Bijlage B: Propedeuse Moduul + Eigenaar Media en Omgeving Annalies Brijker Moduul 1 en 2
Onderdelen PGO Man. Vaardigheden Actieve participatie WCSV Actieve participatie MOB Moduulopdracht Schrijfvaardigheden
Weging 50% 5% 5% 5% 20% 15%
Doelstellingen per moduul
Onderwijsvorm
Toetsvorm
Leerdoelen bij eindkwalificatie 1: Onderzoek verrichten het basis begrippenkader van onderzoek reproduceren en toepassen, waaronder het formuleren van een probleemstelling, vraagstelling, doelstelling, onderzoeksvraag en methode Volgens APA-stijl bronnen gebruiken een onderwerp binnen het vakgebied onderzoeken en hierover op de juiste schriftelijke manier rapporteren
Moduulopdr.beg. Hoorcollege onderzoek en schrijfvaardigheid Werkcollege schrijfvaardigheid PGO Hoorcolleges communicatie, muziek, film, media/ media innovations, print, televisie, nieuwe media, communicatievrijheid, macht van de media
Schrijfvaardigheden Moduulopdracht Voortgangstoets
Hoorcollege man. vaardigheden Man.vaardigheden (ws 2) Hoorcollege communicatie PGO PGO overstijgend Moduulopdrachtbegeleiding Schrijfvaardigheid
Man.vaardigheden Voortgangstoets Schrijfvaardigheden Voortgangstoets
Analyseren van resultaten een boodschapanalyse uitvoeren Kennis van trends, concepten en producten op het gebied van media en entertainment reproduceren wat media zijn en welke (massa)media er zijn kritisch kijken naar media en entertainment producten Kennis hebben van technologische en inhoudelijke ontwikkelingen, leerdo elen reproduceren wat de ontwikkeling is (geweest) in de theorievorming rond massacommunicatie en massamedia reproduceren hoe in grote lijnen de ontwikkeling van de mediasectoren is geweest de belangrijkste technologische ontwikkelingen beschrijven kunt de bedrijfstak volgens uiteenlopende criteria indelen; nationaal versus internationaal, technische vorm van de productie (drager), inhoud (content), klein en gespecialiseerd versus groot en gediversifieerd (nichemedium versus massamedium) en naar doelstelling (ideëel, commercieel of een mix van beide) Leerdoelen bij eindkwalificatie 8: Kennis hebben van media en entertainmentconcepten, producten en diensten die aantrekkelijk, haalbaar en juridisch correct zijn benoemen welke plaats media innemen in vrijetijdsbesteding en hoe de consumenten hun tijd, geld en aandacht daaraan besteden de rol van de overheid in de media-industrie benoemen uitleggen waarom en hoe de overheid invloed uitoefent op de inhoud van de media reproduceren waaruit de wetgeving bestaat ten aanzien van de bescherming van intellectueel eigendom de invloed van economisch denken en handelen op de verschillende media uitleggen kunt het economische belang van de bedrijfstak en de sectoren verantwoorden; bijdrage aan BNP (macro), hoe helpen de media om de totale economie draaiende te
EC’ s 12
Belasting
-
houden/ de media als smeermiddel in de economie (meso), wat geven consumenten uit (micro); kunt reproduceren welke organisaties met elkaar concurreren en welke organisaties op welke manier met elkaar samenwerken.
Deze manieren van communiceren kunnen toepassen in zowel het Nederlands als het Engels de theorieen over groepsprocessen toepassen op het eigen handelen binnen de groep de regels voor het geven en ontvangen van feedback toepassen zichzelf gepast schriftelijk uitdrukken en gebruikt hiervoor IT faciliteiten complexe informatie binnen het vakgebied schriftelijk duidelijk maken de juiste boodschap naar de juiste doelgroep binnen het juiste kanaal sturen kritisch denkvermogen in het analyseren, interpreteren en evalueren van schriftelijk werk van derden demonstreren een onderwerp binnen het vakgebied onderzoeken en rapporteert hierover op de juiste schriftelijke manier
Organisatie en Personeel 1 Leonie Kuipers Moduul 2 en 3
PGO Moduulopdracht Man. Vaardigheden Bedrijfseconomie
50% 40% 5% 5%
Leerdoelen bij eindkwalificatie 10: kritisch denkvermogen in het analyseren, interpreteren en evalueren van schriftelijk werk van derden demonsteren een werkstijl kiezen die bij hem/haar past de regels van het geven en ontvangen van feedback toepassen zich orienteren welke mogelijkheden je als afgestudeerde in deze bedrijfstak hebt
Hoorcollege man.vaardigheden Man.vaardigheden PGO overstijgend Moduulopd.beg.
Man.vaardigheden Cijfer mod.opdr. Voortgangstoets
Leerdoelen bij eindkwalificatie 11: kritisch denkvermogen demonstreren in het analyseren en interpreteren van mediainhoud op het gebied van film, muziek, print en televisie
Hoorcollege film, muziek, print, televisie PGO Moduulopdr.beg. Schrijfvaardigheid PGO Mod.opdrachtbeg. Hoorcolleges
Cijfer moduulopdracht Cijfer SVH
Leerdoelen bij eindkwalificatie 1: ken je enkele belangrijke denkrichtingen en persoonlijkheden uit de geschiedenis van de organisatiekunde heb je inzicht in de hedendaagse ontwikkelingen van het vakgebied organisatiekunde kun je een relatie leggen tussen de denkrichtingen en persoonlijkheden en de betekenis hiervan voor de wijze waarop hedendaagse organisaties zijn gestructureerd kun je verschillende partijen en omgevingsfactoren benoemen die van invloed zijn op de organisatie; heb je inzicht in de betekenis van deze invloeden op individuele organisaties; ben je bekend met de belangrijkste begrippen op het terrein van strategi sch management; kun je de verschillende fasen binnen het klassieke proces van strategisch management onderscheiden; kun je een relatie leggen tussen strategisch management en de implementatie
Voortgangstoets Moduulopdracht
12
-
van strategieën in organisaties; heb je inzicht in recente benaderingen van strategisch management; heb je inzicht in de wijze waarop strategisch management in het bedrijfsleven vorm krijgt; heb je kennis over het belang van een goed informatiesysteem; ken je de belangrijkste motieven voor het aangaan van een samenwerkingsverband; heb je inzicht in de verschillende samenwerkingsverbanden tussen zowel concurrerende als niet-concurrerende organisaties; heb je kennis van en inzicht in het deelnemen van organisaties in organisatorische netwerken.
Leerdoelen bij eindkwalificatie 2: ben je bekend met het belang van het individu en groepen in een organisatie; heb je kennis van en inzicht in algemene begrippen ten aanzien van het individu, zoals motivatie en persoonlijkheid; heb je kennis van en inzicht in specifieke aspecten van het individu, zoals emotionele intelligentie, overbelasting en kernkwaliteiten; heb je kennis van en inzicht in algemene begrippen van groepen en teams, zoals soorten groepen en kenmerken van groepen; heb je kennis van en inzicht in specifieke aspecten van groepen, zoals teammanagement en organisatorische conflicten; ken je de belangrijkste begrippen op het gebied van management; ben je bekend met de belangrijkste managementtaken; ken je verschillende leiderschapsstijlen onderscheiden; heb je inzicht in de wijze waarop managers een organisatie besturen; ben je bekend met een aantal aspecten van de manager als persoon; heb je kennis van de relatie tussen management, ethiek en informatie; heb je inzicht in de algemene besluitvormingsproblematiek in organisaties; kun je een aantal verschillende soorten besluitvormingsprocessen onderscheiden; heb je kennis van en inzicht in verschillende aspecten die invloed uitoefenen op de besluitvorming.
Hoorcollege Mod.opdrachtbeg. PGO
Voortgangstoets Moduulopdracht
Leerdoelen bij eindkwalificatie 4: heb je kennis van de besturingsproblematiek van organisaties; ben je in staat verschillende typen bedrijfsprocessen te benoemen; heb je inzicht in zowel de wijze waarop bedrijfsprocessen worden beheerst, als de relatie tussen bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde en kwaliteit; kun je verschillende bestuursniveaus onderscheiden en ken je de belangrijkste taken hiervan; heb je kennis van corporate Governance; heb je kennis in een aantal algemene beheersingsmethoden en technieken van bestuur;
Hoorcollege Mod.opdrachtbeg. PGO
Voortgangstoets Moduulopdracht
-
heb je inzicht in de relatie tussen besturing van bedrijfsprocessen en structureringsvraagstukken; heb je kennis van en inzicht in arbeidsverdeling en coördinatie binnen organisaties; heb je kennis van en inzicht in de verschillende organisatiestelsels; heb je kennis van communicatie- en overlegstructuren; heb je kennis van en inzicht in het effectiviteitstreven van organisaties en aspecten van organisatiecultuur; heb je kennis van en inzicht in groeimodellen van organisaties, reorganisaties en aspecten van de lerende organisatie; kun je de meest voorkomende rechtsvormen van organisaties beschrijven en voor een bepaalde situatie de meest passende benoemen; kun je de relatie en de spanningen beschrijven tussen de juridische en de feitelijke organisatiestructuur.
Leerdoelen bij eindkwalificatie 5: heb je kennis van de besturingsproblematiek van organisaties; ben je in staat verschillende typen bedrijfsprocessen te benoemen; heb je inzicht in zowel de wijze waarop bedrijfsprocessen worden beheerst, als de relatie tussen bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde en kwaliteit; kun je verschillende bestuursniveaus onderscheiden en ken je de belangrijkste taken hiervan; heb je kennis van corporate Governance; heb je kennis in een aantal algemene beheersingsmethoden en technieken van bestuur; heb je inzicht in de relatie tussen besturing van bedrijfsprocessen en structureringsvraagstukken; heb je kennis van en inzicht in arbeidsverdeling en coördinatie binnen organisaties; heb je kennis van en inzicht in de verschillende organisatiestelsels; heb je kennis van communicatie- en overlegstructuren; heb je kennis van en inzicht in het effectiviteitstreven van organisaties en aspecten van organisatiecultuur; heb je kennis van en inzicht in groeimodellen van organisaties, reorganisaties en aspecten van de lerende organisatie; kun je de meest voorkomende rechtsvormen van organisaties beschrijven en voor een bepaalde situatie de meest passende benoemen; kun je de relatie en de spanningen beschrijven tussen de juridische en de feitelijke organisatiestructuur. heb je kennis van en inzicht in het effectiviteitstreven van organisaties en aspecten van organisatiecultuur; ben je bekend met het belang van het individu en groepen in een organisatie;
Hoorcollege Mod.opdrachtbeg. PGO
Voortgangstoets Moduulopdracht
-
-
-
heb je kennis van en inzicht in algemene begrippen ten aanzien van het individu, zoals motivatie en persoonlijkheid; heb je kennis van en inzicht in specifieke aspecten van het individu, zoals emotionele intelligentie, overbelasting en kernkwaliteiten; heb je kennis van en inzicht in algemene begrippen van groepen en teams, zoals soorten groepen en kenmerken van groepen; heb je kennis van en inzicht in specifieke aspecten van groepen, zoals teammanagement en organisatorische conflicten; ken je de belangrijkste begrippen op het gebied van management; ben je bekend met de belangrijkste managementtaken; ken je verschillende leiderschapsstijlen onderscheiden; heb je inzicht in de wijze waarop managers een organisatie besturen; ben je bekend met een aantal aspecten van de manager als persoon; heb je kennis van de relatie tussen management, ethiek en informatie; heb je inzicht in de algemene besluitvormingsproblematiek in organisaties; kun je een aantal verschillende soorten besluitvormingsprocessen onderscheiden; heb je kennis van en inzicht in verschillende aspecten die invloed uitoefenen op de besluitvorming. heb je kennis van de positie van communicatie in een organisatie en inzicht in de wijze waarop naar communicatie gekeken kan worden; heb je inzicht in de communicatie- en overlegstructuren; heb je inzicht in en kennis van de kenmerken en toepassingen van de communicatiedomeinen concerncommunicatie, interne communicatie en marketingcommunicatie; ken je de voor- en nadelen van de verschillende media (mondeling, schriftelijk, telefonisch, audiovisueel, digitaal, massacommunicatie); heb je kennis van en inzicht in de wijzen waarop organisaties zich kunnen profileren (beleid, mission statement, imago, identiteit, corporate identity, bedrijfscultuur, communicatiebeleid); heb je inzicht in de noodzaak voor en de structuur van managementinformatiesystemen binnen een organisatie; ken je de vereisten waaraan ICT-systemen moeten voldoen en kun je aangeven hoe ze moeten functioneren om het informatiemanagement binnen een organisatie te optimaliseren.
Leerdoelen bij eindkwalificatie 6: kun je het doel en de inhoud van de onderdelen van een jaarrekening beschrijven kun je een jaarrekening opstellen ken je de betekenis van activa, passiva en aandelen vermogen en kun je deze verwerken in een balans
Workshop BE Mod.opdrachtbeg.
Voortgangstoets Moduulopdracht
-
kun je het begrip afschrijvingen uitleggen kun je afschrijvingen berekenen volgens de lineaire afschrijvingsmethode kun je uitleggen hoe vaste activa gerapporteerd worden in een jaarrekening ken je de basisprincipes van het rapporteren van immateriële activa begrijp je het belang van immateriële activa voor de media-industrie begrijp je wat een rekening is wat de functie voor de financiële administratie kun je debet- en creditboekingen definiëren en uitleggen hoe ze gebruikt worden in het vastleggen van transacties kun je basisstappen in de financiële administratie kun je uitleggen wat een journaalpost kun je een journaalpost maken kun je uitleggen wat een grootboek is en wat de functie is in het verwerken van transacties kun je een grootboek opstellen met de geëigende rekeningen kun je een journaalpost naar een grootboekrekening overbrengen kun je het doel van een proefbalans uitleggen kun je een proefbalans opstellen kun je uitleggen wat het principe van opbrengstenverantwoording en het confrontatiebeginsel is kun je de stappen in de boekhoudcyclus beschrijven kun je uitleggen welke ondernemingen publicatie plichtig zijn kun je uitleggen welke informatie ze in hun jaarverslag dienen te verschaffen kun je uitleggen uit welke onderdelen het gepubliceerde jaarverslag bestaat kun je met concrete voorbeelden van jaarverslagen de onderdelen onderscheiden
Leerdoelen bij eindkwalificatie 9: De student kent verschillende gesprekssoorten, de structuren en de technieken die hiervan op toepassing zijn. De student laat zien welke communicatieve vaardigheden er nodig zijn om een gesprek te voeren. De student is in staat feedback te ontvangen en te geven om het eigen functioneren te verbeteren en om anderen te verbeteren -
De student kan laten zien welke communicatieve vaardigheden nodig zijn om een gesprek te voeren en om anderen te motiveren, te overtuigen en te stimuleren
Workshops/training Man.vaardigheden
Huiswerkopdr.
Marketing en Media Rob Wichers Schreur Moduul 3 en 4
PGO/MOB Man. Vaardigheden Bedrijfseconomie Marketing plan Doelgroeponderzoek
40% 5% 15% 20% 20%
Leerdoelen bij eindkwalificatie 1: De student kan: verklaren hoe belangrijk informatie is voor een organisatie en waarom dit zo belangrijk is een marketinginformatiesysteem definiëren de onderdelen van een marketinginformatiesysteem bespreken het verschil tussen diverse onderzoeksmethoden verklaren de stappen van een marktonderzoeksproces beschrijven meerdere methoden onderscheiden om informatie te verzamelen de verschillen reproduceren tussen verschillende (soorten) onderzoeksbureaus het duale klantbegrip in de mediawereld (consument en adverteerder) beschrijven, concretiseren en in praktijk brengen De student kan: een marketingomgeving (intern en extern) analyseren het marketingplanningsproces uiteenzetten een SWOT-analyse opstellen een confrontatiematrix opstellen de product-/marktontwikkelingsmatrix van Ansoff interpreteren De student kan: verklaren hoe belangrijk informatie is voor een organisatie en waarom dit zo belangrijk is een marketinginformatiesysteem definiëren de onderdelen van een marketinginformatiesysteem bespreken het verschil tussen diverse onderzoeksmethoden verklaren de stappen van een marktonderzoeksproces beschrijven meerdere methoden onderscheiden om informatie te verzamelen de verschillen reproduceren tussen verschillende (soorten) onderzoeksbureaus een marketingomgeving (intern en extern) analyseren de elementaire verschillen tussen goederen en diensten verklaren het goederen-dienstencontinuüm reproduceren uitleggen welke rol marketing speelt in een strategische planning een SWOT-analyse opstellen een confrontatiematrix opstellen het duale klantbegrip in de mediawereld (consument en adverteerder) beschrijven, concretiseren en in praktijk brengen Leerdoelen bij eindkwalificatie 3: De student kan: de product-/marktontwikkelingsmatrix van Ansoff interpreteren de drie productniveaus onderscheiden en verklaren de typen consumentenproducten benoemen en de bijbehorende marketingoverwegingen specificeren
Hoorcollege onderzoek Werkcolleges/practica onderzoek MOB: rapportage doelgroeponderzoek PGO
VGT SPSS-toets Moduulopdracht rapportage doelgroeponderzoek PGO - RI
Hoorcollege’s Marketing alg., SWOT, Marketingomgeving Moduulopdracht beg.: audit en SWOT PGO
VGT Moduulopdracht marketingplan PGO - RI
Hoorcollege STP, SWOT Moduulopdracht begeleiding PGO
VGT Moduulopdracht marketingplan PGO - RI
Alle hoorcolleges binnen dit moduul Moduulopdracht begeleiding: marketingplan PGO
VGT Moduulopdracht Marketingplan PGO - RI
12
het verschil verklaren tussen product (goed/dienst/belevenis), merk en assortiment de vier merkstrategieën onderscheiden en toepassen op praktijksituaties de productlevencyclus toepassen op producten (=goed/dienst/belevenis) de basisbegrippen rondom ‘branding’/merkgeving uiteenzetten de behoefte aan en ontwikkeling van nieuwe producten beschrijven de fasen van een innovatieproces of productontwikkelingsproces definiëren de aard en speciale kenmerken van dienstenmarketing beschrijven het goederen-dienstencontinuüm interpreteren benoemen welke extra aandachtpunten er zijn bij dienstenmarketing ten opzichte van goederenmarketing het ‘Gap-model’ of ‘ServQual-model’ van Parasaraman & Zeithaml verhelderen de factoren beschrijven die de kwaliteitsperceptie van diensten bepalen bespreken (inclusief de 10 kwaliteitsdimensies) de 3 extra P’s van de uitgebreide marketingmix (Personeel, Proces, Physieke omgeving) benoemen, beschrijven en in praktijk brengen de stappen Segmentatie – Targeting (Doelgroepbepaling) – Positionering (= STP) uitleggen en toepassen preciseren aan welke voorwaarden een marktsegment moet voldoen marktsegmentatievariabelen onderscheiden de verschillende segmentatiestrategieën of marktbenaderingsstrategieën onderscheiden het verschil uitleggen tussen een B2B-markt en een B2C-markt de belangrijkste criteria voor het segmenteren van een B2B-markt bespreken de belangrijkste criteria voor het segmenteren van een B2C-markt bespreken een positioneringsmatrix opstellen positioneringsdimensies bespreken de elementaire begrippen van marketing definiëren het marketingproces en het marketingmanagementproces uiteenzetten een marketingomgeving (intern en extern) analyseren
Leerdoelen bij eindkwalificatie 4: De student kan: de fasen van een strategische planning benoemen en onderscheiden de vier stappen van het strategische-planningsproces beschrijven uitleggen welke rol marketing speelt in een strategische planning de onderdelen van een marketingplan onderscheiden een marketingplan opstellen het marketingplanningsproces uiteenzetten het duale klantbegrip in de mediawereld (consument en adverteerder) beschrijven, concretiseren en in praktijk brengen de verschillende segmentatiestrategieën of marktbenaderingsstrategieën onderscheiden het verschil uitleggen tussen een B2B-markt en een B2C-markt becommentariëren wat het effect is van sociale media op de marketing van/bij
Hoorcolleges Alg. marketing, Marketingomgeving, STP, SWOT, online marketing, belevenismarketing Moduulopdracht begeleiding PGO PGO presenteren marketingplan
VGT Moduulopdracht marketingplan PGO RI
bedrijven en organisaties sociale media op juiste wijze in een marketingplan integreren
Leerdoelen bij eindkwalificatie 7: De student kan: een correcte presentatie schrijven, afstemmen op diverse doelgroepen en uitvoeren (=presenteren) De student kan: de klassieke marketingmix (4 P’s) benoemen en verklaren het duale klantbegrip in de mediawereld (consument en adverteerder) beschrijven, concretiseren en in praktijk brengen De student kan: definiëren wat consumentengedrag is beschrijven hoe consumenten reageren op prikkels vanuit bedrijven/organisaties verklaren welke factoren het consumentengedrag beïnvloeden benoemen welke soorten koopgedrag er zijn, zowel in B2C als in B2B de diverse kooprollen onderscheiden, zowel in de B2C als in de B2B reproduceren wat het besluitvormingsproces is van een koper beschrijven wat bij consumenten het adaptatieproces van nieuwe producten is Onderstaand een opsomming van de diverse leerdoelen behorend bij de marketingmix (de 4 /7P’s). De marketingmix is de toepassing om een concept, product of dienst op de markt te brengen. De student kan: (P van Promotie) de verschillende onderdelen van een promotiemix annex marketingcommunicatiemix onderscheiden, beschrijven en op een praktijksituatie toepassen de bestaande promotiemixstrategieën (push en pull) bespreken het gebruik van nieuwe media binnen de bestaande marketingcommunicatiemix plaatsen en becommentariëren de stappen om te komen tot effectieve marketingcommunicatie benoemen en verklaren de aard, functie en vormen van een boodschap verklaren een eenvoudig marketingcommunicatieplan opstellen met minstens de onderdelen ‘communicatiedoelgroep’, communicatiedoelstelling’, ‘boodschap’ en ‘communicatiekanalen’ De student kan: (P van Prijs) de begrippen ‘prijs’ en ‘budget’ verklaren en verhelderen wat de functie en het belang ervan is binnen een organisatie de belangrijkste factoren benoemen die van invloed zijn op een budget en op de prijs van een product, dienst of belevenis de verschillende prijszettingsstrategieën beschrijven en toepassen de prijselasticiteit van een product, dienst of belevenis berekenen
Hoorcolleges STP, Consumentenpsycho logie , CE, online marketing, belevenismarketing en klantenmanagement Moduulopdrachtbegeleiding: STP/4P’s Workshops managementvaardigheden PGO
VGT Moduulopdracht marketingplan PGO –RI
prijsdoelstellingen benoemen prijsdiscriminatie toepassen op een praktijksituatie beschrijven wat de voordelen zijn van budgetteren voor een organisatie de deelbudgetten identificeren die samen het totaalbudget vormen een totaalbudget opstellen en de deelbudgetten onderscheiden en berekenen een aantal gebudgetteerde financiële verslagen voorbereiden
De student kan: (P van Plaats) verhelderen waarom en hoe bedrijven distributiekanalen gebruiken beschrijven welke functies distributiekanalen hebben de soorten distributiekanalen onderscheiden horizontale en verticale marketingsystemen uitleggen benoemen wat kanaalontwerpbeslissingen en kanaalmanagementbeslissingen zijn preciseren wat de belangrijkste logistieke functies zijn de mate van distributieintensiteit onderscheiden en selecteren de distributieintensiteit toepassen op de verschillende typen consumentenproducten De student kan: (P van Product) de drie productniveaus onderscheiden en verklaren de typen consumentenproducten benoemen en de bijbehorende marketingoverwegingen specificeren het verschil verklaren tussen product (goed/dienst/belevenis), merk en assortiment de vier merkstrategieën onderscheiden en toepassen op praktijksituaties de productlevencyclus toepassen op producten (=goed/dienst/belevenis) de basisbegrippen rondom ‘branding’/merkgeving uiteenzetten de behoefte aan en ontwikkeling van nieuwe producten beschrijven de fasen van een innovatieproces of productontwikkelingsproces definiëren de aard en speciale kenmerken van dienstenmarketing beschrijven het goederen-dienstencontinuüm interpreteren benoemen welke extra aandachtpunten er zijn bij dienstenmarketing ten opzichte van goederenmarketing het ‘Gap-model’ of ‘ServQual-model’ van Parasaraman & Zeithaml verhelderen de factoren beschrijven die de kwaliteitsperceptie van diensten bepalen bespreken (inclusief de 10 kwaliteitsdimensies) de 3 extra P’s van de uitgebreide marketingmix (Personeel, Proces, Physieke omgeving) benoemen, beschrijven en in praktijk brengen De student kan: definiëren wat klanttevredenheid is de begrippen customer lifetime value’ en ‘share of wallet’ in praktijk brengen in een praktijksituatie het onderscheid weergeven tussen ‘waarde van de klant’ (klantwaarde) en ‘waarde voor de klant’ de waardeketen van Porter (value chain) beschrijven
Hoorcolleges STP, SWOT, CE, online marketing, belevenismarketing, klantenmanagement Moduulopdracht begeleiding: bepalen
VGT Moduulopdracht marketingplan PGO – RI
het belang verklaren van total quality management bij het opbouwen van winstgevende klantrelaties uitleggen hoe belangrijk het is om zowel bestaande klanten te houden als nieuwe te werven de waarde van CRM bespreken
doelstellingen marketingplan en formuleren nieuwe STP/4P’s PGO
De student kan: basisbegrippen op het gebied van online marketing definiëren het belang verklaren van een sitemap, conversie optimalisatie, linkbuilding, landingpage, title tag en sociale media becommentariëren wat het effect is van sociale media op de marketing van/bij bedrijven en organisaties sociale media op juiste wijze in een marketingplan integreren De student kan: de verschillende onderdelen van een promotiemix annex marketingcommunicatiemix onderscheiden, beschrijven en op een praktijksituatie toepassen de bestaande promotiemixstrategieën (push en pull) bespreken het gebruik van nieuwe media binnen de bestaande marketingcommunicatiemix plaatsen en becommentariëren de stappen om te komen tot effectieve marketingcommunicatie benoemen en verklaren de aard, functie en vormen van een boodschap verklaren een eenvoudig marketingcommunicatieplan opstellen met minstens de onderdelen ‘communicatiedoelgroep’, communicatiedoelstelling’, ‘boodschap’ en ‘communicatiekanalen’ het proces van persoonlijke verkoop beschrijven strategieën, structuur en functies bij verkooporganisaties of –afdelingen benoemen enkele verkooptechnieken toepassen Leerdoelen bij eindkwalificatie 9: De student kan uitleggen wat de verschillende presentatiedoelen zijn: informatief, overtuigend en/of amuserend; De student kan uitleggen hoe de opbouw van een presentatie er uitziet; De student kan een correcte presentatie schrijven, afstemmen op diverse doelgroepen en uitvoeren; De student heeft inzicht in hoe non-verbaal gedrag een presentatie ondersteunt of kan afbreken; De student kan zijn/haar eigen presentatiegedrag analyseren; De student kan zijn/haar eigen non-verbale gedrag (waar nodig) bijsturen; De student kan op de juiste wijze gebruik maken van audiovisuele hulpmiddelen; De student kan op een positieve manier zijn/haar medestudent evaluatieve feedback geven, zowel in de trainingssessie als in de voorbereidingssituatie. De student kan een marketingplan presenteren voor een groep mensen
Hoorcollege Managementvaardig heden: Presenteren Werkcolleges Presenteren PGO – presenteren marketingplan
Eindpresentatie Managementvaardigheden PGO-RI
Media Operations Wyb de Boer Moduul 1 t/m 4
PGO Man. Vaardigheden LBAV LBMU LBPR LBNM
25% 23% 13% 13% 13% 13%
De student kan: definiëren wat klanttevredenheid is de begrippen customer lifetime value’ en ‘share of wallet’ in praktijk brengen in een praktijksituatie het onderscheid weergeven tussen ‘waarde van de klant’ (klantwaarde) en ‘waarde voor de klant’ de waardeketen van Porter (value chain) beschrijven het belang verklaren van total quality management bij het opbouwen van winstgevende klantrelaties uitleggen hoe belangrijk het is om zowel bestaande klanten te houden als nieuwe te werven de waarde van CRM bespreken becommentariëren wat het effect is van sociale media op de marketing van/bij bedrijven en organisaties sociale media op juiste wijze in een marketingplan integreren
Hoorcollege klantenmanagement Moduulopdracht begeleiding PGO
VGT PGO - RI
Leerdoelen bij eindkwalificatie 1: Informatie verzamelen: Je kent, zoekt, vindt en gebruikt, past toe, allerlei verschillende informatiebronnen (schriftelijk, mondeling, digitaal etc.). Je doet dit op een systematische en efficiënte manier. Je kunt uit de hoeveelheid informatie datgene selecteren, onderscheiden wat relevant en zinvol is. Bij het zoeken van de informatie houd je steeds voor ogen wat de doelstelling is.
College journalistiek
Eindopdrachten Leerbedrijf
Leerdoelen bij eindkwalificatie 2: Print Je hebt een beginnend inzicht in het ontwikkelen (deels) en invullen, uitvoeren en dus toepassen van een bladformule, rekening houdend met de doelgroep;
Werkcolleges
Eindopdrachten Leerbedrijf
Werkcolleges
Eindopdrachten Leerbedrijf
Audiovisueel je hebt een beginnend inzicht in het opstellen, voorstellen, van een televisie item en het daarbij behorende productieproces; Nieuwe Media je hebt een beginnend inzicht in het opstellen, voorstellen, van een functioneel ontwerp; Je hebt een beginnend inzicht in het uitvoeren van een functioneel ontwerp Leerdoelen bij eindkwalificatie 3: Bedenken: Je bedenkt oplossingen voor bepaalde zaken of problemen. Je kunt problemen/vragen van verschillende kanten bekijken. Je komt met nieuwe interpretaties en bedenkt alternatieven of verschillende oplossingen. Je bedenkt nieuwe ideeën of voorstellen.
12
Print Het gebruiken van het inzicht in de ontwikkeling (thema en invalshoek kiezen), invulling (schrijven en beeld maken) en productie van (een deel van) een bestaand blad, rekening houdend met de doelgroep. Audiovisueel Het gebruiken van het inzicht in de productie van een audiovisueel product, zoals een TV Magazine rekening houdend met de doelgroep; Nieuwe Media Het gebruiken van het inzicht in de productie van een nieuwe mediaproduct, rekening houdend met de doelgroep; Leerdoelen bij eindkwalificatie 5: Plannen en organiseren: Je stelt duidelijke doelen en weet wat er moet gebeuren om het doel te bereiken en kan deze kennis toepassen: Je kan een actieplan maken waarin alle activiteiten/middelen/mensen etc. in een realistisch tijdpad worden geplaatst. Je stelt prioriteiten zowel voor jezelf als voor anderen. Je kan het actieplan in de praktijk brengen en als er hindernissen optreden, je plan bijstellen. Je stemt dit af met anderen (indien dat van toepassing is). Opstellen van projectplannen in alle sectoren Reflecteren: Je kunt je eigen ontwikkeling omschrijven en eigen ervaringen en leervragen onder woorden brengen. Je kunt aangeven wat goed gaat en wat minder goed gaat. Je kunt dit interpreteren en kunt aangeven welke consequenties dit heeft. Je staat open voor signalen en feedback van anderen. Zowel je eigen handelen als dat van anderen benader je op een respectvolle manier.
Projectplan schrijven, AV organiseren items, afspraken maken
Eindopdrachten leerbedrijf
Sjabloon met begeleidende tekst Sjabloon met begeleidende tekst en begeleiding on the job
Muziek je kan een productieplanning maken en toepassen en waarvan onderdeel is een begroting, contract en eenvoudig marketingplan Print een beginnend inzicht in het opstellen en uitvoeren, het toepassen van een projectplan; Audiovisueel een beginnend inzicht in het opstellen, het toepassen van een televisie item en het daarbij behorende productieproces; een beginnend inzicht in het uitvoeren, het in praktijk brengen van een televisie item en het daarbij behorende productieproces; Leerdoelen tav bedrijfs- of organisatieprocessen inrichten, beheersen, verbeteren: Je kan beschrijven en verklaren wat operations management is en welke plaats het heeft binnen een organisatie Je kan beschrijven en verklaren wat process design is en hoe dit is gelinked aan de performance objectives Je kan beschrijven en verklaren wat de rol en het belang van leveranciers voor een
PGO
Huiswerk Participatie Progresstest
-
organisatie Je kan beschrijven en verklaren wat planning & control is Je kan beschrijven en verklaren wat Riskmanagement is Je kan beschrijven en verklaren wat Jobdesign is Methodisch werken: Je pakt problemen en opdrachten gestructureerd aan door het toepassen van een van tevoren gemaakt plan of gekozen methode of werkwijze. Je controleert steeds of de methode/werkwijze nog toepasselijk is en functioneel blijft. Je kunt een logische volgorde van werken toepassen en rondt eerst een onderwerp af voordat je naar een volgend overgaat.
Muziek je kan de partijen die betrokken zijn bij een cd-productie en promotie in kaart brengen, verklaren of schematiseren je kan de verschillende fasen waaruit een geluidsopname bestaat herkennen en kan het primaire proces van een geluidsstudio beschrijven je kan de verschillende functies en bijbehorende taken van mensen die betrokken zijn bij het primaire proces van een professionele geluidsstudio onderscheiden; je kan het vakjargon binnen de professionele geluidsstudio definiëren; je kan de gangbare muziekinstrumenten onderscheiden; je kan de basisbeginselen Pro Tools toepassen; je hebt inzicht in techniek voor een productie (geluidsstudio) en kan deze beschrijven; je hebt overzicht op het totale productie proces en kan deze beschrijven; je kan de basis van het opmaakprogramma InDesign toepassen; Print je kan de basisprincipes van lithografie en fc-drukwerk beschrijven; je hebt inzicht in lay-out en vormgeving van een printmediaproduct, rekening houdend met de doelgroep en kan deze beschrijven; Je kan beschrijven en verklaren wat operations management is en welke plaats het heeft binnen een organisatie Je kan beschrijven en verklaren wat process design is en hoe dit is gelinked aan de performance objectives Je kan beschrijven en verklaren wat de rol en het belang van leveranciers voor een organisatie Je kan beschrijven en verklaren wat planning & control is Je kan beschrijven en verklaren wat Riskmanagement is Je kan beschrijven en verklaren wat Jobdesign is Audiovisueel je hebt een beginnend inzicht in het maken van een televisie item en het daarbij behorende productieproces en kan dit in de praktijk brengen; je kan de kennis van de werking van een digitale (video)camera beschrijven; je hebt kennis van de basis van het gebruikte digitale montageprogramma en zijn
Begeleiding en instructies
Eindopdrachten leerbedrijf
Instructies in het moduulboek Workshop Introductiecollege Studioguide Workshop
Eindopdrachten leerbedrijf
Werkcolleges en instructies
Werkcollege leerbedrijf Learning by doing
-
-
algemene opbouw en structuur en kan deze toepassen; je hebt kennis van de basisprincipes van het vertellen in beeld en geluid en kan deze toepassen; je hebt inzicht in de belangrijkste facetten van het maken van een televisie-uitzending en kan deze onderscheiden; je hebt een beginnend inzicht in het maken van een redactieverslag, scenario, storyboard, opname, montage- en uitzenddraaiboek, shotlist en in het gebruik van callsheets en kan dit in de praktijk brengen; je hebt de kennis om eenvoudige opnames en montages in de praktijk te brengen met behulp van Final Cut Pro.
Nieuwe Media je hebt inzicht in de productie van een nieuwe mediaconcept, rekening houdend met de doelgroep en kan dit in de praktijk brengen; je hebt inzicht in de begroting van kleinschalige nieuwe media projecten en producten; je hebt inzicht in online/internet marketing; je kan de kennis over het ontwerpen van een flowchart voor een nieuwe media concept in de praktijk brengen; je kan de kennis om een representatief nieuwe media concept te maken, toepassen, met gebruikmaking van tekst, afbeeldingen, tabellen, video en hyperlinks. je hebt kennis om bestanden te kopiëren, te hernoemen, te verplaatsen of te verwijderen en een overzichtelijke folderstructuur op te zetten, deze kennis toepassen; je hebt kennis van de basis van Nieuw Media software (Photoshop en Illustrator) en ben je in staat om met behulp van dit programma een nieuwe media concept te ontwerpen, de kennis toepassen. je hebt basiskennis van Adobe Photoshop en kunt toepassen; je kan de kennis toepassen om een representatief nieuwe media concept, te maken met tekst, afbeeldingen, tabellen, video en hyperlinks; je kan je keuzes met betrekking tot vorm, kleur en typografie onderbouwen of verklaren; je hebt inzicht in de vormgeving van een multimediaproduct, rekening houdend met de doelgroep en kan dit toepassen. Groepsdynamica in MOPS: De student kan aangeven welke invloed een manager heeft om een productieve werkomgeving te creëren. Aanpassen: Je kan in nieuwe situaties of omstandigheden van rol of perspectief wisselen. Dat betekent dat je wat anders doet dan je gewend of van plan was. Je verandert soepel van taak, rol en inzicht maar doet dat met behoud van persoonlijke identiteit en kwaliteit. Je staat open voor andere waarden en normen. Je houdt rekening met andermans gevoelens en ideeën. Je reageert daar positief op. (p. 50)
Werkcollege leerbedrijf Instructies
Managementvaardigheden workshops en huiswerk
Huiswerk en participatie
Managementvaardigheden workshops en huiswerk Learning by doing
Huiswerk en participatie
Audiovisueel je krijgt een beginnend inzicht in het uitvoeren van een televisie item en het daarbij behorende productieproces en kan deze kennis toepassen.
Werkcolleges en instructies Learning by doing
Eindopdrachten leerbedrijf
Moduulboek Instructies
Eindopdrachten leerbedrijf
Managementvaardigheden workshops en thuisopdrachten Learning by doing Leerbedrijfopdrachten Feedback
Huiswerk en participatie Evaluaties LB Eindopdrachten leerbedrijf
Muziek je kan contact met artiesten / omgang met muzikanten in praktijk brengen. Leerdoelen bij eindkwalificatie 7: Muziek – je ken de basisfuncties van de muziekmarketing (online) en kan deze toepassen. Leerdoelen bij eindkwalificatie 9: Coachen Je kunt het volgende in de praktijk brengen: Je kunt anderen stimuleren bij het behalen van hun doelen of anderen helpen om obstakels die zij daarbij zijn tegengekomen te overwinnen. Je doet dit als een evenwaardige gesprekspartner. Je stelt open vragen. Je helpt anderen hun doel te bepalen en houdt steeds het doel van anderen voor ogen. Je toont vertrouwen in anderen. Je geeft feedback en kunt specifieke verbeterpunten van de ander benoemen. Samenwerken Je kunt het volgende in de praktijk brengen: Je levert, samen met anderen, een actieve bijdrage om gezamenlijke doelen te behalen. Je bevordert daarbij ook de benodigde communicatie. Dit kan door het tonen van interesse voor de ideeën van anderen. Je betrekt anderen in je oordeelsvorming. Je bent actief in de groep door mee te denken en met bijdragen en voorstellen te komen waarbij er geen persoonlijk belang speelt. Schriftelijk presenteren Je kunt de volgende zaken in de praktijk brengen: Je kunt je ideeën/meningen etc. op overtuigende wijze schriftelijk presenteren. Je past de taalvorm aan bij de doelgroep en schrijft in goed en helder ABN. De spelling en zinsbouw zijn correct en ook de opbouw van de tekst is goed en logisch. Je schrijft kort en krachtig. Je hebt kennis van moderne communicatiemiddelen en kunt deze op gepaste wijze inzetten. Mondeling presenteren Je kunt de volgende zaken in de praktijk brengen: Je kunt je ideeën/meningen etc. op overtuigende wijze mondeling presenteren. Je spreekt duidelijk, foutloos en aantrekkelijk. Er zit lijn in je verhaal en je weet de stof goed te brengen. Bij een presentatie maak je gebruik van ondersteunend materiaal zoals een beamer, bord etc. Je hebt een actieve luisterhouding. In een gesprek of vergadering weet je je goed uit te drukken; je kunt datgene wat je wilt zeggen duidelijk en helder overbrengen. Je zorgt dat je boodschap aansluit bij de doelgroep.
Print je hebt een beginnend inzicht in het opstellen en uitvoeren van een projectplan en kan dit toepassen.
Sjabloon en begeleidende tekst, instructies
Audiovisueel je hebt een beginnend inzicht in het opstellen van een televisie item en het daarbij behorende productieproces en kan dit toepassen.
Werkcolleges en instructies
Samenwerken Je kunt het volgende in de praktijk brengen: Je levert, samen met anderen, een actieve bijdrage om gezamenlijke doelen te behalen. Je bevordert daarbij ook de benodigde communicatie. Dit kan door het tonen van interesse voor de ideeën van anderen. Je betrekt anderen in je oordeelsvorming. Je bent actief in de groep door mee te denken en met bijdragen en voorstellen te komen waarbij er geen persoonlijk belang spelt:
Eindopdrachten LB, evaluaties LB
Muziek praktijkopdracht Introductiecollege, Learning by doing
Muziek je kan contact onderhouden, concretiseren, met artiesten / omgaan met muzikanten Leerdoelen bij eindkwalificatie 10: Coachen Je kan het volgende in de praktijk brengen : Je kunt anderen stimuleren bij het behalen van hun doelen of anderen helpen om obstakels die zij daarbij zijn tegengekomen te overwinnen. Je doet dit als een evenwaardige gesprekspartner. Je stelt open vragen. Je helpt anderen hun doel te bepalen en houdt steeds het doel van anderen voor ogen. Je toont vertrouwen in anderen. Je geeft feedback en kunt specifieke verbeterpunten van de ander benoemen. Reflecteren Je kan het volgende in de praktijk brengen: Je kunt je eigen ontwikkeling omschrijven en eigen ervaringen en leervragen onder woorden brengen. Je kunt aangeven wat goed gaat en wat minder goed gaat. Je kunt dit interpreteren en kunt aangeven welke consequenties dit heeft. Je staat open voor signalen en feedback van anderen. Zowel je eigen handelen als dat van anderen benader je op een respectvolle manier. Zelfmanagementdoelstellingen: Je kan het volgende in de praktijk brengen: Je bent in staat een beeld te geven van de diverse functies die een manager moet vervullen
Managementvaardigheden workshops en huiswerk Learning by doing Thuisopdrachten
Huiswerk en participatie Participatie in LB, evaluaties LB
-
Je krijgt inzicht in de manier waarop jij zelfstandig werkt. Je krijgt inzicht in de factoren die jou motiveren. Je kunt het begrip zelfdiscipline uitleggen. Je kunt aangeven hoe jij je zelfdiscipline kunt verbeteren. Je kunt stress herkennen. Je leert stress te voorkomen. Je kunt aangeven wanneer en in welke mate je stressgevoelig bent en welke uitwerking dit op je werk heeft. Je kunt aangeven welke invloed jij als manager hebt om een productieve werkomgeving te creëren. Je kunt op een effectieve wijze je tijd inzetten. Je krijgt inzicht in de factoren waarin jij het meest productief kunt werken. Je wordt je bewust van de invloed van een individu op groepsprocessen en de rol van een manager daarbij. Je kunt de theorieën over groepsprocessen toepassen op je eigen handelen binnen de groep. Je kunt bepalen wat productief werken is wanneer je binnen een teamverband aan het samenwerken bent.
Leerdoelen bij eindkwalificatie 11: AV je hebt kennis van de basisprincipes van het vertellen in beeld en geluid en kan dit toepassen.
Werkcolleges, AV opdrachten
Eindopdrachten leerbedrijf
PGO
Eindopdrachten LB, huiswerk, Progresstest
Muziek je leert kritisch luisteren naar geluid en kan dit verhelderen. Leerdoelen bij eindkwalificatie 12: De PGO taken zijn zo geschreven dat de theorie herkenbaar is in de opdrachten die je maakt voor het leerbedrijf. De theorie stelt je in staat om een bredere toepassing te geven aan praktijkopdrachten. Het stelt je in staat om abstract te denken en om problemen en nieuwe situaties die je in je verdere studie en in je stage tegenkomt, te herkennen en aan te pakken. Het vergt wel van je dat je de theorie doorgrondt en dat je ook zelf vanuit de theorie nadenkt over praktijksituaties en –toepassingen. Bedenken Je kan het volgende in de praktijk brengen: Je kan oplossingen voor bepaalde zaken of problemen bedenken. Je kunt problemen/vragen van verschillende kanten bekijken. Je komt met nieuwe interpretaties en bedenkt alternatieven of verschillende oplossingen. Je bedenkt nieuwe ideeën of voorstellen. Als je geconfronteerd wordt met nieuwe situaties ben je in staat om deze te analyseren en
Werkcolleges, Muziek opdrachten PGO, Learning by doing, Leerbedrijfopdrachten Managementvaardigheden workshops en huiswerk: Time en stress
PGO participatie, Eindopdrachten LB, evaluaties LB Participatie en huiswerk
alternatieve oplossingen of oplossingsrichtingen aan te dragen: Je begrijpt welke communicatieve vaardigheden er nodig zijn om een effectief gesprek te voeren. Zelfmanagement
Groepsgesprek 1 Groepsgesprek 2 Individueel gesprek SSW
nvt
Leerdoelen bij eindkwalificatie 10: kennismaken met de opleiding bespreken van je eigen visie ten aanzien van studeren, de opleiding en het werkveld bespreken van leerpunten in je functioneren als student oefenen met het evalueren op je leerproces, het formuleren van inzichten en opstellen van leerdoelen en ontwikkelingsplannen bijhouden van en ‘grip’ krijgen op je studievoortgang
Gesprekken en schriftelijke opdrachten/formulie ren.
Participatietoets (inspanningsver plichting)
Engels 1
Emailassignment Trend presentation
80% 20%
Learninggoals final qualification 9: After successful completion of this module, the student should be able to do the following at IELTS 6.5/CEFR C1 level in English: write effective and appropriate email messages with a minimum of disturbing grammatical errors in any common business situation make effective short individual business presentations
Werkcollege en hoorcollege
Presentatie- en participatietoets Schrijfopdracht
Level 1.1 Level 2.2
100% 100%
Alle leerdoelen genoemd bij de reguliere modulen
PGO
voortgangstoets
Alastair Wright Moduul 1 t/m 4
Progresstoets jaar 1
3
3
Hilda Elzinga Moduul 1 t/m 4
Herkansingsregeling Modulen Onderstaande herkansingsregeling is van toepassing op alle reguliere modulen: Een module waar een onvoldoende voor is gescoord kan eenmaal herkanst worden. Deze herkansingsmogelijkheid bestaat voor maximaal twee modules gedurende een opleidingsjaar. De herkansing van een module bestaat uit het herkansen van maximaal twee onvoldoende gescoorde moduulonderdelen in geval van een module 12 of 15 EC of maximaal 1 moduulonderdeel voor een module van 3 EC. Indien het niet mogelijk is om met het herkansen van twee moduulonderdelen (voor een module van 12 of 15 EC, respectievelijk 1 moduulonderdeel voor een module van 3EC) een voldoende moduulresultaat te halen, vervalt de mogelijkheid van herkansen van de betreffende module. Een herkansing van een moduulonderdeel omvat altijd het gehele moduulonderdeel. De herkansing wordt verleend door de moduulcoördinator, binnen vier weken na de datum waarop de definitieve uitslag van de module bekend is gemaakt, indien deze daartoe een schriftelijk verzoek heeft ontvangen van de student, die een onvoldoende voor de module heeft behaald. Verzoeken ontvangen na de periode van vier weken worden niet in behandeling genomen, noch door de moduul coördinator, noch door de examencommissie. De te herkansen opdracht dient binnen uiterlijk 6 weken na verstrekking ingeleverd te worden. De opdrachten die later worden ingediend, worden niet meer beoordeeld.
Zowel de hard copy als de digitale versie van de opdrachten dienen op tijd conform de informatie in het moduulboek ingeleverd te worden. Bij te laat inleveren wordt de opdracht niet meer nagekeken. In het geval van overmacht kan de examencommissie schriftelijk worden benaderd.