Bijlage 2: Casusbeschrijvingen Een zorgwekkende zorgmijder in de ISD (trajectregime) Peter is een 32-jarige man met een rijke historie aan hulpverleningscontacten. Vanaf zijn 9e jaar waren er al contacten met de jeugdzorg, er was toen sprake van mishandeling in de thuissituatie. Zijn tienertijd bracht hij door in jeugdinternaten en op zijn 15e jaar waren er de eerste justitiecontacten. Eerdere voorlichtingsrapportages (adviesrapporten) van de reclassering vermeldden meerdere suïcidepogingen, vermoedens van psychotische stoornissen in samenhang met het gebruik van hard drugs. Peter onderging na veroordelingen voor talrijke vermogensdelicten meerdere kortdurende gevangenisstraffen. Aan eerder ingezette behandelingen in de zorg heeft hij zich altijd vroegtijdig onttrokken. Hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. De politie plaatst Peter op de zogenaamde veelplegerlijst, hij voldoet inmiddels aan de definitie van een zeer actieve veelpleger. Tijdens het lokaal casus-overleg in het Veiligheidshuis bespreken de ketenpartners (justitie, zorg en gemeenten) wekelijks de situatie van Peter. Als opnieuw een zorgtraject mislukt, wordt besloten bij een volgende aanhouding door de politie een ISD-traject in te gaan. Na bedreiging van winkelpersoneel wordt Peter in verzekering gesteld en door de reclassering bezocht in het kader van de vroeghulp. Ten behoeve van de voorgeleiding bij de Rechtercommissaris stelt de verslavingsreclassering een kort rapport op met argumenten waarom nu een ISD-traject wordt geadviseerd. Bij aanvang van de preventieve hechtenis verzoekt het Openbaar Ministerie (OM) de reclassering om een adviesrapport. Dat rapport bevat de achtergrondgeschiedenis van Peter, op basis van de RISc een inschatting van het recidiverisico en een advies voor een uit te voeren reïntegratietraject. De reclassering adviseert voor Peter een ISDmaatregel in het kader waarvan een toeleiding naar een zorgvoorziening kan worden gerealiseerd. De ISD-maatregel biedt een stok achter de deur voor een langer durende opname in de zorg. Tevens voert het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie (NIFP) trajectconsult uit. Daaruit moet blijken of Peter detentiegeschikt is en of hij een psychische stoornis heeft waarnaar in een later stadium verder onderzoek door gedragsdeskundigen noodzakelijk is (verdiepingsdiagnostiek door het NIFP of psychologen in de penitentiaire inrichting (P.I.) . De adviezen van de reclassering en de uitkomsten van het trajectconsult van het NIFP worden ter zitting behandeld. Na veroordeling tot de ISD-maatregel wordt Peter in een ISD-inrichting geplaatst. Hij wordt geplaatst op een ISD afdeling met een motiverend klimaat waar meer persoonlijke aandacht kan worden geboden. Er volgt een standaard diagnostisch onderzoek door de trajectpsycholoog in de P.I. en er wordt nader gedragsdeskundig onderzoek gedaan door het NIFP waaruit blijkt dat bij Peter sprake is van schizofrenie. Op basis van deze onderzoeksgegevens stellen de trajectbegeleider van de P.I. en de reclasseringswerker een verblijfsplan (reïntegratieplan) op. Dat behelst voor Peter: plaatsing in een trajectregime, aanmelding voor behandeling bij een dubbele diagnosekliniek, een beschrijving van de activiteiten ter voorbereiding op de plaatsing in de kliniek en er wordt vastgelegd wat er voor de periode na de opname geregeld moet worden. Tijdens de intramurale fase (detentie) wordt Peter ingesteld op medicatie, hij went aan een dagstructuur en hij volgt de intakeprocedure voor de behandelkliniek. Na acht maanden detentie volgt opname in de kliniek en breekt de extramurale fase aan. De reclassering houdt vanaf dat moment toezicht op Peter, begeleidt de contacten tussen hem en zijn familie en stemt met de behandelaars in de kliniek af over het vervolgtraject. Na zes maanden behandeling wordt dat vervolgtraject in gang gezet. De reclassering meldt Peter aan bij de psychiatrische polikliniek en een RIBW-woonvoorziening. Als na 10 maanden opname de
behandeling in de kliniek is afgerond volgt plaatsing in de RIBW-woonvoorziening en wordt Peter ambulant verder behandeld in de psychiatrische polikliniek. Er resteren dan nog 6 maanden binnen de ISD-maatregel. In dit laatste deel van de extramurale fase blijkt dat de strikte structuur, de medicatie en de intensieve begeleiding Peter in staat stellen niet terug te vallen in delictgedrag. Inmiddels heeft de reclassering in het kader van aansluiting nazorg contact met de gemeente waarin Peter nu woonachtig is . Gezamenlijk regelen zij dat, na beëindiging van de ISD-maatregel, Peters opname in de RIBW-voorziening en de ondersteuning in de polikliniek kunnen worden gecontinueerd.
Een vrouwelijke veelpleger in de ISD Eva is 31 jaar en heeft een strafblad van 18 pagina’s. Ze werd o.a. veroordeeld voor diefstal, diefstal met geweld, heling en wapenbezit. Aangemerkt als zeer actieve veelpleger wordt ze besproken in het lokale casusoverleg. Na een volgende inbraak wordt ze in 2007 veroordeeld tot de ISDmaatregel. Uit adviesrapportage van de reclassering blijkt dat haar levensgeschiedenis vanaf haar vroege jeugd gekenmerkt wordt door: verwaarlozing, mishandeling, verslavingsproblematiek (ouders verslaafd, verslaafd geboren) en discontinuïteit in relaties, scholing en woonsituatie. De RISc laat zien dat Eva is ontregeld op de leefgebieden: wonen, opleiding, werken, financiën en relaties. Ze leidt een semizwervend bestaan en voorziet in haar levensonderhoud (o.a. druggebruik) door prostitutie en diefstallen. Er is een groot risico op recidive. Het NIFP onderzoekt haar tijdens detentie (verdiepingsdiagnostiek). De diagnose luidt: verslaafd aan cocaïne en er is sprake van zowel een antisociale persoonlijkheidsstoornis als een borderline persoonlijkheidsstoornis. De inbraken en geweld komen voort uit een behoefte om opgelopen frustraties en vernederingen af te reageren. Eva wordt geïndiceerd voor een opname in een gesloten Forensisch Psychiatrische Kliniek waarvoor ze op de wachtlijst wordt geplaatst. De reclassering en de trajectbegeleider van de penitentiaire inrichting, bijgestaan door de trajectpsycholoog, stellen een verblijfsplan op. Dit houdt in: voorlopig volgen van het reguliere dagprogramma, deelname aan gedragsinterventies (sociale vaardigheidstraining, Leefstijltraining en Terugvalpreventietraining)praktische ondersteuning bij schuldenproblematiek, een behandeling in een gesloten forensische kliniek, een beroepskeuze en capaciteitentest en voorbereiding op nazorg (wonen, dagbesteding, uitkering) te organiseren door reclassering en gemeenten. Vanwege de stemmingswisselingen van Eva gedurende de intramura le fase wordt het plan aangepast. De vaardigheidstraining wordt vervangen door individuele psycho-educatie. Na een half jaar detentie wordt Eva overgeplaatst naar de gesloten afdeling van de Forensische kliniek en vangt de extramurale fase aan. De behandelingfase kent ups en downs. Conflicten leiden tot behandeltime -outs en tijdelijke terugplaatsingen in de penitentiaire inrichting. De trajectbegeleider van de P.I. en de reclasseringswerker bemiddelen en motiveren. Duidelijk wordt dat haar stoornis chronisch is en participatie op de reguliere arbeidsmarkt uitgesloten zal zijn. Eva besluit tijdens de behandeling dat ze niet wil terugkeren naar de gemeente van herkomst maar zich, met het oog op de toekomstige ambulante behandeling, wil vestigen in de omgeving van de kliniek waarin ze is opgenomen. De trajectbegeleider van de Penitentiaire Inrichting en de reclasseringwerker spannen zich samen in om de nieuw verkozen gemeente te overtuigen van Eva’s belang om zich daar te vestigen. De klinische behandeling van Eva is nog niet afgerond op het moment dat de ISD-maatregel afloopt. Eva ziet het belang van de behandeling in en blijft in de kliniek. De reclassering en gemeenten hebben hun nazorgplan gereed. Na de opname in de kliniek kan Eva
worden geplaatst in RIBW-voorziening en wordt de behandeling in ambulante vorm in de polikliniek voortgezet. Een veelpleger in de ISD (basisregime) Tom is een 26-jarige man die zijn gokverslaving bekostigt met de opbrengst van diefstal/heling van scooters. Bij eerdere veroordelingen door de rechter is in adviesrapporten van de reclassering zijn gokverslaving genoemd als een belangrijke risicofactor voor recidive. Hoewel Tom de meeste feiten ontkende werd ambulante behandeling van die verslaving al eens als bijzonder voorwaarde door de rechter opgelegd . Afspraken daarover met de reclassering en de verslavingszorg kwam hij niet na. De relatief korte gevangenisstraffen waartoe hij vervolgens werd veroordeeld nam hij voor lief. In 2005 werd Tom door de politie op de veelplegerlijst geplaatst. Bij volgende uitnodigingen van de reclassering kwam hij niet opdagen. Ook op zittingen liet hij verstek gaan. Toen hij eenmaal als zeer actieve veelpleger werd bestempeld werd hij na overleg met de ketenpartners schriftelijk op de hoogte gebracht van een mogelijke veroordeling tot een ISD als hij opnieuw door de politie zou worden aangehouden en een aanbod tot hulpverlening zou weigeren. Na een volgende arrestatie bezoekt de reclassering hem in het kader van de vroeghulp. Tom ontkent de delicten, bagatelliseert zijn verslaving en weigert opnieuw hulp. De reclassering brengt voor de zitting een adviesrapport uit en adviseert een ISD-maatregel. Tom wil niet meewerken aan een reïntegratietraject gericht op behandeling van zijn gokverslaving. Ook op de zitting blijft Tom de feiten en zijn verslaving ontkennen. Na een veroordeling tot de ISD wordt hij in een ISD-inrichting in het basisregime geplaatst. Hij volgt daar het dagprogramma (o.a. arbeid, sport en recreatie). Pogingen om Tom alsnog te motiveren zijn gokverslaving aan te pakken lopen op niets uit. Hij weigert van de mogelijkheid gebruik te maken alsnog deel te nemen aan de Terugvalpreventie training. Tijdens de detentie raakt hij zijn huisvesting kwijt en schuldeisers melden zich. Zijn familie komt nog maar sporadisch op bezoek. Een Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD) heeft tijdens detentie bemiddeld in hernieuwde familiecontacten, contact gelegd met schuldeisers en met de gemeente van terugkeer. Door de MMD’er wordt aangegeven dat Tom na ontslag uit detentie voorlopig bij zijn familie kan wonen, zijn schuldenproblematiek in kaart is gebracht en de eerste afspraken met schuldeisers zijn gemaakt en dat Tom te kennen heeft gegeven geen hulp nodig te hebben bij het zoeken naar werk.
STROOMSCHEMA ISD
1 Identificatie Veelplegers en opstellen Lijst Veelplegers Politie
2 Lokaal casusoverleg plan van aanpak door de keten
3 Na arrestatie Vroeghulpbezoek door reclassering
ZITTING / MAATREGEL ISD
6 VONNIS ISD
7 Plaatsing in ISD Inrichting 8 Op verzoek verdiepings-diagnostiek door NIFP op: - psychiatrie/ verstandelijke beperking - Verslavingszorg op verslaving, - Indicatiestelling (DBBC)
4 Voorgeleiding RC Vordering preventieve hechtenis Aanvraag Adviesrapport Reclassering en Trajectconsult NIFP
5 NIFP voert Trajectconsult uit en rapporteert daarover OM en ZM Reclassering stelt op basis van RISc Adviesrapport op voor OM en ZM
9. Opstellen verblijfsplan DJI en Reclassering
10.
Trajectregime
10. -
Reïntegratie dagprogramma gedragsinterventies voorbereiden woon/werk/leertrajecten
Zorg -
11.
12. Extramurale fase Opname in GGz voorziening Plaatsing RIBW voorziening 24 uursverblijf anderzins toezicht reclassering
Halfopen fase
Buiten P.I. werken / dagbesteding ’s avonds terugkeer in P.I.
12. Extramurale fase Begeleid wonen/werken Zelfstandige huisvesting Toezicht reclassering
dagprogramma voorbereiding op overplaatsing naar zorginstelling
13. Overdracht reclassering naar gemeente
Alsnog gemotiveerd
Basisregime dagprogramma motiveren
Niet gemotiveerd
13. Overdracht MMD naar gemeente obv inventarisatie van de vier leefgebieden
14. Beëindiging ISD maatregel
Nazorg gemeenten