Bijlagen Inhoudsopgave
Bijlage 1 Deelname lijst gemeenten voor project bermen en oevers
3
Bijlage 2 Ligging van gemeenten in Nederland
4
Bijlage 3 Uitwerking van de interviews
5
Bijlage 4 Codeboek + frequenties
81
Bijlage 5 De interviewvragen
91
Bijlage 1 Deelname lijst gemeenten voor project bermen en oevers
1 Achtkarspelen 2 Almere 3 Amersfoort 4 Bergen(n-b) 5 Bergen(n-h) 6 Bernheze 7 Beuningen 8 Borger-Odoorn 9 Boxmeer 10 Capelle aan den Ijssel 11 Dantumadeel 12 Delft 13 Doetinchem 14 Dordrecht 15 Driebergen-Rijsenburg 16 Dronten 17 Eibergen 18 Eindhoven 19 Elburg 20 Gemert-Bakel 21 Goes 22 Groningen 23 Hoogeveen 24 IJsselstein 25 Leeuwarden
26 Maarssen 27 Maasbree 28 Midden-Delfland (Maasland) 29 Mook en Middelaar 30 Neder-Betuwe 31 Nieuwegein 32 Oisterwijk 33 Ommen 34 Rhenen 35 Rijswijk 36 Roermond 37 Rotterdam 38 Schiedam 39 Slochteren 40 Soest 41 Tytsjerksteradiel 42 Voorhout 43 Waddinxveen 44 Wageningen 45 Weststellingwerf 46 Wieringermeer 47 Winterswijk 48 Wünseradiel 49 Wymbritseradiel 50 Zoetermeer 51 Zwartewaterland
Bijlage 2 Ligging van gemeenten in Nederland
De nummers staan voor de gemeenten welke in bijlage 2 zijn genoemd. De nummers in een rondje behoren tot de dertig gemeenten van de evaluatie. Bron afbeelding: www.atlasvannederland.nl
Bijlage 3 Uitwerkingen van de interviews
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30.
Achtkarspelen .............................................................................. 6 Amersfoort .................................................................................... 9 Bergen (N-H) .............................................................................. 12 Bernheze..................................................................................... 15 Delft ............................................................................................ 17 Doetinchem ................................................................................ 20 Dordrecht.................................................................................... 23 Driebergen-Rijsenburg................................................................ 25 Dronten....................................................................................... 28 Eindhoven ................................................................................... 30 Elburg ......................................................................................... 32 Gemert-Bakel .............................................................................. 34 Goes............................................................................................ 37 IJsselstein ................................................................................... 39 Maarssen .................................................................................... 42 Midden-Delfland (Maasland) ....................................................... 45 Mook en Middelaar ..................................................................... 48 Nieuwegein ................................................................................. 51 Oisterwijk .................................................................................... 53 Ommen ....................................................................................... 56 Rijswijk (Z-H).............................................................................. 58 Rotterdam ................................................................................... 60 Slochteren................................................................................... 63 Soest........................................................................................... 66 Voorhout..................................................................................... 69 Wageningen................................................................................ 71 Wieringermeer ............................................................................ 73 Winterswijk ................................................................................. 75 Wünseradiel ................................................................................ 76 Wymbritseradiel .......................................................................... 79
1. Achtkarspelen De gemeente Achtkarspelen omvat een elftal dorpen de grootste hebben zo’n vijf à zes duizend inwoners. In totaliteit heeft Achtkarspelen een inwonersaantal van 28.044 en een oppervlakte van 103 km² (www.zoekplaats.nl). In de gemeente komen diverse landschaps- en bodemsoorten voor. Tussen het coulisselandschap, de weidevogelgebieden, het veenweidelandschap en de kleigebieden liggen de dorpen verspreid. Elzensingels en eikenwallen zorgen voor een aantrekkelijk geheel. Op donderdag 13 mei om 11 uur heb ik een gesprek gehad met dhr. Geelink. De heer Geelink is opzichter groen in de gemeente Achtkarspelen. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Achtkarspelen geschreven) Natuurvriendelijk beheer Sinds 1975 is men in de gemeente begonnen met ecologisch beheer. Toen werden de bermen daarvoor gebruikt. Vanaf 1985 is begonnen met het aanleggen van kleine stukken ecologisch groen. In 1988 is men gestopt met het spuiten in het plantsoen. Toen is eveneens een groen beheerplan verschenen waarbij intensief en extensief groen werd onderscheiden. Destijds is veel verzet tegen het beheer gekomen. De gemeente gaf nauwelijks voorlichting en gaf alleen uitleg als dat werd gevraagd. Door de vele klachten en de weinig gegeven voorlichting is besloten tot een andere aanpak. Het ecologisch groen werd veel minder binnen de dorpen geconcentreerd, maar meer aan de buitenkanten. De zogenoemde groengordels. Binnen het natuurvriendelijk beheer in de gemeente kan een splitsing worden gemaakt tussen het beheer binnen en buiten de bebouwde kom (dorpskernen). Buiten de bebouwde kom wordt - mede door het kostenplaatje - alles natuurvriendelijk beheerd. In de bebouwde kom zijn aan de kanten groengordels ingericht. Deze hebben een belangrijke ecologische betekenis. Ook zijn een vijftal grotere plekken van in totaal 8 hectare speciaal ingericht als ecologisch groen. Hier wordt het groen voor 100% ecologisch beheerd. Een gespecialiseerd bedrijf wordt voor dit beheer aangetrokken. In totaliteit gezien blijkt dat in de straten zelf intensief gemaaid wordt (26 keer) en 7 keer per jaar geschoffeld. De natuurwaarden in de stad liggen in de 5 projecten en de groengordels welke om - maar soms ook door - de dorpen trekken. Voor de inrichting van diverse plekken is deelgenomen aan het BGMproject. Een project van 60 gemeenten in Noord-Nederland om ecologisch beheer toe te passen. Als een schatting gegeven moet worden van het totaal aantal natuurvriendelijk beheerde bermen dan is dit 100%. Dit geldt ook voor de oevers. Zeer weinig wateren hebben een oeverbeschoeiing, al zijn ze nog wel vaak zeer steil en niet flauw aangelegd. Alle bermsloten buiten de bebouwde kom worden meegenomen in het maaibeheer van de bermen. De belangrijkste reden voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer is het gevormde beeld. Een beeld van bloemen en een rustige recreatieplek. Het zijn vaak de hoeken welke minder aandacht nodig hebben, maar toch ecologisch worden aangelegd. Het resultaat doet goed, het wordt puur voor de burgers gedaan. Met name door het ecologisch groen wat in de buitenranden is gesitueerd ontstaan mooie plekken om de natuur te beleven.
Voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden vooraf geen doelstellingen bepaald. In het groenstructuurplan is dit globaal wel verwoord. Dit is zorgen voor een algemene structuur. Getracht wordt deze lijn zoveel mogelijk te volgen, maar dat is niet altijd even gemakkelijk. Als ecologisch groen wordt aangelegd ziet men in ieder geval vrij snel resultaat. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Gefaseerd maaien berm (zie figuur 1). Op diverse plekken is men een jaar bezig met zeer gefaseerd te maaien. Dit gebeurt door het gespecificeerde ecologische bedrijf Gradiënt. Zij komen zo’n zes keer per jaar maaien en kiezen diverse plekken uit. Vaak blijft jaarlijks zo’n 40% staan. Aanleggen natuurvriendelijke oevers, op enkele plekken, vaak zijn de oevers te steil aangelegd om dit toe te passen Beschoeiing verwijderen, beschoeiingen zijn er niet meer Gefaseerd maaien oever, op veel plaatsen laat men 40% staan Bagger wordt afgevoerd zodat geen verrijking plaats vindt Rekening houden met het maaiseizoen, met alles wordt rekening gehouden. Het ecologisch bedrijf Gradiënt maait selectief uit met een vingerbalk Inzaaien van zaden, dit gebeurt om bewoners snel tevreden te stellen Bij wegbermen wordt gebruik gemaakt van een maai-zuigcombinatie Projectsgewijs wordt de toplaag van de grond afgehaald zodat de verschraling versterkt wordt In bosplantsoen wordt weinig onderhouden, dit voornamelijk vanwege het kostenplaatje In het groen worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, op de bestrating wordt selectief gespoten De toekomst voor het beheer is om het te blijven handhaven. Qua wegbermen zal er weinig bijkomen. Wel bestaat nieuwbouw, hierbij wordt gekeken naar de aanleg van omliggende groengordels. Ook wordt hier bekeken wat met de overhoeken wordt gedaan. Problemen en oplossingen Over het algemeen komt de gemeente heel weinig problemen tegen. Het voornaamste probleem ontstond eind jaren ’80. Het natuurvriendelijk maaibeheer werd destijds eveneens in de dorpen toegepast. Bij laat maaien kwamen vaak klachten van bewoners. Het is hier bij de voorlichting misgegaan. Dit werd niet toegepast en veel weerstand was het gevolg. Toen is geleerd dat voorlichting essentieel voor het slagen is en dat het ecologisch groen niet te dicht bij de woningen moet worden toegepast. Zodoende is ook besloten het hoofdzakelijk in de dorpsranden toe te passen. Dit heeft eveneens een goede afscheidingsfunctie. Dit veranderen van het beheer is een gevolg van de problemen. Het heeft destijds veel geld gekost om het weer recht te zetten. Tegenwoordig hoort men weinig klachten meer. Men heeft eveneens geleerd om een goede voorlichting te verzorgen. Een van de belangrijkste aspecten is dan ook directe voorlichting bij de omvorming van kleine stukken groen. De omliggende bewoners krijgen dan een brief waarin wordt aangekondigd wat er gaat gebeuren. Mochten veel reacties komen dan wordt een bewonersavond georganiseerd. Bij grote projecten wordt dit op voorhand gedaan. De gemeente is dan ook
vrij flexibel en ontwerpen kunnen bij bezwaren worden aangepast. Tenslotte doe je het voor de bewoners. Een probleem wat ook voorkomt is het storten van tuinafval in het ecologisch groen. Dit is een lastig aspect en vaak is moeilijk te achterhalen waar het vandaan komt. Het geven van voorlichting hierover is dan ook belangrijk. Monitoring De gemeente Achtkarspelen doet zelf aan monitoring. In 2000 is zo door een stagiair onderzoek gedaan naar vlinders bij de Oude Dijk, en in de groengordel van Buitenpost. In 2002 is voor de flora een inventarisatie uitgevoerd door een plaatselijke vrijwilliger. Dit betrof eveneens de groengordel van Buitenpost. Met name de eerste monitoring naar vlinders was voor de gemeente aanleiding daar mee verder te werken. Nu in 2004 wordt in de groengordel van Buitenpost door dhr. Geelink en een collega een monitoring naar vlinders uitgevoerd. Een keer in de week wordt zo een groot deel van de groengordel gemonitord. Daarbij worden de onderzoeksgegevens uit 2000 als nulmeting genomen. De gegevens welke uit de monitoring voort vloeien worden gebruikt als peilpunt om te kijken hoe het staat met het beheer. De gemeente wil zo weten of soorten vooruit, stabiliseren, of achteruit gaan. Daarnaast biedt het ook de mogelijkheid tot communicatie naar bewoners. Zo kan men in de krant laten weten wat er in het afgelopen jaar heeft gevlogen.
Figuur 1; gefaseerd maaibeheer in de zones om de dorpen
2. Amersfoort De gemeente Amersfoort is een grote stad met 129.702 inwoners en een grondgebied van 63 km² (www.zoekplaats.nl). Het grootste deel van de gemeente is bebouwd. Er is sprake van een klein buitengebied. Dit bestaat deels uit weilanden maar voornamelijk uit bosgebied. De gemeente ligt voornamelijk op zandgronden. Wel is bij het vele bouwen in de gemeente veel teelaarde aangelegd. Hierdoor is op diverse plekken een vrij voedselrijke bovenlaag aanwezig Op dinsdag 25 mei heb ik om 15:30 een gesprek gehad met mevrouw Kaspers en de heer Wopereis. Zij zijn beiden werkzaam bij de afdeling stedelijk beheer. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Amersfoort geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente wordt veel aandacht besteed aan natuurvriendelijk beheer. Door de stad ligt een heel ecologisch netwerk. Deze structuur sluit aan op de provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het ecologisch netwerk is opgenomen in het beleid en verwoord in de groenblauwe structuur van Amersfoort. Daarnaast bestaat eveneens de groenbeheervisie en de Stedelijke Ecologische Kaart (STEK). Tot het ecologisch netwerk behoren de bossen (grote parken), de watergangen, bermen en grasvelden. Dit zijn de belangrijkste groengordels welke als verbindende elementen met de natuur buiten de stad werken. Ook doet de gemeente mee aan de ontwikkeling van de vlinderbaan tussen Utrecht en Amersfoort. Dit is een initiatief voor particulieren waarbij zoveel mogelijk plekken voor vlinders worden gecreëerd. Daarbij worden landeigenaren opgeroepen hieraan mee te doen. De gemeente als groot grondeigenaar doet hier eveneens aan mee In totaliteit _ zowel binnen als buiten de bebouwde kom – wordt ongeveer 55 – 60% van de bermen natuurvriendelijk beheerd. Voor de oevers geldt dat ongeveer 80% natuurvriendelijk wordt beheerd. Ook het aanleggen van natuurvriendelijke oevers wordt in de gemeente toegepast. Tot een jaar geleden waren deze minder in de stad aanwezig. Momenteel wordt gewerkt aan de uitvoering van het baggerplan. Daarbij worden waar mogelijk meteen de oevers vervangen voor natuurvriendelijke oevers. Wijk voor wijk worden de watergangen afgegaan. Dit betekent dat elk jaar vele honderden meters natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Het kan echter niet overal. Normaliter is het vaak lastig geld vrij te krijgen voor het omvormen van oevers. Omdat het baggerplan wordt uitgevoerd scheelt het flink in de kosten om dit tegelijkertijd uit te voeren. Zodoende is wel geld vrij gekomen voor de omvorming. Het baggerplan wordt in samenwerking met het waterschap Vallei en Eem uitgevoerd. Als groot grondbezitter is de gemeente verantwoordelijk voor het in stand houden van natuur en diversiteit in de stad. Dit is een belangrijke reden waarom natuurvriendelijk beheer wordt toegepast. Daarnaast bestaat een belangrijke wil vanuit de groenbeheerders. Het is in het algemeen genomen ook heel belangrijk dat bewoners in de stad natuur kunnen zien. De frisse lucht en mooie bomen, kortom een gezonde omgeving is heel belangrijk. De duurzaamheid en educatie voor het nageslacht hoort daar eveneens bij.
De gemeente is eind jaren zeventig begonnen met het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Dit heeft door de jaren heen geleid tot een groot aantal maatregelen welke worden uitgevoerd. Dit zijn: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Eens in de 2 of 3 jaar maaien, afhankelijk van de verschraling. Eveneens afhankelijk van enkele plekken waar dit als bezuiniging is doorgevoerd Gefaseerd maaien, bij zomen aan beplanting grenzend, eveneens op diverse plekken bij berm of grasveld afhankelijk van de grootte en ruimte die er is Opbrengen voedselarme grond, sporadisch, wel bij nieuwbouw en bij wegbouw Aanleg van flauwe oevers, momenteel heel erg veel toegepast Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever Rekening houden met het maaiseizoen, alleen bij velden die heel mooi zijn wordt na de bloei gemaaid. Over het algemeen heeft verschralen een hogere prioriteit en wordt eerder gemaaid dan eigenlijk goed voor de flora en fauna is Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in groen en op verharding Inzaaien, o.a. inheemse mengsels op de oever Bewoners actief krijgen, mee laten helpen bij monitoring en het verspreiden van zaden Bezig met een schaapskudde de stad in te krijgen Met het huidige uit te voeren baggerplan wordt rekening gehouden met het baggerseizoen. Daarnaast wordt droog gebaggerd wat betekent dat eerst de vissen worden weggevangen en dat de watergang wordt drooggelegd. Op diverse plaatsen worden tijdens het baggerplan overwinteringsplaatsen voor vissen uitgegraven Snoeihout wordt deels naar veenweidegebied afgevoerd. Dit wordt als advies aan de aannemer verstrekt. Het gros gaat echter naar een componistinstallatie waar er op een bepaalde wijze goede mest van gemaakt wordt Snoeihout wordt verwerkt in rillen Eilandjes gemaakt voor ringslangen Gefaseerd snoeien Voor het beheer zijn geen specifieke doelstellingen opgesteld. Het gaat zoals het waait. Wel zijn een paar doelsoorten voor de natuurdoeltypen opgesteld maar het beheer en de monitoring is daar nog niet op afgesteld. Visueel wordt snel naar de soorten gekeken. Naar de specifieke soorten wordt niet echt gekeken. Het beheer wordt zo voornamelijk naar eigen in zicht uitgevoerd. In ieder geval is het toepassen van natuurvriendelijk beheer al beter dan het uitvoeren van traditioneel beheer zoals vroeger gebeurde. Over het algemeen wordt gesteld dat de gemeente snel resultaat ziet bij een omvorming. De toekomst voor natuurvriendelijk beheer ziet er goed uit. Op dit moment gaat het heel goed en men hoopt dat het zo blijft en dat het ook kan worden uitgebreid. Toch komen elk jaar rond het voorjaar wel geluiden op dat de gifspuit weer gebruikt gaat worden. Op grote schaal zal dat echter nooit gaan gebeuren. Het baggerplan zal voor de hele stad veel natuur opleveren en de hoop is dat in de toekomst wat meer met onderbegroeiing gedaan kan worden.
Momenteel bestaan hiermee wat proefjes maar tot nu toe is dat nog niet echt geslaagd. Problemen en oplossingen De volgende problemen worden geconstateerd: Hondenpoep Opgehoogde beschoeiingen zijn een ramp. Dit zijn door bewoners aangebrachte extra beschoeiingen voor de tuin. Deze worden vaak verhoogd aangelegd. Het verwijderen van de oude beschoeiingen is zo soms een probleem Bezuinigingen Grond en afvalstort in het groen Aannemer maait niet zoals gewild Reacties bewoners in het begin een groot probleem. Nu het beeld mooier is geworden verdwijnen de negatieve reacties steeds meer, uitzonderingen daargelaten. Strooizout zorgt voor wegkwijnen van de vegetatie en de opkomst van onbedoelde zoutminnende soorten. Genoemde problemen hebben een invloed op het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Op enkele plekken betekent dit dat de bermen weer aangepast worden. Oplossingen voor de problemen bestaan ook. Toch is het probleem met de hondenpoep nauwelijks op te lossen. Dit geldt ook voor de aangebrachte beschoeiingen. Met de bezuinigingen dient creatief te worden omgesprongen je ontkomt er tenslotte niet aan. Bij het bekend zijn van het storten van grond en afval worden de bewoners daarop door de wijkopzichter aangesproken. Ze worden daarbij verplicht de stort eruit te halen. Als niet bekend is wie het heeft gedaan – wat vaker voorkomt – dan wordt het zo snel mogelijk door de gemeente verwijderd. Bij het probleem met de aannemer wordt eens een hartig woordje gewisseld. Soms wordt op de totaalsom gekort. Toch wordt door regelmatig bezoek en het maken van voorlichtingsmaterialen voor de maaiers zoveel mogelijk getracht vooraf dit probleem te voorkomen. Om draagvlak bij bewoners te krijgen is het van belang de rug recht te houden en veel voorlichting te geven. Het probleem met strooizout ligt in de dosering. Dit moet beter gebeuren. Ook wordt nat gestrooid wat betekent dat het minder schadelijk is. Daarnaast is een goede instructie onontbeerlijk. Monitoring Monitoring wordt vrij minimaal uitgevoerd. Samen met het waterschap wordt wel eens een onderzoekje uitgevoerd. Het wordt niet echt fanatiek bedreven en heeft ook niet echt een geschiedenis. De wil is er wel om dit samen met de stadsecoloog op te stellen. Met name op de specifieke plekken zal dit dan gebeuren. Het kan niet overal. De uitvoering van een monitoring is een keer besproken met het IVN alleen zij hadden destijds te weinig mankracht om het voldoende uit te voeren. In 1997 is door De Vlinderstichting een inventarisatie uitgevoerd om te kijken hoe het er met de bermen voor stond. Daarvoor is een voorstel tot beheer en inrichting geschreven. De uitkomst was echter dat veel bermen heringericht moesten worden. Dit is niet altijd even makkelijk te verwezenlijken. Met de gegevens welke uit de beperkt uitgevoerde monitoringen komen wordt gekeken of het beheer op de goede wijze wordt uitgevoerd of moet worden aangepast.
3. Bergen (N-H) De gemeente Bergen is gelegen in Noord-Holland. Een aantal jaren geleden is de gemeente gefuseerd met de gemeenten Schoorl en Egmond. Samen zijn zij verder gegaan onder de naam Bergen. De namen Egmond aan zee en Bergen aan zee tonen dat Bergen tot de kustgemeenten hoort. Toch zijn ook andere gebiedsoorten in beheer. De echte duingebieden vallen onder beheer van het duinwaterbedrijf en staatsbosbeheer maar de invloeden daarvan zijn wel in de gemeente herkenbaar. De westkant is voornamelijk bosrijk en hier is gebouwd op de ouderwets strandwallen. In het buitengebied aan de oostkant liggen veelal polders met weilanden. Het traditionele beeld van Bergen zijn lanen met bomen en groene grasbermen. Voetpaden zijn in Bergen nauwelijks te vinden. Dit heeft het voordeel dat in de wijken veelal rustig wordt gereden omdat iedereen gebruik maakt van de straat. De gemeente Bergen heeft 32.000 inwoners en een grondoppervlak van 37km² (www.zoekplaats.nl). Voor het onderzoek is gesproken met de heer Tesselaar. De heer Tesselaar is controleur groen bij de gemeente. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Bergen geschreven). Natuurvriendelijk beheer Zo’n 10 jaar terug rond 1994 is de gemeente Bergen begonnen met natuurvriendelijk beheer. Twee hoveniers waaronder toentertijd de heer Tesselaar zelf hebben toen het plan gevat om alle bermen langs watergangen natuurvriendelijk te beheren. Het werd nog niet in de plannen opgenomen maar enkele buitenmedewerkers waren er mee aan de slag gegaan. Toen is het balletje gaan rollen. Nog steeds worden alle bermen langs watergangen extensief beheerd. Het streven is om het totaal extensief beheerde bermen uit te breiden. Alle bermen langs doorgaande wegen in de stad en aan de buitenkanten worden al extensief beheerd. Hier wordt een verschralingsbeleid toegepast en wordt deels gefaseerd gemaaid. De bermen welke intensief beheerd worden liggen in de straten waar de woningen aan de berm grenzen. Voor het maaibeheer zijn alle maaistroken in tabel aangegeven. Daarbij staat hoeveel gemaaid wordt en welke specifieke handelingen op een plek gedaan moeten worden. Voor het buitengebied kan gezegd worden dat dit geheel natuurvriendelijk beheerd wordt, met uitzondering van het buitengebied van Schoorl. Het is wel de verwachting dat het hier ook gaat gebeuren. Binnen de bebouwde kom ligt het natuurvriendelijk ongeveer half om half met het traditionele beheer. Wel kan worden gezegd dat het achterwege blijven van onderhoud op diverse plekken met traditioneel groen leidt tot een opkomst van kruidachtige gewassen tussen dit groen. Dit is echter niet de bedoeling. Diverse groenelementen binnen de bebouwde kom worden natuurvriendelijk beheerd. Zo bestaan diverse natuurvriendelijke oevers, natuurvriendelijk bosplantsoen, plasdrasbermen en mooie verschraalde speelvelden. Het toepassen van natuurvriendelijk beheer verschilt per woonwijk. Met name in nieuw aangelegde wijken ligt de ecologische grondslag hoger dan in bestaande wijken. Toch kan in totaliteit zeker wel gezegd worden dat het natuurvriendelijk beheerde groen boven de 40% van het totaal uitkomt.
Gezegd moet worden dat diverse plannen bestaan maar nergens een totaalbeeld voor het natuurvriendelijk groen wordt beschreven. Dit moet nog steeds gebeuren. Voor ieder plantsoen en elke straat moeten doelen worden gesteld. Dit is van belang, zodat duidelijk wordt gesteld welk beheer gevolgd wordt. Op dit moment is het ecologische beheer opgenomen in het groenstructuurplan. Dit is door Nieuwland advies geschreven en zij kijken vaak naar de ecologische kant. Dit plan geeft in grote lijnen de natuur in de stad weer. Van groot belang in dit plan is de EHS welke versterkt moet worden. Deze ecologische hoofdstructuur loopt bijna geheel door het centrum heen. Met name de huidig extensief beheerde bermen zorgen voor een behoorlijke structuur door de stad. Voor het totaal aan bermen welke de gemeente heeft kan binnen de bebouwde kom gesteld worden dat ongeveer 50% natuurvriendelijk beheerd wordt. Voor het totaal aan oevers geldt zo’n 90%. De belangrijkste redenen voor het toepassen va natuurvriendelijk beheer is het verhogen van de natuurwaarden en het brengen van meer ecologische variatie. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 1 x maaien per jaar berm, in het gefaseerde deel 2 x maaien per jaar berm 1 x in de 2 a 3 jaar maaien, op sommige stukken waarbij veel terrein aanwezig is, zo wordt een structuurvariatie verkregen Gefaseerd maaien, hierbij laat de gemeente 30-40% staan. Men maait eveneens op diverse tijdstippen, een voorbeeld: in juni 40% maaien, in september 40% dan dwars door het gebied heen. Een gedeelte wordt twee keer gemaaid, een gedeelte 3 x en een gedeelte niet. Bermen maaien met vingerbalk Opbrengen voedselarme grond, alleen bij de wegbouw als dat mogelijk is Aanleg flauwe oevers, bij verandering waar mogelijk toepassen Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever Bagger tijdelijk op de oever laten liggen is verboden i.v.m. verruiging Rekening houden met maaiseizoen, soms ook niet om extra te verschralen Toepassen vlinderstruiken Wadi’s aangelegd in nieuwbouwwijk Plasdrasbermen gegraven in samenwerking met bewoners Uitzaaien eigen hooi met orchideeën en ratelaar Inzaaien wilde flora Bomen verwijderen voor meer zon op de schrale bermen Ecorollen toepassen langs oevers Toepassen inheemse soorten. Alleen door beleidsmedewerkers, buitenmedewerkers gaan meer af op wat ze mooi vinden Chemische bestrijdingsmiddelen op bestrating alleen in het centrum, winkelstraten en enkele complexen. Daarnaast worden wel enkele gifkorrels in intensief beheerd groen zoals rozenvakken gestrooid In het algemeen worden geen doelstellingen gesteld. Voor zichzelf stelt de heer Tesselaar deze wel. Hij bepaald een algemeen beeld en kijkt waar hij wel of niet moet verschralen en wat een goede ecologische verhouding op een plek is. Er wordt gestreefd naar een mooi beeld en een hoeveelheid insecten. Dit wordt voor elke plaats apart bepaald. Het wordt vanuit eigen inzicht gedaan en niet vanuit beleid.
Als het groen natuurvriendelijk beheerd wordt is het per plek divers of snel resultaat wordt bepaald. Soms bestaat de kans dat van een plak geen hoge verwachting bestaat terwijl deze plek zich zeer snel ontwikkeld. De toekomst voor het beheer in de gemeente ziet er goed uit. Het zal steeds meer worden toegepast. Het zal eveneens steeds vaker worden vastgelegd in de plannen. Problemen en oplossingen De problemen welke de gemeente bij het toepassen van natuurvriendelijk beheer tegenkomt zijn de volgende: Het uitbesteden van maaien aan de aannemer. Hierbij moet streng worden toegezien of de maaier het goed doet. Vaak gebeurt dat alles wordt gemaaid en dat het beleid op de tekeningen wordt genegeerd. Bij Loonwerkers wordt het werk voor een bepaald budget gedaan. Vaak wordt daarbij gekozen voor gemak of de goedkope manier. Zo wordt vaak gekozen voor de negatieve methode. Draagvlak bij bewoners ontbreekt De eigen medewerkers waarderen het soms niet Bovengenoemde problemen hebben hun invloed op het te voeren beheer. Bewoners zijn de klant en daar wordt toch rekening mee gehouden. Met name de toepassing van het beheer in het midden van de woonwijken is nog wel eens problematisch. De oplossingen voor het uitbesteden van het maaien, is het goed in de gaten houden hoe gemaaid wordt. Diverse malen heeft de gemeente een hartig woordje moeten spreken met de aannemer. Voor nieuwe wijken worden inspraak en inloopdagen georganiseerd. Mensen moeten rekening houden met een ander beheer. Het traditionele beheer is langzamerhand achterhaald. Van belang is dat uitleg wordt gegeven door de medewerkers van de buitendienst. Dit heeft vrij veel effect. Wel moeten deze medewerkers ook op één lijn zien te komen. Monitoring Persoonlijk voert de heer Tesselaar een vorm van monitoring uit. Ieder jaar loopt hij door de bermen en de natuurvriendelijk ingerichte plekken. Zelf wordt per plek een algemeen beeld bepaald. Af en toe gaat een plantenkenner mee om advies voor de verschraling te geven. Belang van dit ‘monitoren’ is het beheer af te stemmen, zo kan men kijken of men op de goede weg is. Binnen de gemeente bestaan enkele clubs welke monitoring uit voeren. Ook bestaan diverse clubs waarvan geen weet is of deze monitoring uitvoeren. Wel bestaat een groenplatform welke bij werkzaamheden worden uitgenodigd om resultaten te geven voor een bepaald gebied. Dit is met name van belang bij de uitvoering van de flora en faunawet. Of de gemeente van plan is om in de toekomst een structurelere monitoring wordt uitgevoerd is lastig te zeggen. Misschien wordt dit op den duur door de beleidsmedewerker uitgevoerd. Hij kent alle natuurverenigingen en kan zo met hun contact op nemen.
4. Bernheze De gemeente Bernheze is gelegen in Noord-Brabant en omvat zo’n vijf kernen waarvan twee kleine en drie grote. In totaliteit wonen in de gemeente zo’n 28.784 mensen en heeft de gemeente een grondoppervlak van 90 km². Een groot deel daarvan is buitengebied. Het beeld rondom de kernen biedt plaats aan veel weilanden, bossen, waterlopen en kleine delen heidegrond. Op maandag 24 mei om 11:00 heb ik gesproken met mevrouw ter Maat. Mevrouw ter Maat is medewerker ontwerp, uitvoering en beleid. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Bernheze geschreven). Natuurvriendelijk beheer In de gemeente wordt aan natuurvriendelijk beheer van bermen en oevers gedaan. De bermen vormen daarbij de belangrijkste ecologische waarde. Ecologisch beheer wordt met name buiten de bebouwde kom toegepast Binnen de bebouwde kom beperkt het zich tot de bermen en diverse kleine projecten zoals het beheer van poelen. Enkele van deze projecten worden in samenwerking met het IVN beheerd. Binnen de bebouwde kom bestaan niet veel bermen zodat al gauw 50% hiervan natuurvriendelijk wordt beheerd. Buiten de bebouwde kom geldt dat 1/3 van de bermen ecologisch beheerd wordt. De rest van de bermen wordt geklepeld. Aan de bermen langs de zandwegen wordt nauwelijks iets gedaan. Hier wordt alleen na melding van bewoners of eens in de 4 á 5 jaar gemaaid. Binnen het beheer van wateren vallen veel schouwsloten, bermsloten en enkele vijverpartijen. Ook bestaan diverse ecologische grenssloten. Deze worden samen met het waterschap ecologisch beheerd. Voor de schouwsloten zijn afspraken met boeren gemaakt. De gemeente maait het jaarlijks uit en boeren krijgen het maaisel om af te voeren. Daar waar geen contract is gesloten maait de gemeente alleen haar eigen oeverkant. De vijverpartijen liggen zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Sommige zijn in de bebouwde kom natuurvriendelijk aangelegd. Voornamelijk in de nieuwbouwwijken. De oevers in de oude wijken hebben hoofdzakelijk een harde beschoeiing. Wel wordt voor ongeveer 50% het beheer voor deze vijverpartijen natuurvriendelijk gedaan. Voor het beheer van de vijverpartijen buiten de bebouwde kom geldt dat veelal het standaardbeheer in handen van het IVN of een hengelsportvereniging ligt. Het grootschalige beheer op de langere termijn wordt dan wel door de gemeente uitgevoerd. Overige toepassingen van natuurvriendelijk beheer in de gemeente gebeurt voor de bossen d.m.v. geïntegreerd bosbeheer. Ook bestaan enkele natuurvriendelijke grasweiden bij nieuwbouw. Daarnaast is een geheel ecologisch aangelegde nieuwbouwwijk aanwezig. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden gehanteerd zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm 1 x in de 4 á 5 jaar maaien per jaar berm, langs de zandwegen Aanleg flauwe oevers, niet veel maar wel wat
Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever, niet zo veel maar gebeurt wel Gefaseerd baggeren, alleen af en toe in de poelen Rekening houden met maaiseizoen, in bermen voor planten en in poelen voor amfibieën Op verharding deels borstelen maar ook selectief spuiten, sinds vorig jaar proefgewijs met borstelen begonnen Geen chemische bestrijdingsmiddelen in het groen Enkele (lange) houtsingels gefaseerd afzetten. Om de 100m, 20m laten staan. Toepassen van wadi’s in een nieuwe woonwijk Graven van poelen Geïntegreerd bosbeheer In de gemeente is men vanaf 1996/1998 begonnen met enkele proefprojecten met natuurvriendelijk bermbeheer. Vanaf dat jaar is men het steeds meer gaan toepassen. De redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn hogere natuurwaarden en meer diversiteit te creëren. Het beheer wordt deels beschreven in het berm & sloten beheerplan. Ook de overige landschapselementen zijn opgenomen in beheerplannen. Naast de beheerplannen is sprake van een groenstructuurplan. De in dit plan te verwezenlijke aspecten zijn echter zeer kostbaar. Daarom wordt dit plan alleen op hoofdlijnen gehanteerd. Voor het natuurvriendelijke beheer zijn geen specifieke doelstellingen opgesteld. Wel is een algemeen beeld aanwezig hoe het eruit moet zien. Bij inrichting of beheer op een natuurlijke wijze worden niet altijd even snel resultaten geboekt. Dit verschilt per gebiedje. Voor de toekomst is het de bedoeling het beheer verder uit te breiden. Het liefst wil men alle bermen in het buitengebied natuurvriendelijk beheren en zo verschralen. Doelstelling is ook om meer poelen en ecozones aan te leggen. Binnen de bebouwde kom wordt voor graslandjes, bermen en sloten meer ecologisch beheer toegepast. Het totale doel is om natuur in de stad te krijgen. Problemen en oplossingen Binnen de gemeente worden een tweetal problemen ervaren. Enerzijds is dit het draagvlak van bewoners; ze vinden het soms een troep. Anderzijds is het de kruidenproblematiek voor boeren. Het distelprobleem is hier een voorbeeld van. Deze distelproblematiek wordt verholpen door het uitmaaien van de distels. Dit moet omdat de distelverordening nog geldig is. Het probleem van draagvlak wordt opgelost door bewoners uitleg te geven. De meeste snappen het dan wel. Toch blijft ook een deel bewoners met een negatieve houding bestaan. Over het algemeen wordt gesteld dat de problemen geen invloed hebben op het te voeren beleid. Monitoring Binnen de gemeente wordt in samenwerking met het IVN, door het IVN monitoring uitgevoerd. Zij inventariseren sinds 2003 vlinders en libellen. Reeds langere tijd zijn zij al bezig met het inventariseren van planten en vogels in de bermen en ecologische oevers. Voor de toekomst van de monitoring blijft de hoop gevestigd op het IVN. Voor de gemeente zelf is het niet haalbaar de monitoring uit te voeren. De resultaten van de monitoring worden tot nu toe nergens voor gebruikt. Men hoopt het een keer goed te kunnen uitwerken.
5. Delft De gemeente Delft heeft 96.101 inwoners en een grondoppervlak van 26 km². Dit grondgebied bestaat hoofdzakelijk uit het stedelijk gebied waaronder het oude centrum.Van een buitengebied is nauwelijks sprake, deze is zeer beperkt. In het buitengebied liggen een klein aantal weilanden en zijn twee grote uitloopparken aanwezig. Dit zijn de Delftse Hout en het Abtwoudse park. Onlangs is daar ook een ander recreatiegebied bij gekomen. Al deze recreatiegebieden liggen aan de randen van de stad en zijn gemakkelijk te bereiken. Op donderdag 27 mei heb ik om 9:00 een gesprek gehad met mevrouw Tubbing en de heer v.d. Werf. Zij zijn beide werkzaam als beleidsmedewerker bij de afdeling milieu. Mevrouw Tubbing is stadsecoloog en ook veel bezig met milieueducatie en het opzetten van tentoonstellingen. De heer v.d. Werf is projectleider water en bodem. Zijn opgave is meer ruimte voor water te verzorgen. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Delft geschreven). Natuurvriendelijk beheer Tot voor kort was in de gemeente reeds een ecologische structuur door de stad aanwezig. Deze was echter nog niet in plannen vastgelegd. Twee weken geleden is ingestemd met het Ecologieplan van Delft. Dit betekent dat deze structuur is vastgelegd en dat natuurvriendelijk en gefaseerd beheer vaker toegepast zal worden. Zo bestaat nu een duidelijke visie en is een overstap gemaakt naar het veelvuldiger toepassen van natuurvriendelijk beheer. Vanaf de introductie van het ecologieplan gaat daar flink aan gewerkt worden. Omdat het grootste deel van de ecologische structuur al bestond wordt nu voornamelijk aan de secundaire structuur gewerkt. Dit betekent dat de natuur vanuit de hoofdstructuur meer de wijken in geleid zal worden. Bij herstructurering zullen zo ecozones gecreëerd worden. In principe geldt ook voor woonwijken dat zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de ecologie. Met betrekking tot de bermen kan momenteel gesteld worden dat zo’n 30% daarvan tweejaarlijks wordt gemaaid en afgevoerd. Deze bermen zijn voornamelijk gelegen in de parken en in de grotere groenstructuren. Momenteel is een kentering gaande en wordt met de komst van het ecologieplan meer aandacht aan dit beheer besteed. Momenteel zijn ongeveer 15-20% van de oevers natuurvriendelijk aangelegd. Dit zijn ook hoofdzakelijk de oevers welke natuurvriendelijk beheerd worden. Middels een uitvoeringsplan wordt al enige tijd - los, en in combinatie met het baggeren - gewerkt aan de aanleg van flauwe oevers. Passend bij het streefbeeld wordt tegelijkertijd gewerkt aan een beheerplan voor deze oevers. De andere groenelementen welke momenteel natuurvriendelijk beheerd worden zijn de parken aan de buitenrand van de stad en enkele binnenstedelijke parken. Wel wordt ervoor gezorgd dat de stijl van het park gehandhaafd blijft. Een van de parken in het buitengebied is de Delftse hout. Dit wordt grotendeels ecologisch beheerd. Hier is ook een boer gevestigd welke op zijn weilanden veel ecologisch beheer toepast. Langs de Delftse hout wordt al geruime tijd gewerkt aan de realisatie van de Groen Blauwe slinger. Dit is een grootschalig project door de gehele provincie en heeft tot doel middels een aaneengesloten waterrijk natuurgebied het groene
hart met het weidelandschap van Midden-Delfland te verbinden. De Delftse hout valt binnen deze groen blauwe slinger. Een reden voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer in de stad is de ecologie de stad in te brengen maar ook een doorgaande structuur door de stad te kunnen creëren. Ook is het van belang met de natuur de leefbaarheid, de waardering en de belevingswaarde te verhogen. In de stad is vanaf 1990 vastgesteld dat actie ondernomen moest worden om een bepaald percentage van de oevers natuurvriendelijk in te richten. Dat was voor een periode van vier jaar. Toen is dit niet al te veel uitgevoerd. Eigenlijk onder de druk van het waterplan en de ecologie is de druk gegroeid om het anders in te richten en te beheren. De functie van stadsecoloog is toen vrijgemaakt. Voor het beheer zijn nog niet echt doelstellingen opgesteld. Voor de oevers zijn wel streefbeelden aanwezig waar een beheerplan bij hoort. Voor de bermen moet dit nog gerealiseerd worden. Dit moet vertaald worden vanuit het pas goedgekeurde ecologieplan. Bij een natuurlijke inrichting of beheer wordt over het algemeen vrij snel resultaat gezien. Of het streefbeeld echt gehaald wordt is niet precies te zeggen. Daar is monitoring voor nodig. Het algemene beeld is in ieder geval snel goed. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 2 x maaien per jaar berm 1 x maaien berm per 2 tot 5 jaar, dit wordt in de Delftse hout toegepast Aanleg van flauwe oevers Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever, komt in de richtlijnen zoals men het wilt Gefaseerd baggeren Bagger tijdelijk op oever laten liggen, daar waar het kan Rekening houden met het maaiseizoen voor beplanting Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, de bestrating wordt geborsteld. Afgelopen jaar bestond een boomspiegelplan, hierbij werd voorlichting gegeven aan de burgers dat het niet goed is beplanting in de boomspiegel direct weg te schoffelen Onderbegroeiing laten staan, gebeurt af en toe maar is nog niet in het beleid opgenomen Rekening houden met het baggertijdstip Inzaaien, incidenteel Inplanten oeverbegroeiing, incidenteel Plannen bestaan voor het aanleggen van wadi’s Promoten van natuurvoorzieningen bij de planvorming Aparte specie gebruiken voor muurbeplanting Laten begroeien van de grachten met mooie waterplanten Strakker beleid voor het afgeven van tuinen. Dit gebeurt niet meer tot aan het water. Voor de toekomst zal het ecologieplan volop in uitvoering worden gebracht. De komende tien jaar worden veel oevers omgevormd en wordt gestreefd naar een beter samenwerking tussen uitvoering en beleid. Dit zal een lang traject zijn maar wordt als zeer positieve ontwikkeling gezien. Het algemeen beeld is zo zeer positief voor natuurvriendelijk beheer. Het kan echter niet overal worden toegepast. De gemeente moet rekening houden met bewoners. Als het beheer niet in het beeld past dan moeten concessies worden gedaan.
Problemen en oplossingen Als problemen bij het beheer zijn de volgende aspecten genoemd: uitvoering en beleid liggen soms ver uit elkaar de wensen van de bewoners komen soms niet overeen met wat de gemeente uitvoert Een groot knelpunt is het feit dat zo’n tien jaar geleden veel achterstand in het beheer bestond. Dit werd destijds gecommuniceerd als zijnde natuurvriendelijk beheer. Dit is nadelig geweest voor de gedachte Voor nieuwbouwwijken bestaat vaak een strijd met de projectontwikkelaar. Zij willen vaak bezuinigen op het groen De mentaliteit van de uitvoerders ligt vaak meer op het traditionele vlak, zij hebben veelal moeite met de uitvoering De genoemde problemen hebben zeker invloed op de toepasbaarheid van het beheer. Toch bestaan ook diverse oplossingen om de problemen te verhelpen. Zo moet een communicatieslag plaats vinden en overeenstemming bereikt worden tussen het beleid en de uitvoering. Voor de bewoners moet een goede communicatie verzorgd worden. Het NME centrum kan daar goed bij helpen. Met betrekking tot de mentaliteit van de uitvoerders moet de oplossing eveneens op het communicatieve vlak worden gezocht. Voor de uitvoerders moet een verhaal worden opgesteld of mogelijk op termijn een cursus worden gegeven. Monitoring Door de gemeente wordt een natuurmonitoring gecoördineerd. Deze wordt uitgevoerd door leden van het KNNV, het IVN en de vogelwacht. Op een aantal plaatsen in de gemeente monitoren zij planten, vogels en vlinders. Naast de natuurmonitoring wordt in de binnenstad door de KNNV ook een muurplanten inventarisatie gehouden. Het doel is om de monitoring ook voor de natuurvriendelijke oevers uit te voerden. Dit om te kijken hoe de ontwikkeling daarvan plaats vindt. Het algemene doel van de uitgevoerde monitoringen is te kijken hoe het met het beheer staat. De gegevens zijn daar sturend voor.
6. Doetinchem De gemeente Doetinchem ligt ingesloten tussen diverse bosgebieden waaronder de Kruisbergse bossen, Slangenburg en het deels door het KNNV beheerde gebied de Zumpe. Tussendoor liggen veel landbouwgronden. Het groen wordt getracht middels groenstructuren de stad in te leiden. Park Overstegen is hierbij een belangrijke schakel. Het is een natuurvriendelijk beheerd park omsloten door woonwijken. De heer Hensing is beheerder van dit park en van de wijken Overstegen en Schönefeld. De gemeente Doetinchem is een middelgrote gemeente met 48.700 inwoners en een grondoppervlak van 52 km². Op dinsdag 11 mei heb ik een gesprek met de heer Hensing gehad. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Doetinchem geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente Doetinchem wordt veel aan natuurvriendelijk beheer gedaan. Het percentage natuurvriendelijke oevers en bermen is ongeveer gelijk en ligt op 80%. Men is in 1992 begonnen met het veranderen van het beheer van de parken. Destijds gaf dit veel weerstand maar momenteel lijkt men er aan gewend. De laatste jaren zijn diverse landbouwgronden omgevormd tot natuur. Dit zijn o.a. de Knoop, de Gaardse poelen en de Ruige Horst. In het natuurvriendelijke park Overstegen wordt begrazing met Schotse hooglanders toegepast. De randen van het bosplantsoen worden ecologisch beheerd. Veel poelen zijn gegraven en heel veel gras wordt verschraald. Over het algemeen kan gesteld worden dat in het oude centrum traditioneel wordt beheerd en in de woonwijken en buitengebieden veel meer natuurvriendelijk beheer wordt toegepast. Zo wordt gewerkt met netheidsprincipes van 1 tot 4. Een 1 staat voor heel netjes zoals in het oude centrum is bedoeld. Een 4 staat voor natuurlijk zoals in park Overstegen wordt toepast. De redenen voor het toepassen van het beheer komen voort uit het opgestelde landschapsbeleidsplan. Hierin staat dat natuur door de stad moet trekken. Daar wordt dan ook naar gewerkt. Een andere reden – maar niet de hoofdreden – is dat bij het introduceren van het beheer aan bezuiniging werd gedacht. De maatregelen welke worden genomen zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm en gras, ligt aan de plek in hoeverre het verschraald moet worden 2 x maaien per jaar berm en gras, ligt aan de plek in hoeverre het verschraald moet worden 1 x maaien in de drie á vier jaar bermen en groenstroken tegen de bosranden Gefaseerd maaien. Dit doet men door bij grasvelden e.d. een stuk aan te wijzen wat 1x wordt gemaaid, een stuk dat 2 x wordt gemaaid, en tegen de bosranden laat men het vaak staan. Toplaag afhalen en het zand onderin bovenop leggen Aanleg van flauwe oevers (zie figuur 2) Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever/poelen, ene jaar de ene kant, andere jaar de andere. Wat ook wordt toepast is om de 20m maaien. Gefaseerd baggeren staat op de planning voor dit jaar
Er wordt op consequente maaistippen gemaaid Aanleg van poelen Inzaaien, maar met mate Natuurvriendelijk maaibeheer van bosranden, 1 a 2x per jaar uitmaaien In het buitengebied wordt veelal inheems materiaal toegepast Niet spuiten van het plantsoen. In het voorjaar wordt de bestrating wel selectief gespoten, in het najaar wordt geborsteld. Begrazing door schotse hooglanders Ondanks het veelvuldig toepassen van natuurvriendelijk beheer worden niet echt doelstellingen opgesteld. Deze horen eigenlijk in de beheerplannen verwoord te zijn. Momenteel is deze er eigenlijk alleen voor park Overstegen. In feite wordt veel op gevoel gedaan. Het succes van verschralen blijft op diverse plaatsen achterwege, met name aan de doorgaande routes. Bij het begin van het beheer is naar bewoners gecommuniceerd dat ze bloemen krijgen. Dit gebeurt veel te weinig door het maaibeheer. Waar de hooglanders grazen is dit resultaat wel te zien. Kortom resultaat wordt op sommige plekken niet altijd gehaald. De toekomst van het beheer voor Doetinchem is om het huidige niveau te stabiliseren en het liefst uit te breiden waar mogelijk. Omvormingen zullen plaatsvinden voor kleine bosplantsoenstroken. Aan het nieuwe groenstructuurplan wordt gewerkt. Het park Overstegen krijgt een deel bosplantsoen erbij waar de hooglanders eveneens kunnen grazen. Daarbij wordt zelfs een nieuwe wegconstructie gemaakt waardoor de hooglanders de weg kunnen oversteken. Daarnaast zal af en toe een stuk grond worden aangekocht of omgeruild. Dit kan weer als natuur worden aangelegd. Dit zal ook bijdragen aan de verdere realisatie van de ecologische verbindingen. Een ander aspect wat van belang is om in de toekomst na te gaan, is de meest gunstige maaitijd. Dit is vaak lastig te bepalen. Nu heeft de gemeente Arnhem een lijst gepubliceerd waarin aanbevelingen voor de maaitijd worden gedaan. Deze lijst hoopt men in de toekomst te kunnen gebruiken, het zal echter wel moeilijk worden vanwege de tijdsdruk. Problemen en oplossingen Zoals reeds genoemd waren bewoners met name in het beginstadium tegen het beheer, dit heeft zelfs geleid tot dreigingen met procedures. Gelukkig hoor je er tegenwoordig echter weinig van. Het illegaal dumpen van grond bij graafwerkzaamheden is een ander probleem. Dit zorgt voor verrijking van de grond. Soms wordt een stuk groen door bewoners bij de tuin getrokken. Een ander probleem is dat bewoners afval in het groen dumpen omdat ze denken dat het toch een puinhoop is. Een andere aspect is het feit dat de ontwikkeling niet gaat zoals je wilt. Over het algemeen hebben de problemen weinig invloed op het beheer. Het blijkt echter dat bij klagen van bewoners bij hele kleine stukken bosplantsoen deze worden omgevormd. De achterliggende reden is dan ook dat het lastig te beheren is. Het heeft zo twee redenen. De oplossingen welke voor de problemen gevonden worden zijn de volgende: Voor de bewoners is een mentaliteitsverandering nodig. Dit lukt alleen door goed voor te lichten. Je moet je verhaal blijven uitdragen.
Landjepik is lastig terug te draaien en is vaak een langzaam proces. De mensen die rotzooi maken probeert de gemeente op te sporen door de milieupolitie. Over het algemeen moet worden gestreefd naar het natuurvriendelijk beheer van de grote stukken groen, de kleine stukken dichter bij winkelcentra en de woningen dienen meer onderhouden te worden. Met name de gebruiksvriendelijkheid is hier van belang. Monitoring De gemeente laat momenteel een monitoring uitvoeren door het Sling instituut. Dit is een globale inventarisatie van flora en fauna in Doetinchem. De gegevens worden gebruikt voor de flora en faunawet. De gemeente houdt zich voor de rest weinig bezig met monitoring. De heer Hensing heeft voor het park Overstegen een tijd lang 4 á 5 keer per jaar een monitoring uitgevoerd. Daarnaast heeft hij contact gezocht met het KNNV. Zo wordt binnenkort op een drietal plaatsen in Doetinchem geïnventariseerd. Park Overstegen is één van deze plekken. Via Arie Koster wordt eveneens naar alle waarschijnlijkheid een inventarisatie gedaan naar insecten in park Overstegen. Dit wordt eveneens uitgevoerd vanuit contact van de heer Hensing en niet vanuit de gemeente. De gemeente wil echter graag een samenwerking met de KNNV opzetten. Tenslotte moet je als gemeente weten of je op de goede weg bent.
Figuur 2; een aangelegde meandering van water in park Overstegen
7. Dordrecht Op maandag 24 mei heb ik om 15:30 een gesprek gehad met de her Franken van de gemeente Dordrecht. De heer Franken is werkzaam als inspecteur groen beheer. Daarnaast is hij volop in de gemeente actief als natuurgids van het IVN. De gemeente Dordrecht is een vrij grote gemeente met 120.257 inwoners. En een grondoppervlak van 99 km2. Dordrecht wordt gezien als een eiland welke ingesloten ligt tussen diverse rivieren. Een groot deel van Dordrecht bestaat uit buitengebied met veel weilanden en de Biesbosch. Natuurvriendelijk beheer Vanaf 1989 is men begonnen natuurvriendelijk beheer op beperkts schaal in de gemeente toe te passen. Binnen en buiten de bebouwde kom zijn diverse bermen en dijklichamen aanwezig. Deze worden op diverse manieren gemaaid. Van twee tot zesentwintig keer per jaar. In totaliteit kan met een grote marge gesteld worden dat zo’n 60% van de bermen en dijklichamen natuurvriendelijk wordt beheerd. Onlangs zijn voor de oevers heel veel beschoeiingen weggehaald. Het doel is zo min mogelijk beschoeiingen aan te leggen. In de nieuwbouwwijken worden veelal natuurvriendelijke oevers gegraven. De wateren welke langs de woningen lopen zijn standaard wel beschoeid. In het buitengebied is géén beschoeiing aanwezig. Qua beheer wordt gesteld dat ongeveer 80% van de oevers natuurvriendelijk wordt beheerd. In Dordrecht bestond heel lang een platform van natuur en milieuverenigingen. Zij hebben geprobeerd veel voor elkaar te krijgen. Momenteel gaat dat de andere kant op. Vooral de financiële kant wordt hiervoor als oorzaak gezien. Een totaalbeeld van het natuurlijke groen in de stad laat zien dat zo’n 5 10% natuurvriendelijk wordt beheerd. Zo bestaat een groene geleidingszone welke steeds vaker in beknelling komt door bebouwing. Ook bestaan een aantal parken welke natuurvriendelijk worden beheerd. In één park wordt een begrazing van Schotse hooglanders toegepast. In het bos de Elzen (van staatsbosbeheer) zijn diverse paddenpoelen welke door het IVN worden beheerd. Het blijkt dat natuurvriendelijk groen in woonwijken heel gevaarlijk is om aan te leggen. Voornamelijk als te weinig voorlichting bestaat kan het een ramp worden. Het doel wat de gemeente voor ogen heeft met het natuurvriendelijke beheer is te proberen de natuur een beetje in de stad te brengen. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn de volgende: 2 x maaien per jaar berm aanleg flauwe oevers, geregeld wordt wat aangepakt Beschoeiing verwijderen Rekening houden met maaiseizoen, alleen in het buitengebied Inzaaien, op verschillende plekken Groen wordt niet gespoten (wel wordt sporadisch nog een korrel gestrooid) Bestrating wordt selectief gespoten Begrazing wordt in enkele parken toegepast Voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn geen doelen opgesteld. Plannen zijn ook van jaren terug. Niets is echt up to date. Het
is altijd in beweging. Een gedachte van de heer Franken is dat de doelen niet zijn opgesteld vanuit het oogpunt natuurvriendelijker te zijn maar vanuit het oogpunt te bezuinigen. Wanneer iets anders wordt beheerd is niet snel resultaat zichtbaar. Een oorzaak hiervan ligt in de kleigrond welke aanwezig is. Deze is zeer vruchtbaar en zo komt voornamelijk brandnetel en fluitenkruid voor. De hoop voor de toekomst is om natuurvriendelijk beheer te kunnen bevorderen. De politiek is echter bang voor de mening van de bewoners. Dit kan sterk nadelig zijn. Problemen en oplossingen De problemen die de gemeente tegenkomt zijn het draagvlak van bewoners, de vruchtbare grond en de bezuinigingen op het groen. Het probleem van het draagvlak is dat mensen vaak niets weten van natuurvriendelijk groen. Meer voorlichting is daarvoor belangrijk. Volgend jaar wordt door de gemeente meegedaan aan de Entente Florale. Dit is en natuurprijs voor de groenste stad in Nederland en Europa. Een onderdeel hiervan is de stedelijke natuurprijs. Hiervoor heeft de gemeente zich ingeschreven. Vanuit dit oogpunt wil de gemeente meer voorlichting gaan verzorgen. Het probleem met de grond kan verholpen worden door op plekken voedselarme grond te storten. Het nadeel hiervan is dat dit vrij duur kan zijn. Bovengenoemde problemen hebben geen invloed op het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Het blijft zoals het beleid het voorschrijft. Monitoring In opdracht van de gemeente voort het IVN inventarisaties van muurbeplantingen uit. Dit resulteert ook in een muurplantenwandeling welke door het IVN een paar keer per jaar wordt gegeven. Door de medewerkers zelf is een tijdlang in het park met schotse hooglanders gemonitord op planten. De verwachting is dat het monitoren blijft bij de door de IVN uitgevoerde muurbeplantinginventarisatie. De gegevens voor het park zijn door de gemeente niet gebruikt. De inventarisaties van de muurbeplanting wordt gebruikt bij renovatie, schoonmaak of vernieuwing van de muren en kades. Dan wordt rekening gehouden met wat aanwezig is en in hoeverre de planten beschermd zijn.
8. Driebergen-Rijsenburg De gemeente Driebergen-Rijsenburg is gelegen in de provincie Utrecht. Het is een gemeente met bosrijke gebieden. Een deel van de gemeente behoort dan ook tot het nationaal park de Utrechtse heuvelrug. De gemeente telt 18.443 inwoners en heeft een grondgebied van 26km² (www.zoekplaats.nl). Maandag 17 mei heb ik om 15:00 een gesprek gehad met de heer Wieman. De heer Wieman is werkzaam bij de afdeling beheer. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Driebergen-Rijsenburg geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente wordt momenteel gewerkt aan een Flora en Faunaplan. In dit plan wordt aan al het groen een natuurdoel gegeven. Dit betekent dat de verwachting voor flora en fauna beschreven is. Naast het flora en faunaplan wordt eveneens gewerkt aan enkele groenplannen voor de gemeente. Momenteel worden de bermen voor 100% en de oevers voor 50% natuurvriendelijk beheerd. Voor de gemeente geldt zodoende een verschralingsbeheer (zie figuur 3). Bijna alle bermen worden 2 maal per jaar gemaaid en afgevoerd. De oevers zijn waar mogelijk natuurvriendelijk aangelegd. Naast deze elementen wordt getracht bosplantsoen steeds vaker toe te passen i.p.v. heestervakken. In de gemeente zijn enkele paddenpoelen gegraven en men probeert zomen te creëren. Dit wordt bijvoorbeeld bij een natuurterrein gedaan. In het overgangenlandschap wat hier bestaat staan veel populieren. Deze laat men vervallen en verjongen. Het omliggende grasland wordt 2 maal per jaar gemaaid. Naar de bosranden toe zijn zomen gecreëerd. Voor de bossen hanteert men het geïntegreerde bosbeheer. Dit betekent dat naar een aantal kenmerken wordt gestreefd. Dit zijn o.a. dood hout, inheemse boomsoorten, een goede bodemflora, zowel horizontale als verticale structuur en op diverse plekken worden stuifzandruggen blootgelegd. Binnen de bebouwde kom vindt nog niet veel natuurvriendelijk groenbeheer plaats. Dit wordt wel uitgebreid en middels de diverse plannen gestructureerd aangepakt. De redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer liggen hoofdzakelijk in de komst van het groenbeleidsplan uit november 2000. In dit plan staat de structuurvisie beschreven welke aanleiding geeft tot het natuurvriendelijk beheren. Deze visie is kadergevend. Een onderdeel van de visie is de belangrijke trend, de natuurbeleving te verbreden. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm, dit word bij de berm langs de broekweg in het buitengebied toegepast. Deze berm is vrij goed verschraald 2 x maaien per jaar berm, dit wordt standaard gehanteerd Bosranden in cyclus van 12 jaar gefaseerd maaien. Één keer in de vier jaar een derde maaien Gefaseerd maaien is de intentie om te gaan hanteren Opbrengen voedselarme grond, dit gebeurt alleen als ergens gewerkt wordt en er moet grond bij. Dan moet dit voedselarme grond zijn
Aanleg van flauwe oevers waar mogelijk Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oevers, steeds één oeverkant laten staan Bagger niet langer dan 3 dagen op de oever laten liggen Aanleg van poelen Rekening houden met het maaiseizoen, verschralen is gunstig als het half juni, half september gebeurt. Gif wordt nauwelijks in het groen gebruikt, wel selectief op de bestrating Eerst verschralen, daarna inzaaien mogelijk Geïntegreerd bosbeheer Als het natuurvriendelijk beheer wordt toegepast zijn daarbij doelstellingen verwoord. Dit gebeurt door in kaart de codes voor natuurdoelen te zetten. Per natuurdoel wordt een doeltypenvegetatie en de daarbij behorende soorten aangegeven. Of de doelstellingen bereikt worden is momenteel niet te zeggen want men is pas geleden begonnen. Potentie lijkt in ieder geval aanwezig. Nu men met de plannen voor het groen bezig is wil men het hele proces een gestructureerde vorm geven. Vijf jaar geleden is men gaan experimenteren met natuurvriendelijk beheer. In het flora en faunaplan komen na inventarisaties alle natuurdoelen op kaart. De komende jaren zal daar hard aan gewerkt worden Ook worden de komende jaren alle heestervakken op functionaliteit en kwaliteit bekeken. Bij beperkingen bestaat de mogelijkheid tot omvorming. Ditzelfde geldt voor de traditionele heestervakken. Als deze groot genoeg zijn en op een geschikte plaats liggen bestaat de mogelijkheid deze om te vormen naar bosplantsoen. Als basis voor het flora en faunaplan wordt in de toekomst geïnvesteerd in enthousiasme kweken bij de medewerkers. Zowel de binnendienst, de buitendienst maar bovenal ook de cultuurtechnische medewerkers moeten weten wat er speelt. De toekomst is dan ook om daar waar mogelijk natuurvriendelijk beheer toe te passen. Wel moet rekening gehouden worden met enkele beperkende randvoorwaarden. Dit zijn o.a. het cultuurhistorisch beeld van diverse plekken, verkeersveiligheid en het kostenplaatje. Problemen en oplossingen In de gemeente bestaan over het algemeen genomen weinig problemen. Wel is merkbaar dat bewoners vaak het idee hebben dat natuurvriendelijk beheer komt omdat bezuinigd wordt. Dit is vroeger namelijk vaak zo gecommuniceerd naar de bewoners. Af en toe ontstaan klachten als bij het bosbeheer in de bomenmassa wordt ingegrepen. Duidelijk maken waarvoor de gemeente dat doet levert daarna wel begrip op. Een praktisch probleem is de hondenpoep. Deze levert voedselrijkdom op en is funest voor verschralingsbeheer. Dit is lastig te verhelpen. Het is geprobeerd door handhaving maar dat levert nog meer problemen op. De problemen kunnen op sommige plekken het beheer jaren terugwerpen – denk aan de verruiging -. Van belang is echter de algemene doelen in de plannen voor ogen te blijven houden. De invloed op het toepassen van het beheer valt zo mee. Monitoring Enkele jaren geleden is een eenmalige inventarisatie gehouden. Met de resultaten als uitgangswaarde is een maaiadvies opgesteld. In 2003 en 2004 heeft de gemeente al het groen laten inventariseren op alle natuurdoeltypen. Dit wordt als nulmeting aangenomen. Men wil structuur
houden in de inventarisaties en het doel is in de toekomst monitoringen uit te voeren voor de natuurdoeltypen. Het doel van de inventarisaties en monitoringen is het beheer te evalueren. Daarnaast is het een middel om de buitendienst te enthousiasmeren. Zij moeten resultaat kunnen zien zodat ze merken dat het beheer niet zonder succes wordt uitgevoerd. Het meten of soorten wel of niet voorkomen is daarbij van onschatbare waarde. Naast de gemeente heeft de provincie ook monitoringsprojecten. Zo zijn zij bezig met een paddenpoelenmonitoring. Ook worden inventarisaties uitgevoerd door het bureau welke het flora en faunaplan opstelt. Al deze gegevens worden aan de gemeente door gegeven zodat deze ze voor haar beleid kan gebruiken.
Figuur 3; verschralingsbeheer in Driebergen-Rijsenburg
9. Dronten De gemeente Dronten gelegen in Flevoland is in feite een vrij jonge gemeente. Vanaf 1960 is het echt in ontwikkeling gekomen en er wonen nu 36.367 inwoners. Naast het stedelijk gebied zijn er ook veel boeren gevestigd met grote landerijen. Dit verklaart ook waarom de gemeente een groot grondgebied van 423 km² heeft. Ook behoren grote delen buitengebied zoals een deel van het veluwemeer en het drontermeer tot het beheer. Voor de evaluatie heb ik gesproken met mevrouw van der Hoeff en met een collega van haar. Zij zijn beide werkzaam als beleidsmedwerkers bij de afdeling IBOR. Dit gesprek vond plaats op dinsdag 4 mei om 15:30 uur. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Dronten geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente wordt op zeer beperkte schaal aan natuurvriendelijk beheer gedaan. Het betreft eigenlijk alleen het beheer van bermen en oevers. Dit beheer is echter niet vastgelegd in een beheerplan. Momenteel wordt daar voor de bermen aan gewerkt in de vorm van een bermbeheerplan. In totaliteit wordt 10% van de bermen natuurvriendelijk beheerd. Deze bermen zijn voornamelijk rond het Veluwemeer, het Drontermeer en een drietal wegen in de buitengebieden gesitueerd. In de stadswijken zelf, met uitzondering van de parken, wordt het niet toegepast. Waterlopen zijn in Dronten sporadisch aanwezig. Er zijn een drietal grotere vaarten welke door de stad lopen. Deze vormen het overgrote deel van het water in de stad, en ze hebben natuurvriendelijke oevers. In enkele nieuwe woonwijken zijn ook flauwe oevers aangelegd. Dit komt uit op een totaal van ongeveer 80% van de oevers welke natuurvriendelijk worden beheerd. Daarbij worden de oevers van het Veluwe- en Drontermeer eveneens als natuurvriendelijk beschouwd. Van het weinige natuurvriendelijke beheer hebben de redenen om het toe te passen zowel een ecologische achtergrond, als wel het proberen te overtuigen van bewoners van het nut. Echter mijn kanttekening daarbij is dat het niet binnen de wijken wordt toegepast. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 1x maaien per jaar berm, soms bij het Veluwe- en Drontermeer 2x maaien per jaar berm 1x maaien per twee jaar, af en toe Aanleg flauwe oevers in nieuwbouwwijken Gefaseerd maaien van de oever Bagger tijdelijk op de oever laten liggen, dit gebeurt altijd even omdat meteen afvoeren duurder is omdat het nog niet uitgelekt is. Rekening houden met maaiseizoen, met name voor het zaaien van de orchideeën waaronder de Rietorchis, niet eerder dan half juli, dit geldt voornamelijk bij het Veluwe- en Drontermeer. Langs wegen wordt hier minder rekening mee gehouden vanwege de veiligheid, de begroeiing mag het zicht niet belemmeren Enkele wilgentenenmatten zijn bij oevers toegepast. Het natuurvriendelijk beheer toe te passen is langs de west – de weg van Lelystad naar Dronten – begonnen vanaf 1990. Destijds is 1 of 2 jaar extensief gemaaid. Daarna is een tijdje geklepeld. Vanaf 1995 is weer elk jaar extensief gemaaid. In de rest van de gebieden wordt sinds 2001 het
natuurvriendelijk beheer op enkele plaatsen toegepast. Het blijkt echter elk jaar financieel de vraag of het wordt doorgezet. Omdat natuurvriendelijk beheer van bermen en oevers niet is opgenomen in beleidsplannen zijn eigenlijk ook geen doelstellingen van het beheer verwoord. Wel probeert men zo veel mogelijk te verschralen. Op kleigrond is dat echter lastig. Het zal hier nooit geheel lukken. In ieder geval dient minimaal 20 jaar het beheer te continueren voordat echt resultaat geboekt wordt. De doelstellingen worden dan ook niet snel bereikt. De toekomst voor natuurvriendelijk beheer ziet er ongeveer gelijk uit als dat het nu is. Binnen de woonwijken zal het geen plek krijgen. Het wordt alleen binnen parken en de buitenruimte gesitueerd. Geprobeerd zal het echter wel worden maar het heeft voornamelijk met de financiële kant te maken. Zolang werknemers zich voor het beleid hard maken en er budget is zal het blijven, anders verdwijnt het. Het toekomstige bermbeheerplan is in ieder geval een goede stap om het natuurvriendelijk beheer op te nemen en vast te leggen in het beleid. Een ander aspect is, dat boeren steeds minder in te schakelen zijn voor het gras te maaien, omdat het niets meer oplevert. Zo komt het beheer weer terug bij de gemeente en wordt het tweejaarlijks maaibeheer toegepast. Problemen en oplossingen De problemen zijn onderstaand op een rij gezet. 1. De medewerkers zitten niet allen op één lijn. Het hoofd van de afdeling is niet al te positief. 2. Boeren langs wegen willen een strak gemaaide berm, ze zijn tegen distels en maaien desnoods zelf. 3. Bewoners zijn vaak tegen 4. De stortkosten (financiën) zijn een groot probleem Al deze problemen hebben een grote invloed op het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Dit heeft met name voor het openbaar groen van de woonwijken gezorgd voor het niet toepassen van dit beheer. Ook is het toepassen van natuurvriendelijk beheer afhankelijk van de invloed en het enthousiasme van de wijkbeheerder. Oplossingen voor alle problemen bestaan niet altijd. Een goed alternatief voor het stortprobleem moet nog worden uitgevonden. Bij boeren is de tegenstand vaak van oudsher ingeslopen en dat haal je er niet zo maar uit. Het blijkt wel te helpen om de eigen medewerkers bij te scholen. Dit is in de gemeente ook gedaan en daardoor zijn toch een hoop medewerkers omgeschakeld in de denkwijze. Voor de burgers lijkt voorlichting de beste methode Monitoring De gemeente voert zelf geen monitoring uit. Sporadisch wordt landschapsbeheer Flevoland ervoor ingeschakeld, maar dat is heel minimaal. In de gemeente zijn wel diverse organisaties die zich daar mee bezig houden maar geheel voor eigen interesse. Deze organisaties zijn o.a. het IVN, SOVON en Floron (een ecologische vereniging). De gemeente is niet van plan om in de toekomst monitoring uit te voeren. Doel is wel om gegevens van de andere organisaties te gaan gebruiken. Dit lijkt met name van belang voor de flora en faunawet. De belangrijkste wijze waarop gegevens voor deze wet verzamelt worden is door middel van monitoring.
10. Eindhoven De gemeente Eindhoven telt 204.773 inwoners en is zo een van de grotere steden van Nederland. Het totale grondoppervlak bedraagt 88km². De stad heeft zowel een groot binnen stedelijk gebied als een buiten gebied. Op woensdag 12 mei heb ik een gesprek gehad met mevrouw van Rosmalen. Mevrouw van Rosmalen is beheerder van de buitengebieden. Natuurvriendelijk beheer Omdat mevrouw van Rosmalen bij het beheer van de buitengebieden betrokken is en het een grote gemeente betreft is het lastig om te kunnen vertellen over het beheer in de stad zelf. Wel heeft ze een globaal beeld proberen te scheppen. Zo kan gesteld worden dat natuurvriendelijk beheer zich voornamelijk tot de buitengebieden beperkt. Binnen de stad wordt in feite heel weinig aan natuurvriendelijk beheer gedaan. De voornaamste reden is dat de stad schoon en netjes moet blijven. Toch wordt in de gehele stad Eindhoven niet gespoten en bestaat voor alle bermen een lang gras bestek. Dit betekent dat alle bermen – ook in de stad – één á twee keer per jaar gemaaid worden. Tot voor kort werd dit altijd geklepeld. Nu wordt dit nauwelijks gedaan, met uitzondering van enkele zichtpunten. In totaliteit wordt zo’n 90% van de bermen natuurvriendelijk beheerd. Omdat het in een bestek is opgenomen wordt het aan een aannemer verstrekt. Deze maait alle bermen één á twee maal per jaar maar houdt verder geen rekening met gefaseerd maaien of dergelijke aspecten. Aan de rand van Eindhoven is het Ecopark aangelegd. Bij de aanleg daarvan is De Vlinderstichting ook betrokken geweest. Hier wordt in twee fasen gemaaid. Daarbij wordt ook gekeken naar de beplanting welke er staat. Een ander aspect van natuurvriendelijk beheer dat wordt toegepast is intensieve en extensieve schapenbegrazing. Dat wordt vrij veel in parken en op taluds waar het lastig maaien is toegepast. Deze begrazing is relatief goedkoop en zo gemakkelijk in te passen als beheermethode. In de buitengebieden vindt ook begrazing met galloways en pony’s plaats. Zoals reeds genoemd worden bermen binnen de stad ook één á twee maal per jaar gemaaid. Grasgazons en zichtpunten en een meter van de berm aan de wegkant worden wekelijks gemaaid. Met betrekking tot de oevers is het lastig te zeggen welk percentage natuurvriendelijk beheerd wordt. In de buitengebieden is dit in ieder geval veel meer dan in de stad. Af en toe blijft in de stad een randje gras langs de oever staan. Het toepassen van natuurvriendelijk beheer lijkt niet meer dan logisch en heeft geen verdere reden als achtergrond. Het heeft hier geen belang om veel beheer toe te passen. Het beheer dat hier wordt toegepast bestaat hier dan ook al vrij lange tijd. Met name de bermen worden sedert lange tijd extensief gemaaid De beheermethoden welke voor natuurvriendelijk beheer worden toegepast zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Aanleg van flauwe oevers Beschoeiing verwijderen Bij poelen gefaseerd baggeren
Af en toe bagger tijdelijk op de oever laten liggen Rekening houden met het maaiseizoen, in het buitengebied wel, Ecopark heel duidelijk. Voor het lang gras bestek gaat dit niet op, dit wordt door de aannemer gedaan en deze maait gewoon. Inzaaien bij aanleg, men is er echter niet kapot van, het levert weinig op Maaien riet 1 x per jaar Begrazing Op dit moment wordt hard gewerkt aan een beheerplan voor het buitengebied. Momenteel wordt dan ook veel gewerkt vanuit ervaring. Hier wordt mee gecontinueerd zolang het beheerplan en de daaruit af te leiden doelstellingen nog niet zijn verwoord. Als natuurvriendelijk beheer wordt toegepast varieert het vaak of snel resultaat wordt gezien. Met name op zanderige stukken zie je dit sneller dan op donkere grond. De toekomst van het natuurvriendelijke beheer biedt met het toekomstige beheerplan buitengebied voor diverse delen van de gemeente veel perspectief. Ecopark 8 is ook goed in ontwikkeling maar natuurlijk hangt het totaalbeeld sterk af van de beschikbare financiën en de politieke interesse. De kansen voor het natuurvriendelijk beheer voor het stedelijk gebied zijn erg laag. Doelstelling is dat het hier netjes blijft en dit blijft door het gehele stedelijk gebied van toepassing. Kansen bestaan echter wel. Problemen en oplossingen Over het algemeen bestaan weinig problemen met bewoners. Dit komt vooral omdat het natuurvriendelijke beheer hoofdzakelijk in de buitengebieden wordt toegepast. Als serieuze problemen worden de financiën en het ontbreken van visies en doelstellingen ervaren. Daarnaast is de nieuwe flora en faunawet soms lastig te interpreteren. Bovengenoemde problemen hebben zeker invloed op het toepassen van het beheer. Zolang geen duidelijke visies aanwezig zijn wordt niet snel iets veranderd. Dit geldt eveneens als de financiën tegenzitten. De oplossingen welke gevonden worden zijn o.a. prioriteiten stellen en op het moment dat er een visie is, kunnen meer subsidie stromen worden aangesproken. Monitoring Centraal worden inventarisatiegegevens verzameld. Deze zijn in een databank opgeslagen maar deze zijn lastig te gebruiken. Op persoonlijke basis heeft mevrouw van Rosmalen voor haar beheer van buitengebieden enkele vrijwilligers benaderd om te monitoren. Zo wordt in Ecopark 8 en park romantica op diverse facetten gemonitord. In het deelgebied Gennip wordt zo eveneens door vrijwilligers gemonitord. Hier is opdracht aan een extern bureau gegeven om alle inventarisatiegegevens te bundelen en op een vooraf gestelde manier te rapporteren. Dit heeft het grote voordeel dat zelf de manier waarop de inventarisatiegegevens verwerkt worden bepaald is. Dit is gemakkelijker dan gebruik te maken van door andere organisaties gebruikte methoden. Naast deze monitoring wordt door vrijwilligers en diverse natuurorganisaties ook nog gemonitord. Deze gegevens worden echter niet door de gemeente gebruikt. Mevrouw van Rosmalen gebruikt haar gegevens om kennis van het gebied te krijgen en om haar beheer te bepalen.
11. Elburg De gemeente Elburg is gelegen in de provincie Gelderland. Het is een gemeente met 21.707 inwoners. Daarnaast is het totale oppervlak zo’n 65km² (www.zoekplaats.nl). Voor de evaluatie van het project bermen en oevers heb ik gesproken met de heer Fraanje. De heer Fraanje is beleidsmedewerker bij de afdeling Civiel beheer Groen (CBG) en zeer enthousiast over natuurvriendelijk beheer. Hij heeft eerder in gemeenten als Barneveld en Ede gewerkt. Met name deze laatste gemeente is vrij vooruitstrevend in dit beheer. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Elburg geschreven) Natuurvriendelijk beheer Rond 1999/2000 is begonnen met een deel van het groen natuurvriendelijk te beheren. Binnen de gemeente wordt getracht 25% van alle bermen en oevers zo te beheren. Andere groenelementen worden weinig natuurvriendelijk beheerd. Er is in ieder geval geen chemische onkruidbestrijding in de plantsoenen en op de straat wordt alleen selectief gespoten. Voor de natuurvriendelijke oevers kan gezegd worden dat het grootste deel van het water en zo ook een deel van de oever in beheer is bij het waterschap. Zo beheert het waterschap 1/3 van deze oevers en de gemeente 2/3 van deze natuurvriendelijke oevers. Het natuurvriendelijke beheer is niet vastgelegd in de plannen voor het groen, wat een bedreiging voor de continuïteit kan zijn. De redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn afkomstig van drie hoofddoelen, te weten: 1. De natuur dichter bij de mens brengen 2. Duurzaam met het milieu omgaan 3. Het is een liefhebberij van een aantal groenmensen De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn veelzijdig. 2 x per jaar maaien van de berm Gefaseerd maaien van de berm, van de 25% natuurvriendelijk beheerd wordt alles gefaseerd gemaaid. Dit betekent 1 deel in eind juni en het tweede deel eind september, begin oktober Maaiapparatuur is niet altijd even goed voor de natuur, zo wordt 75% van het natuurvriendelijke deel geklepeld. opbrengen voedselarme grond bij nieuwbouwprojecten Aanleg van flauwe oevers, met name bij nieuwbouw: bijvoorbeeld plan de vrijheid. Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever Op veel oevers staat bosplantsoen, in totaal bij 80% van de oevers. Van dit deel wordt zo’n 80% verwijderd en wordt natuurvriendelijk beheerd gras. Voor gefaseerd baggeren zijn ideeën maar dit ligt aan het waterschap. Inzaaien van een oude gesloten vuilstortplaats. Begrazing van enkele gebieden door 4 schotse hooglanders De doelstellingen bij het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden opgesteld in de vorm van een bepaald gewenst eindbeeld. Het doel is om
buiten de bebouwde kom het groen grotendeels natuurvriendelijk te beheren, binnen de bebouwde kom zal het minder worden toegepast. Het eindbeeld wordt echter niet snel bereikt. Een oorzaak daarvan is vaak het netheidsbeeld wat toch gewenst wordt. Hierdoor verloopt de ontwikkeling minder snel omdat niet de optimale omstandigheden kunnen worden geschept. De voorlichting moet dan ook veel beter worden, dan zijn er wel veel kansen. De toekomst van natuurvriendelijk beheer ziet er als volgt in de gemeente Elburg uit. Het is opgesplitst in binnen en buiten de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom is het doel 75% van de brede bermen (breder dan 3m) natuurvriendelijk te beheren. De kleinere bermen worden voor dit beheer als ongeschikt beschouwd. Vaak vanwege aanliggende sloten waardoor het schonen minder gemakkelijk verloopt. Binnen de bebouwde kom zullen in nieuwbouwwijken de bredere oevers natuurvriendelijk worden aangelegd. In bestaande wijken zal op enkele plekken de beschoeiing worden verwijderd. Binnen de bebouwde kom wordt echter veel minder natuurvriendelijk beheerd en dat zal zo blijven. Hier wordt een percentage van 10-25% nagestreefd. Dit betreft voornamelijk het groen rondom grote waterpartijen. Smalle stroken worden i.v.m. het netheidsbeeld, de zichthoeken en de (verkeers)veiligheid niet natuurvriendelijk beheerd. Problemen en oplossingen Ook in Elburg kampt de gemeente met problemen welke een grote invloed op het te voeren beheer hebben. Zo zijn er bewoners die in opstand komen. Ook levert het natuurvriendelijk beheer van smalle stroken meer nadelen dan voordelen omdat het lastig is kleinschalig te onderhouden. Daarnaast is de politiek er nog niet uit. Door bezuinigingen krijgt het natuurvriendelijk beheer weinig steun. Het wordt vaak alleen gewaardeerd als het financieel iets oplevert. Toch worden wel oplossingen voor deze problemen aangedragen. Zo worden kleine groenstroken en groenvakken tegen trottoirs opgevrolijkt doorongeveer een meter brede strook met lage bloemrijke vaste plantensoorten te gebruiken. Dit in plaats van een kruidenberm wat op de kleine plekken vaak te hoog en minder mooi wordt. Een oplossing voor de ontevredenheid van bewoners is hen vroegtijdig betrekken bij het proces. Met name ook inzicht geven in het kostenplaatje. Zo kunnen mensen meedenken. Van belang is daarbij een enthousiaste medewerker te gebruiken, deze dient dit enthousiasme op de bewoners over te brengen. Het blijkt dan zelfs dat deze bereid zijn om het groen te onderhouden. Van belang is wel om mensen te blijven informeren en de bewoners enthousiast te houden. De oplossing om de politiek te overtuigen is de alom bekende lobby te hanteren. Dit blijkt een belangrijke basis. Monitoring Door de gemeente zelf wordt niet aan monitoring gedaan. Dit omdat er sprake is van tijdgebrek. Het IVN doet wel wat en de gemeente hoopt daar in de toekomst mee samen te werken. De heer Fraanje heeft echter wel het idee dat IVN groepen vaak veel invloed op de invulling willen uitoefenen en bij enige miscommunicatie snel kunnen afhaken. Toch vindt de gemeente het belangrijk met het IVN samen te werken en de monitoringsresultaten te kunnen gebruiken als argument en handvat om door te gaan op de ingeslagen weg.
12. Gemert-Bakel De gemeente Gemert-Bakel is een gemeente in Noord-Brabant. Het heeft 27.741 en een grondoppervlak van 123km² (www.zoekplaats.nl). Dit grondgebied behoort grotendeels tot het peelgebied. Op vrijdag 14 mei heb ik een gesprek gehad met de heer de Greef. De heer de Greef is medewerker groen natuur en landschap. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Gemert-Bakel geschreven) Natuurvriendelijk beheer Natuurvriendelijk beheer wordt in de gemeente sinds 1992 toegepast. Vanaf die tijd is het geheel steeds verder uitgewerkt. In de gemeente wordt op diverse manieren rekening gehouden met de natuur. Zowel binnen als buiten de bebouwde kom zijn alle bermen natuurvriendelijk beheerd. Hier is het afgelopen jaar ook een bermbeheerplan voor geschreven. Het grootste deel van de waterlopen hebben geen beschoeiing. Toch is het voor de oevers lastig te zeggen in hoeverre deze natuurvriendelijk beheerd worden. De wateren zijn voornamelijk onderverdeeld in schouw en bermsloten. De schouwsloten worden traditioneel één keer per jaar gemaaid en geschoond voor 15 november. Het maaisel wordt hierbij wel afgevoerd. Dit kan gemakkelijk aangezien de gemeente een eigen composteerterrein heeft. Bij de bermsloten wordt – daar waar doorstroming noodzakelijk is – jaarlijks gemaaid. Voor het deel waar doorstroming minder noodzakelijk is gebeurd dit extensiever. Dit extensieve beheer wordt in het toekomstige waterplan uitgebreid. Tevens wordt in dit plan gekeken naar mogelijkheden voor waterconservering. Naast het beheer van bermen en overs zijn ook ecologische verbindingszones, ongeveer 175 poelen en een 25 tal vlinderweides aangelegd. Een deel van deze weides bevindt zich ook binnen de bebouwde kom. Kleinschalige projecten zoals het realiseren van vlinderweides wordt in samenwerking met diverse natuurorganisaties aangelegd. De ecologische verbindingszones volgen veelal de waterlopen. Momenteel zijn de Rips en de Peelse loop als ecologische verbindingszone aangelegd. Dit betekent onder andere dat poelen en natuurvriendelijke oevers zijn aangelegd en dat de beek meandert. De komende jaren probeert de gemeente de overige waterlopen eveneens als ecologische verbindingszone aan te leggen. Dit is afhankelijk van het budget. In totaliteit kan zo gezegd worden dat op zich alle kleine landschapselementen zoals houtwallen, singels maar ook bossen en het hele buitengebied natuurvriendelijk worden beheerd. Alle bermen zijn in het natuurvriendelijke bermbeheerplan opgenomen. Hiervoor is zelfs een ecomaaier aangeschaft. De bermen worden ook allemaal gefaseerd gemaaid. Ook zijn diverse ecologische verbindingszones langs wateren gerealiseerd. In de bebouwde kom wordt natuurvriendelijk beheer in mindere mate toegepast. Diverse plekken zijn wel daarvoor ingericht en er wordt naar gestreefd dit te doen waar het mogelijk is. Ook worden particulieren – binnen en buiten de bebouwde kom – ondersteund bij de aanleg van poelen en vlinderweiden. In percentages kan gesteld worden dat minder dan 25% van het groen in de gemeente natuurvriendelijk wordt beheerd.
De redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn meer ruimte voor flora en fauna scheppen. Daarnaast wil de gemeente het beeld voor de bewoner en recreant verbeteren. De diverse methoden van natuurvriendelijk beheer welke in de gemeente worden toegepast zijn onderstaand in overzicht gezet: 1 x maaien per jaar berm, bij zeer verschraalde gronden 2 x maaien per jaar berm Een keer in de 2 of 3 jaar maaien berm, afhankelijk van de voedselrijkdom en het doel Alle bermen gefaseerd maaien, bij elke maaibeurt blijft minimaal 1025% staan. Dit gebeurt zowel bij 1x, 2x als eens in de x jaar maaien. Maaien met cirkelmaaier, een maaizuigcombinatie met een ecokop. Al het maaiwerk wordt in eigen beheer uitgevoerd. De chauffeur heeft diverse cursussen gehad en is zeer bij het beheer betrokken Opbrengen voedselarme grond, bij vlinderweides wordt het profiel omgelegd. Gefaseerd maaien oever, niet in de schouwsloten , wel in een deel van de bermsloten. Wel de sloten in de wijken zelf en bij de poelen Aanleggen natuurvriendelijke oevers Beschoeiing verwijderen Geen chemische bestrijdingsmiddelen in het groen Selectief wordt op bestrating gespoten, af en toe ook borstelen en vegen Werkzaamheden in houtwallen en singels worden gefaseerd uitgevoerd Aanleggen ecologische verbindingszones, poelen en vlinderweides, hierbij is de vrijwilligersclub vrij actief. Zij krijgen soms ook een vergoeding voor hun werkzaamheden. Inzaaien met kruidenmengsels, voornamelijk bij de vlinderweides (zie figuur 4) De gemeente stelt bij het toepassen van het beheer algemene doelstellingen. Dit is meer ruimte voor flora en fauna bieden. Doelstellingen zijn zo niet specifiek soortgericht opgesteld. Dit omdat weinig tijd is om dit daadwerkelijk te monitoren. Als dat niet goed kan gebeuren heeft het ook weinig nut specifieke doelen op te stellen. Door zoveel mogelijk het maaibeheer per plaats jaarlijks op hetzelfde tijdstip uit te voeren zal de flora en fauna zich daarop gaan aanpassen. Bij de aanleg van natuurvriendelijke plekken ziet men vrij snel resultaat. De grondsoort werkt hier dan ook in het voordeel. Met name verschraling en inzaaien werkt hier prima. Binnenkort treedt het nieuwe bermbeheerplan officieel in werking. Dit betekent dat een nieuwe maaizuigcombinatie met ecokop is aangeschaft. De komende tien jaar is men zo ook verzekerd dat via het natuurvriendelijke beleid gemaaid wordt. De gemeente hoopt hiermee steeds betere resultaten te boeken. Met de watergangen wordt dit jaar gestart. Aan de hand van het waterplan hoopt men natuurwaarden te creëren en meer water vast te houden. Voor de kleine landschapselementen wordt doorgegaan met het ingezette ecologische beheer. Binnen de bebouwde kom probeert de gemeente het uit te breiden. Problemen en oplossingen De volgende problemen zijn in de gemeente aan de orde: Bermen worden bij het agrarisch gebied betrokken
Vuilstort in het ecologisch groen (vaak in het buitengebied) Bewoners spuiten bermen kapot, bermen worden kapot gereden, mest wordt over de bermen gespoten Geen draagvlak, soms onwetendheid, men vindt het beeld niet mooi De problemen zorgen voor een achteruitgang in het beheer. Soms moet men weer opnieuw beginnen. Men laat zich echter niet uit het veld slaan. Het beheer blijft gehanteerd zoals in het beheerplan beschreven. Als oplossingen zijn voornamelijk handhaving en het geven van voorlichting genoemd. Voor een handhavingtraject moet een standaard brief worden opgesteld voor overtreders. Duidelijk moet worden gemakt waarom het beheer wordt toegepast en wat niet gewenst is. Dit traject op stellen is vrij lastig maar heel belangrijk. Bij de ingenomen bermen worden deze teruggenomen en wordt het profiel omgelegd. Het zand moet aan het oppervlak liggen. Monitoring De gemeente voert zelf geen monitoring uit maar krijgt wel heel wat gegevens van andere organisaties. Daarbij wordt aan de poelenwerkgroep een onkostenvergoeding verstrekt. Deze werkgroep inventariseert alle poelen in de gemeente. Door het IVN wordt sedert lange tijd op een divers aantal plekken een vlinderinventarisatie gedaan. Ook is een clubje vrijwilligers aan het determineren van planten gegaan. Deze gegevens gebruiken zij zelf maar worden ook aan de gemeente doorgegeven. De gegevens welke zo in totaliteit binnenkomen worden gebruikt voor het toepassen van de flora en faunawet en om mogelijk het beheer iets aan te kunnen passen.
Figuur 4; vlinderweide
foto: dhr. M. de Greef
13. Goes De gemeente Goes is de enige Zeeuwse gemeente welke zich heeft opgegeven voor het project voorlichting bermen en oevers. De gemeente omvat zo’n 102 km² grondgebied en heeft 36.030 inwoners (www.zoekplaats.nl). Voor het onderzoek heb ik gesproken met de heer Kapoen. De heer Kapoen is al lange tijd bij de gemeente werkzaam en is beleidsmederker van de afdeling Stadsbeheer. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Goes geschreven) Natuurvriendelijk beheer In 1989 is in de gemeente Goes besloten te stoppen met het spuiten van verhardingen en groen. Vanaf die tijd is men zich steeds meer gaan leggen op het natuurvriendelijk beheren van het groen. Zo worden anno 2004 de bermen voor 100% natuurvriendelijk beheerd en de oevers voor 30%. De natuur in de stad is per wijk verschillend. De nieuwbouwwijken worden vaak wat moderner ingericht waarbij de vormen van het groen strakker moeten zijn. Hier wordt het dan ook niet toegepast. In de oudere wijken verschilt het nogal. Over het algemeen kan gesteld worden dat het oude centrum nauwelijks natuurvriendelijk wordt beheerd. Dit omdat een groot netheidaspect en een klassieke representativiteit hier door de politiek gewenst wordt. In de omliggende woonwijken wordt het meer toegepast. En in de buitengebieden wordt het veel toegepast. De belangrijkste redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn voor oevers het verminderde onderhoud van kunstmatige elementen zoals oeverbeschoeiing. Daarnaast speelt de uitstraling en de gedachte voor natuur een belangrijke rol. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn als volgt opgesomd: 1 x per jaar maaien berm 2 x per jaar maaien berm, in de wijken 1 x in de 4 jaar maaien berm, dit wordt in de recreatiegebieden Toegepast, waarbij delen bewust worden overgeslagen Gefaseerd maaien van bermen bij bosranden, waarbij 30-40% blijft staan Al het maaisel blijft een dag of 10 liggen tot het goed droogt en dan wordt het opgeruimd Aanleg van flauwe oevers. Dit is het belangrijkste aspect binnen het baggerplan. Hierbij worden alle oevers omgevormd tot natuurvriendelijke oever (voorbeeld zie figuur 5) Verwijderen of wegdrukken van beschoeiingen is een onderdeel van het baggerplan Eerste natuurvriendelijke oevers zijn pas 2 jaar geleden aangelegd, gefaseerd maaien van de oever wordt nog niet toepast. Toepassen van enkamatten bij natuurvriendelijke oevers. Een halve meter in het water, een meter op de oeverkant. Dit brengt met name bij venige stukken veel meer stabiliteit voor de oever en hechtingskansen voor planten. Bagger tijdelijk op de oever laten liggen Slootmaaisel/oevermaaisel laten liggen voor een aantal dagen Inzaaien Niet meer spuiten van groen en verhardingen Aanleg van vlinderweides
Voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden in de gemeente geen doelstellingen opgesteld. Men heeft een open verwachting. De toekomst van natuurvriendelijk beheer is gelijk aan hoe deze nu is. Wel zal het aantal natuurvriendelijke oevers enorm toenemen aangezien dit in het baggerplan is opgenomen. Veel oeverbeschoeiingen bestaan al 25 tot 30 jaar en zouden vervangen moeten worden. De keuze om dit natuurvriendelijk te doen is dan ook zeer positief. In totaliteit worden alle wateren waar geen woningen op aangrenzen omgevormd tot een natuurvriendelijke oever met enkamatten. De toekomst van natuurvriendelijk beheer staat niet ter discussie, veel mensen zijn er aan gewend. Met name mooie voorjaarsbloeiers zoals de pinksterbloem vindt men mooi. In het centrum blijft het onderhoudsniveau hoger. Het selectief spuiten van straten is sinds drie jaar weer terug. Daarvoor is tien jaar lang getest met borstelen, branden en schuim met heet water. Toch is men terug gegaan naar het selectief spuiten met Round-up. De verwachting is dat dit in de toekomst zal aflopen omdat het ongetwijfeld verboden zal worden. Problemen en oplossingen De gemeente komt over het algemeen weinig problemen tegen. Het bekende probleem, de mening van bewoners welke rondvliegend zaad van paardebloemen distels hekelen is hier ook aan de orde. Door de lange tijd dat men al met natuurvriendelijk beheer bezig is wordt dit wel steeds minder. Het klagen van boeren is door de nog steeds toegepaste distelverordening ook minimaal te noemen. Binnen het beheer worden geen problemen geconstateerd. Het beleid is er op aangepast. De problemen die er zijn hebben geen invloed op het toepassen van het beheer. In principe laat de gemeente zich daar niet door leiden. Het blijkt dat wanneer je helemaal niets doet dat dan wel veel wordt geklaagd. Als klachten binnenkomen voor een plek waar eerst weinig onderhoud werd gepleegd is de oplossing dit deel toch twee keer per jaar te maaien. Monitoring Door de gemeente zelf wordt geen monitoring uitgevoerd. In de gemeente Goes wordt dit wel gedaan door vrijwilligers van De Vlinderstichting, het IVN, het KNNV en diverse vogelwerkgroepen. Zij gebruiken deze gegevens alleen voor zichzelf. Naar de gemeente wordt hierover geen melding gedaan. De gemeente is ook niet van plan om zelf monitoring uit te voeren.
Figuur 5; natuurvriendelijke oevers
14. IJsselstein De gemeente IJsselstein is gelegen in de gemeente Utrecht, heeft 33.500 inwoners en een grondoppervlak van 21km² (www.zoekplaats.nl). Dit bestaat uit een relatief klein deel buitengebied en het binnen stedelijk gebied. Voor het onderzoek heb ik gesproken met mevrouw Breebaart. Zij is medewerker groen, milieu en ruimte. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente IJsselstein geschreven) Natuurvriendelijk beheer Sinds 2002 wordt in de gemeente gewerkt met een beeldkwaliteitsplan. In dit plan zijn drie onderhoudsniveaus voor het groen aangegeven. Onderhoudsniveau drie is extensief/ecologisch terwijl onderhoudsniveau één het formeel traditioneel onderhouden groen voorstelt. Dit wordt bijvoorbeeld in het oude centrum toegepast. Vanuit het beeldkwaliteitsplan zijn diverse plekken aangewezen voor extensief beheer. Waar mogelijk wordt het toegepast. Bermen worden niet meer standaard afgemaaid en zo begint men langzaam steeds meer natuurvriendelijk beheer toe te passen. Vooraf heeft een cultuuromslag bij de medewerkers moeten plaats vinden. Momenteel wordt steeds beter over het beheer gedacht. Over het algemeen kan gesteld worden dat meer natuurvriendelijk beheer wordt toegepast dan in de onderhoudspakketten is beschreven. Zomen worden gecreëerd en ongeveer 60% van de bermen en oevers wordt natuurvriendelijk beheerd. Dit geldt zowel voor binnen als buiten gebied. Op diverse grasvelden laat men delen staan en in een nieuwbouwwijk is een park met natuurvriendelijke oevers aangelegd. Op diverse plekken wordt bewust iets minder glad beheer toegepast. Of dit dan meteen natuurvriendelijk is, is lastig te zeggen. De oevers zijn momenteel nog veelal beschoeid. Veel van de beschoeiingen zijn aan vervanging toe. Daarvoor wordt dit jaar een werkplan geschreven. Hierin wordt beschreven – afhankelijk van de watergangen – dat bij vervanging natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Andere ecologische aspecten van de gemeente zijn o.a. te vinden in een aangelegde paddenpoel. Hier zijn ringslangen aanwezig en wordt ecologisch beheer toegepast. Voor het project Hollandse IJssel waaraan de gemeente meedoet is een ecologische werkgroep verbonden. Als wat gaat gebeuren is mevrouw Breebaart de contactpersoon voor de gemeente. De gemeente zal zich dan actief opstellen en binnen deze werkgroep bespreken wat in de gemeente mogelijk is op het gebied van water en oevers. Het totaalbeeld laat zien dat nog niet heel veel aan natuurvriendelijk beheer wordt gedaan. Het gebeurt op basis van waar het mogelijk is, daar wordt het toegepast. De gemeente merkt dat het geheel steeds beter tussen de oren komt. Dit biedt dan ook veel perspectief. Diverse delen worden natuurvriendelijk beheerd en men is zich bewust dat het anders moet. Deze omslag is al aardig gemaakt.
De redenen voor het toepassen van het beheer zijn een fraai beeld, de natuurbeleving en bewustwording. Het is ook van belang de jeugd bij het groen te betrekken. De toegepaste methoden van beheer zijn: 1 x maaien per jaar berm, alleen in het industriegebied, dit gebeurt uit oogpunt voor de kosten. Een mooi beeld is hier ook mindere noodzaak 2 x maaien per jaar berm, standaard met afruimen Gefaseerd maaien bermen, vanaf de laatste anderhalf jaar blijft bij elke berm – welke 2 x per jaar wordt gemaaid – 10% staan Aanleg van flauwe oevers (zie figuur 6) Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever Bagger tijdelijk op de oever laten liggen, op enkele plaatsen Rekening houden met het maaiseizoen, gebeurt maar niet heel bewust Gefaseerd snoeien Geen chemische bestrijdingsmiddelen in het groen, wel selectief op bestrating Bij project boomfeestdag samen met buitendienst vlinderstuiken aanplanten Aanleg van poelen Als natuurvriendelijk beheer wordt toegepast zijn niet echt doelstellingen verwoord. Het beeldkwaliteitsplan geeft wel het beeld van de onderhoudsniveaus aan maar dit is vrij algemeen verwoord. Door de gemeente wordt ook niet gemonitord waardoor het lastig is specifieke doelen op te stellen Of de doelstellingen snel bereikt worden is lastig te zeggen. Op het oog lijkt dit snel te gaan. Gemeten wordt dit niet. Zo zal de resultaatvorming heel divers zijn. De toekomst van natuurvriendelijk beheer ziet er voor de gemeente goed uit. Het beeldkwaliteitsplan is er. Nu is het doel de stad meer te laten aansluiten op het buitengebied. Dit moet gebeuren d.m.v. ecologische verbindingszones. De aanleg van oevers is een belangrijke ontwikkeling welke momenteel en voor een langere tijd gaande is. Dit is voor de natuur zeer positief te noemen. Problemen en oplossingen De gemeente kwam in 2002 bij de implementatie van natuurvriendelijk beheer één echt probleem tegen. Dit was de houding van de eigen medewerkers. Zij waren gewend aan het traditionele beleid. Dit heeft ervoor gezorgd dat het beleid minder snel van de grond kon komen. Ondanks dat heeft het verder geen invloed op het toe te passen beheer. Om de medewerkers positief te laten denken zijn diverse lezingen gehouden. Ook is een opzichter vrij fanatiek in het uitleggen van het verhaal. Samen met de werknemers is naar buiten gegaan en zijn projecten – zoals het planten van vlinderstruiken tijdens de boomfeestdag – georganiseerd. Interne communicatie heeft zo voor een groot deel geholpen als oplossing voor het probleem.
Monitoring Door de gemeente wordt zoals reeds eerder genoemd geen monitoring uitgevoerd. Wel zijn gegevens van scholen, het IVN en de vogelwacht beschikbaar. Zo wordt door scholen in samenwerking met het waterschap voor diverse wateren in de gemeente een inventarisatie uitgevoerd naar wat daarin leeft. Het IVN is bezig met een inventarisatie van de paddenpoel. De gegevens welke zo worden verkregen worden door de gemeente niet gebruikt. Dat monitoring wordt uitgevoerd wordt wel heel belangrijk gevonden. Daar moet echter tijd en geld voor worden vrij gemaakt. De gemeente zou monitoring graag willen toepassen, de vraag is alleen wanneer.
Figuur 6; aangelegde natuurvriendelijke oevers in IJsselstein
15. Maarssen De gemeente Maarssen bestaat uit een tweetal grote kernen en een viertal kleinere dorpen. De grotere kernen zijn Maarssedorp en Maarssenbroek. De kleinere dorpen zijn Oud Maarsseveen, Maarsseveen, Oud Zuilen en Tienhoven. In totaliteit heeft de gemeente een oppervlakte van 31 km² en 40.599 inwoners. Als scheidslijn door de twee grote kernen loopt het Amsterdam-Rijnkanaal. Ook slingert de rivier de Vecht door Maarssendorp. In het zuidwesten ligt de A2 als grens van de gemeente. In het noordoosten ligt het veenweidegebied waartoe een deel bij de gemeente behoort. Op vrijdag 28 mei heb ik om 10:30 een gesprek gehad met mevrouw Wierstra van de gemeente Maarssen. Mevrouw Wierstra is groenbeleidsmedewerker bij de gemeente. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Maarssen geschreven) Natuurvriendelijk beheer De gemeente heeft in 1996 een natuurbeleidsplan opgesteld. Vanaf toen is men natuurvriendelijk beheer structureel gaan toepassen. Als handvat voor de natuur zijn de vlinders als doelsoort gekozen. De aangewezen natuurvriendelijke plekken uit het beleidsplan zijn hoofdzakelijk alle verbindingsbanen welke door de stad lopen. Dit betekent dat veel doorgaande bermen en oevers als verbindingszone door de stad lopen. Ook bestaat een eind jaren tachtig geheel ecologisch aangelegde woonwijk. Dit is de wijk Zandweg Oostwaard. Vlakbij deze wijk is een essenhakhoutbos aanwezig en in de zuidwestkant aan de rand van Maarssen in een uitgestrekt parkgebied welke grotendeels natuurvriendelijk wordt beheerd. Hier zijn diverse natuurvriendelijke oevers aangelegd en zijn in het bosplantsoen vele inhammen gecreëerd. Voor het beheer gaat men uit van de vlinders. Toch wordt niet het gehele park voor vlinders beheerd. Dit omdat de functie van recreatiepark eveneens behouden moet blijven. Niet alle stukken kunnen zo natuurlijk worden ingericht. Het maken van verbindingen wordt als heel belangrijk gezien. Met name het Amsterdam-Rijnkanaal is een grote barrière. Zoals reeds genoemd zijn de bermen en oevers de belangrijkste natuurvriendelijk beheerde elementen in de gemeente. Deze vormen veelal de hoofdstructuren en daar wordt het meeste rendement voor de natuur uitgehaald. Toch kan in totaliteit worden opgemaakt dat 50% van het groen traditioneel wordt beheerd en de andere 50% natuurvriendelijk. Deze beheervormen zijn wel met elkaar verweven. Een voorbeeld is het park waar een intensief en extensief maaibeheer voorkomt. De oevers worden binnen het bestek van de bermen meegenomen en zo wordt 90% daarvan natuurvriendelijk gemaaid. 10% van het totaal blijft geklepeld. Naar inschatting wordt van het totaal aantal natuurvriendelijk beheerde bermen 10% gefaseerd gemaaid. Voor de oevers kan gesteld worden dat nog niet heel veel natuurvriendelijk is aangelegd. In de wijken bestaan diverse singelsloten. Bij reconstructie van deze singels worden de oevers omgevormd tot een natuurlijke over. Voor het buitengebied geldt dat dit voor 90% natuurvriendelijk wordt onderhouden met uitzondering van het groen in de kleinere dorpskernen.
In nieuwe woonwijken houdt de gemeente zoveel mogelijk rekening met het ecologische aspect. De reden voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer komt van oorsprong uit het beleid van de provincie. Daarin wordt gesteld dat de gemeenten verbindingsbanen moeten maken voor de natuur. Een ander meespelend aspect is de aantrekkelijkheid van de gemeente vergroten. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 1 x maaien per jaar berm, op enkele stukken 2 x maaien per jaar berm, standaard Een keer in de 2 of 3 jaar maaien berm, dit gebeurt bij de gefaseerde stukken Gefaseerd maaien van ongeveer 10% van de natuurlijk beheerde bermen Opbrengen voedselarme grond, op enkele plekken gedaan Aanleg van flauwe oevers, daar waar het kan (zie figuur 7) Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever, afhankelijk van de ruimte en het watervoerend vermogen Rekening houden met het maaiseizoen voor flora en fauna Inzaaien Transplantatie rode lijst soorten bij nieuwbouw Geen chemische bestrijdingsmiddelen in groen en op bestrating. De bestrating wordt geborsteld In de buitengebieden wordt gefaseerd knotwerk verricht Gefaseerd snoeiwerk (afzetten van de beplanting) Drijvende bakken met oeverbeplanting voor de kademuren toepassen In parkgebieden en bossen van de buitengebieden zomen creëren
Voor het natuurvriendelijk beheer worden soms doelstellingen opgesteld. Voor het algemeen groen is dit niet het geval. Wel wordt het beeld getoetst aan het natuurbeleidsplan. In enkele plannen wordt getracht streefbeelden op te stellen en daar wordt het beheer op aangepast. Echte evaluatiemomenten zijn niet standaard ingebouwd. Een echte evaluatie bestaat zo minimaal. Wel wordt zelf gekeken hoe het beeld van het plantsoen zich ontwikkelt. Als een plek anders beheerd wordt of natuurvriendelijk wordt aangelegd ziet de gemeente toch wel redelijk snel resultaat. Door enkele monitoringsroutes voor vlinders is op enkele plekken dit resultaat goed te zien. Voor de toekomst van natuurvriendelijk beheer geldt dat de plekken waar het wordt toegepast dit zo zal blijven. Het is momenteel behouden wat er is. Grote uitbreidingen van de stad zijn niet te verwachten. Mogelijk worden kleine delen uitgebreid. Daarbij wordt de ecologie door de gemeente in het oog gehouden. Problemen en oplossingen De problemen welke de gemeente tegenkomt bij het natuurvriendelijke beheer zijn: Geen eigen uitvoerende dienst. Het is lastig de aannemers goed aan te sturen. Een voorbeeld is het maaibeheer wat niet goed wordt uitgevoerd Draagvlak van bewoners Bebouwing gaat vaak ten koste van natuur
Deze problemen hebben niet echt een invloed op het toepassen van het beheer. Wel moet vooraf op sommige plekken goed de afweging worden gemaakt of het wordt toegepast. Het is niet overal even goed mogelijk. De oplossing voor het probleem met de aannemers worden gezocht in het nog meer betrekken van de aannemers en maaiers bij het verhaal. Zo worden ze uitgenodigd bij de jaarlijkse vlinderbijeenkomst. Daarnaast is het van belang het doel aan de aannemer duidelijk te maken. Dit kan door ze mee te nemen in het veld en alles vooraf goed in kaart te brengen. Ondanks alles moet goed rekening gehouden worden dat risico’s altijd kunnen bestaan. Het draagvlak van bewoners moet worden versterkt door het geven van voorlichting. Met betrekking tot het bouwen betekent dit dat de groenmedewerkers zich sterk moeten maken voor de natuur. Een goede argumentatie en het vaststellen van het beheer in plannen is essentieel. Monitoring In de gemeente zijn drie telroutes voor vlinders aanwezig. Dit zijn voor het beheer de doelsoorten en daar wordt dan ook naar gekeken. Af en toe bestaat ook een inventarisatie voor een project. De monitoring voor vlinders wordt door ongeveer vijftien tot twintig vrijwilligers uitgevoerd middels de methode van De Vlinderstichting. De resultaten van de monitoring worden gebruikt om te zien wat de gevolgen van het beheer zijn. Een van de vrijwilligers maakt een verslag en als blijkt dat iets opvalt dat door het beheer komt zal hier kritisch naar gekeken worden. Binnen de gemeente wordt niet alleen door de gemeente monitoring uitgevoerd . Diverse mensen en verenigingen doen vanuit de eigen interesse ook aan monitoring. Hier krijgt de gemeente eveneens de gegevens van.
Figuur 7; natuurvriendelijke oevers bij het gemeentehuis
16. Midden-Delfland (Maasland) Op donderdag 27 mei om 12:00 heb ik een gesprek gehad met de heer Kluiters en de heer Poot. De heer Kluiters is als teamleider groen en de heer Poot als voorman werkzaam bij de deelgemeente Maasland. De gemeente Midden-Delfland is op 1 januari 2004 ontstaan na een fusie van enkele gemeenten. Tot de nieuwe gemeente behoren de deelgemeenten Maasland, Schipluiden en Den Hoorn. Deze gemeenten vormen de drie kernen met nog een klein gehucht ’t Woud genaamd. Binnen de gemeente valt heel veel buitengebied. Dit zijn voornamelijk weilanden. Het grote reconstructiegebied Midden-Delfland behoort hier o.a. toe. De taak welke aan de gemeente Midden-Delfland is opgedragen betreft het weidegebied in stand te houden en recreatie voor de omliggende grote steden zoals Delft en Rotterdam in stand te houden. De structuur van de nieuwe gemeente is nog volledig in opbouw. Momenteel is men volop bezig het groen in de gemeente te inventariseren. Voor de gehele gemeente Midden-Delfland is het momenteel lastig aan te geven hoe daar beheerd wordt. Daarom is het onderzoek vooral toegespitst op de deelgemeente Maasland waar de heer Kluiters en de heer Poot werkzaam zijn. Deze deelgemeente heeft 6844 inwoners en een oppervlakte van 24km². De gemeente Midden-Delfland in haar geheel heeft 17.135 inwoners en 50 km² grondgebied. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Maasland geschreven). Natuurvriendelijk beheer Vanaf 1986 wordt in de gemeente natuurvriendelijk beheer toegepast. Het is zeer kleinschalig begonnen en vanuit de dienst zelf gekomen. De politiek is pas bij het beheer betrokken toen al wat leuke projecten waren opgezet. De gemeente Maasland was destijds een typisch agrarisch gemeente met een gemeentebestuur waar veel boeren in zaten. De tendens in de gemeenteraad was dat voordat iets kon gebeuren eerst een goed voorbeeld gegeven moest worden. Het kunnen tonen van reeds gelukte voorbeeldprojecten heeft toen goed gewerkt. Zolang het financieel mogelijk was is vanaf die tijd bij elke nodige omvorming dit op natuurvriendelijke wijze aangepakt. Voor een klein dorp kan gesteld worden dat veel aan natuurvriendelijk beheer wordt gedaan. Aan weerskanten van het dorp zijn groene noordzuidverbindingen aanwezig. Dit heeft geleid tot een ecologische zone welke om het dorp ligt. Door het dorp zelf is een blauwe slinger aanwezig. Onder het natuurvriendelijke beheer van de gemeente valt o.a. een sportpark. Het gehele park - buiten de speelvelden – wordt hier zo beheerd. In de gemeente zijn drie parken aanwezig. Deze worden min of meer natuurvriendelijk beheerd. Ook zijn enkele vlietlanden bij de gemeente in beheer. Dit zijn kleine stukken oude hooilanden. Deze zijn teruggevormd naar de oude situatie zodat ze een diversiteit aan soorten planten en dieren herbergen. In totaliteit wordt gesteld dat zo’n 80% van de bermen natuurvriendelijk in beheer zijn. Voor de oevers geldt een percentage van 40%. Heel veel oevers zijn vergraven. Enkele traditionele singels zijn er wel. Waar beschoeiing staat wordt standaard gemaaid tot aan de kant. Dit gebeurt vaak uit recreatief oogpunt. Het totale beeld in Maasland voor het natuurvriendelijk beheer in de bebouwde kom geeft zo’n 40% aan. Puur binnen de kern van het dorp is
nauwelijks ruimte voor dit beheer maar naar de randen toe wordt het steeds meer gehanteerd. Voor het grootste deel van het buitengebied geldt dat hier twee keer per jaar gemaaid wordt en afgevoerd Voor de andere kernen van de gemeente Midden-Delfland kan gesteld worden dat daar alles traditioneel beheerd wordt. In 1986 werd men het eens dat de bestrijdingsmiddelen teruggedrongen moesten worden. Dit was een van de redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Het was toen en is nu nog steeds van belang de achteruitgang in de diversiteit van flora en fauna te stoppen. Een andere belangrijke reden voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer is het creëren van zoveel mogelijk verbindingen. De methoden van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn onderstaand achtereenvolgens beschreven. 2 x maaien per jaar berm Gefaseerd maaien berm, 10% laten staan, dit gebeurt hoofdzakelijk door de eigen dienst binnen de bebouwde kom. Het is niet in het beleid opgenomen. Buiten de bebouwde kom zijn de bermen te smal om dit toe te passen Ondergrond wordt bij vergraving niet aangetast. Alleen de voedselrijke bovenlaag wordt afgehaald. Eraf is eraf en daar komt niets meer op. Het is al jaren de ervaring dat zo een goede ongestoorde grond blijft liggen. Aanleg van flauwe oevers Beschoeiing verwijderen Veel onderwaterbeschoeiing toepassen Gefaseerd maaien oever, heel wisselend, soms hier en daar stukken laten staan. De eerste maaibeurt blijft de moeraszone staan. Met de tweede maaibeurt wordt alles gemaaid Rekening houden met het maaiseizoen, ook voor het buitengebied, omdat het voedselrijke grond is begin juni maaien. Heel veel glanshaver is aanwezig. Men is blij als de verruiging tot stilstand komt. Inzaaien, met name vroeger moest men snel resultaat laten zien Bij de aanleg van oevers wordt zelf een eigen inheems zadenmengsel samengesteld. Dit wordt het maaslandmengsel genoemd en is geënt op de planten welke vroeger op een plek voorkwamen. Het zaad wordt zelf geoogst. Chemische bestrijding werd niet toegepast, er werd geborsteld. Door de fusie is het beleid echter samengevoegd en wordt op de verharding weer selectief gespoten. In het groen wordt nog heel sporadisch wat korrels gestrooid Gefaseerd snoeien Gefaseerd knotten Proberen een goede gelaagdheid in de begroeiing te krijgen Gekeken wordt welke beplanting het best in de omgeving past Kleinschalig gefaseerd bosrandenbeheer Voor het beheer zijn geen doelstellingen opgesteld. Voor de nieuwe gemeente moet nog een beleid worden gemaakt. In de oude gemeente stond het beleid niet echt op papier. Vaak is het in een klein dorp het geval dat beheer slecht op papier staat maar goed wordt uitgevoerd. Voor grotere gemeenten is dat vaak andersom. Dit betekent dat in de gemeente met name naar persoonlijk inzicht wordt beheerd. Het beheer
wordt van jaar tot jaar bekeken. Daarbij bestaat een algemeen beeld welke niet beschreven is. Soms worden resultaten snel behaald. Dit heeft vaak met de plek te maken. Middels kleinschalig beheer lijkt het beeld wat voor ogen is beter te behalen dan bij grootschalig beheer. Toch valt of staat het bereiken van het beeld bij de kennis welke in huis is. Het is vaak moeilijk in te schatten welk beheer precies goed is. Het voordeel van de gemeente Maasland is dat ze het groen binnen de kernen in eigen beheer hebben. Ook is redelijk wat kennis voor het beheer in huis. Buiten de kernen wordt door een hele kleine aannemer op regiebasis gewerkt. Dit is zo gemakkelijk aan te sturen. De toekomst van het beheer hangt puur af van de nieuwe organisatie. De gemeente krijgt een nieuw bestuur en nieuwe wethouders. Het is dan ook afwachten welk beleid gehanteerd gaat worden. De financiën spelen daar ook een grote rol bij. Voorlopig lijkt het natuurvriendelijke beheer zich goed te ontwikkelen. De gemeente Maasland maakt met haar kennis van het beheer al een kleine natuurvriendelijke slag richting Schipluiden en de andere deelgemeenten. Problemen en oplossingen De volgende problemen zijn onderscheiden: Bij de wegenbouw is het omroeren van de grond funest Een te kleinschalige oppervlakte is heel kwetsbaar Natuurvriendelijk groen tegen woningen aan heeft geen draagvlak Afval dumpen en grond storten in het groen Bezuinigingen, een voorbeeld is het verdwijnen van het borstelen en de opkomst van de chemische middelen Bovengenoemde problemen hebben af en toe invloed op het toepassen van het beheer. Zo is het wel eens gebeurd dat het bij nader inzien niet is toegepast in een woonwijk. Als oplossing voor de problemen kan allereerst gesteld worden dat vooraf goed gekeken worden waar het beheer wel en niet mogelijk is. Mogelijk kan een deel wel en een ander deel niet gedaan worden. Langs woningen en straten is het van belang om ongeveer een meter van de kant gewoon te blijven maaien Voor het dumpen van afval en grond is de oplossing wanneer men goed weet wie het gedaan heeft het afval of de grond terug te dumpen in de tuin. Dit heeft tot nu toe vaak geholpen. Monitoring Al vanaf 1986 wordt jaarlijks door de heer Poot en een collega op dagvlinders, planten in bermen en vogels gemonitord. Vanaf het begin is zo goed te zien dat veel meer soorten zich in Maasland hebben gevestigd. Het zijn voornamelijk algemene soorten welke zich uitbreiden maar ook de specifiekere soorten zoals - bij de vlinders - de eikenpage zijn aanwezig. Momenteel wordt naast de genoemde monitoring ook een inventarisatie uitgevoerd voor het nieuwe beheer. Het belang van monitoring is groot. Het laat goed het verschil zien tussen natuurvriendelijk en traditioneel beheer. Ook geeft het een beeld hoe mobiel de flora en fauna is. De gegevens worden hoofdzakelijk gebruikt om dit aan te tonen.
17. Mook en Middelaar De gemeente Mook en Middelaar is zo’n 18km² groot en heeft 7952 inwoners (www.zoekplaats.nl). De gemeente bestaat voor een overgroot deel uit buitengebieden. De enkele verspreid gelegen dorpen vormen in feite het ‘stedelijke’ gebied. In de gemeente zijn ook verschillende gebiedsoorten aanwezig. Zo bestaan een heggenlandschap, een stuwwallenlandschap, het maas/uiterwaardengebied, de mokerplassen, diverse weilanden en natuuroppervlakten binnen het grondgebied van Mook en Middelaar. Naast deze variatie bestaan ook diverse hoogteverschillen van –10m NAP tot +80m NAP. Op vrijdag 7 mei om 11:30 uur heb ik een telefonisch gesprek gehad met de heer van Raaij, beleidsmedewerker groen bij de gemeente Mook en Middelaar. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Mook en Middelaar geschreven). Natuurvriendelijk beheer De gemeente is al sedert dertig jaar geleden begonnen met het implementeren van natuurvriendelijk beheer. Vanaf 1990 is het ook daadwerkelijk in de beheerplannen opgenomen. Zo worden dan ook veel bermen natuurvriendelijk beheerd. Over de oevers kan weinig worden gezegd aangezien de gemeente geen waterpartijen of oevers binnen hun eigendom/beheer heeft. Dit wordt door andere instanties zoals het waterschap en het recreatieschap uitgevoerd. In totaliteit wordt zo ongeveer 25-30% van de bermen natuurvriendelijk beheerd. Dit betreft voornamelijk de bredere bermen en taluds. Deze worden 1 keer per jaar gemaaid en geruimd. De gewone bermen worden 2 keer per jaar geklepeld. De delen aan de kant van wegen worden zelfs vaker gemaaid omdat deze bij de wegconstructie behoren. De gemeente doet ook aan andere vormen van natuurvriendelijk beheer, zo worden sinds lange tijd geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt. Ook worden de plantsoenen zoveel mogelijk natuurvriendelijk beheerd. Daarnaast worden de wat grotere groenelementen van 30 are tot een halve hectare ook natuurvriendelijk beheerd. Hier laat men de kruidachtigen en soorten zoals brem goed groeien. Daarbij wordt 1 keer of 1 keer in de drie jaar selectief gemaaid. Doel in het heggenlandschap is een zo natuurlijk mogelijke onderbeplanting te creëren. In het stuwwallengebied en bij de enclaves landbouwgronden staat veelvuldig sleedoorn en worden de bosranden natuurvriendelijk beheerd. Ook kan vermeld worden dat de gemeente veelal alleen met inheemse plantensoorten werkt, wat een positief effect op de natuurlijkheid heeft. Zo wordt al 30 jaar bij landschappelijke beplanting rekening gehouden met de natuur. De redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer komen vooral uit de overtuiging dat het belangrijk is. Het natuurlijke beeld is heel belangrijk. De belangrijkste vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm 1 x per 3 jaar maaien berm Gefaseerd maaien, voornamelijk bij enkele natuurtaluds rondom sportparken. Hier wordt 1 x per 3 jaar pleksgewijs gemaaid. Daarnaast worden de maasheggen 1 x in de 5 jaar gefaseerd afgezet. Over de oevers kan niets gezegd worden daar deze niet in het beheer zijn
Rekening houden met maaiseizoen Begrazingsprojecten Inzaaien, met name de oude afvalstortplaats Onderbeplanting stimuleren Geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken Gelaagdheid stimuleren Alleen nog maar inheemse beplanting toe passen Voor het toepassen van het beheer worden geregeld doelstellingen opgesteld. Voor de bermen geldt dit minder, hier wordt het algemene natuurdoel nagestreefd. Met name voor het stuwwallen- en het heggenlandschap vindt men het van belang vooraf doelstellingen te bepalen. Voor de stuwwallen is dit het streven naar biotopen voor diverse hagedissen en andere reptielsoorten. Door dit na te streven wordt eveneens een goede natuur voor vlinders en andere dieren geschept. Door middel van steppingstones zijn deze gebieden met enkele heidegebieden aangesloten. Voor het Heggengebied is men van plan doelstellingen op te stellen maar daarbij wordt de hulp ingeschakeld van de IVN. Zij gaan namelijk inventarisaties uitvoeren en vanuit dat punt kunnen doelen worden opgesteld. Voor de rest van de groenelementen bestaan geen inventarisatiegegevens. Zodoende is het lastig doelen op te stellen, daarom werkt men op die plekken gevoelsmatig. In ieder geval worden de doelstellingen welke voor de hagedissen en reptielsoorten zijn opgesteld snel behaald. Voor de toekomst hoopt men dan ook het huidige beleid voort te kunnen zetten en met name door inventarisaties meer doelstellingen aan gebieden te kunnen geven. Men hoopt vooral meer vrijwilligers erbij te betrekken om deze inventarisaties uit te voeren. Financieel gezien zal de druk steeds groter worden. Aan de hand van het vaker stellen van doelen moet gekeken worden welk beleid met beste bij het budget past en wat zo natuurvriendelijk mogelijk is. Zo wordt zoveel mogelijk naar alternatieven gezocht. Dit heeft al geleid tot het vaker toe passen van begrazing in plaats van maaien en afvoeren. Maar als de financiele druk verder wordt opgevoerd dan zal het natuurvriendelijke beheer de strijd uiteindelijk verliezen. Maar daar hoopt men niet op. Problemen en oplossingen De problemen welke de gemeente is tegengekomen zijn de volgende: 1. De stortkosten van het maaisel zijn zeer hoog 2. Boeren hebben het niet op distels en kruidensoorten, desnoods maaien ze de bermen zelf 3. In het begin moet echt gezocht worden naar welke beplanting men graag wil hebben. Vaak gaat het mis en gaat een bepaalde begroeiing overheersen. Het beheer van natuurvriendelijk beheer is zo lastiger dan wanneer men traditioneel beheer voert waarbij men zich gewoon aan de standaard kan houden. Bovenstaande problemen kunnen van invloed zijn op het wel of niet toepassen van natuurvriendelijk beheer op sommige plaatsen. Toch worden enkele oplossingen aangedragen. Zo kan het probleem van te hoge stortkosten op sommige plaatsen opgelost worden door begrazingsbeheer toe te passen. Financieel gezien is dit goedkoper. In de gemeente Mook en Middelaar staat dit nog in de beginfase maar men hoopt er goede resultaten mee te behalen. Het probleem met de distels kan bijna alleen worden opgelost door de distels uit te maaien. Soms doet de gemeente dit, maar een betere oplossing is door de gemeente gevonden door dit uit te laten voeren door
vrijwilligers van het IVN. Mocht dit niet gaan dan is de enige oplossing het geheel te maaien. Voor het beheer is de enige oplossing het betreffende gebied aan te pakken en opnieuw te beginnen waarbij de gehele bovenlaag verwijderd dient te worden. Het nadeel van deze methode zijn de kosten. Monitoring Zoals reeds gezegd wordt samengewerkt met het IVN om monitoring uit te voeren. De gemeente zelf ontbeert de tijd om met de monitoring zelf aan de slag te gaan. Alleen tijdens het opstellen van het landschapsplan is inventarisatie uitgevoerd voor de accentgebieden welke in dit plan werden beschreven. Het contact met het IVN is zeer nauw te noemen en de resultaten van hun inventarisaties worden gebruikt voor diverse plannen en om de doelstellingen voor de gebieden op te stellen. Ook resultaten van De Vlinderstichting worden gebruikt voor het beheer. Tevens zijn diverse vrijwilligers actief op dit gebied maar daar zijn de gegevens niet van bekend. De gemeente zou dan ook graag willen dat iedereen die aan monitoring in de gemeente doet de resultaten met de gemeente wil delen. Het blijkt vaak dat dit niet gebeurt en dat is eigenlijk zonde te noemen.
18. Nieuwegein De gemeente Nieuwegein heeft 62.005 inwoners en een grondgebied van 32km². De gemeente ligt ingesloten tussen de rivier de lek en de snelwegen A2 en A27. Nieuwegein betreft voornamelijk de binnenstad en een klein buitengebied. In dit buitengebied wordt veel gebouwd en dat wordt dan ook steeds kleiner. Voor het onderzoek heb ik telefonisch gesproken met mevrouw Tollenaar en de heer Koning. Mevrouw Tollenaar is adviseur milieucommunicatie bij de gemeente en de heer Koning is werkzaam bij het Milieu Educatief Centrum (MEC) van de gemeente. De heer Koning heeft de workshop van De Vlinderstichting gevolgd. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Nieuwegein geschreven) Natuurvriendelijk beheer Sinds 1985 is begonnen met het beheer van natuurvriendelijke watergangen. Vanaf die tijd is men natuurvriendelijk beheer steeds meer gaan toe passen. Men is begonnen met minder te maaien en op een divers aantal plaatsen is geprobeerd ervaring op te doen en de inwoners langzaam te laten wennen aan het beheer. Momenteel worden alle bermen en watergangen natuurvriendelijk beheerd. Dit betekent echter niet dat ook alle oevers natuurvriendelijk zijn aangelegd. Een aantal jaar geleden is een uitgebreid onderzoek naar beschoeiingen gedaan. Daarbij was van belang voor ogen te krijgen wat de gemeente wil en wat het kost. Zodoende is een intern leerproces op gang gekomen. De komende tijd worden veel beschoeiingen verwijderd. Daar waar mogelijk worden flauwe oevers aangelegd. De doelstelling is om het zoveel mogelijk toe te passen als de ruimte er voor is. De natuurvriendelijke groenelementen zijn voornamelijk projectmatig ontwikkeld. Zo zijn twee paddenpoelen gegraven en is bij een bedrijventerrein rekening gehouden met de ecologische aspecten. Ook wordt de aanleg van een ecologische groenstrook langs de A12 genoemd als nieuw ecologisch project. Ook worden bestekken vooraf vaak overhandigd aan het IVN of KNNV zodat zij een kritische ondersteuning vormen en een oordeel over de plannen kunnen geven. Waarom de gemeente natuurvriendelijk beheer toepast heeft voornamelijk te maken met het enthousiasme van enkele werknemers hiervoor. Zij vinden dat de kwaliteit van de leefomgeving moet toenemen. Het plan Sein op Groen is een aantal jaren geleden voor de natuur geschreven. Deze is echter - o.a. door reorganisaties - in de kast komen te liggen. Onlangs is wel weer naar het plan gekeken en hoopt men de hierin genoemde natuurdoelstellingen waar te maken. De toegepaste beheervormen voor de natuur zijn de volgende: 1x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Inzaaien Aanleg van flauwe oevers Beschoeiing verwijderen waar mogelijk Ecorollen voor de oever aanbrengen Gefaseerd maaien oever Bagger tijdelijk op de oever laten liggen Rekening houden met het maaiseizoen i.v.m. broedseizoen Niet meer spuiten groen Niet meer spuiten bestrating Begrazing Schotse hooglanders bij ecologische groenstrook A12
Aanleg poelen Doelstellingen worden bij het beheer niet toegepast. Het beheer is momenteel nog niet echt van de grond en er bestaat nog geen vaststaand beleid. Het is de bedoeling bij het oppakken van het plan Sein op groen dit weer op te halen en als visie te gebruiken De toekomst van natuurvriendelijk beheer in de gemeente is niet altijd even zeker. Het hangt sterk af van de bezuinigingen. Deze leiden tot onzekerheid. De wil bij de medewerkers bestaat voor het natuurvriendelijk groen zeer zeker. Het beheer moet echter concurreren met het traditionele groen. Daarbij moet intern een slag geslagen worden. Wel is het zo dat het hoofd van de afdeling voor de natuurvriendelijke kant is. Problemen en oplossingen De onderstaande problemen zijn in de gemeente aan de orde; Het maaien wordt niet uitgevoerd zoals gewild. Een opdracht naar de aannemer wordt niet natuurvriendelijk uitgevoerd Draagvlak bevolking Reorganisaties hebben nadeel op de beleidsplannen Sommige problemen hebben invloed op het toepassen van het beheer. De overdracht naar uitvoerders heeft daarbij de grootste invloed. Zij kunnen in één keer het beleid op een plek jaren terugwerpen, of zelfs laten verdwijnen. Een oplossing om iets tegen de aannemers te doen is lastig. De optie is te korten op de opdracht of de betaling. Voor het draagvlak van de bevolking is het belangrijk alert te zijn hoe zij op het beheer reageren. Dit dient door monitoring naar voren te komen. Het overleg met natuur en milieugroepen gaat steeds beter en zij vormen een belangrijke schakel. Dialoog met de bevolking is belangrijk. De wethouder wordt daarbij vaak betrokken. Zo is het een heel proces dat gaande is. Monitoring De gemeente voert zelf geen monitoring uit. Diverse NME groepen in de gemeente zelf wel. Voor de toekomst hoopt de gemeente contacten te leggen met deze NME groepen. Een samenwerking is belangrijk want de informatie is er. Ook voor de voorlichting is het goed de resultaten te kunnen gebruiken. Tot nu toe gebruiken deze groepen de resultaten voor zichzelf. Enkele gegevens welke de gemeente wel heeft gekregen worden gebruikt voor een bedrijven terrein om te kijken of de maatregelen aanslaan. Ook gebruikte een ecoloog bij de ecozone aan de A12 gegevens van de vogelwacht.
19. Oisterwijk De gemeente Oisterwijk is gelegen in Noord-Brabant. De gemeente heeft 25.326 inwoners verdeeld over een drietal kernen (www.zoekplaats.nl). Dit zijn Oisterwijk, Moergerstel en Heukelom. Het buitengebied bestaat uit veel bossen en een uitgestrekt weidegebied. Een groot deel van de bossen is overgedragen aan natuurmonumenten en het Brabants landschap. Een aantal zijn nog in eigen beheer en bezit. Het totale grondoppervlak van de gemeente omvat zo’n 65 km². De overheersende grondsoort is zandgrond en lemig zand. Door de dorpen kruisen twee riviertjes welke een belangrijke ecologische schakel vormen. Dit zijn de voorste stroom en de achterste stroom. Op woensdag 26 mei heb ik om 15:30 gesproken met de heer van Dijk. De heer van Dijk is beleidsmedewerker bij de afdeling gemeentewerken. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Oisterwijk geschreven) Natuurvriendelijk beheer De gemeente is al geruime tijd bezig met natuurvriendelijk beheer. Dit zal zeker al zes jaar zijn, misschien zelfs langer. Binnen de gemeente wordt veel natuurvriendelijk beheer toegepast. Zoveel als mogelijk is. Daarbij is de tijd de beperkende factor anders zou nog veel meer gedaan kunnen worden. Ideeën bestaan in overvloed. De totale inschatting is dat binnen bebouwde kom zo’n 40% en misschien wel meer natuurvriendelijk wordt beheerd. Het buitengebied wordt geheel natuurvriendelijk beheerd. Dit is ook vrij groot. Als het buitengebied samen met het binnengebied zou worden gezien zal gauw 70 – 80% van het groen in de gemeente natuurvriendelijk worden beheerd. Voor de uitvoering van het landschapsbeleidsplan zijn en worden in het buitengebied diverse kleine projecten uitgevoerd. Daarbij worden de bewoners zelf ook betrokken. Zo waren vorig jaar vijftig deelnemers actief bij het project betrokken. De projecten welke worden uitgevoerd zijn o.a. het aanleggen van poelen, erfbeplantingprojecten en het werken met fruitbomen. Voor alle bermen, sloten en terreinen geldt een ecologisch beheer. Daarbij worden vaak twee maaibeurten gehanteerd. De 1e keer wordt alleen de eerste meter gemaaid voor de verkeersveiligheid. Bij de 2e maaibeurt wordt het hele vlak gemaaid. De maaibeurten zijn zo gericht en afgestemd op verschraling. Een aantal (bloemrijke)bermen wordt daarvoor ook gemonitord door het IVN. Daarbij kan het best bepaald worden wanneer gemaaid moet worden. Alle bermen worden gefaseerd gemaaid en het maaisel blijft tien werkdagen liggen. De laatste twee jaar hebben een aantal omvormingen plaats gevonden. De exoten zijn op diverse plekken vervangen voor inheemse beplanting of kruidenbermen of voor gazon. De oudere plekken met heesters worden vaak opgeplant met inheems bosplantsoen. Ook zijn braakliggende terreinen vergraven en is een klein Ecoparkje gemaakt. Daarbij zijn poelen gegraven, vlinderstruiken aangeplant en is het geheel ingezaaid. In het dorp zijn twee Europees gesubsidieerde projecten. Deze zijn bij de voorste en de achterste stroom uitgevoerd. Bij de voorste stroom is een natuurbos aangelegd. Bij de achterste stroom zijn een meandering, een ecologische brug, diverse poelen en overstromingsvlakten aangebracht
Door de stad en het buitengebied zijn alle doorgaande structuren (lijnstructuren) ecologisch ingericht. Laanstructuren zijn met inlandse boomsoorten beplant. Langs stromen, het treinspoor, langs doorgaande wegen zijn ecologische plekken aangelegd waar de bermen breed genoeg zijn om iets te kunnen realiseren. Al deze structuren zorgen voor de verbindingselementen van natuur binnen en buiten de stad. Zoals reeds genoemd worden de bermen en oevers voor 100% natuurvriendelijk beheerd ( zie figuur 8 als voorbeeld). Daarbij moet voor de oevers wel vernoemd worden dat bij de schouwsloten dit niet het geval is. Het geldt wel voor de oevers binnen bebouwde kom, de stromende wateren en de poelen. De schouwsloten moeten voldoen aan de schouwplicht. Dit betekent dat deze sloten één maal per jaar geheel worden gemaaid. Oisterwijk is omringd door natuur. Het is van belang dit de bewoners te laten beseffen. Zo wordt de natuur doorgetrokken in de stad. Het natuurvriendelijk beheer heeft eveneens een belangrijke educatieve functie. Daarnaast is de verbindende natuurfunctie een belangrijke compensatie voor de bouw. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Gefaseerd maaien berm, standaard voor alle bermen jaarlijks 10-20% laten staan Maaisel tien dagen laten liggen voor het wordt afgeruimd, standaard Afgraven bovengrond Aanleg van flauwe oevers, gebeurt heel veel Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever, bij poelen Gefaseerd baggeren Bagger tijdelijk op de oever laten liggen, heeft meer met gewicht te maken Rekening houden met het maaiseizoen, zoveel mogelijk Inzaaien Gefaseerd snoeien, vooral bij bosplantsoen Zomen creëren Keuze van boomsoort zoveel mogelijk op de omstandigheden aanpassen Geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen Toepassen schapenbegrazing op de grote terreinen ook binnen bebouwde kom, op een groot aantal plekken toegepast. Een aanzienlijk oppervlak wordt zo beheerd Bij begrazing stukken (zo’n 10 - 20%) uitrasteren, met name tegen oevers of bosranden zodat een zoom ontstat Schapen worden af en toe ingezet bij het dunnen in de bossen. Zoveel mogelijk verbindingen maken Bewoners betrekken Poelen graven Ecologisch bosbeheer Bij het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden doelstellingen opgesteld. Het wordt niet voor alles gedaan maar voornamelijk voor aanleg in projectvormen. Bijvoorbeeld op natuurbouwlocaties. Daarbij is in het beleid opgenomen welk doeltype behaald moet worden. Bij omvorming van groenvakken gebeurt dit niet. Daar wordt naar een
algemeen totaalbeeld gestreefd. Wel is het doel het groen zoveel mogelijk aan elkaar te koppelen. De opgestelde doelen worden over het algemeen vrij snel behaald. De toekomst van het beheer is blijvend positief te noemen. Het is wel een stap voor stap proces wat op den duur resultaten laat zien. Problemen en oplossingen Het draagvlak van de bewoners wordt soms als een probleem ervaren. Ook gaan bouwprojecten altijd voor natuur. De genoemde problemen hebben invloed op het toepassen van het beheer. Het blijkt echter dat veel communicatie vaak de problemen kan oplossen. Vaak weet men weinig van het groen. Acceptatie komt vaak na een goede uitleg. Als dit niet gebeurt dan blijven bewoners klagen. Wel moet goed rekening gehouden worden dat het groen mooi moet zijn en dat op sommige plekken het niet valt toe te passen. Ook moet een bepaalde rust bestaan in het groen. Het kan niet overal toegepast worden Met betrekking tot het bouwen trekt de natuur vaak aan het kortste eind. Het is dan ook van belang te zorgen voor een compensatie voor de bouw. Het is van belang het knelpunt om te draaien. Dit kan door op de plek waar gebouwd wordt ook wat moois voor de natuur te maken. Monitoring Voor de gemeente wordt door een werkgroep van het IVN op een aantal locaties en diverse keren per jaar een monitoring uitgevoerd. Momenteel gebeurt dit voor het begrazingsproject. Men wil hierbij zien wat het verschil is tussen begrazing en het maaien met afvoeren. Naast deze monitoring wordt bij elk project vooraf een inventarisatie uitgevoerd. Het doel van de monitoring is de gegevens te gebruiken om het beheer te evalueren en mogelijk aan te passen. Ook kan het goed worden gebruikt bij de communicatie.
Figuur 8; bloemrijke oeverkanten
20. Ommen Ommen is in feite een kleine plaats met 16.876 inwoners maar met een grondoppervlak van 181 km² (www.zoekplaats.nl). Dit omvat zowel de stad zelf met enkele nieuwbouwwijken, heel veel bosgebied, het vechtdal en de omliggende landbouwgronden. Op Maandag 10 mei om 11:00 uur heb ik een gesprek gehad met de heer Bakkenes van de gemeente Ommen. De heer Bakkenes is werkzaam al medewerker openbare werken. Zijn werkzaamheden liggen bij het totale beheer, beleid en inrichting van het groen in de gemeente. Voor dit groen beleid is hij ook de enige medewerker. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Ommen geschreven) Natuurvriendelijk beheer Natuurvriendelijk beheer wordt vanaf 1998 steeds meer in de gemeente toegepast. Met name de komst van de heer Bakkenes als groenmedewerker heeft geleid tot meer inbreng van de natuurvriendelijke kant. Het zwaartepunt van het natuurvriendelijk beheer ligt binnen de bebouwde kom. Hier bestaat zo’n 8 ha. aan natuurvriendelijk beheerde gazons (ecogras), voor 16 ha. bosplantsoen met een verschralingsbeleid, daarnaast wordt veelal met inheems materiaal gewerkt. Binnen de bebouwde kom zijn nauwelijks bermen aanwezig. Dit wordt als ecogras of gazon gezien. Buiten de bebouwde kom worden bermen regelmatig geklepeld. Voor de oevers wordt gesteld dat ongeveer 20% natuurvriendelijk is aangelegd. Het totale natuurvriendelijke groen binnen Ommen wordt zo op 20-25% geschat. De belangrijkste redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn: de belevingswaarde verhogen en de educatieve waarde van het groen stimuleren. Het is echter per wijk verschillend hoe het wordt toegepast. Met name in nieuwbouwwijken worden veel natuurvriendelijke groenstukken gecreëerd. Hier wordt eveneens gewerkt met wadi’s en helofytenfilters. Met name bij de gazons zijn veelal duidelijke overgangen gecreëerd tussen strak gemaaid gazon en ecogras. Het strakke gazon ligt vaak aan de gebruikskant, bijvoorbeeld bij wandelpaden. Het ecogras is op de minder intensief gebruikte plaatsen gesitueerd. De natuurvriendelijke beheermethoden welke worden toegepast zijn de volgende: 1 x per jaar maaien ecogras , het maaibeleid wordt 1 of 2 maal toegepast afhankelijk hoe de beplanting er voor staat. 2x maaien per jaar ecogras, het maaibeleid wordt 1 of 2 maal toegepast afhankelijk hoe de beplanting er voor staat. Opbrengen van voedselarme grond, de ondergrond is al zand maar bij nieuwe inrichting wordt de minst voedselrijke grond bovenop gelegd. Aanleg flauwe oevers, als er geld voor is of bij een herinrichting, veelal bij nieuwbouwwijken. Beschoeiing verwijderen, komende zomer wordt 22 ha vijvers uitgebaggerd, daarbij worden mogelijk enkele op het zuiden gelegen oevers natuurvriendelijk aangelegd met 1:5 taluds. Gefaseerd maaien van de oever, jaarlijks blijft een 10-20% staan om de fauna kans te geven zich te blijven ontwikkelen Rekening houden met maaiseizoen Veelal wordt gemaaid met een schotelmaaier, op 12cm hoogte. 2 x per jaar uitmaaien bosplantsoen
Houtsnippers worden aan de burger gegeven i.p.v. als verrijking te dienen in het plantsoen. Er wordt niet gespoten, alleen selectief op de verhardingen Toepassen inheems plantmateriaal Aanleg wadi’s en helofytenfilters Voor het beheer zijn niet echt doelstellingen opgesteld. Dit wil men wel maar daar zijn inventarisatiegegevens voor nodig. Momenteel wordt een werkgroep gevormd welke zich hiermee gaat bezighouden. Men probeert zoveel mogelijk natuurvriendelijk beheer toe te passen, maar een echte visie is nog niet ontwikkeld. Wel zijn enkele aanbevelingen in het groenstructuurplan opgenomen. De toekomst is om blijvend met natuurvriendelijk beheer door te gaan mede omdat het maatschappelijk gezien van belang is. Het moet echter wel in visies worden opgenomen. De hoeveelheid natuurvriendelijke oevers zal in ieder geval worden uitgebreid, met name door de toekomstige baggerplannen. Problemen en oplossingen De problemen welke de gemeente tegenkomt zijn de volgende: 1. Natuurvriendelijk beheer maakt emoties los bij burgers. Bijvoorbeeld de paardebloemen welke zaden geven. Bewoners klagen omdat ze last hebben van een allergie. Dit kan echter net zo goed van de berk zijn of van andere planten. Ze zien echter wat voor de deur staat en reageren daar op 2. de stortkosten van maaisel zijn enorm hoog 3. bezuinigingen Deze problemen hebben een lage invloed op het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Het moet als een soort spel gezien worden. De ene keer lever je wat in, de andere keer vorm je weer wat om. Het is met name van belang goed in het oog te houden dat het draagvlak blijft. Emoties veranderen is ook niet mogelijk. Je moet je kunnen inleven maar toch ook goed bij je standpunten blijven en je rug recht kunnen houden. Wat van belang is, is dat het beeld mooi blijft. Zo moet zwerfvuil ten allen tijden worden verwijderd, het heeft niets met het groen te maken. Voor bezuinigen bestaan geen oplossingen, voor de maaiselproblematiek bestaat een bekend alternatief en dat is het maaisel als voer voor paarden gebruiken. Om oplossingen te verzinnen moet je heel creatief zijn en dat kost zeer veel tijd. Monitoring Momenteel wordt in de gemeente niet aan monitoring gedaan. Dit wordt wel opgestart. Samen met de Stichting Natuurbehoud Noord-oost Overijssel (SNNO) wordt de vlinderwerkgroep Hardenberg/Ommen ingezet om binnen de ecogazons en het bosplantsoen te inventariseren wat daar groeit en bloeit. Ook de Imkervereniging en SOVON zijn organisaties welke de gemeente van informatie voorzien. Alle inventarisatiegegevens laten zien of het beheer voldoende wordt uitgevoerd. Zo kunnen doelsoorten in de gebieden worden aangewezen. Met de gegevens kunnen visies worden opgesteld en kan het beheer optimaal worden afgestemd. Een ander doel is, om zo aan de politiek te laten zien waar je mee bezig bent.
21. Rijswijk (Z-H) Deze gemeente is gelegen in Zuid-Holland nabij Den Haag en heeft 48.798 inwoners. Daarnaast is het grondoppervlak van de gemeente zo’n 18 km² groot (www.zoekplaats.nl). Op maandag 3 mei had ik om 9:00 een gesprek met de heer Slegten. De heer Slegten is ecologisch beheerder van de gemeente Rijswijk. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Rijswijk geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente Rijswijk vindt op zeer beperkte schaal natuurvriendelijk beheer van bermen en oevers plaats. De voorganger van de heer Slegten was er wel vrij veel mee bezig geweest. Op een aantal plaatsen liet hij verruiging toe. Maar hij was in feite de enige persoon in de gemeente die dat deed. Het is dan ook niet in het beleid opgenomen. Na het verdwijnen van deze medewerker is eveneens het natuurvriendelijk beheer verdwenen. De heer Slegten probeert het echter weer een beetje terug te brengen. Door zijn interesse wordt spontane ontwikkeling op diverse plekken toegelaten. Voornamelijk op achteraf gelegen plekken waar niemand zich veel om zal bekommeren. In totaliteit wordt zo’n 5% van de bermen en 10% van de oevers natuurvriendelijk beheerd. Andere elementen worden nauwelijks natuurvriendelijk beheerd. Wel wordt op diverse plaatsen rekening gehouden met het broedseizoen en het tijdstip van baggeren. Het weinige natuurvriendelijke beheer wordt wel op diverse wijzen uitgevoerd. Zo wordt zowel 1x als 2x maaien per jaar als maaischema aangehouden. Daarnaast is hier en daar - met name langs de Schaapweg welke als ecologische verbindingsroute tussen Den Haag en Delft fungeert – een flauwe oever aangelegd. Bagger wordt even op de oever gelegd en het gefaseerd baggeren wordt langzaamaan ingevoerd. Daarnaast wordt sporadisch rekening gehouden met het maaiseizoen, bijvoorbeeld voor wespen. Kortom wordt natuurvriendelijk beheer weinig gehanteerd. Sinds 15 jaar geleden is ecologie wel wat meer in de picture gekomen.De belangrijkste plekken waar natuurvriendelijk groenbeheer wordt toegepast zijn in de natuurtuin in het Wilhelminapark, de vlindertuin, in een aantal parken, langs de landgoederenzone en aan de buitenranden van Rijswijk. Bij het toepassen is het noodzakelijk doelen te stellen, maar er moet goed gekeken worden naar wat de mens gebruikt. De heer Slegten is van mening dat het nooit mag worden doorgedrukt terwijl het op die plek geen zin heeft of overlast bezorgd. Het groen is voor de mensen om te gebruiken en dat moet vooral bij doelstellingen niet uit het oog worden verloren. De vormen van natuurvriendelijk beheer zijn: 1 x maaien per jaar berm, langs de Vredenburgerweg i.v.m. met speciale wespen 2 x maaien per jaar berm Aanleg van flauwe oevers, hier en daar Gefaseerd maaien oevers Gefaseerd baggeren, moet nog vorm krijgen Rekening houden met het maaiseizoen, bijvoorbeeld voor wespen Inzaaien
De doelstelling is ook het plaatje van een ontwerper. Vaak wordt echter maar weinig aan het beheer gedacht. De doelstellingen worden dan ook vaak niet gehaald. Een andere factor daarbij is dat in Rijswijk kleigrond in de ondergrond overheerst. Dit brengt niet de ultieme standplaatsen welke voor natuurvriendelijk beheer nodig zijn om een mooi aangezicht te krijgen. De toekomst van het natuurvriendelijk groenbeheer in de gemeente Rijswijk lijkt alleen in de handen van de heer Slegten te liggen. Hij is de enige medewerker die zijn interesse daarvoor wil doorvoeren in beleid. De rest van de medewerkers interesseert het weinig. Het lijkt hem dan ook een illusie om natuurvriendelijk beheer midden in de stad door te voeren. Mede omdat bij natuurvriendelijk beheer de kans op afval en de aanwezigheid van heel veel muggen in sloten voor problemen zal zorgen. De buitengebieden en parken zullen de enige plekken blijven waar dit als minder hinderlijk en daardoor toepasbaar zal wordne gezien. Hij probeert middels een te schrijven onderhoudsplan er voor te zorgen dat meer verruigingsgebieden worden aangewezen. Dit zullen voornamelijk de vlakken zijn en blijven waar weinig om te doen is. Hij probeert daarbij voornamelijk op het zuiden gelegen vakken te betrekken in het beheer. Daarnaast verwacht hij dat binnen de landgoederenzone een aantal natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Dit in navolging van de gemeente Den Haag. Het algemene principe is echter om het daar waar het overlast kan bezorgen het niet toe te passen. Problemen/oplossingen De gemeente ziet een aantal problemen te weten: Muggen in natuurvriendelijk beheerd of aangelegd water Geen geld voor. Met de financiën staat of valt alles. Als het goedkoper is wordt alles toegelaten, als het duurder is wordt het niet toegepast. Met name met de huidige economische recessie heeft het toepassen ervan weinig kansen Planten zoals de reuzen berenklauw zijn goed voor vlinders, maar moet absoluut worden verwijderd vanwege het gevaar voor de ‘brandwonden’ Vaak willen mensen snel het werk afhebben waardoor nauwelijks aan de natuur wordt gedacht. Bij uitbesteding van het maaien aan een aannemer blijken de kaarten niet gegeven, of niet goed gehanteerd. Bij het maaien en afruimen is het vaak moeilijk communiceren naar de aannemer, met name door divers te hanteren data en tijdstippen. Al deze problemen hebben hun invloed op de toepasbaarheid van het natuurvriendelijk beheer. Onderstaand geeft de heer Slegten enkele oplossingen welke de gemeente hanteert. Als er een plaagplant is wordt deze vernietigd. Problemen met flora en fauna dienen actief te worden tegen gewerkt Natuurvriendelijk beheer niet toepassen als, en waar het nadelig is Sommige problemen zijn niet op te lossen Monitoring De gemeente zelf doet niet aan monitoring en gebruikt geen monitoringsgegevens. De monitoring wordt door een groep vrijwilligers: de Vriendenkring Natuurtuin uitgevoerd binnen de natuurtuin. Daarnaast monitort één vrijwilliger voor de hobby in de natuurtuin en de vlindertuin. Ook doet de ex-beheerder van de natuurtuin aan plantenonderzoek. De gegevens worden door deze mensen zelf gebruikt. De gemeente heeft daar geen inzicht in en toont daar verder ook geen interesse in.
22. Rotterdam De gemeente Rotterdam telt 598.467 inwoners en een oppervlakte van 304km² (www.zoekplaats.nl). De gemeente Rotterdam bestaat uit 11 deelgemeenten met ieder een eigen bestuur. Het beleid voor het groen wordt gemaakt vanuit het bureau gemeentewerken Rotterdam. Zij volgen de ideeën en de wensen van elke aparte deelgemeente en zijn tevens hun huisadviseur. Ik heb op maandag 3 mei om 12:30 een gesprek gehad met de heer de Zwarte, hij is beleidsadviseur voor flora en fauna en algemeen groen, en werkzaam bij de gemeentewerken Rotterdam. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Rotterdam geschreven) Natuurvriendelijk beheer Natuurvriendelijk beheer is momenteel een hot item binnen de gemeente Rotterdam. De gemeente heeft altijd wel aan natuurvriendelijk beheer gedaan. De gemeente is zo groot dat vanaf heel vroeger al plekken waren ingericht op ecologische basis. In de jaren 80 is begonnen met een grootschaligere aanpak. Destijds is het natuurvriendelijk beheer met bezuinigingsrondes ingevoerd. Het gehele groen wordt getracht natuurvriendelijk te beheren en bermen en oevers hebben daar een voorname plaats in. Binnen de stad is dit lastiger omdat rekening gehouden moet worden met de verkeersveiligheid. Zo ligt het percentage natuurvriendelijk beheerde bermen binnen de stad vrij laag. Dit zal minder dan 5% zijn. Het maaibeleid gebeurt hier twee maal per jaar in één gang. Soms blijven wat stukken voor de winter staan. Gefaseerd maaien komt echter weinig voor. Meestal gebeurt dit in de grasgebieden en niet in de bermen. Natuurvriendelijke oevers of oevers zonder beschoeiingen vormen 25% van het totaal. Dit wordt naar alle waarschijnlijkheid ook natuurvriendelijk beheerd. In de stad Rotterdam zelf worden veel mantels en zomen gecreëerd langs het bosplantsoen. Ook in het buitengebied gebeurt dit veel. Het buitengebied wordt dan ook grotendeels natuurvriendelijk beheerd. De belangrijkste redenen voor het toepassen van dit beheer liggen van oorsprong in het drukken van de kosten. Dit was met name vroeger een belangrijke gedachtegang achter natuurvriendelijk beheer. Momenteel blijkt dat het niet echt goedkoper is. Maar de wensen van de deelgemeenten zijn en waren vooruitstrevend en zeer positief voor de ontwikkeling van de natuur in de stad. Ze wilden steeds meer natuurvriendelijkheid in de gemeente. Daarbij wordt eveneens gestreefd naar burgerparticipatie. Dit komt steeds sterker naar voren. Ook hebben natuurverenigingen een belangrijke bijdrage geleverd aan het creëren van draagvlak, in de gemeente zijn veel natuurverenigingen actief. Een andere stimulans om het beheer door te voeren komt door de wensen van de beheerders zelf. Zij komen vaak vanaf Larenstein en zijn opgeleid met natuurvriendelijk beheer. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast voor bermen en oevers zijn zeer divers. Dit is ook niet verwonderlijk voor een grote gemeente zoals Rotterdam. De volgende beheermethoden worden toegepast 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm … x maaien per jaar berm Gefaseerd maaien berm, maar in mindere mate Opbrengen voedselarme grond, alleen bij nieuwe aanleg
Aanleg van flauwe oevers Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever Bagger tijdelijk op oever laten liggen, dit wordt heel soms toegepast. Over het algemeen wordt het niet gedaan vanwege de verrijking. Rekening houden met maaiseizoen Inzaaien Toepassen schanskorven (keien in betonvlechtwerk) Toepassen kokosmatten Bewoners betrekken Voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden soms doelstellingen opgesteld. Het opstellen van doelstellingen is afhankelijk van het project. In Rotterdam wordt gewerkt met beeldkwaliteitplannen en bij nieuwbouw moet het groen aan deze beelden voldoen. Het doel is vaak wat groter verwoord, bijvoorbeeld waterzuivering of meer flora of fauna. Voor bestaand groen is het vaak lastig om op laag niveau doelen te stellen. De oppervlaktes zijn vaak zeer lang of groot en dit wordt als geheel gezien. Het totaalbeeld van een gebied wordt zo weergegeven in een bestek en wordt zo in totaliteit uitbesteed aan een aannemer. Het blijkt dat de doelen niet altijd bereikt worden en het vaak langer duurt dan vooraf wordt gedacht. Een van de belangrijkste redenen daarvan is dat de aansturing voor realisatie niet altijd even goed is. De toekomst van het natuurvriendelijk beheer is voornamelijk afhankelijk van de financiële draagkracht. Omdat het financieel minder gaat zal het ook zijn weerslag hebben op het toepassen van het huidige beheer. De kwaliteit zal daardoor afnemen, waarschijnlijk niet de hoeveelheid. Het heeft eveneens met collegeprioriteiten te maken, de politiek heeft een belangrijke invloed. Problemen en oplossingen Het beeld is niet altijd zoals bewoners het willen hebben. Daarnaast kunnen vissers hun plek langs de waterkant soms lastig benaderen. Een recent probleem is de aanwezigheid van woelratten of muskusratten. Als blijkt dat het aantrekkelijker wordt door natuurvriendelijk beheer dan brengt dit extra kosten met zich mee. Daarnaast kunnen de financiën soms tegenwerken en blijft zwerfvuil gemakkelijker liggen. Dit heeft weer tot gevolg dat extra moet worden opgeruimd. Deze problemen hebben wel degelijk een invloed op het toepassen van natuurvriendelijk beheer. Met name een vermindering van de financiën zorgt er op voorhand voor dat het niet natuurvriendelijk wordt aangelegd. Als het eenmaal aangelegd is zal het zeker niet weg gaan, maar in het vervolg wordt minder aangelegd. Voor een oplossing is het natuurlijk zo dat altijd verschillende wensen van bewoners bestaan. Wel is het van belang bij ontwerpers duidelijk te maken hoe een gebiedje zich zal ontwikkelen. Zij communiceren dit door naar de projectontwikkelaar. Als voorbeeld dient een nieuwbouwwijk waarbij de projectontwikkelaar een beeld laat zien. Vaak is dit het eindbeeld van prachtige bloemenbermen en mooie oevers. Als men er komt te wonen is dit beeld er niet en het zal lang duren voordat het er is. Kortom van te voren dient goed duidelijk gemaakt te worden dat dit enige tijd kan duren. Of te wel bij het beeld dient een tijdsraming gemaakt worden. De andere oplossingen zijn om vissers een alternatief te bieden, en om een investering te doen in andere takken zoals vuilruimen. Dit brengt extra kosten, maar het is wel belangrijk om een verzorgd beeld te houden.
Monitoring Het Bureau Stadsnatuur is een afdeling van de gemeente welke monitoring en inventarisaties in de gemeente uitvoert. Hier zitten veelal ecologen welke daadwerkelijk het veld in gaan. Daarnaast maken zij gebruik van hun contacten met organisaties als de IVN en KNNV. Zo worden ook veel vrijwilligers ingezet bij de monitoring. De resultaten van de monitoring worden onder andere gebruikt om ontheffingen aan te vragen voor de flora en faunawet, en om het beheer aan te passen. Daarnaast worden bijzondere waarnemingen in een informatiebulletin van het bureau Stadsnatuur gezet. De gebieden welke gemonitord worden zijn o.a. het Kralingse bos, waar een vijfjarige brede flora en fauna monitoring plaats vindt. Daarnaast vindt monitoring plaats in diverse parken waaronder het Zuiderpark en in alle herstructureringsgebieden. Dit is nodig voor de flora en faunawet, zodat men weet welke soorten in de gebieden voorkomen. In dit kader worden bij projecten ook veel inventarisaties gedaan.
23. Slochteren De gemeente Slochteren gelegen in Groningen bestaat uit diverse dorpskernen welke omgeven zijn door het groen van weilanden en natuurgebieden. De gemeente Slochteren is een van de grootste gemeenten van Nederland qua grondoppervlak. De gemeente heeft ongeveer 158 km² grondgebied en 15.026 inwoners (www.zoekplaats.nl). De bebouwing in Slochteren ligt van oudsher op een dekzandrug en is in een lint van ongeveer twintig kilometer uitgestrekt. Een lange doorgaande weg is de hoofdverbinding tussen alle dorpen welke onder de gemeente Slochteren vallen. Het buitengebied omvat uitgestrekte veen en kleigebieden. Het grootste deel van het buitengebied van Slochteren omvat echter een grotendeels nog te ontwikkelen natuurgebied. Dit betreft een strategisch groenproject van ruim 1500 ha welke bijna volledig op het grondgebied van de gemeente komt. Dit project behoort tot de realisatie van de EHS in Nederland. Op vrijdag 28 mei om 14:15 heb ik een telefonisch gesprek gehad met de heer Kiewiet. De heer Kiewiet is beleidsmedewerker groen bij de gemeente Slochteren. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Slochteren geschreven) Natuurvriendelijk beheer Tot voor kort werd in de gemeente nog niet al te veel aan natuurvriendelijk beheer gedaan. Beleid was niet vastgelegd en het natuurvriendelijk beheer bestond alleen op ad hoc basis. In 1999/2000 is het landschaps- en groenbeleidsplan geschreven. Vanuit de daarin verwoorde aspecten is onlangs in samenwerking met adviesbureau de Groene ruimte een integraal beheerplan groen opgesteld. In dit beheerplan zijn alle groene elementen van de gemeente beschreven. Ecologie komt in dit plan op diverse fronten aan bod. Momenteel moet dit plan worden vastgesteld door het college. Deels is reeds begonnen met het toepassen van enkele maatregelen. Voor het beheerplan zijn alle bermen geïnventariseerd en is voor elke berm een keuze gemaakt of het mogelijk is om natuurvriendelijk te maaien en af te voeren. Waar niets te halen valt zal nog steeds geklepeld worden. Dit zal echter een heel klein percentage zijn. Momenteel worden nog maar twee wegbermen ecologisch beheerd. De rest wordt geklepeld. Dit zal in de toekomst sterk veranderen. Langs de doorgaande weg van het twintig kilometer lange bebouwingslint wordt alle sierbeplanting verwijderd, schraal zand wordt toegepast en zo worden ecologische grasbermen gemaakt. Het doel is naast deze doorgaande verbinding het ecologische groen zoveel mogelijk om de dorpen te leggen en daarbij relaties tussen de dorpen te bewerkstelligen. Van belang is dat het groen in de stad aansluiting zal vinden met het grote natuurgebied. In totaliteit bevindt zich zo’n 427 km aan sloten in de gemeente. Hiervan wordt vrijwel overal één zijde beheerd. De beplanting is op al deze plekken geïnventariseerd en bij de waardevolle plekken wordt het beheer afgestemd op de natuur. Dit betekent dat waar mogelijk gefaseerd beheerd wordt. Soms wordt dan om de drie jaar gemaaid en op diverse plekken stimuleert de gemeente het struweel. Voor de oever wordt gesteld dat wanneer deze aan een natuurvriendelijk berm aangesloten ligt, hetzelfde beheer ook voor de oeverkant wordt toegepast.
Tot dusverre zijn geen natuurvriendelijke oevers aangelegd. Het doel is om aan de randzones van de dorpen deze aan te leggen. Momenteel werd daar nog geen rekening mee gehouden. Ook binnen bestemmingsplannen van nieuwbouwwijken is dat nog niet gedaan. Voor het totale groenbeleid wordt in het nieuwe groenplan uitgegaan van drie zoneringen. Dit betekent dat de kernen geheel cultuurlijk zijn. In de dorpsranden wordt geheel ecologisch beheerd en komt een ecologische structuur te liggen welke de dorpen ecologisch met elkaar moet gaan verbinden. Tussen het cultuurlijke en natuurlijke deel komt een overgangszone te liggen. Het doel van het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn in het landschaps- en groenbeleidsplan verwoordt. Hierin staat dat het van belang is de verbindingszones te creëren. Ook is het van belang een visueel aantrekkelijk beeld te creëren en de natuurwaarden te verhogen. De buitengebieden worden in het nieuwe beleid voor bijna 100% natuurvriendelijk beheerd. Onder het natuurvriendelijke beheer vallen voor het buitengebied ook het moerasgebied met elzenbroekbossen en op de dekzandruggen enkele eikenbossen. Veel van deze bossen zijn ontstaan als compensatie van een ruilverkaveling in de jaren zeventig. Deze bossen worden aangepakt en omgevormd tot een natuurlijker geheel. Dit betekent o.a. dat meer zoneringen worden aangebracht en dat dood hout blijft liggen. Voor de maatregelen geldt voor een klein deel dat dit reeds wordt toegepast. Het grootste deel zal in de toekomst gaan plaatsvinden. Ze zijn als volgt verwoord: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm 1 x in de drie jaar maaien berm In het nieuwe beleid gefaseerd maaien berm, o.a. bij bosweides en veel bermen. Opbrengen voedselarme grond In het nieuwe beleid aanleggen flauwe oevers In het nieuwe beleid beschoeiingen verwijderen In het nieuwe beleid gefaseerd maaien oever Gefaseerd baggeren, op enkele plekken Rekening houden met het maaiseizoen Geen chemische middelen in het groen, selectief spuiten op de verharding en op de halfverharding waarbij voor de bermen geen natuurvriendelijk beheer wordt toegepast Geen beheer op diverse plekken In het nieuwe beleid Contracten met boeren waarbij zij op basis van het beheerplan werken Gebruik maken van het eigen composteerterrein In het nieuwe beleid af en toe inzaaien In het nieuwe beleid gefaseerd snoeien Takhout wordt al een paar jaar in houtrillen verwerkt. In het nieuwe beleid wordt alles wat gesnoeid of gemaaid wordt in hetzelfde terrein verwerkt. Daarbij wordt wel gelet op het feit dat het niet verschralend werkt op de daarvoor aangegeven plekken. Zo wordt niet gestort en zijn daaraan geen kosten verbonden In het nieuwe beleid stinzeflora toepassen Het nieuwe beleid moet in 2005 haar doorvoering krijgen en zal de komende jaren voor een behoorlijke verhoging van de natuurwaarden zorgen. Met enkele voortijdige maatregelen en het maaibeheer is reeds begonnen. Doelstellingen zijn opgesteld. Niet per gebied maar wel in het
algemeen per zone. Hiervoor is het beheer, het beeld en de beplanting bepaald. Dit is ook voor de afzonderlijke beheereenheden gedaan zoals voor de bermen, de bossen etc. Over het algemeen wordt bij het toepassen van het beheer vrij snel resultaat behaald. Met name op het dekzandgebied is dit goed te zien. Problemen en oplossingen Momenteel is het nog te vroeg om problemen aan te kunnen geven. Dit kan pas gedaan worden als het beleid daadwerkelijk geheel geïmplementeerd is. Daarvan zal na vijf jaar een evaluatie plaatsvinden waarbij vooraf een inventarisatie plaatsvindt. Bij deze evaluatie zullen de problemen naar voren komen. Monitoring Door de gemeente wordt niet aan monitoring gedaan. Met monitoring is in de gemeente wel een vlindervereniging actief. Door de gemeente is wel een eenmalige inventarisatie voor de beplanting uitgevoerd. Dit in het kader van het nieuwe groenplan. Voor dit plan wordt vijf jaar na de implementatie eveneens een nieuwe inventarisatie gehouden.
24. Soest Het aantal inwoners dat de gemeente Soest telt is 44.686. Het totale grondoppervlak omvat zo’n 46 km² (www.zoekplaats.nl). Tot de gemeente Soest behoren veel bossen waaronder 300 ha in eigen beheer. Ook behoort een deel van het Nationaal park de Utrechtse heuvelrug tot de gemeente. Naast dit bosgebied bestaat de gemeente uit een aantal weilanden en het binnen stedelijk gebied. Binnen de gemeente zijn zowel hoog gelegen zanddelen als een veendeel in de wat lager gelegen gronden aanwezig. Op dinsdag 25 mei om 10:30 heb ik gesproken mevrouw Albers. Mevrouw Albers is beleidsmedewerker stedelijk groen. Ze is minder betrokken bij het beheer in het buitengebied. Dit betekent dat voornamelijk over het stedelijk gebied een uitspraak kan worden gedaan. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Soest geschreven) Natuurvriendelijk beheer Met natuurvriendelijk beheer is men in de gemeente zo’n tien jaar geleden begonnen. Het wordt binnen de stad nog niet heel veel toegepast maar er zijn diverse belangrijke plekken aanwezig. Zo worden alle bermen - zowel binnen als buiten de bebouwde kom natuurvriendelijk beheerd (zie figuur 9). Dit betekent dat niet geklepeld wordt, dat 1 a 2 keer per jaar wordt gemaaid en dat het maaisel wordt afgehaald. Voor het bermbeheer zijn driejarige bermbestekken opgesteld. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuw bestek. Daarbij wordt samen met de buitendienst gewerkt. Zo wordt gekeken hoe op diverse plekken te schuiven is in het maaibeheer zodat dit zo optimaal mogelijk wordt voor de natuur. Met het natuurvriendelijk beheer van oevers is de gemeente nog niet echt bewust bezig. De hoeveelheid beperkt zich tot een klein aantal vijvers. Momenteel zitten hier overstorten op. In het komende waterplan wordt voorgesteld deze overstorten tegen te gaan. Over het algemeen hebben de vijvers geen natuurvriendelijke kanten. Op enkele plekken is dit wel toegepast. Dit is echter niet planmatig in het beheer verwerkt. In het buitengebied bestaan geen beschoeiingen. Hier worden de wateren geheel natuurvriendelijk beheerd. Voor een algemeen beeld van het oeverbeheer is het echter niet te zeggen voor welk percentage dit beheer wordt toegepast. In het algemeen kan gesteld worden dat in het buitengebied heel veel voor natuur wordt gedaan. Zo worden de bossen geheel natuurvriendelijk beheerd, zijn op diverse plekken zandduinen aanwezig en bestaat een slangenbosje. Binnen het stedelijk gebied zijn eveneens diverse ecologische plekken gesitueerd waaronder enkele grote grasvelden. In een nieuwbouwwijk is een park met een natuurvriendelijk deel en een biezenveld (soort helofytenfilter) toegepast. Op dit moment is men vrij praktisch bezig met het beheer. De buitenmedewerkers zijn heel enthousiast en laten de mooie onderbegroeiing staan. Dit wordt in een soort testfase gedaan. Doel is om selectief soorten zoals kweek en brandnetel te verwijderen maar te zorgen dat andere soorten de zwarte grond bedekken. Daarbij wordt ook getracht de beplanting inheems aan te passen.
Een reden voor het toepassen van het beheer is diversiteit aan planten en dieren te krijgen. Daarnaast vinden veel bewoners het leuk. Wel moet goed worden aangegeven waarvoor gekozen wordt. Het moet goed duidelijk zijn wat het beeld is en waar het beheer wel en niet wordt toegepast. Zoals genoemd wordt het natuurvriendelijke beheer binnen de stad nog vrij weinig toegepast. Dit moet planmatig een plek gaan krijgen in het groenstructuurplan. In het huidige plan uit 1989 is dit nog niet aan de orde. Binnenkort wordt het nieuwe plan door de gemeente zelf geschreven. Het nadeel is wel dat het financieel-technisch wat zwaar weegt. Bij het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn geen doelstellingen verwoord. Dit moet allemaal nog planmatig verwerkt worden. Momenteel wordt naar eigen inzicht beheerd. Bij omvorming naar natuurvriendelijk beheer wordt redelijk snel resultaat gezien. In het begin komen vrij snel andere soorten op. Toch ligt dit ook aan de plaats waar het wordt toegepast. De beheer methoden voor de natuur welke worden toegepast zijn: 1 x maaien per jaar berm, op schrale plekken daar waar kan 2 x maaien per jaar berm, standaard 4 x maaien per jaar, verkeershoeken 1 x in de x jaar maaien berm, een heel klein percentage Gefaseerd maaien berm, op veel plekken maar hangt af van de Grootte en functie van de berm Aanleg van flauwe oevers, alleen in de nieuwste wijk Beschoeiing verwijderen, wel eens gedaan Geen gebruik klepelmaaier Bloemenmengsels inzaaien Opspuiten van bloemenmengsels met een hulpmiddel Ecorollen toepassen langs oeverkanten Sinds 15 jaar geen gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in groen en op bestrating Gefaseerd snoeien Snoeihout op sommige plaatsen in rillen plaatsen, verder van de bebouwing Maaisel even laten liggen voor de zaden Stimuleren van onderbegroeiing, in een testfase Voor de toekomst zal het beheer voor de natuur zich positief ontwikkelen. Het nieuwe groenstructuurplan zal daarbij een grote rol gaan spelen. Problemen en oplossingen Op dit moment is het lastig te zeggen welke echte problemen de gemeente tegenkomt. In ieder geval bestaan altijd plekken met verrijking of verstoring. Dit heeft invloed op het toepassen van het beheer op die plek. Als het beheer daar niet slaagt wordt dit niet doorgevoerd. Het is van belang alleen plekken te beheren waar gunstige omstandigheden zijn. Monitoring Voor zover mevrouw Albers weet wordt geen monitoring uitgevoerd. De mogelijkheid bestaat dat dit wel in het buitengebied wordt gedaan. Daar is echter geen weet van. In de gemeente is wel onlangs door het MEC en De Vlinderstichting een monitoring voor vlinders en libellen georganiseerd. Ook diverse andere
organisaties - waaronder de beheerdersgroep van het slangenbosje - doen voor eigen gebruik aan monitoring. De gemeente heeft echter niet de beschikking over de resultaten. Op dit moment bestaan geen plannen een monitoring op te starten. Dit hangt af van het toekomstige groenstructuurplan. Monitoring is daar waarschijnlijk wel een belangrijk onderdeel van.
Figuur 9; bloemrijke berm/wal
25. Voorhout De gemeente Voorhout is gelegen in Zuid-Holland, ten noorden van Leiden. De gemeente Voorhout ligt van oorspong gebouwd. Zodoende bestaat de ondergrond veelal uit zand. Het is een kleine gemeente bestaande uit een oude dorpskern en een aantal vinex-locaties. De gemeente is door de komst van deze nieuwbouw verder dichtbebouwd en de ruimte wordt dan ook steeds schaarser. Toch bestaat nog een klein buitengebied van weilanden. In totaliteit is het grondoppervlak 12km² en heeft de gemeente14.343 inwoners (www.zoekplaats.nl). Op vrijdag 14 mei heb ik om 15:15 een telefonisch gesprek gehad met mevrouw Schwarz. Zij is beleidsmedewerker groen bij de gemeente. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Voorhout geschreven) Natuurvriendelijk beheer Binnen de gemeente kan voor het beheer een splitsing worden gemaakt tussen binnen, en buiten de bebouwde kom. Het natuurvriendelijke beheer dat plaats vindt wordt met name buiten de bebouwde kom gehanteerd. Binnen de bebouwde kom wordt het maar heel weinig toegepast. Hier worden eveneens op beperkte schaal bestrijdingsmiddelen voor het groen en de bestrating toegepast. Vrijwel alle bermen en oevers buiten de bebouwde worden natuurvriendelijk beheerd. Binnen de bebouwde kom wordt bij bermen zeer beperkt natuurvriendelijk beheer toegepast. Hier bestaan eveneens weinig natuurvriendelijke oevers. De doorstroming wordt op veel plaatsen als zeer belangrijk ervaren. Op plekken waar dit minder van belang is, is hier en daar een plasberm situatie toegepast. Bij enkele nieuwbouwwijken worden de oevers wel vaak flauw aangelegd. Voor de oudere wijken wordt het nauwelijks toegepast. Een ander element wat natuurvriendelijk wordt beheerd is een klein stuk bos dat de gemeente in eigendom heeft. Het blijkt lastig om een schatting te geven van de natuurvriendelijk beheerde bermen en oevers. Voor bermen geldt voor de hele gemeente misschien dat 50% natuurvriendelijk wordt beheerd. Kortom wordt weinig aan natuurvriendelijk beheer gedaan. Voor de plekken waar het wel gebeurd is de reden van dit beheer het verkrijgen van variatie en een beter natuur. De aspecten welke qua natuurvriendelijk beheer worden toegepast zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Aanleg van flauwe oevers, in nieuwbouwwijken Gefaseerd maaien oever, rietvegetaties worden om het jaar gemaaid. Elk jaar is één kant van de oever aan de beurt. Rekening houden met het maaiseizoen, na de bloei wordt gemaaid, na de langste dag half juli, en voor de tweede keer eind augustus Inzaaien met bloemrijke zaadmengsels Een bosgebied wordt ecologisch beheerd Enkamatten toepassen bij natuurvriendelijke oevers in nieuwbouwwijken Onderwaterbeschoeiing zetten en deze inplanten Het pleksgewijs toepassen van natuurvriendelijk beheer is ongeveer zo’n 6 jaar geleden geïntroduceerd. In de gemeente bestaat nog geen groenstructuurplan maar hier wordt aan gewerkt. Voor het natuurvriendelijk beheer is momenteel dan ook nog geen beleid.
De plekken welke natuurvriendelijk beheerd worden zijn voornamelijk zo gecreëerd dat snel resultaat te verwachten is. Er wordt niet gewacht tot de begroeiing zichzelf optimaal zal ontwikkelen. Vaak betekent dit, dat waterplanten worden geplant in de onderwaterbeschoeiing en dat op diverse plekken wordt ingezaaid. In de toekomst hoopt de gemeente meer aandacht te kunnen besteden aan natuurvriendelijk beheer. Het groenstructuurplan zou daar bij kunnen helpen om op plekken het beheer vast te leggen. De wens is ook om minder te gaan spuiten. In het groenstructuurplan worden knopen doorgehakt. Op korte termijn lijkt het er echter niet op dat het percentage natuurvriendelijk beheer in de gemeente sterk zal toenemen. Op den duur hoopt men het echter wel te kunnen uitbreiden. Problemen en oplossingen Als probleem voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer wordt de mening van burgers ervaren. Zij klagen vaak over het rommelige beeld. Een ander aspect is de veelal ontbrekende kennis bij de medewerkers. Daarnaast gebeurt het af en toe dat de wethouder dingen aan de burgers toezegt welke tegen het beleid voor een bepaalde plek ingaan. Deze problemen hebben veelal invloed op het te voeren beheer. De oplossing is proberen uit te leggen wat het voordeel van natuurvriendelijk beheer is. Meer is niet doen. Monitoring Door de gemeente wordt geen monitoring uitgevoerd. Voor de toekomst ligt dit ook niet in de planning. Wel wordt af en toe door een vrijwilliger wat inventarisatiegegevens afgegeven. Met de resultaten wordt weinig gedaan. In het kader van de flora en faunawet wordt eveneens weinig gedaan.
26. Wageningen De stad Wageningen heeft een inwonersaantal van 33.996. Daaronder bevinden zich vele studenten aangezien de alom bekende universiteit van Wageningen in de stad gevestigd is. Het grondgebied van Wageningen omvat zo’n 32 km² (www.zoekplaats.nl). Op maandag 17 mei heb ik om 9:30 gesproken met de heer Kemmink. De heer Kemmink is ecoloog van de gemeente. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Wageningen geschreven) Natuurvriendelijk beheer Sinds het jaar 2000 wordt in de gemeente Wageningen op grote schaal natuurvriendelijk beheer toegepast. Zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Vooraf zijn begin jaren ’80 reeds de bermen verschralend beheert. In het maaibestek is opgenomen dat alle bermen natuurvriendelijk worden beheerd (100%). Aan de hand van inventarisaties van de bermen is het maaibeheer in grote lijnen afgestemd op de flora en fauna welke zich daarin bevindt. Ondanks dat de bermen voor 100% binnen het natuurvriendelijk beheer vallen moet wel rekening worden gehouden met de verkeersveiligheid. Zo dient op diverse plaatsen langs de weg vaker gemaaid te worden. Voor de oevers kan ook gesteld worden dat deze voor 100% natuurvriendelijk worden beheerd. Daarbij moet gezegd worden dat diverse methoden en graduaties van natuurvriendelijk beheer bestaan en worden toegepast. Op enkele plaatsen bestaat nog steeds een oeverbeschoeiing, toch wordt het beheer van de oever op natuurvriendelijke wijze toegepast. In totaliteit kan gesteld worden dat zo’n 70% van het totale groen natuurvriendelijk beheerd wordt. De gebieden waar natuurvriendelijk beheer mogelijk is worden daartoe omgevormd. In het centrumgebied blijft het traditionele beheer grotendeels toegepast voor een hogere esthetische waarde. Het belang voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer komt allereerst vanuit de wens van de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft vastgesteld dat een duurzaam beheer moet worden bereikt. Het belang van de ecologische gedachte, soortenrijkdom en het creëren van een aantrekkelijk milieu zijn eveneens van groot belang. De beheermethoden voor natuurvriendelijk beheer zijn de volgende: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Eens in de x jaar maaien, dit gebeurt bij stukken die blijven staan, voornamelijk langs randen van plantsoen of bos Gefaseerd maaien wordt gedeeltelijk toegepast, meestal blijft 20% van de begroeiing staan Opbrengen van voedselarme grond, dit is veel toegepast in moeilijk beheerbare groen vakken waar veel verruiging voor kwam. Veel van deze vakken zijn omgevormd Beschoeiing verwijderen, nog niet zo heel veel, daar waar mogelijk wordt het toegepast Gefaseerd maaien van de oever, waar mogelijk wordt middels het maaien van segmenten gewerkt Gefaseerd baggeren Rekening houden met maaiseizoen, men kijkt wat de meest gunstige periode is. In een deel van de moeilijk beheerbare groenvakken wordt apart naar de soorten gekeken en is een maaibeheer aangegeven.
Er wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van planten Wageningen is sinds 2002 gifvrij, bestrating wordt gestoomd. Ecologisch boombeheer wordt toegepast Regelmatig worden bermen en plantvakken ingezaaid, voornamelijk binnen bebouwde kom Maaien wordt gedaan met de stofzuigermaaier met en ecokop, daarnaast worden de vingerbalk en de bosmaaier ingezet. Voor het beheer zijn doelstellingen gesteld. Deze zijn met name op het beeld gericht en in mindere mate op de ecologische waarde van planten afzonderlijk. Het belang is dat de burger het mooi gaat vinden. Het natuurvriendelijk beheer is geheel in het beleid opgenomen en per locatie is een beeldwaarde als doel opgesteld. Hierbij is in grote lijnen de soortsamenstelling van belang. Of het doel snel bereikt wordt is lastig te zeggen aangezien de gemeente pas een aantal jaren daadwerkelijk met het beheer bezig is. Er is sprake van een successie en daar gaat en hele tijd overheen wil je resultaat zien. Voor de toekomst hoopt de gemeente door te kunnen gaan op het ingeslagen pad. Wel is men reëel en ziet dat de financiële kant in de toekomst weinig rooskleurig is. Mogelijk zullen enkele aderlatingen voor het beheer moeten plaatsvinden. Aan de andere kant moet goed bekeken worden dat men momenteel in een tredmolen zit. Men zit nu in het begin van een periode van natuurvriendelijk beheer. Naarmate de verschraling toeneemt zal het beheer steeds goedkoper worden en het beeld steeds aantrekkelijker. Momenteel zit men echter in een investeringsfase. Problemen en oplossingen Als belangrijkste knelpunten worden het draagvlak van de burgers en van het personeel gezien. Draagkracht van de burger is het belangrijkst en dit verkrijg je alleen door voortdurend een goede voorlichting uit te laten gaan. Voor de medewerkers is dat ook van belang, maar staat voornamelijk ook scholing voorop. Zij moeten kennis van het beheer krijgen. Dit moet uiteindelijk leiden tot het zelf bepalen van een goed beleid met juiste argumentering. De gemeente heeft een behoorlijk scholingsproject achter de rug en dit lijkt zijn vruchten af te werpen. Belangrijk is dat men samen het geheel aanpakt. Samen moet eveneens gekeken worden hoe anderen het aanpakken en moet men van elkaar leren. Het is een heel proces waarbij bewustwording en kennis van de natuurlijke waarden voorop staat. Monitoring Door de gemeente wordt al vrij lange tijd zelf monitoring uitgevoerd. Ook worden daartoe opdrachten verstrekt. Een van de belangrijkste monitoringsonderzoeken waarop het beleid ook grotendeels rust is die van de studenten vakgroep vegetatiekunde. Deze vakgroep heeft vanaf 1983 tot 1995 inventarisatie van de wegbermen gedaan. Tussendoor zijn eveneens momentopnames gemaakt. De gemeente zelf probeert veel vast te leggen van de flora en fauna welke zich in het plantsoen bevindt. In het deelgebied de blauwe bergen is door De Vlinderstichting een inventarisatie naar de sleedoornpage uitgevoerd. Daarnaast is vanuit het Wageningse milieuoverleg enkele inventarisaties gedaan. De monitoringsresultaten zijn van belang voor het toepassen van het beheer. Het is van belang om vast te stellen of je op de goede manier maait en op het juiste tijdstip. Daarnaast biedt het een beeld waarbij de gemeente kan zien of ze op de goede weg zijn.
27. Wieringermeer De gemeente Wieringermeer bestaat uit een tweetal dorpskernen. Dit zijn Wieringerwerf en Middenmeer. De gemeente is gelegen in de kop van Noord-Holland en is een agrarische gemeente met een groot grondoppervlak van 307km² en 12.635 inwoners (www.zoekplaats.nl). Dit grote grondoppervlak komt o.a. door een behoorlijk deel van het IJsselmeer wat tot de gemeente behoort. De gemeente bestaat hoofdzakelijk uit poldergebied wat vroeger door droogmakerij is verkregen. De grondsoort welke hier aanwezig is, is hoofdzakelijk klei. Op woensdag 19 mei heb ik een gesprek gehad met de heer Weijer. De heer Weijer is opzichter groen van Middenmeer. De gemeente heeft twee werkgroepen voor het groen. Dit zijn een groep voor Middenmeer en een groep voor Wieringerwerf. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Wieringermeer geschreven) Natuurvriendelijk beheer In de gemeente Wieringermeer wordt op heel beperkte schaal vanaf 1995 natuurvriendelijk beheer toegepast. Het wordt op een paar plaatsen toegepast en die zijn heel geslaagd. Een van de belangrijkste plekken daarin is een klein natuurgebiedje (zie figuur 10) aan de rand van Middenmeer. Hier wordt gefaseerd gemaaid en is een flauw talud aanwezig. Soorten als ratelaar en diverse orchideeën komen hier veelvuldig voor. Andere elementen welke natuurvriendelijk beheerd worden zijn een aantal kleine extensieve grasstroken in enkele wijken en het laten staan van een meter begroeiing langs de slootkanten. Voor de bermen en oevers binnen bebouwde kom kan gesteld worden dat voor beide aspecten 10% binnen de bebouwde kom natuurvriendelijk wordt beheerd. De meeste bermen binnen bebouwde kom worden aangeduid als intensief gras. De bermen in het buitengebied worden vrij divers en vaak natuurvriendelijk gemaaid. De boeren zelf zijn verantwoordelijk voor het maaibeheer. Alles wordt hier twee keer in het jaar gemaaid. Grote delen worden afgehaald en als hooi gebruikt, maar over het algemeen laten de boeren het liggen. Er wordt zodoende ook heel gefaseerd gemaaid. Voor elke boer is het verschillend wat en hoe gemaaid wordt. Als een boer de berm niet maait wordt dit een maal per jaar door de gemeente zelf gedaan. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke worden toegepast zijn: 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Gefaseerd maaien berm, alleen in het natuurgebiedje, 10-15% blijft hier staan De eerste meter van de oevervegetatie laten staan, 1 x per jaar maaien Bij zelf maaien bermen rekening houden met maaien na bloeiperiode Zoomvegetatie creëren in bosjes en bij het natuurgebiedje. Voor het groen wordt in het voorjaar een onkruidbestrijdingsmiddel gebruikt. Op de bestrating wordt selectief gespoten Op enkele plekken planten gebruiken waar vlinders op af komen Voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer worden geen doelstellingen opgesteld. Voor het natuurgebiedje is wel een plannetje
gemaakt en een maaibeheer schema opgesteld. Het wordt nu voornamelijk op eigen initiatief onderhouden. Daarbij zijn geen specifieke doelstellingen opgesteld. Binnen het natuurgebiedje is wel snel resultaat te zien. Voor de toekomst blijft het vallen en opstaan voor het natuurvriendelijk beheer. Het zal beperkt blijven tot het natuurgebiedje. Ook nieuwbouw wordt veelal nog traditioneel ingericht met weinig plaats voor groen. Problemen en oplossingen In Wieringerwerf is een aantal jaar binnen de bebouwde kom een natuurvriendelijke plek ingericht. Destijds stonden de buitenmedewerkers niet achter het beheer. Voorlichting aan bewoners en de eigen medewerkers was ook niet gegeven. De negatieve houding van de eigen medewerkers werd overgebracht naar de burgers. Uiteindelijk is dit de doodsteek voor deze natuurvriendelijke plek geworden. De oplossing voor zo’n probleem is dan ook om vooraf cursussen en scholing aan de eigen medewerkers te geven. Voorlichting aan de burgers is daarnaast even essentieel. Monitoring Zelf wordt niet aan monitoring gedaan. Wel wordt door een vijftiental vrijwilligers geïnventariseerd voor de vlinderatlas Noord-Holland. De gemeente heeft geen contact met deze groep en zo ook niet de beschikking over de gegevens. De heer Weijer zou graag een monitoring opzetten maar denkt dat binnen de gemeente weinig animo zal zijn. Het zal zo meer bij vrijwilligersverenigingen moeten blijven die het voor eigen gebruik uitvoeren.
Figuur 10; een deel van het natuurgebiedje aan de buitenrand van Middenmeer
28. Winterswijk Winterswijk heeft 28.700 inwoners en een behoorlijk grondoppervlak van 138km². De gemeente Winterswijk bestaat uit het ‘dorp’ en is rondom verweven met agrarische gebieden, landschapselementen en bossen. De diverse landschappen behoren o.a. tot het oudhoeviglandschap, wat het oude cultuurlandschap is. Daarnaast bestaat ook het jonge ontginningenlandschap waartoe bijvoorbeeld de heidelandschappen behoren. Op dinsdagmiddag om 16:00 uur heb ik een gesprek gehad met de heer de Lange. Van de gemeente Winterswijk. De heer de Lange is sinds 1994 werkzaam bij de gemeente als ecoloog. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Winterswijk geschreven) Natuurvriendelijk beheer In het oudhoeviglandschap wordt advies gegeven om meer te laten groeien. Binnen het dorp worden diverse stukken groen als ecologisch groen beheert. Dit zijn zowel de bermachtige structuren als het bosplantsoen. Door het centrum loopt een van de belangrijkste wateren. Dit is de Wemerbeek. Deze heeft het karakter van een afvoergoot. Zowel bovenstrooms als benedenstrooms ligt een verbinding met henwateren (wateren van het hoogste ecologische niveau). Van belang is dan ook om de Wemerbeek schoon te krijgen. Daarom zijn bovenstrooms de overstorten er afgehaald en is de beek daar natuurvriendelijk ingericht. Benedenstrooms liggen nog overstorten maar er komt een waterplan waarbij het doel is de overstortfrequenties af te laten nemen Binnen de bebouwde kom wordt in totaliteit zo’n 40-50% natuurvriendelijk beheerd. Hiertoe behoren alle bermen binnen de bebouwde kom. Buiten de bebouwde kom zijn nog niet alle bermen verschralend beheerd., Het is ook niet voor alle bermen mogelijk. Het totaal van de bermen dat natuurvriendelijk wordt beheerd is zo ongeveer 80%. Met betrekking tot de oevers is veelal sprake van een beheer door het waterschap. De gemeente heeft veel bermsloten, maar deze worden gelijk als bermen beheerd. De reden voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer zijn de aanwezigheid van natuurwaarden te verbreden. Dit gebeurt door ecologisch aangemerkt groen. Dit zijn doorgaande structuren zoals wegbermen, bosschages, bosplantsoen en bossen. Opgesomd worden de volgende beheermethoden in de gemeente toegepast. 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm Bij bosplantsoen 1 in de x jaar maaien Gefaseerd maaien is beheertechnisch niet haalbaar en wordt niet toegepast Opbrengen van voedselarme grond, of het omdraaien van het profiel Aanleg flauwe oevers Beschoeiing verwijderen Gefaseerd maaien oever, wordt nagestreefd en is aangegeven in de plannen maar of het wordt opgevolgd is de vraag Baggeren wordt door het waterschap gedaan en is zodoende niet van toepassing
Op een aantal plaatsen is sprake van een hooigazonbeheer. Hier wordt bij het maaien rekening gehouden met de bloei van pinksterbloemen en vogelmelk Niets doen beheer in bosjes Afzetten in fasen van het bosplantsoen Niet spuiten van het groen, als proef wordt selectief op straat gespoten. Maar er wordt ook geborsteld en gebrand Sloten worden eens in de drie jaar uitgemaaid Bij het opbrengen van schrale grond wordt eveneens ingezaaid Het natuurvriendelijke beheer is vanaf 1994 in de gemeente gekomen. Destijds heeft de heer De Lange een gericht beheerplan voor geschreven. Sinds 1998 wordt het steeds meer toegepast. Voor het beheer zijn doelstellingen de basis, maar deze zijn nergens expliciet gemeld. De algemene doelstelling is het verbreden van de natuurwaarden. Of het toegepaste beheer effect heeft vindt de heer de Lange moeilijk te zeggen. De verwachting is wel dat het helpt. Het verwijderen van de donkere bovengrond heeft in ieder geval veel effect bij oude landbouwgronden. De toekomst van het natuurvriendelijk beheer ziet er in ieder geval goed uit. Er wordt verder gewerkt op de huidige manier en daar waar mogelijk probeert men het beheer uit te breiden. Problemen en oplossingen De problemen welke de gemeente tegen komt zijn: 1. Sommige boeren maaien de bermen zelf. Bij verschralingsbeheer is dat funest 2. Veel tuinafval wordt in het openbaar groen gegooid 3. Landjepik, openbaar groen wordt bij de tuin gevoegd 4. De stortkosten van maaisel zijn hoog Deze problemen houden de gemeente niet tegen in het natuurvriendelijk beheer. Een oplossing om verrijking tegen te gaan is het zo snel mogelijk aan pakken door middel van handhaving. Het probleem van de stortkosten is algemeen. De hoop is een zo spoedig mogelijk alternatief te vinden. Monitoring Door de gemeente wordt over het algemeen geen monitoring uitgevoerd. In ieder geval niet voor het beheer. Het wordt niet direct als gemeentelijke taak gezien. Af en toe worden voor projecten wel inventarisaties door medewerkers van het Staring adviesbureau uitgevoerd. De resultaten worden alleen voor deze projecten gebruikt en niet voor het beheer. In de gemeente zijn wel vrijwilligers actief met monitoring bezig. Zo wordt door De Vlinderstichting in het Korenburgerveen actief naar een parelmoervlinder gemonitord. De resultaten worden echter niet door de gemeente gebruikt.
29. Wünseradiel De in Friesland gelegen gemeente Wünseradiel bestaat uit een aantal dorpskernen met veel omliggende weilanden. In het geheel een groen en veelal open gebied. Binnen het eigendom van de gemeente behoort o.a. een groot stuk van het IJsselmeer en een deel van het wad. Deze delen vallen niet binnen het beheer van de gemeente. Het totale grondoppervlak van de gemeente telt 162km². Het inwonersaantal is 11.951 (www.zoekplaats.nl). In totaliteit betekent dit dat de ruimte ongeveer op 1 ha per persoon uitkomt. Voor het onderzoek heb ik op dinsdag 17 mei om 14:30 gesproken met de heer Willekes. De heer Willekes is opzichter Openbare Werken en verantwoordelijk voor het uit te voeren beleid. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Wünseradiel geschreven) Natuurvriendelijk beheer Het natuurvriendelijk beheer dat in de gemeente wordt toegepast beperkt zich tot de bermen. In totaliteit heeft de gemeente zo’n 400km bermen. 80 tot 85% daarvan wordt door boeren gemaaid. Het resterende deel wordt door de gemeente zelf en door een aannemer gemaaid. Het maaisel wordt op alle plekken afgevoerd. Zodoende vindt een verschralingsbeleid plaats.Dit maaien en afruimen wordt al zeer lange tijd gedaan. Een nauwkeurige datum noemen is lastig. Het zal in ieder geval langer zijn dan 40 jaar. Wel is sprake van klei- en veengrond. Voedselarm zal deze niet snel worden. De plantsoenen in de dorpen worden normaal gemaaid en geschoffeld. Binnen de bebouwde kom wordt natuurvriendelijk beheer dan ook niet tot nauwelijks toegepast. Bermen met bloemen en planten vindt men mooi, maar niet te dicht bij huis. Het is een agrarische gemeente waar deze gedachte veel leeft. Daarnaast kan natuurvriendelijk groen veel zwerfvuil en rommel vasthouden. Vanuit praktisch opzicht is het zodoende ook minder gewenst. Binnen de gemeente zijn voor ecologie ook geen specifiek ingerichte gebieden aanwezig. Het beheer van oevers wordt eigenlijk als nihil beschouwd. Qua oeverbegroeiing hoeft weinig onderhouden te worden. In de dorpen bestaan weinig waterpartijen en binnen het beheer vallen een aantal tochtsloten. Deze tochtsloten worden 2 maal per jaar met een maaiveegboot geschoond en gemaaid. Het maaiafval wordt hierbij afgevoerd. In feite vormen de bermen het ecologische totaalbeeld. De bermen brengen als het ware de essentiële ecologische hoofdstructuur van de gemeente. De vormen van natuurvriendelijk beheer welke in de gemeente worden toegepast zijn de volgende: 2 x maaien per jaar berm, dit geldt voor alle bermen, maaisel wordt afgevoerd Snoeiwerkzaamheden gefaseerd uitvoeren Niet spuiten van groen, wel selectief op de verharding Ondanks dat weinig natuurvriendelijk beheer wordt toegepast heerst bij de medewerkers wel een ecologische gedachtegang. Er zijn geen officiële plannen voor het beheer en men werkt voornamelijk uit ervaring. Doelstellingen bestaan niet echt. Het probleem is dat te weinig mensen aanwezig zijn om dit te kunnen opzetten en het op papier te krijgen.
De verwachting voor het natuurvriendelijke beheer in de gemeente is dat het beperkt blijft tot de bermen zoals het nu is. Het is doel om de bermen ecologisch gezien te laten verbeteren. Het is echter lastig of dit daadwerkelijk gerealiseerd kan worden. Zo is het doel om de weg van Makkum naar Harlingen (zo’n 40km) één kleurig lint van bloemen te laten worden. Daarbij is het van belang een maaitijd vast te stellen. Men is echter nu zeer blij met de boeren die het maaiwerk uitvoeren. Anders wordt dit voor de gemeente een te hoge kostenpost. Het tijdstip waarop boeren vaak maaien is minder gunstig voor de beplanting. De kans bestaat bij het instellen van een maaitijd dat de boeren niet willen maaien en dat het beheer bij de gemeente komt te liggen. Dit is financieel niet haalbaar. Ook gefaseerd maaien is moeilijk, Daarbij werk je de boeren eveneens tegen. Zodoende lijkt het er dan ook niet naar uit te zien dat een andere maaiperiode of gefaseerd maaien voor de boeren wordt ingesteld. Waar de gemeente dit wel kan toe passen, is in het zelf te beheren deel. Dit betreft zo’n 15 tot 20% van de bermen. Het nadeel is hier wel dat 80 tot 90% van de bermen smaller is. Als een meter breed voor de veiligheid standaard wordt kort gemaaid is de hele berm vaak al gemaaid. Toch hebben de medewerkers de overtuiging om de bermen mooier te maken. Naar aanleiding van de door de gemeente gegeven workshop is de heer Willekes aan de slag gegaan met het kiezen van enkele bermen voor natuurvriendelijk beheer. Een tweetal bermen zijn naar voren gekomen. Hiervoor is een opzet voor het beheer geschreven. Naar alle verwachtingen zal deze opzet door de gemeenteraad worden goedgekeurd en wordt zodoende al een deel vlindervriendelijk beheerd. Problemen en oplossingen Klachten bestaan weinig. Het beheer wordt dan ook niet binnen de bebouwde kom gevoerd met uitzondering van de bermen. De enige problemen welke bestaan zijn klachten over distels. Het is een agrarische gemeente en dat betekent dat dit een bekend probleem voor de bewoners is. De klachten hebben verder geen invloed op het bermbeheer. Aangezien de distelverordening in de gemeente geldt, worden de distels uitgemaaid of weggespoten Monitoring Door de gemeente wordt geen monitoring uitgevoerd. Wel zijn diverse vrijwilligers zelf bezig, waaronder een vrijwilliger van De Vlinderstichting. De gemeente heeft geen inzicht in deze resultaten en daar is ook nooit vraag naar geweest. De gemeente heeft ook geen tijd om met monitoring te beginnen, daar is eigenlijk ook nooit echt aan gedacht.
30. Wymbritseradiel De Friese gemeente Wymbritseradiel is gelegen nabij Sneek. Het is een agrarische gemeente met diverse dorpen waarvan IJlst de grootste is. De gemeente heeft 16.161 inwoners en een grondoppervlak van 317km². De overheersende grondsoorten zijn klei en veen. Op dinsdag 18 mei heb ik om 11:00 uur gesproken met de heer de Vries. De heer de Vries is sinds één jaar werkzaam bij de gemeente als medewerker groenvoorzieningen. Hij is als enige verantwoordelijk voor het groenbeleid in de gemeente. Daarbij wordt samengewerkt met diverse rayonbeheerders van de buitendienst. Zij begeleiden de rayonteams en hebben zowel het groen als de civiele tak in hun beheerpakket. (In deel 2 van dit verslag is een stuk over voorlichtingsmaterialen en voorlichting in de gemeente Wymbritseradiel geschreven) Natuurvriendelijk beheer Binnen de gemeente kan gesteld worden dat momenteel weinig natuurvriendelijk beheer wordt toegepast. Binnen de dorpskernen gebeurt dit sporadisch en wordt naar een vrij hoge traditionele netheidsgraad gestreefd. Het enige ecologische groen is terug te vinden in het heempark, het Ecopark en de aangelegde verbindingszone tussen twee grote wateren. Dit is vanaf 1998 gerealiseerd. Onder andere als onderdeel van het BGM-project voor Noord Nederland. Het heempark wordt door een aparte stichting beheerd. De gemeente heeft hier geen hand in. Het Ecopark en de verbindingszone zijn wel in eigen beheer. Geen van de bermen en oevers wordt eigenlijk natuurvriendelijk beheerd. Aspecten van natuurvriendelijk beheer komen er wel in terug. Een hele hoop handelingen worden wel toegepast - afhankelijk van de rayonbeheerder – maar zijn niet in het beleid opgenomen. Diverse plasbermen zijn aangelegd en het doel is eveneens natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Na aanleg zijn geen doelstellingen verwoord en blijft beheer vaak achterwege. Zo verlanden de plasbermen. De oorzaak van het achterwege blijven van het beheer ligt vaak aan het ontbreken van kennis en bewustzijn. De aanleg wordt gefinancierd maar over het beheer wordt minder nagedacht. Voor de bermen geldt dat binnen de dorpen 3 x per jaar wordt gemaaid. In het buitengebied is dit 2x, alleen bij uitzichtpunten 3 x. Voor het maaien wordt gebruik gemaakt van de schotelmaaier. Het maaisel laat men liggen in verband met de kosten. Dit geeft voedselrijkdom, maar insecten blijven wel deels gespaard. Toch is zodoende geen sprake van natuurvriendelijk beheer. Op een klein aantal plaatsen is dit meer van toepassing. Diverse hobbyboeren maaien enkele bermen en voeren het maaisel af voor eigen gebruik. De grond verschraalt hier. Het maaibeleid is echter niet afgestemd op de flora en het is geen bewust natuurvriendelijk beheer. De vormen van natuurvriendelijk beheer gelden ten dele voor het toepassen in de hele gemeente. Daar waar dit speciaal geldt voor het Ecopark of de ecologische verbindingszone is dit achter de maatregel genoemd (ECO). 2 x maaien per jaar berm, maar niet verschralen, niet afvoeren maaisel, niet geënt op de bloeiperiode, niet met klepelmaaier Opbrengen voedselarme grond, in bermen toegepast. Nog niet in beleid opgenomen, wel onderling afgesproken Aanleg flauwe oevers Beschoeiing verwijderen, bij reconstructies
Gefaseerd maaien oever, in hele kleine mate, soms vanweg broedgelegenheid vogels Bagger tijdelijk op de oever laten liggen, niet vanwege de natuur gedachte maar vanwege het nemen van monsters Geen chemische onkruidbestrijding op straat, het wordt geborsteld Incidenteel onkruidbestrijding in het groen, middels korrels Opruimen maaisel. Paar dagen laten liggen en uitschudden (ECO) Rekening houden met het maaiseizoen (ECO) Inzaaien (ECO), maar ook bij reconstructies van fietspaden en af en toe aan de randen van de dorpen Bij bosplantsoen en onder rozen minder zwarte grond gebruiken en bodembedekking stimuleren (afhankelijk van de rayonbeheerder) Aanleg plasdrasbermen In het totaalbeeld wordt natuurvriendelijk beheer alleen toegepast in het Ecopark en de verbindingszone. Voor zover de heer De Vries weet zijn hier geen specifieke doelstellingen voor opgesteld. Althans dan is dat niet bij iedereen bekend. Of de doelstellingen bereikt worden is dan ook niet te zeggen. Momenteel is men bezig met een plan voor het maaibeheer. Hierin gaat men de kant op van het natuurvriendelijk beheer. Met name het stimuleren van hobbyboeren om nog meer bermen te maaien is daarbij van belang. Het maaibeheerplan moet nog door de gemeenteraad worden goedgekeurd. Zodra dit gebeurt kan men ermee aan de slag. Persoonlijk hoopt de heer De Vries dat het natuurvriendelijk beheer volop in ontwikkeling komt. Daar moet iemand het voortouw in nemen. De politieke keuze speelt daarbij ook een belangrijke rol. Zowel draagvlak als financiën zijn essentieel. De realistische verwachting is dat het natuurvriendelijk beheer gelijk blijft of langzaam zal toenemen. Men is in de gemeente op zich wel welwillend. In ieder geval dient als eerste aanzet een beheer voor de plasdrasbermen geschreven te worden. Hier moet geld voor vrijkomen om dit beheer te kunnen realiseren. Problemen en oplossingen Omdat natuurvriendelijk beheer beperkt wordt toegepast en in mindere mate binnen de bebouwde kom, komt de gemeente niet veel problemen tegen. Soms komt een klacht binnen over het borstelen. Als meer voorlichting gegeven zou worden gaat dit wel over. Een belangrijker probleem is de veengrond. Het geeft verzakkingen en is gebonden aan zuurminnende soorten. Een voedselarme situatie is hier niet te creëren. Voor deze veengronden moet het verwachtingspatroon worden bijgesteld. Gestreefd wordt naar andere soorten en doelstellingen moeten daarop worden aangepast. Een overdadige bloei kan niet verwacht worden en de hoge waardering welke bewoners voor een mooie bloei hebben kan niet worden gerealiseerd. Monitoring Monitoring wordt door de gemeente niet uitgevoerd. Dit zit allemaal in de aanloopfase. Men hoopt wanneer een nieuw beleid geaccordeerd is – met name bij het maaiplan – dit wel te gaan doen. Hierbij moet eveneens iemand het voortouw nemen. Of dit dan ook gestalte zal krijgen is meer een hoop voor de toekomst. De heer de Vries ziet het wel het belang in van een goede monitoring. Het biedt mogelijkheden het beheer te evalueren.. Mogelijkheid is om in de toekomst met natuurverenigingen, de mensen van het heempark en van De Vlinderstichting een inventarisatieproject op te zetten.
Bijlage 4 Codeboek + Frequenties
Algemeen
Achtergrond gegevens Zie uitwerking interviews Nummer Zie uitwerking interviews Naam gemeente Zie uitwerking interviews Naam contactpersoon Zie uitwerking interviews Aantal inwoners Totaal Gemiddeld
1.846.514 61.550
Grondoppervlak Totaal Gemiddeld
3163 km² 105 km²
Soort gemeente Dorp(en) Stad(steden) Stad+dorp Totaal
13 16 1 30
43,33% 53,33% 3,33% 100,00%
Grondsoort Klei Klei,veen Zand Zand,klei Zand,veen Totaal
12 2 9 6 1 30
40,00% 6,67% 30,00% 20,00% 3,33% 100,00%
Provincie Drente Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord-Brabant Noord-Holland Overijssel Utrecht Zeeland Zuid-Holland Totaal
0 1 3 4 1 1 4 2 1 6 1 6 30
0,00% 3,33% 10,00% 13,33% 3,33% 3,33% 13,33% 6,67% 3,33% 20,00% 3,33% 20,00% 100,00%
Natuurvriendelijk beheer 1. Wordt in de gemeente natuurvriendelijk beheer toegepast 1 = ja 30 100,00% 2= nee 0 0,00% Totaal 30 100,00%
2. percentages nvr bermbeheer 100 % 8 28,57% 90% 2 7,14% 80% 4 14,29% 60% 2 7,14% 55% 1 3,57% 50% 3 10,71% 30% 1 3,57% 25% 2 7,14% 20% 1 3,57% 10% 2 7,14% 5% 2 7,14% Totaal 28 100,00% Totaal% 1810 Gemiddeld 65%
3. percentages nvr oeverbeheer N.V.T. 3 100% 4 18,18% 90% 2 9,09% 80% 4 18,18% 60% 1 4,55% 50% 2 9,09% 40% 1 4,55% 30% 1 4,55% 25% 2 9,09% 20% 1 4,55% 15% 1 4,55% 10% 2 9,09% 0% 1 4,55% Totaal 25 (22) 100,00% Totaal% 1235 Gemiddeld 56%
4. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hoe wordt algemeen Nvr beheer buiten bebouwde kom toegepast Alles 5 17,24% Veel 13 44,83% Gemiddeld 3 10,34% Matig 5 17,24% Weinig 2 6,90% Weinig tot niets 1 3,45% Totaal 29 100,00%
5. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Hoe wordt in hoofdlijnen Nvr beheer binnen bebouwde kom toegepast Niet tot nauwelijks In de hele stad of dorp Langs de hoofdstructuren waar mogelijk/op een aantal plekken zoals parken, bermen oevers e.d. In de woonwijken In het centrum Als ring om de stad of dorp heen op diverse plekken aan de randen
Combinaties: 1 1,3 2 3,4 3,7 4 4,7 4,8 3,4,5 3,4,8 Totaal
4 1 7 4 1 6 1 1 3 2 30
13,33% 3,33% 23,33% 13,33% 3,33% 20,00% 3,33% 3,33% 10,00% 6,67% 100,00%
6.
Hoe kan de hoeveelheid binnen bebouwde kom worden omschreven 1. Alles 0 0,00% 2. Veel 6 20,00% 3. Gemiddeld 4 13,33% 4. Matig 6 20,00% 5. Weinig 6 20,00% 6. Weinig tot niets 7 23,33% 7. Niets 1 3,33% Totaal 30 100,00%
7. 1. 2. 3. 4. 5.
Redenen voor het toepassen van Nvr beheer een mooi beeld, creëren vooral voor de burger 9 bezuinigingen (vroeger) 3 meer natuur en diversiteit 13 de wil vanuit de groenbeheerders 4 een gezonde leefomgeving creëren, 9 natuurbeleving en bewustwording 6. duurzaamheid en educatie voor de jeugd 6 7. natuurlijke verbindingen maken/ 9 ecologie de stad in krijgen 8. het is vanuit hogere plannen opgelegd 2 9. het is niet meer dan logisch. Het is 1 geen noodzaak het groen vaker te beheren 10. minder onderhoud voor kunstmatige elementen 1 11. stoppen met bestrijdingsmiddelen 1 12. het is gewoon belangrijk 1 13. waar het wordt toegepast is het blijven staan 1 14. het is een wil vanuit de deelgemeenten/politiek 2 Aantal gemeentelijke respondenten 29
31,03% 10,34% 44,83% 13,79% 31,03% 20,69% 31,03% 6,90% 3,45% 3,45% 3,45% 3,45% 3,45% 3,45%
8. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
vormen van natuurvriendelijk beheer 1 x maaien per jaar berm 24 2 x maaien per jaar berm 30 x maaien in de x jaar 17 verschralen berm 29 gefaseerd maaien berm 17 opbrengen voedselarme grond 11 omdraaien profiel 3 afhalen bovenlaag 3 aanleg van flauwe oevers 26 toepassen matten voor de oever, 9 inplanten oever o.i.d. 11. beschoeiing verwijderen 22 12. gefaseerd maaien oever 20 13. gefaseerd baggeren 8 14. bagger tijdelijk op oever laten liggen 10 15. rekening houden met maaiseizoen 23 16. inzaaien 24 17. begrazing 8 18. zomen bosranden natuurvriendelijk 7 19. gefaseerd snoeien, gefaseerd knotten 11 20. snoeihout verwerken in beplanting, 3 of op een andere wijze nvr. verwerken 21. niet spuiten groen (m.u.v. enkele plekken) 21 22. niet spuiten verharding 10 23. gebruik maken van maai-zuigcombinatie 2 24. geen onderhoud bosplantsoen 3 25. bewoners actief krijgen en mee laten helpen 6 26. rekening houden met het baggerseizoen 2 27. overwinteringsplaatsen voor vissen creëren 1 28. toepassen inheemse soorten beplanting 6 29. wadi’s aanleggen 4 30. plasdrasbermen aanleggen 2 31. uitzaaien eigen zaden of hooi 2 32. bomen verwijderen voor meer zon op plekken 1 33. graven van poelen 7 34. werken aan de onderbegroeiing 4 35. promoten natuurvoorzieningen bij planvorming 1 36. specie voor muurbeplanting gebruiken 1 37. waterbegroeiing in grachten stimuleren 1 38. strakker beleid afgifte tuinen tot water 1 39. gebruik maken van een ecomaaier 2 40. aanleg van ecologische zones 1 41. aanleg van vlinderweiden 3 42. enkele dagen laten liggen van grasmaaisel 2 voor het op te ruimen 43. enkele dagen laten liggen van 1 sloot/oevermaaisel voordat geruimd wordt 44. toepassen beplanting voor vlinders, 2 toepassen stinzeflora 45. Bij bouw, transplantatie van rode lijst 1 soorten naar een nieuw gebied 46. toepassen onderwaterbeschoeiing 2 47. stimuleren gelaagdheid 2 48. een gefaseerde begrazing toe passen 1 door delen af te zetten 49. aanleg helofytenfilters 2 50. ecologisch bosbeheer 5 51. ecologisch boombeheer 1 Totaal 405 Aantal responderende gemeenten 30 Gemiddeld aantal nvr methoden per gemeente 13,5
80,00% 100,00% 56,67% 96,67% 56,67% 36,67% 10,00% 10,00% 86,67% 30,00% 73,33% 66,67% 26,67% 33,33% 76,66% 80,00% 26,67% 23,33% 36,67% 10,00% 70% 33,33% 6,67% 10,00% 20,00% 6,67% 3,33% 20,00% 13,33% 6,67% 6,67% 3,33% 23,33% 13,33% 3,33% 3,33% 3,33% 3,33% 6,67% 3,33% 10,00% 6,67% 3,33% 6,67% 3,33% 6,67% 6,67% 3,33% 6,67% 16,67% 3,33%
9. Begonnen met natuurvriendelijk beheer 1. < 1970 2. 1970 – 1980 3. 1980 – 1990 4. 1990 – 2000 5. 2000 > Totaal
10. worden doelstellingen gesteld 1. ja, algemeen en/of bij enkele plannen specifiek 2. ja, specifiek per plek 3. nee, enkele algemene doelen of naar eigen inzicht beheren 4. nee Totaal 10b. Is Nvr. Beheer in het beleid opgenomen 1. ja, algemeen(beeldkwaliteitsplan, landschapbeleidsplan,groenstructuurplan) 2. ja, algemeen, specifiek wordt aan gewerkt) 3. ja, specifiek (beheerplannen, ecologische plannen) 4. wordt aan gewerkt 5. nee, of niet meer up to date Totaal 11. 1. 2. 3. 4.
Is bij omvorming snel resultaat te zien Ja Nee Redelijk Soms wel, soms niet, afhankelijk van de plaats 5. Niet te zeggen Totaal
12. Toekomstbeeld: 1. meer Nvr beheer 2. Nvr beheer blijft gelijk of neemt langzaam toe 3. Nvr beheer neemt af 4. Geen idee, hangt van diverse factoren af Totaal
2 3 6 15 4 30
6,67% 10,00% 20,00% 50,00% 13,33% 100,00%
7
23,33%
2 9
6,67% 30,00%
12 30
40,00% 100,00%
7
25,93%
3 6
11,11% 22,22%
5 6 27
18,52% 22,22% 100,00%
9 6 1 7
34,62% 23,08% 3,85% 26,92%
3 26
11,53% 100,00%
9 19
30,00% 63,33%
0 2
0,00% 6,67%
30
100,00%
12b. Bestaan plannen, of worden plannen uitgevoerd voor water/oevers 1. baggerplan in combinatie met aanleggen van 4 13,33% flauwe oevers 2. aanleggen flauwe oevers 4 13,33% 3. waterplan in combinatie met 2 6,67% overstorten verwijderen 4. Nee of onbekend 20 66,67% Totaal 10 100,00%
Problemen/oplossingen 13. Bestaan problemen 1. ja 2. nee 3. dat is nog niet te zeggen Totaal
14. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
welke problemen zijn dit draagvlak burgers draagvlak medewerkers draagvlak politiek nvr groen houdt vuil vast dumpen van afval of grond in het groen inpikken van groen distelproblematiek aannemer/maaier werkt niet zoals voorgeschreven 9. boeren maaien zelf 10. Begroeiing ontwikkelt zich niet zoals gewenst (bijvoorbeeld door de grondsoort) 11. Hondenpoep 12. opgehoogde beschoeiingen van tuinen welke aan het water grenzen 13. bezuinigingen/financiën 14. strooizout 15. uitvoering en beleid liggen ver uit elkaar 16. de communicatie van bezuinigingen is vroeger onder het mom van nvr beheer verteld 17. problemen met projectontwikkelaars 18. de stortkosten van het maaisel 19. geen duidelijke visies/doelstellingen aanwezig 20. flora en faunawet soms moeilijk te interpreteren 21. kleine stroken zijn lastig te onderhouden 22. bewoners spuiten of rijden de bermen kapot. Ook wordt door de bewoners mest op de bermen gespoten 23. bebouwing gaat ten koste van natuur 24. bij wegwerkzaamheden is het omwoelen van de grond funest 25. reorganisaties hebben een negatieve invloed 26. planten zoals de Berenklauw en insecten zoals muggen zorgen voor overlast 27. aanwezigheid van muskusratten/woelratten 28. ontbreken van kennis bij de werknemers 29. door de wethouder, burgemeester of andere bestuursleden worden dingen aan de bewoners toegezegd Totaal aantal responderende gemeenten gemiddeld aantal problemen per gemeente
29 0 1 30
96,67% 0,00% 3,33% 100,00%
20 7 1 1 6 3 5 5
68,96% 24,14% 3,45% 3,45% 20,69% 10,34% 17,24% 17,24%
2 5
6,90% 17,24%
2 1
6,90% 3,45%
8 1 1 2
27,59% 3,45% 3,45% 6,90%
1 4 1 1 2 1
3,45% 13,79% 3,45% 3,45% 6,90% 3,45%
2 1
6,90% 3,45%
1 1
3,45% 3,45%
1 1 1
3,45% 3,45% 3,45%
88 29 3,03
15. Oplossingen voor de problemen zijn 1. draagvlak burgers 20 x genoemd; voorlichting rug recht blijven houden de eigen medewerkers sterk bij de voorlichting inzetten een NME centrum inschakelen bij de communicatie meedoen aan een natuurprijs vroegtijdig burgers bij het proces betrekken, dialoog met bevolking burgers inzicht geven in de kosten enthousiaste medewerkers voorop naar de burgers laten gaan blijvend informeren houdt het beeld bloemrijk en mooi bij nieuwbouw beter communiceren naar projectontwikkelaars. Zij geven vaak het beeld door aan de burgers. Verteld moet worden dat het enige tij duurt voordat het bloemrijk wordt 2. draagvlak medewerkers 4 x genoemd; scholing voorlichting d.m.v. diverse lezingen, enthousiaste medewerker inzetten om collega’s te inspireren bewust de medewerkers inzetten bij educatieve projecten standaard verhaal maken om in te zetten 3. draagvlak politiek lobbyen 4.
natuur vriendelijk groen houdt vuil vast extra investeren in vuilruimen
5.
dumpen van afval of grond in het groen 4 x genoemd; handhaving voorlichting, achterhalen Indien bekend is wie het gedaan heeft, het afval of groen zelf laten verwijderen Indien bekend is wie het gedaan heeft, terugdumpen van afval of grond in de eigen tuin. Dit werkt prima duidelijke standaardbrief met voorlichting opstellen
6.
inpikken van groen 2 x genoemd; handhaving
terugnemen van de grond en het profiel omleggen 7.
distelproblematiek 4 x genoemd; er is geen keuze dan het uitmaaien distels volgens de distelverordening inzetten IVN bij het uitmaaien
8.
aannemer/maaier werkt niet zoals voorgeschreven 3 x genoemd; eens een hartig woordje praten betrekken bij projecten en je verhaal, vooraf goed alles in kaart zetten 2 x genoemd; korten op opdrachten of totaalsom voorlichtingsmaterialen maken voor de maaiers 2 x genoemd; bezoek bij het werk
9.
boeren maaien zelf handhaving
10. Begroeiing ontwikkelt zich niet zoals gewenst (bijvoorbeeld door de grondsoort) alleen daar waar mogelijkheden zijn doorgaan verwachtingspatroon bijstellen, naar andere soorten streven storten voedselarme grond op plekken opnieuw beginnen, bovenlaag verwijderen streven naar beheer van grotere elementen 11. Hondenpoep lastig, handhaving levert nog meer problemen op 12. opgehoogde beschoeiingen van tuinen welke aan het water grenzen geen oplossing 13. bezuinigingen/financiën creatief zijn 14. strooizout beter doseren nat strooien goede instructie 15. uitvoering en beleid liggen ver uit elkaar communicatieslag maken 16. de communicatie van bezuinigingen is vroeger onder het mom van nvr beheer verteld 2 x genoemd; voorlichting 17. problemen met projectontwikkelaars geen oplossing 18. de stortkosten van het maaisel begrazing op plekken waar het kan bekend alternatief, voer voor paarden 19. geen duidelijke visies/doelstellingen aanwezig zelf prioriteiten stellen 20. flora en faunawet soms moeilijk te interpreteren geen oplossing voor 21. kleine stroken zijn lastig te onderhouden meter bloemrijke vaste planten i.p.v. kruidenberm goed vooraf vaststellen wat wel en niet mogelijk is 22. bewoners spuiten of rijden de bermen kapot. Ook wordt door de bewoners mest op de bermen gespoten voorlichting 23. bebouwing gaat ten koste van natuur knelpunt omdraaien en compensatie eisen op dezelfde plek groenmedewerkers moeten zich sterk maken,goede argumentatie, vaststellen beheer in plannen voorlichting 24. bij wegwerkzaamheden is het omwoelen van de grond funest voorlichting 25. reorganisaties hebben een negatieve invloed geen oplossing
26. planten zoals de Berenklauw en insecten zoals muggen zorgen voor overlast actief tegenwerken, vernietigen plant 27. aanwezigheid van muskusratten/woelratten geen oplossing 28. ontbreken van kennis bij de werknemers voorlichting 29. door de wethouder, burgemeester of andere bestuursleden worden dingen aan de bewoners toegezegd geen oplossing 16. Hebben deze problemen invloed op het toepassen van Nvr beheer 1. ja 20 68,97% 2. nee 9 31,03% Totaal 29 100,00%
Monitoring 17. Voert de gemeente monitoring uit/of wordt in opdracht van de gemeente monitoring uitgevoerd 1. ja 16 53,33% 2. ja, maar weinig 2 6,67% 3. nee 12 40,00% totaal 30 100,00%
18. Voeren andere instanties in de gemeente monitoring uit 1. ja 19 63,33% 2. nee 11 36,67% 3. weet niet 0 0,00% Totaal 30 100,00%
19. Welke andere instanties voeren monitoring uit 1. IVN 5 2. KNNV 1 3. NME-centrum o.i.d. 1 4. Diverse natuurverenigingen en/of vrijwilligers 19 5. Bewonersvereniging 0 6. geen andere instantie 0 7. weet niet 0 8. De provincie 1 Totaal 27 Aantal responderende gemeenten 19 Gemiddeld aantal instanties waardoor 1,4 monitoring wordt uitgevoerd
26,32% 5,26% 5,26% 100,00% 0,00% 0,00% 0,00% 5,26%
20. Krijgt de gemeente wel resultaten van deze instanties 1. ja 8 42,11% 2. nee 11 57,89% Totaal 19 100,00%
21. Wil de gemeente in de toekomst monitoring uitvoeren 1. ja 7 50,00% 2. nee 5 35,71% 3. weet niet 2 14,29% Totaal 14 100,00% 22. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Waarvoor worden monitoringsresultaten gebruikt beheer afstemmen 14 70,00% beleidsplannen, doelstellingen of visies maken 2 10,00% weten of men op de goede weg is 8 40,00% voor toepassing flora en fauna wet 4 20,00% voor communicatie 3 15,00% weet niet 0 0,00% (nog) nergens voor 4 20,00% om de buitendienst te enthousiasmeren 1 5,00% kennis van het gebied krijgen 2 10,00% voor bijv. een project 10. verschil tussen nvr beheer en 1 5,00% traditioneel beheer aantonen 11. verantwoording naar de politiek 2 10,00% Totaal 41 Aantal gemeentelijke respondenten welke monitoringsresultaten voor handen hebben 20 Gemiddeld aantal doeleinden voor de resultaten 2
Bijlage 5 De interviewvragen Natuurvriendelijk beheer
1. vindt momenteel in de gemeente natuurvriendelijk beheer van bermen en/of oevers plaats Ja, ga door naar vraag 3 Nee, ga door naar vraag 2 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………
2. Worden andere groenelementen wel natuurvriendelijk beheerd? Zo ja, welke? Ja, ga door naar vraag 4 en doorloop het schema op de bijpassende punten Nee, ga door naar vraag 10 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………
De volgende vragen worden gesteld na beantwoording met Ja bij vraag 1,2 3. Kunt u een schatting geven van het percentage bermen en oevers wat natuurvriendelijk wordt beheerd Bermen Oevers ………% ………%
4. Wat zijn de redenen voor het toepassen van natuurvriendelijk beheer? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Welke vormen van natuurvriendelijk beheer worden toegepast voor bermen en oevers (afvinken als het wordt genoemd) 1 x maaien per jaar berm 2 x maaien per jaar berm … x maaien per jaar berm gefaseerd maaien berm< doorvragen > ……% wat men per keer laat staan
opbrengen voedselarme grond aanleg van flauwe oevers beschoeiing verwijderen gefaseerd maaien oever gefaseerd baggeren bagger tijdelijk op oever laten liggen rekening houden met maaiseizoen:……………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………… anders………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …… 6. Wanneer is begonnen met het toepassen van natuurvriendelijk beheer van bermen/oevers (jaartal) ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 7. Als u natuurvriendelijk beheer toepast stelt u van tevoren ook doelstellingen. Welke doelstellingen zijn dit? Ja, ga naar vraag 8 Nee, ga naar vraag 9 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………… 8. Worden de doelstellingen snel bereikt Ja Nee Redelijk 9. Kunt u wat vertellen over de toekomst van natuurvriendelijk beheer in uw gemeente (ga hierna verder naar vraag 12) ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
De volgende vragen worden gesteld na beantwoording met Nee bij vraag 2 10. Is er over nagedacht om natuurvriendelijk beheer toe te passen Ja…………………………………………………………………………………………………………… Nee………………………………………………………………………………………………………… Een beetje………………………………………………………………………………………………. 11. Wat zijn de redenen waarom het niet wordt toegepast. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………… Ga verder naar vraag 22
Problemen/oplossingen 12. Komt de gemeente problemen tegen bij het toepassen van natuurvriendelijk beheer, welke problemen zijn dit? Kunt u ze zo volledig mogelijk opnoemen Ja, ga na beantwoording naar vraag 13 Nee, ga naar vraag 16 ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………
onderstaande vragen invullen bij beantwoording van vraag 12 met ja 13. Hebben deze problemen invloed op het wel of niet toepassen van natuurvriendelijk beheer? Ja…………………………………………………………………………………………………………… Nee………………………………………………………………………………………………………… 14. Worden oplossingen voor problemen gevonden? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………… 15. Welke oplossingen zijn gevonden? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………
monitoring 22. Wordt in de gemeente aan monitoring van vlinders/libellen of andere dieren gedaan, waarom? Ja, omdat………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………… ga naar vraag 24 Nee, omdat………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………… ga naar vraag 23 23. Is de gemeente in de toekomst van plan monitoring uit te voeren? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………… ga naar vraag 24 24. Door wie wordt de monitoring uitgevoerd. ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………… 25. Waarvoor worden de monitoringsresultaten gebruikt ………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………