Tekst bij de sheets: Toolbox Gevaarlijke stoffen In onderstaande tabel is aangegeven welke sheets er zijn. Sheet
Korte omschrijving
1
Toolbox Gevaarlijke stoffen
2
Hoe herken je een gevaarlijke stof?
3
Gevaarsymbolen
4
R-zinnen
5
S-zinnen
6
Gevaarlijke stoffen die ontstaan tijdens het werk
7
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
8
Schadelijkheid, hoeveelheid en duur
9
Effect van gevaarlijke stoffen
10
Voorbeeld: gevolgen van epoxy
11
Gevolgen van epoxy (2): eczeem
12
Gevolgen van epoxy (3): chemische verbranding
Per sheet wordt hieronder aangegeven wat u erbij kunt vertellen. Sheet 1 'Toolbox Gevaarlijke stoffen' We gaan het hebben over het werken met gevaarlijke stoffen, hoe je ze herkent, wat de gevolgen zijn van blootstelling aan gevaarlijke stoffen en wat je kunt doen om jezelf te beschermen. Sheet 2 'Hoe herken je een gevaarlijke stof?' Een gevaarlijke stof is niet altijd even gemakkelijk te herkennen. Het gemakkelijkst is het als de stof in een verpakking met een etiket zit. Aan het etiket kun je een gevaarlijke stof herkennen. Op het etiket staan gevaarsymbolen die een bepaald gevaar aanduiden. Deze symbolen zien er als volgt uit . Sheet 3 'Gevaarsymbolen' De gevaarsymbolen hebben altijd een oranje achtergrond. Een stof of een product met een symbool op een oranje achtergrond is altijd gevaarlijk. Er zijn symbolen met meerdere betekenissen zoals het kruis. Het kruis kan zowel irriterend als schadelijk betekenen. Kijk dus altijd goed naar het symbool en de tekst die eronder staat. Vergiftig en zeer vergiftig: deze stoffen hebben zijn al in kleine hoeveelheden schadelijk voor de gezondheid (zijn eventueel zelfs dodelijk). Ze kunnen het lichaam binnendringen door contact met de huid, door inademing en door inname via de mond. Ontplofbaar: deze stoffen kunnen gemakkelijk ontploffen door stoten, wrijving of een vonk. Ze kunnen zelfs onder water tot ontploffing komen. Bijtend: deze bijtende stoffen kunnen chemische verbrandingen van de huid veroorzaken. Ze kunnen ook materialen aantasten waarbij soms giftige of ontvlambare gassen vrijkomen. Oxiderend: deze stoffen werken gemakkelijk op andere stoffen in. De zuurstof die erbij vrijkomt, kan de oorzaak van brand zijn. Gevaarlijk voor het milieu: deze stoffen zijn gevaarlijk voor het milieu. Licht ontvlambaar: deze stoffen zijn al ontvlambaar bij minder dan 21 graden celcius. Ze ontbranden in aanwezigheid van een vlam, een warmtebron (heet oppervlak) of een vonk.
Toolbox Gevaarlijke stoffen
© Stichting Arbouw 2009. Alle rechten voorbehouden
Zeer licht ontvlambaar: deze stoffen kunnen zeer gemakkelijk door een ontstekingbron (vlam, vonk) tot ontbranding worden gebracht, zelfs beneden 0˚C. Irriterende stoffen: deze stoffen irriteren de huid en kunnen na een tijd wonden veroorzaken. Schadelijk: de gevaren van schadelijke stoffen zijn hetzelfde als van giftige stoffen, maar de schade aan de gezondheid ontstaat pas bij een hogere dosis.
Sheet 4 'R-zinnen' Op het etiket van een gevaarlijke stof staat ook altijd een R-zin, ofwel een Risk-zin die het risico van de stof aangeeft. Soms worden verschillende R-zinnen gecombineerd. Je krijgt dan bijvoorbeeld R14/15= reageert heftig met water en vormt daarbij licht ontvlambaar gas. Sheet 5 'S-zinnen' De S-zinnen, ‘Safety-zinnen’ geven aan hoe je het beste met de betreffende stof kunt omgaan. Het zijn genummerde veiligheidsaanbevelingen. Soms worden ook verschillende S-zinnen gecombineerd. Je krijgt dan bijvoorbeeld S7/8 = in goed gesloten verpakking bewaren en de verpakking droog houden. Op het etiket van een gevaarlijke stof kun je dus veel informatie vinden over de gevaren van de stof en hoe je er veilig mee kunt omgaan. Kijk dus altijd op het etiket. Sheet 6 'Gevaarlijke stoffen die ontstaan tijdens het werk' Sommige materialen, stoffen of producten zijn in originele vorm niet schadelijk, maar worden pas schadelijk als je ze gaat bewerken. Er komt dan bijvoorbeeld schadelijk stof vrij of er ontstaan schadelijke dampen of gassen. Kijk maar naar de volgende voorbeelden:
Hout. Als je hout gaat bewerken door boren, zagen, slijpen of schuren, ontstaat er houtstof. Houtstof is schadelijk. Van houtstof kun je oogaandoeningen, huidaandoeningen en luchtwegaandoeningen krijgen. Blootstelling aan stof van hardhout vergroot de kans op kanker aan de neus en neusbijholten.
Steen/beton. Bij het bewerken van steen of beton komt kwartsstof vrij. Kwartsstof is heel fijn stof dat diep in je longen terechtkomt, daar blijft zitten en bindweefselvorming kan veroorzaken. Dat wordt stoflongen of silicose genoemd. Het longweefsel kan dan minder zuurstof opnemen. Hierdoor word je kortademig en benauwd, je gaat hoesten en krijgt last van pijn op de borst. Kwarts staat inmiddels ook op de lijst van kankerverwekkende stoffen. Je kunt er longkanker van krijgen. Op de foto zie je dat zelfs wanneer je met gereedschap met afzuiging werkt, je nog ademhalingsbescherming moet dragen om jezelf te beschermen.
Diesel. Van het inademen van dieseluitlaatgassen kun je kanker krijgen. Dieselbrandstof in vloeibare vorm geeft dezelfde effecten als oplosmiddelen (duizelig, dronken gevoel). Het zijn de uitlaatgassen die uit een dieselmotor komen die kankerverwekkend zijn.
Asbest. Bijna iedereen weet inmiddels dat asbest geen kwaad kan, zo lang het hechtgebonden is. Pas als je het gaat bewerken, komen er vezels vrij. Deze vezels gaan, net als bij kwartsstof, in je longen zitten en kunnen daar na 10 tot 15 jaar dodelijke ziektes veroorzaken zoals asbestose (verbindweefseling van je longen), kanker van borst en buikvlies en asbestlongkanker.
Let dus op want deze stoffen of producten hebben geen gevaarsetiket, maar als je ze gaat bewerken zijn ze wel schadelijk voor de gezondheid. Van sommige materialen moet je dus gewoon weten dat de stoffen, gassen of dampen die vrij komen als je ze bewerkt, slecht zijn voor je gezondheid. Sheet 7 'Opname van gevaarlijke stoffen' Een gevaarlijke stof is pas slecht voor je als je er aan wordt blootgesteld en de gevaarlijke stof in je lichaam kan worden opgenomen. Dit kan op verschillende manieren.
Via de huid: Je huid beschermt je tegen van alles, maar sommige stoffen beschadigen de huid of dringen in de huid waardoor de stoffen in je bloed komen. Er kunnen stoffen op je huid komen doordat je ze aanraakt of door spatten.
Toolbox Gevaarlijke stoffen
2
Via de mond: Als je vergeet je handen te wassen voor het eten of je gaat roken met vieze handen, loop je het risico gevaarlijke stoffen in je mond te krijgen. Stoffen in je mond gaan je maagdarmkanaal in, ze beschadigen het maag-darmkanaal en/of ze worden in je bloed opgenomen of uitgepoept.
Door inademen: Damp, gas of kleine stofdeeltjes kun je gemakkelijk inademen. Vaak ruik je een gas of een damp waardoor je alert kunt zijn en ademhalingsbescherming kunt dragen. Maar niet alle gevaarlijke gassen of dampen kun je ruiken. Ga er dus niet zomaar vanuit dat er niks aan de hand is als je niks ruikt. Stofdeeltjes kunnen diep in de longen voor problemen zorgen, ingeademde gassen kunnen de longen beschadigen en ingeademde gassen en dampen komen via je longen in je bloed en zorgen daar voor problemen. Sheet 8 'Schadelijkheid, hoeveelheid en duur' Hoe ernstig de blootstelling aan schadelijke stoffen is, hangt af van verschillende dingen. Hoe schadelijk is de stof? Aan hoeveel stof ben je blootgesteld? En, als derde, hoe lang ben je eraan blootgesteld? Als je heel kort in aanraking komt met een stof die niet zo heel schadelijk is, dan heeft dit geen vreselijke gevolgen. Je kunt dus niet zomaar op basis van alleen de eigenschappen van de stof iets zeggen over de gezondheidseffecten. Sheet 9 'Effect van gevaarlijke stoffen' Het lastige van sommige gevaarlijke stoffen is dat je niet meteen merkt dat ze slecht voor je gezondheid zijn. De effecten van de blootstelling komen pas later, soms pas veel later. Van andere stoffen word je direct misselijk of krijg je hoofdpijn. Je weet dan tenminste meteen dat je maatregelen moet nemen. Gevaarlijke stoffen kunnen dus een direct effect hebben en/of een effect op lange termijn. Het is belangrijk dat je dat weet zodat je jezelf kunt beschermen. OPS, ofwel de schildersziekte, krijg je alleen als je jarenlang oplosmiddel hebt ingeademd. Helaas wist men vroeger niet dat OPS het gevolg was. Hetzelfde natuurlijk met asbest. Wees dus verstandig. Als nu bekend is dat stoffen op lange termijn schade veroorzaken, stop je kop dan niet in het zand en zorg ervoor dat je maatregelen neemt voor je eigen gezondheid later! Sheet 10 'Gevolgen van epoxy' Om te laten zien dat de gevolgen van een stof divers kunnen zijn, zijn hier een paar voorbeelden van de gevolgen van blootstelling aan epoxy. Sheet 11 'Gevolgen van epoxy: eczeem' Op deze foto zie je de handen van een schilder die eczeem heeft gekregen van epoxy. Je hebt twee soorten eczeem: irritatief eczeem en allergisch eczeem. Irritatief eczeem ontstaat door een directe beschadiging van de huid en kan overgaan in een chronisch (blijvend) eczeem. Allergisch eczeem ontstaat doordat het lichaam voor een bepaalde stof overgevoelig is geworden. Sheet 12 'Gevolgen van epoxy: chemische verbranding' Bij deze vloerenlegger is epoxy door zijn doorweekte broek op zijn huid gekomen en heeft daar meteen brandwonden veroorzaakt. Dit is duidelijk een direct effect. Sheet 13 'Gevolgen van epoxy: allergie' Deze betonreparateur is door regelmatige blootstelling allergisch geworden voor epoxy. Het probleem van een allergie is dat een allergie niet over gaat. Meestal wordt het zelfs alleen maar erger. Iemand met een allergie voor epoxy, kan eigenlijk nooit meer met epoxy’s werken. Dit zijn allemaal behoorlijk heftige, maar vooral ook zichtbare reacties op epoxy. Wanneer gevaarlijke stoffen je longen of je hersenen aantasten, is dat natuurlijk niet zichtbaar. Het is wel minstens net zo erg. Dus weet met welke stoffen je werkt en wat de gevaren zijn. Neem dit ook serieus!
Toolbox Gevaarlijke stoffen
3
Sheet 14 'Wat kun je zelf doen?' Je kunt zelf een heleboel doen om ervoor te zorgen dat je geen klachten krijgt van gevaarlijke stoffen. 1. Lees het etiket en volg de instructies. Kijk naar het oranje gevaarsymbool en lees de R-zinnen en de S-zinnen. 2. Als er geen etiket op het product zit, vraag je leidinggevende dan om informatie over hoe het product te gebruiken en welke beschermingsmiddelen je eventueel moet dragen. 3. Denk bij elke bewerking na. Misschien kun je het op een andere manier doen, waardoor er minder gevaarlijke stoffen vrijkomen? Knip gipsblokken bijvoorbeeld in plaats ze te zagen, dat scheelt een heleboel stof. Denk ook na over de bescherming die je moet dragen. 4. Maak gebruik van afzuiging en ventilatie. Zorg bij gereedschapsafzuiging dat de zuigmond goed op het oppervlak aansluit. Zet ramen en deuren zoveel mogelijk open om goed te ventileren. 5. Gebruik het juiste gereedschap, bijvoorbeeld een spatscherm op een roller. 6. Vermijd alle contact met het product. Als contact onvermijdelijk is, draag dan de juiste bescherming zodat je het in ieder geval niet op je huid of in je longen krijgt. 7. Draag de pbm die nodig is. Vraag je leidinggevende welke pbm of kijk in PISA (Productgroep Informatiesysteem Arbouw). Hierin kun je opzoeken welke beschermingsmiddelen je moet dragen als je een product gebruikt. 8. Trek je werkkleding uit voor het eten. 9. Was je handen voor het eten en voor toiletbezoek. Zorg ervoor dat je handen schoon zijn voordat je gaat eten of je jezelf aanraakt. 10. Rook niet. Rook nooit in de buurt van gevaarlijke stoffen. Dit is belangrijk om meerdere redenen: gevaarlijke stoffen kunnen soms ook licht ontvlambaar zijn, daarnaast wil je niet met je vieze handen aan een sigaret komen en die sigaret vervolgens in je mond doen, bovendien haal je bij het inhaleren diep adem en dat is ook niet slim in de buurt van gevaarlijke stoffen. Sheet 15 'Wat kan je werkgever doen?' Zelf kun je natuurlijk een hoop doen, maar voor sommige dingen heb je je werkgever nodig. 1. Je werkgever kan beslissen dat er in het bedrijf met minder schadelijke producten wordt gewerkt. Hij is verantwoordelijk voor de inkoop en hij kan dus alternatieven zoeken voor gevaarlijke stoffen. 2. Hij kan andere werkmethodes invoeren door de werknemers te voorzien van bepaald gereedschap en hen te wijzen op andere werkmethoden. 3. Hij moet zorgen voor machines met watertoevoer of afzuiging. Dit is van belang bij bewerkingen waarbij stof vrijkomt. 4. Hij moet zorgen voor voldoende ventilatie door bijvoorbeeld bij afgeschermd werken de kopse kanten van de steiger niet af te dichten. 5. Hij moet instructies geven over het omgaan met gevaarlijke stoffen en beschermingsmiddelen. 6. Hij moet zorgen voor de juiste persoonlijke bescherming. Sheet 16 'Samenvatting' We zetten de belangrijkste punten nog even op een rij. Weet waaraan en waarmee je werkt. Zorg dat je op de hoogte bent van de eigenschappen van de producten/materialen waarmee je werkt. Kijk op het etiket naar het gevaarsymbool en de R-zinnen en S-zinnen. Gebruik de beschermingsmiddelen. Zorg dat je weet hoe je ze moet gebruiken maar ook hoe je ze goed moet onderhouden. Misschien zit het niet altijd even lekker, maar bedenk goed welke prijs je misschien moet betalen (nu of later) als je het niet doet. Het is het niet waard. Overigens kun je je werkgever altijd vragen om een andere variant van je beschermingsmiddel als deze niet lekker draagt. Gebruik het juiste gereedschap. Een roller met spatscherm zoals op de foto, beschermt je tegen spatten. Werk hygiënisch. Was je handen voor het eten en voor toiletbezoek. Zorg dat er geen gevaarlijke stoffen in je mond of op je huid komen. Niet eten, drinken en/of roken op de werkplek.
Toolbox Gevaarlijke stoffen
4
Zorg dat je weet met welke stof of met welk product je aan het werk bent. Als je dat niet weet en er is ook geen etiket, vraag je leidinggevende dan eerst waar je mee te maken hebt en hoe je er veilig mee kunt werken. Sheet 17 'Tips' Houd je collega’s in de gaten. Ook als je zelf niet met gevaarlijke stoffen aan het werk bent, kun je ermee in aanraking komen. Het kan heel goed zijn dat iemand twee meter verderop wel met gevaarlijke stoffen bezig is. Houd dat dus in de gaten en neem maatregelen om jezelf te beschermen. Andersom geldt natuurlijk dat als jij met gevaarlijke stoffen aan de slag gaat en je ziet anderen in de buurt die zich niet beschermd hebben, geef ze een seintje of probeer het werk zo in te delen dat je alleen maar met die gevaarlijke stoffen werkt als er niemand anders in de buurt is. Soms worden producten overgegoten in een andere verpakking. Er zit dan geen veiligheidsetiket meer op waar je aan kunt herkennen dat het om een gevaarlijke stof gaat. Houd dit dus in je achterhoofd. Trek elke dag schone werkkleding aan. Als je vieze werkkleding aantrekt, komen er aan het begin van de dag al gevaarlijke stoffen op je huid. Vervang je kleding ook als deze gedurende de dag te vies is geworden. Sheet 18 'Welke van deze stoffen herken je als gevaarlijk?' Op deze dia staan voorbeelden van gevaarlijke stoffen. Welke van deze stoffen herken je als gevaarlijk? (alle genoemde stoffen zijn gevaarlijk) Er zijn er natuurlijk nog veel meer. Kijk maar welke producten je zelf wel eens gebruikt of geef voorbeelden van producten die er niet bij staan maar die wel gevaarlijk zijn. Sheet 19 'Afsluiting toolboxmeeting' Dit was de toolbox over gevaarlijke stoffen. Het belangrijkste is dat je weet waarmee je werkt. Hoe je er veilig mee kunt werken, verschilt per product. Als jouw leidinggevende er geen informatie over geeft, vraag er dan om. Het gaat om jouw gezondheid, dus zorg dat je op de hoogte bent!
Toolbox Gevaarlijke stoffen
5