bijlage 2 Kennismakingsfiche

bijlage 2 Kennismakingsfiche Naam: Leeftijd: Woonplaats:

email: Broers/zussen:

1

Studies: Interesses/hobby’s:

2

Favoriet boek: Favoriet Tv-programma:

3

Favoriete muziek:

4

Favoriete eten:

5

Wat is voor mij belangrijk om rekening mee te houden tijdens een groepsgesprek ? Wat weet ik al over autisme ? Wat zijn mijn verwachtingen van het groepswerk ? Deze vragen heb ik nog:

Mijn Zelfportret – Ilse Aerts en Peter Buys

6

bijlage 3 Stellingen en beelden             

ik word niet graag aangeraakt soms kan ik niet stoppen met praten ik zie overal regels ik hou niet van verrassingen ik heb alles graag op orde soms denk ik dat alle mensen naar mij kijken ik kan heel veel onthouden ik hou niet van ruzie maken ik ben vlug bang soms ben ik liever alleen als ik iets doe, ga ik er helemaal voor ik hou van humor een blanco kaartje dat ze zelf kunnen invullen

kabouter, held, showman, koning(in), clown, professor, filosoof, showgirl, heks, engel, bitch, babe, nerd, ridder, alchemist, bengel, kameleon, emo, … een blanco kaartje dat ze zelf kunnen invullen


bijlage 4 Lijst van mogelijke kwaliteiten ambitieus, aandachtig, alert, attent, avontuurlijk, handig, behulpzaam, betrouwbaar, bescheiden, creatief, daadkrachtig, dapper, eerlijk, enthousiast, eenvoudig, flexibel, fijngevoelig, geduldig, gedreven, gevoelig, gezellig, gul, handig, hartstochtelijk, helder, hulpvaardig, humoristisch, idealistisch, krachtig, kritisch, knap, lief, mooi, moedig, nuchter, nieuwsgierig, open, optimistisch, ontspannen, openhartig, opgewekt, ordelijk, precies, realistisch, rechtvaardig, relaxed, royaal, rustig, soepel, serieus, slim, speels, sportief, spontaan, sterk, tactvol, tevreden, voorzichtig, vrolijk, vriendelijk, wijs, zacht, zelfzeker, zelfstandig, zorgvuldig, zorgzaam,…

bijlage 5 Hulpvragen bij de verschillende peilers van het kernkwadrant

 kernkwaliteit: Wat is typisch voor jou ? Wat behoort tot jouw eigenheid ? Als ze dat wegnemen, heb je het gevoel dat je jezelf niet meer bent ?  valkuil: Wat zijn verwijten die je vaak krijgt ?  uitdaging: Welke kwaliteit zou je kunnen gebruiken om een evenwichtiger/ completer mens te worden ?  allergie: Wat stoort je bij anderen ? Waar kan je bij iemand anders niet tegen ?


bijlage 6 Leeg kernkwadrant

kernkwaliteit

valkuil teveel van het goede teveel van het goede

positief tegenovergestelde

negatief tegenovergestelde

teveel van het goede

allergie

uitdaging

bijlage 8 Omschrijving relatie 1. geef vijf woorden die volgens jou te maken hebben met het begrip relatie: 2. een relatie is (geef een omschrijving):


bijlage 9 Stellingen                       

ik vertrouw alleen maar mensen die ik goed ken ik zeg gemakkelijk mijn mening ik doe alleen iets voor een ander als ik er iets voor terugkrijg ik kan vertellen wat ik van anderen denk ik weet niet altijd hoe ik moet reageren op andere mensen de ene keer leg ik vlot contact met anderen, de andere keer verloopt het contact stroef ik observeer anderen ik heb een bepaalde hobby of interesse ik begrijp niet altijd waarom de mensen zich zo of zo gedragen ik vind het leuk om samen met anderen iets te doen soms benader ik vreemden op een overdreven familiaire manier ik ben behulpzaam ik maak gemakkelijk een praatje met andere mensen ik val andere mensen soms lastig (zonder dat ik dat echt bedoel) ik vind het leuk de baas te spelen meedoen in groep kost mij veel moeite ik vind het leuk te volgen het liefst ben ik op mezelf ik snap de codes tussen mensen niet ik word meer aangetrokken tot dingen dan tot mensen ik vind het vervelend als andere mensen zeggen wat ik moet doen ik heb er last van als mensen mij aanraken of te dichtbij komen blanco


bijlage 10 Top 3 relaties Deze relaties zijn voor mij belangrijk op dit moment:              

moeder vader broer zus familie (grootouder(s), tante, nonkel, neef, nicht,…) klasgenoot vriend(in) lief leerkracht begeleider chat-vriend(in) niemand lievelingsdier …

Maak hiervan een top 3: 1. ………………………. 2. ………………………. 3. ………………………. Waarom is vriendschap belangrijk voor mij ? ………………………………………………………………………………………………………………… Wat voor soort vriend(in)/ lief wil ik zijn? ………………………………………………………………………………………………………………… Wat betekent het om een goede vriend(in) te zijn? ………………………………………………………………………………………………………………… Hoe zou ik mij gedragen tegenover mijn beste vriend(in)/ lief ? ………………………………………………………………………………………………………………… Dit is mijn gouden tip in het vinden van een lief: …………………………………………………………………………………………………………………


bijlage 11 Het ijsbergmodel

Waarneembaar gedrag

problemen met: 

communicatie



omgaan met anderen



verbeelding en verandering

Waarneembaar gedrag: Felix pest zijn zus

problemen ten gevolge van autisme:




hoe vragen om mee te spelen ?



hoe spelen met zus ?



inleven in zus ? invulling vrije tijd ?

bijlage 12 Het Bad

bijlage 13 Cijfers en letters


bijlage 14 Bergje zand op het strand Ik maak een bergje zand op het strand. Ik neem mijn gieter en laat wat water op de top van het bergje stromen. Het water loopt kronkelend naar beneden en maakt kanaaltjes in het zand. Sommige kanalen zijn breed en diep, sommige zijn nauw en ondiep. Het water trekt weg en er blijft een afdruk achter, een patroon. Dit patroon is te vergelijken met de indruk die een gebeurtenis op mij heeft en de signalen die mijn hersenen versturen. Als ik voor de tweede keer water op het zandbergje laat stromen gebeurt er iets bijzonders. Het water loopt door de al bestaande kanaaltjes weg en vormt maar een paar nieuwe kanaaltjes. De bestaande kanaaltjes verdiepen zich enkel. Als ik opnieuw water op het bergje laat stromen, verdiept het opgeslagen patroon zich weer en ontstaan er slechts enkele nieuwe kanaaltjes. De hersenen houden het reeds gevormde traject aan bij zich herhalende gebeurtenissen of bekende feiten. Bij mensen met autisme echter doorlopen ze vaker nieuw gevormde sporen. Aantal keer a:….


bijlage 15 Helpende of niet-helpende gedachten ? Kruis aan wat bij jou past:                               

9 op 10 is maar net genoeg voor mij ik verlies nooit ik vertrouw iedereen het zal me wel lukken, als ik stap voor stap volhoud een belangrijke moment moet perfect zijn ik mag al eens een foutje maken ik ga gewoon in actie schieten als ik misluk, laten ze me vallen sommigen van mijn klas vinden me niet leuk dit is veel werk, ik moet op tijd beginnen iedereen vindt mij geweldig het komt wel goed, als ik blijf geloven in mezelf als ik zwijg, ben ik zwak er zijn genoeg mensen die me steunen ik hoop dat ze me laten meespelen niemand vindt mij tof ik ben de moeite waard alles komt wel goed wat als ze me niet leuk vinden? niemand begrijpt mij als ik het vaker doe, word ik er steeds beter in ik ben een loser iedereen is tegen mij ik kan niets de mensen zijn niet te vertrouwen ik moet dat kunnen iedereen maakt al eens fouten het is alles of niets ik zie hoe ze mij afkeuren ze begrijpen me niet, ik moet me duidelijker uitdrukken ………………………………………………………….. (zelf in te vullen)


bijlage 16 Mijn helpende en niet-helpende gedachten Mijn vaak voorkomende niet-helpende gedachten zijn:   

…………………………………………………………………………………………… ………………….. …………………………………………………………………………………………… ………………….. …………………………………………………………………………………………… …………………..

Mijn vaak voorkomende helpende gedachten zijn:   

…………………………………………………………………………………………… ………………….. …………………………………………………………………………………………… ………………….. …………………………………………………………………………………………… …………………..


bijlage 17 Stellingen of invulblad                            

ik heb tijd nodig om aan nieuwe dingen te wennen ik hou er niet van om mijn kamer te veranderen Ik vraag uitleg als ik niet weet wat er gaat komen ik heb vaak mijn lievelingskleren aan herhaling is prettig voor mij Ik kan mijn plannen wijzigen ik kan verdwalen in een bekende omgeving ik verzamel graag, namelijk … ik kan lang aan hetzelfde doorwerken Ik kan zeggen wanneer ik in de war ben door een plotse verandering ik heb vaste gewoontes ik heb één grote hobby, namelijk … ik vind plotselinge veranderingen niet leuk ik heb een bepaalde interesse waar ik veel mee bezig ben ik vind het vervelend als dingen niet lopen zoals ik denk of wil ik weet graag op voorhand wat er gaat gebeuren, wanneer, hoe, met wie stiptheid, vb. op tijd beginnen of stoppen, is voor mij heel belangrijk ik weet vaak niet wat ik moet kiezen ik kom altijd op tijd ik accepteer dat iets anders gaat dan ik had verwacht ik ben chaotisch, anderen moeten mij vertellen hoe ik dingen moet aanpakken ik vind het moeilijk om op tijd te komen; als ik ergens mee bezig ben, wil ik dat eerst afmaken ik vind het erg belangrijk dat zaken juist en correct zijn als ik fantaseer, blijf ik vasthangen aan concrete voorbeelden ik vraag waarom iets verandert ik kan improviseren als ik niet goed begrijp waarom iets plots verandert, let ik vooral op de dingen die ik wel snap ………………………………………………………….. (zelf in te vullen)


bijlage 18 Situatiebeschrijvingen Situatie1: Je zit aan de ontbijttafel met je ouders en je broer. Je bent aan het eten. Je broer stoot per ongeluk zijn glas melk om en het valt over jouw bord en op je broek. Je boterham op je bord zit onder de melk en je broek en benen zijn helemaal nat. Wat zou je doen als kind ? Als puber ? Als volwassene ?’ Situatie 2: Je zus neemt iets af dat van jou is (vb. speelgoed/ dvd/ geld), wat zou je reactie zijn ? Als kind ? Als puber ? Als volwassene ?’ Situatie 3: Je moeder kijkt boos en je weet niet waarom. Wat is jouw reactie ? Als kind ? Als puber ? Als volwassene ?’

bijlage 19 Stress-situaties Wat zijn gebeurtenissen/ situaties die bij jou stress uitlokken ?                

Omgevingsveranderingen (vb. meubels die worden verplaatst) Slaaptekort Groepswerk op school Lawaaihinder (vb. fotokopiemachine, zoemende buislampen, getik van de verwarming) Plagerijen door anderen Werkbelasting op school Te veel huiswerk Niet begrijpen van anderen Niet begrepen worden door anderen Lachen van anderen Wijziging van de planning van activiteiten Moeten spreken in groep Vervanging van de leerkracht Andere:…………………………………………………………. .............................................................................................. ..............................................................................................


bijlage 20 Mogelijk gedrag bij stress Wat doe jij in stress-situaties ?                    

Ik ga roepen Ik ga stiller praten Ik tel tot tien Ik wacht tot de situatie overgaat Ik word agressief (stampen, slaan, gooien met dingen) Ik ga naar mijn kamer Ik zoek een rustige plek Ik vraag naar rust Ik ga iets doen waar ik rustig van word (vb. muziek luisteren) Ik ga sneller praten Ik ga mijn tanden op elkaar duwen Mijn spieren spannen zich op Ik ga mijn vuisten ballen Ik ga met mijn vingers tikken op de bank Ik knijp mijn ogen toe Ik ga met mijn haar spelen Ik ga aan mijn neus prutsen Ik ga stotteren Ik krijg bepaalde tics, vb. ........................................................ .................................................................................................


bijlage 21 Oefeningen rollenspel communicatie Situatie 1 : Moeder: Je zoon heeft een nieuw vriendinnetje. Probeer te weten te komen wat ze samen doen, hoe intiem ze zijn, hoe serieus de relatie is,…. Zoon: Je moeder vraagt je uit over je nieuwe vriendinnetje, je wil wel iets vertellen maar ze blijft maar doorvragen. Hoe ver laat je ze gaan en waar en hoe zal je ze stoppen? Situatie 2: Vriend: Je geeft uitleg over een nieuw computerspel, hoe het werkt en dat je het zeer leuk vindt. Probeer alles tot in de puntjes te vertellen; laat je hierbij zo weinig mogelijk onderbreken. Vriend: Je vriend wil jou iets vertellen. Probeer hem voortdurend te onderbreken of af te leiden. Situatie 3: Vriend: Schep op over je uitgebreide kennis over je laatste nieuwe computerspel. Luister niet naar de ander maar probeer hem te overtuigen van je kennis. Vriend: Schep op over je nieuwe brommer. Luister niet naar de ander maar blijf zo uitgebreid mogelijk vertellen over die brommer. Situatie 4: Frituurman: Je bent frituuruitbater en je hebt mayonaise op de frieten gedaan terwijl de klant ketchup wil. Geef niet toe, probeer hem buiten te sturen met mayonaise op zijn frieten. Klant in de frituur: Je bent in een frituur. De frituurman doet mayonaise op je frieten terwijl je ketchup had gevraagd. Los dit op. Probeer je gelijk te halen.


bijlage 22 Voorbeelden van complexe figuur


bijlage 23 Citaat uit Mafkezen en het Aspergersyndroom ‘Klinkt het volgende scenario je bekend in de oren? Ik zit te dagdromen over … nou, ik ga niet al mijn geheimen verklappen, maar laten we zeggen dat ik aan iets veel interessanter dan wiskunde denk. Plotseling zie ik een schaduw boven me opdoemen. Ik kijk op en daar staat de indrukwekkende gestalte van de leraar. Hij torent hoog boven mij uit, heeft de armen voor zijn borst gevouwen en de doordringende lucht van zweet en aftershave vult mijn neusgaten. Ik wacht op het moment dat hij in de aanval gaat. ‘Jackson’ buldert hij plotseling, ‘zou je zo goed willen zijn ons te vertellen waar je nu bent ?’ ‘In lokaal E2, meneer’, antwoord ik zo beleefd en snel mogelijk. ‘Probeer je slim te zijn ?’, snauwt hij terwijl zijn gezicht rood aanloopt van woede. ‘Ja meneer’, antwoord ik. ‘Natuurlijk probeer ik slim te zijn.’ Ik denk bij mezelf: daar zitten we toch voor op school ? Ik haal inwendig opgelucht adem en veronderstel dat hij me nu met rust laat, maar als ik opkijk, zie ik dat ik het mis heb. Zijn ogen puilen uit, zijn ademhaling is versneld, zijn gezicht is zo rood als een biet. ‘Jackson, ik ben niet, ik herhaal, ik ben níét van plan om dergelijke brutaliteiten te tolereren. Je stroopt je mouwen op en gaat hard aan de slag of ik stuur je de klas uit naar de directeur.’ Vroeger zou ik inderdaad mijn mouwen opgestroopt hebben. Maar nu glimlach ik inwendig en denk bij mezelf: aha, deze ken ik. Het betekent dat ik moet doorwerken, niet dat ik mijn mouwen omhoog moet doen. Dolblij dat ik het eindelijk gesnapt heb, pak ik grijnzend mijn pen op en begin te schrijven. Je zou denken dat het nu afgelopen is, maar nee hoor! ‘Er valt niets te lachen en hoe durf je mij te negeren als ik tegen je praat ?’ Hè, hoezo ? Ik wist niet dat hij nog tegen me praatte ? Zijn woede heeft hij nu onderdrukt tot een smeulende boosheid die later tot een uitbarsting zal komen. Zijn gezicht staat op onweer. ‘Blijf jij voor straf maar een uurtje na schooltijd hier’, sist hij dreigend in mijn oor.’ (uit Luke Jackson, Mafkezen en het Aspergersyndroom, 2008, pp. 105-106)


bijlage 24 Vragenlijst Mijn communicatie Duid aan wat er bij jou past                                   

een gesprek beginnen is moeilijk voor mij ik heb een grote woordenschat, ik ken veel woorden ik kan mij soms niet zo goed uitdrukken ik ben eerlijk in wat ik zeg ik praat te stil of veel te luid ik kijk anderen aan als ik met hen praat ik begrijp niet altijd wat andere mensen bedoelen ik spreek duidelijk ik kan mezelf goed uitdrukken met woorden wat andere mensen zeggen, begrijp ik vaak letterlijk als er te veel gepraat wordt, raak ik opgewonden of in de war ik gebruik veel gebaren als ik iets wil vertellen luisteren naar anderen vind ik moeilijk ik kan met anderen over problemen praten ik praat vaak over hetzelfde onderwerp ik luister goed naar andere mensen ik vind het moeilijk om te beschrijven hoe ik me voel bij een probleem ga ik steeds eerst zelf een oplossing zoeken alvorens een vraag aan iemand anders te stellen soms ben ik zozeer met mezelf bezig dat ik een gedeelte van de boodschap van de ander niet hoor als ik iets niet goed begrijp, stel ik daar vragen over ik weet niet altijd wanneer ik moet spreken of wanneer het mijn beurt is om te spreken ik durf andere mensen aan te spreken ik herhaal vaak dezelfde vragen ik snap de omgangsregels tussen mensen niet iets opschrijven lukt me makkelijker dan iets zeggen ik moet iets vaak horen om het te kunnen begrijpen ik kan gillen als ik in paniek ben ik moet lang naar iets kijken om het te begrijpen ik let meer op details dan op het groter geheel ik hou er niet van om aangeraakt te worden mensen staan vaak te dicht bij mij in een groepsgesprek begrijp ik vaak niet waar het over gaat andere mensen onderbreken mijn denken ......................................................................................... .........................................................................................


bijlage 25 Situatiebeschrijvingen 1. Ik heb thuis een heel leuke hond. Ik beleef er veel plezier aan. Het is mijn maatje. Ik kom thuis van school en hoor van mama dat mijn hond overreden is door een auto. Ik voel mij … 2. Mijn lief nodigt me uit om samen naar een concert van mijn favoriete groep te gaan. Hij/ zij stelt voor om vooraf samen iets te eten op restaurant. Ik voel me … 3. Ik vind mijn nieuwe fiets aan de bushalte helemaal beschadigd terug. Het achterwiel staat krom en het voorwiel is eraf gehaald. Ik voel me … 4. Het is al laat in de avond en ik loop op straat. Een groepje jongeren komt luid roepend en uitdagend op mij af. Ik voel me … 5. Ik kom thuis en mijn vader en moeder staan in de keuken te dansen, te zingen en te springen. Ik voel me … 6. Ik steek mijn vinger op in de klas om antwoord te geven op de vraag die de leraar stelt. Ik kom echter niet uit mijn woorden. Ik stotter en word rood. Ik voel me … 7. Ik heb zo hard gewerkt aan mijn taak voor Nederlands en nu zie ik de punten… Nog net 10 op 20 gehaald! Ik voel me …


bijlage 26 Voorbeelden van stellingen Stellingen gevoelens                             

ik kan niet goed inschatten wanneer iemand boos is ik vind het moeilijk om te zien hoe iemand zich voelt ik vind het niet gemakkelijk om me in te leven in de gevoelswereld van de ander ik let op de gelaatsuitdrukking van andere mensen ik begrijp niet altijd wanneer of waarom anderen boos zijn ik word vaak boos als de andere het niet met mij eens is ik kan mezelf redelijk onder controle houden als ik boos of in paniek ben ik vind het moeilijk om te beschrijven hoe ik me voel ik ga gillen als ik in paniek ben ik laat anderen zien hoe ik me voel ik kan van razernij in één klap omschakelen naar rustig zijn ik kan van rustig zijn in één klap omschakelen naar razernij gevoelens zijn als drijfzand voor mij waarom kunnen mensen niet gewoon logisch denken en handelen? ik ben overgevoelig ik sluit me af voor mijn gevoelens als kind kon ik nog met mijn gevoelens leven, nu niet meer soms begrijp ik gewoonweg niet wat er zich in mij afspeelt qua gevoel ik heb schrik van controleverlies als ik me emotioneel zou laten gaan ik wil wel, maar ik kan niet soms loop ik over van gevoel, maar weet ik er geen weg mee als ik anderen soms bezig zie denk ik: wat kinderachtig, wat flauw als volwassene mag je toch redelijk zijn en je verstand gebruiken vrouwen voelen, mannen denken gevoelens zijn onduidelijk, verwarrend voor mij ik heb last van angsten angst kan mij fysiek misselijk maken ik wil alleen goede gevoelens …

bijlage 27 Lijst met mogelijke gevoelens angstig, bang, beschaamd, besluiteloos, blij, boos, energiek, gelukkig, haat, hoopvol, jaloers, laf, liefdevol, minachtend, moedig, opgelucht, ongelukkig, optimistisch, prettig, respectvol, schuldig, trots, uitgelaten, veilig, verdrietig, vol verlangen, verrast, verveeld, verward, wanhopig


bijlage 28 Balans van winst en verlies (Compernolle, 2003) kamer niet opruimen winst

verlies

tijd en energie besparen

moeilijk iets terugvinden

slordig is stoer

ma blijft zeuren

ergernis opwekken, waardoor ma opruimt

slordige kamer blijft slordig

ordenen is lastig

kamer wel opruimen winst

verlies

trots op eigen kamer

kost inspanning

gemakkelijk om iets te vinden

kost tijd

ma is trots

weet niet waarheen met rommel

geen gezeur meer van ma

toegeven aan gezeur van ma


bijlage 30 Vragen over eigenschappen Zoek twee eigenschappen die bij jou passen: 1. …………………………………………………………………… 2. …………………………………………………………………… Zoek twee eigenschappen die je te weinig hebt: 1. …………………………………………………………………… 2. …………………………………………………………………… Zoek twee eigenschappen die je te veel hebt: 1. …………………………………………………………………… 2. ……………………………………………………………………


bijlage 31 Evaluatie ouders en jongeren Evaluatie ‘Groepswerk Zelfbeeld’ (versie jongeren) We vinden het belangrijk om jouw mening te kennen over het groepswerk rond zelfbeeld. Daarom zouden we je willen vragen deze lijst in te vullen. Omcirkel wat voor jou juist is: Als je je keuze wil verduidelijken, mag je dit erbij schrijven. Ik weet nu meer over mezelf: … ……………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik weet nu meer over mijn autisme: ……………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Wat ik over mezelf geleerd heb vind ik: verhelderend………………………………………………………………………………… bedroevend…………………………………………………………………………………… ja/nee goed nieuws………………………………………………………………………………. … ja/nee interessant …………………………………………………………………………………… ja/nee erg………………………………………………………………………………………… ….. ja/nee zelf in te vullen: …………………………………………………………………………………………………. ja/nee Ik begrijp mezelf nu beter: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik begrijp nu beter wat anderen moeilijk of typisch aan me vinden: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Sinds het groepswerk merk ik een verandering in mijn gedrag: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee De begeleiders waren in hun uitleg goed te begrijpen: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee De begeleiders hadden voldoende aandacht voor de vragen uit de groep: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee De begeleiders hadden voldoende aandacht voor de vragen uit de groep: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee De begeleiders hadden voldoende aandacht voor mijn vragen: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Het groepswerk is te theoretisch: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik vond de teksten van de sessies helder en goed te begrijpen: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik wil nog meer weten over mezelf: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik wil nog meer weten over de kenmerken van autisme: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik vond het goed dat mijn ouders drie sessies hebben gevolgd: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Ik ben tevreden over het groepswerk: …………………………………………………………………………………………………………………………………. ja/nee Ik ben tevreden over de locatie: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ja/nee Het groepswerk voldeed aan mijn verwachtingen: ……………………………………………………………………………………………………………………….……….. …/10 Welk cijfer op 10 zou je het groepswerk geven ? ………………………………………………………………………………………………………………………………… Ik heb de volgende opmerkingen/ suggesties: ………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………… Bedankt voor je medewerking!


bijlage 2 Kennismakingsfiche

Recommend Documents