Kwaliteitskader voor het keurmerk
Rotterdams jongerenwerk Bijlage 2 bij handleiding Kwaliteit geborgd
© Gemeente Rotterdam, februari 2013 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Opdrachtgever: Gemeente Rotterdam Opdrachtnemer: Nederlands Jeugdinstituut Tekst/productie: Irma van Hoorik en Pieter Paul Bakker, Nederlands Jeugdinstituut. Vormgeving: Grafisch Bureau DUS Contact: secretariaat afdeling Jeugd, directie Jeugd en Onderwijs, gemeente Rotterdam, emailadres:
[email protected]
Inleiding Het kwaliteitskader bevat hoofditems (verder criteria genoemd) die in onderlinge samenhang bij de kwaliteitskeuring aan bod komen. Deze criteria zijn vervolgens onderverdeeld in verschillende deelonderwerpen. Deze deelonderwerpen zijn op hun beurt weer uitgewerkt in een checklist met indicatoren. Hiermee kunnen aanbieders van het jongerenwerk zelfstandig een zelfevaluatie doen. De checklist is eveneens bedoeld voor het uitvoeren van de externe audit voor het keurmerk. Aandachtspunt Tot de doelgroep die voor het keurmerk in aanmerking komt geldt ook het jongerenwerk dat door brede (welzijns-)organisaties uitgevoerd wordt. Om misverstanden te voorkomen is de doelgroep: aanbieders van jongerenwerk. Dit document handelt alleen over het kader. Voor de checklist: zie bijlage.
Criteria kwaliteitskader voor het Rotterdamse jongerenwerk Het kwaliteitskader bestaat uit de volgende criteria: A. Positionering van het Rotterdamse jongerenwerk; B. Organisatieinrichting en –beleid; C. Bestuur en toezicht; D. Inhoudelijke kwaliteit. Tijdens een startbijeenkomst voor het werkveld en deelgemeenten op 19 september 2012 in Rotterdam is het initiatief voor een keurmerk toegelicht, zijn de meningen gepeild en hebben de deelnemers zich gebogen over de inhoud van het kader voor kwaliteit (zie voor overzicht van deelnemers pagina 7). Elk van de vier hierboven genoemde criteria is uit te splitsen in een aantal deelonderwerpen. Deze deelonderwerpen zijn samen met de deelnemers aan de startbijeenkomst benoemd. Deze deelonderwerpen zijn door adviseurs van het NJi beschreven en teruggekoppeld aan een meelees/ontwikkelgroepje dat samengesteld is uit een aantal deelnemers aan de startbijeenkomst. Hieronder volgt de uiteindelijke beschrijving van de criteria en de bijhorende deelonderwerpen die tezamen het kwaliteitskader vormen.
A. Positionering van het Rotterdamse jongerenwerk Dit criterium gaat over de positionering van het werkveld ten opzichte van andere voorzieningen op het gebied van jeugd. Positionering handelt over de maatschappelijke betekenis/opdracht van het jongerenwerk en maakt zichtbaar in welk opzicht het Rotterdamse jongerenwerk uniek is en welke rol het speelt in de lokale basisvoorzieningen voor jeugd. Door de maatschappelijke betekenis van deze beroepsgroep te begrenzen en de gewenste kwaliteit te formuleren ontstaat er een richtlijn voor goed Rotterdams jongerenwerk. Daarnaast wordt het inzichtelijk wat wel en niet van het jongerenwerk verwacht kan worden. Voor de afbakening van de kernfunctie is naast de omschrijving uit Klassewerkers (JOS, 2009) ook de landelijke beschrijving van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) gebruikt. In 2011 heeft de kenniskring “Versterking pedagogische kwaliteit van het jeugdwelzijnswerk” van het NJi de kernfunctie beschreven in een werkveldbeschrijving (Van Oenen, e.a., 2011). Een mix van de Rotterdamse en NJi- beschrijving zorgt ervoor dat de kernfunctie van het Rotterdams jongerenwerk een relatie heeft met het werkveld als geheel.
1
Kwaliteitskader voor het keurmerk Rotterdams Jongerenwerk
De kernfunctie luidt dan: Jongerenwerkers zijn pedagogen in de vrije tijd en dragen bij aan opvoeding van kinderen, tieners en jongeren tot actieve participatie. Vanwege hun opvoedende rol werken ze samen met ouders, onderwijsinstellingen, politie, buurtbewoners en andere netwerkpartners. Daarmee dragen zij bij aan het maatschappelijk doel: iedereen doet mee en niemand valt buiten de boot. Zij ondersteunen kinderen, tieners en jongeren bij het volwaardig participeren in de samenleving waarbij het accent ligt op het bereiken van duurzame gedragsontwikkeling op het gebied van school, werk, vrije- tijd en gezonde en sociale leefstijl. Ook het bevorderen van rust en veiligheid in de wijk en de wijk leefbaar maken door een bijdrage te leveren aan het voorkomen en verminderen van overlast.
Deelonderwerpen van positionering 1. Doelen Rotterdams jongerenwerk. 2. Kernwaarden Rotterdams jongerenwerk. 3. Doelgroep Rotterdams jongerenwerk. 4. Kerntaken die voortvloeien uit de kernopdracht. 5. Samenwerking en netwerkvorming (met wie). 6. De wijze van samenwerking. Bij samenwerking met partners wordt afgesproken wie waar verantwoordelijk voor is (Meldcode SISA). Waar houdt de eigen rol op en waar begint de rol van de ander? 7. Doorgaande lijn door samenwerking met partners. Signalering en verwijzing: er is -na goed overleg met de jongeren en hun ouders- sprake van een adequate signalering en doorverwijzing als blijkt dat er sprake is van afwijkend en/of normoverschrijdend gedrag of als jongeren vastlopen omdat zij op tal van terreinen door belemmeringen in hun ontwikkeling gehinderd worden, zoals verslaving, schulden, echtscheiding enz. 8. Maatwerk in de wijk door samenwerking met buurtbewoners. 9. Capaciteit en aard van het accommodatiegebonden werk.
Meldcode SISA (een instrument voor signaleren en samenwerken). Rotterdamse jongerenwerkers maken, indien zij problemen bij een jongere signaleren, gebruik van de SISA meldcode. Eveneens spreken zij helder naar de samenwerkende partners af (en registreren dat in het systeem) wie de regie in de samenwerking op zich neemt (hoofdregisseur/zorgcoördinator/matchregisseur/casemanager). Na de match bespreken zij, in samenwerking met de ouders/ jeugdige, zelf welke informatie relevant is om te delen met andere betrokken professionals.
Referentiekader voor het criterium positionering • Klassewerkers. Plan voor vakbekwaam Rotterdams Jongerenwerk. JOS (2009) • Werkveldbeschrijving van het kinder-, tiener- en jongerenwerk. Oenen, S. van, J. Metz, I. van Hoorik, P.P. Bakker en P. Hilverdink (2011). De waarde van jeugdwelzijnswerk. Utrecht: Kenniskring pedagogische versterking van het jeugdwelzijnswerk. • Meldcode SISA: www.sisa.rotterdam.nl
B Organisatieinrichting en -beleid Dit criterium is richtinggevend bij de beoordeling van de kwaliteit van de organisatieinrichting en het beleid. Een goede afstemming op het primaire proces is hierbij bepalend voor de kwaliteit.
3
Kwaliteitskader voor het keurmerk Rotterdams Jongerenwerk
Deelonderwerpen van organisatieinrichting en beleid 1. Beleidsplan waarin het organisatiebeleid verwoord is. Organisatiebeleid betekent het op schrift vaststellen wat het bestuur/de organisatie gaat doen om haar doelstelling te realiseren. Beleid gaat over visie, missie, doelen en middelen. Hierbij zijn de middelen altijd ondergeschikt aan de doelen. 2. Inhoud beleidsplan a. Ontstaansgeschiedenis en bestaansrecht organisatie. b. Management: aansturing, overlegstructuur, communicatie, functionerings- en beoordelingsgesprekken. c. Financiën. d. Personeel & Organisatie. e. Leren en ontwikkelen: competentiemanagement Team Ontwikkelingsplan (TOP)/Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). f. Kwaliteit/meten van tevredenheid bij doelgroep, ouders, stakeholders, samenwerkingspartners en buurtbewoners. Referentiekader voor het onderdeel organisatieinrichting en beleid • Klassewerkers. Plan voor vakbekwaam Rotterdams Jongerenwerk. JOS (2009) • Deming cyclus. • Cao-Welzijn. • Universele rechten van het kind: http://www.kinderrechten.nl/ • Dam, C. van, N. Zwikker (2008), Jongerenwerker, beroepenstructuur zorg en welzijn. Utrecht: Movisie.
Kwaliteitscirkel van Deming: doorlopend en planmatig bezig zijn met kwaliteitszorg via cirkel: Plan-do-act-check Plan De planningsfase. Bedenken welke producten of diensten geleverd zullen gaan worden, en op welke wijze. De doelstellingen voor het proces worden SMART gedefinieerd. Duidelijk moet worden wat de resultaten van het proces moeten zijn. Daarnaast is er aandacht voor de randvoorwaarden (beschikbaarheid middelen) en de belangen van de betrokkenen. Do Uitvoeringsfase. Uitvoeren wat er in Plan bedacht is (zorgvuldig samenwerken) en de resultaten vastleggen en meten. Check Controlefase> Geregeld nagaan of wat en hoe een activiteit bedacht is, ook uitgevoerd is. Als dat niet het geval is, onderzoeken waar dat door komt. De bereikte resultaten uiteindelijk vergelijken met de doelstellingen. Act Wijzigingen/verbeteringen in Plan (ofwel in het organiseren) aanbrengen. Acties uitzetten om de resultaten te verbeteren.
C. Bestuur en toezicht Dit criterium bevat richtlijnen voor integer, verantwoordelijk en transparant handelen voor bestuurders en toezichthouders die eindverantwoordelijk zijn voor het resultaat van de organisatie. Deelonderwerpen van bestuur en toezicht 1. Bestuurlijke integriteit: Governance code Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. 2. Betrokkenheid bij het primaire proces en zichtbaarheid. 3. Bestuur jaarverslag. Referentiekader voor kwaliteit • Governance code Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening: http://www.governancesupport.com/publicaties/governancecode-WMD-090709.pdf
4
Kwaliteitskader voor het keurmerk Rotterdams Jongerenwerk
D. Inhoudelijke kwaliteit Dit criterium focust op de inhoudelijke kwaliteit van Rotterdamse jongerenwerkers. Deelonderwerpen van inhoudelijke kwaliteit 1. Facilitering door het management. Dit deelonderwerp gaat over de facilitering/toerusting van de jongerenwerkers door het management van de organisatie en wel zodanig dat zij in staat zijn om jongeren te leren het heft in handen te nemen en anderzijds grenzen te stellen, betrokkenheid te tonen en professionele afstand te houden. 2. Methodisch handelen: (hoe) wordt er planmatig en doelgericht gewerkt en dragen de interventies bij aan het te bereiken doel en hoe wordt dit nagegaan? 3. Innovatief vermogen: (hoe) zijn jongerenwerkers in staat om zich inhoudelijk te vernieuwen en mee te bewegen met ontwikkelingen in de huidige maatschappij (bijvoorbeeld het gebruik en de impact van social media), in het opvoeden, enz. 4. Reflectief handelen: (hoe) zijn jongerenwerkers in staat om op hun eigen handelen en dat van anderen te reflecteren? Creëert het management van de organisatie voldoende reflectiemomenten waarin jongerenwerkers met hen en met elkaar in gesprek gaan over pedagogische keuzeproblemen zoals: enerzijds jongeren het heft in handen leren nemen en anderzijds grenzen stellen, betrokkenheid en distantie, interveniëren bij dominantie van groepen/groepsleden, keuze om met bepaalde groepen te werken. Referentiekader voor organisatie inrichting • Klassewerkers. Plan voor vakbekwaam Rotterdams Jongerenwerk. JOS (2009) • Dam, C. van & Zwikker, N. (2008). Competentieprofiel jongerenwerker. Utrecht: Movisie • Participatieladder: http://www.participatieladder.nl/treden-participatieladder.html • Een andere ladder die ook gebruikt wordt bij empowermentprocessen:
Bron: http://www.forum.nl/betrokkenheidloont/Verdieping/De_participatieladder
5
Kwaliteitskader voor het keurmerk Rotterdams Jongerenwerk
Bijlage: Presentielijst Startbijeenkomst Keurmerk Jongerenwerk, 19 september 2012. Naam 1. Aad Groenewegen 2. Wendy de Rijk 3. Tjaako Minnema 4. Jeanine Kuijpers 5. Leander Varekamp 6. Marc Boes 7. Liza van Sonsbeek 8. Peter Dijkstra 9. Halida Elgharbaoui 10. Ingmar Elias 11. Nadia Barquioia 12. Sherendal Rosa 13. Peter Slot 14. Fatuma Koker 15. Anneke van der Glas 16. Aleid Pans 17. Irma van Hoorik
6
Organisatie Groenewegen Support Dock Albeda college Push Push BOSSR Thermiek welzijnsorganisatie Hogeschool Rotterdam Hogeschool Rotterdam Stichting Meion JOZ/ STJ Zuid JOZ/ STJ Zuid Stichting Buurtwerk Deelgemeente Noord Deelgemeente Noord Cluster MO NJI
Functie Eigenaar/ directeur Manager Docent Directeur Manager Jongerenwerk Bestuurder Manager Hoofddocent Docent Uitvoerder Manager Voorman STJ Coördinator STJ Noord oever Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur Jeugd Beleidsadviseur Jeugd Expert
Kwaliteitskader voor het keurmerk Rotterdams Jongerenwerk