Bijlage bij de Toolbox No Hate
VOOR JONGEREN UIT DE BIJZONDERE JEUGDZORG
COLOFON No Hate - Toolbox is een uitgave van Jong & Van Zin | Kipdorp 30 | 2000 Antwerpen
[email protected] | jongenvanzin.be
Redactie Alessandro Cadau, Annelies Follaets, Sarah Joos
Taalnazicht Bart Boone
Vormgeving 2
Jan Van Bostraeten
Verantwoordelijke uitgever Peter Verduyckt, Kipdorp 30, 2000 Antwerpen
Met dank aan MPI Dennenhof Merksem
Wettelijk depot Wettelijk depot: D/2014/13.233/4 © Jong & Van Zin
De Toolbox van No Hate is een succes. De werkvormen zijn duide‑ lijk, de stellingen prikkelen jongeren om naar hun eigen surfgedrag en ‑houding te kijken en de praktijkopdrachten zorgen ervoor dat alles wat langer blijft hangen. Toch kwam het ons ter ore dat niet alle werkvormen even bruikbaar zijn voor enkele kwetsbare doel‑ groepen. Onder andere voor jongeren uit het BuSO, de bijzondere jeugdzorg en jongeren uit OKAN-groepen zijn de opdrachten te verbaal of ingewikkeld. Omdat we zoveel mogelijk jongeren willen bereiken, stopten we enkele werkvormen in een aangepast kleedje. Hoe gaat dat in z’n werk? Neem er alvast de basis-Toolbox van No Hate bij. In deze extra bijlage vind je variaties op de werkvormen. Ze staan in dezelfde volgorde als in de handleiding die bij de Tool‑ box zit. De nabesprekingen blijven onveranderd. 3
OPWARMER: IK HEB WELEENS ... ¶ Voorbereiding voor begeleiding: geen ¶ Doel van de werkvorm: jongeren denken na over hun gedrag op het internet ¶ Benodigdheden: (afhankelijk van de gekozen variant) rode en groene kaart ¶ Tijd: 10 min
4
De uitleg De jongeren zitten in een kring op stoelen. Leg uit dat je vragen zal stellen, en dat ze op een bepaalde manier moeten reageren naargelang hun antwoord. Hieronder vind je enkele mogelijkheden om uit te kiezen: ¶ Als hun antwoord ja is, staan ze recht. Als het antwoord nee is, blijven ze zitten. ¶ Bij ja steken ze de groene kaart omhoog, bij nee de rode. ¶ Het lokaal wordt in tweeën verdeeld: een jakant en een nee-kant. Is hun antwoord ja, dan gaan ze naar de ene kant van het lokaal. Is het antwoord nee, dan gaan ze aan de andere kant staan. Zodra een nieuwe vraag gesteld wordt, kunnen ze opnieuw een kant kiezen die voor hen van toepassing is.
BEN JE HAATDRAGEND? ¶ Voorbereiding voor begeleiding: print de onderstaande invultabellen af voor elke leerling ¶ Doel van de werkvorm: jongeren denken na over hun gedrag op het internet ¶ Benodigdheden: invulkader per leerling, fluostift per leerling ¶ Tijd: 30 min
De uitleg FASE 1 Iedere jongere krijgt een blad met twee invultabellen. Eerst vullen ze de bovenste tabel in. Ze lezen elke stelling en zetten een kruisje bij het antwoord dat voor hen het beste past: ja of nee. Ze mogen niet onderling overleggen. Dit is een individuele oefening. Bespreek klassikaal wat ze ingevuld hebben. Je kunt daarbij deze richtvragen gebruiken: ¶ Wat heb je het meest geantwoord: ja of nee? ¶ Heb je soms getwijfeld? Zo ja, bij welke vraag? ¶ Wat van de lijst vind je het belangrijkste? Leg uit. ¶ Vond je het moeilijk om de vragen te beantwoorden? Waarom wel of niet?
FASE 2 Laat de jongeren de onderste tabel invullen. Ze zetten opnieuw een kruisje bij het antwoord dat voor hen het beste past. Ook dit is een individuele oefening. Laat de jongeren hun bovenste en onderste
5
tabel vergelijken. Laat hen met een fluostift de verschillen aanduiden. Dat wil zeggen: als ze bijvoorbeeld bij vraag 1 in de bovenste tabel ja antwoorden en in de onderste nee, dan is er een verschil. Die vraag markeren ze dus met een fluostift. Zo overlopen ze individueel alle vragen.
6
Bespreek deze opdracht klassikaal aan de hand van de volgende vragen: ¶ Heb je veel moeten markeren? Wat heb je allemaal gemarkeerd? Zijn er overeenkomsten in de klas? ¶ Is het soms moeilijk om niet te liegen, niet te roddelen, niemand uit te sluiten, enz.? Waarom is dat soms moeilijk? ¶ Als iemand iets doet wat jij niet zo leuk vindt, hoe reageer je daar dan op? Laat de jongeren elk een in fluo gemarkeerde vraag kiezen. Geef hen de opdracht om er een week op te letten dit niet te doen. Iemand kiest bijvoorbeeld “Ik vind het belangrijk dat mensen niet roddelen”, dan moet die jongere zelf proberen minstens een week niet te roddelen. Vraag na die week hoe de opdracht is verlopen.
Ik vind het belangrijk dat mensen:
JA
NEE
JA
NEE
Eerlijk zijn Niet liegen Niet pesten Altijd de waarheid zeggen Mij niet expres kwetsen Beleefd zijn op het internet Niet alles online delen Niet roddelen Niet zomaar foto’s van mij online zetten, maar het eerst aan mij vragen of het mag Elkaar niet uitsluiten Niet doen alsof ze alles het beste weten Respect hebben voor elkaar 7 Ik ben altijd eerlijk Ik lieg nooit Ik pest nooit Ik zeg altijd de waarheid Ik kwets niemand expres Ik ben altijd beleefd op het internet Ik deel niet alles online Ik roddel nooit Ik zet nooit zomaar foto’s van iemand anders online, ik vraag altijd eerst of het mag Ik sluit nooit iemand uit Ik doe nooit alsof ik alles het beste weet Ik heb altijd respect voor andere mensen
WAT IS HET INTERNET? ¶ Voorbereiding voor de begeleiding: quizkaartjes ¶ Doel werkvorm: jongeren laten nadenken over de rol van internet in hun leven ¶ Benodigdheden: quizkaartjes, materiaal afhankelijk van de handeling die jongeren moeten doen om te mogen antwoorden ¶ Tijd: 20 min
De uitleg 8
EEN QUIZJE! We passen het klassieke quizsysteem toe. De jongeren zijn in kleine groepjes verdeeld. De begeleider van de jongeren stelt een vraag, de jongeren moeten zo snel mogelijk het antwoord zien te vinden. Als de mogelijkheid bestaat om ieder groepje van een tablet of computer met internet te voorzien, kunnen ze online het antwoord opzoeken. Als die mogelijkheid er niet is, kunnen de meerkeuzeantwoorden hen op weg helpen. Per goed antwoord verdienen ze een punt.
Tip Je kunt er zelf voor kiezen om de leerlingen een bepaalde handeling te laten doen (bv. op een fluitje blazen) voor ze mogen antwoorden. Of je kunt de leerlingen een blanco antwoordenblad geven en nadien klassikaal verbeteren. Een andere mogelijkheid is dat ieder groepje een aantal quizkaartjes krijgt en dat ze elkaar om beurten een vraag mogen stellen. De antwoorden staan telkens op de achterkant van het quizkaartje. De zwartgedrukte info op de achterkant is achtergrondinformatie, de rode vragen zijn er voor de nabespreking. Probeer op voorhand al een selectie te maken van de vragen zodat je de moeilijkste eruit kunt filteren.
WEET JE WELKE INFO JIJ DEELT? ¶ Voorbereiding voor de begeleiding: kaartjes afdrukken per groepje en het profiel van Kim Van Zin op Facebook al eens bekijken ¶ Doel werkvorm: jongeren zijn zich bewust van welke informatie ze online delen ¶ Benodigdheden: status-, vind-ik-leuk- en fotokaartjes ¶ Tijd: 20 min
De uitleg De begeleider heeft enkele fiches die per thema gebundeld werden. Op de vragenkaartjes staan telkens afbeeldingen, statussen of vindik-leuks van Kim Van Zin (een fictief persoon die je op Facebook kunt vinden). De jongeren zijn in kleine groepjes verdeeld en krijgen telkens van ieder thema een kaartje. De jongeren bekijken wat er op hun kaart staat en bespreken kort de bijbehorende vragen. Nadien koppel je terug in grote groep.
Tip Als inleiding kun je het profiel van Kim Van Zin projecteren en meteen polsen naar de eerste indruk, of je kunt de bijbehorende vragen in groep beantwoorden.
9
DIT IS KIM ¶ ¶ ¶ ¶ ¶ ¶
10
Wat is je eerste indruk van Kim? Hoe komt ze voor jou over als persoon? Zou je haar toevoegen als onbekende? Zou je haar toevoegen als je gemeenschappelijke vrienden hebt? Welke info over jezelf is openbaar zichtbaar? Of is je profiel beveiligd voor enkele vrienden? Hoeveel vrienden heb je op Facebook? Is veel vrienden hebben belangrijk? Wat zegt het over jou als je weinig vrienden hebt?
STATUSSEN VAN KIM Vragen bij de statussen van Kim: ¶ ¶ ¶ ¶ ¶ ¶ ¶
12
Welke vind je leuk? Welke kunnen niet, vind je? Welke status zou je zelf ook posten? Welke zou je liken? Welke uitspraken doen je iets/raken je, en waarom? Welke status laat geen indruk na? Kun je te veel of te weinig posten? Wat is te veel, wat is te weinig?
VIND-IK-LEUKS VAN KIM ¶ Welke vind-ik-leuks vind je zelf leuk? ¶ Welke kunnen niet, vind je? ¶ Zou je reageren als een van je vrienden die pagina’s liket? ¶ Welke vind-ik-leuks heb jij allemaal?
13
FOTO’S VAN EN MET KIM
14
¶ Zou jij zulke foto’s van jezelf online zetten? Welke wel/niet? ¶ Vraag jij vrienden eerst of je foto’s van hen online mag zetten? Waarom wel/niet? ¶ Welke foto’s van jezelf zou je nooit online zetten? ¶ Zou jij een album over je familie aanmaken? Vind je het belangrijk dat mensen dat kunnen zien? Waarom wel/niet? ¶ Nadat je op reis bent geweest, zet je dan een album op Facebook met al je reisfoto’s? Waarom wel/niet?
ZIJN JE KEUZES ALTIJD JOUW KEUZES? ¶ Voorbereiding voor de begeleiding: papier en schrijfgerief voorzien ¶ Doel werkvorm: jongeren zien in dat keuzes beïnvloed worden ¶ Benodigdheden: pen en papier ¶ Tijd: 30 min
Uitleg De jongeren krijgen allemaal een exemplaar van het werkblad ‘Keuzes die ik maak’. Op dat blad staan vijf kolommen. De eerste kolom beschrijft een bepaalde keuze die ze hebben gemaakt (vandaag of op een ander moment). Het is de bedoeling dat ze in de overige kolommen aanduiden wie effectief de keuze heeft gemaakt. Hebben ze echt zelf gekozen of was het iemand anders? Meerdere mogelijkheden aanduiden mag (bv. in samenspraak).
15
Werkblad keuzes Keuze
Ik
Vrienden
Kleren die je aan hebt Wat je in de pauze hebt gedaan Wat je hebt meegenomen om te eten Waar je zit Hoe jij je nu voelt Je lief Welke hobby je doet 16
Waar je met vakantie gaat Je Facebookstatus Je profielfoto Je vind-ik-leuks Je omslagfoto Reacties op foto’s van anderen op Facebook Dingen die je doet in het weekend Vul hier nog andere keuzes aan die je al dan niet zelf maakte
Ouders
Anderen
IS ONLINE REAGEREN MAKKELIJK? ¶ Voorbereiding voor de begeleiding: jongeren voorzien van groene, oranje en rode kaartjes ¶ Doel werkvorm: jongeren weten dat de context invloed heeft op hoe je iets interpreteert ¶ Benodigdheden: contextkaartjes, uitspraakkaartjes, groene, oranje en rode kaartjes ¶ Tijd: 15 min
De uitleg De jongeren zitten in een kring met in het midden een stapeltje contextkaarten en uitspraakkaarten. Om de beurt mogen de jongeren een uitspraakkaart en contextkaart nemen en voorlezen. Vraag hen telkens of ze die uitspraak gepast vinden in die context. De anderen mogen reageren door een kleurenkaart te tonen: ¶ Groen: ‘Deze situatie vind ik oké’ ¶ Geel: ‘Over deze situatie twijfel ik’ ¶ Rood: ‘Dit is er echt over! Ik reageer door ...’ Tip Je kunt ervoor kiezen om iedere hoek van het lokaal van een kleur te voorzien. De jongeren kiezen dan voor die hoek van het lokaal die overeenstemt met hun keuze.
17
WAT IS HAATSPRAAK EN HOE REAGEER JE EROP? ¶ Voorbereiding voor de begeleiding: haatvoorbeelden klaarleggen, blad met drie keuzemogelijkheden (kwetsend, niet kwetsend of grappig). ¶ Doel werkvorm: jongeren kunnen verwoorden wat haatspraak is voor hen, jongeren kunnen reageren op haatspraak ¶ Benodigdheden: 9 kaartjes met haatvoorbeelden ¶ Tijd: 30 min 18
Uitleg De kaartjes met online haatvoorbeelden liggen verspreid in het lokaal. Bij ieder kaartje ligt een blad met de drie keuzemogelijkheden. De jongeren lopen door het lokaal en lezen de kaartjes. Bij ieder kaartje dat ze tegenkomen, duiden ze op het blad aan wat ze van deze haatsituatie vinden: grappig, kwetsend of niet kwetsend. De oefening is individueel. Als iedereen zijn of haar mening heeft gegeven, kun je per situatie bekijken wat de algemene mening is van de groep en waar de uitzonderingen zitten. De nabespreking hiervan kun je dan weer klassikaal doen.
EEN VIRUS DOORSTUREN NAAR IEMAND ... Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
19
IEMAND BELEDIGEN VIA INTERNET/GSM Dit vind ik niet kwetsend
20
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
IEMAND MISLEIDEN DOOR TE DOEN ALSOF JE IEMAND ANDERS BENT (VIA INTERNET OF GSM) Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
21
MISLEID WORDEN DOOR IEMAND DIE ZICH ANDERS VOORDOET Dit vind ik niet kwetsend
22
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
OP EEN WEBSITE STEMMEN DAT JE IEMAND ANDERS NIET LEUK VINDT Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
23
EEN RODDEL VERSPREIDEN VIA MAIL OF GSM Dit vind ik niet kwetsend
24
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
IEMAND UITSLUITEN UIT EEN ONLINE GROEP Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
25
EEN HAATPAGINA OPRICHTEN Dit vind ik niet kwetsend
26
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
EEN HAATPAGINA OVER JEZELF VINDEN Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
27
EEN MAIL STUREN UIT NAAM VAN IEMAND ANDERS Dit vind ik niet kwetsend
28
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
EEN MAIL DIE GESTUURD WORDT UIT JOUW NAAM Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
29
EEN GEFOTOSHOPTE FOTO MET EEN HAATBOODSCHAP Dit vind ik niet kwetsend
30
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
EEN FILMPJE WAAROP IEMAND IN ELKAAR GESLAGEN WORDT Dit vind ik niet kwetsend
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
31
EEN FILMPJE WAAROP JOUW BESTE VRIEND IN ELKAAR GESLAGEN WORDT Dit vind ik niet kwetsend
32
Dit vind ik grappig
Dit vind ik kwetsend
HOE KIJKEN WE VOORTAAN NAAR HAATSPRAAK? ¶ Voorbereiding: pen en papier voorzien ¶ Doel werkvorm: jongeren formuleren hoe ze voortaan naar haatspraak kijken ¶ Benodigdheden: pen en papier ¶ Tijd: 30 minuten
De uitleg Je kunt ervoor kiezen om deze werkvorm als rode draad te gebruiken bij de Toolbox. Zo kun je na elke werkvorm een reflectie houden met de jongeren. Of je kunt ervoor kiezen de opdracht uit te voeren zoals ze in de handleiding beschreven staat. Het kan voor leerlingen makkelijker zijn om terug te blikken op de andere werkvormen als je enkele voorbeelden geeft – zie hieronder.
¶ Duim: wat doe ik online al goed? Als ik het niet oké vind dat iets verschijnt, rapporteer ik dat Voordat ik iets online zet, denk ik even na of ik het wel wil delen met de rest van de wereld ¶ Wijsvinger: wat kan ik nog leren? Hoe ik mijn privacy-instellingen kan aanpassen Anderen aanspreken over hun haatspraak ¶ Middelvinger: welke vorm van online haatspraak stoort mij het meest? Haatpagina’s op Facebook Mensen die niet weten wat ze zeggen ¶ Ringvinger: Met welke online eigenschap ben je al zo verbonden dat je ze moeilijk zal kunnen aanpassen? Ik begin en eindig mijn dag met Facebook te bekijken Ik krijg meldingen op mijn smartphone en ben zo eigenlijk altijd bereikbaar ¶ Pink: voor sommige websites ben ik te jong. Waarom is dat eigenlijk? Welke instanties zouden mij kunnen helpen?
33
34
35
COUNCIL OF EUROPE
CONSEIL DE L'EUROPE