Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Bergs Advies B.V. Dorpstraat 55 6095 AG Baexem Telefoon Fax E-mail Internet

(0475) 49 44 07 (0475) 49 23 63 [email protected] www.bergsadvies.nl

Rabobank 14.42.17.414 K.v.K. Roermond nr. 12065400 BTW nr. NL817604844B01

Afbeelding voorblad hier invoegen! Bij invoegen cursor boven tekst plaatsen of gehele tekst verwijderen

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Paardekopweg 16 te Deurne

Bijlage aanvraag omgevingsvergunning Paardekopweg 16a, Deurne

Inrichtinghouder:

M. Bankers Paardekopweg 16a 5754 PZ Deurne

Adres inrichting:

Paardekopweg 16a 5754 PZ Deurne

Opgesteld door:

Bergs Advies B.V. M.M.W.J. Verscharen

Datum:

Klik hier als u een datum wilt invoeren.


Inhoudsopgave 1.

Algemene gegevens

2.

Gegevens diersoorten

3.

Geluid

4.

Geurberekening(en) (V-stacks V2010) - Aangevraagde situatie

5.

Fijn stof - Niet in betekendende mate (NIBM)

6.

Depositieberekening(en) (Aagro-stacks)

7.Uitgangspunten verspreidingsberekeningen - Uitgangspunten berekeningen V-stacks/ ISL3a/ Aagro-stacks 7.

Beschrijving emissie-arm(e) stalsyste(e)m(en)

8.

Dimensioneringsplan(nen) Luchtwasser(s)

9.

Gegevens zuur opslagtank

10. Gegevens spuiwater opslagsilo 11. Checklist energieverbruik veehouderijen 12. Overige gegevens en/of opmerkingen - Verkeer, vervoer en mobiliteit


1.

Algemene gegevens

Beschrijf in het kort: - wat op het bedrijf zal veranderen t.o.v. de geldende vergunning; - welke stallen veranderen; - waarom de veranderingen moeten plaatsvinden; - de emissie-arme systemen (kort, bijv. door het noemen van het type stal/detailuitwerking zie bijlage);

Er is voor het bedrijf een vergunning (inclusief bouwdeel) verleend in 2012. Deze kan echter niet gerealiseerd worden vanwege financiële redenen. Vandaar dat er een vervangend plan is opgesteld. De volgende veranderingen zijn hiervan het gevolg. Stal 1,

Ten opzichte van de huidige situatie worden er 720 vleesvarkens gehouden in plaats van 560. Deze worden op een luchtwasser (BWL2008.08.V2) geplaatst. Er wordt gewerkt met een doorschuif systeem. Vleesvarkens worden tot 40 kg gehuisvest op 0.4m2, daarna worden ze gesplitst en gehuisvest op 0.8m2. De 200 gespeende biggen worden traditioneel gehuisvest.

Stal 2,

Dieraantallen blijven onveranderd, de gehele stal wordt op een luchtwasser (BWL 2008.08.V2) geplaatst.

Stal 3,

in stal 3a wordt teruggevallen op de traditionele huisvesting voor zeugen en opfokzeugen (reeds aanwezig op 01-01-2007). Er komen 54 opfokzeugen te vervallen, in deze afdeling worden 2x5 kraamzeugen gehuisvest. Deze afdeling wordt aangesloten op de luchtwasser van gebouw 2. Er worden 2x6 kraamzeugen gehuisvest in de huidige biggenafdeling. Hier blijft het systeem dat aanwezig was op 1-1-2007 gehandhaafd, ook de emissie en het vloeroppervlak blijft hier ongewijzigd. Hierdoor komen er 166 gespeende biggen te vervallen.

Stal 4,

ongewijzigd.

Stal 6,

Deze stal zal niet worden gerealiseerd, en komt in de aanvraag te vervallen.


2.

Gegevens diersoorten

Tabel: Situatie conform geldende vergunning(op 1-1-2007) (per stal/gebouw aangegeven)

Stal nr.

Diercategorie

Huisvestingssysteem (RAV- & BWLcode)

Aantal dieren

Oppervl. Ammoniak (kg/jr) Aantal per dierdierplaats plaatsen per m2 totaal dier

Geur (OUE/s)

per dier

totaal

Grenswaarde Ammoniak (kg/jr)

gr/dier per jaar

kg totaal per jaar

153

85,7

1,400

784,0

per dier

totaal

1

Vleesvarkens

D 3.1.1; BWL 2001.20

560

560

< 0,80

3,000

1.680,0

1

Gespeende biggen

D 1.1.100.1; traditioneel

200

200

< 0,35

0,600

120,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

2

Guste en dragende zeugen

D 1.3.100; traditioneel groepshuisvesting

183

183

4,200

768,6

18,70

3.422,1

175

32,0

2,600

475,8

2

Dekberen

D 2.100; traditioneel

2

2

5,500

11,0

18,70

37,4

180

0,4

5,500

11,0

3

Kraamzeugen

D 1.2.100; traditioneel

60

60

8,300

498,0

27,90

1.674,0

160

9,6

2,900

174,0

3

Gespeende biggen


480

480

0,600

288,0

7,80

3.744,0

74

35,5

0,230

110,4

3



42

42

4,200

176,4

18,70

785,4

175

7,4

2,600

109,2

3

Opfokzeugen

D 3.1.2.; BWL 2001.21

75

75

> 0,80

4,000

300,0

23,00

1.725,0

153

11,5

1,400

105,0

4

Gespeende biggen


200

200

< 0,35

0,600

120,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Gespeende biggen


200

200

> 0,35

0,750

150,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Vleesvarkens

D 3.1.1; BWL 2001.20

190

190

< 0,80

3,000

570,0

23,00

4.370,0

153

29,1

1,400

266,0

255,5 kg NH3

2.173,4

TOTAAL


< 0,35

kg NH3

23,00 12.880,0

Fijn stof (PM10)

4.682,0 Oue/s

kg 33.317,9 PM10

Tabel: Situatie conform geldende vergunning) (per stal/gebouw aangegeven)

Stal nr.

Diercategorie


Oppervl. Aantal Aantal per dierdierdieren plaats plaatsen m2

Ammoniak (kg/jr) per dier

Geur (OUE/s)

totaal 72,8

per dier

totaal

16,10

9.016,0

Fijn stof (PM10)

Grenswaarde Ammoniak (kg/jr)

gr/dier per jaar

kg totaal per jaar

99

55,4

1,400

per dier

totaal

1

Opfokzeugen

D 3.2.14.1.; BWL 2008.09.V2

560

560

< 0,80

0,130

784,0

1

Gespeende biggen

D 1.1.14.2; BWL 2008.09.V2

200

200

> 0,35

0,040

8,0

5,50

1.100,0

48

9,6

0,230

46,0

2



58

58

4,200

243,6

18,70

1.084,6

175

10,2

2,600

150,8

2


D 1.3.11; BWL 2008.09.V2

107

107

0,210

22,5

13,10

1.401,7

113

12,1

2,600

278,2

2

Dekberen

D 2.3; BWL 2008.09.V2

3

Kraamzeugen


3

Gespeende biggen

3

Opfokzeugen

4

2

2

0,280

0,6

16,10

32,2

117

0,2

0,280

0,6

60

60

8,300

498,0

27,90

1.674,0

160

9,6

2,900

174,0


480

480

< 0,35

0,600

288,0

7,80

3.744,0

74

35,5

0,230

110,4

D 3.100.2.; traditioneel

54

54

> 0,80

3,500

189,0

23,00

1.242,0

153

8,3

1,400

75,6

Gespeende biggen


200

200

< 0,35

0,600

120,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Gespeende biggen


200

200

> 0,35

0,750

150,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Vleesvarkens

D 3.1.1; BWL 2001.20

182

182

< 0,80

3,000

546,0

23,00

4.186,0

153

27,8

1,400

254,8

6


D 1.3.11; BWL 2008.09.V2

68

68

0,210

14,3

13,10

890,8

113

7,7

2,600

176,8

TOTAAL


kg NH3

2.152,7 Oue/s

kg 27.491,3 PM10

kg 206,0 NH3

2.143,2

Tabel: De aangevraagde situatie (per stal/gebouw aangegeven)

Stal nr.

Diercategorie


Aantal dieren

Oppervl. Ammoniak (kg/jr) Aantal per dierdierplaats plaatsen per m2 totaal dier

Geur (OUE/s) per dier

totaal

Fijn stof (PM10) gr/dier per jaar

kg totaal per jaar

Grenswaarde Ammoniak (kg/jr) per dier

totaal

1

Vleesvarkens

D 3.2.14.1; BWL 2008.08.V2

360

360

< 0,80

0,130

46,8

16,10

5.796,0

99

35,6

1,400

504,0

1

Vleesvarkens

D 3.2.14.1; BWL 2008.08.V2

360

360

< 0,80

0,130

46,8

16,10

5.796,0

99

35,6

1,400

504,0

1tr

Gespeende biggen


200

200

< 0,35

0,600

120,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

2


D 1.3.11; BWL 2008.08.V2

183

183

0,210

38,4

13,10

2.397,3

113

20,7

2,600

475,8

2

Dekberen

D 2.3; BWL 2008.08.V2

2

2

0,280

0,6

16,10

32,2

117

0,2

0,280

0,6

3

Kraamzeugen

D 1.2.15; BWL 2008.08.V2

10

10

0,420

4,2

19,50

195,0

104

1,0

2,900

29,0

3

Kraamzeugen


66

66

8,300

547,8

27,90

1.841,4

160

10,6

2,900

191,4

3

Kraamzeugen


8,300

99,6

27,90

334,8

160

1,9

2,900

34,8

3

Gespeende biggen


0,600

188,4

7,80

2.449,2

74

23,2

0,230

72,2

3


4,200

176,4

18,70

785,4

175

7,4

2,600

109,2

3

12

12

314

314


42

42

Opfokzeugen


16

16

> 0,80

3,500

56,0

23,00

368,0

153

2,4

1,400

22,4

4

Gespeende biggen


200

200

< 0,35

0,600

120,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Gespeende biggen


200

200

> 0,35

0,750

150,0

7,80

1.560,0

74

14,8

0,230

46,0

4

Opfokzeugen/vleesvarkens


190

190

< 0,80

2,500

475,0

23,00

4.370,0

153

29,1

1,400

266,0

5

Fokstieren en overig rundvee

A 7; traditioneel

70

70

9,500

665,0

0,00

0,0

170

11,9

9,500

665,0

224,1 kg NH3

3.012,4

TOTAAL


< 0,35

kg NH3

2.735,0 Oue/s

kg 29.045,3 PM10

3.

Geluid Akoestisch onderzoek is bijgevoegd (kenmerk: XXX)

Tabel: Omschrijving (belangrijkste) geluid-/trillingsbronnen binnen de inrichting Bronvermogen Lw [dB(A)]

Bedrijfs1 situatie

8

82

RBS

4

8

82

RBS

12

4

8

82

RBS

1 stuks

12

4

8

65

RBS

Vullen voersilo’s (vrachtauto)

3 / week

1

105

RBS

Lossen dieren (vrachtauto)

2 / week

1

93

RBS

Laden dieren (vrachtauto)

2 / week

1

93

RBS

Laden eieren (vrachtauto)

../week

95

RBS

Laden melk (vrachtauto)

../week

101

RBS

Laden drijfmest (vrachtauto/tractor)

8 / mnd

8

1

0.5

115

RBS

Piekafvoer drijfmest (vrachtauto/tractor)

10 / jaar

8

1

0.5

115

IBS

Laden vaste mest (vrachtauto/tractor/verreiker)

2/mnd

1

103

RBS

Piekafvoer vaste mest (vrachtauto/tractor/verreiker)

2/jaar

1

103

RBS/IBS

Vullen sleufsilo’s (vrachtauto/tractor)

../jaar

103

RBS

Lossen diesel (vrachtauto)

../jaar

100

RBS

Lossen propaan (vrachtauto)

../jaar

100

RBS

Lossen zwavelzuur (vrachtauto)

1 / jaar

1

100

RBS

Laden spuiwater (vrachtwagen)

1 / jaar

1

100

RBS

Overig (tractorvrachtauto) stro.

1/week

0.5

103

RBS

Overig (personen-, bestelauto)

2 / week

1

95

RBS

1 / dag

1

Geluid-/trillingsbron

Aantal

Ventilator Ø 400 mm.

.. stuks

12

4


17 stuks

12


.. stuks

Kadaverkoeling

Voeren rundvee

1

Aantal uren in bedrijf tussen: 07:00 19:00 23:00 19:00 23:00 07:00

Voor de incidentele bedrijfssituaties (IBS) wordt een beroep gedaan op de 12-dagen regeling.


Tabel: Verkeersbewegingen van en naar de inrichting Maximaal aantal per:

07:00 19:00

19:00 23:00

10

9

1

8

8

6

6

12

10

2

dag Personenauto Bestelauto 3

Vrachtauto (regulier)

Vrachtauto (incidenteel)

4

Aantal aan- en afvoerbewegingen tussen

week

maand

1

23:00 u 07:00 u

1

2

De kolom per dag dient te allen tijde te worden ingevuld, waarbij uitgegaan dient te worden van het maximaal aantal bewegingen die er op een dag kunnen plaatsvinden. Daarnaast kan ervoor gekozen worden om ook de kolom per week en/of per maand in te vullen. 3

Het aantal verkeersbewegingen dat aangegeven staat bij vrachtauto (regulier) is het aantal verkeersbewegingen van vrachtauto’s exclusief de piekafvoer van drijfmest. 4

Het aantal verkeersbewegingen dat aangegeven staat bij vrachtauto (incidenteel) is het aantal verkeersbewegingen van vrachtauto’s inclusief de piekafvoer van drijfmest. Voor de piekafvoer van drijfmest wordt de 12 dagen regeling aangevraagd.


4.

Geurberekening(en) (V-stacks V2010)

- Aangevraagde situatie Naam van de berekening: aanvraag 2, 2012 Gemaakt op: 26-11-2012 8:23:47 Rekentijd: 0:00:04 Naam van het bedrijf: Bankers-Derikx, Paardekopweg 16 te Deurne (aanvraag 2012) Berekende ruwheid: 0,12 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr.

BronID

X-coord.

Y-coord.

EP Hoogte

Gem.geb. hoogte EP Diam.

EP Uittr. snelh. E-Aanvraag

1

stal1 LW

188 089

386 060

3,0

3,6

2,05

1,87

11 592

2

stal1 TR

188 050

386 057

3,1

3,6

0,50

4,00

1 560

3

stal2

188 097

386 085

3,0

3,0

1,87

1,15

2 625

4

stal3

188 073

386 103

3,6

3,3

0,50

4,00

5 779

5

stal4

188 079

386 132

3,7

3,1

0,50

4,00

7 490

Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID

Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting

6

Paardekopweg 6

188 231

385 117

14,0

0,9

7

Paardekopweg 6a

188 238

385 101

14,0

0,8

8

Paardekopweg 10

188 196

385 314

14,0

1,2

9

Voorpeelweg 28

187 369

384 777

14,0

0,5

10

Paardekopweg 2

188 342

384 456

14,0

0,4

11

Halvemaanweg 28 186 562

385 554

14,0

0,4

12

Halvemaanweg 21 186 458

385 624

14,0

0,3

13

Veendijk 12

186 517

385 272

14,0

0,4

14

Beatrixstraat 3

185 237

385 173

1,0

0,1



5.

Fijn stof

- Niet in betekendende mate (NIBM) Fijnstof emissie Vanwege de aanwezigheid van dieren is een emissie van (fijn)stof te verwachten. De in de stal geproduceerde stof slaat ten dele neer in de stal zelf en een ander deel van de stof verlaat de stal samen met de ventilatielucht. In de vergunde situatie worden 1080 gespeende biggen, 750 vleesvarkens, 75 opfokzeugen, 225 guste en dragende zeugen, 2 dekberen, 60 kraamzeugen binnen de inrichting gehouden. Al deze dieren samen produceren 255.5 kg. PM10 per jaar. In de onderstaande tabel is de fijn stof emissie van de aangevraagde situatie in beeld gebracht. In vergelijking met de vergunde situatie daalt de fijn stof emissie in de aangevraagde situatie met 31.4 kg. PM10 per jaar. In de aanvraag wordt rekening gehouden met het besluit Niet in betekenende mate bijdrage (NIBM). Waarbij gerefereerd wordt naar de handreiking NIBM. Tabel: Fijn stof emissie aangevraagde situatie Stal nr.

Diercategorie


Fijn stof (PM10) Aantal dieren

gr/dier per jaar

kg totaal per jaar

1

Vleesvarkens

D 3.2.14.1; BWL 2008.08.V2

360

99

35,6

1

Vleesvarkens

D 3.2.14.1; BWL 2008.08.V2

360

99

35,6

Gespeende biggen


200

74

14,8

2


D 1.3.11; BWL 2008.08.V2

183

113

20,7

2

Dekberen

D 2.3; BWL 2008.08.V2

2

117

0,2

3

Kraamzeugen

D 1.2.15; BWL 2008.08.V2

10

104

1,0

3

Kraamzeugen


66

160

10,6

3

Kraamzeugen


3

Gespeende biggen


3



3

Opfokzeugen

4

Gespeende biggen

4 4 5

1tr

12

160

1,9

314

74

23,2

42

175

7,4


16

153

2,4


200

74

14,8

Gespeende biggen


200

74

14,8

Opfokzeugen


190

153

29,1

Fokstieren en overig rundvee

A 7; traditioneel

70

170

11,9

kg PM10

224,1

TOTAAL

Besluit NIBM Als sprake is van een beperkte toename van de luchtverontreiniging die niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie PM10 in de buitenlucht (NIBM), hoeft een project niet langer meer getoetst te worden. Dit volgt uit artikel 5.16, lid 1, sub c, van de Wet milieubeheer. Het Besluit NIBM legt vast wat geldt als niet in betekenende mate bijdragen. Na inwerkingtreding van het NSL op 1 augustus 2009, is de definitie van NIBM 3 3% van de grenswaarde, dat is 1,2 μg/m (artikel 2, lid 1, Besluit NIBM in samenhang met Bijlage 1A van de Regeling NIBM). Regeling NIBM In de Regeling niet in betekenende bijdragen is een lijst met categorieën van projecten opgenomen die NIBM bijdragen aan de luchtverontreiniging. Ook een aantal landbouwbedrijven zijn hierin opgenomen. Zo zijn alle akkerbouwbedrijven, witloftrek of teelt van eetbare paddestoelen in een gebouw, kinderboerderijen en onverwarmde glastuinbouwbedrijven aangemerkt als projecten die NIBM bijdragen. Voor verwarmde glastuinbouw geldt voor een oprichting of bij uitbreiding van een bestaand bedrijf een grens van 2 ha aan permanente en verwarmde opstanden van glas of kunststof. Een reeds opgericht en vergund glastuinbouwbedrijf met bijvoorbeeld 3 ha aan glasopstand kan dus met 2 ha uitbreiden en is dan nog NIBM.


Overigens gaat het bij glastuinbouw niet om fijn stof als kritieke stof maar om stikstofdioxide (NO 2). Meer informatie over NIBM en specifieke voorbeelden zijn te vinden in de Handreiking NIBM. Veehouderijen zijn niet opgenomen in de Regeling NIBM. Toch is het niet altijd noodzakelijk om met behulp van een berekening vast te stellen of er sprake is van NIBM. Dit kan ook gedaan worden met een motivering, bijvoorbeeld op basis van ervaring. Er zijn genoeg projecten die namelijk overduidelijk NIBM zijn en waar een berekening niets toevoegt aan de conclusie. Als hulpmiddel bij de motivering is een vuistregel opgesteld waarmee aangetoond kan worden dat een uitbreiding/oprichting NIBM is. Deze staan in de onderstaande tabel, die gebaseerd is op de 3% NIBM grens, dus van na de inwerkingtreding van het NSL. In de tabel kan bij de betreffende afstand de hoeveelheid emissie worden afgelezen waarmee een veehouderij nog kan uitbreiden om niet in betekende mate bij te dragen. Tabel: Niet in betekenende mate bijdrage Afstand tot te toetsen 70 m. 80 m. 90 m. 100 m. 120 m. 140 m. 160 m. plaats Totale emissie in gr./jaar 324.000 387.000 473.000 581.000 817.000 1.075.000 1.376.000 van uitbreiding/oprichting Totale emissie in kg./jaar 324 387 473 581 817 1.075 1.376 van uitbreiding/oprichting Bron: Handreiking fijn stof en veehouderijen. Getallen op basis van berekeningen met STACKS, versie 2008.

Conclusie Bij een afstand van een gevoelig object tot een emissiepunt is ruim 140 meter. Uit de afstandstabel blijkt dat er dan een toename van 1075 kg. PM10 per jaar mogelijk is. Door een afname van 31.4 kg. PM10 van fijnstof in de aanvraag kan geconcludeerd worden dat de uitbreiding NIBM bijdraagt.


6.

Depositieberekening(en) (Aagro-stacks)

De Natuurbeschermingswet vergunning is aangevraagd bij de Provincie Noord-Brabant.


7.Uitgangspunten verspreidingsberekeningen - Uitgangspunten berekeningen V-stacks/ ISL3a/ Aagro-stacks

Naam:

Stalnr.

Bankers-Derikx, Paardenkopweg 16 te Deurne, Aanvraag 2012

Dieraantallen

Diersoort

Ventilatie debiet/dier

1 LW

360 vleesvarkens 360 vleesvarkens _________ _________ _________ _________ * Geen ventilatiedebiet vastgesteld in V-Stacks Totaal ventilatiedebiet volgens handleiding V-stacks (m³/uur): Natuurlijke ventilatie Diameter (m)(standaard) Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

31,0 31,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Ventilatie debiet 11.160 11.160 0 0 0 0 22.320

0,50 0,40

Verspreid liggende ventilatoren, verticale uitstroming. Aantal ventilatoren: Doorsnede ventilatoren (m): Totale oppervlakte ventilatoren (m²): Berekende diameter (m): Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

n.v.t.

n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Horizontale uitstroming. Aantal ventilatoren: Doorsnede ventilatoren (m): Totale oppervlakte ventilatoren (m²): Berekende diameter (m): Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

x

n.v.t.


Centraal emissiepunt Ventilatoren

Uitstroomopening

Aantal ventilatoren: Doorsnede ventilatoren (m): Oppervlakte uitstroomopening (m²): Totale oppervlakte ventilatoren (m²): Berekende diameter (m): Ventilatiedebiet per ventilatortype (m³/uur): Ventilatiedebiet totaal (m³/uur): Luchtsnelheid (m/sec):


3,31 n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

2,05 n.v.t. n.v.t.

n.v.t.

1,87

Stalnr.

Dieraantallen

1 TR

Diersoort


200 gespeende biggen _________ _________ _________ _________ _________

12,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

Ventilatie debiet 2.400 0 0 0 0 0

* Geen ventilatiedebiet vastgesteld in V-Stacks Totaal ventilatiedebiet volgens handleiding V-stacks (m³/uur):

x

2.400

Natuurlijke ventilatie Diameter (m)(standaard)

0,50

Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

0,40

Verspreid liggende ventilatoren, verticale uitstroming. Aantal ventilatoren: Doorsnede ventilatoren (m):

1 0,50

Totale oppervlakte ventilatoren (m²): Berekende diameter (m): Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

0,20

0,00 0,50 4,00


n.v.t.



Uitstroomopening



n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

Stalnr.

Dieraantallen

2

Diersoort


2 dekberen* 183 guste en dragende zeugen 10 kraamzeugen _________ _________ _________

0,0 58,0 75,0 0,0 0,0 0,0

Ventilatie debiet 0 10.614 750 0 0 0


11.364

Natuurlijke ventilatie Diameter (m)(standaard) Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

0,50 0,40


n.v.t.



x

n.v.t.



Uitstroomopening



2,75 n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

1,87 n.v.t. n.v.t.

n.v.t.

1,15

Stalnr.

Dieraantallen

3

320 42 16 88

Diersoort


gespeende biggen guste en dragende zeugen opfokzeugen kraamzeugen _________ _________

12,0 58,0 31,0 75,0 0,0 0,0

Ventilatie debiet 3.840 2.436 496 6.600 0 0


13.372


x

0,50 0,40


10 0,50


2,16

0,00 0,50 4,00


n.v.t.



Uitstroomopening



n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

Stalnr.

Dieraantallen

4

Diersoort


200 gespeende biggen 200 gespeende biggen 190 opfokzeugen _________ _________ _________

12,0 12,0 31,0 0,0 0,0 0,0

Ventilatie debiet 2.400 2.400 5.890 0 0 0

* Geen ventilatiedebiet vastgesteld in V-Stacks Totaal ventilatiedebiet volgens handleiding V-stacks (m³/uur): Natuurlijke ventilatie Diameter (m)(standaard) Luchtsnelheid (m/sec.)(standaard)

x

10.690

0,50 0,40


6 0,50


1,18

0,00 0,50 4,00


n.v.t.



Uitstroomopening



n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

Stalnr.

Dieraantallen

5

Diersoort


70 Fokstieren/overig rundvee* _________ _________ _________ _________ _________

Ventilatie debiet

0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0

0 0 0 0 0 0


X

0


0,50 0,40


n.v.t.



n.v.t.



Uitstroomopening



n.v.t.

n.v.t. n.v.t.

n.v.t. n.v.t.


n.v.t.

n.v.t.

7.

Beschrijving emissie-arm(e) stalsyste(e)m(en)





8.

Dimensioneringsplan(nen) Luchtwasser(s)



9.

Gegevens zuur opslagtank


10.

Gegevens spuiwater opslagsilo



11.

Checklist energieverbruik veehouderijen

Toepassing stand der techniek varkenshouderijen Wordt de maatregel toegepast? Indien ja, in welke stallen* wordt de maatregel toegepast? Indien nee, wordt er aan het toepassingscriterium** ( T ) voldaan? * u kunt volstaan met een verwijzing naar het nummer of de letter waarmee de betreffende stal(len) op de plattegrondtekening, behorende bij de aanvraag, wordt aangeduid. ** informatie over toepassingscriteria vindt u in de publicatie "E11 Energie. Informatieblad Veehouderijen herziene versie (Infomil, Den Haag 2004). Deze publicatie is te downloaden op de site: www.infomil.nl.

Verlichting Wat is het geïnstalleerd vermogen (W / m²) ?: 0.6 Hoeveel uur per jaar is de verlichting in werking?:3000 vraag besparingsmaatregel ja* nee Welke van de onderstaande energiezuinige verlichtingstechnieken zijn / worden toegepast? 1 Natuurlijke dagintreding X T Bij nieuwbouw, renovatie of verwijdering asbest; Eventueel in combinatie met verschillende schakelgroepen en /of daglichtsensoren. 2 Aanwezigheidsdetectie X T Opslagruimtes en andere ruimtes die niet continue bemand zijn. 3 Centrale lichtschakelaar X T Verlichting dient apart van andere elektriciteitsvragers gevoed te worden om ongewenst uitschakelen van apparatuur te voorkomen 4 Schakelklok en schemerschakelaar buiten- en terreinverlichting X T Algemeen toepasbaar 5 Spaarlampen X T Vervanging van alle soorten gloeilampen 6 Wordt er gebruik gemaakt van HF-TL lampen met spiegeloptiekX armatuur T Als basisverlichting bij nieuwbouw in geval van > 2.000 branduren / jaar; Als vervanging bestaande verlichting bij geïnstalleerd vermogen vanaf 14 W / m². 7 Halveringsschakelaar of dimmer op biggenlampen X T Algemeen toepasbaar, besparingspotentieel sterk afhankelijk van feitelijke situatie 8 Anders namelijk … T 9 Geen

stallen 2,3

1-4

4

* indien een maatregel op dit moment nog niet toegepast is, dient u de termijn waarop u deze maatregel uiterlijk gaat toepassen te vermelden.

Isolatie vraag besparingsmaatregel Welke isolerende voorzieningen zijn / worden toegepast? 1 Ligvloerisolatie T Nieuwbouw of renovatie van dichte vloeren 1 Dak / plafondisolatie T Standaard bij nieuwbouw en renovatie, indien geen buitenklimaatstal; Buitenklimaatstal alleen isolatie tegen zoninstraling. 2 (Spouw)muurisolatie T Standaard bij nieuwbouw en renovatie, indien geen Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

ja*

nee

stallen

X

1-4

X

1-4

X

1-4

3 T 4 T 5

buitenklimaatstal. Isolatie van leidingen In onverwarmde ruimten en ruimten met warmteoverschot Anders, namelijk …

X

1-4

Geen


Ventilatie vraag besparingsmaatregel ja* nee Welke maatregelen met betrekking tot mechanische ventilatie zijn / worden toegepast? 1 Klimaatcomputer X T Bij mechanisch geventileerde stallen. 2 Regeling met meetwaaier en smoorunit X T Algemeen toepasbaar voor biggen- , kraam- en vleesvarkensafdelingen; Voor dragende zeugen is ventilator met handbediende diafragmaschuiven gangbaar. 3 Frequentieregeling X T Bij nieuwbouw of renovatie, mits: - centrale afzuiging met vergelijkbare ventilatievraag van de diverse afdelingen; - of per afdeling bij grote afdelingen. 4 Centrale afzuiging X T Bij nieuwbouw, indien centraal afgezogen lucht wordt gebruikt voor: - mestverdamping; - luchtwassing; Of bij verlegging emissiepunt stal. 5 Hybride ventilatie X T Lage luchtaanvoer en hoge afvoer vereist; Nieuwbouw, mogelijk bij renovatie 6 Ventilatiesysteem met ondergrondse luchtinlaat X T Bij nieuwbouw, afhankelijk van gekozen stalsysteem. 7 Automatisch geregelde natuurlijke ventilatie X T Bij nieuwbouw, mits mogelijke geureffecten acceptabel zijn in concrete situatie 8 Anders, namelijk … T 9 Geen

stallen 1-4 3+4

1-4

1+2


Verwarming Wat is het bouwjaar van het (de) stooktoestel(len)?: vraag besparingsmaatregel Welk type verwarming is / wordt toegepast? 1 Cv / vloerverwarming 2 Luchtverwarming 3 Stralingsverwarming Wat is de uitvoering van de stooktoestellen? 4 Conventioneel 5 VR 6 HR 7 VR / HR combinatie T Bij vervanging, retourtemperatuur is doorslaggevend voor gebruiksrendement. Zijn / worden er aanvullende maatregelen getroffen? Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

ja*

nee

stallen

X

1-4

X

1-4

8 T

9 T

9 T 10

Optimalisering en weersafhankelijke regeling verwarming Algemeen toepasbaar, besparing afhankelijk van: - huidige regeling; - klimaateisen; - optimale opstelling. Eigen cv-groep of –ketel voor afwijkende ruimtes Algemeen toepasbaar, besparing zeer sterk afhankelijk van: - afwijkende gebruikseisen ruimtes; - afwijkende klimaateisen ruimtes; - vloerverwarmingscircuit. Anders, namelijk …

X

X

Geen



12.

Overige gegevens en/of opmerkingen

- Verkeer, vervoer en mobiliteit In de aanvraag voor de omgevingsvergunning is het verplicht het hoofdstuk Verkeer, vervoer en mobiliteit in te vullen. In dit hoofdstuk zijn een aantal vragen opgenomen, die onmogelijk juist beantwoord kunnen worden. Het betreft de onderstaande vragen: 1. Hoeveel bezoekers komen per dag naar de inrichting? 2. Hoeveel kilometers worden per jaar door de verladers en uitbesteed vervoer gemaakt? 3. Hoeveel kilometers worden per jaar door eigen vervoerders gemaakt? 4. Heeft u parkeerplaatsen in de open lucht binnen uw inrichting? Leveranciers, afnemers, veeartsen, voorlichters en adviseurs hebben geen vaste bezoekdagen en bezoektijden, daarom is het onmogelijk een juist antwoord te geven op vraag 1. Het antwoord dat op deze vraag is gegeven, is een schatting van de worstcase situatie. In de worstcase situatie is de piekafvoer van drijfmest en aan- en afvoer van akkerbouwproducten buiten beschouwing gelaten, omdat dit incidentele activiteiten zijn binnen de inrichting. In de aanvraag zijn de vragen 2 en 3 met 0 km./jaar beantwoord, omdat het onmogelijk is deze vragen juist te beantwoorden. Daarom willen wij u verzoeken de antwoorden op deze vragen en de vragen zelf niet mee te nemen in de beoordeling en in de voorschriften die worden opgesteld bij het eventueel afgeven van de omgevingsvergunning. In de aanvraag is vraag 4 met nee beantwoord, omdat binnen de inrichting geen plekken specifiek zijn gemarkeerd als parkeerplaats. Voor bezoekers is er voldoende verharde ruimte op het erf om hun voertuig(en) te parkeren.


Bijlage aanvraag omgevingsvergunning

Recommend Documents