Bijlage 2 omgevingsvergunning
In opdracht van: Bervoets Bedaf b.v. Hoogeind 4 5111 EM Baarle Nassau Uitgevoerd door: ZLTO Advies Ir.A.C.H.M. Commissaris Senior Adviseur R.O.M.B Kantoor ‘s-Hertogenbosch Onderwijsboulevard 225 Postbus 100 5201 AC ‘s-Hertogenbosch Telefoon Telefax Email Internet
073-2173581 073-2173001
[email protected] www.zlto.nl
Datum: 27-09-2012/26 november 2012
1. Gegevens inrichting Hier de aard, indeling en uitvoering van de inrichting vermelden. (type bedrijfsvoering, bijv. varkensfokkerij, vleesvarkens-houderij, slachtkuikenhouderij, volle gronds tuinbouwbedrijf etc. Indeling volgens plattegrond. Met betrekking tot uitvoering een korte beschrijving van de hoofdkenmerken van de belangrijkste apparatuur/installaties/evt. bijzondere materialen/speciale uitvoeringen).
Varkenshouderij
Plaats waar de inrichting is of zal worden opgericht Naam inrichting
: Bervoets Bedaf b.v.
Adres
: Klein Bedaf 3
Postcode
: 5111 PH
Telefoon
: 013-5079842
Telefax:
013-5072008
Kadastrale ligging Contactpersoon
: Baarle-Nassau
Sectie:
R
Mobiel
: 06 – 50682397
Mail:
[email protected]
Plaats:
Baarle-Nassau Nr(s):
765,766
: De heer L.B.C.Bervoets
2. Gegevens verandering De inrichting betreft een varkensbedrijf voor het houden van zeugen, biggen, vleesvarkens en dekberen. De biggen worden binnen de inrichting gefokt en van andere bedrijven aangevoerd en worden op het bedrijf als vleesvarken gehouden of als opfokzeug. Op het bedrijf vinden de volgende hoofdactiviteiten plaats, die noodzakelijk zijn voor het houden van deze varkens: het fokken en mesten van varkens en het opfokken van biggen het aanvoeren en verstrekken van mengvoer; het opvangen, verzamelen en afvoeren van dierlijke mest en spuiwater luchtwassers; het toepassen van mechanische ventilatie t.b.v. luchtverversing in combinatie met het biologisch wassen van de lucht bij zeugenstallen en uitbreiding vleesvarkensstal; het gebruik van overige elektromotoren (o.a. voerinstallatie). Daarnaast beschikt initiatiefnemer over een vergunning. Op 15 april 2009 is een revisievergunning verleend voor een varkenshouderij in combinatie met een kleine tak rundveehouderij. Beschrijf in het kort wat op het bedrijf zal veranderen ten opzichte van de geldende vergunning(en). In de nieuwe situatie verandert de aard van de activiteiten niet, echter het bedrijf wordt uitgebreid middels nieuwbouw met zeugen, biggen en vleesvarkens in stal 5,8,9 en 2. Een deel van de bestaande stal 4, zal aangesloten worden op een gecombineerde luchtwasser met 85% reductie op ammoniak. Daarnaast worden binnen de bestaande stallen nog dieren verschoven. De BWL-nr’s van de toe te passen stalsystemen zijn weergegeven in de tabel onder hoofdstuk 30. De ligging van de stallen in de nieuwe situatie is afgebeeld in bijlage 1 (plattegrondtekeningen M01-M02).
ZLTO Advies
-2-
3. Bedrijfstijden (aankruisen) Maandag t/m vrijdag
Zaterdag
Zondag
07.00 - 19.00 uur
X
X
X
19.00 - 23.00 uur
X
incidenteel
incidenteel
23.00 - 07.00 uur
X
incidenteel
incidenteel
ventilatie en automatische processen zijn 24 uur per dag in werking. Zie ook akoestisch onderzoek.
4. Bestemming Onderhavige locatie is gelegen binnen het Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Baarle Nassau, hierin heeft de locatie een agrarisch bouwblok. Voor de beoogde uitbreiding is vergroting van het bouwblok noodzakelijk.
5. Omgeving van de inrichting Bos- c.q. natuurgebieden Afstand emissiepunt bedrijf tot zeer kwetsbaar gebied Afstand emissiepunt bedrijf tot staatsnatuurmonument Afstand emissiepunt bedrijf tot Natura2000 gebied
gebiedsnaam 2350
Meter Meter
Regte heide en riels laag
Milieubeschermingsgebied in grondwaterbeschermingsgebied gelegen in stiltegebied gelegen
>10 km Meter
Meter Meter
6. Wijze vaststellen milieubelasting De wijze van vaststelling van de milieubelasting vind plaats middels de ministeriële regelingen, zoals de Regeling ammoniak veehouderij, de Regeling geurhinder veehouderij en Emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, zoals deze jaarlijks door het ministerie van Infrastructuur en Milieu worden vastgesteld.
7. Ongewone voorvallen In deze inrichting doet zich geen ongewoon voorval voor of heeft zich een ongewoon voorval voorgedaan. Er doen zich dan ook geen nadelige gevolgen voor of dreigen te ontstaan voor het milieu. Voor dit onderdeel hoeft voor deze inrichting dan ook niet nader getoetst te worden.
ZLTO Advies
-3-
8. MER-(beoordelings)plicht Aantal dierplaatsen
Rav-code
Mesthoenders
E 3 t/m E 5
≥ 40.000
≥ 85.000
Hennen
E 1 en E 2
≥ 40.000
≥ 60.000
D3
≥ 2.000
≥ 3.000
D 1.2 en D 1.3
≥ 750*
≥ 900
D 1.1
≥ 2.700
n.v.t.
H 1 t/m H 3
≥ 5.000
n.v.t.
Voedsters
I 1 en I 2
≥ 1.000
n.v.t.
Melk-, kalf- en zoogkoeien
A 1 en A 2
≥ 200**
n.v.t.
A3
≥ 340
n.v.t.
A 4 t/m A 7
≥ 1.200
n.v.t.
Schapen en geiten
B1 en C 1 t/m C 3
≥ 2.000
n.v.t.
Paarden en pony’s
K 1 en K 3
≥ 100
n.v.t.
Struisvogels
L 1 t/m L 3
≥ 1.000
n.v.t.
Mestvarkens Zeugen Gespeende biggen Pelsdieren (per fokteven)
Vrouwelijk jongvee Vleesvee
MER beoordeling
MER rapportage
* inclusief opfokzeugen (D 3) ** met maximaal 140 stuks jongvee (A 3)
Ontstaat een bedrijf boven een MER drempelwaarde
ja
⇨ Betreft dit een uitbreiding door nieuwbouw boven een drempelwaarde MERrapportage
nee ⇩
Ontstaat een bedrijf boven de MERbeoordelingsplicht?
ja
⇨
MERrapportage
ja
⇨
MER beoordeling
nee ⇩ ja
⇨ Betreft dit een uitbreiding door nieuwbouw boven een drempelwaarde MERbeoordeling
nee
nee
⇩
⇩ N.V.T.
9. Milieuzorg
Grondstoffenverbruik
Mineralen boekhouding
afvalstoffen
Jaarlijkse afrekening
energieverbruik
Jaarlijkse afrekening
veebezetting
diertellingen, jaarrekening
N.v.t.
ZLTO Advies
-4-
10. Toekomstige ontwikkelingen
N.v.t.
11. Bodem Op grond van de Nederlandse Richtlijn Bodem (NRB) kunnen bij onderhavige inrichting de volgende activiteiten als bodembedreigend worden aangemerkt: • Opslag van mest en meststoffen; •
Opslag van diergeneesmiddelen;
•
Opslag van kadavers;
•
Opslag dieselolie;
•
Opslag reinigings- en ontsmettingsmiddelen in emballage
•
Opslag minerale oliën.
Globaal is de NRB-aanpak samen te vatten als ‘vloeistofdichte vloeren met een minimum aan gedragsvoorschriften’ of ‘kerende vloeren en/of lekbakken met een zwaar accent op de daarop toegesneden gedragsvoorschriften’. Over het algemeen wordt binnen het bedrijf aandacht geschonken aan incidentenmanagement om het risico tot verontreiniging van de bodem tot een minimum te beperken. Zo wordt personeel geïnstrueerd hoe ze moeten om gaan met bodembedreigende activiteiten. Over het algemeen kan gesteld worden dat met een doelmatige combinatie van maatregelen en voorzieningen een verwaarloosbaar bodemrisico wordt gerealiseerd met betrekking tot de voornoemde activiteiten. Volgens de Bodemrisico Checklist (BRCL) is de emissiescore van de voornoemde activiteiten. Naar analogie van de geschetste systematiek wordt het bodemrisico teruggedrongen worden tot eindemissiescore 1 door het toepassen van de volgende maatregelen: Opslag van mest en meststoffen De drijfmest afkomstig van de te houden dieren wordt opgeslagen in mestkelders onder de stallen. De vloeren en de wanden van de mestkelders onder de stallen zijn conform de eisen van de (H)BRM uitgevoerd. Opslag van diergeneesmiddelen Diergeneesmiddelen worden in de originele verpakking opgeslagen in een afsluitbare koelkast. Opslag van kadavers De kadavers worden opgeslagen op de vloeistofbestendige kadaverplaat dan wel in een vloeistofdichte kadaverton. Opslag van reinigings- en ontsmettingsmiddelen in emballage Reinigingsmiddelen worden in originele verpakkingen boven een lekbak opgeslagen in een daartoe bestemde opslagkast.
ZLTO Advies
-5-
Opslag dieselolie De dieselolie binnen de inrichting wordt opgeslagen in een bovengrondsetank welke is gesitueerd boven een vloeistofdichte lekbak. De tank is voorts uitgevoerd conform de bepalingen van de PGS-30. Hiermee wordt een verwaarloosbaar bodemrisico bewerkstelligd. Opslag van minerale oliën Olieproducten in emballage worden opgeslagen in een vloeistofdicht vat, welke is gesitueerd boven een vloeistofdichte lekbak.
ZLTO Advies
-6-
Bodembedreigende activiteit
omschrijving
Dieselopslag
Opslag in bovengrondse tank, vrij van grond
2
Opslag reinigingsmiddelen
Op- en overslag emballage vloeistoffen Op- en overslag emballage vloeistoffen Opslag in put/bassin
4
Opslag diergeneesmiddelen
Drijfmest
Olieproducten
1)
systeemontwerp/
beheermaatregelen
basisemissiescor e
aanleg/uitvoering
aandacht voor
Vloeistofdicht opvangvoorziening. Toepassing van lekbak en uitvoering conform PGS 30. Afleverinstallatie conform PGS 28. Kerende voorziening/opvangba k
CUR/PBV-44
4
4
bijzonder operationeel onderhoud
inspectie
toezicht
incidenten mangement
Conform PGS 28 en 30
Vulinstructie, visueel, detectie in tank
Algemene zorg
1
Speciale emballage
Visueel
Faciliteiten en personeel
1
Kerende voorziening/opvangba k
Speciale emballage
Visueel
Faciliteiten en personeel
1
Vloeistofdichte opvangvoorziening mestdichte mestkelders onder stal en in betonnen mestsilo conform Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins Kerende voorziening/lekbak
Hemelwater (silo’s zijn afgedekt met folie)
Visueel
Algemene zorg
1
Faciliteiten en personeel
1
(1)
Op- en 4 Speciale visueel overslag emballage emballage vloeistoffen inspectie van mestputten is moeilijk of niet uitvoerbaar, risicovol en zeker niet gebruikelijk. De NRB erkend dat niet visueel inpecteerbare
ZLTO Advies
eindemissi e score
(ondergrondse)
-7-
12. Brandveiligheid Brandblusmiddelen aanwezig?
Ja
Zie tekening
N.v.t.
13. Afvalwater
Afvalwaters troom 1
oppervlakte water m3/jr
bedrijfsafvalwater van huishoudelijke aard 2 percolaatwater en perssap veevoeders was- en spoelwater melkinstallatie s chrobwater varkens- of rundveestallen en uitloopruimten waswat er voertuigen veevoer was- en sc hrobwater pluimveestallen percolatiewater/ perssap s poelwater s ppuitwaapparat uur in wendig/uitwendig afspoelwater geoogst product (prei, waspeen, etc) terugspoelwat er ontijzeringsinstallatie hemelwat er erf hemelwat er dak s puiwater 9 totaal
openbaar riool m3 /jr
mes tkelder7 m 3/jr
bodem (p untlozing5 ) m3 /jr
bodem (diffuus 6) m 3/jr
anders nl m 3 /jr
totaal m3 /jr
vervu ilings waarde8
vervuiling totaal m 3/jr
10
1 60
0,021
3,3 6
0
0,016
0
0
0,047
0
100
1 00
0,068
6,8
50
50
0,012
0,6
0
0,015
0
0
0,077
0
0
0,012
0
0
0
0,016
0
0
0 0 0 1000 1310
0,001 1 0,001 0,001 0,021 0,308 1
0 0 0 21 31,76
1 50
0 0 0 0
1 50
0 150
0
0
0 1000 1010
Toelichting: 1 2. 3. 4. 5. 6.
U kunt ten aanzien van de afvalwaterstroom eveneens verwijzen naar het eerdergenoemd gebruikswater. Er wordt gerekend met 50 liter per in het bedrijf werkzame persoon per dag Totale oppervlak van daken en terreinen vermenigvuldigen met 0,8 (in NL. gem. 0,8 m3/ m2 per jaar). Indien volumestroommeting en/of bemonstering plaatsvindt wilt u dat dan in de laatste kolom aangeven. Een puntlozing heeft normaliter betrekking op een bezinkput of zaksloot Een diffuse lozing op de bodem houdt in dat het afvalwater wordt opgevangen in een aparte opvangvoorziening om vervolgens elders (buiten de inrichting) in de bodem te brengen, hiervoor is een ontheffing in het kader van het Lozingenbesluit bodembescherming vereist 7. Bij een lozing op de mestkelder wordt het afvalwater vermengd met dierlijke mest. De regels voor het opslaan en aanwenden van dierlijke mest zijn dan van toepassing 8. de niet in artikel 2 van het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009 opgenomen tabel aan afvalwaterstromen hebben een vervuilingswaarde van 0,021 per m3 9. spuiwater van de chemische-, biologische- en waterwasser is aan bijlage Aa van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet toegevoegd, waardoor het officieel aangewezen als meststof. Het spuiwater kan daarmee als meststof op het land worden gebracht
ZLTO advies
-8-
14. Afvalstoffen die in de inrichting ontstaan 14.1 Bedrijfsafvalstoffen Afvalstoffen
AfvoerFrequentie 1 x 2 wkn
Wijze van opslag zakken
Maximale Opslag 50 kg
Hoeveelheid per jaar 1300 kg
Inzamelaar/ Verwerker gemeente
1 x /26 wkn
gestapeld
250 kg
500 kg
erkend
1 x jaar
gestapeld
50 kg
250 kg
1 x 26 wkn
container
15 kg
15 kg
Oud ijzer inzamelaar erkend
variabel
kadaveropslag
200 kg
variabel
rendac
Huishoudelijk Papier Metaal Glas Schoon snoeihout Gft/groen-afval Kadavers 1 x jaar
gestapeld
150 kg
50 kg
Retour leverancier
Kunststoffen N.v.t.
14.2 Gevaarlijke afvalstoffen
Soort afval
AfvoerFrequentie
2 x jaar
Hoeveelheid p. jaar (kg, ton of stuks 100 liter
1 x jaar
20
Wijze van opslag
Max. Inzamelaar/ Opslag verwerker
vat
60 liter
erkend
In org. verpakking
20 st
gemeente
Opmerkingen
Nr 33
Afgewerkte olie Chemisch afval Tl buizen/spaarlamp N.v.t.
ZLTO advies
-9-
15. Lucht In de landbouwsector is voornamelijk de emissie van fijn stof bepalend voor de luchtkwaliteit op de omgeving. Emissies van de overige stoffen, waaraan volgens de Wet luchtkwaliteit getoetst moet worden, zijn verwaarloosbaar en voldoen aan de Wet luchtkwaliteit. Stikstofdioxide komt normaliter vrij bij grootschalige verbrandingsprocessen of vervoersbewegingen, hetgeen in onderhavige situatie niet het geval is. Dus wordt er alleen inzichtelijk gemaakt of de emissie van fijn stof voldoet aan de Wet luchtkwaliteit.
15.1 Fijn stof Hieronder is uiteengezet wat de emissie van onderhavig bedrijf is en of deze niet in betekende mate bijdraagt aan de totale emissie (NIBM). Wanneer dit het geval is, is een uitgebreide berekening niet meer noodzakelijk, conform de handleiding fijn stof. Totaal kg fijn stof /jaar Geldende vergunde situatie
1.065,8
Aangevraagde situatie
1.080,3
verandering fijn stof emissie
15,5 Op een afstand van (gemeten van emissiepunt tot gevel te toetsen object): >
Te toetsen object
Klein Bedaf 1
115
meter meter
Vuistregel Besluit NIBM
Afstand tot te toetsen object (meter) Totale emissie in g/jr van uitbreiding
70
80
90
100
120
140
160
324.000
387.000
473.000
581.000
817.000
1.075.000
1.376.000
Bron: ECN. Getallen op basis van berekeningen met STACKS, versie 2008.
Er is een afname van de luchtverontreiniging die niet in betekende mate bijdraagt aan de concentratie PM10 in de buitenlucht. Bedrijf valt onder een categorie indeling dat is opgenomen in Regeling NIBM Berekening luchtkwaliteit is voor de volledigheid uitvoerd en navolgend toegevoegd in de bijlagen
ZLTO advies
- 10 -
15.2 ISL3a-berekening
zie bijlagen
16. Geluid en trillingen 16.1 Akoestisch rapport
Zie akoestisch rapport N.v.t.
17. Energie 17.1 Energieverbruik (schattingen)
Jaar 2012
Jaar
Jaar
Elektriciteit
KWh
KWh
KWh
aardgas
m3
m3
m3
Dieselolie
Liter
Liter
Liter
N.v.t.
17.2 Maatregelen gericht op een zuinig ge(ver)bruik van energie
Energiezuinige verlichting?
Gebruik van HF-TL
Hoog rendement ketel (HR-ketel)?
Ja in nieuwe stal
Centrale afzuiging i.c.m. frequentieregelaar
In alle stallen
Thermische isolatie (wanden, glas etc)? Overige
• • • •
schemerschakelaar buitenverlichting aanwezigheidsdetectie in ruimtes die niet vaak gebruikt worden verlichtingsschakelaar buitenzijde afdelingen met verklikker Halveringsschakelaar op biggenlampen
18. Externe veiligheid Agrarische bedrijven met alleen agrarische activiteiten vallen niet onder het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen en de activiteiten die agrarische bedrijven uitvoeren vallen daarom ook niet onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen 1999. ZLTO advies
- 11 -
19. Verkeer, vervoer en mobilitiet In de Handreiking ‘Wegen naar preventie bij bedrijven; aanpak preventie in het kader van de Wet milieubeheer voor vervoer, water, afval en energie’ worden handvatten gegeven voor uitvoering van de verruimde reikwijdte in vergunningverlening. Hierin worden bedrijven gevraagd om een preventieplan voor beperking van verkeer- en vervoerbewegingen op te stellen als er meer dan 100 werknemers of 500 bezoekers binnen het bedrijf komen. Dit geldt eveneens wanneer meer dan 2 miljoen transportkilometers per jaar voor verladers en uitbesteed vervoer en/of meer dan 1 miljoen transportkilometers per jaar voor eigen vervoerders worden gebezigd. De huidige bedrijfsactiviteiten zijn van zodanige omvang dat het inzichtelijk maken van verkeer, vervoer en mobiliteit niet relevant is, ook maatregelen om vervoersbewegingen te beperken zijn niet relevant omdat deze middels het generieke beleid worden verbeterd.
20. Geur In de directe omgeving van het bedrijf zijn enkele geurgevoelige objecten gelegen, zijnde een aantal burgerwoningen en de burgerwoningen in de bebouwde kom, zoals omschreven in de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). In de Wgv wordt namelijk onderscheid gemaakt tussen geurgevoelige objecten binnen en buiten de bebouwde kom, behorende bij een veehouderij of niet bij een veehouderij en gelegen in concentratiegebieden of niet-concentratiegebieden zoals gedefinieerd in de Meststoffenwet. De geuremissie dient overeenkomstig de Wgv individueel benaderd te worden. Bij de beoordeling van de aanvraag omgevingsvergunning dient de geurbelasting op omliggende burgerwoningen niet hoger te zijn dan de hiervoor geldende normen, de normen kunnen per gemeente verschillend zijn, dit is vastgesteld middels een gemeentelijke geurverordening, danwel rechtsreeks voortkomend uit artikel 3 van de Wgv. Voor de verspreidingsberekeningen wordt gebruik gemaakt van het verspreidingsmodel V-stacks vergunning. V-stacks vergunning is een computerprogramma voor het berekenen van geur rond dierenverblijven. Aan de hand van V-stacks vergunning wordt de geurbelasting berekend en getoetst. Dit geldt alleen voor dieren waarvoor geuremissiefactoren zijn opgenomen in de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv). Voor dieren zonder geuremissiefactoren gelden minimaal aan te houden afstanden. In paragraaf 9.1 zijn de resultaten weergegeven van de geurberekening. In de directe omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen: Geurgevoelig object binnen een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom
Imissie ter plaatse van het gevoelig object:
beb. kom BN-visweg 0,4
Geurgevoelig object binnen een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom
ouE/m3
Klein Bedaf 1a
11,0
ouE/m3
nvt
ouE/m3
nvt
ouE/m3
Geurgevoelig object buiten een concentratiegebied, binnen de bebouwde kom Geurgevoelig object buiten een concentratiegebied, buiten de bebouwde kom In de directe omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen:
ZLTO advies
Op een afstand van (gemeten van emissiepunt tot gevel gevoelig object):
- 12 -
Geurgevoelig object dat onderdeel uitmaakt van een andere veehouderij
115 Meter
8.4 V-stack geurberekening
Naam van de berekening: aanvraag 13-08-2012 Gemaakt op: 14-08-2012 11:46:06 Rekentijd: 0:00:05 Naam van het bedrijf: Bervoets, Klein Bedaf 3 Baarle Nassau aug 2012 Berekende ruwheid: 0,13 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr.
BronID
X-coord.
Y-coord.
1 2 3 4 5 6
stal 3 stal 4 stal 5+8 stal 6 stal 7 stal 4 luchtwasser Stal 9 Stal 2
126 126 126 126 126 126
385 385 385 385 385 385
7 8
715 666 629 814 819 735
126 636 126 639
EP Hoogte
241 291 334 337 365 281
10,0 10,0 4,8 4,8 4,8 4,8
385 365 385 390
4,8 4,8
Gem.geb. hoogte 5,8 5,8 5,4 5,4 5,4 5,8 5,4 5,4
EP Diam. 2,32 1,58 2,47 2,68 3,15 2,47
EP Uittr. snelh. 10,00 10,00 5,00 2,00 2,00 5,00
EAanvraag 61 504 28 067 14 400 5 051 5 184 11 917
2,28 1,83
5,00 5,00
2 744 5 719
Geur gevoelige locaties: Volgnummer 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
GGLID Klein Bedaf 1a Klein Bedaf 9 Pineind 1 Pineind 2 Driehuizen 1 Driehuizen 3 Driehuizen 5 Voske 3 Voske 6 Voske 6a beb. kom BN-visweg Bebouwde kom Alphen
Xcoordinaat 126 492 126 787 126 351 126 537 125 957 126 040 126 069 126 077 125 939 126 107 124 129 125 527
Ycoordinaat 385 156 385 693 385 548 385 743 385 188 385 273 385 284 384 667 384 670 384 589 384 331 387 536
Geurnorm 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 14,0 3,0 3,0
Geurbelasting 11,0 6,7 6,3 5,1 1,8 1,8 2,0 1,6 1,5 1,6 0,4 0,4
Toelichting bij emissiepunten • X-y coördinaten zijn bepaald met kadaster, en ruimtelijke plannen • De gebouwhoogtes en emissiepunthoogtes zijn weergegeven op tekening M01 en M02 •
•
Voor de berekening van luchtsnelheden in uitlaatopeningen is gebruik gemaakt van normdebieten, die afkomstig zijn uit Vstacks handleiding (hierna handleiding genoemd). Voor deze berekeningen zijn dat: • Kraamzeugen : 75 m3/uur • Guste/dragende zeugen/dekberen : 58 m3/uur • Vleesvarkens/opfokzeugen : 31 m3/uur • Gespeende biggen : 12 m3/uur De luchtsnelheden voor de ventilatoren op stal 3 en 4 zijn berekend op basis van het specifieke werkingsprincipe. Deze ventilatoren werken op basis van aan-uit. Door deze regeling toe te passen kan er met een hogere snelheid gerekend worden in het rekenmodel. De ventilatoren hebben een maximale capaciteit van 27.000 m3/uur maar worden ingesteld op een maximaal debiet van 75%, hetgeen overeenkomt met 20.250 m3/uur. Het oppervlak van een koker met diameter van 0,82 bedraagt 0,528 m2. Indien er door dit oppervlak een luchtstroom van 20.250 m3/uur gaat, dan is de berekende snelheid afgerond 10,65 m/s. Conform handleiding wordt in zo’n geval maximaal 10 m/s ingevuld. De luchtsnelheid is daardoor niet afhankelijk van het aantal dieren in de stal.
ZLTO advies
- 13 -
21. Beste Beschikbare Technieken Nagegaan dient te worden of de aanvraag onder de reikwijdte van de IPPC-richtlijn valt (Richtlijn nr. 96/61/EG Raad van de Europese Unie, 24 september 1996) en een toename van de ammoniakemissie uit de inrichting (als gevolg van de uitbreiding) een belangrijke toename van verontreiniging veroorzaakt. De IPPC-richtlijn wordt gekenmerkt door het voorschrijven van verdergaande emissiearme stalsystemen voor nieuwe installaties of installaties die gewijzigd worden. In de agrarische sector worden deze ingevuld door het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Staatscourant 28 december 2005, nr. 675), de Beleidslijn IPPComgevingstoetsing ammoniak en veehouderij welke gepubliceerd is door VROM in juni 2007 en de Oplegnotitie BREF Intensieve pluimvee- en varkenshouderij welke door Infomil is uitgegeven in juli 2007. Uit bijlage 1 van de IPPC-richtlijn blijkt dat deze van toepassing is op intensieve veehouderijen met meer dan 40.000 plaatsen voor pluimvee, meer dan 2.000 plaatsen voor vleesvarkens of meer dan 750 plaatsen voor zeugen. Binnen het bedrijf worden in zowel de bestaande als de gevraagde situatie meer dan 40.000 stuks pluimvee gehuisvest. De IPPC-richtlijn is van toepassing. Het bedrijf wordt verder volledig BBT uitgevoerd. Hiervoor zijn de informatiedocumenten in bijlage 1 van de MOR Aanwijzing BBT documenten gebruikt. ZLTO advies
- 14 -
22. Gassen Soort
Aantal
Flessen/tanks
Totale inhoud (liter of m³)
N.v.t.
23. Gevaarlijke stoffen in emballage Soort
Soort opslag Hoeveelheid / boven/ondergronds Max. opslag
Opmerkingen (doorhalen n.v.t. is)
Nr op tekening
ontsmettingsmiddel diergeneesmiddelen
Kleine verpakkingen
2 x 10 kg
koelkast
29
bestrijdingsmiddelen
bovengronds
1 x 50 liter
kast
05
reinigingsmiddelen
bovengronds
1 x 60 liter
kast
39
petroleum
bovengronds
1 x 60 liter
Vat in lekbak
04
smeerolie
bovengronds
1 x 60 liter
Vat in lekbak
32
Afgelopen olie
bovengronds
1 x 60 liter
Vat in lekbak
33
N.v.t.
24. Vloeistoffen in tanks Soort
Soort opslag Hoeveelhe boven/ondergronds id/ Max. opslag
Opmerkingen (doorhalen n.v.t. is)
Nr op tekening
propaan
dieselolie
Bovengronds/lekbak
3000 ltr
34
N.v.t.
ZLTO advies
- 15 -
25. Compressor De compressors binnen de inrichting is aangegeven met nummer 24 en 38 op tekening
26. Koelinstallaties, vriesinstallaties en/of warmtepompen Doel
Soort koelmiddel (specificeren)
koelkast
R22
Hoeveelheid in kg/ltr.
Capaciteit in kW.
2 liter
2 x 0,75 kw
Nr 40
Jaarlijkse keuring Logboek aanwezig N.v.t.
27. Noodstroomvoorziening De mobiele noodstroomaggregaat binnen de inrichting is aangegeven met nummer 41 op tekening en wordt in noodsituaties gebruikt om de energietoevoer te blijven borgen.
28. Stookinstallaties Soort
Nominale belasting Onderwaarde kW
Hoogte rookgas afvoerkanaal (m) (boven maaiveld)
Nr op tekening
c.v. aardgas
2 x 45 kw
Conform NEN eis
36
heteluchtkanon
1 x 22 kw
Conform NEN eis
31
N.v.t.
29. Akkerbouw en/of tuinbouw N.v.t.
ZLTO advies
- 16 -
30. Diersoorten 30.1 De vergunde situatie
Stal nr
1
2
Diercategorie
diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar
3
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5) diercategorie opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking (zie eindnoot 5)
4
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
4
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
5
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
6
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
7
diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) diercategorie guste en dragende zeugen
3
ZLTO advies
Stalsysteem
Huisvest.
Aantal
Ammoniak
Ammoniak
Geur
Geur
Stof/PM10
Stof/PM10
(RAV)
Dieren=
kg NH3
Totaal kg
Totaal
gram
totaal
OU/s
per dierpl.
kg
BWL
plaatsen
per dier
NH3/jaar
OU/s per dierpl.
A 3 diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
A3
18
3,9
70,20
nvt
38
0,684
A 7 diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar
A7
18
9,5
171,00
nvt
170
3,06
A7
18
9,5
171,00
nvt
170
3,06
D 3.2.7.2.1
2508
1,2
3009,60
17,9
44893,2
153
383,724
D 3.2.7.2.1
336
1,2
403,20
17,9
6014,4
153
51,408
D 1.1.12.2
2016
0,21
423,36
5,4
10886,4
74
149,184
D 3.2.7.2.1
2352
1,2
2822,40
17,9
42100,8
153
359,856
D 1.1.15.4.1
4752
0,09
427,68
2
9504
15
71,28
D 1.1.15.4.1
840
0,09
75,60
2
1680
15
12,6
D 1.2.17.4
238
1,25
297,50
7
1666
32
7,616
D 1.3.12.4
660
0,63
415,80
4,7
3102
35
23,1
A 7 diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar D 3.2.7.2.1 emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 (BWL 2004.05.V1) (zie eindnoot 5) D 3.2.7.2.1 emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 (BWL 2004.05.V1) (zie eindnoot 5) D 1.1.12.2 emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2, echter kleiner dan 0,10 m2, en in kleine groepen, tot 30 biggen, gehuisvest (BWL 2004.06.V1) D 3.2.7.2.1 emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 (BWL 2004.05.V1) (zie eindnoot 5) D 1.1.15.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 1.1.15.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 1.2.17.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 1.3.12.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie
- 17 -
diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder
met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 2.4.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1 (zie eindnoot 3)
D 2.4.4
6
0,83 Totaal NH3
4,98 8.292,32
4,7 Totaal OU/s
28,2 119.875,0
36 Totaal PM10
0,216 1.065,8
30.2 De aangevraagde situatie Stal nr
Diercategorie
Stalsysteem
1
diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
A 3 diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar
3
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
4
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
D 3.2.7.2.1 emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 (BWL 2004.05.V1) D 1.1.15.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) + D 1.1.12.2 D 3.2.15.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3 en 5) + D 3.2.7.2.1 D 3.2.15.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3 en 5)
4
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
4
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
4
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
5
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
6
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
D 3.2.7.2.1 emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m2 (BWL 2004.05.V1) (zie eindnoot 5) D 1.1.15.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 3.2.15.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3 en 5)
diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)
D 1.2.17.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3)
ZLTO advies
Huisvest.
Aantal
Ammoniak
Ammoniak
Geur
Geur
Stof/PM10
Stof/PM10
(RAV)
Dieren=
kg NH3
Totaal kg
Totaal
gram
totaal
BWL
plaatsen
per dier
NH3/jaar
OU/s per dierpl.
OU/s
per dierpl.
kg
A3
18
3,9
70,20
nvt
38
0,684
D 3.2.7.2.1
3436
1,2
4123,20
17,9
61504,4
153
525,708
D 1.1.15.4.1 + D 1.1.12.2
3108
0,03375
104,90
1,4
4351,2
15
46,62
D 3.2.15.4.2 + D 3.2.7.2.1
1176
0,18
211,68
4,5
5292
31
36,456
D 3.2.15.4.2
392
0,53
207,76
5,8
2273,6
31
12,152
D 3.2.7.2.1
1568
1,2
1881,60
17,9
28067,2
153
239,904
D 1.1.15.4.1
1800
0,09
162,00
2
3600
15
27
D 3.2.15.4.2
460
0,53
243,80
5,8
2668
31
14,26
D 1.2.17.4
280
1,25
350,00
7
1960
32
8,96
- 18 -
6
diercategorie guste en dragende zeugen
D 1.3.12.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3)
D 1.3.12.4
90
0,63
56,70
4,7
423
35
3,15
D 1.3.12.4
864
0,63
544,32
4,7
4060,8
35
30,24
7
diercategorie guste en dragende zeugen
7
diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder
D 1.3.12.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3) D 2.4.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1;) (zie eindnoot 3)
D 2.4.4
2
0,83
1,66
4,7
9,4
36
0,072
7
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
D 3.2.15.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3 en 5)
D 3.2.15.4.2
192
0,53
101,76
5,8
1113,6
31
5,952
8
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
D 1.1.15.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3)
D 1.1.15.4.1
5400
0,09
486,00
2
10800
15
81
diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)
D 1.2.17.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3)
D 1.2.17.4
392
1,25
490,00
7
2744
32
12,544
2
diercategorie guste en dragende zeugen
D 1.3.12.4 gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3)
D 1.3.12.4
506
0,63
318,78
4,7
2378,2
35
17,71
2
diercategorie vleesvarkens (zie eindnoot 5)
D 3.2.15.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 (BWL 2007.02.V1) (zie eindnoot 3 en 5)
D 3.2.15.4.2
576
0,53 Totaal NH3
305,28
5,8 Totaal OU/s
3340,8
31 Totaal PM10
17,856
9
9.659,64
134.586,2
1.080,3
In stal 4 is sprake van een dubbel groen label. Voor biggen geldt op basis van BWL 2004.06.V1 een ammoniakemissie van 0,21 kg. Dit is lager dan 30% van traditionele emissie van gespeende biggen (0,75 kg * 0,3 = 0,225 kg). Derhalve dient gerekend te worden met een reductie van 85% op een emissie van 0,225 0,03375 kg. Voor vleesvarkens geldt een emissie op basis van BWL 2004.05.V1 van 1,2 kg, geldt dat hierop 85% reductie van toepassing is. Daardoor is de berekende emissie 0,15*1,2= 0,18 kg per dierplaats per jaar.
ZLTO advies
- 19 -
31. Opslag van mest
Soort product
max. opslag hoeveelheid (ton of m3)
Wijze van opslag en plaats (nummer op tekening)
Afstand tot dichtstbijzijnde woningen van derden
16726 m3
drijfmestkelders
Zie tek.
Alligator mestzak
Zie tek.
Kunstmest Drijfmest
2475 m
3
Vaste mest
N.v.t. De drijfmest van deze inrichting wordt opgeslagen in de hiervoor bestemde mestdichte opslagruimten. Alle opslagruimten zijn niet voorzien van een overstort. Tijdens het ledigen van een mestopslag met drijfmest worden alle deksels, luiken gesloten gehouden. De materialen aanwezig op deze onderneming zijn voldoende waardoor er tijdens het vullen of ledigen van een mestopslag geen verontreiniging naar de bodem optreed. Ook blijft de hoeveelheid mest in de kelder lager dan 10 centimeter onder de rand.
32. Transportmiddelen Anders dan gebruikelijk bij de veehouderij sector worden geen bijzondere transportmiddelen gebruikt.
33. Werkplaats De werkplaats wordt uitsluitend gebruikt voor onderhoud van klein materieel en voor de aanwezige machines en gereedschappen wordt verwezen naar bijlage 1.
ZLTO advies
- 20 -
BIJLAGE 1
MILIEUTEKENING M01/M02 (LOS BIJGEVOEGD)
ZLTO advies
- 21 -
BIJLAGE 2
ONTVANGSTBEVESTIGING NB VERGUNNING.
ZLTO advies
- 22 -
ZLTO advies
- 23 -
BIJLAGE 3
AKOESTISCH ONDERZOEK (los bijgevoegd)
ZLTO advies
- 24 -
BIJLAGE 4
DIMENSIONERINGSPLAN LUCHTWASSERS
ZLTO advies
- 25 -
Betreft vleesvarkens
ZLTO advies
- 26 -
Oppervlak pakket wordt minimaal 48 m2
ZLTO advies
- 27 -
ZLTO advies
- 28 -
Oppervlak pakket wordt minimaal 82,5 m2
ZLTO advies
- 29 -
ZLTO advies
- 30 -
ZLTO advies
- 31 -
Betreft vleesvarkens
ZLTO advies
- 32 -
ZLTO advies
- 33 -
Betreft vleesvarkens
ZLTO advies
- 34 -
Oppervlak pakket wordt minimaal 57,8 m2
ZLTO advies
- 35 -
ZLTO advies
- 36 -
ZLTO advies
- 37 -
BIJLAGE 5
BESCHRIJVING EMISSIEARME STALSYSTEMEN
ZLTO advies
- 38 -
ZLTO advies
- 39 -
ZLTO advies
- 40 -
ZLTO advies
- 41 -
ZLTO advies
- 42 -
ZLTO advies
- 43 -
ZLTO advies
- 44 -
ZLTO advies
- 45 -
ZLTO advies
- 46 -
ZLTO advies
- 47 -
ZLTO advies
- 48 -
BIJLAGE 6
BESLUIT OP AANMELDINGSNOTITIE MER MAART 2010
ZLTO advies
- 49 -
ZLTO advies
- 50 -
ZLTO advies
- 51 -
BIJLAGE 7
RAPPORTAGE FIJN STOF (LOS BIJGEVOEGD)
ZLTO advies
- 52 -