68
tekst Lara Aerts fotografie Linelle Deunk met dank aan Pleegorganisatie Spirit
PSYCHE - PLEEGOUDERS
KOM MAAR
bij ons
Marjan kan midden in de nacht gebeld worden om een kind dat acuut uit huis is geplaatst, op te vangen. Bij haar en duizenden andere pleegouders vinden kinderen in nood structuur, warmte en veiligheid.
VOORJAAR 2016
MARGO:
‘We zijn haar oma en opa, maar we voelen ouderliefde. Doryn is uit ons hart geboren, zeggen we altijd’
VOORJAAR 2016
69
70
PSYCHE - PLEEGOUDERS
<<< LUCIEN
HERMAN>>> GERTRUDIE>>> <<< SJAN
GERTRUDIE EN SJAN:
‘Kinderen zijn ontzettend loyaal aan hun ouders, wat er ook is gebeurd. Als je dat niet accepteert, kun je geen pleegouder worden’
HERMAN EN LUCIEN:
‘We maken Danny duidelijk: wat je ook doet, je mag altijd blijven’
VOORJAAR 2016
VOORJAAR 2016
71
72
PSYCHE - PLEEGOUDERS
MARJAN EN MARCEL:
‘We willen de kinderen bijbrengen dat er ook goede mensen zijn’
TRUUS
‘Ik woon in een klein huisje, maar er is altijd plek’
VOORJAAR 2016
VOORJAAR 2016
73
74
75
PSYCHE - PLEEGOUDERS
MARGO HARWIG (62) EN HAAR MAN BEN HARWIG (74) HEBBEN VIER DOCHTERS VAN 40, 37, 21 EN 18. ZE ZIJN PLEEGOUDERS VAN DORYN (8), DE DOCHTER VAN HUN DOCHTER KARIN.
‘Op mijn 53ste stond ik ineens weer te shoppen in de Prénatal. Mijn oudste dochter Karin was zwanger, maar ze was psychisch ziek. Toen we hoorden dat de baby na de geboorte uit huis geplaatst zou worden, zeiden mijn man en ik meteen: dan komt ze bij ons. Het contact met Karin is heel goed. Ze komt elke woensdag langs, en elke vrijdag blijft ze slapen. Bij Doryn op de kamer. Doryn noemt haar mama Karin, ons noemt ze oma en opa. Maar we vervullen de ouderrol en we voelen ouderliefde. Doryn is uit ons hart geboren, zeggen we altijd. In het begin verzette Karin zich ertegen dat Doryn niet bij haar kon blijven. Inmiddels heeft zij de situatie geaccepteerd, én het feit dat ze haar studie niet kon afmaken en eigenlijk ook niet kan werken. Dat is zwaar voor haar geweest. En voor ons. Ik kan er nu rustig over praten, maar eerst moest ik altijd huilen. Tot Karins 25ste was er niets aan de hand. Ze studeerde voor manager in de kinderopvang en ze coachte leidsters. Dat ze ziek werd, daar kan ze niets aan doen. Doryn weet dit ook, we zijn er open over. Karin zegt nu regelmatig hoe dankbaar ze is dat Doryn bij ons is. Doryn is een vrolijk en gelukkig kind. Ze is gehecht aan ons, ik denk niet dat ze iets mist. Wij vinden het niet zwaar om op deze leeftijd voor haar te zorgen. Het is een voorrecht, het houdt ons jong.’
GERTRUDIE BOERSEN (51) EN SJAN VERHOEVEN (52) HEBBEN SAMEN EEN COACHINGBUREAU. ZE HEBBEN TWEE PLEEGDOCHTERS VAN 19 EN 16.
VOORJAAR 2016
‘Ze zei: ik ben geen pleegkind, ik ben een gewoon kind’
Sjan: ‘Onze pleegdochters willen niet op de foto of geïnterviewd worden. De oudste zei laatst: ‘Ik ben geen pleegkind, ik ben een kind.’ Ze willen normaal zijn.’ Gertrudie: ‘De meiden kwamen bij ons toen ze drie en zes waren. Met hun vader is alleen contact via ooms en tantes, hun moeder komt regelmatig op bezoek.’ Sjan: ‘Wij zijn pleegouders geworden omdat we de ruimte hebben, niet omdat we graag moeder wilden zijn. Met ruimte bedoel ik niet fysieke ruimte - kijk maar hoe klein wij wonen - maar ruimte in ons hart.’ Gertrudie: ‘Belangrijk voor pleegouderschap is dat je emotioneel goed op orde bent en structuur kunt bieden.’ Gertrudie: ‘In het begin was het lastig, de meisjes deden de dingen zoals ze gewend waren van thuis. Belangrijk is om dingen uit te leggen: wat hier de regels zijn, en waarom ze er zijn.’ Gertrudie: ‘Ze waren bang om ons kwijt te raken als we in de stad liepen. En te laat komen op het schoolplein was écht ondenkbaar. Ik kan me nog levendig de paniek op hun gezichten herinneren toen dat een keer voorkwam.’ Sjan: ‘Als je de meiden vraagt wie het belangrijkst zijn in hun leven, dan noemen ze: mama, papa, opa, oma, de andere opa en oma, tantes ooms, de hele familie volgt. En op nummer 13
‘Het is een voorrecht om voor haar te zorgen, het houdt ons jong’
en 14 komen wij. Maar als er iets is, dan weten ze waar ze terechtkunnen.’ Gertrudie: ‘Kinderen zijn ontzettend loyaal aan hun ouders, wat er ook is gebeurd. Als je dat niet accepteert, kun je geen pleegouder worden.’ Sjan: ‘Wij wilden twee kinderen uit hetzelfde gezin opvangen. Het leek ons niet leuk voor een kind alleen om de hele tijd tegen twee volwassenen aan te kijken. Bovendien: broertjes en zusjes horen bij elkaar.’ Gertrudie: ‘Belangrijk is dat je kinderen als individu ziet en ze serieus neemt zodat ze zich kunnen ontwikkelen en eruit komt wat erin zit. Daar hebben alle kinderen recht op.’
zou vervangen.’ Herman: ‘We hebben drie weken nagedacht en op een gegeven moment keken we elkaar aan en wisten: we zijn eruit.’ Lucien: ‘De eerste maanden ging alles over rozen. Danny is heel sociaal en beleefd, meer dan veel leeftijdgenoten. Inmiddels durft hij ook onze regels te overtreden. Hij heeft een schriftje waarin hij dingen opschrijft, daarin lazen we dat hij na een voorval bang is dat hij weer weg moet.’ Herman: ‘Onze boodschap is heel duidelijk: wat je ook doet, je blijft hier. Dat herhalen we keer op keer op keer.’ Lucien: ‘Danny vindt het fijn hier. Samen op de bank liggen en om de beurt muziek opzoeken op YouTube, daar geniet hij van. Het voelt alsof hij onze zoon is. Wij hebben enorm veel lol in het pleegvaderschap. Mijn leven is rijker geworden.’
‘Gelukkig durft hij nu ook onze regels een beetje te overtreden’
HERMAN BOSCH (57, GROEPSLEIDER IN OPVANGHUIS VOOR JONGEREN) EN LUCIEN TANG (51, FACILITAIR MEDEWERKER) ZIJN SINDS TWEE JAAR PLEEGVADERS VAN DANNY (13), HET ACHTERNEEFJE VAN HERMAN.
Herman: ‘Danny woonde al in een pleeggezin maar daar liep het niet lekker. Jeugdzorg zocht naar oplossingen binnen het netwerk, en wij werden benaderd.’ Lucien: ‘Danny werd vervolgens in een instelling geplaatst en kwam soms een weekend naar ons. Hij zat daar met jongens die veel ouder waren. Wij vonden het nooit prettig om hem daar weer terug te brengen.’ Herman: ‘Tijdens het winkelen zei Danny: ‘Kunnen jullie mij niet adopteren?’ Lucien: ‘Het zette ons aan het denken. Voor Danny is familie erg belangrijk, en het feit dat wij twee mannen zijn, betekende dat niemand zijn moeder
tegen sluitingstijd maar eens belde met de instanties, omdat hij een klein kind bij zich had. Ik krijg vaak de moeilijke kinderen die al in meerdere pleeggezinnen of in een groepsopvang hebben gewoond. Ik begin altijd met observeren: hoe zit een kind in elkaar? Na een paar dagen weet ik intuïtief hoe ik met hem of haar moet omgaan. Eén keer is het misgegaan. Een jongetje van net drie spuugde, sloeg, schopte, liep weg. Thuis had hij niet anders gezien. Hij ging terug naar zijn familie, maar later werd mij gevraagd of hij weer kon komen. Ik had toen vier andere kinderen en heb na lang twijfelen besloten ‘nee’ te zeggen. Daar heb ik me lang schuldig over gevoeld. Ik woon in een klein huisje, maar er is altijd plek. En als ik geen kinderen op zou vangen, dan had ik waarschijnlijk vier honden, vijf katten, zes konijnen en twaalf vogels. Ik heb een week hart voor het lijden van kinderen en dieren. Ik kan het niet verdragen. Dat komt denk ik door mijn eigen jeugd. Die was lastig. Nu kan ik gelukkig voor anderen betekenen wat ik vroeger heb gemist.’
‘Soms zijn de kinderen angstig, dan slapen ze bij mijn dochter’
TRUUS VAN GEEL (59) ZORGT AL MEER DAN DRIE JAAR VOOR EEN PLEEGDOCHTER VAN 4. TWEE ZOONS WONEN NOG THUIS.
‘Een kind dat hulp nodig heeft is hier welkom. Ik was op het idee gekomen pleegmoeder te worden nadat ik er een folder over had gelezen. Eerst dacht ik: dat mag vast niet als alleenstaande moeder - ik heb drie eigen zoons. Maar dat bleek geen probleem. Ik heb in totaal zo’n 35 kinderen in huis gehad. Soms een weekend, soms jarenlang. Ik heb eens anderhalf jaar een pubermeisje in huis gehad met haar baby. En een meisje uit Frankrijk. Haar vader was hier met haar op vakantie en werd zo stoned dat de coffeeshop
Alleen voor melkvoeding moet ik soms naar de nachtapotheek. We staan op de lijst voor een noodbed, dus kunnen we ’s nachts of in het weekend worden gebeld omdat een kindje tijdelijk onderdak nodig heeft.’ Marcel: ‘In die periode willen we ze bijbrengen dat ze ook mensen kunnen tegenkomen die het wél goed bedoelen.’ Marjan: ‘Ik begeleidde Tom vanwege zijn autisme. Er bleek behoefte te zijn aan een vaste logeerplek voor hem. Ik had al een goede band met hem en zijn ouders, dus kwam hij bij ons. Hij hoort er al jaren echt bij.’ Anique: ‘Ik hou nogal van aandacht. En als er pleegkindjes zijn, krijg ik minder. Maar ik vind het ook moeilijk als ze weer weggaan, zeker als ze langer hier zijn geweest. Het voordeel is wel dat het hier in huis nooit saai is. Ik hou van die variatie. Ik ben ook blij dat ze het in elk geval bij ons goed hebben.’ Marjan: ‘Zonder Aniques steun zouden we het niet doen. Je kan niet je eigen kind ten onder laten gaan om een ander kind te redden. Soms zijn kinderen angstig, dan slapen ze bij haar op de kamer. Ze speelt met ze en vertelt dat ze lief en leuk zijn. Tom doet dat trouwens ook. Zo krijgen de kinderen weer vertrouwen. Ze krijgen liefde van Tom en Anique en dat voelen ze.’ Marcel: ‘We hadden zes maanden lang een jongetje van bijna twee in huis. Hij noemde mij opa en Marjan mama. Toen we met hem uit eten gingen, hadden we aan de lopende band bediening aan onze tafel staan. Die moeten elkaar wel ingefluisterd hebben om eens een kijkje te nemen bij dat wonderlijke gezelschap van opa, mama en kleinzoon…’ Marjan: ‘Dat jongetje is nu drie en woont weer bij zijn moeder. Echt een succesverhaal; het gaat heel goed. Wij zijn gisteren nog langs geweest en hij sprong meteen op schoot.’
MARJAN POLLÉ (47, AMBULANT BEGELEIDSTER) EN MARCEL HOMEIJER (48 TECHNISCH ASSISTENT) VANGEN PLEEGZOON TOM OP. HIJ KOMT OM HET WEEKEND EN ELKE WOENSDAG EN DONDERDAG. DAARNAAST BIEDEN ZE CRISISOPVANG. MARJANS JONGSTE DOCHTER ANIQUE VAN 14 WOONT OOK NOG THUIS.
Marjan: ‘Op onze zolder staat een box, een kinderwagen, speelgoed, kleren in alle maten, flessen in alle soorten.
VOORJAAR 2016
76
PSYCHE - PLEEGOUDERS
Er zijn steeds meer pleegouders nodig
Het aantal pleegkinderen in Nederland stijgt al jaren. In 2000 waren het er nog 8000, in 2014 al 18.000. Dat komt met name door het feit dat de jeugd zorg kinderen minder in woongroepen en instellingen plaatst en meer in gezinnen, omdat dat het meest aansluit bij de natuurlijke situatie. Gewone mensen gezocht
Dit jaar zal er naar schatting behoefte zijn aan 3500 nieuwe gezinnen. Het aantal kinderen dat nu wacht op een geschikt gezin schommelt rond de 200. Er is het meest behoefte aan pleeg ouders voor kinderen vanaf een jaar of tien en voor kinderen met complexe problemen. Vandaar de campagne: Supergewone mensen gezocht. Want volgens Pleegzorg Nederland hoef je geen held te zijn om een pleegkind op te vangen; je kunt ernaast gewoon werken en ook weleens een baaldag hebben. Gewone mensen kunnen door een kind op te nemen in hun gezin heel veel betekenen.
Kijk voor meer info en mooie verhalen op supergewonemensengezocht.nl.
Binnen de familie of bij de buren
Als een kind uit huis wordt ge plaatst, wordt meestal eerst een oplossing binnen de familie of het netwerk gezocht. Ongeveer 40% van de pleegkinderen woont bij een bekende. Soms gebeurt dat informeel: ouders en pleegouders hebben het onderling geregeld. Bijvoorbeeld een kind dat voor korte of langere tijd door de buren of een familielid wordt opgevan gen. Dit soort informele pleeg zorg kan worden omgezet in een formele variant. Daarvoor is de gemeente verantwoordelijk, daar moet je het verzoek om formalise ring indienen. Keurt de gemeente dat verzoek goed, dan meld je je bij de lokale pleegzorgorganisatie voor de volgende stappen.
Kijk op de website van Pleegzorg Nederland voor meer informatie.
VOORJAAR 2016
Kan iedereen zomaar pleegouder worden?
Opvangen en opvoeden
Pleegzorg kent verschillende vor men. Bij de hulpverleningsvariant is het de bedoeling dat het kind teruggaat naar de eigen ouders. Er wordt intensief met de ouders van het pleegkind samengewerkt om dat doel te bereiken. Als terugkeer toch niet mogelijk of wenselijk is, wordt de hulpver leningsvariant omgezet naar de opvoedingsvariant. Dat kan binnen hetzelfde pleeggezin, of in een ander pleeggezin. Soms wordt er een andere vorm van jeugdhulp gezocht (een instelling of bij voorbeeld een gezinshuis, waarin professioneel geschoolde ouders in gezinsvorm samenwonen met pleegkinderen). De hulpverleningsvariant kan ook starten vanuit crisisopvang, wanneer de situatie zo ernstig is dat een kind acuut uit huis moet worden geplaatst. In de opvoe dingsvariant wordt een pleegkind voor langere tijd door pleegouders opgevoed, zodat het continuïteit en optimale ontwikkelingskansen krijgt. Contact met de ouders blijft, waar mogelijk, bestaan. Verder bestaat er de deeltijdvari ant, meestal om de ouders te ontlasten of te steunen. Soms omdat er problemen zijn thuis, soms omdat een ouder ziek is of omdat een broertje of zusje veel aandacht vraagt. Een kind komt dan bijvoorbeeld een weekend per maand en in de vakanties bij het pleeggezin, of een paar dagdelen per week. Deeltijdpleegzorg wordt soms preventief ingezet, om een definitieve uithuisplaatsing te voorkomen. Ook kinderen die in een instelling wonen, verblijven af en toe een weekend in een week endpleeggezin.
DIT ZIJN DE STAPPEN DIE EEN POTENTIEEL PLEEGOUDER DOORLOOPT: • Via de website van Pleegzorg
Nederland of via je lokale pleegzorgorganisatie vraag je een informatiepakket aan. • Je bezoekt een informatiebijeenkomst bij jou in de buurt. • Daarna volg je een introductieprogramma met een groep. • Bij jou thuis vinden een of meer persoonlijke gesprekken plaats met een medewerker van de pleegzorgorganisatie. Zo komen beide partijen erachter of je écht pleegouder wilt worden en of je daarvoor geschikt bent. Meer informatie over de criteria die de instelling hanteert, vind je op de website pleegzorg.nl • Gaat alles door, dan word je opgenomen in het pleegouderbestand. Bij een kind dat een pleeggezin nodig heeft, wordt een passend gezin gezocht (niet andersom). Het matchen gebeurt zorgvuldig. Hoe beter de pleegkinderen passen bij het pleeggezin, hoe groter de kans op een succesvolle plaatsing.
Rijk of arm, samenwonend of alleen, hetero of homo, ieder een kan in principe pleegouder worden, aldus de website van Pleegzorg Nederland (pleegzorg. nl). Wat telt is dat je een kind structuur, warmte en veiligheid kan bieden. Toch zijn er wel enkele voorwaarden: • Je bent minimaal 21 jaar • Je kunt een stabiele leefsituatie bieden • Je krijgt een Verklaring van geen bezwaar van de Raad voor de Kinderbescherming (de pleeg zorgorganisatie vraagt deze verklaring aan).
Hoe zit het met geld?
Heb je een pleegkind in huis, dan ontvang je een onkosten vergoeding die afhangt van de leeftijd van het kind, en van het aantal pleegkinderen dat je opvangt. Op de website van Pleegzorg Nederland staat een overzicht van de vergoedingen en van andere financiële regelingen.
Je staat er niet alleen voor
Elk pleeggezin wordt begeleid door een maatschappelijk werker van de pleegzorgorganisatie, de ‘pleegzorgbegeleider’. Hij of zij is het aanspreekpunt voor opvoe dingsvragen en allerlei prakti sche zaken. Ook onderhoudt de pleegzorgbegeleider het contact met de ouders en, wanneer er sprake is van een kinderbescher mingsmaatregel, met de instel ling die de maatregel uitvoert. In gecompliceerde situaties is extra ondersteuning beschikbaar.