Bijlage B1: KCF
Kennis Conversie Fonds
KCF Technologie Fonds voor de Provincie Groningen
Subsidie aanvraag SNN/KOMPAS Aanvrager: Kennis Conversie Fonds BV i.o. Hoogte van het subsidiebedrag: € 1.500.000 Doel: Stimulering van de innovatiekracht van de Noord Nederlandse economie door middel van het oprichten van kennisintensieve bedrijven.
Missie
KCF financiert en ondersteunt de start en doorstart van technologie ondernemingen KCF wil een Katalyserende en Stimulerende speler zijn voor een innovatief- en technologie“minded” Groningen. Het KCF is: een onderdeel van een breder investeringsklimaat in Groningen en een logisch en praktisch vervolg op ondernemerstimulerende projecten, maatregelen en Akkoorden van de kennisinstellingen.
Aanvrager: Kennis Conversie Fonds BV i.o. Zernikelaan 6 9747 AA Groningen statutair directeur drs M. G. Pool telefoon: 050 363 2918 fax: 050-363 5356 2
Inhoudsopgave
1 2 3 4 5 6 7
Hoofdstuk Inleiding Groningen Knooppunt van Kennis Kennis Conversie cq. Valorisatie van Kennis Het Kennis Conversie Fonds Financien KCF Organisatie: structuur en bestuur KCF in relatie tot …..
Bijlage: KCF in relatie tot VKF/NOM Bijlage: KCF en uitgangspunten van de Europese Unie Bijlage: Aanzet tot Reglement
pagina 4 6 8 11 14 17 19
20 21 23
3
1. Inleiding Eén van de belangrijkste tekortkomingen van de Groningse (en noordelijke) economie is dat we naar (inter)nationale maatstaven gemeten te weinig groei genereren met innovatie. In de moderne kenniseconomie staat of valt economische groei met innovatie. Het Ministerie van Economische Zaken definieert de essentie van innovatie als het omzetten van kennis in geld. Dit betekent op basis van kennis die bij bedrijven en instellingen aanwezig is bijvoorbeeld nieuwe producten en diensten ontwikkelen waarmee we in de toekomst ons brood kunnen verdienen. In Groningen is deze kennis in ruime mate voorhanden. Met name vanwege de aanwezigheid van de Rijksuniversiteit, Academisch Ziekenhuis en Hanzehogeschool.
Deze visie op het belang van innovatie voor toekomstige economische groei en werkgelegenheid wordt breed gedragen. Innovatie staat hoog op beleidsagenda’s varierend van (supra)nationaal tot regionaal en lokaal niveau. Europese Unie Binnen de Europese Unie staat innovatie hoog op de agenda. In maart 2000 heeft de Europese raad in Lissabon een doelstelling geformuleerd die bekend is geworden als de Lissabon-strategie. Deze luidt dat de Europese Unie binnen 10 jaar de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie in de wereld moet worden, waarbij een duurzame economische groei leidt tot meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Nederland Het Kabinet heeft om invulling te geven aan het bereiken van de Lissabon ambitie het Innovatieplatform opgericht. Het Kabinet stelt zich daarbij ten doel dat de Nederlandse kenniseconomie tot de Europese top moet behoren. Het platform draagt ideeën aan om de ontwikkeling van kennis en de toepassing daarvan in het bedrijfsleven te bevorderen. Het ministerie van Economische Zaken heeft met het actieplan Innovatie een verdere uitwerking gegeven voor de Nederlandse aanpak van de Lissabon ambitie. In het actieplan is een analyse gemaakt van het Nederlandse innovatiesysteem. Uitkomst hiervan is dat sterke punten van Nederland ondermeer zijn het kwalitatief hoge niveau van het wetenschappelijk onderzoek en een goede prestatie bij het aantal patenten. Als zwakke punten worden genoemd een gebrek aan innovatief ondernemerschap, een onvoldoende benutting van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en het financieren van innovatie. Wat dit laatste punt betreft stelt de Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid: bedrijven hebben problemen met het financieren van het hoog risicodragende traject van proof of principle (d.w.z. het resultaat van wetenschappelijk onderzoek) naar proven concept (d.w.z. de basis voor commercialisatie). Kortom er is een gat in de financieringsmarkt voor technostarters.
Het KCF beoogt met het aanpakken van dit financieringsprobleem voor technostarters, innovatief ondernemerschap te stimuleren en hierdoor de benutting van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en productontwikkeling te verhogen.
4
Noord-Nederland Innovatie is voor toekomstige economische groei van Noord-Nederland van groot belang. Binnen het huidige en toekomstige Kompasbeleid neemt innovatie aan belang toe. Mede naar aanleiding van de Mid Term Review van het Kompas voor het Noorden wil het SNN in de tweede helft van de Kompasperiode een extra impuls geven aan innovatie. De provincies stellen daarbij speerpunten vast waarbinnen de komende jaren innovatie en kennisontwikkeling/-overdracht verder ontwikkeld zullen gaan worden. In Groningen wordt daarbij onder andere aangesloten bij de sterktes van de Groningse kennisinfrastructuur.
Het KCF sluit aan bij de speerpunten voor innovatie en kennisontwikkeling en – transfer in Noord Nederland. Mede ingegeven door trendbreuk in het regionaal beleid (Pieken in de Delta) zal het kompasbeleid na 2006 versterkt moeten inzetten op het uitbouwen van sterktes en het stimuleren van kenniseconomie en innovatie. Noord-Nederland moet in deze nieuwe benadering van het regionale beleid op sterktes concurreren met andere landsdelen/regio’s. Een Noord-Nederlandse sterkte is de bundeling van kennis in Groningen. Dit biedt mogelijkheden voor toekomstige economische groei. Via het onderhavige project wordt vooruitlopend op de nieuwe periode het bevorderen van economische activiteit uit bestaande sterktes gestimuleerd.
Groningen De Rijksuniversiteit, Hanzehogeschool en de gemeente Groningen sluiten begin 2005 het Akkoord van Groningen. Dit akkoord is een gezamenlijke agenda voor de komende vijf jaren gericht op het versterken van de positie van Groningen als kennis- en innovatiestad. Belangrijk onderdeel hiervan is het versterken van de samenwerking op het gebied van kennisexploitatie. Verder is onder aanvoering van de Rijksuniversiteit Groningen een aantal sleutelgebieden ingediend bij het Innovatieplatform en profileert Groningen zich als knooppunt van kennis. Centraal in deze profilering staan een een aantal (beta & medische) wetenschapsgebieden met onderzoek dat zich kan meten met de Europese en in sommige gevallen mondiale top. Het betreft de gebieden: • Nanoscience (BioMaDe, Materials Science Center), • Life Sciences (Groningen University Institute for Drug Exploration, Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, Medische Databank), • ICT (Rekencentrum, Cave, Lofar) en • Energie (Energy Delta Research Center, Energy Delta Institute). Deze gebieden bieden goede mogelijkheden voor kennisexploitatie.
Het KCF is een onmisbaar instrument voor kennisexploitatie in de benoemde sleutelgebieden van Noord Nederland.
5
2. Groningen Knooppunt van Kennis De RUG Houdstermaatschappij BV (verder RHM of Houdstermaatschappij) is in 1996 opgericht om te investeren in kennisintensieve bedrijven om daarmee inhoud te geven aan het exploiteren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Per november 2004 heeft de RHM 25 deelnemingen. De afgelopen jaren zijn ook deelnemingen verkocht zodat de betekenis van de RHM al groter is dan de genoemde 25 deelnemingen, waar in totaal ca 200 mensen werken. De RHM heeft de afgelopen jaren, met kapitaal dat is gestort door de Rijksuniversiteit, veel ervaring opgedaan met het risicodragend participeren in spin-offs vanuit de universiteit. Er zijn ondermeer kennisintensieve bedrijven ontstaan vanuit de faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen en de Medische Faculteit (en het Academisch Ziekenhuis). Groningen heeft zich de afgelopen jaren in nationaal opzicht met name geprofileerd op het gebied van de Life Sciences, zowel in de medische en farmaceutische hoek (o.a. IQ products, Polyganics, Xendo, Polymer Service Centre, BioMaDe) als op het gebied van milieu/food (o.a. Bioclear, Imenz). Groningen heeft hiermee de sterkste concentratie van Life Sciences bedrijven na Leiden. Vanwege de sterke kennisbasis worden ook jonge biotech bedrijven uit andere steden aangetrokken zoals het Leidse Kiadis dat vanwege de hier aanwezige scheikundige kennis naar Groningen is verhuisd en het Nijmeegse Dinox dat gaat samenwerken met Xendo.
De (inter)nationale innovatieagenda stimuleert een verdere focus in Groningen op onderzoek waar Groningen onderscheidend in is. Groningen profileert zich in dit verband als Knooppunt van kennis. Deze internationale knooppunt ambitie geldt met name voor vier innovatiegebieden: Nanoscience, Life Sciences, ICT en Energie. In vier afzonderlijke kaders wordt kort een impressie gegeven van deze vier gebieden die een bron zijn voor het ontstaan van technostarters. Nanoscience Een compleet chemisch lab ter grootte van een chip .Een dunne ferro-elektrische film die de vervorming van vliegtuigvleugels corrigeert.Of kunstspieren die door chemische en elektronische prikkels heel gecontroleerde bewegingen kunnen maken.
Nanotechnologen manipuleren atomen en moleculen zodanig dat deze nieuwe functies krijgen. Een revolutionaire techniek met een grote functionaliteit en betrouwbaarheid. Nanoscience wordt wel gezien als de enabling technology van de 21e eeuw. In het Groningse Materials Science Centre (MSC) werken 250 biologen, natuurkundigen en scheikundigen op een voor Nederland unieke manier samen. MSC groeit uit tot het Europees centrum voor nanoscience. De vermarkting van deze kennis is in handen van BioMaDe Technology. Twee spin-offs zijn op dit moment in het proces van oprichting. Speerpunten van Biomade Technology zijn onder meer de ontwikkeling van een nieuwe vaccinatiemethode en een methode om medicijnen in een lagere dosis te kunnen toedienen met hogere effectiviteit (drug delivery).
6
Life Sciences
De lens die je niet óp de oogbal legt, maar in het oog implanteert. Bacteriën die geneesmiddelen produceren, zoals insuline of antibiotica. Maar ook de genetische verklaring voor het feit dat de longfunctie van de ene astmapatiënt veel sneller achteruit gaat dan die van de andere. Life sciences wordt gedefinieerd als een dynamisch wetenschaps- en technologiegebied dat een combinatie is van technieken en processen om vormen van biologisch leven te analyseren, te gebruiken voor de ontwikkeling van betere producten en productieprocessen. Toepassingsbieden zijn o.a. farmaceutische, biomedische en chemische industrie. Biomedisch en biotechnologisch onderzoek is een bron van bedrijvigheid (Polyganics, Axon, Xendo, IQ Products om er een paar te noemen). Deze bedrijven participeren actief in BioMedCity Groningen, een op innovatie een gerichte netwerkorganisatie die private partijen, overheden en onderzoekers bij elkaar brengt
ICT Tienduizenden sensoren die verspreid over heel Noord-Nederland permanent het heelal aftasten en een enorme hoeveelheid digitale signalen opvangen van direct na de oerknal. De zogenaamde LOFAR-radiotelescoop is niet alleen in sterrenkundig opzicht een fenomeen, maar ook als ICT-project ongekend in omvang.
De komst van LOFAR betekent een enorme impuls in het zich toch al voortvarend ontwikkelende ICT-klimaat van Noord-Nederland. Ongeëvenaard grote databestanden moeten vervoerd worden naar de centrale processor die wordt geplaatst in de Zernikeborg, het ICT-bolwerk van de RUG. Een onderdeel van die processor is de IBM BlueGene research computer die op het moment van aflevering de tweede krachtigste rekenmachine ter wereld zal zijn. De machine voert per seconde maximaal 30 duizend miljard berekeningen uit. Ook wetenschappers, studenten en het bedrijfsleven maken straks gebruik van BlueGene. GnTel is voorbeeld van een spin-off met grote groeipotentie van ICT@NN.
Energie Kun je aardgas produceren uit biomassa of energie opwekken door waterstof op te slaan in minuscule nano tubes? Hoeveel helpt het als auto’s op aardgas rijden in plaats van op diesel? En wat doen we als de wereldolievoorraad over 30 jaar op is?
Binnen de RUG houdt een groot aantal groepen zich bezig met heel verschillende aspecten van het energievraagstuk. Technisch bedrijfskundigen ontwikkelen energie-gerelateerde software. Scheikundig ingenieurs werken met behulp van laseronderzoek aan de verhoging van de efficiëntie van verbranding. En economen bestuderen de mondiale energiepolitiek en geven aan hoe je gas het beste kunt vermarkten. De RUG bundelt binnenkort al deze energie-gerelateerde onderzoekslijnen binnen een nieuw interdisciplinair onderzoekscentrum.
7
3 Kennis Conversie cq Valorisatie in fasen In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op de fasen die zijn te onderscheiden bij het ontstaan van kennisintensieve bedrijven. Het ontstaan van deze high tech bedrijven is vergeleken met veel andere starters kapitaalintensief. Inzicht in dit proces van kennisconversie of valorisatie is van belang aangezien in de verschillende fasen andere financieringsbehoefte en middelen worden gevraagd. Ruwweg is de onderverdeling: • De idee ontwikkeling (concept) • Het maken van een proto type (proof of concept) • Marktintroductie (proof in the market) • Groei De eerste fase staat in de financieringswereld bekend als de pre-seed fase oftewel de fase waarin “de bodem moet worden ontgonnen”. Deze fase is meestal te plaatsen binnen de muren van kennisinstellingen zoals RUG, AZG en HanzeHogeschool. De tweede fase is bekend als de Seed-fase. Met enig “strooi”-geld zorgen kleine participatiemaatschappijen voor de start van een bedrijf en dragen hierdoor bij aan de transitie van kennis naar marktorientatie. Belangrijk is in deze fase de verandering van onderzoeks- naar ondernemingscultuur (transitiemanagement). In de derde fase worden de eerste hordes genomen van de martkintroductie. Klanten komen niet vanwege de geweldige technologie maar vanwege het nut van het product voor de klant zelf. Belangrijk in deze fase is het onderkennen dat de klant niet vanzelf komt maar dat marketingstrategie van wezenlijk belang is. In de vierde fase zijn groeiproblemen prominent. Management van een (vak)groep wetenschappers is van een andere orde dan management van een bedrijf dat gericht is op productie en verkoop. Het bedrijf moet investeren in aanpalende zaken als huisvesting, productieapparatuur, marktontwikkeling en klantenbinding. Elke fase in de ontwikkeling “van briljant idee naar bloeiend bedrijf” kent weer een andere financieringsstroom varierend van onderzoeksbudgetten en subsidies aan het ene uiteinde van het spectrum naar een beursgang aan het andere uiteinde.
8
Fasen in bedrijfsontwikkeling en erbij passende financieringsbron
Idee
De idee-fase in een kennisinstelling staat nog erg ver van de markt. Het idee is feitelijk nog onderdeel van het onderzoek binnen de RUG, AZG of Hogeschool. Het doel van de instellingen in deze fase is de publicatie, de promotie of de afstudeeropdracht. Financiering vindt plaats met budgetten van het Ministerie van OCW, subsidies van collectebusfondsen, subsidies van NWO, subsidies (nu nog) als BioPartner First Stage Grant en (straks) uit de SKE regeling (onderdeel van TechnoPartner) etc.
Prototype Zaaifondsen als de RUG-Houdstermaatschappij, Hanzepoort (AZG) en BioPartner Start-up Ventures nemen op enig moment het product-idee over en zien mogelijkheden voor een bedrijf waarin het idee wordt omgezet naar een proto-type van een product of dienst. In deze fase is de invloed van de uitvinder nog groot. In deze fase is echter het risico dat een patent en het idee in de praktijk niet goed uitpakt nog groot. In deze fase vallen ook veel MKB’s af door te weinig marktorientatie en te weinig aandacht voor het financierings- en liquiditeitsvraagstuk. Het management van de investering in bedrijven in deze fase is navenant hoog.
Marktrijp maken en marktintroductie
In de vorige fase is het bewijs (proof of concept) geleverd en wordt in deze fase de eerste kleinschalige productie opgezet en zal de directie van signatuur (moeten) veranderen. De focus is produceren, verpakken en verkopen in plaats van ontwikkelen. De directeur dient de nodige “markt”-ervaring te hebben en te streven naar waarde vermeerdering van het bedrijf door product-verkoop. In deze doorstart fase zijn er andere financiers die meer gericht zijn op voorzien in kapitaalbehoefte voor productiecapaciteit en een markting & sales-organisatie. In deze fase valt te denken vaan NOM (VKF), grotere participatiemaatschappijen. De banken beginnen in deze fase met hun bancair krediet een rol te spelen (met verpanding van debiteuren als zekerheid voor hun lening). Exploitatie Zowel “the proof of principal” als ook “the proof of the market”zijn bewezen; er wordt al verkocht en de eerste omvangrijke verkoopcontracten zijn getekend.
In deze fase is het bedrijf een lopende maar naar groeistrevende organisatie (groei via overnames en fusies, inkoop van patenten en uitbreiding van ruimte en mensen). Nu is veel kapitaal nodig en zijn de grote participatiesmaatschappijen en investeringsafdelingen van banken de aangewezen partijen om de financiering ter hand te nemen..
9
Gat in de financieringsmarkt De Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) stelt dat (jonge) high tech bedrijven problemen ondervinden bij het financieren van het hoog risicodragende traject van proof of principle (resultaat van wetenschappelijk onderzoek) naar proven concept (basis voor commercialisatie). Reguliere venture capitalists beperken zich de laatste jaren tot behoud van hun belang in bestaande ondernemingen en investeren slechts sporadisch en alleen met grotere bedragen (enkele miljoenen per onderneming) in high tech ondernemingen. In Groningen zijn weinig technologie bedrijven doorgedrongen tot de in het vorige hoofdstuk beschreven laatste fase van bedrijfsontwikkeling. Participatiemaatschappijen naast kennisinstellingen startten in het verleden met weinig middelen technologiebedrijven, in de verwachting dat de bedrijven zouden worden overgenomen door grotere partijen. Met het rendement konden die kleine regionale financiers dan weer nieuwe bedrijven starten. Het gat tussen het door de AWT genoemde bedrag van € 2.000.000 en de mogelijkheden van de kleine partijen (tot maximaal ca € 200.000 a € 250.000) is groot. Reeds gestarte bedrijven worden nu doorgefinancierd met veel verlies (aan belang) voor de eerste kleine financiers. Nieuwe productontwikkelbedrijven worden nog nauwelijks gestart (mede door dat het geld nog “in de eerste starters zit”). Zie hier het gat in de financieringsmarkt (enerzijds dus doordat kleine financiers verlies leiden en geen nieuwe bedrijven kunnen starten en anderszijds vanwege de veel grotere bedragen die reguliere VCs investeren) . KCF wil in Groningen dit “gat” dichten. Starters worden beter gescreend, beter voorbereid en gestart, leidend tot een kortere ontwikkeltijd. Dat kan door de directies samen te laten werken met ervaren investeerders en ondernemers (verzameld rond KCF en NTV). KCF wil de rollen op de financieringsmarkt omdraaien: - niet het doorstartende bedrijf, op de rand van het faillissement, zoekt naar nieuwe financiers, maar financiers komen, met het KCF als katalysator, naar Groningen om goedlopende bedrijven met hoog rendementskansen te financieren. Door het beheer en met name de screening en scouting van nieuwe projecten in één hand te leggen is er een grotere kans op succes en zal de kennisconversie duurzaam een grote rol spelen in de versterking van de regionale economie.
Technologie bedrijven: Financiers & Bedrijfsontwikkeling bedrijfsontwikkeling
kennisinstelling
Exploratie kennis Subsidies SKE Senter MOCW
Start bedrijf KCF NTV e.a.
Door start NOM Banken kleinere VCs
Exploitatie fase VCs Overnames Fusies Beursgang
10
4 Het Kennisconversiefonds Het KCF voorziet in het oplossen van het gat in de financieringsmarkt dat is ontstaan doordat venture capitalists zich de afgelopen jaren hebben teruggetrokken uit de financieringsmarkt voor (door)starters. De venture capitalists beperken zich de laatste jaren tot behoud van hun belang in bestaande ondernemingen en investeren slechts sporadisch en dan met grotere bedragen in high tech en high risk ondernemingen. Het KCF investeert met minder geld (max € 300.000) en overbrugt hiermee de ontstane kloof. Hierdoor worden de potenties van Groningse kennis benut en innovatie aangejaagd. Het KCF wil investeren in jonge kleine high tech bedrijven eventueel ondersteund door vreemd vermogen, maar met name aandelenkapitaal. Deze bedrijven komen voor een belangrijk deel uit de Groningse kennisinstellingen (RUG, AZG en HanzeHogeschool). Het KCF wordt een publiek gefinancierd investeringsfonds dat wordt beheerd door de RUG Houdstermaatschappij. Het KCF-management is ervaren in het beoordelen van businessplannen maar laat zich bijstaan door deskundigen voordat een investering plaatsvindt. Beslissingen om te investeren worden genomen op een commerciële basis. Deze commerciële affiniteit wordt ingehuurd vanuit een netwerk van ervaren ondernemers dat rondom het KCF is opgericht. Het KCF investeert nooit alleen en laat altijd private partijen meefinancieren. De Houdstermaatschappij heeft private investeerders “verzameld” in Noord Tech Venture CV. (NTV). Het beheer van NTV ligt bij de RUG Houdstermaatschappij. In NTV zullen ondernemers elk minimaal € 25.000 inleggen die bereid zijn de jonge ondernemers te ondersteunen met privaat risicokapitaal en advies. Investeringen uit het KCF kunnen worden gekoppeld aan het NTV. Er is dan een gezamenlijk publiek-private investering. Met name de koppeling van publiek en privaat (voor wat betreft de beoordeling van de opportunities) geeft een gezonde basis voor een hoge slagingskans van die starters. Schematisch ziet de werking van publiek-private ondersteuning er als volgt uit:
Publiek-Privaat ondersteunen
Raad van Toezicht
Houdstermij als Beheerder
NTV
Experts van “buiten”
Raad van Commissarissen
KCF
Commissarissen en coaches Nieuw bedrijf
Nieuw bedrijf
Nieuw bedrijf
Nieuw bedrijf
Nieuw bedrijf
11
De directie van het KCF kent zich zelf twee hoofdtaken toe: • •
Beheer van het fonds Acquisitie en begeleiding met externe experts, van startende bedrijven
Het KCF zal samen met het NTV investeren in hoog technologische productontwikkelbedrijven. Dit soort bedrijven hebben tot nu toe een lange incubatietijd. Door de samenwerking met investerende ondernemers in het NTV wordt deze tijd verkort. De samenwerking leidt tot meer focus en meer marktgeorienteerd management. KCF en NTV investeren beiden elk tot ca 49% van het aandelenkapitaal en zoeken altijd cofinanciers (zoals bijvoorbeeld Hanzepoort en NOM). De directeur van het KCF en NTV acquireert en ondersteunt bedrijven samen met (ex-) ondernemers. De nieuwe initiatieven zullen zodanig moeten worden voorbereid dat een grote kans op een succesvol bedrijf ontstaat. Nadat het bedrijf is opgericht zal de directeur met zijn adviseurs een duidelijke rol dienen te spelen in het toezicht en begeleiden van de starters. Van geval tot geval zal maatwerk moeten worden geleverd om de adviseurs met de juiste kennis en contacten te koppelen aan de bedrijven. Dit maatwerk is van belang (en arbeidsintensief) gezien de niches waarin de bedrijven opereren. Gegeven de rol van de Houdstermaatschappij als beheerder van beide fondsen ligt het voor de hand dat KCF en NTV gezamenlijk investeren. De Houdstermaatschappij voert naast het management van KCF en NTV ook een portefeuille van bestaande bedrijven en investeert in nieuwe bedrijven die minder kapitaalintensief zijn. Nieuwe Houdstermaatschappij-bedrijven zullen met name startende niet technologiegedreven advies- en onderzoeksbedrijven zijn (archeologie, juridisch advies, bedrijfskundigdvies etc). In de komende periode gaat de Houdstermaatschappij door met het starten van dit soort bedrijven. De Houdstermaatschappij financiert deze bedrijven hoofdzakelijk door aandelen in eerder door haar gestarte bedrijven te verkopen.
• • •
KCF investeert in technologie bedrijven (research & consultancy en productontwikkel-bedrijven) NTV investeert in productontwikkelbedrijven. De Houdstermaatschappij investeert in de niet technologie gedreven research & consultancy bedrijven
De Effecten van het KCF Voor het prognosticeren van de effecten van het KCF wordt uitgegaan van de ervaringen van de Houdstermaatschappij uit de afgelopen jaren en van soortgelijke zaaifondsen. De Houdstermaatschappij is met € 2,6 mln vermogen in de afgelopen 8 jaar ca 30 bedrijven gestart. Enkele bedrijven zijn door faillissement of anderszins gebrek aan succes gestaakt. Enkele bedrijven zijn na de startfase zelfstandig verder gegaan. Hiermee is ca 150 fte (ca 200 personen) aan nieuwe werkgelegenheid gerealiseerd (en daarnaast nog ca. 75 arbeidsplaatsen aan indirecte werkgelegenheid). In de komende periode gaat de Houdstermaatschappij door met het starten van niet technologie bedrijven buiten het KCF/NTV om. De prognose voor de Houdstermaatschappij is ca 4 starters per jaar waarin na enige incubatietijd gemiddeld 10
12
arbeidsplaatsen per bedrijf worden gecreeerd. Het geschatte effect van Houdstermaatschappij is over 5 jaar ca 120 nieuwe arbeidplaatsen (ca 160 personen).
de
Het KCF gaat zich zoals aangegeven richten op technologie bedrijven. Dit soort bedrijven hebben tot nu toe een lange incubatietijd. Door de samenwerking met investerende ondernemers in het NTV wordt deze tijd verkort (meer focus en meer marktgeorienteerd
In v esterin g sk lim aat G ro n in g en H o u d sterm ij.
K O M PA S
N TV H an zep o o rt
P ro v in cie
K en n is C o n v ersie F o n d s BV
G em een te
N O M etc.
N ieu w e B ed rijv en VCs B an k en
G ro te b ed rijv en
management). De groeipotentie van deze bedrijven is aanmerkelijk hoger dan van vorengenoemde adviesbedrijven. De technologiebedrijven brengen producten op een wereldwijde markt. De groeipotentie van dit soort bedrijven is enorm. Het KCF wil in de komende drie jaar 15 tot 20 technologiebedrijven starten en daarmee 200 arbeidplaatsen binnen een aantal jaren creeren. Na deze periode is de groeipotentie uiteraard nog niet uit de bedrijven en zal het effect op de lange duur meer dan het dubbele zijn. Investeren in lokale bedrijvigheid genereert zoals gezegd ook indirecte werkgelegenheid en zullen de KCF-bedrijven de innovatie kracht van Noord Nederland vergroten door samenwerkingsprojecten aan te gaan met bestaand voornamelijk regionaal MKB. Groningen krijgt hierdoor een grotere aantrekkingskracht op bedrijven die zich van buiten de regio hier willen vestigen.
Het KCF wil in de komende drie jaar • 15 tot 20 bedrijven starten en daarmee in 5 jaar een effect sorteren van • 200 hoogwaardige arbeidplaatsen. Naast deze effecten zal het KCF extra (private) investeringen uitlokken voor vele miljoenen euro’s. Voor een kwantificering en onderbouwing wordt verwezen naar de financiële paragraaf. KCF beoogt samen met NTV het begin te zijn van een structurele verbetering van het investeringsklimaat in Groningen. Er zijn goede kansen dat het KCF op termijn revolverend wordt.
13
5 Financiën KCF De totale (aangevraagde) financiering van het project bedraagt € 3.000.000, de operationele kosten worden begroot op € 842.000. Van de totale financiering kan derhalve € 2.158.000 worden besteed voor investeringen in deelnemingen. Onderstaand zijn de gespecificeerde kasstromen over de looptijd van het project opgenomen. Kasstromen (-/- is uitgave) AF: operationeel Fondsbeheer en administratie Netwerken en acquisitie Externe deskundigheid Overige Bedrijfskosten
BIJ: financiering Storting RHM Bijdrage Kompas Bijdrage Gem.Groningen Bijdrage Prov.Groningen
Voor investeringen
Deelnemingen
jaar 1
jaar 2
jaar 3
Totaal
-62.000 -72.000 -100.000 -105.000 -85.000 -85.000 -25.000 -20.000 -272.000 -282.000
-75.000 -108.000 -85.000 -20.000 -288.000
-209.000 -313.000 -255.000 -65.000 -842.000
300.000 300.000 300.000 900.000 500.000 500.000 500.000 1.500.000 100.000 100.000 100.000 300.000 100.000 100.000 100.000 300.000 1.000.000 1.000.000 1.000.000 3.000.000
500.000
800.000
858.000 2.158.000
Operationele uitgaven De bedrijfskosten bedragen € 842.000 over de gehele planperiode en zijn als volgt onderverdeeld: 1 Fondsbeheer en administratie (€ 209.000) De inzet van de controller zal toenemen naar mate het aantal bedrijven toeneemt. De inzet van de directeur is door de jaren heen gelijk begroot.. De office manager is voor de helft van de tijd voor deze taak begroot. 2. Netwerken en acquisitie (€ 313.000) De directeur zal verschillende taken hebben naast het daadwerkelijke fondsbeheer. Hij zal nieuwe initiatieven moeten opsporen en samen met externe experts (zie 3) zodanig moeten voorbereiden dat een grote kans op een succesvol bedrijf ontstaat. Nadat het bedrijf is opgericht zal de directeur met zijn adviseurs een duidelijke rol dienen te spelen in het toezicht op en begeleiden van de starters. Onder deze post en met name ook onder de term “netwerken” moet tevens worden verstaan: promotionele en acquirende activiteiten. Onder deze begrotingspost valt eveneens de andere helft van de kosten van de office manager. 3 Externe deskundigheid (€ 255.000) Zoals hierboven beschreven zal de directeur met oog op grotere zekerheid op succes het voortraject van het starten van bedrijven met externe deskundigheid uitvoeren. In dit voortraject wordt onderzoek gedaan naar de patent positie, de concurrentie, de wijze van marktintroductie, de product/marktcombinatie en de vereiste kwaliteit van het management
14
en toezicht. Voor het inroepen van kwaliteit en ervaring worden vaste zakelijke afspraken gemaakt met een (naar verwachting) vijftal daartoe geselecteerde adviseurs. De aangetrokken adviseurs beschikken over kennis- en of ervaring op genoemde onderzoekspunten. Zij allen hebben een ondernemning met succes gehad en of geleid en zijn zelf ook -nog- actief als ondernemer. Voor de ondersteuning op het vlak van formele documenten (overeenkomsten etc) is beperkte inhuur van capaciteit van de NOM N.V. en een extern accountantskantoor begroot. De raad van commissarissen van de Houdstermaatschappij wordt voor 25% doorberekend aan het toezicht op de directie van het KCF.
4 Overige bedrijfskosten (€ 65.000) Hieronder vallen kosten van PR, opzetten en onderhoud website, organiseren van tweejaarlijkse netwerk-bijeenkomsten van potentiele en bestaande “starters” en adviseurs, kosten van KvK en overige kosten.
Financiering De Houdstermaatschappij stort € 900.000 in het KCF (nieuwe middelen beschikbaar gesteld door de RUG). Bij de Provincie en bij de Gemeente Groningen is een aanvraag ingediend voor een jaarlijkse bijdrage van € 100.000 voor de periode van 3 jaar (totaal aanvraag € 600.000) De gevraagde bijdrage van KOMPAS bedraagt € 1.500.000.
Investeringen Voor directe investeringen uit het KCF is een bedrag beschikbaar van € 2.158.000
Uitgelokte investeringen Fonds onder beheer van de Houdstermaatschappij Zoals eerder opgemerkt zal de Houdstermaatschappij ook het op te richten Noord Tech Venture CV beheren. De minimale omvang van dit fonds bedraagt € 1.100.000. en maximaal € 2.200.000. Zodra de Small Business Innovation Companies (SBIC)-regeling (onderdeel van de TechnoPartner regeling van het ministerie van EZ) van kracht is, wordt overwogen een verzoek in te dienen om het Noord Tech Venture te verdubbelen met vreemd vermogen (afhankelijk van de leningscondities, maximaal € 2.200.000). Ervaringen uit het verleden Van de € 2.600.000 die door de RUG op geplaatste aandelen in de Houdstermaatschappij is gestort, tot eind 2004, is ca € 2.000.000 geinvesteerd. Dit bedrag is in de afgelopen jaren gematcht door andere financiers met een bedrag van ca € 8.000.000.
15
De ervaringen in het verleden (bieden geen garantie voor de toekomst maar) leren dat cofinanciering voor de de nieuwe bedrijven mogelijk is. Belangrijke co-financiers in het verleden waren of kunnen in de toekomst zijn: • • • • •
NV NOM (VKF) Hanzepoort BV Noord Tech Venture CV (met of zonder SBIC-regeling) Private partijen uit de kring van Noord Tech Venture die individueel meer willen financieren Private partijen die bekend zijn bij en met de Houdstermaatschappij.
Indien Noord Tech Venture en de SBIC regeling in volle omvang onder beheer komen van Houdstermaatschappij dan is er naast het KCF een potentieel van € 4.400.000 beschikbaar (uiteraard kent het Noord Tech Venture een eigen besluitvormingscircuit en kan de matching niet op voorhand worden gecommitteerd). Indien ook NOM en Hanzepoort (ook uiteraard met hun eigen besluitvormingsproces) hetzelfde doen als in het verleden en de Houdstermaatschappij, ten behoeve van investeringen uit het KCF gelijksoortige partijen weet te interesseren voor de bedrijven in Noord-Nederland dan is het mogelijk om een bedrag van boven de € 10.000.000 voor investeringen in Innovatieve bedrijven beschikbaar te hebben. KCF is een spin in het web van investeerders. KCF stimuleert en ondersteunt startende bedrijven met publiek en indirect ook privaat geld en met externe experts. KCF “pusht” hiermee nieuwe innovatieve bedrijvigheid en fungeert als een katalysator, waarmee de high tech bedrijvigheid sneller, rendabeler en daarmee duurzamer in de regio vorm wordt gegeven.
Het KCF is de katalyserend en stimulerend investeringsfonds voor een duurzaam investeringsklimaat in de regio.
Raming Investeringsklimaat Technologie bedrijven Groningen Naam Kennis Conversie Fonds Noord Tech Venture Small Business Innovation Companies (SBIC-TechnoPartner) Derden totaal
bedrag 2.158.000 2.200.000 2.200.000 5.000.000 11.558.000
16
6. Organisatie: structuur en bestuur KCF: besloten vennootschap onder de Houdstermaatschappij Het Kennis Conversie Fonds B.V. wordt opgericht door de RuG Houdstermaatschappij B.V. De RUG is 100% juridisch eigenaar van de Houdstermaatschappij en daarmee is het KCF een voor 100% met publieke middelen gefinancierde onderneming. De Houdstermaatschappij stort € 300.000 op aandelen in het eerste jaar en € 300.000 in de twee opeenvolgende jaren. In totaal stort de Houdstermaatschppij € 900.000. Kompas wordt gevraagd € 1.500.000 bij te dragen. De Gemeente Groningen en de Provincie Groningen dragen drie jaar elk jaar € 100.000 bij in de exploitatiekosten van het KCF. De Houdstermaatschappij als aandeelhouder beschikt over de winst. De middelen die Kompas, Gemeente en Provincie bijdragen, worden echter wel behandeld als of sprake is van aandelenkapitaal. De Houdstermaatschappij mag zich zelf derhalve slechts dividend uitkeren naar verhouding van de bijdragen van Kompas en Houdstermaatschappij (€ 1.500.000 ten opzichte van € 900.000). In principe blijft echter alle winst in het KCF met het doel: Blijvend nieuwe technologie bedrijven starten.
Reglement KCF KCF investeert alleen indien private partijen minstens zoveel onder dezelfde condities investeren. Een eerste aanzet voor een dergelijk reglement is bijgevoegd. Raad van Commissarissen Een Raad van Commissarissen staat de directeur met raad en daad terzijde en ziet toe op het gevoerde beleid. Het voornemen van de directeur om te investeren moet altijd vooraf worden voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. De Raad toetst of aan de voorwaarden van het reglement wordt voldaan. Voor KCF fungeert de Raad van Commsisarissen van de Houdstermaatschappij ook als zodanig. Accountantscontrole KCF stelt een jaarrekening over het afgelopen boekjaar op (voor 30 april van het daaropvolgende jaar) en laat deze door een erkend accountantskantoor controleren. De jaarrekening wordt aan de financiers toegezonden.
Beheersovereenkomst Ter meerdere zekerheid van financiers wordt een overeenkomst gesloten tussen Houdstermaatschappij en KCF over de invulling van het management en de vergoeding die hiertegenover staat conform de eerder opgenomen begroting.
Externe deskundigheid De Houdstermaatschappij brengt voldoende kennis en ervaring in op het gebied van eerste scan en beoordeling van businessplannen en het opzetten van een organisatie binnen de startende ondernemingen. Voor de inhoudelijke toets wordt een beroep gedaan op een vast panel van experts die al of niet via hun netwerk andere experts kunnen raadplegen.. Belangrijk is met name dat het business concept wordt getoetst door derden. In hoofdstuk 3 is in de figuur Financiers en bedrijfsontwikkeling aangegeven dat bedrijfsontwikkeling is onder te verdelen in fasen. Voor een succesvol verloop van een briljant idee naar een bloeiend bedrijf is van belang dat mensen die hun sporen hebben verdiend in een van de latere fasen (later dan de startfase) meekijken en mee beoordelen wat er in de startfase
17
wordt aangeboden. Hun ervaring op het gebied van marktintroductie, markten, buitenlandse culturen, marketing, management, financiering en logistiek is onmisbaar voor een juiste start. De basis voor een succesvol traject kan mede door inschakeling van deze experts goed worden gelegd. Dit voorkomt mislukkingen uiteraard nooit geheel, maar kan in een latere fase veel tijdswinst betekenen. Met name via het netwerk van Noord Tech Venture zullen de experts worden betrokken bij de initiatieven van het KCF. In de begroting van het KCF is hiervoor een apart budget uitgetrokken.
18
7 KCF in relatie tot ….. In een aparte bijlage is weergegeven hoe het KCF moet worden gezien in relatie tot: • Het Venture Kapitaal Fonds (VKF) van de NOM (bijlage B.1.1)
•
De Regels van de Europese Unie (bijlage B1.2)
Het Venture kapitaal Fonds van de NOM is een van de financieringsfondsen die actief zijn in de zogenaamde doorstartfase en is dus een logisch vervolg op het KCF. De NOM heeft expliciet aangegeven het idee van het KCF te ondersteunen als mogelijk leverancier van te financieren doorstart-ondernemingen. NOM neemt alleen in directe zin deel in bedrijven en niet via fondsen. Het KCF voldoet aan alle eisen van de Europese Unie op het gebied van regionale ontwikkeling en voorkomen van staatssteun. Simpel gezegd: Het KCF doet wat anderen niet doen en concurreert dus niet en derhalve is geen sprake van staatsteun. Het werken met een 100% publiek gefinancierd fonds (KCF) dat alleen financiert mits ook private partijen onder dezelfde condities meefinancieren heeft de goedkeuring van de EU-DG regionale ontwikkeling.
19
Bijlage B 1.1. KCF in relatie tot Venture Kapitaal Fonds en NOM De NOM heeft zich als cofinancier in het verleden een krachtige partner getoond en heeft technologie ontwikkeling als een belangrijk speerpunt in haar vaandel staan. De NOM participeert in verschillende technologie bedrijven in Noord Nederland en geeft binnen haar eigen doelstelling, randvoorwaarden en besluitvormingscircuit de voorkeur aan participeren in afzonderlijke bedrijven in plaats van het Kennis Conversie fonds. Op het gebied van technologie bedrijven richt Venture Kapitaal Fonds zich binnen het geheel van de NOM met name op ondernemingen die de startfase achter de rug hebben. NOM en VKF zijn een logisch en eerste portaal om aan te kloppen voor financiering van het bedrijf indien vermogen nodig is om productie op te schalen en de organisatie in te richten gericht op internationale distributie, marketing en sales. In het schema op pagina 10 wordt de ontwikkeling en groei van technologieondernemingen afgezet tegen financieringsbehoefte cq. -bron met een indicatie van de financiers in elk stadium. Dit schema (enigszins aangepast en vereenvoudigd voor het doel van deze notitie) geeft aan hoe op de vermogensmarkt tegen de de fase van bedrijfsontwikkeling wordt aangekeken. Grote Venture Capitalists (VC’s) bemoeien zich niet met starters, want voor hen is het beheer van starters te kostbaar. De NOM bevindt zich in dit schema in het midden en beschouwt het middendeel van de bedrijfsfinanciering tot haar terratorium. Het starten van een technologie bedrijf en zorgen dat het rijp is voor de doorstart is een rol die nauwelijks wordt opgepakt (het zogenaamde “gat in de kapitaalmarkt”). Deze rol wordt ingevuld door KCF, NTV en Houdstermaatschappij.
20
Bijlage B.1.2. KCF en de uitgangspunten van de Europese Unie Staatssteun en Risicokapitaal (2001/C 235/03) Hieronder wordt ingegeaan op aandachtspunten uit artikelen in: Staatssteun en Risicokapitaal (2001/C 235/03) uit het publicatieblad van de EU 21-8-2001. De hierna genoemde punten sluiten aan bij die aandachtspunten. •
KCF wil met risico kapitaal investeren in jonge kleine bedrijven eventueel ondersteund door Vreemd Vermogen, maar met name aandelenkapitaal.
•
KCF investeert in kleine, jonge, high tech, innoverende spin off bedrijven van kennisinstellingen (RUG, AZG en HanzeHogeschool)
•
KCF wil het “gat in de financieringsmarkt” opvullen dat is ontstaan doordat VC’s zich hebben teruggetrokken op de grotere investeringen.
•
KCF neemt aandelen en verkrijgt daardoor zeggenschap. Het KCF-management is zelf ervaren in het beoordelen van businessplannen en laat zich bij staan door deskundigen voordat een investering plaatsvindt. KCF investeert nooit alleen en laat altijd private partijen mee investeren. Daartoe is onder andere het NTV opgericht waarin een naar verwachting een 80-tal ex-ondernemers elk minimaal € 25.000 inleggen en bereidt zijn de jonge ondernemer te ondersteunen met privaat risicokapitaal en advies vanuit een relevante ervaring. Investeringen uit het KCF kunnen worden gekoppeld aan investeringen uit het NTV. Er vindt dan een gezamenlijk publiek-private investering plaats.
•
KCF wil kennis uit de kennisinstellingen via de startende ondernemingen op de markt brengen en zo kennisontwikkeling integreren met de markt.
•
Met behulp van een uitgebreid netwerk van ervaren ondernemers streeft KCF naar een duurzame ontwikkeling van de innoverende bedrijfstak in de regio. Beslissingen om te investeren worden genomen vanuit deze filosofie maar altijd op commerciële basis. Duurzaamheid kan alleen gerealiseerd worden met een commerciële houding bij het nemen van investeringsbeslissingen. Met name de koppeling van publiek en privaat (voor wat betreft de beoordeling van de opportunities maar zeker ook voor de onlosmakelijke eis dat privaat en publiek risicokapitaal wordt ingebracht in de startende onderneming) geeft een gezonde basis voor een hoge slagingskans van die starters.
Het netwerk van ondernemers rond en in Houdstermaastchappij KCF en NTV wordt ook ingezet voor screening en scouting activiteiten. In een vroegtijdig stadium (nog binnen de muren van de kennisinstelling) worden door externe deskundigen /ondernemers plannen beoordeeld.
21
Indicaties van Staatssteun volgens de EU zijn: • investeerders die tegen aantrekkelijker voorwaarden investeren • intermediairs die zelf geen belang hebben maar toch investeren tegen gunstiger voorwaarden. • ondernemingen die zelf naast overheidsgeld ook private middelen hebben.
Hieronder wordt de uitwerking van het KCF gelegd naast de “indicaties” om te beoordelen of er sprake is van staatssteun:
KCF wil nooit alleen investeren en altijd gelijk aan de andere (private) investeerders KCF subsidieert niet maar investeert. KCF neemt relatief hoog risico met relatief beperkte investering gekoppeld aan een relatief hoog bedrag aan zogenaamde monitor- en evaluatiekosten. Grote particuliere investeerders investeren met meer zekerheden en grote kans op het afdekken van hun evaluatiekosten. Grote investeringen hebben meer kans om de monitor- en transactie- kosten af te dekken. Ook hierin schuilt de markt tekortkoming. KCF gaat als katalysator in een breder investeringsklimaat deze tekortkoming in de regio opheffen. KCF initieert bedrijven op een zodanige wijze dat ook andere partijen geinteresseerd worden om mee te financieren. Dat doet KCF door uiteraard de evaluatie terdege ter hand te nemen vanuit een commercieel uitgangspunt en zich te omringen met ervaren ondernemers en business- en product developers uit het bedrijfsleven. KCF investeert primair met risicodragend (aandelenkapitaal) en slechts dan wanneer private partijen ter ondersteuning hiervan leningen vertrekken zal ook KCF onder dezelfde voorwaarden vreemd vermogen verschaffen. Uitgangspunt is echter financieren door aandelen te nemen in het eigen vermogen van de startende onderneming. KCF: puntsgewijs • KCF investeert alleen in startende bedrijven. • KCF investeert in high risk technologie bedrijven • KCF investeert in bedrijven met een vestigingsplaats in de Provincie Groningen • KCF investeert op basis van een geëvalueerde businessplannen. • KCF wordt beheerd door een bestaand participatiefonds (RUG Houdstermaatschappij BV, sinds 1996) • KCF sluit met deze partij een managementovereenkomst voor het beheer. • KCF neemt ervaren ondernemers op in een beoordelingspanel. • KCF investeert alleen in de technologie sectoren: life science, agro, medical device, IT, Biotechnologie, nanotechnologie en combinaties hiervan.
22
Bijlage B.1.1.3 Aanzet tot het KCF Investerings Reglement KCF investeert nooit alleen. KCF investeert tot maximaal 49% van het aandelenkapitaal met een maximum van € 300.000. KCF investeert in principe alleen door storting op aandelen (Eigen Vermogen waarmee KCF mede-eigenaar wordt van het bedrijf) KCF investeert eventueel met Vreemd Vermogen (leningen), maar altijd samen met cofinanciers met aandelenkapitaal en slechts in gelijke verhouding met andere aandeelhouders en onder gelijke voorwaarden. Cofinanciers in gezamenlijke deelnemingen hebben een private signatuur. Onder privaat wordt verstaan: - Alle rechtspersonen die niet door de overheid zijn gefinancierd. - Door de overheid opgerichte participatiemaatschappijen zoals BioPartner Startup Ventures CV en NOM NV. - Private personen namens zich zelf KCF huurt experts in om vooraf het businessplan te beoordelen. Deelnemingen accepteren en betalen door KCF voorgedragen adviseurs en toezichthouders die na de start van het bedrijf de directeur begeleiden. KCF financiert alleen bedrijven waarvan de directeur niet in dienst is van een kennisinstelling of daaraan gelieerde rechtspersoon en zelf bijdraagt aan het aandelenkapitaal. KCF heeft te allen tijd het recht een commissaris te benoemen. KCF kent de volgende besluitvormingsprocedure: -
De procedure start met een businessplan of financieringsaanvraag maar dan gevolgd door een businessplan. Hierop volgt een eerste verkennend gesprek met het KCF eventueel met een of meer aan haar gebonden experts. Ervan uitgaande dat alles tot hier toe naar wens verloopt kunnen de volgende stappen worden doorlopen - Presentatie aan de panels van externe experts - Opstellen en tekenen van een Investeringsintentie - Ingeval van een bestaand bedrijf volgt een boekenonderzoek (Due diligence) - Opstellen investeringsvoorstel voor Raad van Commissarissen - Besluitvorming in Raad van Commissarissen - De opstelling en tekening van een participatieovereenkomst.
23