Bijlage 4: Een minderjarige (16+) anderstalige nieuwkomer als vrijwilliger in jouw organisatie?
Informatiel over vrijwilligerswerk voor minderjarige anderstalige nieuwkomers
Met Kom-Pas Gent zijn wij partner in het EIF (Europees integratiefonds) actieonderzoek ’16 – 18 – jarige nieuwkomers uit derdelanden’. Eén van de acties is om een aantal van deze jongeren kennis te laten maken met het vrijwilligerswerk. Vanuit de projectervaring ‘Vrijwilligers voor Vrijwilligers’, waarin we reeds een tijdje met Kom-Pas Gent volwassen nieuwkomers succesvol naar vrijwilligerswerk toeleiden, zijn we sterk overtuigd van de meerwaarde van het vrijwilligerswerk. Zowel voor de anderstalige nieuwkomer als voor de ontvangende organisatie. Bovendien zijn we er van overtuigd dat dit ook voor de doelgroep van jongere nieuwkomers zinvol kan zijn. Jongeren die nieuw zijn in België kunnen via het vrijwilligerswerk immers nieuwe mensen leren kennen, hun Nederlands in de praktijk oefenen, relevante ervaring opdoen, hun mogelijkheden verkennen enzovoort. Vanuit deze overtuigingen willen we u als mogelijk gastorganisatie graag wat extra informatie over het werken met vrijwilligers uit deze specifieke doelgroep meegeven. Volgende zaken komen aan bod:
Wie is de doelgroep anderstalige minderjarige nieuwkomers?
Mogen zij wettelijk gezien als vrijwilliger werken?
Een paar ‘tips & tricks’
Wie zijn deze anderstalige minderjarige nieuwkomers?
Minderjarige anderstalige nieuwkomers zijn jongeren (-18) die zich onlangs in België gevestigd hebben. In de praktijk gaat het meestal over migranten-, asielzoekers-, vluchtelingenkinderen en niet-begeleide buitenlandse minderjarigen. Ze kennen het Nederlands en onze samenleving vaak (nog) niet of nauwelijks, maar het is de bedoeling dat zij hiermee snel kennismaken in het onthaalonderwijs. Deze jongeren zijn immers net als elke minderjarige in België schoolplichtig. In het secundair onthaalonderwijs krijgen ze een jaar lang een taalbad in de onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers of kortweg OKANklassen. Vervolgens stromen ze door naar een reguliere studierichting die bij hen past. Het gaat om een zeer heterogene groep, met verschillende leeftijden, scholingsachtergrond, socioeconomische en culturele achtergrond, taalvaardigheid, godsdiensten en noem maar op. Maar net als alle andere jongeren hebben ook zij hun ambities en dromen en hebben ze vaak heel wat in hun mars. We durven zelfs stellen dat zij door hun migratie ervaring extra capaciteiten hebben ontwikkeld, sterker in hun schoenen staan en volwassener zijn voor hun leeftijd. Niettemin hebben zij hier de zware opdracht om zich in een totaal nieuwe omgeving thuis te moeten voelen zonder dat ze er vaak voor gekozen hebben, nieuwe vrienden moeten maken, een nieuwe taal aanleren, ... . Hierbij kan het vrijwilligerswerk hen misschien extra kansen bieden. Een aantal zaken op een rijtje: Anderstalige minderjarige nieuwkomers kunnen via vrijwilligerswerk o.a.:
een sociaal netwerk opbouwen of uitbreiden hun Nederlands oefenen werkervaring opdoen of zich oriënteren op de arbeidsmarkt competenties ontwikkelen (sociale vaardigheden, afspraken maken, zelfstandigheid, …) actief participeren aan de maatschappij. zich erkend en gedragen voelen door de samenleving door zich in te zetten voor anderen neemt vaak ook hun gevoel van eigenwaarde , zelfredzaamheid en arbeidsattitudes toe
Als organisatie haal je er ook zeker iets uit:
meer diversiteit in je organisatie zorgt voor nieuwe ideeën en visies, en dus zuurstof voor nieuwe en creatieve voorstellen en oplossingen. een organisatie is een veilige oefenruimte om intercultureel samen te werken en theorieën over diversiteit in praktijk te brengen. inbrengen van cultuursensitiviteit in de werking verhogen van de efficiëntie binnen de organisatie en van de capaciteit het realiseren van een uitbreiding naar potentiële doelgroepen uitbreiden van het netwerk opnemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid ten opzichte van nieuwkomers
Mogen zij als vrijwilliger werken?
In principe mogen alle (minderjarige) nieuwkomers vanaf 16 jaar (of het jaar waarin men 16 wordt) vrijwilligerswerk doen. Tot voor kort mochten asielzoekers, nieuwkomers zonder geldige verblijfsvergunning en nieuwkomers met arbeidskaart in principe geen vrijwilligerswerk doen. Op dit moment (mei 2014) is er echter een wetswijziging goedgekeurd. Voor de inwerkingtreding is het enkel nog wachten op de publicatie in het Belgisch Staatsblad. Zodra de wet in werking treedt, betekent dat onder meer het volgende:
Vreemdelingen met eender welk wettig verblijfsdocument zullen vrijwilligerswerk mogen doen. Alle elektronische vreemdelingenkaarten maar ook attest van immatriculatie (procedure-document), bijlage 3 (toerist), bijlage 15, bijlage 35(beroepsdocument) zou in aanmerking komen. Hier komen binnenkort nog extra richtlijnen en/of werkinstrumenten voor. Ook asielzoekers die recht hebben op materiële opvang zullen vrijwilligerswerk mogen doen; en ook afgewezen asielzoekers wiens recht op opvang verlengd wordt in bepaalde situaties (omwille van zwangerschap, familiale eenheid, beëindiging van schooljaar, onmogelijke terugkeer…) Blijven echter uitgesloten: gezinnen zonder wettig verblijf met een kind dat jonger is dan 18 jaar en die ook recht op materiële opvang hebben (artikel 60 van de Opvangwet); en ook alle andere mensen zonder wettig verblijf die feitelijk in België verblijven en die geen wettig verblijfsdocument hebben Voor mensen in de opvang krijgt Fedasil de bevoegdheid om het vrijwilligerswerk (en de cumul met de dagvergoeding in de opvang) te beperken of te verbieden.
Kom-Pas Gent gaat graag voor iedereen op zoek naar vrijwilligerswerk. Betreft het iemand die toch wettelijk uitgesloten is van vrijwilligerswerk dan communiceert Kom-Pas Gent duidelijk aan de organisatie in kwestie dat:
de persoon wettelijk uitgesloten is van vrijwilligerswerk maar nooit zelf zal gestraft worden juridisch de organisatie die de vrijwilliger tewerk stelt in principe een administratieve boete kan oplopen er momenteel geen ambtenaren zijn aangesteld om controles uit te voeren en er geen documenten bestaan over de toepassing van dergelijke boete de keuze en de verantwoordelijkheid volledig bij de organisatie ligt om deze persoon als vrijwilliger een contract te geven
Als je voor een (minderjarige) nieuwkomer a.d.h.v. deze info nog steeds niet zeker bent of hij/zij wettelijk gezien vrijwilligerswerk mag doen, neem dan gerust contact op met Kom-Pas Gent om dit voor elk individueel geval verder uit te klaren.
[email protected] Opgelet! Minderjarige nieuwkomers die aan de voorwaarden voor vrijwilligerswerk voldoen maar ook een uitkering/leefloon via het OCMW krijgen (bijvoorbeeld niet begeleide minderjarige nieuwkomers) moeten deze eerst op de hoogte brengen en/of toestemming vragen . Anders lopen zij het risico een deel van deze uitkering te verliezen. Idem voor personen die geld ontvangen van de RVA of mutualiteiten.
Tips & Tricks
Tips voor een goede introductie:
Laat je nieuwe vrijwilliger de eerste keer niet alleen binnenkomen. Spreek af en zorg voor een persoonlijk onthaal. Overlaad nieuwe mensen niet met te veel informatie. Je schrikt mensen af door hen in het begin alle info te geven over administratieve zaken, verzekeringen… Beperk je tot de essentie. De rest volgt vanzelf. Heet hen expliciet welkom van bij het begin. Zo voelen ze dat ze welkom zijn en dat je blij bent met hun engagement. Neem tijd om met de nieuwe vrijwilliger kennis te maken. Stel de nieuwe vrijwilliger voor aan de andere vrijwilligers en/of personeelsleden en benadruk zijn capaciteiten en motivatie. Laat ook de anderen zichzelf voorstellen. Geef een rondleiding in de lokalen. Ga er niet van uit dat mensen elkaar kennen na een eerste introductie. Blijf zoeken naar manieren waarop je elkaar beter kunt leren kennen en met elkaar in gesprek gaan. Geef een adressenlijst van de andere vrijwilligers met de taakverdeling. Zo weet je waarvoor je bij wie terecht kan. Niet alleen de taakverdeling is belangrijk, maar ook de manier van werken: wat doen bij afwezigheid, hoe worden beslissingen genomen, hoe wordt omgegaan met conflicten… Geef een contactpersoon door voor kleine en grote vragen. Dit kan een peter of meter zijn. Die laat de nieuwe persoon kennismaken met de verschillende aspecten van de werking en coacht de vrijwilliger bij opdrachten. Wat gebeurt er als je vrijwilliger werk vindt of moet inspringen bij familie? Probeer op voorhand in te schatten wat je van elkaar kan verwachten en wat niet. Vanuit: ‘Tips werken met allochtone vrijwilligers’ - vzw De8
Tips voor nadien
Zet mensen bijeen die iets gemeenschappelijk hebben zoals leeftijd, hobby of interesse. Dit bevordert het contact over de verschillen heen. Elke vrijwilliger is anders. Hoe je met hem of haar omgaat, is dan ook verschillend van persoon tot persoon. Sommigen hebben graag ondersteuning terwijl anderen dit vooral betuttelend vinden. Zicht krijgen op de huidige en nog te ontwikkelen competenties is belangrijk. Verder heeft iedereen waardering en interesse nodig om gemotiveerd te blijven. Zorg dat de taak zoveel mogelijk aansluit bij de persoonlijke interesses. Verplicht niemand. Ga met de vrijwilliger een gesprek aan over zijn motivatie om vrijwilligerswerk te doen. Wil hij je uit de nood helpen, Nederlands oefenen, zorgen voor kinderen of ouderen eventueel vanuit levensbeschouwelijke overwegingen…? Zoek samen naar manieren om via het vrijwilligerswerk zoveel mogelijk aan die wensen tegemoet te komen. Overlaad nieuwe mensen niet. Laat ze zelf aangeven hoeveel en welke taken ze willen opnemen. Bekijk samen met de vrijwilliger welk engagement praktisch haalbaar is: evenwicht met familie, gezin, werk, andere engagementen… Ga na welke engagementen prioritair zijn. Nieuwkomers die interesse tonen voor een initiatief worden snel overvraagd om nog aan tien andere initiatieven deel te nemen. De druk is groot, nee zeggen niet gemakkelijk. Ondersteun je vrijwilligers om keuzes te maken. Zorg dat je vrijwilligers zich thuis voelen, vraag feedback. Zoek manieren waarop je organisatie een multicultureel karakter kan uitstralen. Houd rekening met feestdagen, vastenperiode… Geef positieve aandacht, een pluim op het juiste moment. Geef ook aandacht aan grote en kleine momenten uit iemands persoonlijk leven.
Vrijwilligerswerk bij organisaties is in sommige andere culturen iets onbekends. Ook cultuurverschillen en een wederzijdse onbekendheid en andere referentiekaders kunnen moeilijk zijn. Probeer je bewust te zijn van mogelijke gevoeligheden. Toon interesse voor de achtergrond en visie van mensen en probeer dit bespreekbaar te maken. Return on investment: Als de vereniging een soort van vormingsbeleid heeft, kan het voor schoolgaande jongeren en jongvolwassenen (tussen 18 en 25 jaar) heel interessant zijn om mee inhoudelijke en andere vormingen te volgen. Dit betekent een meerwaarde voor hun cv. Sociale contacten: laagdrempelige en gezinsvriendelijke activiteiten of engagementen op maat aanbieden voor de ontspanning en sociaal contact van jonge ouders (tussen 25 en 35 j). Waarderingscultuur: Om de motivatie van een (jonge) vrijwilliger hoogt te houden en hem/haar vast te houden is een waarderingscultuur heel belangrijk. Dat kan gaan van het occasionele schouderklopje, over de cadeaubon tot een verwendag voor vrijwilligers. Houd er bijvoorbeeld rekening mee dat telefoneren in het Nederlands een hoge drempel is voor veel mensen die Nederlands niet als moedertaal hebben. Ga er dus niet te snel van uit dat mensen vlot bellen als ze verhinderd zijn. Bespreek andere manieren om elkaar te verwittigen: een standaard sms in de gsm opslaan, een vriend of een familielid die wel wil bellen... De taal kan ook een drempel zijn voor het personeel of andere vrijwilligers. Vaak durven ze een nieuwkomer niet aanspreken omdat ze niet goed weten hoe goed iemand Nederlands kan. Of misschien hebben ze schrik dat ze zelf een andere taal moeten spreken. Veel mensen beginnen overdreven te articuleren en te roepen omdat ze ervan uitgaan dat de nieuwkomer niet genoeg Nederlands spreekt. Mensen van andere origine spreken misschien niet altijd perfect Nederlands, maar zijn niet doof. Bespreek in welke talen mensen zich kunnen behelpen. Zorg voor een sfeer in je organisatie waarbij elkaar begrijpen het belangrijkste is. Benadruk dat fouten maken mag. Vanuit: ‘Tips werken met allochtone vrijwilligers’ - vzw De8
Tot slot nog enkele handige taal tips:
Probeer steeds Nederlands te praten. Probeer zoveel mogelijk te visualiseren, toon voor. Probeer traag en duidelijk te praten. Hou het simpel, praat echter geen kleutertaal. Gebruik grammaticaal correcte zinnen. Herhaal veel en gebruik andere formuleringen. Probeer figuurlijk taalgebruik te vermijden. (bv. niet: je zal dat snel onder de knie hebben, wel: je zal dat snel kunnen Controleer geregeld of alles goed begrepen is. Is de uitleg lang, leg dan uit in stappen en laat de vrijwilliger proberen. Vraag meer dan enkel: “begrijp je het?”. Vraag door en laat merken dat je alle antwoorden waardeert. Als je merkt dat de ander niet alles begrepen heeft, herhaal dan je uitleg. Probeer transparante woorden te gebruiken (Bv. niet: afzeggen, wel: annuleren) Hou het simpel maar niet kinderachtig Gebruik veel gebaren en ondersteun instructies en info visueel. Wijs zo veel mogelijk aan, gebruik pictogrammen, voorbeelddocumenten, voorwerpen, … Vermijd ‘tarzantaal’. Gebruik steeds grammaticaal correcte zinnen. (niet: Ik Maarten, ik graag koken) Deel informatie op in kleine stukken en geef geen overtollige info Wees niet bang om te herhalen en geef tijd om vragen te stellen Fouten maken mag. Geef hen het gevoel dat dit mag. Toon appreciatie voor zijn of haar pogingen om Nederlands te leren. Je mag ook wel eens een taalfout corrigeren maar pas hiermee op, want de persoon kan hierdoor onzekerder worden. Stel gericht vragen, controleer het begrip. Anderstaligen geven soms aan dat ze je begrepen hebben, terwijl dit niet zo is. Probeer na te gaan of ze je begrepen hebben door vragen te stellen of de info te herhalen. Vanuit: ‘Tips werken met allochtone vrijwilligers’ - vzw De8
Met steun van het Europees Integratiefonds