bijlage 2 Beschrijving opbouw en inhoud van een proces-verbaal uit plan van aanpak huiselijk geweld in de strafrechtketen, Openbaar Ministerie; arrondisement Zutphen; regiopolitie Noord- en Oost Gelderland; stichting Reclassering Nederland, 2003. Samenwerkingsprotocol relationeel geweld, politieregio IJsselland, 2003. Samenwerkingsovereenkomst Vroeghulp Zwolle-Zuid intake integrale aanpak van huiselijk geweld, 2002. Samenwerkingsprotocol relationeel geweld Flevoland, 2003. Samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van het project ‘Stop huiselijk geweld WestBrabant’, 2003. Convenant huiselijk geweld Haarlem, 2002. Convenant integrale samenwerking kindermishandeling Noord-en Midden Limburg, 2002. Preambule convenant huiselijk geweld pilot Delfshaven-Overschie, 2003. Convenant huiselijk geweld Heuvelrug, 2003. Samenwerkingsconvenant ‘vereende krachten’ ketenaanpak huiselijk geweld Flevoland, 2003. Convenant huiselijk geweld Delfshaven en Overschie, 2003. Concept convenant samenwerking tussen justitie, politie en hulpverlening thuisgeweld Zeeland, 2003. Convenant inzake provinciaal beleidskader Zeeland ‘De vrijblijvendheid voorbij’ 1999-2003, 1999.
43
Bijlagenboek
Convenant aanpak Huiselijk geweld ’s-Hertogenbosch, 2003. Samenwerkingsovereenkomst 1e hulp bij thuisgeweld tegen vrouwen in Friesland, 2003. Samenwerkingsverband “geweld in relaties” Maastricht en omgeving, 2001. Samenwerkingsovereenkomst ‘de vrijblijvendheid voorbij’ deel 7b: daderhulpverlening ’s-Hertogenbosch, 2003. Intentieverklaring deelproject 7b: daderhulpverlening ’s-Hertogenbosch, 2003.
44
Bijlagenboek
Bijlage 5
Leden begeleidingscommissie
Organisatie Ministerie van Justitie Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie Cluster Jeugd & Geweld Ministerie van Justitie Politie Landelijk Projectleider Huiselijk Geweld Openbaar Ministerie Parket Generaal Vereniging Nederlandse Gemeenten
Naam De heer H.C.M. Janssen De heer A. Hakkert Mevrouw G. Dijksman De heer J. Eversdijk Mevrouw A. Sahebdien
45
Bijlagenboek
Bijlage 6
Overzicht ‘andere’ documenten waarin beleid (ook) is vastgelegd
Gemeente Plan van aanpak (4). Collegevoorstel (2). Projectplannen (2). Actieprogramma Integraal Veiligheidsbeleid. Beleidsvisie. GSB programma. Nota Volksgezondheid. Notitie voor Raadscommissie en veiligheidsnota. Uitvoeringsprogramma Regiovisie Vrouwenopvang, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg. Politie Convenant met diverse partijen (2). Intranet van de politieorganisatie (2). (Meerjaren) Beleidsplan (2). Activiteitenplan Zedenzaken. Districtsjaarplan 2003. Evaluaties pilot daderhulpverlening. Plan van aanpak. Projectplan Stuurgroep Huiselijk Geweld. Regionaal Plan Zorg (huiselijk geweld is onderdeel). Veiligheidsplan 2002-2006. Visiedocument. Werkplannen, sturingsrapportages en jaarverslag van project. Openbaar Ministerie Een meerjarenplan tot 2006. Aanwijzing van college. Convenant. Jaarplan 2002. Landelijk en lokaal omtranet. Een plan van aanpak.
46
Bijlagenboek
Bijlage 7
Antwoorden regie “anders”
Gemeente Stuurgroep huiselijk geweld (diverse partijen) (3). Gemeente in samenwerking met andere partijen (o.a. GGD, Provincie en Vrouwenopvang) (3). Geen enkele organisatie heeft de regie2 (2). Algemeen Maatschappelijk Werk (2). Projectorganisatie. Raad voor de Kinderbescherming (overdracht naar GGD). Regio. Regionale Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg (wethouders). Regiopolitie en vrouwenopvang.
2
Bij het antwoord ‘dat geen enkele organisatie de regie heeft’, is door de respondenten verteld dat dit een probleem vormde. Er was geen sprake van centrale regie.
47
Bijlagenboek
Bijlage 8
Invulling regierol: overlap in antwoorden van gemeenten Percentage respondenten van gemeenten die beide antwoorden hebben gegeven
Invulling regierol Organisatorische verantwoordelijkheid Financiële verantwoordelijkheid Organisatorische verantwoordelijkheid Registreren en monitoren Organisatorische verantwoordelijkheid Trekkersrol in overlegstructuren Organisatorische verantwoordelijkheid Innoverende verantwoordelijkheid Organisatorische verantwoordelijkheid Andere wijze van invulling Financiële verantwoordelijkheid & Registreren en monitoren Financiële verantwoordelijkheid & Trekkersrol in overlegstructuren Financiële verantwoordelijkheid & Innoverende verantwoordelijkheid Financiële verantwoordelijkheid & Andere wijze van invulling Registreren en monitoren & Trekkersrol in overlegstructuren Registreren en monitoren & Innoverende verantwoordelijkheid Registreren en monitoren & Andere wijze van invulling Trekkersrol in overlegstructuren & Andere wijze van invulling Trekkersrol in overlegstructuren & Innoverende verantwoordelijkheid Innoverende verantwoordelijkheid & Andere wijze van invulling
& & & & &
41% 32% 65% 46% 3% 24% 43% 32% 5% 32% 27% 3% 5% 46% 3%
48
Bijlagenboek
Bijlage 9
Financiering coördinator/projectleider huiselijk geweld
Financiering coördinator huiselijk geweld
Gemeenten (n=19)
Structurele subsidie
3 (16%)
Incidentele subsidie
9 (47%)
Structurele formatie
5 (26%)
Incidentele formatie
3 (16%)
Onbekend
1 (5%)
Missing
1 (5%)
49
Bijlagenboek
Bijlage 10
Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers beleid
Gemeente over gemeente: Gemeente is afwachtend in zowel regie nemen als acties ondernemen (6). Gemeente is sinds kort gestart, zijn er nog niet lang mee bezig (3). Gemeente heeft regierol actief en goed opgepakt (2). Gemeente is goed bezig, project is goed van de grond gekomen (2). Gemeente is nog (helemaal) niet actief (2). Huiselijk geweld heeft politiek veel aandacht. Gemeente is druk bezig om partijen op gang te krijgen. Gemeente beoogt eerder signaleren van huiselijk geweld, maar bereikt nog onvoldoende. De acties van de gemeente kunnen sneller. Gemeente over politie: Politie is zeer actieve en betrokken partner (10). Respondent heeft geen zicht op activiteiten van politie (5). Politie heeft erg veel aan deskundigheidsbevordering gedaan (4). De contacten met de politie gaan moeizaam, activiteiten kunnen beter (3). De politie is zeer volgend en te afwachtend (3). De politie is de initiator van veel activiteiten en samenwerkingsverbanden (2). De politie handelt vanuit eenzijdige blik (2). De politie is te traag met scholing van agenten. Contacten met politie zijn zeer persoonsafhankelijk. Beleid gezamenlijk met de politie moet nog ontwikkeld worden. Uitvoerders van politie zijn goed op de hoogte, op hoger niveau minder. Politie heeft veel aandacht voor huiselijk geweld. Gemeente over Openbaar Ministerie: Respondent heeft geen zicht op activiteiten van het Openbaar Ministerie (10). Het Openbaar Ministerie is zeer actief en betrokken (10). Het Openbaar Ministerie is actief, maar het kan beter (6). Het Openbaar Ministerie is een log apparaat, contacten gaan stug, heeft lange aanloop nodig (3). Het Openbaar Ministerie heeft geen aandachtsfunctionarissen. Het Openbaar Ministerie functioneert niet als stimulerende kracht. Het Openbaar Ministerie is af en toe afwezig. Het Openbaar Ministerie is minder actief vanwege capaciteitsproblemen. Het Openbaar Ministerie is geen open cultuur, zeer procedureel. Op individueel niveau is aandacht, beleidsmatig niet. Het Openbaar Ministerie zet goede stappen, registratie wordt vooral beter. Openbaar Ministerie is net begonnen, maar wel goede intentie aanwezig.
50
An de rs
EH BO
Po liti e
ge m ee nte n
Bu re au
RI AG G
GG D
BJ /A M K
OM Re cla ss er Sl ing ac hto ffe rh Vr ulp ou M aa we tsc no ha pv pp an eli g jke Op va ng
An de re
Bijlage 11
Th uis zo rg
GG M Z aa St tsc eu ha np pp un eli tS .. ek su ee lG ew eld Ve Ra rsl av ad ing vo sz or or de g K ind So cia er be al s.. Pe . da go gis ch e Di ...
Al ge m ee n
Bijlagenboek
Convenantpartijen
120% Convenantpartijen deel A
100%
80%
60% Gemeente (n=17)
40% Politie (n=19)
20% OM (n=15)
0%
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Convenantpartijen deel B
Gemeente
Politie
OM
51
Bijlagenboek
Bijlage 12
Andere convenantpartijen (alfabetisch ingedeeld)
Gemeente Advies- en Meldpunt Kindermishandeling
Politie
Openbaar Ministerie
X
Blijf van m´n lijf
X
Centrum voor Dienstverlening
X
Daderbehandeling
X
X
FIOM
X
X
X
Forensische Psychiatrie
X
X
X
Huisartsen (of huisartsenvertegenwoordiging)
X
X
Instelling voor begeleid wonen
X
Leger des Heils
X
Onderzoeksinstelling
X
Provincie
X
Regionaal Zorgberaad
X
Regiopolitie (anders dan eigen)
X
X
Residentiële jeugdhulpverlening
X
Steunpunt voor multiculturele ontwikkeling
X
Telefonische hulpdienst
X
Ziekenhuis (inclusief PAAZ)
X
Zorgkantoor
X
X X
52
Bijlagenboek
Bijlage 13
Te benaderen partijen voor nog af te sluiten convenanten
Gemeente (n=20)
Politie (n=6)
Openbaar Ministerie (n=2)
Gemeente(n)
6
5
2
Politie
11
n.v.t.
2
Openbaar Ministerie
11
5
n.v.t.
Reclassering
8
4
2
Bureau Slachtofferhulp
7
3
1
Vrouwenopvang
9
4
-
Maatschappelijke Opvang
8
3
-
Bureau Jeugdzorg / Advies en Meldpunt Kindermishandeling
9
3
1
GGD
10
3
1
RIAGG (of andere ambulante GGZ)
9
2
1
GGZ
8
2
-
Algemeen Maatschappelijk Werk
11
3
1
Steunpunt Seksueel Geweld
2
1
-
Verslavingszorg
6
2
-
Raad voor de Kinderbescherming
8
1
1
Sociaal Pedagogische Dienst
3
1
-
Thuiszorg
8
1
-
EHBO/Spoedeisende hulp
2
1
-
Anders
10
2
1
Partijen die benaderd worden voor toekomstig convenant
Door de drie groepen respondenten zijn de volgende partijen genoemd binnen de categorie ‘anders’; daderhulpverlening, vrouwengezondheidscentrum, FIOM, Forensische Hulpverlening of Psychiatrie, Huisartsen, telefonische hulpdiensten, sociale dienst, woningbouwcorporaties, welzijnsorganisatie, Blijf van m’n Lijf, PAAZ, veiligheidsbedrijf, Vereniging Tegen Seksueel Geweld.
53
Bijlagenboek
Bijlage 14
Partijen in samenwerkingsnetwerken
Samenwerkingsnetwerken deel A
Gemeente (n=28) Politie (n=20)
RI AG G
GG D
BJ /A M K
OM Re cla ss Sl er ac ing hto ffe rh Vr ulp M ou aa w en tsc op ha va pp ng eli jke Op va ng
Po liti e
OM (n=15)
Bu re au
An de re
ge m ee nte n
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Samenwerkingsnetwerken deel B 80% 70% 60% 50%
Gemeente (n=28) Politie (n=20)
An de rs
EH BO
Th uis zo rg
OM (n=15)
Al ge m ee n
M aa tsc GG ha St Z pp eu eli np jk un W tS er ek k su ee lG ew Ra eld ad V vo er sla or de vin gs Ki nd zo er rg So be cia sc he al Pe rm da ing go gis ch e Di en st
40% 30% 20% 10% 0%
54
Bijlagenboek
Bijlage 15
Partijen waar protocol voor geldt
Gemeente (n=7)
Politie (n=23)
Openbaar Ministerie (n=9)
Gemeente(n)
1
6
3
Politie
6
22
9
Openbaar Ministerie
5
14
n.v.t
Reclassering
5
10
9
Bureau Slachtofferhulp
3
6
4
Vrouwenopvang
4
6
2
Maatschappelijke Opvang
3
2
-
Bureau Jeugdzorg / Advies en Meldpunt Kindermishandeling
3
5
1
GGD
1
3
1
RIAGG (of andere ambulante GGZ)
2
5
1
GGZ
2
2
1
Algemeen Maatschappelijk Werk
3
6
1
Steunpunt Seksueel Geweld
-
22
1
Verslavingszorg
1
2
1
Raad voor de Kinderbescherming
2
1
1
Sociaal Pedagogische Dienst
1
22
-
Thuiszorg
1
22
-
EHBO/Spoedeisende hulp
1
22
-
Anders
2
5
4
Partijen en protocollen
55
Bijlagenboek
Bijlage 16
Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers samenwerking
Gemeente over Gemeente: Alle partijen zijn coöperatief en actief. Samenwerking verloopt moeizaam, proces is traag. Het politiek draagvlak is aanwezig. Binnen de samenwerking wordt continu gezocht naar verbeteringen. Incidenteel overleg, nog geen sprake van echte samenwerking. Proces loopt redelijk, maar behoeft verbetering. (Nog) niet actief als gevolg van tijd- en/of capaciteitsgebrek. Gemeente stuurt op samenwerking (o.a. door subsidiebeschikkingen). Gemeente zoekt de integrale aanpak en sluit aan bij bestaande structuren. Samenwerking staat nog in de kinderschoenen. Intern wordt er nog niet samengewerkt. De gemeente is zeer actief betrokken op de achtergrond. Gemeente over Politie: Een zeer actieve, coöperatieve samenwerkingspartner, initiator van activiteiten. Politie is afwachtend. Samenwerking gaat redelijk, maar behoeft verbetering. Geen zicht op samenwerking met en vanuit politie. Politie heeft geen brede blik, erg gericht op eigen organisatie. Samenwerking nog niet optimaal (o.a. door missen van samenwerking met hulpverlening, uitvoering van pilot valt tegen, cultuurkloof met hulpverlening). Trage besluitvorming. Zeer uitgebreid geschoold en voorgelicht. Gemeente over Openbaar Ministerie: Openbaar Ministerie is een zeer actieve, coöperatieve partij en initiator van de aanpak. Openbaar Ministerie is niet actief, maar afwachtend. Openbaar Ministerie is niet betrokken in structurele samenwerking Samenwerking gaat redelijk, maar behoeft verbetering. Geen zicht op samenwerking met en vanuit het Openbaar Ministerie, ze zijn niet echt in beeld. Openbaar Ministerie werkt met een beperkte groep partijen samen. Openbaar Ministerie is vooral intern gericht, vervolgens treden ze pas naar buiten.
56
Bijlagenboek
Bijlage 17
Overzicht motivering gemeenten rapportcijfers deskundigheidsbevordering
Gemeente over gemeente: De gemeente doet (nog) niks op dit gebied. Aanbod of uitvoering hiervan is (nog) in ontwikkeling. De ontwikkeling en uitvoering ligt bij een andere organisatie. Het voorlichtingsaanbod is aanwezig, maar kan verbeterd worden. De gemeente geeft een hoge prioriteit aan dit onderdeel en de ambities vanuit de gemeente liggen hoog. De werkers zijn goed op de hoogte wat betreft huiselijk geweld en hun eigen beleidsterrein. Gemeente over politie: De training bij agenten is redelijk beperkt. Politie is (zeer) actief op gebied van scholing, ze hebben een gedegen scholingsaanbod ontwikkeld. Politie is niet actief in deskundigheidsbevordering, zeer afwachtend. Respondent heeft geen zicht op aanbod vanuit politie. Rol van de politie kan verbeterd worden (onder andere actiever, breder ingezet). Deskundigheidsbevordering bij de politie loopt moeizaam en traag.
57
Bijlagenboek
Bijlage 18
Overzicht motivering politie rapportcijfers samenwerking
Politie over Politie: Actief, fungeert als initiator en aanspreekpunt. Politie geeft het goede voorbeeld. Politiefunctionarissen zeer gemotiveerd. Beleid moet nog breder ingebed worden in de organisatie. Beleid is nog in ontwikkeling of staat aan het begin van implementeren. Politie heeft veel zaken ontwikkeld (convenant, protocol, overlegstructuur). Politie heeft goede samenwerking gerealiseerd. Politie over Gemeenten: Huiselijk geweld heeft beleidsmatig weinig tot geen aandacht. De gemeenten nemen regierol niet op zich. Er is geen samenwerking, gemeenten betrekken te weinig andere partijen. Gemeenten stellen personeel beschikbaar en pakken de coördinerende rol op. Gemeenten zijn afwachtend en hebben trage besluitvorming. Beleid van de gemeenten zit nog in ontwikkelingsfase. Goede samenwerking met gemeenten, actief in opstellen plan van aanpak. Aandacht voor en acties op huiselijk geweld zeer verschillend per gemeente. Politie over Openbaar Ministerie: Betrokken bij het convenant huiselijk geweld. Goede samenwerking, goede afspraken mee te maken, er bestaat nu een korte lijn in communicatie. Samenwerking met Openbaar Ministerie is zeer structureel, ze hebben capaciteit vrijgemaakt. Samenwerking gaat goed, maar behoeft verbetering. De samenwerking met Openbaar Ministerie is nog in ontwikkeling. Openbaar Ministerie is te weinig prominent aanwezig, ze nemen weinig initiatief en zijn afwachtend. Openbaar Ministerie houdt zich niet aan afspraken, zijn vaak afwezig in overleggen.
58