Bijlage
Inhoudsopgave Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13:
Verslagen bezoeken Schematisch overzicht bezoeken Voorlichtingsplan Adem- en Ontspanningstherapie Oxycon Pro BPR- methode Bijdrage van de verschillende energiesystemen in de totale energievoorziening bij verschillende takken van sport. Vragenlijst Kwaliteit van Leven bij Hartpatiënten MPVH – vragenlijst 4-DKL – vragenlijst Borg – schaal Scorelijst Shuttle Wandel test Effecten van medicatie op hartslag, bloeddruk, ECG en oefencapaciteit
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
03 17 22 25 27 34 35 36 38 39 42 43 44
2
Bijlage 1: Verslagen bezoeken Kennermer Gasthuis, locatie Noord 22 april 2008 Observatieverslag: We hebben meegekeken met de volgende onderdelen van de revalidatie: - Circuittraining en screening met fietstest - Patiëntenoverleg / evaluatie - Slotprotocol - Ontspanningstherapie - Circuittraining Screening met fietstest - Maximaal inspanningstest onder begeleiding van cardioloog en fysiotherapeut - Het meten van lichaamslengte en gewicht - ECG film wordt gemaakt Tijdens de inspanningstest wordt de patiënt in de gaten gehouden door middel van een monitor die het hart en ademhaling registreert. Patiëntenoverleg / evaluatie Tijdens het overleg worden de patiënten die in behandeling zijn besproken met de fysiotherapeut en de cardioloog. Patiënten worden voorgedragen en bijzonderheden worden behandeld. Genomen acties worden geëvalueerd. Slotprotocol Bij het slotprotocol komen de patiënten na 6 weken terug nadat ze gestopt zijn met de hartrevalidatie. Er wordt hierbij gekeken of ze in die laatste 6 weken nog op hetzelfde niveau zijn op het moment dat ze met de revalidatie zijn gestopt. De patiënten gaan fietsen en ze zijn hierbij aangesloten op een monitor. Tijdens het protocol worden de hartslag en bloeddruk genoteerd. Deze test wordt op 3 momenten gedaan in de revalidatie: aan het begin, aan het einde en 6 weken na de revalidatie. Het protocol ziet er als volgt uit: - 2 minuten fietsen (warming – up) - 1 minuut rust (controle hartslag en bloeddruk) - 8 minuten fietsen - 1 minuut rust (controle hartslag en bloeddruk) - 8 minuten fietsen - Controle hartslag en bloeddruk Ontspanningstherapie Patiënten krijgen 6 sessies van ontspanningstherapie tijdens het proces van de hartrevalidatie. Er zijn ongeveer 6 patiënten in één groep. De therapie begint met een gesprekje met de patiënten. Er wordt besproken hoe het met de patiënten gaat: zijn er complicaties of verbeteringen? Daarna worden er ontspanningsoefeningen gedaan. Hierna wordt er besproken hoe de patiënten deze oefening hebben ervaren. Kunnen ze er wat mee of is de oefening juist helemaal niks voor ze. De oefeningen kunnen de patiënten thuis ook uitvoeren.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
3
Circuittraining Bij de circuittraining wordt er gebruik gemaakt van verschillende fitnessapparaten: - Fiets - Loopband - Crosstrainer - Roei – apparaat - Step - LegPress - Armfiets – apparaat De training begint met een korte warming-up. Daarna kiezen de patiënten zelf een apparaat uit waarop ze willen trainen. Dit doen ze 3,5 minuut. Hierna wordt er gewisseld van apparaat die ze ook weer 3,5 minuut uitvoeren. Er wordt 3 x 3,5 minuut een activiteit gedaan. Hierna wordt er 1 minuut gerust. In deze minuut wordt het ademvolume geteld. Dit doet de patiënt zelf door de handen op de buik te leggen en te tellen hoe vaak ze ademhalen in 1 minuut. Na deze pauze wordt er nogmaals 3 x 3,5 minuut een activiteit uitgevoerd. De circuittraining duurt totaal 60 minuten. Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest door cardioloog en fysiotherapeut - MPVH – lijst Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Niet gevraagd Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd - 4 weken, daarna evaluatie of de revalidatie wordt vervolgt of stopt. - 5 weken nadat de revalidatie is gestopt, komt de patiënt terug voor een slotprotocol. Hierbij wordt opnieuw het fietsprotocol gedaan om te evalueren of de patiënt op een goed niveau gebleven. Risicofactoren / symptomen - Gezicht, wit weg trekken Onderdelen van de behandeling - Voorlichting met partner - Training: fietstraining (2x in de week) en circuittraining (1x in de week) - Ontspanningstherapie: 1 x in de week Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? - Patiënt heeft zijn persoonlijke doelen behaald. - Bij ontslag wordt er een fietsprotocol gedaan. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? - Bij fysieke training na 3x 3,5 minuut wordt de ademfrequentie gemeten door de patiënt zelf door de handen op de buik te plaatsen en te tellen. - Voorlichting
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
4
Rotterdamse Stichting voor Cardiologische Revalidatie 08 mei 2008 Observatieverslag: Wij hebben meegekeken tijdens de hartfalen groep, de licht belastbare patienten en de zwaar belastbare patiënten. De trainingen werden gegeven in een grote sporthal waar cardio apparatuur en kracht apparatuur aanwezig is. De trainingen bestaan uit warming-up, looptraining, sport en spel en ontspanningstherapie. Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest onder leiding van een cardioloog / revalidatiearts - 6 minuten wandeltest - Vragenlijst: MPVH - Vragenlijst: kwaliteit van leven voor hartpatiënten - Borg – schaal Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Er is een reanimatiebeleid. Iedere discipline heeft hierbij een taak. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd Gemiddeld 3 maanden. Dit is per patiënt verschillend. Risicofactoren / symptomen - Let op gezicht - Op een gegeven moment weet je welke patiënten je in de gaten moet houden Onderdelen van de behandeling - Voorlichting: algemeen, voeding, roken - Training: 2 x in de week. De training bestaat uit een warming–up waarbij gezamenlijk oefeningen worden gedaan. Hierna wordt er gelopen, per patiënt is er een individueel loopschema. (Patiënten die moeite hebben met lopen kunnen eventueel ook fietsen) De training wordt geëindigd met een sport / spel activiteit. Ook dit is individueel. Er worden meerdere sporten aangeboden, de patiënt mag zelf kiezen welke sportactiviteit hij wil doen. Ook is er mogelijkheid om krachttraining te doen i.p.v. een sport / spel activiteit. De training is hierdoor erg individueel, naar de behoeften / interesse van de patiënt. - Ontspanningtherapie: 1 x in de week. Gezamenlijk met 2 groepen. - Cursus: patiënten kunnen eventueel een cursus volgen als daar een indicatie voor is. Er zijn cursussen voor: stoppen met roken, stressmanagement en voeding. Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? - Als de patiënt zijn doelen heeft behaald. Deze doelen worden bij de intake besproken. De doelen van de richtlijn van de hartstichting en KNGF worden hierbij aangehouden. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? - Controle van hartslag tellen - Ontspanningsoefeningen - Leren omgaan met de borg – schaal Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
5
Rijnlands Revalidatie Centrum 14 mei 2008 Observatieverslag: Programma 09.30 – 10.15 Aanvangsgesprek met Wendy Moerland 11.00 – 11.30 Intake gesprek met revalidant bijwonen met Wendy Moerland 11.30 – 12.30 “E”fietstest meelopen deze zelfde revalidant 12.30 – 13.00 Uitslag gesprek bij Wendy Moerland 13.00 – 13.30 Intake gesprek bij Jeroen van Hensbergen 13.30 – 14.30 pauze/ lunch 14.30 – 15.45 Meekijken met harttraining bij Jeroen van Hensbergen Het is helaas niet gelukt om bij de intake van Wendy Moerland aanwezig te zijn door afwezigheid van de patiënt. We hebben wel een intake mee kunnen kijken bij een andere revalidatie arts. Het doel van deze dag was om meer inzicht te krijgen van de hartrevalidatie die er aangeboden wordt binnen deze revalidatie centrum. Intake: de patiënt wordt gezien door de revalidatie arts die het ingevulde vragenlijst en zijn doelen voor de hartrevalidatie bespreekt. E- fietstest: - lengte meting - gewicht - middelgewicht - carpilair prikken voor vast stellen voor het roken - BMI - bloeddruk - ECG in rust - lichamelijk onderzoek wordt gedaan door arts - WEEDA = norm bij de fietstesten standaard VO2max bij gezonde mensen. - Fietsergometer met breath x breath ergospirometry (norm halen, verzuren, max. pols, watt maximaal) Om de 3 minuten de hartfrequentie en de bloeddruk meten. Per 3 minuten gaat het 30 Watt omhoog. Uitslag gesprek: de uitslag waarden van de Oxicon en het patiënten rapport wordt met de patiënt besproken. De mogelijkheden voor het behandelprogramma worden voorgelegd en er worden afspraken gemaakt. Intake fysiotherapie: de uitslagen en de adviezen worden met de patiënt besproken. De fysiotherapeut doet een intake om een eigen beeld te vormen van de doelen van de patiënt. Er wordt een rondleiding gegeven en de mogelijkheden worden besproken. Er wordt een vervolg afspraak gemaakt bij de planning om met de start van het behandelprogramma te beginnen. De eerste keer wordt er samen met de patiënt gezocht naar een goed trainingsprogramma dit wordt genoteerd. Harttraining:bestaat uit: - fietsen - lopen - krachttraining (fitness) - wandelen Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
- joggen - sport en spel - zwemmen
6
Er wordt vooraf de pols en de bloeddruk gemeten. Alle fietsen staan met een monitor in verbinding op 1 vast computer die wordt gecontroleerd door de fysiotherapeut en sportagoog. Er wordt een keycontroler gebruikt om de aantal herhalingen bij de krachttraining te noteren, dit gaat ook via een computersysteem. Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest onder leiding van functiemedewerkers met Oxicon : deze meet bloedgaswaarden, oximetrie waarden, metaboliet waarden, zuurstof status en zuurbase status. - Bloeddruk/ hartslag - ECG - Vragenlijst t.b.v. screening hartrevalidatie - Vragenlijst fysiotherapie hartrevalidatie - Vragenlijst psychosociaal hartrevalidatie - Kwaliteit voor leven voor hartpatiënten. - De VierDimensionale Klachtenlijst (4DKL) Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Er geldt een reanimatieprotocol. Van 8.30- 17.00 uur is een reanimatieteam aanwezig, dat bij calamiteiten ondersteunt. Voor en na die tijd wordt bij reanimatie of andere calamiteiten het algemeen alarmnummer gewaarschuwd. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd Duurt ongeveer twee tot drie maanden. Twee a drie keer per week. Risicofactoren / symptomen - Ademhaling wordt gecontroleerd d.m.v. praat test - Hartfrequentie en aantal wentelingen werden gemonitort en in de gaten gehouden door de fysiotherapeut - Bloeddruk/pols werd vooraf gemeten en geeft ook een indicatie of je iemand extra in de gaten moet houden. Onderdelen van de behandeling Alle revalidanten volgen het basisprogramma. Een aantal zal ook in aanmerking komen voor een individuele begeleiding en/of specifieke groepscursussen. Basisprogramma bestaat uit: - medische zorg: arts is de coördinator van het behandelteam en eindverantwoordelijk voor het revalidatieproces. via weekelijkse teambespreking wordt de arts op de hoogte gehouden van het verloop van de revalidatie. - trainingen in groepsverband: diverse vormen van bewegen komt aan bod onder leiding van trainingsstaf, die bestaat uit fysiotherapeuten en bewegingsagogen. Op grond van de medische gegevens en het vooronderzoek stelt het behandelteam een trainingsprogramma op. training duurt, inclusief herstellen, ongeveer anderhalf uur.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
7
- ademhaling- en ontspanningsoefeningen Ter verbetering van de ademhaling bij inspanning. Een fysiotherapeut geeft deze individueel en in groepsverband. Eventueel op verzoek van de patiënt, arts of bij advies van het behandelteam kan er een cursus gegeven worden van 5 lessen. - informatie bijeenkomsten Vier informatiebijeenkomsten zijn mogelijk tevens voor partner/naasten. Dit zijn groepsbijeenkomstendoor diverse hulpverleners die u informatie geven over: - hartziekten, de behandeling en risicofactoren (arts) - psychosociale en maatschappelijke gevolgen van hartziekten (maatschappelijk werker) - gezonde eet en drinkgewoonten (diëtiste) - verantwoord en doelmatig bewegen (bewegingsagoog of fysiotherapeut) - eenmalige bijeenkomst voor partners/naasten Deze bijeenkomst is uitsluitend bedoeld voor partners en naasten en wordt begeleid door eenmaatschappelijkwerker. Er wordt ingegaan op de invloed van de hartproblemen op het leven van de naasten en hoe zij met deze veranderingen kunnen omgaan. Tijdens deze bijeenkomst wordt er informatie gegeven en is het mogelijk om ervaringen met elkaar te delen. Aanvullende programmaonderdelen - maatschappelijk wer en/of psychologische begeleiding - fysiotherapie - begeleiding door dietiste - logopedie - stoppen met roken - groepscursussen: stoppen met roken cursus (maatschappelijk werker), informatie cursus voor ICD-patiënten (arts, fysiotherapeut, maatschappelijkwerker, en psycholoog), cursus stress management ‘hart voor gezondheid’(pscycholoog), cursus overgewicht en gedragsverandering (dietiste en psycholoog) Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? Als de patiënt zijn doelen heeft behaald. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? Door de patient eigen ervaringen te evalueren. Vragen hoe het is gegaan na de training en dit bespreken met de patiënt.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
8
VUmc 19 mei 2008 Observatieverslag: - Gesprek met fysiotherapeut, intake, klinische afdeling, training. - Alleen enkelvoudige patiënten: Bypass, Dotteren of Infarct. Geen klepoperaties. In de klinische fase wordt er besloten of de patiënt wel of niet in aanmerking komt voor het revalidatieprogramma in de VU of de patiënt naar een revalidatiecentrum gaat. De meer complexe patiënten gaan naar een revalidatiecentrum, de enkelvoudige patiënten kunnen revalideren bij de VU. - Poliklinische revalidatie start na 6 weken na het ontslag uit het ziekenhuis. Bij infarct – patiënten is dit na 2 weken. Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest zonder arts en zonder ECG. De test wordt pas uitgevoerd als alle onderzoeken van de cardioloog zijn afgesloten, zodat er zekerheid is dat er geen complicaties meer zijn. - Fietstest met ECG en arts wordt aan het einde van de klinische fase gedaan. - Er wordt geen gebruik gemaakt van vragenlijsten, dit is wel in ontwikkeling. (HADS, Kwaliteit van leven bij hartpatiënten) - Er wordt bij de trainingen wel gebruik gemaakt van de Borg – schaal. Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? - Er is een reanimatietraining - In de zaal zijn er ‘knoppen’ aanwezig, die een alarm geven zodat er een spoedteam naar de zaal komt. - Bellen met telefoon, wat er aan de hand is. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd - Gemiddeld: 6 weken. Er zijn 12 trainingen, 2 x per week een training van één uur. - Er is ook een Fit kort programma. Deze bestaat uit 6 trainingen. Bij de intake wordt besloten welk programma de patiënt gaat volgen. Dit is individueel. Risicofactoren / symptomen - Letten op de hartslag van de patiënt - Communicatie met de patiënt - Gezicht Onderdelen van de behandeling - Voorlichting: algemeen en revalidatie. De voorlichting wordt gegeven door de cardioloog, maatschappelijk werk, fysiotherapeut en diëtist. Elke week is er 2 uur voorlichting door een discipline. - Training: Training bestaat uit fietsen, circuittraining en sport / spel activiteiten. Training met fietsen begint op 60% weerstand van de uitslag van de test. Fietsonderdeel duurt 20 minuten zonder rust. Er is ook mogelijkheid om te trainen in het zwembad. Dit gebeurd meestal 1 à 2 keer in het revalidatieproces. - Geen ontspanningstherapie: geen tijd, personeel staat niet open om de therapie te geven, past niet in het programma.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
9
Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? - Behalen van de doelen - Aan het einde is er geen fietstest Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? - Door het geven van voorlichting in zowel de klinische als de poliklinische fase. - Gebruik maken van de Borg – schaal.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
10
Spaarne Ziekenhuis 20 mei 2008 Observatieverslag: - circuit training - interview fysiotherapeut - fietstraining Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - maximaal fietstest met ECG - saturatie meter - bloeddruk - pols Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Er is een ECG apparaat aanwezig in de trainingszaal. Er staat een bed klaar in de trainingsruimte en fysiotherapeuten kennen CPR. Er is een reanimatie knop, waarbij het indrukken van deze knop de IC wordt gealarmeerd die met een crash car komen. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd 7 – 8 weken Risicofactoren / symptomen - let op iemand zijn gezichtuitdrukking - door de fietstest weet je welke mensen je in de gaten moet houden. Onderdelen van de behandeling - 1e fietstest (maximale fietstest met ECG) - ontspanningstraining 2x in 1 week - fietstraining 2 weken 4x per week - circuittraining - informatie module (maatschappelijkwerk) - informatie module alleen voor partner - informatie module voor u en uw partner (maatschappelijkwerk, diëtetiek, cardiologie) - PEP module 4x 2 uur (omgaan met stress herkennen van spanningssignalen) - evt. geestelijke verzorger of psycholoog - afsluitend laatste fietstest Fietstest gemonitort met ECG deze test wordt afgenomen door gespecialiseerd verpleegkundige. Verantwoording ligt bij de cardioloog. Rust pols en bloeddruk en saturatie wordt opgemeten en genoteerd. Per minuut gaat het 25 watt omhoog 60 aantal wentenlingen per minuut moet worden aangehouden. De patiënt mag stoppen wanneer hij/zij wil de reden wordt genoteerd. Aan het eind wordt het aantal minuten, pols, maximale bloeddruk en de wattage genoteerd.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
11
Instellingen voor fietstraining wordt bepaald door maximale fietstest. De bloeddruk saturatie en pols in rust en maximaal worden opgenomen en genoteerd. Er wordt gefietst: 3 min (in fietsen 40watt) 8 min (60% van maximale vermogen) 2 min (rust saturatie en bloeddruk en pols wordt gemeten) 8 min (watt wordt verhoogd in overleg met patiënt en fysiotherapeut) Eind worden de saturatie, bloeddruk, watt en pols opgenomen en genoteerd. Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? De patiënt moet zich goed kunnen inspannen. Het doorlopen van het hele programma. Geen abnormale afwijkingen op de ECG te zien zijn. Is het ECG onvoldoende dan gaat de patiënt weer de kliniek in en volgt opnieuw het programma. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? Zelf keuzes laten maken, veel praten en kijken wat ze doen. Observeren hoe de patiënt anticipeert in de groep. De patiënt moet zijn eigen formulier van de training invullen, om zo ook de verbetering van de training te kunnen zien. Laten patiënten over de grens heen gaan en evalueren dit met de patiënt. De volgende training stel je samen de herhalingen in om verbetering geleidelijk en verstandig te laten verlopen.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
12
Revalidatiecentrum Zonnestraal 21 mei 2008 Observatieverslag: - Patiëntenoverleg, training, ontspanningstherapie, intake. - Er zijn 4 groepen: A, B, D, E: groep A en B zijn laag belastbare patiënten. Groep D en E zijn hoog belastbaar. Er zijn aparte groepen voor oudere patiënten en patiënten met hartfalen. - Na 4 weken wordt er een tussenevaluatie gedaan. Hierbij wordt het ICF – model en de individuele doelen besproken. - Het team bestaat uit fysiotherapeuten, een verpleegkundig en een administratief medewerker. - Er wordt gewerkt met een individueel revalidatieprogramma. Geen standaard programma’s. Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest of shuttle walk/run test. (mag de patiënt zelf kiezen). Voor en na de test wordt de bloeddruk gemeten. Na de test wordt de pols geteld en de borg – schaal ingevuld. De test wordt aan het begin en aan het einde van de revalidatie uitgevoerd. De fietstest wordt zonder cardioloog gedaan. 3 minuten infietsen op 30 / 50 Watt. Daarna per minuut 10 Watt omhoog. Patiënt geeft zelf aan wanneer hij niet meer verder kan. Fietsen op 60 omwentelingen per minuut. Na de test 1 tot 2 minuten uitfietsen op 30 / 50 Watt. Bij de test wordt hartslag en bloeddruk gemeten. - Bij de intake wordt er een ECG in rust gemaakt. - Kwaliteit van leven voor hartpatiënten. Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Eris een cardioloog aanwezig een gespecialiseerd verpleegkundige en twee fysiotherapeuten. Deze hebben elk een taak als zich een calamiteit voordoet. Er is een AED aanwezig en er is een directe telefoon verbinding met het ziekenhuis. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd - Gemiddeld 7 weken: 4 weken duurtraining, 3 weken intervaltraining. Na 4 weken is er een tussenevaluatie, hierbij wordt bepaald of de patiënt al met ontslag kan of dat de patiënt verder gaat met de revalidatie. Risicofactoren / symptomen De patiënten zijn onderverdeeld in verschillende groepen. Hartfalen en ouderen groep, licht belastbaar en zwaar belastbaar. - opletten op gezicht - ademhaling - houding van de patiënt Onderdelen van de behandeling - Intake met partner - Voorlichting met partner: medische voorlichting, emotionele voorlichting en voorlichting over voeding.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
13
-
-
Training: 3 x per week in de eerste 4 weken. Voor de training wordt de pols geteld en de bloeddruk gemeten. Ook wordt er een kort gesprek met de patiënten gehouden over hoe het nu met ze gaat en of er complicaties / problemen zijn. De training begint met een lange warming-up. In de warming-up wordt er gelopen en worden er oefeningen gedaan. Daarna gaan de patiënten fietsen of lopen (wat de patiënt zelf wil). Hierbij wordt 2 x de saturatie en de hartslag gemeten om controle te houden. Na 4 weken wordt er verder gegaan met intervaltraining. De patiënten doen dit 3 weken met een frequentie van 2 x per week. Ontspanningstherapie: 1 x per week, volgens Jacobsen. Cursus: stoppen met roken
Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? - Patiënt is klachtenvrij - Patiënt heeft zijn doelen behaald - Eindtest is goed. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? - Geven van voorlichting - Leren omgaan met de borg - schaal
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
14
Revalidatie Centrum Amsterdam 06 juni 2008 Observatieverslag: 09.00 uur: Gesprek met fysiotherapeut 09.30 uur: Training in het zwembad 10.30 uur: Pauze 10.45 uur: Circuittraining en sport / spel activiteit 12.00 uur: Gesprek met revalidatiearts In het RCA werken ze met een individueel revalidatieprogramma. Dit wil zeggen dat iedere patiënt zijn eigen revalidatieprogramma volgt en dat er geen standaard programma is. Dit programma wordt samen met de patiënt samengesteld. De patiënt stelt ook zijn eigen doelen op. De doelen worden opgesteld aan de hand van de doelen van de hartstichting. De intake wordt gedaan door een arts, een maatschappelijk werker en een fysiotherapeut. Bij de intake wordt een rust ECG gemaakt en een oxiconfietstest gedaan. Deze test wordt ook weer aan het einde van de revalidatie gedaan. Met behulp van de Karvonen – formule worden de resultaten berekent. CVA – patiënten doen dezelfde fietstest als de ‘normale’ hartrevalidatie – patiënten. De training begint op 50% van de HFmax. Uiteindelijk gaat de patiënt training op 60% - 80% van zijn HFmax. De laagbelastbare patiënten en patiënten met hartfalen gaan trainen op 40% 70% van de HFmax. De patiënten met hartfalen doen een intervaltraining in plaats van een duurtraining. Tijdens de training wordt regelmatig de pols gemeten. Er wordt hierbij eerst aan de patiënt gevraagd wat hij denkt dat zijn pols is, om zo te controleren of ze zelf controle hebben over hartslag en hun grenzen niet overgaan. Er zijn wordt gewerkt met twee groepen. Er is een groep voor patiënten met hartfalen en de laagbelastbare patiënten. En er is een groep waar de rest van de patiënten in zit. Daarnaast is het ook mogelijk dat de patiënten individueel behandeld worden. De CVA – patiënten volgen het normale hartrevalidatieprogramma (die overigens wel individueel is bij elke patiënt). De patiënt stelt zelf zijn doelen op, vaak gericht op ADL. Het komt vaak voor dat CVA – patiënten een individuele begeleiding krijgen. Bij problemen met de cognitie wordt vaak contact gelegd met de sociale omgeving, omdat deze veel hulp kunnen bieden bij de cognitieve problemen. Er wordt dan ook een huisbezoek gedaan. Er wordt aan de patiënt gevraagd om een lijst in te vullen voor de dagindeling. Op deze lijst worden de activiteiten en hartslag per kwartier vastgelegd. Bij cognitieve problemen wordt ook een neuropsychologisch onderzoek gedaan. Bij vermoeidheidsklachten is het moeilijk te ondergaan of de klachten van de CVA komen of van cardiologische problemen. CVA – patiënten met een hemiplegisch been of arm kunnen niet deelnemen aan het hartrevalidatieprogramma. De patiënten moeten trainbaar en coachbaar zijn! Vragen: Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? - Fietstest met oxicon - Borgschaal - 4DKL lijst - Amsterdamse vragenlijst voor hartpatiënten
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
15
Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? Er is een crashteam aanwezig in het revalidatiecentrum. Als er op een knop gedrukt wordt komt het crashteam eraan. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd Het revalidatieproces ziet er voor elke patiënt anders uit. De periode van de revalidatie is bij iedere patiënt dan ook weer anders. Gemiddeld duurt de revalidatie 14 weken. De patiënten komen dan 2 à 3 keer in de week. Dit hangt ook weer af van de patiënt. Er is in de 3de , 8ste en 13de week een evaluatie. Hierbij worden de doelen van de patiënt geëvalueerd. Als de patiënt zijn doelen dan al behaald heeft, kan de patiënt zijn revalidatieproces stoppen. Risicofactoren / symptomen Er wordt gewerkt met de borgschaal en de fysiotherapeuten voeren veel gesprekken met de patiënten, zodat zij goed kunnen aanvullen waar hun grens ligt. Observatie is belangrijk! Onderdelen van de behandeling Het revalidatieprogramma is een individueel programma. De patiënten kunnen kiezen uit de volgende onderdelen: - Fitness - Duurtraining – fietstraining - Krachttraining, lokaal spieruithoudingsvermogen - Zwemmen - Sporten in de zaal - Buitenactiviteiten - Ontspanningstherapie (Dixhoorn) - Voorlichting: o Informatie van de cardioloog o Gezond bewegen o Voeding o Risico o Stress o Psychosociaal o Daggroep, dagindeling - Voor allochtone mensen is er een cursus over de anatomie door de arts en de fysiotherapeut - Cursussen: Afvallen en blijvend bewegen Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? Als de patiënt zijn doelen gehaald heeft. Dit is erg individueel Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? Gesprek met de patiënt, vooral tijdens de trainingen. Daarnaast wordt er ook gewerkt met de borgschaal en zijn er voorlichtingsmodules.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
16
Bijlage 2: Schematisch overzicht bezoeken 1. Welke testen en meetinstrumenten worden er gebruikt in deze instelling? KG – Haarlem
RRC – Leiden
-
VUmc – Amsterdam
-
RSCR – Rotterdam
Spaarne Ziekenhuis - Hoofddorp
Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum
Revalidatie Centrum Amsterdam
-
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
Fietstest door cardioloog en fysiotherapeut MPVH – lijst Fietstest onder leiding van een cardioloog / revalidatiearts 6 minuten wandeltest Vragenlijst: MPVH Vragenlijst: kwaliteit van leven voor hartpatiënten Borg – schaal Fietstest onder leiding van functiemedewerkers met Oxicon : deze meet bloedgaswaarden, oximetrie waarden, metaboliet waarden, zuurstof status en zuur-base status. Bloeddruk/ hartslag ECG Vragenlijst t.b.v. screening hartrevalidatie Vragenlijst fysiotherapie hartrevalidatie Vragenlijst psychosociaal hartrevalidatie Kwaliteit voor leven voor hartpatiënten. De VierDimensionale Klachtenlijst (4DKL) Fietstest zonder arts en zonder ECG. De test wordt pas uitgevoerd als alle onderzoeken van de cardioloog zijn afgesloten, zodat er zekerheid is dat er geen complicaties meer zijn. Fietstest met ECG en arts wordt aan het einde van de klinische fase gedaan. Er wordt geen gebruik gemaakt van vragenlijsten, dit is wel in ontwikkeling. (HADS, Kwaliteit van leven bij hartpatiënten) Er wordt bij de trainingen wel gebruik gemaakt van de Borg – schaal. Maximaal fietstest met ECG Saturatie meter Bloeddruk Pols Fietstest of shuttle walk/run test (mag de patiënt zelf kiezen). Bij de test wordt hartslag en bloeddruk gemeten. Bij de intake wordt er een ECG in rust gemaakt. Kwaliteit van leven voor hartpatiënten. Borgschaal Fietstest met oxycon Borgschaal 4DKL lijst Amsterdamse vragenlijst voor hartpatiënten
17
2. Welke calamiteiten / voorzorgsmaatregelen worden er gehanteerd binnen de instelling? KG – Haarlem
Niet gevraagd.
RSCR – Rotterdam
Er is een reanimatiebeleid. Iedere discipline heeft hierbij een taak.
RRC – Leiden
Er geldt een reanimatieprotocol. Van 8.30- 17.00 uur is een reanimatieteam aanwezig, dat bij calamiteiten ondersteunt. Voor en na die tijd wordt bij reanimatie of andere calamiteiten het algemeen alarmnummer gewaarschuwd.
VUmc – Amsterdam
Er is een reanimatietraining. In de zaal zijn er ‘knoppen’ aanwezig, die een alarm geven zodat er een spoedteam naar de zaal komt. Bellen met telefoon, wat er aan de hand is.
Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp
Er is een ECG apparaat aanwezig in de trainingszaal. Er staat een bed klaar in de trainingsruimte en fysiotherapeuten kennen CPR. Er is een reanimatie knop, waarbij het indrukken van deze knop de IC wordt gealarmeerd die met een crash car komen.
Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum Revalidatie Centrum Amsterdam
AID, ECG, fysiotherapeut zijn geschoold met basic life en advance life, directe lijn met ambulance post. Er is een crashteam aanwezig in het revalidatiecentrum. Als er op een knop gedrukt wordt komt het crashteam eraan.
3. Hoe ziet het revalidatieproces / behandeling eruit? Periode / tijd KG – Haarlem
RSCR – Rotterdam
4 weken, daarna evaluatie of de revalidatie wordt vervolgt of stopt. 5 weken nadat de revalidatie is gestopt, komt de patiënt terug voor een slotprotocol. Hierbij wordt opnieuw het fietsprotocol gedaan om te evalueren of de patiënt op een goed niveau gebleven. Gemiddeld 3 maanden. Dit is per patiënt verschillend.
RRC – Leiden
Duurt ongeveer twee tot drie maanden. Twee a drie keer per week.
VUmc – Amsterdam
Gemiddeld: 6 weken. Er zijn 12 trainingen, 2 x per week een training van één uur. Er is ook een Fit kort programma. Deze bestaat uit 6 trainingen. Bij de intake wordt besloten welk programma de patiënt gaat volgen. Dit is individueel. 1ste week ontspanningstherapie, daarna 2 weken fietstraining 4x per week, daarna 2 weken circiuttraining.
Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum
Gemiddeld 7 weken: 4 weken duurtraining, 3 weken intervaltraining. Na 4 weken is er een tussenevaluatie, hierbij wordt bepaald of de patiënt al met ontslag kan of dat de patiënt verder gaat met de revalidatie.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
18
Revalidatie Centrum Amsterdam
Het revalidatieproces ziet er voor elke patiënt anders uit. De periode van de revalidatie is bij iedere patiënt dan ook weer anders. Gemiddeld duurt de revalidatie 14 weken. De patiënten komen dan 2 à 3 keer in de week. Dit hangt ook weer af van de patiënt. Er is in de 3de , 8ste en 13de week een evaluatie. Hierbij worden de doelen van de patiënt geëvalueerd. Als de patiënt zijn doelen dan al behaald heeft, kan de patiënt zijn revalidatieproces stoppen.
Risicofactoren / symptomen KG – Haarlem RSCR – Rotterdam
RRC – Leiden
VUmc – Amsterdam Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum
Revalidatie Centrum Amsterdam
Gezicht, wit weg trekken
-
Let op gezicht Op een gegeven moment weet je welke patiënten je in de gaten moet houden Voor de training wordt de bloeddruk gemeten. - Te hoge bloeddruk - Kunnen praten tijdens training. - Gezicht - Omwentelingen fiets. - Letten op de hartslag van de patiënt - Communicatie met de patiënt - Gezicht - let op iemand zijn gezichtuitdrukking - door de fietstest weet je welke mensen je in de gaten moet houden. De patiënten zijn onderverdeeld in verschillende groepen. Hartfalen en ouderen groep, licht belastbaar en zwaar belastbaar. - opletten op gezicht - ademhaling - houding van de patiënt Er wordt gewerkt met de borgschaal en de fysiotherapeuten voeren veel gesprekken met de patiënten, zodat zij goed kunnen aanvoelen waar hun grens ligt. Observatie is belangrijk!
Onderdelen van de behandeling KG – Haarlem - Voorlichting met partner - Training: fietstraining (2x in de week) en circuittraining (1x in de week) - Ontspanningstherapie: 1 x in de week RSCR – Rotterdam - Voorlichting: algemeen, voeding, roken - Training: 2 x in de week. De training bestaat uit een warming–up, lopen, sport / spel activiteit. Ook is er mogelijkheid om krachttraining - Ontspanningtherapie: 1 x in de week. - Cursus: stoppen met roken, stressmanagement en voeding. RRC – Leiden Alle revalidanten volgen het basisprogramma. Een aantal zal ook in aanmerking komen voor een individuele begeleiding en/of specifieke groepscursussen. Basisprogramma bestaat uit: Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
19
VUmc – Amsterdam
Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp
Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum
Revalidatie Centrum Amsterdam
-
medische zorg trainingen in groepsverband ademhaling- en ontspanningsoefeningen informatie bijeenkomsten eenmalige bijeenkomst voor partners/naasten aanvullende programmaonderdelen. Voorlichting: algemeen en revalidatie. De voorlichting wordt gegeven door de cardioloog, maatschappelijk werk, fysiotherapeut en diëtist. Elke week is er 2 uur voorlichting door een discipline. - Training: Training bestaat uit fietsen, circuittraining en sport / spel activiteiten. - Geen ontspanningstherapie: geen tijd, personeel staat niet open om de therapie te geven, past niet in het programma. - 1e fietstest (maximale fietstest met ECG) - ontspanningstraining 2x in 1 week - fietstraining 2 weken 4x per week - circuittraining - informatie module (maatschappelijkwerk) - informatie module alleen voor partner - informatie module voor u en uw partner (maatschappelijkwerk, diëtetiek, cardiologie) - PEP module 4x 2 uur (omgaan met stress herkennen van spanningssignalen) - evt. geestelijke verzorger of psycholoog - afsluitend laatste fietstest - controle na 3 maanden - Intake met partner - Voorlichting met partner: medische voorlichting, emotionele voorlichting en voorlichting over voeding. - Training: 3 x per week in de eerste 4 weken. Na 4 weken wordt er verder gegaan met intervaltraining. De patiënten doen dit 3 weken met een frequentie van 2 x per week. - Ontspanningstherapie: 1 x per week, volgens Jacobsen. - Cursus: stoppen met roken Het revalidatieprogramma is een individueel programma. De patiënten kunnen kiezen uit de volgende onderdelen: - Fitness - Duurtraining – fietstraining - Krachttraining, lokaal spieruithoudingsvermogen - Zwemmen - Sporten in de zaal - Buitenactiviteiten - Ontspanningstherapie (Dixhoorn) - Voorlichting: informatie van de cardioloog, gezond bewegen, voeding, risico, stress, psychosociaal en daggroep (dagindeling). - Voor allochtone mensen is er een cursus over de anatomie door de arts en de fysiotherapeut - Cursussen: Afvallen en blijvend bewegen
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
20
4. Wat zijn de criteria voor het ontslag van de patiënt? KG – Haarlem
RSCR – Rotterdam
RRC – Leiden
-
Patiënt heeft zijn persoonlijke doelen behaald. Bij ontslag wordt er een fietsprotocol gedaan.
- Als de patiënt zijn doelen heeft behaald. Deze doelen worden bij de intake besproken. De doelen van de richtlijn van de hartstichting en KNGF worden hierbij aangehouden. - Als de patiënt zijn doelen heeft behaald.
VUmc – Amsterdam Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp
-
Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum Revalidatie Centrum Amsterdam
-
Behalen van de doelen Aan het einde is er geen fietstest De patiënt moet zich goed kunnen inspannen. Het doorlopen van het hele programma. Geen abnormale afwijkingen bij de fietstest met ECG te zien zijn. Is het ECG onvoldoende dan gaat de patiënt weer de kliniek in en volgt opnieuw het programma. Patiënt is klachtenvrij Patiënt heeft zijn doelen behaald Eindtest is goed. Als de patiënt zijn doelen gehaald heeft. Dit is individueel
5. Hoe wordt de patiënt geleerd om zijn eigen grenzen aan te geven? KG – Haarlem
Niet gevraagd.
RSCR – Rotterdam
- Controle van hartslag tellen - Ontspanningsoefeningen - Leren omgaan met de borg – schaal Eigen ervaringen te evalueren. Vragen hoe het is gegaan na de training en dit bespreken met de patiënt. - Door het geven van voorlichting in zowel de klinische als de poliklinische fase. - Gebruik maken van de Borg – schaal. - Zelf keuzes laten maken, veel praten en kijken wat ze doen. Observeren hoe de patiënt anticipeert in de groep. - De patiënt moet zijn eigen formulier van de training invullen, om zo ook de verbetering van de training te kunnen zien. - Laten patiënten over de grens heen gaan en evalueren dit met de patiënt. De volgende training stel je samen de herhalingen in om verbetering geleidelijk en verstandig te laten verlopen. - Geven van voorlichting - Leren omgaan met de borg - schaal
RRC – Leiden VUmc – Amsterdam Spaarne Ziekenhuis – Hoofddorp
Revalidatiecentrum Zonnestraal – Hilversum Revalidatie Centrum Amsterdam
-
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
Gesprek met de patiënt, vooral tijdens de trainingen. Gewerkt met de borgschaal. Voorlichtingsmodules. 21
Bijlage 3: Voorlichtingsplan Het voorlichtingsplan is op te vatten als een onderdeel van het behandelplan. Het formuleren van het voorlichtingsplan start met een analyse van de voorlichtingsbehoefte tijdens de anamnese: wat weet de patiënt over zijn aandoening en de behandeling, wat is de efficiëntie van de wijze van omgaan met klachten, weet patiënt hoe deze kunnen worden verbeterd en wat zijn de verwachtingen van patiënt en partner ten aanzien van de behandeling. Per stap dient aandacht te worden gegeven aan de problemen die de patiënt ervaart. Dit model geeft hiermee inzicht in mogelijke oorzaken van problemen met therapietrouw. (Dekkers, 1981) onderscheidt vier deelfuncties aan patiëntenvoorlichting: informatie, instructie, educatie en begeleiding. Deze vierdeling kan worden opgevat als een hiërarchische indeling, waarbij informeren minder en begeleiden meer interventie vraagt. 1. Informeren: het geven van feitelijke informatie aan de patiënt over zaken die met de ziekte, behandeling of verzorging te maken hebben. 2. Instrueren: het geven van concrete richtlijnen of voorschriften die de patiënt dient op te volgen ten behoeve van de behandeling. 3. Educatie geven: het zodanig uitleg geven over de ziekte en de behandeling dat de patiënt de achtergronden en de gevolgen daarvan leert begrijpen en gaat inzien wat hijzelf kan doen om zijn ziekte onder controle te houden. Zelfzorgvaardigheden dienen eventueel te worden geoefend. 4. Begeleiden: het emotioneel ondersteunen van de patiënt, zodat hij zijn ziekte en de gevolgen daarvan zo goed mogelijk kan verdragen en verwerken. In de praktijk zullen deze vier typen van voorlichting in elkaar overlopen. Het is belangrijk om deze te onderscheiden om aan te geven dat met voorlichting verschillende doelen kunnen worden nagestreefd. Ook de praktische consequenties van de verschillende typen zijn, in termen van tijd, benodigde hulpmiddelen en vaardigheden nogal verschillend. Educatie stelt hogere eisen aan de didactische vormgeving en aan de benodigde hulpmiddelen dan informatieverstrekking. Wanneer zich bij een patiënt verschijnselen van ontkenning of van non-acceptatie voordoen, is dat een aanwijzing dat de hulpvraag van de patiënt voor een belangrijk deel op het gebied van de begeleiding ligt. In dit geval dient overleg met het revalidatieteam plaats te vinden. Stappen in voorlichtingsproces Van der Burgt en Verhulst (1996) geven een overzicht van de in de gezondheidsvoorlichting gebruikte modellen en vertalen deze modellen naar een model van patiëntenvoorlichting voor de paramedische praktijk. Hierbij integreren ze het Attitude Sociale invloed en Eigen effectiviteit (ASE-)determinantenmode met het stappenmodel in de voorlichting (van Hoenen et al.1988). In het ASE-determinantenmodel wordt uitgegaan van de vooronderstelling dat de bereidheid om van gedrag te veranderen wordt bepaald door een samenspel tussen attitude (hoe kijkt de persoon zelf tegen de gedragsverandering aan), sociale invloed (hoe kijken anderen tegen de gedragsverandering aan) en eigen effectiviteit (zal het wel of zal het niet lukken). In het stappenmodel in de voorlichting van Hoenen et al. worden de stappen ‘open staan’, ‘begrijpen’, ‘willen’ en ‘doen’ onderscheiden. Met het oog op de paramedische praktijk voegen Van der Burgt en Verhulst hier nog twee stappen aan toe: ‘kunnen’ en ‘blijven doen’. Om recht te doen aan de eigenheid van de patiënt wordt in het model ‘de persoon’ toegevoegd. Van der Burgt en Verhulst benaderen voorlichting als een proces, waarbij gedragsverandering een eindstap is. Deze eindstap is niet te zetten als de voorgaande stappen niet zijn gezet. Achtereenvolgens dienen zes stappen te worden doorlopen (tabel 20).
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
22
Per stap dient aandacht te worden gegeven aan de problemen die de patiënt ervaart. Dit model geeft hiermee inzicht in mogelijke oorzaken van problemen met therapietrouw. Uit onderzoek blijkt dat de meeste informatie wordt gegeven in de eerste twee zittingen. In het voorlichtingsplan moet de informatie evenwichtig over de behandelingen worden verdeeld. Zo kan systematisch worden gewerkt en aan alle aspecten aandacht worden besteed zonder dat patiënten te veel informatie in één keer krijgen (Sluijs 1991).
1. Open staan De fysiotherapeut sluit met het voorlichten aan bij de beleving, verwachting, vragen en zorgen van de patiënt. Belangrijke vragen zijn: wat houdt de patiënt het meeste bezig en welke zorgen belemmeren de patiënt om open te staan voor informatie over de gedragsverandering. 2. Begrijpen De informatie moet zodanig worden aangeboden dat de patiënt het begrijpt en het kan onthouden. Belangrijk is: niet te veel informatie per keer, wat moet eerst en welke informatie kan later, de boodschap (evt. in een andere vorm) herhalen of uitleggen met hulp van hulpmiddelen (folders, video). De fysiotherapeut controleert of de patiënt de informatie inderdaad heeft begrepen. 3. Willen De fysiotherapeut inventariseert wat een patiënt (de)motiveert om iets te doen. Belangrijk hierbij is: welke voordelen heeft het oefenen voor de patiënt, ervaart de patiënt steun of druk van mensen uit de nabije omgeving, heeft de patiënt het gevoel dat hij invloed op zijn situatie kan uitoefenen. De fysiotherapeut biedt ondersteuning en informatie over mogelijkheden en alternatieven. Er worden haalbare afspraken gemaakt. 4. Kunnen De patiënt moet in staat zijn om het gevraagde gedrag uit te kunnen voeren. De benodigde functies en vaardigheden moeten worden geoefend. Belangrijk is om te inventariseren welke praktische problemen de patiënt verwacht en samen met de patiënt na te gaan hoe deze problemen opgelost kunnen worden. 5. Doen Dit omvat het daadwerkelijk uitvoeren van het nieuwe gedrag. De fysiotherapeut maakt met de patiënt heldere, concrete en haalbare afspraken en stelt concrete doelen. Indien mogelijk wordt positieve feedback gegeven. 6. Blijven doen De patiënt zal het gedrag na de behandeling moeten blijven vertonen. Tijdens de behandeling moet de fysiotherapeut met de patiënt bespreken of hij denkt dat hij daarin zal slagen. Belangrijk is om na te gaan wat moeilijk is voor de patiënt, wat stimulerend werkt en of er beloningen voor korte en lange termijn zijn. Wat helpt de patiënt om na terugval de draad weer op te pakken? Tabel 20. Toelichting bij de zes stappen in het voorlichtingsproces (Bron: Burgt en Verhulst)
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
23
Belangrijk is dat tijdens de voorlichting bij alle stappen rekening wordt gehouden met de eigenschappen en kenmerken van de patiënt (persoonsgebonden factoren), zoals: - ‘Locus of control’: in welke mate denkt de patiënt invloed te kunnen uitoefenen op zijn levensloop; - Attributie: waaraan schrijft de patiënt de invloeden op zijn levensloop toe; - Wijze van coping: hoe reageert de patiënt op belangrijke gebeurtenissen in zijn leven; - Emotionele gesteldheid: de patiënt kan in sommige situaties door zijn emotionele gesteldheid op dat moment niet openstaan voor de informatie. Tevens kan de emotionele gesteldheid de manier bepalen waarop de patiënt met zijn ziekte en de behandeling omgaat. Een professionele manier van voorlichten veronderstelt kennis en inzicht met betrekking tot de wijze waarop voorlichting vorm en inhoud kan krijgen en welke factoren positieve dan wel negatieve invloed uitoefenen op de totstandkoming van (de gewenste) gedragsverandering. (KNGF-richtlijn Hartrevalidatie, 2005)
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
24
Bijlage 4: Adem- en Ontspanningstherapie Methode Van Dixhoorn De methode Ademtherapie is het helpen herstellen van een natuurlijke en ontspannen adembeweging, die door het gehele lichaam voelbaar is. Ontspanningstherapie is het bewustworden en leren hanteren van lichamelijke en mentale gespannenheid. Tezamen genomen bieden zij u de middelen waarmee een mens in zichzelf de eigen spanning kan regelen, via aandacht, voorstelling, houding, beweging en ademhaling. Daarmee kunt u ontdekken of een probleem samenhangt met een verhoogde spanning, die eigenlijk onnodig is en door u verminderd kan worden. Doelstellingen Het bevorderen van kwalitatief hoogwaardige toepassing van adem- en ontspanningstherapie; in het bijzonder de Methode Van Dixhoorn. Door middel van: het bijhouden en bekend maken van een register van gecertificeerde beoefenaren van adem- en ontspanningstherapie en het periodiek controleren van de kwaliteit van hen; het stimuleren van de bewustwording van de waarde van kwalitatief hoogwaardige adem- en ontspanningstherapie, onder meer door lezingen en publicaties; het aanbieden van scholings- en nascholingsmogelijkheden; het initiëren en/of mede uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek naar adem- en ontspanningstherapie. Verloop van een behandeling In de eerste vier sessies wordt de indicatie voor AOT vastgesteld. Samen met de behandelaar wordt gezocht naar een instructievorm waarbij voor u een duidelijk en concreet waarneembare ontspanning ontstaat. Instructies kunnen zowel liggend, zittend of staand zijn. Ze zijn in principe voor iedereen uitvoerbaar en sluiten aan bij houdingen in het dagelijks leven. Ook zijn handgrepen (zachte manuele technieken) mogelijk. In de eerste vier keer wordt duidelijk of het probleem reageert op de ontspanning. In dat geval kunt u samen beslissen de behandeling nog enige tijd voort te zetten. Ook wordt duidelijk wat de aard is van de ontspanningsreactie: is dat vooral een mentale spanningsafname of is het lichamelijk? betreft het de bewegingskwaliteit of de ademhaling? is het een toegenomen bewustwording van spanning of een herstel van energie? Ook kan uw inzicht in spanning en ontspanning van belang zijn. Daarmee ontdekt u waar u op kunt letten om het spanningsprobleem de baas te kunnen: bijvoorbeeld door vaker rustpauzes te nemen, het ademen te regelen, de schouders of kaken bewust los te laten, of de aandacht te verleggen. Vaak is nog een serie van vier keer voldoende, maar soms is een groter aantal, ruim gespreide zittingen noodzakelijk. Dit wordt periodiek geëvalueerd. In overleg kan er gerapporteerd worden naar de verwijzer en/of huisarts. Naast individuele behandeling is ook deelname aan groepslessen mogelijk. Uitblijven van effect Wanneer er geen reactie optreedt in uw probleem of er is geen concrete ontspanningsreactie, dan zijn daar vaak redenen voor te vinden. Deze houden de spanning in stand en vaak wordt duidelijker waar zij precies uit bestaan. Dit kunt u bespreken met de behandelaar, het kan leiden tot een andere behandeling of terugverwijzing naar de huisarts of u kunt passende maatregelen nemen. Ook als de behandeling geen effect op het probleem heeft gehad bent u mogelijk iets wijzer geworden.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
25
Indicaties Het verminderen van onnodige spanning leidt tot een verbetering van functioneren en een verhoging van welbevinden en de kwaliteit van leven. Deze effecten hebben een zeer brede toepassing en zijn van grote betekenis bij werkhervatting. Daarnaast wordt de methode toegepast bij vier categorieën van gezondheidsproblemen: Spanningsgerelateerde problemen: klachten zonder somatische oorzaak, zoals hyperventilatieklachten en gespannenheid, maar ook vermoeidheid, hoofdpijn, slaapproblemen, burn-out. Psychische problemen: vooral bij angst, maar ook depressie, fobieën, paniek, traumaverwerking. Functionele problemen van houding, adem, stem en beweging: zoals rug- en nekklachten en ademproblemen, maar ook scoliose, verbetering rompbalans, chronische pijn, RSI, whiplash, stemproblemen. Spanningsproblemen met specifieke somatische oorzaak: klachten bij hart- en longpatiënten, maar ook bij mensen met neurologische of inwendige orgaan problemen. Voor meer informatie: http://www.ademtherapie-aos.org/index.html http://www.methodevandixhoorn.com/wat_is.htm
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
26
Bijlage 5: Metabolisch van de hoogste kwaliteit - Oxycon Pro Een moderne diagnose-systeem moet niet alleen technisch overtuigend, moet vooral ook worden toegesneden op de routine clincal behoeften van de hedendaagse LAB. Daarom hebben wij gedaan Oxycon Pro sneller, nauwkeuriger en, vooral, zuiniger dan een inrichting, ooit ontworpen voor dit gebied. Voor uw dagelijkse routine, je moet een praktisch instrument dat geschikt is voor zijn taak. Immers, je zou liever de aandacht wilt vestigen op uw patiënt en niet aan uw apparatuur. Jaeger, dus, ontworpen Oxycon Pro met alles wat u nodig heeft. Oxycon Pro is een compleet systeem geschikt is voor praktische toepassing met uitstekende prestaties en ongeëvenaarde functies bedieningsgemak. En, als de kosten een belangrijke factor is in de moderne geneeskunde, Oxycon Pro is gunstig geprijsd. Het modulaire concept biedt voldoende mogelijkheden voor upgrades of de latere uitbreiding, wanneer vereist of toegestaan door uw budget.
Modulaire uitbreiding High performance Waar voor je geld Snelle en nauwkeurige
Oxycon Pro realiseert deze doelstellingen door het gebruik van sensoren die ten minste voldoen aan alle aanvaard en gepubliceerd aanbevelingen. JAEGER's gepatenteerde TripleV digitale volume sensor, ten gunste van een flat turbine heeft een lage deadspace en de weerstand en geen stroom beperking in de fysiologische bereik. De TripleV is lichter dan de concurrent producten en dus meer aanvaardbaar voor de patiënt die heeft tot het dragen van het apparaat binnen een masker of met een spreekbuis voor de duur van de test. In tegenstelling tot andere apparaten die een handmatige kalibratie, het volume sensor en gas analyzers automatisch worden gecontroleerd, waardoor u heel wat tijd en inspanning van de kant van de exploitant. Economie: In de tijd een standaard stress ECG of pulmonale uitoefening test duurt normaal, Oxycon Pro kunt u gebruik maken van een complete combinatie oefening test. Een gegronde diagnose kan worden gesteld op basis van de analyse van alle beschikbare gegevens stress test gemeten in een eenheid. Oxycon Pro combineert de nodige instrumenten voor hart en longen inspanningstest in een hoogwaardige, kleine compacte verpakking. Niet alleen zijn kapitaal kosten laag in vergelijking met andere, minder dan volledig uitgeruste oplossingen, maar de exploitatiekosten zijn ook opmerkelijk laag. Oxycon Pro behoeft geen chemicaliën, dure besteedbaar monster buizen of disposable sensoren. Alles wat nodig is voor het uitvoeren van dit systeem is een kalibratiegas en het besteedbaar ECGBijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
27
elektroden (als je ervoor kiest om geen gebruik te maken van onze optionele licht-gewicht goud zuig-elektroden). En, natuurlijk, inkt en papier af te drukken uw rapporten! Het meten van de registratie van gegevens, ofwel "Breath door Breath", "Intrabreath 'of via' mengkamer" Het "hart" van de Oxycon Pro is de nauwkeurige en betrouwbare meting ergospirometry programma. Ergospirometry en de daaruit voortvloeiende parameters kan niet alleen worden gemeten "Breath door Breath", ze kunnen ook worden opgeslagen "Intrabreath" of via "Mixen kamer".
Screen display - duidelijk gestructureerd
12-kanaals ECG-incl. ergospirometry gegevens
User-specifieke protocollen voor de werklast op te maken van fiets-en loopbrug leidt u door de meting. Het beeld display is duidelijk gestructureerd. Preset grafieken en groepen van grafieken geven de status van de huidige werklast fase met voorspeld / werkelijke waarde vergeleken. Alle parameters at a Glance Een opmerkelijk kenmerk van Oxycon Pro is de uitzonderlijke stabiliteit van de stress ECG baseline sporen. 12-kanaals ST toezicht is gebaseerd op een 10-seconden-interval. Een duidelijk gestructureerd ST grafiek toont de ST veranderingen in de andere kleur. Bovendien is de automatische detectie aritmie wordt verricht.
IntelliSupport - uw deskundige tolk Cardiopulmonale inspanningstest genereert hoeveelheden data - immers, dat is wat ze zijn ontworpen om te doen. Maar deze gegevens moet naar behoren worden geanalyseerd en geëvalueerd. Bij het ontwerpen van Oxycon Pro JAEGER is rekening gehouden met de tijd druk te maken door moderne clinici en ingevoerd IntelliSupport, een grafisch-gebaseerde expert-systeem dat kan verwijderen van de aanzienlijke last van data-analyse van de drukke arts. Op basis van aanvaarde richtsnoeren en voorspelde reeksen beschreven aan de hand van de wereldberoemde expert op het gebied van de cardiopulmonale inspanningstest, professor Karlman Wasserman, in zijn "Principles of Exercise Testing and Interpretation", IntelliSupport gidsen de arts stap voor stap door een test om te komen tot een passende interpretatie. Sommige artsen zullen deze functie gebruiken als een snelle en betrouwbare route naar routine diagnose, anderen zullen de Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
28
voorkeur geven aan het te gebruiken als een handig hulpmiddel voor de vergelijking van de IntelliSupport diagnose met hun eigen conclusies. De grafische aard van de IntelliSupport interface maakt het een uitstekende manier van communiceren gegevens en documentatie visueel naar collega's en voor de patiënt onderwijs en begeleiding.
Ergospirometry testen station met loopband Ergometer LE 200 CE
Alle beschikbare uit jaeger Componenten die zijn goed afgestemd op elkaar zorgen voor een probleemloze werking onderzoek sequentie. Dit is vooral belangrijk als u wilt dat uw systeem uit te breiden later.
Complete ergospirometry testen station met ECG-scherm, ECG met zuig-elektroden en fiets Ergometer ER 900 Perfectie in Eenvoud Het heeft JAEGER ontwikkelaars hun uiterste best om een systeem dat kon je je comfortabel voelt met direct vanaf het begin. Omdat we gebruik hebben gemaakt van een standaard computer met toetsenbord en muis en de Microsoft Windows grafische user interface, wees dan niet verbaasd als Oxycon Pro lijkt vertrouwd aan u direct vanaf het begin.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
29
FEA Oxycon is de perfecte oplossing, indien een gunstig geprijsde ergospirometry systeem met ECGregistratie in rust en tijdens de oefening is vereist. Oxycon Pro maakt het mogelijk nauwkeurig te analyseren, te differentiëren en te kwantificeren van de functionele samenwerking van hart, longen, de bloedsomloop en stofwisseling. Zo Oxycon Pro is een belangrijke investeringen op het gebied van cardiologie, arbeidsgeneeskunde, kindergeneeskunde, Longziekten, intensive care, ... en als het ideale systeem voor een optimale beoordeling van de lichamelijke conditie is vereist. Windows-gebruikers-interface Automatische calibratie-programma's Snelle en zeer nauwkeurige gas analyzers Precieze een lage weerstand volume sensor, geen stroom beperking in de fysiologische bereik Standaard meet-programma's: -- Spirometrie / Flow-Deel -- Breath door Breath, Intrabreath; mengkamer (optie) -- Geïntegreerde, optionele papier-vrij 12-kanaals ECG Interpretatie programma "IntelliSupport" Informatieve, gedetailleerde rapporten Alle componenten beschikbaar van JAEGER Modulaire uitbreiding Interfaces voor stress-testen van apparaten en andere systemen, zoals bijvoorbeeld externe ECG Databeheer voor de praktijk administratie systemen of voor het ziekenhuis netwerk
Last but not least: JAEGER-Lab Oxycon geïntegreerd kunnen worden in uw ziekenhuis, praktijk of laboratorium administratie systeem samen met andere apparatuur van de MasterScreen serie, zoals longfunctie, sleep lab of de uitrusting van onze electrodiagnostic range of via externe apparatuur zoals bloed gassystemen.
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
30
Patient gegevens administratie High-performance patiënt database voor een doeltreffende organisatie Het opslaan of aanverwante curves, evaluaties en resultaten Evolutierapporten Netwerk data van bestuur met permanente patiënt lijst en zoek functie.
(http://www.jaeger-toennies.com/english/products/cardio-respiratory/cardiopulmonary-extesting/oxycon-pro/ox-pro.html)
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
31
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
32
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
33
Bijlage 6: BPR - methode (Business Process Redisign) De BPR is een methode om de kwaliteit en doelmatigheid van zorg te verbeteren. Het is een radicale (verander) methode die ontstaan is in het bedrijfsleven. BPR is een uitstekende methode voor complexe processen waarbij vele diciplines betrokken zijn en waar veel interacties in voorkomen. De aanpak van het herontwerptraject verloopt langs een langs een vijf-tal fasen: 1. Vooronderzoek 2. Herontwerp 3. Detailontwerp 4. Realisatie 5. Implementatie Tijdens het vooronderzoek wordt het proces benoemd en alle voorbereidende activiteiten uitgevoerd, zoals het samenstellen van de projectgroep, het opstellen van een project en communicatieplan. Het eigenlijke procesontwerp vindt plaats in de herontwerp- en detailontwerpfase.Deze loopt in 3 subfasen, te weten: beschrijving huidige situatie, ontwerpen toekomstige situatie en voor bereiden implementatie. De sub-fasen zijn weer verdeeld in 5 stappen. I. Beschrijven huidige situatie - Beschrijven van het huidige zorgproces - Benoemen van de knelpunten - Meten van de huidige prestaties (0- meting) - Benoemen en implementeren van de korte termijn verbeterpunten - Bepalen van de voorlopige doelen voor toekomstig ontwerp II. Ontwerpen toekomstige situatie - Inventariseren van wat wel en wat niet wenselijk is - Ter discussuiestellen van uitgangspunten en veronderstellingen huidig proces - Vaststellen van de principiële interventies (kernmaatregelen) - Formuleren concrete procesdoelen - Modulleren van toekomstige processtappen III. Voorbereiden Implementatie - Benoemen kritische succesfactoren en belemmeringen - Formuleren prestatie indicatoren - In kaart brengen van de personele en organisatorische consequenties - Analyseren van de kosten, baten en risico’s - Opstellen invoeringsplan De realisatie en implementatiefase sluiten aan op de vorige fases. (Kuijten et al., 2000)
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
34
Bijlage 7: Bijdrage van de verschillende energiesystemen in de totale energievoorziening bij verschillende takken van sport Sport of sportonderdeel
Honkbal Basketbal Veldhockey Roeien Voetbal
Zwemmen en duiken
Tennis Atletiek
Doelverdediger, verdedigers en aanvallers Middenvelders 50 m en duiken 100 m 200 m 400 m en 500 m 800 m en 1500 m 100 en 200 m Werp- en springnummers 400 m 800 m 1500 m 3000 m 5000 m 10000 m (veldloop) Marathon
Volleybal
Procentuele bijdrage in de totale energiebehoefte Fosfaat- en Melkzuur- en Zuurstofsysteem melkzuursysteem zuurstofsysteem 80 15 5 60 20 20 50 20 30 20 30 50 60 30 10
60 98 80 30 20 10 70 98 95
20 2 15 65 40 20 20 2 5
20 5 5 40 70 10 -
80 30 25 15 10 5
15 65 25 25 20 15
5 5 50 60 70 80
80
5 5
95 15
(Fox et al., 1995)
Bijlage beroepsopdracht Opleiding fysiotherapie, Juni 2008
35