Bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument 1.
Inleiding ..................................................................................................................................................................................................................................... 2
2.
Functionaliteiten ....................................................................................................................................................................................................................... 2
3.
Toepassing KMI bij actualisatie klimaatplan ............................................................................................................................................................................. 3
4.
Doorkijk ..................................................................................................................................................................................................................................... 5 4.1.
Werkblad ‘Overzicht’ ......................................................................................................................................................................................................... 5
4.2.
Werkblad ‘Alle maatregelen’ ............................................................................................................................................................................................. 7
4.3.
Werkblad ‘Maatregelen per sector’ ................................................................................................................................................................................10
4.4.
Opbrengst – CO2-reductie ...............................................................................................................................................................................................14
4.5.
Verslag Futureproofed ....................................................................................................................................................................................................14
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
1
1. Inleiding Dit document beschrijft het klimaatmaatregeleninstrument (KMI) dat ter ondersteuning van de actualisatie van het stedelijk klimaatplan gebouwd werd. Het dynamische klimaatmaatregeleninstrument werd in opdracht van de stad Antwerpen door Futureproofed ontwikkeld als kennisbasis om (1) de te verwachten CO2-reducties van de maatregelen te berekenen en (2) na te gaan of en hoe alle plannen samen leiden tot het behalen van de doelstellingen. Het KMI is een flexibel cijfermatig rekenmodel in Excel dat een CO2- pad uittekent voor alle sectoren naar 2020 en verder (2050). Het model is primordiaal ontwikkeld in functie van het behalen van de doelstelling 20% minder CO2-uitstoot over heel het stedelijke grondgebied tegen 2020 ten opzichte van 2005. Het klimaatmaatregeleninstrument biedt ook inzicht in de business case voor elke doelgroep via een lijst van berekende klimaatmaatregelen die nodig zijn om de doelstellingen per tijdsinterval te realiseren. In andere woorden, het klimaatmaatregeleninstrument neemt zowel economische als energetische parameters mee in het opzetten van het CO2-reductie- pad. Het bevat verschillende functies die toelaten om de ideale mix aan maatregelen samen te stellen voor elke doelgroep en voor de hele stadsgemeenschap. Het hoofdstuk ‘Functionaliteiten’ beschrijft op hoofdlijnen de belangrijkste functionaliteiten van het klimaatmaatregeleninstrument. Het hoofdstuk ‘Doorkijk’ beschrijft het instrument meer in detail en staat stil bij de verschillende lagen die in het instrument zijn gevoegd.
2. Functionaliteiten Het KMI heeft de volgende functionaliteiten:
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
2
1. Berekenen en visualiseren van de CO2-impact per maatregel per jaar en cumulatief voor een welbepaalde periode. 2. Berekenen en visualiseren van de directe economische kosten en baten per maatregel en geeft op basis daarvan een overzicht per doelgroep of per cluster. 3. Berekenen en visualiseren van de geaggregeerde CO2-impact van de maatregelen en vergelijken met de berekende emissiekloof en doelstellingen. De emissiekloof is berekend op basis van de emissie-inventaris uit 2012. Op basis van de cijfers uit 2012 werd een emissiekloof berekend. Deze kloof wordt vergeleken met de verwachte besparingen van de diverse maatregelen. 4. Voorzien van maximale reducties zodat de impact van de maatregelen niet overschat kan worden. 5. Tonen, sorteren en prioriteren van alle maatregelen, maatregelen per sector of maatregels per clusters. Deze prioritering van maatregelen - top 10 of top 5 of top 25 - gebeurt voor alle maatregelen samen, per sector of per cluster van maatregelen. De sortering gebeurt flexibel op basis van een aantal harde en zachte criteria of een combinatie hiervan. Harde criteria zijn de berekende investeringskost, de jaarlijkse opbrengsten (inclusief of exclusief subsidies) en de CO2-reductie. Zachte criteria zijn het implementatiegemak, sociale aspecten, zichtbaarheid, bijdragen aan andere milieuaspecten en werkgelegenheid. Zachte criteria is ook het type. Is dit een nieuwe maatregel, lopende maatregel of te intensifiëren maatregel. De gebruiker van het instrument kan te allen tijde het sorteringsmechanisme wijzigen. 6. Berekenen en tonen van de financiële impact van het klimaatplan voor een lijst van stakeholders. 7. Opzetten van een voortgangsmonitor per maatregel op basis van de indicatoren per maatregel. 8. Bijsturen, dit is verschuiven, annuleren, opschroeven van maatregelen kunnen op continue basis; het systeem leent zicht tot scenario’s. 9. Vertalen van de maatregelen naar de actieplannen in het kader van het Burgemeestersconvenant (SEAP).
3. Toepassing KMI bij actualisatie klimaatplan Futureproofed en Stad Antwerpen werkten samen het KMI-model op hoofdlijnen uit. Parallel werden in een eerste fase (F1) de potentiële maatregelen voor het grondgebied Antwerpen opgelijst. Dit gebeurd aan de hand van bestaande literatuur en van interviews met stedelijke medewerkers. Bestaande literatuur is omvangrijk. We verwijzen onder meer naar de Impactstudie klimaatplan
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
3
Antwerpen van Vito (2012); Mobiliteitsonderzoek bij bewoners (2012); LEZ Haalbaarheidsstudie (2012); Analyse Milieuonderzoek Stad Antwerpen (2012); Mobiliteitsplan Stad Antwerpen (2014); MIRA Milieuverkenning (2009); Leuven Klimaatneutraal – wetenschappelijk rapport (2013). Stedelijke medewerkers die geïnterviewd werden zijn werkzaam bij de afdelingen energie en milieu Antwerpen en mobiliteit van de bedrijfseenheid stadsontwikkeling. Eveneens parallel werd gestart met het oplijsten van maatregelen voor het eigen patrimonium en het eigen voertuigencentrum. Deze werden niet toegevoegd aan het KMI. De opgelijste maatregelen werden ter evaluatie en aanvulling voorgelegd aan de ambtelijke werkgroepen die ter voorbereiding van de actualisatie van het klimaatplan, en conform het door het college goedgekeurde proces, waren samengesteld. Er waren werkgroepen voor “residentiële gebouwen en gebruikers” (WGR), “tertiair en industrie” (WGT), “ mobiliteit”(WGM), “eigen patrimonium (WGE)”, “haven (WGH)” en “eigen voortuigen (WGE)” Energie had geen eigen werkgroep. Leden van de werkgroepen werden regelmatig geconsulteerd doorheen het project.
In een tweede fase (F2) berekende Futureproofed de impact van deze potentiële maatregelen. Waar voorradig werden gegevens van en over Antwerpen gebruikt. Indien niet voorradig werden de gegevens uit Vlaanderen en Leuven geëxtrapoleerd naar Antwerpen. In een derde fase (F3) werd de impact van de maatregelen op het behalen van de doelstellingen verder verfijnd. Dit gebeurde aan de hand van diverse “watals” scenario’s waarbij de KPI’s (d.i. de harde doelstelling) van bepaalde maatregelen werden teruggeschroefd of opgeschroefd. Via deze werkwijze verkrijgt men op korte termijn inzicht in de top-maatregelen die niet mogen misgaan. In een laatste fase vier (F4) werden de individuele maatregelen, beschreven in maatregelfiches en inclusief sleutelprestatieindicatoren (KPI’s), stadsbreed voorgelegd aan de betrokken diensten en werkgroepen voor finale evaluatie. Betrokken ambtenaren waren : Filip Haes (WGR, F1,F4) Geert Vielfont (WGR,F1,F4), Jan Meuleman (WGR,F1,F4) Guido Andries (WGR,1,4), Lieve Custers (WGR,Fase1,4), Sam Verbelen (Energie, F1,F,4) Wouter Cyx ( Energie,F1,F4), Dries Willems (WGE,F1,F4) Niels Colet (WGE, F1,F4), Almut Fuhr (WGE, F1), Annemie Tormans (WGE, F1,F4), Karen Callebaut (WGH,F1,F4), Eddy Van Hove (WGH,F1,F4) Gabrielle Van Zoeren (WGT, F4), Valérie Blanckaert (WGE,F1,F4), Michel Gerrits (WGE F1,F4), Filip Smits (WGR,F1,F4) Guy Smeulders (WGR, F1), Michael Van Hove (WGE, F1,F4), Geert Schrooten (WGH, F1,F4), Chris Coeck (WGH,F4), Filip Lenders ( F1,F3)
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
4
4. Doorkijk Het KMI heeft de verschillende functionaliteiten verdeeld over verschillende werkbladen. De belangrijkste werkbladen voor het geactualiseerde klimaatplan worden hier besproken: 1. Overzicht; 2. Alle maatregelen; 3. Maatregelen per sector.
4.1.
Werkblad ‘Overzicht’
Dit werkblad staat in voor de hierboven vermelde functionaliteiten 3 (geaggregeerde CO2-impact vergelijken met emissiekloof en doelstellingen) en 4 (voorzien van maxima in reducties). Het toont de geaggregeerde impact van alle maatregelen en zet het af tegenover de emissiekloof en doelstelling. Het controleert op een eenvoudige manier de berekende en geaggregeerde data. De impact wordt getoond op het totale niveau (de stadsgemeenschap), per sector en per doelgroep. Het Burgemeesterconvenant bepaalt de sectoren. De doelgroepen zijn bepaald door de stad. Bij implementatie van functionaliteit 8 (scenario’s simuleren) kent men direct de impact van het scenario op het totale klimaatplan.
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
5
Figuur 1: Screenshot werkblad ‘Overzicht’
Verklaring bij de titels: • •
Sector: de door het Burgemeestersconvenant voorgeschreven sectoren: Huishoudens, Handel en diensten, Industrie, Mobiliteit en Energie. Doelgroep: de door stad gehanteerde opdeling van sectoren naar doelgroepen. Op geaggregeerd niveau: huishoudens, tertiair, industrie, mobiliteit, energie. Vervolgens verder onderverdeeld: o Huishoudens: opgesplitst naar districten;
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
6
Tertiair: opgesplitst in stedelijke diensten, handel, hotels en restaurants, kantoren en administratie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, andere; o Mobiliteit: opgesplitst in auto, vracht, bus, trein, tram, binnenvaart; o Energie: opgesplitst in WKK, biogas, afval, stortgas, biomassa, bodem, wind, zon, water, restwarmte; o Industrie: opgesplitst in type industrie zoals bouw, verpakkingsmateriaal. Mb.t. de industrie werden de NACE-codes gebruikt. 2005, 2007, 2010 en 2012: hier zijn de resultaten terug te vinden per sector en doelgroep van de emissie-inventarissen van de vermelde jaren. Voor de jaren 2010 en 2012 zijn de emissies (soms bij benadering) ook berekend per doelgroep. Dit was voor 2005 en 2007 niet mogelijk voor alle doelgroepen wegens beperkte beschikbaarheid van informatie en de grote hoeveelheid rekenwerk die ermee gepaard gaat. 2014, 2016, 2018: de te verwachten, tussentijdse resultaten wanneer de maatregelen die opgenomen zijn in de verschillende tabbladen “Maatregelentabel xxx” uitgevoerd zouden worden. 2020: o Resultaat met actieplan (kTon CO2): uitgaande van de emissies van 2012 minus de vooropgestelde CO2-reductie geeft deze kolom, bij uitvoering van de geselecteerde maatregelen, de overblijvende emissies per sector en per doelgroep in 2020 weer. o CO2 -reductie (kTon CO2): geeft de vermeden emissies per sector en doelgroep die mogen verwacht worden bij uitvoering van de geselecteerde maatregelen. o Reductie 2012 (%): geeft de voorziene reductie procentueel ten opzichte van 2012. Deze cel kleurt rood wanneer er een voorziene reductie van meer dan 100% berekend wordt, wat uiteraard gecontroleerd dient te worden om een onrealistische overschatting van maatregeleffecten te vermijden. o Reductie 2005 (%): geeft de voorziene reductie procentueel ten opzichte van 2005. o Opbrengst/jaar (mio €/jaar): jaarlijkse opbrengst van het maatregelenpakket per sector of doelgroep in 2020. BaU 2020 (kTon CO2): de verwachte emissies per sector en doelgroep indien er geen bijkomende acties ondernomen worden. Niet opgenomen in Figuur 1: controlekolommen om tot op een zeker niveau na te gaan of er voor bepaalde maatregelen geen overschatte verwachtingen gesteld worden of om te voorkomen dat combinaties van maatregelen voor overdreven reductieverwachtingen zouden zorgen. o
•
• •
• •
4.2.
Werkblad ‘Alle maatregelen’
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
7
Dit niveau groepeert de hierboven vermelde functionaliteiten 5 (sortering en prioritering) en 7 (voortgangsmonitor). Het werkblad laat de gebruiker toe om de maatregelen te sorteren, te prioriteren via alle getoonde onderstaande kolommen. Dit niveau toont dus de maatregelen, maar het berekent ze niet. Het geeft ook een inzicht in de realisatie door de evolutie van de impact van de maatregelen te schetsen. Het werkblad heeft 3 delen. Een eerste, algemeen deel waar de maatregel wordt beschreven. Dit is status, start, einde, jaarlijkse opbrengst, jaarlijkse CO2-reductie, kosten-efficiëntie, X-factor, cluster. Titel 31/12/2020 toont de berekende impact tot 2020. De datum is variabel en kan dus verschuiven. De actuele resultaten worden gegeven voor de datum van vandaag. Dit volgt een theoretische distributie en een reële distributie. Onderstaande tabel is gesorteerd op basis van het aandeel dat een gegeven maatregel heeft in het bereiken van de doelstelling. Onderstaande tabel toont de belangrijkste kolommen.
Figuur 2: Werkblad ‘Alle maatregelen’
Verklaring van de titels: • • • •
Type: afkorting die aangeeft of de maatregel Mitigerend of Adaptief is en voor welke sector/werkterrein. n°: hier wordt het nummer van de maatregel herhaald. Status: geeft aan of de maatregel lopend, te intensifiëren, nieuw of gewoonweg een feit is. Nieuwe huizen omwille van stijging aantal inwoners is een voorbeeld van een feit. Maatregel: omschrijving van de maatregel. stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
8
• • • • •
• •
•
Start maatregel: startjaar van de maatregel. Eind maatregel: laatste jaar van de maatregel. Jaarlijkse opbrengst: de opbrengst (+) of kost (-) indien de maatregel volledig uitgevoerd zal zijn. Merk op dat dit beduidend kan verschillen met het resultaat in bv. 2020 (zie verder). De opbrengst is de gerealiseerde energiebesparing. Jaarlijkse CO2-reductie: de potentiële jaarlijkse CO2-reductie indien de maatregel volledig uitgevoerd zou worden. Merk op dat dit beduidend kan verschillen van het resultaat in bv. 2020. Kostenefficiëntie: dit is een berekening die door het klimaatmaatregeleninstrument automatisch gemaakt wordt en is een eenvoudige deling van de jaarlijkse opbrengst door de jaarlijkse CO2-reductie. Deze kolom geeft aan of de reductie van 1 ton CO2 gepaard gaat met een opbrengst of een kost. Hoe hoger deze ratio, hoe effectiever de maatregel. X-factor: de som van de gewogen waarden van de kwalitatieve parameters: Implementatiegemak, Sociaal (of comfort) aspect, Zichtbaarheid, Verbetering andere milieuaspecten. Cluster: dit is de functionele cluster waartoe de maatregel behoort. Een functionele cluster geeft een dwarsdoorsnede op de maatregelen en groepeert ze anders dan de sectoren. Clusters worden gebruikt om informatie anders te structureren. Deze structurering werd gebruikt in de voorstudie van het FLK. 31/12/2020: in deze kolommen worden tussentijdse berekeningen uitgevoerd van de periode voorafgaand aan 31/12/2020 tot en met 31/12/2020. Deze datum kan gewijzigd worden. o Uitgevoerd (%): geeft de procentuele graad van uitvoering van de maatregel aangegeven voor de ingegeven periode. o Investering (€): investering vanaf startjaar tot en met 31/12/2020. Geeft de som weer van de investeringsbedragen voor de ingegeven periode van de geselecteerde maatregelen. o Investering/Ton CO2e: de investering per ton CO2-equivalent in € voor deze maatregel. Let op: indien de beoogde CO2-reductie 0 kTon o o
o
CO2 is, blijft deze cel leeg. Hoe lager de ratio, hoe beter. Opbrengst (Mio €/jaar): jaarlijkse opbrengst van de maatregel voor de gegeven periode. Cumulatieve Netto-Opbrengst (Mio): cumulatieve opbrengst van de maatregel vanaf startjaar maatregel tot en met 31/12/2020. CO2reductie (kTon/jaar): de door de maatregel gereduceerde jaarlijkse emissies in het jaar 2020. Het cijfer op rij 2 totaliseert de waarden voor een gegeven selectie van maatregelen en geeft aldus de totale CO2 voor de selectie. Aandeel t.o.v 2005 (%): deze kolom geeft het CO2-reductiepotentieel weer van elke maatregel ten opzichte van de totale CO2-emissies van 2010. We hebben 2010 als referentiejaar gekozen aangezien het reductiepotentieel van elke maatregel gebenchmarkt is op data van
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
9
o
2010. Geprojecteerde CO2-reductie (%): Deze kolom geeft per maatregel de geplande CO2-reductie. Op basis van de datum van vandaag , en
o
het startjaar van iedere maatregel wordt automatisch uitgerekend hoeveel CO2-reductie men zich had voorgenomen te behalen tot op vandaag. Gerealiseerde CO2-reductie (%): Deze kolom doet in essentie dienst als controlekolom om de gerealiseerde CO2-reductie per maatregel te beoordelen in het licht van de gemaakte klimaatplannen. De gerealiseerde CO2-reductie is het product van kolom P (CO2-reductie per KPI) en kolom S (Gerealiseerde KPI) in de Maatregelentabel-tabbladen.
4.3.
Werkblad ‘Maatregelen per sector’
Op niveau 3 worden de feitelijke maatregelen toegevoegd. Deze groepeert de hierboven vermelde functionaliteiten 1, 2, 6,7 en 8. De feitelijke berekeningen worden hier deels uitgevoerd. Een beperkt aantal velden wordt buiten deze Excel berekend. Uitvoeren van scenario’s gebeurt in deze tabbladen. Er zijn 5 tabbladen voorzien, één per sector. In deze tabbladen worden maatregelen ingevoerd met hun bijhorende parameters. Alle tabbladen zijn hetzelfde . Dit werkblad heeft bijzonder veel kolommen. In onderstaande worden de belangrijkste getoond en besproken Figuur 3: Maatregelenblad - 1
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
10
Figuur 4: Maatregelenblad - 2
Verklaring van de titels: • Omschrijving: korte beschrijving van de maatregel • Type: gaat het hier om: o een Hoofdmaatregel die een interessante CO-reductie bewerkstelligt of o eerder om een Flankerende maatregel, een actie die op zich misschien niet zoveel CO2-reductie kan teweegbrengen, of waar om diverse redenen niet naar kan gerekend worden, maar die toch onontbeerlijk schijnt te zijn om een andere (Hoofd-)maatregel soepel te laten verlopen. • Cluster: Deze kolom geeft de cluster weer waartoe de maatregel behoort. Door te klikken op een cel binnen deze kolom krijg je een keuzelijst van clusters te zien waaruit je de bijhorende cluster kunt aanklikken. • Status: Type beleid : gaat het om een lopende maatregel, een maatregel die moet opgeschroefd worden of een nieuwe maatregel • Kritische succesfactor (KSF): hier kan een omschrijving gegeven worden van een kritische factor die nodig is om deze maatregel te laten slagen. Er kan ook verwezen worden naar een andere maatregel (onzichtbaar gemaakt) • Start maatregel: hier wordt de startdatum (dd/mm/jj)van een maatregel ingevuld. Opmerking: wanneer er hier geen jaar wordt ingevuld, wordt er verondersteld dat de maatregel NIET opgenomen wordt in het actieplan en wordt er dan ook verder geen rekening mee gehouden in bv. het tabblad “Overzicht”.
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
11
• Eind maatregel: hier wordt de einddatum (dd/mm/jj) ingevuld wanneer er verwacht wordt dat de KPI (zie verder) van de maatregel bereikt zal zijn en tevens de daarmee gepaarde CO2e-reductie. • # jaar tot kruissnelheid: bij sommige maatregelen zal de startdatum van de investering verschillen van de datum waarop de jaarlijkse te realiseren KPI behaald zullen worden omdat er bv een vertraging is op de return on investment. Hiervoor voeren we dus een gegeven aantal jaar in die de maatregel nodig heeft om op kruissnelheid te komen. Als een maatregel bv 3 jaar nodig heeft om op kruissnelheid te komen dan wordt er in het eerste jaar maar een één derde van het geplande KPI per jaar uitgevoerd, het tweede jaar twee derde enz. Of wanneer een maatregel 10 jaar nodig heeft, dan wordt in het eerste jaar 1/10; tweede jaar 2/10, enz.… • Gebudgetteerde jaarlijkse opbrengst (mio €): hier wordt de jaarlijkse opbrengst (+) of jaarlijkse kost (-) ingegeven in miljoen €’s. De berekening hiervan gebeurt in de afzonderlijke rekensheet ‘Werktemplate Jaarlijkse Opbrengst en CO2-reductie’ . • Jaarlijkse CO2-reductie (kTon): hier worden de vermeden jaarlijkse CO2-emissies ten gevolge van de maatregel ingegeven. De berekening hiervan dient te gebeuren in de afzonderlijke rekensheet ‘Werktemplate Jaarlijkse Opbrengst en CO2-reductie’ . • Kosten efficiëntie (€/ton) dit is een deling van de jaarlijkse opbrengst door de jaarlijkse CO2-reductie. Hoe hoger deze ratio des te effectiever de klimaatmaatregel is. • Geprojecteerde Kritische Prestatie Indicator (KPI): Deze kolom geeft het aantal eenheden van de maatregel weer die men beoogt te realiseren voor de einddatum van de maatregel. • Gerealiseerde Kritische Prestatie Indicator (KPI): In deze kolom kan het aantal tot op vandaag gerealiseerde eenheden per maatregel ingebracht worden. De waarden in deze kolom dienen op hun beurt als input om de Gerealiseerde CO2-reductie per maatregel te berekenen in het tabblad Alle Maatregelen. Scenario’s gebeuren op basis dit veld. Het volstaat om deze waarde te veranderen. Als gevolg hiervan worden andere velden opnieuw berekend. • KPI/jaar : het totale KPI om de doelstelling te bereiken gedeeld door de voorziene periode (Start maatregel – Einde maatregel). • Omschrijving KPI: korte omschrijving indicator o Opmerking: In het Tabblad Maatregelentabel Energie is dit steeds “MWh geproduceerd” en niet te wijzigen. • X-factor: de volgende zes kolommen dienen ingevuld te worden met kwalitatieve parameters van de maatregel o Implementatie (1= moeilijk, 5 = makkelijk): hoe moeilijk is het om de maatregelen uit te voeren? o Sociaal aspect (1= weinig, 5 = veel): hoe sociaal aanvaardbaar is deze maatregel? o Zichtbaarheid (1= laag, 5 = hoog): in een complex transitieproces is het belangrijk om de dynamiek gaande te houden. Zichtbaarheid naar buiten toe, naar bezoekers, pendelaars en geïnteresseerden is zeker belangrijk, maar zichtbaarheid naar binnen toe is wellicht nog crucialer
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
12
• • • •
•
om te slagen. Dankzij maatregelen die zichtbaar zijn aan de oppervlakte krijgt de burger of andere betrokkene in Antwerpen het gevoel dat ‘de zaken vooruitgaan’. Dit helpt ook om het prisoner’s dilemma te doorbreken: daarbij wacht iedereen het initiatief van de andere af, en worden er dus geen concrete eerste stappen gezet tot er een garantie of gevoel is dat de anderen ook mee zullen instappen. o Verbetering andere milieuaspecten (1= laag, 5 = hoog): Sommige maatregelen zullen naast de beoogde doelstellingen en baten ook secundaire of externe baten met zich meebrengen. Zo zal de maatregel ‘Groene Golven’ voor de sector Mobiliteit niet enkel de reistijd en brandstofverbruik van de automobilist verminderen maar zal de maatregel ook de luchtkwaliteit in de stad verbeteren door de verminderde uitstoot van fijn stof. o X-factor: In deze kolom wordt de X-factor automatisch berekend als de som van de vijf vorige kolommen. De maximale X-factor is 5. Overall-score: in deze kolom wordt een score verkregen op basis van de gesommeerde prestatie van de maatregel qua X-factor, investering, opbrengst en reductie ten opzichte van de overige maatregelen binnen de sector. Totale investeringskost: investeringskost (€) over de volledige levensduur nodig om de doelstelling te halen. Investering per eenheid (per KPI): de investering per KPI wordt gebruikt om de vereiste investeringen om maatregelen te financieren af te toetsen aan het beschikbare budget van de verschillende financiers. 31/12/2020 : in deze kolommen worden tussentijdse berekeningen uitgevoerd in functie van de gekozen datum (standaard 31/12/2020). o Hier staat standaard 31/12/2020, maar om een tussentijdse prestatie van een maatregel te voorspellen kan hier een andere datum als benchmark ingevuld worden. o Uitgevoerd (%): Rekening houdend met de levensduur van een maatregel en de ingevoerde datum wordt hier automatisch de procentuele vooruitgang van de maatregel weergegeven. Als de startdatum van de maatregel later valt dan de benchmarkdatum dan verschijnt er een voortgangspercentage van 0%. o Investering tot bovenstaand datum: benodigde investering tot een gegeven datum o Mio €/jaar: jaarlijkse opbrengst van de maatregel in het jaar ingevuld o CO2-reductie: jaarlijks (terugkerende) gereduceerde emissies door de maatregel op de datum ingevuld Financier: In deze kolommen verdelen we het investeringsbedrag voor 1 KPI van een maatregel onder 3 financiers. Er wordt uitgegaan van maximaal 3 financiers per maatregel. Financiering van het klimaatplan is de facto uitgewerkt in FLK.
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
13
4.4.
Opbrengst – CO2-reductie
De feitelijke CO2-opbrengst en jaarlijkse opbrengst wordt in bijgevoegde Excel berekend. Handmatig worden de waarden ingevoerd in het KMI zelf.
Microsoft Excel 97-2003-werkblad
4.5.
Verslag Futureproofed
Futureproofed rondde de opbouw van het instrument af met een kort aanbevelingsrapport aan Stad Antwerpen. Dit is hier toegevoegd.
Package
stadsontwikkeling (Klimaatplan bijlage 2 Klimaatmaatregeleninstrument | Versie 1 | 22 mei 2015)
14