BIJLAGE 3: BEOORDELINGSFORMULIER LITERATUURSTUDIE
MW
Groep B, studenten: Koelewijn R, van Meurs B, Pauw C, Post J, Roosdorp G, Schellevis K, van der Schoot A, Tichelaar L, Weijer R, Wijfjes N. EINDSCORE: Datum van inleveren (uiterlijk week 9 vrijdag 17.00 u.)……………………………………………………….. 7,5 Docent:……Quirine Anderegg………………………………………………………..………………. Vraagstelling: EFFECTIVITEIT VAN POSTOPERATIEVE FYSIOTHERAPIE BIJ PATIËNTEN MET EEN TOTALE KNIE PROTHESE OP BASIS VAN GROEPSTHERAPIE OF INDIVIDUELE THERAPIE: EEN REVIEW. Criterium Onvoldoende/V Opmerkingen oldoende/Goed /Zeer goed Introductie, hypothese, vraagstelling, doel V Achtergrond staat erg (aandachtspunten: de relevantie van de uitgebreid beschreven. onderzoeksvraag voor de Goed leesbaar geschreven. ziekenhuisfysiotherapie, de informatie over de kwestie, de plaatsing van de vraag in een In de samenvatting zijn de theoretisch kader, het doel van het onderzoek, de inculsiecriteria te beperkt mate waarin de vraag beschreven. multidisciplinair/internationaal is) Methoden V Alleen medline ingezet, geen (aandachtspunten: zoekstrategie, geraadpleegde duidelijke keuze om het hierbij databases, in- en exclusiecriteria) te houden. Zoektermen zijn gaandeweg bijgesteld, in principe vooraf vast stellen.
Resultaten (aandachtspunten: beschrijving selectieproces, flowchart van zoekstrategie met resultaten, methodologische kwaliteit van de artikelen n.a.v. artikel-beoordelingen, vergelijking van de artikelen) Discussie (aandachtspunten: beschouwing van de kwaliteit van de gevonden artikelen, beschouwing van eigen proces, argumentatie) Conclusie (aandachtspunten: conclusies voor de praktijk van de fysiotherapeut, conclusies voor de wetenschap).
G
Flow chart is duidelijk opgezet. Artikelen zijn goed op waarde beoordeeld. Vergelijking van de waardes onderling is wat onderbelicht.
G
Meerdere kanten die effecten kunnen verklaren zijn benoemd.
V
Abstract (aandachtspunten: maximaal 250 woorden, overzichtelijke, bondige samenvatting van de literatuurstudie, geen afkortingen gebruikt) Referenties (aandachtspunten: Modified Vancouver Stijl; zowel in lijst als tekst) Creativiteit en originaliteit (aandachtspunten: mate van originaliteit van het onderwerp, van creativiteit bij de interpretatie van
V
De nadruk ligt nogal op economisch aspect. Meerdere perspectieven inzetten zoals: patient, zorghulpverlener, inhoud van de therapie, organisatie van de behandeling. Staat opgenomen is wel wat summier opgesteld. Bondig formuleren en tegelijk de inhoud bewaken. Prima gedaan.
G
V
Het onderwerp is veel voorkomend. De maatschappelijke context is
het materiaal en bij de argumentatie) Kritisch vermogen (aandachtspunten: wijze waarop het onderzoeksmateriaal is gehanteerd, de mate waarin een eigen mening wordt ingenomen) Mate van zelfstandigheid (aandachtspunten: aantal contactmomenten met de coach, hoe wordt omgegaan met feedback) Taalgebruik (aandachtspunten: opbouw betoog, zakelijke en wetenschappelijke stijl, correct taalgebruik en spelling) Maximaal aantal woorden De kern van het stuk (introductie t/m conclusie) bevat maximaal 4000 woorden. Opmerkingen Goed gewerkt, alle deadlines behaald. Positieve indruk op samenwerking & inhoud. Veel succes met vervolg van de opleiding!
V
meegenomen en dat geeft een meerwaarde. Vermogen tot beschouwen is leesbaar en was merkbaar bij nabespreking presentaties.
G
Heel zelfstandig gewerkt.
V
Goed leesbaar artikel. Aantal stukken tekst worden op verschillende plaatsen herhaald.
V
EFFECTIVITEIT VAN POSTOPERATIEVE FYSIOTHERAPIE BIJ PATIËNTEN MET EEN TOTALE KNIE PROTHESE OP BASIS VAN GROEPSTHERAPIE OF INDIVIDUELE THERAPIE: EEN REVIEW. Koelewijn R, van Meurs B, Pauw C, Post J, Roosdorp G, Schellevis K, van der Schoot A, Tichelaar L, Weijer R, Wijfjes N.
Hogeschool van Amsterdam
Dit de eerste druk van een Systematic Review, opgesteld en onderhouden door LF233B en gepubliceerd aan de Hogeschool van Amsterdam 2014, FLP7
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
INHOUD Samenvatting........................................................................................................................................... 3 Achtergrond............................................................................................................................................. 4 Doelstellingen .......................................................................................................................................... 5 Methode .................................................................................................................................................. 5 Resultaten ............................................................................................................................................... 6 Discussie .................................................................................................................................................. 8 Conclusie ................................................................................................................................................. 9 Dankbetuiging ......................................................................................................................................... 9 Referenties ............................................................................................................................................ 10 BIJLAGE 1 – Zoekstrategie MEDLINE ..................................................................................................... 11 BIJLAGE 2 – Inclusie en exclusie criteria ................................................................................................ 12 BIJLAGE 3 – Tabel resultaten ................................................................................................................. 13
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 2
[Interventie Review] Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een totale knie prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: een review. Robin Koelewijn, Bob van Meurs, Cynthia Pauw, Jeffrey Post, Guido Roosdorp, Kevin Schellevis, Anne van der Schoot, Liza Tichelaar, Roxanne Weijer, Nadie Wijfjes. Opleiding tot fysiotherapeut, Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam, Nederland. Contactadres: Jeffrey Post, Projectleider LF233B, Opleiding tot fysiotherapeut, Hogeschool van Amsterdam, Tafelbergweg 51, 1105 BD Amsterdam Zuidoost, Nederland.
[email protected] Redactionele groep: LF233B Publicatiestatus en datum: Nieuw, gepubliceerd in FLP7, 2014 Beoordeling inhoud beoordeeld als up-to-date: 4 april 2014 Citaat: Robin Koelewijn, Bob van Meurs, Cynthia Pauw, Jeffrey Post, Guido Roosdorp, Kevin Schellevis, Anne van der Schoot, Liza Tichelaar, Roxanne Weijer, Nadie Wijfjes. Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een totale knie prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: een review. Hogeschool van Amsterdam, Methodisch Werken FLP7, LF233B. Copyright © Hogeschool van Amsterdam, LF233B
SAMENVATTING Achtergrond Na het plaatsen van een Totale Knie Prothese (TKP) is fysiotherapie geïndiceerd als revalidatietraject, dit kan zowel op individuele basis als op groepsbasis. Doelstellingen Het doel van deze studie is om het effect van groepstherapie ten opzichte van individuele therapie te evalueren bij volwassenen (30-75 jaar) om op deze manier het revalidatieproces na het plaatsen van een TKP efficiënter en kwalitatief beter te maken. Zoekmethoden Zoekopdrachten zijn gedaan met behulp van de medische database MEDLINE (2000 tot en met 10 februari 2014). Selectiecriteria Randomized controlled trials die groepsfysiotherapie en individuele fysiotherapie als revalidatie na het plaatsen van een TKP met elkaar vergelijken bij volwassen van 30-75 Jaar. Verzamelen en analyseren data Er zijn gegevens verzameld over het type onderzoek, de deelnemers, gebruikte behandelingen, primaire uitkomsten (de mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van de knie en de ervaren kwaliteit van leven) en secundaire uitkomsten (de economische kosten). Deze gegevens zijn geëxtraheerd door beoordeling van alle tien de auteurs aan de hand van de Cochrane Checklist RCT. Belangrijkste resultaten Vier randomized controlled trials met in totaal 383 patiënten. In deze studie wordt geen onderscheid gemaakt tussen home-based individuele therapie en individuele therapie onder begeleiding. Op basis van de gedane onderzoeken wordt gesuggereerd dat groepstherapie en individuele therapie even effectief zijn bij volwassen patiënten in de postoperatieve fase na het plaatsen van een TKP. Dit is gebaseerd op de primaire uitkomsten: mate van pijn in de knie (WOMAC, -1.8; VAS -0.98), de passieve bewegingsuitslag van de knie (OKS +2.6, SD 1.6) en de ervaren kwaliteit van leven (SF-36 +5.8, SD 5.2). Daarnaast wordt er secundair rekening gehouden met de economische kosten (groepstherapie voordeliger dan individuele therapie).
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 3
Conclusie van de auteurs Op basis van de vier artikelen concluderen wij dat individuele therapie en groepstherapie mogelijk even effectief zijn op basis van de genoemde primaire uitkomstmaten. Op basis van de economische kosten wordt vervolgens een lichte voorkeur gegeven aan groepstherapie, aangezien dit minder kosten met zich meebrengt. Maar bovenal dient er te allen tijde rekening gehouden te worden met de voorkeur van de therapeut en patiënt bij het maken van de keuze voor de therapievorm.
ACHTERGROND Beschrijving van de situatie Jaarlijks worden bijna 20.000 totale knie protheses geplaatst in Nederland (Giele, 2014). Een groot deel van deze protheses werden geplaatst als gevolg van artrose. In 2011 hadden naar schatting 594.312 mensen artrose aan de knie (LINH, 2011). Door de toenemende vergrijzing en de verwachte toename van westerse leefstijlproblemen zoals obesitas, is het waarschijnlijk dat de incidentie en prevalentie van (knie-)artrose, en daarmee het aantal totale knieprotheses, in de toekomst verder zal toenemen. Een indicatie van deze groei is te vinden in tabel 1, waarin de incidentie en prevalentie van knieartrose worden weergegeven. Uit deze tabel blijkt dat het aantal nieuwe gevallen per 1.000 mensen per jaar toeneemt, naarmate de leeftijd toeneemt. Zo is het aantal nieuwe gevallen per 1.000 vrouwen in de leeftijd van 60 tot 64 jaar 9,19 en in de leeftijd van 75 tot 79 jaar zelfs 14,06. Met deze gegevens wordt de conclusie versterkt dat wanneer het aantal ouderen toeneemt, ook het aantal nieuwe gevallen van artrose zal gaan stijgen. Tegelijkertijd zal dan ook het aantal knieprotheses oplopen. Het is dus van groot belang dat de revalidatie zo optimaal mogelijk verloopt: optimaal voor de patiënt door de hoogste kwaliteit van leven te realiseren met de revalidatie, maar ook optimaal voor de therapeut en de maatschappij door snel en efficiënt te revalideren. In 2011 werd 24,1 miljard euro besteed aan ziekenhuis- en medisch-specialistische zorg: dit is 26,9% van de totale kosten van de gezondheidszorg (RIVM, 2011). Ziekenhuiszorg is hiermee verreweg de duurste voorziening binnen de gezondheidszorg. Het besparen op deze kosten zonder verlies van de kwaliteit van zorg is erg belangrijk. Gezien de stijgende kosten in de gezondheidszorg heeft de overheid de zorgverzekeraars verplicht om minder zorg in te kopen bij ziekenhuizen: ook op fysiotherapie wordt bezuinigd. Fysiotherapeuten hebben hierdoor een erg druk programma – er moet evenveel gebeuren, maar in minder tijd –, waardoor er veel belang is bij efficiënt werken.
Beschrijving van de interventie De afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken gedaan die het belang van individuele fysiotherapie en fysiotherapie in groepsvorm vergeleken bij de revalidatie na het plaatsen van een TKP (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012). Zowel op het vlak van de patiënt, het vlak van de therapeut en het maatschappelijk vlak moet een verandering in therapie effectief zijn. In deze review, op basis van vier onderzoeken, richten we ons op de volgende vraagstelling: “Kan fysiotherapeutische groepstherapie bij volwassen, gezonde, patiënten (30-75 jaar) in het revalidatietraject na een TKP effectiever worden geacht dan (conservatieve) individuele therapie, lettend op resultaten binnen de drie domeinen van het ICF (functieniveau – pijn, activiteitenniveau en participatieniveau) en met betrekking tot financiële aspecten?” Werking van de interventie De revalidatie is gebaseerd op oefentherapie (krachttraining en cardiovasculaire training). Het verschil zit in de vorm van therapie: groepstherapie of individuele therapie. In beide gevallen wordt de therapie ondersteund met huiswerkoefeningen. Het voordeel van groepstherapie is dat de groepsleden mentaal steun hebben aan elkaar, echter is bij individuele
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 4
therapie meer aandacht voor de specifieke patiënt.
controlegroep zijn vergelijkbaar met betrekking tot onder andere leeftijd en geslacht.
Het belang van deze studie Er is nog steeds geen consensus bereikt over de effectiviteit van groepstherapie ten opzichte van individuele therapie in het revalidatieproces van patiënten die een TKP hebben laten plaatsen. Deze studie heeft als doel het bieden van nieuwe inzichten aan de hand van de studieresultaten, waarmee een positieve bijdrage geleverd kan worden aan protocollen binnen de ziekenhuisfysiotherapie voor zowel de patiënt, de therapeut en de maatschappij. Deze studie richt zich voornamelijk op het fysiotherapeutische aspect van de revalidatie, overige betrokken disciplines worden niet behandeld. Deze studie kent internationale relevantie, versterkt doordat de gebruikte trials zijn uitgevoerd in meer dan één werelddeel: Europa (Italië: Aprile et al, 2011; Denemarken: Madsen et al, 2013) en Australië (Naylor et al, 2012; Ko et al, 2013).
Uitkomstmaten De primaire uitkomstmaten zijn de mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van de knie en de ervaren kwaliteit van leven. Deze uitkomstmaten zijn gemeten met de International Knee Society Score (Aprile et al, 2011), de Oxford Knee Score (Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012), de Deambulation Index Score (Aprile et al, 2011), de Western Ontario and McMaster Universities Arthritis Index (Ko et al, 2013), de Medical Outcomes Short Form 36 (Aprile et al, 2011; Madsen et al, 2013), de EuroQoL-5 Dimensions (Madsen et al, 2013), de zes minuten wandeltest (Ko et al, 2013) en de Visual Analogue Scale (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012). Secundaire uitkomstmaten zijn de economische kosten.
DOELSTELLINGEN Het doel van deze studie is om het effect van groepstherapie ten opzichte van individuele therapie te evalueren bij volwassenen (30-75 jaar) om op deze manier het revalidatieproces na het plaatsen van een TKP efficiënter en kwalitatief beter te maken.
METHODE Soorten Studies Randomized controlled trials met patiënten waarbij een TKP is geplaatst en in de revalidatie geëvalueerd wordt op groepstherapie ten opzichte van individuele therapie. Soorten Patiënten Volwassen patiënten (30-75 jaar) in het revalidatietraject na het plaatsen van een TKP. Typen interventies Studies waarbij het revalidatietraject na het plaatsen van een TKP bestond uit groepstherapie (behandelgroep) die vervolgens werd vergeleken met individuele therapie (controlegroep). De gegeven therapie, zowel in individuele therapie als in groepstherapie, bestond uit oefentherapie (onder andere krachttraining en cardiovasculaire training). In beide groepen werden dezelfde huiswerkoefeningen meegegeven en dezelfde voorlichting geboden. De behandelgroep en de
Elektronische zoekopdrachten De volgende elektronische databank is doorzocht op 10 februari 2014 om relevante studies te identificeren – er zijn geen taalrestricties opgetreden. MEDLINE (2000 tot en met 10 februari 2014); De gehanteerde zoekstrategie staat in ‘Bijlage 1’ weergegeven. De gebruikte inclusie- en exclusie criteria zijn terug te vinden in ‘Bijlage 2’. Selectie van de studies Twee auteurs van deze review hebben onafhankelijk de zoekresultaten gescreend. Wanneer een studie aan de hand van de abstract passend leek, werd de volledige tekst van het artikel opgezocht. Meningsverschillen werden opgelost door discussie of door een evaluatie van een derde auteur. Data-extractie Alle gevonden artikelen zijn door alle tien auteurs van deze review individueel beoordeeld, waarna in een gezamenlijke discussie een beoordeling is opgesteld waar elke auteur zich in kon vinden. Meningsverschillen werden opgelost door discussie en wanneer dit geen consensus gaf door stemming. Analyse sensitiviteit Wanneer er voldoende trials beschikbaar waren geweest, had er een analyse op basis van sensitiviteit kunnen plaatsvinden op basis van onder andere de randomisatieprocedure. Voor deze studie zijn sensitiviteitanalyses helaas niet van toepassing.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 5
RESULTATEN Resultaten van de zoekactie In totaal zijn 654 gevonden artikelen relevant bevonden, waarvan er 117 geïncludeerd zijn na het lezen van de abstract. Van 33 artikelen was de full tekst beschikbaar. Uiteindelijk bleken 4 artikelen bruikbaar met betrekking tot deze review.
Samplegrootte en setting Het aantal deelnemers binnen de geïncludeerde studies varieerde tussen 12 patiënten (Aprile et al, 2011) en 249 patiënten (Ko et al, 2013). De overige twee studies bevatte respectievelijk 42 patiënten (Naylor et al, 2012) en 80 patiënten (Madsen et al, 2013) In totaal hebben 383 patiënten deelgenomen aan de vier studies. De onderzoeken zijn in Australië (Ko et al, 2013; Naylor et al, 2012), Italië (Aprile et al, 2011) en Denemarken (Madsen et al, 2013) uitgevoerd. Deelnemers Bij alle geïncludeerde patiënten hebben is een TKP geplaatst. Patiënten werden geëxcludeerd uit het onderzoek wanneer zij niet in staat waren
Het artikel van Naylor et al, 2012, leek in eerste instantie aan de hand van de abstract niet te voldoen aan de inclusiecriteria. Na het lezen van de full-tekst bleek het artikel toch te voldoen en is deze toegevoegd aan de selectie. In Figuur 1 staat de flowchart van deze zoekactie.
om het studiemateriaal te begrijpen (door bijvoorbeeld taalbarrières – Ko et al, 2013) of wanneer zij cardiale problemen of respiratoire problemen ondervonden waardoor het onmogelijk was om aan het oefenprogramma deel te nemen (Naylor et al, 2012). Interventies Bij 3 artikelen betrof de interventie individuele therapie, welke werd vergeleken met groepstherapie als controlegroep (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013). Bij het vierde artikel betrof de interventie groepstherapie en werd deze met individuele therapie als controlegroep vergeleken (Naylor et al, 2012).
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 6
De interventie van Aprile et al, 2011 bestaat uit een groep van 6 personen die een revalidatietraject starten van één maand, drie weken na het zetten van een TKP. De interventiegroep start met 15 dagen individuele behandeling en daarna 15 dagen groepsbehandeling. De controlegroep begint met 15 dagen groepstherapie, waarna 15 dagen individuele therapie volgt. Individueel wordt dagelijks 1 uur getraind en in de groep dagelijks 2 uur. Kracht en flexibiliteit staan centraal tijdens deze trainingen. Ko et al, 2013 gebruikt als interventie individuele therapie, 2 keer per week voor 6 weken. Deze therapie bestaat uit manuele handelingen (mobilisatie), therapeutische onderdelen (tapen, TENS et cetera) en specifieke training (spierkracht en rekken). De controlegroep volgt 12 groepssessies in 6 weken. De groepssessie bestaat uit een circuittraining van 50 minuten, gericht op functionele oefeningen, specifieke spierkrachtoefeningen en aerobe activiteiten – inclusief warming-up en cooling-down. De tweede controlegroep volgde een thuisprogramma met wederom de circuitvorm. Daarnaast zijn er 2 sessies bij de fysiotherapeut: de eerste sessie voor het instrueren van de oefeningen, twee weken later een sessie om aan te geven op welke signalen er gelet moet worden om complicaties te voorkomen en om de oefeningen bij te sturen. Bij Madsen et al, 2013, wordt er een interventie gebruikt die bestaat uit een revalidatietraject 4 tot 8 weken postoperatief. In dit traject wordt als interventie gewerkt met oefentherapie op groepsbasis, gecombineerd met huiswerkoefeningen. De training bestaat uit drie elementen: kracht en uithoudingsvermogen, voorlichting over de trainingsinhoud en discussie tussen de patiënten over hun eigen ervaringen en training van de dag. De huiswerkoefeningen bestaan uit krachttraining en balanstraining. Bij de controlegroep bestaat het revalidatietraject uit oefentherapie op individuele basis aan de hand van huiswerkoefeningen – dezelfde als bij de groepstherapie. Naylor et al, 2012, heeft een interventie bestaande uit een groepstrainingsprogramma van 6 weken voor het vergroten van de cardiovasculaire fitheid. Dit gebeurt onder begeleiding van fysiotherapeuten. De controlegroep start een individueel home-based programma van 6 weken. Beide groepen starten twee weken postoperatief. Uitkomsten Op basis van de vier artikelen concluderen wij dat individuele therapie en groepstherapie mogelijk even effectief zijn op basis van de genoemde primaire uitkomstmaten (de mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van
de knie en de ervaren kwaliteit van leven). Op basis van de economische kosten (secundaire uitkomstmaat) wordt vervolgens een lichte voorkeur gegeven aan groepstherapie, aangezien dit minder kosten met zich meebrengt. Maar bovenal dient er te allen tijde rekening gehouden te worden met de voorkeur van de therapeut en patiënt bij het maken van de keuze voor de therapievorm. Primaire en secundaire uitkomstmaten De primaire uitkomstmaten zijn de mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van de knie en de ervaren kwaliteit van leven. Deze uitkomstmaten zijn gemeten met de International Knee Society Score (Aprile et al, 2011), de Oxford Knee Score (Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012), de Deambulation Index Score (Aprile et al, 2011), de Western Ontario and McMaster Universities Arthritis Index (Ko et al, 2013), de Medical Outcomes Short Form 36 (Aprile et al, 2011; Madsen et al, 2013), de EuroQoL-5 Dimensions (Madsen et al, 2013), de zes minuten wandeltest (Ko et al, 2013) en de Visual Analogue Scale (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012). Secundaire uitkomstmaten zijn de economische kosten (Aprile et al, 2011en Ko et al, 2013).
Toewijzing Bij alle gebruikte artikelen (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012) is geen sprake van bias in het toewijzen van de deelnemers (selectieve bias). Er wordt duidelijk aangegeven hoe de randomisatieprocedure in zijn werk is gegaan. Het artikel van Naylor et al, 2012, geeft slechts in kleine mate
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 7
weer of de randomisatie geheel willekeurig ging met gebruik van een onafhankelijke onderzoeker. Hierdoor is de gerandomiseerde indeling van de interventiegroep en de controlegroep (selectieve bias) bij dit artikel twijfelachtig. Blindering In geen van de artikelen (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012) is sprake van blindering van patiënten en therapeuten (uitkomst bias). Dit is bij onderzoek naar fysiotherapeutische interventie ook vrijwel onmogelijk. In alle artikelen is er sprake van blindering van de effectbeoordelaars (detectie bias). Alle artikelen vermelden de uitkomstdata duidelijk in tabellen en er wordt niets onthouden van de vooraf gestelde onderzoek parameters. Ditzelfde geldt voor de verslaglegging van alle vier de artikelen. De verslaglegging van Ko et al, 2013 (rapportage bias); en de vermelding van uitkomstmaten door Aprile et al, 2011 (uitval bias), zijn wel minder goed weergegeven dan bij de overige artikelen.
DISCUSSIE Samenvatting hoofdresultaten Er zijn vier onderzoeken geïncludeerd, met in totaal 383 patiënten, die postoperatieve groepsrevalidatie vergeleken met individuele revalidatie na het plaatsen van een TKP. Van deze onderzoeken gaven de volgende onderzoeken informatie over de in deze review gestelde primaire uitkomsten: Vermindering van pijn Op basis van de WOMAC pijnscore is een afname van 1.8 geconcludeerd en op basis van VAS pijn een afname van 0.98 (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Naylor et al, 2012); Vergroting van de passieve bewegingsuitslag e Op basis van de Oxford Knee Score in 3 tot e en met 6 maand postoperatief is een toename van 2.6 (SD 1.6) geconcludeerd (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013); Verbetering bij de kwaliteit van leven e e Op basis van de SF-36 in de 3 tot en met 6 maand postoperatief is een toename van 5.8 (SD 5.2) geconcludeerd (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013). In geen van de geïncludeerde onderzoeken werden bijwerkingen gerapporteerd. Twee van de vier geïncludeerde onderzoeken gaven uitkomsten met betrekking tot de in deze review gestelde secundaire uitkomsten (Aprile et al, 2011; Ko et al, 2013). Beide artikelen stellen dat groepstherapie qua economische kosten voordeliger is dan individuele therapie.
Volledigheid en toepasbaarheid Er kan worden gesteld dat de resultaten van de vier onderzoeken toepasbaar zijn in Nederland. Twee van de vier onderzoeken zijn immers uitgevoerd in Europa (Italië: Aprile et al, 2011; Denemarken: Madsen et al, 2013), de overige twee onderzoeken zijn uitgevoerd in Australië (Naylor et al, 2012; Ko et al, 2013). Australië en Nederland zijn qua maatschappij en gezondheidszorg ook erg vergelijkbaar. De omvang van de patiëntengroepen, zowel van de interventiegroep als van de controlegroep, zijn klein. Voor alle vier de onderzoeken samen bestond het aantal patiënten uit 383. Ko et al, 2013, had met 249 patiënten de grootste onderzoeksgroep. Aprile et al, 2012, had de kleinste patiëntengroep (27 patiënten), waarbij daarnaast zowel patiënten met een knieprothese als met een heupprothese geïncludeerd waren. Drie van de vier studies (Madsen et al, 2013; Naylor et al, 2012; Ko et al, 2013) vermeldden de loss-to-follow up van patiënten, de laatste studie (Aprile et al, 2012) geeft deze gegevens niet weer, waardoor onduidelijk blijft of en waarom patiënten uitgevallen zijn. Baseline meting De studies startten niet allemaal op hetzelfde moment postoperatief. Aprile et al, 2012, start het onderzoekstraject nadat de patiënten eerst 3 weken conventionele fysiotherapie hadden ondergaan. Dit zorgde ervoor dat alle patiënten op de baseline 50% van de range of motion bereikten en dat zij 50% gewicht konden nemen op het geopereerde been. De patiënten in de studies van Ko et al, 2013, en Naylor et al, 2012, begonnen 2 weken postoperatief, terwijl de patiënten in het onderzoek van Madsen et al, 2013, vier weken na de operatie een eerste training hadden. Kwaliteit van resultaten In de verschillende onderzoeken wordt gebruik gemaakt van verschillende klinimetrie om uitkomstmaten te meten. Twee onderzoeken maken gebruik van de SF-36 (Aprile et al, 2012; Madsen et al, 2013). Daarnaast wordt er door Madsen et al, 2013, ook gebruik gemaakt van de aanvullende vragenlijst EQ-5D. Beide vragenlijsten richten zich op alle verschillende domeinen van de ICF (functies, activiteiten, participatie, persoonsfactoren). De OKS wordt gebruikt door 2 studies (Ko et al, 2013; Madsen et al, 2013). Deze vragenlijst richt zich, in tegenstelling tot de IKS, op stoornissen in functies, beperkingen in activiteiten en beperkingen in participatie. De IKS, gebruikt door Aprile et al, 2012, meet slechts de stoornissen in functies. Aprile et al, 2012 gebruiken echter wel de DI om het activiteitenniveau te evalueren.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 8
Daarnaast wordt er gebruikt gemaakt van de 6MWT (Ko et al, 2013), de VAS-score (Aprile et al, 2012; Naylor et al, 2012). In het onderzoek van Naylor et al, 2012, wordt ook gebruik gemaakt van de hartfrequentie en de bereikte vermoeidheid. Dit wordt echter niet ondersteund door valide, objectieve klinimetrie. Veel van de bovengenoemde meetinstrumenten bestaan uit subjectieve vragenlijsten (OKS, SF36, WOMAC, EQ-5D). Hier moet rekening mee gehouden worden met het beoordelen van de uitkomsten. Het gebruik van de meetinstrumenten stelden de verschillende onderzoeken goed in staat om de interventie ten opzichte van de controlebehandeling te evalueren. Door het gebruik van verschillende meetinstrumenten is vergelijking van deze vier onderzoeken minder betrouwbaar. De betrouwbaarheid van de onderzoeken neemt ook af doordat alle onderzoeken interventies met een verschillende inhoud beschrijven. Drie van de vier studies (Aprile et al, 2013; Ko et al, 2012; Madsen et al, 2013) geven geen informatie over de frequentie en intensiteit van de oefentherapie. Naylor et al, 2012, geeft slechts een magere beschrijving. Aprile et al, 2013, vermeldt evenmin de inhoud van de interventie, terwijl Ko et al, 2013, Madsen et al, 2013, en Naylor et al, 2012, dit wel doen. Toch zijn deze interventies erg verschillend. Naylor et al, 2012, richt zijn interventie op het vergroten van de cardiovasculaire fitheid; Ko et al, 2013 verricht bij de individuele therapie manuele handelingen (mobilisaties), therapeutische handelingen (taping en elektrostimulatie et cetera) en specifieke spierkrachttraining. Daarentegen bestaat de groepstherapie van Ko et al, 2013, uit twee keer per week 50 minuten circuittraining (spierkracht, aerobe activiteit, functionele training). De interventie van Madsen et al, 2013 is gericht op spierkracht, uithoudingsvermogen, educatie en zelfmanagement. In de studies van Ko et al, 2013, en Madsen et al 2013, wordt vermeld dat alle patiënten ook een huiswerkprogramma uitvoeren, de inhoud van deze huiswerkprogramma’s wordt echter niet beschreven. Aanwezigheid van performance bias Alle onderzoeken vergelijken een vorm van groepsfysiotherapie met een vorm van individuele fysiotherapie. Binnen deze onderzoeken is het voordoen van performance bias bijna onvermijdbaar. Patiënten en behandelaars kunnen bij deze vorm van
onderzoek namelijk erg moeilijk geblindeerd worden, waardoor beïnvloeding van resultaten mogelijk is.
CONCLUSIE Implicaties voor de praktijk Op basis van de vier artikelen concluderen wij dat individuele therapie en groepstherapie mogelijk even effectief zijn als revalidatievorm na het plaatsen van een TKP, op basis van de primaire uitkomstmaten (mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van de knie en de ervaren kwaliteit van leven). Op basis van de economische kosten wordt vervolgens een lichte voorkeur gegeven aan groepstherapie, aangezien dit minder kosten met zich meebrengt. Maar bovenal dient er te allen tijde rekening gehouden te worden met de voorkeur van de therapeut en patiënt bij het maken van de keuze voor de therapievorm. Implicaties voor verder onderzoek Studies die in de toekomst worden gedaan naar groepstherapie ten opzichte van individuele therapie na het plaatsen van een TKP, zullen effectiever zijn wanneer zij rekening houden met de volgende punten: De onderzoeken moeten een grotere patiëntengroep bevatten; De onderzoeken dienen een loss-to-follow up te vermelden; De onderzoeken worden op hetzelfde moment postoperatief gestart; De onderzoeken maken gebruik van dezelfde klinimetrie; De patiëntengroepen bestaan alleen uit patiënten met een TKP; De onderzoeken moeten een duidelijke beschrijving geven van inhoud, frequentie en intensiteit van de interventies; De interventie en controlegroep moeten in ieder onderzoek gelijk zijn.
DANKBETUIGING We zijn Quirine Anderegg erg dankbaar voor haar begeleiding en constructieve feedback tijdens het schrijven van deze review. Daarnaast willen we René van Oosten, van het Amsterdams Medisch Centrum, bedanken voor het beschikbaar stellen van informatie.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 9
REFERENTIES Referenties van geïncludeerde studies, gebruikt bij het opstellen van deze review. Aprile et al, 2011 Aprile I, Rizzo RS, Romanini E, Santis de F, Marsan S, Rinaldi G et al. Group rehabilitation versus individual rehabilitation following knee and hip replacement: a pilot study with randomized, single-blind, cross-over design. Europeon Journal of physical and rehabilitation medicine. 2011. Giele, 2014 Giele B. Fysiotherapie orthopedie. Amsterdam, Amsterdam, 2014.
op de afdeling Hogeschool van
Ko et al, 2013 Ko V, Naylor J, Harris I, Crosbie J, Yeo A, Mittal R. A One-to-One therapy is not superior to group or home-based therapy after total knee arthroplasty. The journal of bone and joint surgery. 2013.
LINH, 2011 Landelijk Informatienetwerk Huisartsenzorg, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Artrose: incidentie, prevalentie en sterfte naar leeftijd en geslacht. Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2011. Madsen et al, 2013 Madsen M, Larsen K, Madsen IK, Soe H, Hansen TB. Late group-based rehabilitation has no advantages compared with supervised home-exercises after total knee arthroplasty. Danish medical journal. 2013. Naylor et al, 2012 Naylor PB, Ko V. Heart rate response and factors affecting exercise performance during home- or class-based rehabilitation for knee replacement recipients. Journal of Evaluation in clinical practice. 2012. RIVM, 2011 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Kosten van Ziekten in Nederland in 2011. Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2013.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 10
BIJLAGE 1 – Zoekstrategie MEDLINE Er is gebruik gemaakt van de medische database MEDLINE. Elektronische zoekopdracht 1. De in het Nederlands opgestelde PICO is vertaald naar het Engelse sleutelwoorden. Total knee arthroplasty / Group therapy / Single therapy / Pain 2. De eerste zoekpoging met behulp van de zoekmachine PubMed had de volgende samenstelling: “Total knee arthroplasty AND Group therapy”. Er is gezocht volgens de zoekoptie “Advanced”. Deze zoekopdracht leverde 634 resultaten op. 3. Vervolgens is er gebruik gemaakt van het filter “Randomized controlled trial”. Deze zoekopdracht leverde 284 resultaten op. 4. Ten slotte is zijn de filters “5 years”, “Humans” en “English” gebruikt. Deze zoekopdracht leverde 114 resultaten op. 5. Uit deze resultaten zijn de volgende, voor deze studie bruikbare, artikelen naar voren gekomen: Artikel 1: One-to-one therapy is not superior (...) arthroplasty, Ko et al, 2013; Artikel 5: Late group-based rehabilitation (...) arthroplasty, Madsen et al, 2013; Artikel 56: Group rehabilitation versus (...) replacement, Aprile et al, 2011. 6. De volgende zoekopdrachten met behulp van de zoekmachine PubMed hadden de volgende samenstellingen: “Total knee arthroplasty AND Single therapy” / “Total knee arthroplasty OR Knee Replacement Arthroplasties And Single therapy” / “Total knee arthroplasty OR Knee Replacement Arthroplasties OR Knee Replacement Arthroplasty AND Single therapy” / “Total knee arthroplasty OR Knee Replacement Arthroplasties OR Knee Replacement Arthroplasty AND Pain”. Bij het samenstellen van deze zoekopdrachten is gebruik gemaakt van de MeSH-database. 7. Uit de MeSH-database kwam het substituut “Class based therapy” naar voren als vervanger van “Group Therapy”. Dit leverde de volgende zoekopdracht in PubMed op: “Total knee arthroplasty AND Class based therapy”. Er is gezocht volgens de zoekoptie “Advanced”. Deze zoekopdracht leverde 20 resultaten op. 8. Vervolgens is er gebruik gemaakt van de filters “Randomized controlled trial”, “5 years”, “Humans” en “English”. Deze zoekopdracht leverde 3 resultaten op. 9. Uit deze resultaten is het volgende, voor deze studie bruikbare, artikel naar voren gekomen: Artikel 2: Heart rate respons and factors (...) recipients, Naylor et al 2010. 10. Als laatste is er met alle gebruikte zoekopdrachten (zonder gebruik van de filter “RCT”) gezocht in de databases van MEDLINE en Cochrane Library naar het bestaan van een Systematic Review met hetzelfde onderwerp als de in deze studie opgestelde vraagstelling zodat de studie relevant zou zijn: deze SR bestond niet.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 11
BIJLAGE 2 – Inclusie en exclusie criteria Literatuur selectie De artikelen die gebruikt gaan worden voor deze literatuurstudie voldoen aan inclusie- en exclusiecriteria, die de vraagstelling onderbouwd beantwoorden. De PICO komt overeen met de patiëntengroep, de uitgevoerde interventies, co-interventies en resultaten die in de beschikbare artikelen beschreven worden. Inclusie criteria In deze literatuurstudie worden Engelstalige Randomized controlled trials gebruikt, die niet ouder zijn dan 5 jaar. De patiënten die meedoen aan de onderzoeken moeten een gemiddelde Nederlandse patiënt na een TKP vertegenwoordigen: De patiënt is tussen de 30 en 75 jaar, er zijn zowel mannelijke als vrouwelijke patiënten en ze hebben een gezonde Body Mass Index, een goede cognitie en weinig tot geen complicaties perioperatief en postoperatief. Daarnaast wordt er in het onderzoek fysiotherapeutische groepstherapie vergeleken met individuele fysiotherapeutische therapie. De patiënten oefenen met dezelfde trainingsvariabelen. Er wordt in de artikelen uitspraak gedaan over de mate van pijn in de knie, de passieve bewegingsuitslag van de knie en de ervaren kwaliteit van leven. De secundaire uitkomstmaten zijn de economische kosten. Exclusie criteria Artikelen in een taal anders dan de Engelse taal, artikelen die gebruikt zijn om een systematic review te maken en artikelen die ouder dan 5 jaar zijn, worden uitgesloten van deze literatuurstudie. Bij geïncludeerde patiënten mag er geen sprake zijn van: Overgewicht; Slechte cognitie; Complicaties perioperatief en/of postoperatief. Wanneer groepstherapie niet met individuele therapie wordt vergleken en er geen uitkomstmaat is met betrekking tot pijnafname is het artikel onbruikbaar voor deze literatuurstudie.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 12
BIJLAGE 3 – Tabel resultaten
Titel
Auteurs Bron Jaar uitgaven Soort studie Aantal patiënten
Inclusie criteria
Exclusie criteria
Artikel 1 Group Rehabilitation Versus Individual Rehabilitation Following Knee And Hip Replacement.
Artikel 2 One-to-One Therapy Is Not Superior To Group Or HomeBased Therapy After Total Knee Arthroplasty.
Aprile I, Rizzo RS, Romanini E, Santis F, Marsan S, Rinaldi G. European Journal of Physical and Rehabilitation Medicine 2011 RCT 12 patiënten Recente total hip/knee operatie; Eerste total hip of total knee operatie; Leeftijd tussen 30-90 jaar; Postoperatief 50% van het totale gewicht op het aangedane been kunnen dragen ROM heup: flexie 70°, abductie 20°, exorotatie 30°; ROM knie: extensie 10°, flexie 70° Eerdere gewricht vervangende operatie; Cognitieve problemen; Aanwezigheid overige protheses; Reumatoïde artritis; Ziekte van Parkinson; Neuropathie.
Ko V, Naylor J, Harris I, Crosbie J, Yeo A, Mittal R. The Journal of Bone and Joint Surgery 2013 RCT 249 patiënten Recente plaatsing primaire unilaterale TKP; Recente plaatsing simultane bilaterale TKP; Bereidheid tot volgen revalidatie programma bij één van de deelnemende ziekenhuizen.
Artikel 3 Late Group-Based Rehabilitation Has No Advantages Compared With Supervised Home-Exercises After Total Knee Arthroplasty. Madsen M, Larsen K, Madsen IK, Soe H en Hansen TB. Danish Medical Journal 2013 RCT 80 patiënten Recente plaatsing primaire TKP tgv gonartrose; Leeftijd 18> jaar; Patiënt woont in één van de drie omliggende gebieden; Patiënt kan zelfstandig naar het revalidatiecentrum reizen.
Niet in staat tot begrijpen studiemateriaal (taalbarrière); Ernstige respiratoire comorbiditeit; Ernstige cardiale comorbiditeit; Diepe wond infecties; Gewrichtsinstabiliteit;
Neuromusculaire aandoening; Neurodegeneratieve aandoening; (Wond-)infectie; Ernstige complicaties; Krachtproblematiek; Stabiliteitsproblematiek; Mobiliteitsproblematiek; Ernstige pijn; Niet in staat tot begrijpen studiemateriaal (taalbarrière); Dementie;
Artikel 4 Heart Rate Response And Factors Affecting Exercise Performance During Home- Or Class-Based Rehabilitation For Knee Replacement Recipients. Naylor JM, Ko V. Journal of Evaluation in Clinical Practice 2012 RCT 42 patiënten Recente plaatsing primaire unilaterale TKP; Recente plaatsing simultane bilaterale TKP; Patiënten geworven bij de preopname in het ziekenhuis door onderzoeker.
Gebruik van bètablokkers; Aanwezigheid pacemaker; Woonplaats gelegen buiten het geografische stroomgebied van de deelnemende ziekenhuizen.
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 13
Titel
Gebruikte meetinstrumenten
Primaire uitkomsten
Secundaire uitkomstmaten
Artikel 1 Group Rehabilitation Versus Individual Rehabilitation Following Knee And Hip Replacement.
International Knee Society Score (IKS); Deambulation Index Score (DI); Vragenlijst gezondheidstoestand (SF-36); Visual Analogue Scale (VAS).
International Knee Society Score (IKS); Deambulation Index Score (DI); Economische kosten; Japanese orthopedic association ( JAO) Big five; Vragenlijst gezondheidstoestand (SF-36); Western Ontario and McMaster Osteoarthritis Index (WOMAC); MHHS; Visual Analogue Scale (VAS).
Tertiaire uitkomstmaten
Artikel 2 One-to-One Therapy Is Not Superior To Group Or HomeBased Therapy After Total Knee Arthroplasty.
Artikel 3 Late Group-Based Rehabilitation Has No Advantages Compared With Supervised Home-Exercises After Total Knee Arthroplasty. Oxford Knee Score (OKS); Oxford Knee Score (OKS); Western Ontario and McMaster Vragenlijst gezondheidstoestand (SF-36); Osteoarthritis Index (WOMAC); Six Minute Walk Test (6MWT) Goniometrie; Nottingham Leg Extensor Power Rig; Tandem Test; 10 meter wandeltest (10MWT); 30 seconden sit-to-stand. Oxford Knee Score (OKS). Oxford Knee Score (OKS).
Western Ontario and McMaster Osteoarthritis Index (WOMAC); Economische kosten; Visual Analogue Scale (VAS); Functional Subscale 22; Range of Motion knie; Six Minute Walk Test (6MWT); Vragenlijst gezondheidstoestand (SF-12).
EuroQol-5 (EQ5D); Vragenlijst gezondheidstoestand (SF-36);
Artikel 4 Heart Rate Response And Factors Affecting Exercise Performance During Home- Or Class-Based Rehabilitation For Knee Replacement Recipients. Borstgordel; Polshorloge; Goniometrie; Visual Analogue Scale (VAS).
Polar F4/F6 Heart-Rate monitor; Visual Analogue Scale (VAS). Oxford Knee Score (OKS); Range of Motion knie.
Active Range of Motion knie; Tandem test; Leg Extensor Power (LEP); 10 meter looptest (10MWT); 30 seconden sit-to-stand; Visual Analogue Scale (VAS).
Effectiviteit van postoperatieve fysiotherapie bij patiënten met een Totale Knie Prothese op basis van groepstherapie of individuele therapie: reen review. Copyright © 2014 Hogeschool van Amsterdam, LF233B
Pagina 14