Bijlage III. Toelichting overzicht voor- en nadelen voorjaarsrapportage 2013
1. Deelname Het Waterschapshuis (voordeel € 49.311,-) Het Waterschapshuis (HWH) heeft de jaarrekeningen van 2010, 2011 en 2012 afgerond. Hieruit komt naar voren dat wij over deze jaren € 90.812,- te veel hebben betaald. Dit bedrag krijgen we terug. Daarnaast moet voor onderhanden werk uit 2012 van HWH nog € 25.866,- betaald worden. Tot slot is voor het afwikkelen van het Tax-i project nog € 15.635,- in rekening gebracht voor nagekomen (afwikkelings)kosten. Per saldo ontvangen wij van HWH € 49.311,-.
2. Doeluitkering kwijtschelding (nadeel € 50.000,-) Bij het opstellen van de begroting 2013 gingen we ervan uit dat het Rijk een voor alle waterschappen bedoelde doeluitkering kwijtschelding zou verstrekken. Met deze doeluitkering zouden de waterschappen gestegen kosten voor kwijtschelding kunnen compenseren als gevolg van een verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden. Vanaf 2012 is het namelijk mogelijk de gemaakte kosten voor kinderopvang te betrekken bij het behandelen van een verzoek tot kwijtschelding van de waterschapsbelastingen. Door met deze kosten rekening te houden komen burgers eerder in aanmerking voor kwijtschelding. Deze verruiming is niet verplicht. Het Algemeen bestuur moet daartoe expliciet besluiten. Ons waterschap heeft daartoe niet besloten. In maart is bekend geworden welke vorm de doeluitkering heeft gekregen; een subsidieregeling. Alleen waterschappen die daadwerkelijk de kosten van kinderopvang betrekken bij het behandelen van verzoeken tot kwijtschelding komen in aanmerking voor een uitkering. Wij lopen deze uitkering daardoor mis.
3. Kosten kwijtschelding en oninbaar (nadeel € 395.000,-) Op basis van de jaarrekening 2012 en de algehele economische situatie is de verwachting dat de kosten voor kwijtschelding zullen stijgen. Voor 2013 wordt een stijging van het aantal verzoeken verwacht. Het beschikbare budget voor kwijtschelding wordt verhoogd met € 240.000,- tot € 1,8 miljoen. Ook het aantal oninbaar verklaarde belastingvorderingen stijgt. Onder ander door het faillissement van een vastgoedonderneming is dit jaar al € 300.000,- aan vorderingen oninbaar verklaard. De verwachting is dat uiteindelijk ongeveer € 500.000,- aan vorderingen oninbaar wordt verklaard. Dat bedrag zal in de jaarrekening aan de voorziening oninbare debiteuren moeten worden toegevoegd. Ten opzichte van de verwachting bij de begroting een stijging met € 145.000,-.
4. Belastingopbrengst (nadeel € 135.000,-) De WOZ-waarden per 1 januari 2012 (peildatum, gebruikt voor de belastingaanslagen 2013) van woningen en niet woningen blijkt lager te zijn dan bij het opstellen van de begroting 2013 werd verwacht. De WOZ-waarde is gemiddeld met 3,3% gedaald in plaats van 2,9%. Een lagere WOZwaarde leidt tot een lagere opbrengst watersysteemheffing gebouwd van € 135.000,-.
5. Kostenaandeel Noorderzijlvest in Labkosten (voordeel € 50.000,-) Vanaf 1 januari wordt voor waterschap Noorderzijlvest drie keer per week een aantal monsters genomen en geanalyseerd ten behoeve van de processturing van de rwzi Garmerwolde. De hiermee samenhangende kosten worden begroot op € 50.000,-. Met waterschap Noorderzijlvest zijn vaste tariefafspraken gemaakt voor 2013. Mee- en tegenvallers binnen de reguliere bedrijfsvoering van het laboratorium worden niet verrekend, maar komen voor rekening van ons. Afgesproken is de hier genoemde kosten afzonderlijk in rekening te brengen. Feitelijk is sprake van een behoorlijke uitbreiding van de dienstverlening waarvoor afzonderlijk moet worden betaald.
6. Poorten rwzi Scheemda en Foxhol (nadeel € 30.000,-) De toegangspoort van de rwzi Scheemda geeft regelmatig storingen waardoor de poort open blijft staan. In de Wet milieubeheer is opgenomen dat de toegangspoort altijd gesloten moet zijn voor onbevoegden. Tevens is op deze locatie een vertrekpunt van de afdeling VVW. Hierdoor gaat de poort te vaak open en dicht en daar is dit type hekwerk niet voor geschikt. Voorgesteld wordt de toegangspoort te vervangen door een robuuste poort die geschikt is voor groot en veel verkeer. De kosten van vervanging bedragen € 26.000,-. De toegangspoort van de rwzi Foxhol is ca. 10 meter en voor normaal gebruik te groot. Daarbij is de uitvoering van aluminium niet star genoeg. De poort geeft regelmatig storingen en blijft daardoor open staan. Tevens is de poort niet met de hand te sluiten. Voorgesteld wordt de te vervangen poort van de rwzi Scheemda te plaatsen bij de rwzi Foxhol. Deze poort is namelijk wel geschikt voor de mate van gebruik bij de rwzi Foxhol. De kosten van herplaatsing van de poort worden geraamd op € 4.000,-.
7. Inspectie/audit biogasinstallaties (nadeel € 15.000,-) Op 21 oktober jl heeft er een explosie plaatsgevonden in de biogasinstallatie van de rwzi Raalte. Bij deze explosie hebben zich geen persoonlijke ongevallen voorgedaan, maar de schade aan de rwzi is groot. De explosie in de biosgasinstallatie van rwzi Raalte blijkt veroorzaakt te zijn door een combinatie van mechanisch en menselijk falen. Naar aanleiding van deze explosie hebben wij onze biogasinstallaties op de rwzi’s Assen, Scheemda en Veendam geïnspecteerd, de kans op een vergelijkbaar ongeval bij ons lijkt heel klein. Om de risico’s van falen bij onze drie biogasinstallaties (Assen, Veendam en Scheemda) zo goed mogelijk in beeld te brengen, is evenwel aan een ter zake deskundig bedrijf opdracht gegeven voor een inspectie en audit, inclusief verslaglegging. De biogasvergisting-, opslag- en verwerkingsinstallaties zullen door hen worden geïnspecteerd. De beschikbare protocollen en procedures zullen worden geaudit. Uitgaande van de rapportages zal er een plan van aanpak opgesteld worden om deze installaties naar hedendaagse inzichten zo veilig mogelijk te maken. Ook zal er aandacht zijn voor het kennisniveau en het veiligheidsdenken van de medewerkers. De kosten voor het opstellen van de rapportages van onze drie biogasinstallaties bedragen € 15.000,-.
8. Schoonmaak beluchtingstank rwzi Foxhol (PM) Het destijds gekozen grofvuilrooster voor de rwzi Foxhol gaf veel problemen en verstoringen. Langere tijd is gewerkt zonder grofvuilrooster en inmiddels is er een andere type rooster geplaatst. Hierdoor is de beluchtingstank sterk vervuilt en zijn er problemen met de voortstuwers en recirculatie pompen.
Het budget voor het schoonmaken van beluchtingstanks bedraagt € 100.000,-. Hiervan is € 40.000,bestemd voor het schoonmaken van de gisting van de rwzi Scheemda en € 60.000,- voor de rwzi Veendam. Onderzocht zal worden hoeveel vuil in het circuit aanwezig is en wat de kosten voor het verwijderen bedragen. De verwachting is dat het vuil in de rwzi Veendam mee zal vallen en dat hierdoor de kosten voor verwijdering € 30.000,- zullen bedragen in plaats van de geraamde € 60.000,-. Hierdoor is dan € 30.000,- beschikbaar voor het schoonmaken van het circuit van de rwzi Foxhol. De genoemde bedragen zijn aannames en het risico bestaat dat het beschikbaar budget uiteindelijk niet genoeg zal zijn. Indien het budget niet toereikend is zal in de najaarsrapportage extra budget worden aangevraagd.
9. Beheer en onderhoud van de ZAWZI (nadeel € 20.000,-) Tot en met 2012 werd het beheer en onderhoud van de ZAWZI uitgevoerd door het waterschap. Ingaande 2013 is dit beperkt tot de inzet van één medewerker van het waterschap. Bij de begroting 2013 is de geraamde vergoeding € 20.000,- te hoog ingeschat.
10. Haalbaarheidsonderzoek voorvergisting rwzi’s Veendam en Scheemda (nadeel € 90.000,-) Slibverwerking ZAWZI (voordeel € 100.000,-) Het zelf opwekken van energie is één van de speerpunten van de MJA en de klimaatafspraken. Door toepassing van nieuwe innoverende technieken kan het slib voor de gisting apart worden behandeld waardoor er meer biogas wordt geproduceerd en meer droge stof wordt afgebroken. De terugverdientijd voor een dergelijke installatie is sterk afhankelijk van de eigenschappen van het slib. Voor onderzoek naar de terugverdientijd voor een voorbehandelingsinstallatie voor de gistingen van rwzi Veendam en rwzi Scheemda wordt een onderzoeksbudget gevraagd van € 90.000,-. Het dagelijks bestuur heeft in de vergadering van 19 maart 2013 ervoor gekozen deze onderzoekskosten ten laste van de exploitatie te brengen met als dekking de niet geraamde opbrengst voor de slibverwerking van de ZAWZI van € 100.000,-. Tot en met 2012 werd het beheer en onderhoud van de ZAWZI uitgevoerd door het waterschap. Ingaande 2013 is dit beperkt tot de inzet van één medewerker van het waterschap (zie onder punt 9). Daarnaast wordt de slibverwerking nog uitgevoerd door het waterschap. De opbrengst hiervan wordt geraamd op € 100.000,- en was niet in de begroting meegenomen.
11. Zuiveren door waterschap Noorderzijlvest (nadeel € 91.305,-) Volgens de nieuwe GR wordt met Noorderzijlvest een vast bedrag afgesproken tegen een vaste verdeling van 44% voor Hunze en Aa’s en 56% voor Noorderzijlvest. Onze in de begroting opgenomen bijdrage van € 8.816.055,- was echter gebaseerd op niet afgeronde verdeelsleutels. Aangezien de verdeelsleutels die zijn opgenomen in de GR leidend zijn, wordt onze bijdrage € 91.305,- hoger dan in eerste instantie in de begroting geraamd.
12. Zuiveren door waterschap Velt en Vecht (nadeel € 61.422,-) Met Velt en Vecht is voor de jaren 2012 t/m 2016 een all-in tarief afgesproken van € 58,- per vervuilingseenheid. Bij de begroting is rekening gehouden met 24.000 vervuilingseenheden. Na
nadere analyse en controle van de grenzen van de gebieden zijn de vervuilingseenheden uiteindelijk uitgekomen op 25.059. Dit betekent een hogere bijdrage van € 61.422,-.
13. Dienst- en werkkleding; correctie begroting (nadeel € 9.469,-) Bij het samenstellen van de begroting 2013 zijn abusievelijk een aantal afdelingsramingen voor diensten werkkleding achterwege gebleven. De ramingen, van in totaal € 9.469,-, worden nu alsnog opgenomen.
14. Budgetoverheveling jaarrekening 2012 Hoogwater (nadeel € 32.000,-) Zoals vermeld in de jaarrekening 2012 wordt € 32.000,- van het in 2012 geraamde budget als gevolg van de hoogwater situatie van januari 2012 besteed in 2013. Dit betreft de geplande zandzakken voor Meerzicht (Zuidlaardermeer) die begin 2013 zijn geleverd (€ 10.000,-) en de resterende te verwijderen bomen aan het Winschoterdiep (€ 22.000,-).
15. Onderhoud kwantiteitsgemalen (budget neutraal) De conditie van de gemalen ligt op een aantal plaatsen onder het gewenste niveau passend bij een onderhoudstrategie uitgaande van de laagste kosten over de gehele levensduur van het object. Vanaf 2013 gaan we verspreidt over zeven jaar éénmalig extra onderhoud uitvoeren om de gemalen in de gewenste conditie te krijgen. In ons watersysteem bevinden zich 160 kwantiteitsgemalen. Deze gemalen zijn nodig om een adequaat peilbeheer te kunnen voeren en variëren van grote boezemgemalen tot kleine poldergemalen. Daarnaast beschikken we over vier stuks mobiele pompen die worden gebruikt bij hoogwater situaties, bijvoorbeeld in het Kieldiep te Hoogezand. Om de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van onze gemalen te kunnen waarborgen wordt periodiek onderhoud uitgevoerd. De afgelopen jaren is voornamelijk eerste lijn (smeren en kleine reparaties) onderhoud uitgevoerd. We hebben een meerjarenonderhoudsplan opgesteld om de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de gemalen in de toekomst te waarborgen. Hiermee hebben wij goed inzicht in de risico’s en benodigde financiële middelen. Uit het meerjarenonderhoudsplan blijkt dat, naast het éénmalig extra onderhoud, een jaarlijks gelijkblijvend bedrag benodigd is van € 615.000,- (prijspeil 2013) om de kwantiteitsgemalen op het gewenste niveau te houden. Dit betekent dat alle onderhoudskosten tot het einde van de levensduur van het gemaal, inclusief revisies en eventuele vervanging van onderdelen zoals pompen en schakelkasten, uit dit bedrag kunnen worden betaald. Dit vaste jaarlijkse exploitatiebudget dekt dus het toekomstig onderhoud van alle kwantiteitsgemalen en kan dus worden gezien als een zogenaamd ideaalcomplex. Het bedrag voor het éénmalige extra onderhoud bedraagt € 2.400.000,-. Het is niet wenselijk om deze kosten te activeren en vervolgens door de jaarlijkse afschrijvingen naar de toekomst te verschuiven. Daarom is er voor gekozen dit extra onderhoud ten laste van de exploitatie te brengen. Gekozen is een termijn voor het éénmalig extra onderhoud van zeven jaar. Bij een termijn van zeven jaar is vanaf 2013 een gelijkblijvend extra budget benodigd. De eerste jaren (tot en met 2019) wordt het budget deels ingezet voor het éénmalig extra onderhoud (“het op peil brengen”). Vanaf 2020 is het budget volledig beschikbaar voor het reguliere onderhoud, het ideaalcomplex (“het op peil houden”). Dit betekent wel dat we gedurende deze zeven jaar nog extra risico lopen. Voor de eventuele
financiële gevolgen van dit extra risico zal, als het zich voordoet, dekking moeten worden gevonden. Dit zal indien zich dit voordoet worden meegenomen in de voor- en najaar rapportages. Het benodigd jaarlijks budget van € 615.000,- is volledig gedekt uit de exploitatie. Het budget bestaat deels uit het reeds bestaand onderhoudsbudget en deels uit het verlagen van andere budgetten. Deze budgetverlagingen zijn verantwoord en worden veelal gecompenseerd door een andere aanpak zoals het meer zelf doen in plaats van uitbesteden. De in de voorjaarsrapportage onder “onderhoud kwantiteitsgemalen” opgenomen budgetmutaties sluiten met per saldo een nadeel van € 45.000,-. Deze € 45.000,- wordt gedekt uit een structureel rentevoordeel als gevolg van de aanhoudende lage rentetarieven. Dit voordeel is verantwoord onder post 19 “Kapitaallasten”.
16. Kadewerkzaamheden Eemskanaal (budget neutraal) In 2004 heeft het waterschap de kade langs de zuidzijde van het Eemskanaal in goede toestand overgenomen van de Provincie Groningen (B-Akwa). Dit voorjaar is geconstateerd dat deze kaden niet meer voldoen aan de gewenste hoogte bij maatgevende waterstand door zakking vanwege slappe veenlagen in de ondergrond en inklinking van de kade. De kaden moeten dit jaar opgehoogd worden om de veiligheid te waarborgen in tijden van hoogwater. De werkzaamheden zullen ca. € 265.000,- kosten. Het exploitatiebudget Onderhoud kaden is onvoldoende om, naast noodzakelijke werkzaamheden aan andere kaden, ook de werkzaamheden aan het Eemskanaal te financieren. Wij stellen voor om de werkzaamheden te betalen uit het nog beschikbare budget Onderhoud kaden (€ 110.000,-) en het benodigde bedrag aan te vullen uit het exploitatiebudget Onderhoud waterlopen stedelijke gebieden (€ 155.000,-). Dit budget biedt ruimte vanwege moeizame processen om onderhoudscontracten te sluiten met gemeenten.
17. Energie (voordeel € 318.284,-) Op basis van het energieverbruik over de afgelopen jaren en de effecten van de genomen energiemaatregelen kan het energiebudget worden verlaagd.
18. Bestemmingsreserve NWB (voordeel € 5.567,-) In de vergadering van 13 maart 2013 bent u geïnformeerd over de besteding van de bestemmingsreserve NWB en de daaruit gelabelde projecten met maatschappelijk nut. Besloten is dat de overschrijding van € 191.000,- op het project Grote Slapersluis gedekt zal worden uit het overschot op de bestemmingsreserve. Het restant van het overschot zou dan in 2013 vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Recentelijk is tot een definitieve afrekening gekomen met de architect en dit houdt in dat we nog een bedrag van € 10.000,- aan de architect uitkeren. Dit betekent dat de uiteindelijke overschrijding op de Grote Slapersluis € 201.000,- bedraagt. Het bedrag dat vrijvalt ten gunste van de exploitatie bedraagt dan € 5.567,-. In 2013 zal nog € 25.000,- worden besteed aan extra onderhoud van diverse kunstwerken.
19. Kapitaallasten (voordeel € 72.418,-) Met name door de aanhoudende lage rentetarieven kan de raming van de rentelasten voor 2013 met € 72.418,- worden verlaagd.
20. Bespaarde rente (voordeel € 50.053,-) Dit voordeel is met name het gevolg van het voordeliger rekeningresultaat 2012 dan verwacht. Hierdoor is de stand van de reserves hoger.
21. Bijdrage maaien Oldambtmeer (€ 25.000,- ten laste van onvoorzien) Om de ongewenste plantengroei in het Oldambtmeer tegen te gaan is in 2012 een nieuwe en grote maaiboot ingezet. Met minder maaiuren is meer afgevoerd maaisel geregistreerd. Ook was er sprake van minder ronddrijvend, losgemaaid materiaal. Toch blijkt deze maatregel nog niet voldoende. Om de explosieve plantengroei in de maanden juni, juli en augustus in het Oldambtmeer het hoofd te bieden is de inzet van een extra en grote maaiboot noodzakelijk. De inschatting is dat extra inzet van een grote maaiboot gedurende 5 jaren noodzakelijk is. Gemeente, provincie en waterschap dragen elk voor een derde bij in de kosten.