BEZOEK AAN DE TENTOONSTELLING THUISFRONT DE DAGELIJKSE STRIJD IN EVERGEM TIJDENS DE GROOTE OORLOG
THUIST FRON Werkbundel voor de leerkracht
i
Beste leerkracht, Deze bundel werd opgesteld als ondersteuning bij het bezoek aan de tentoonstelling ‘ThuisFront, de dagelijkse strijd in Evergem tijdens de Groote Oorlog’. De bundel bestaat uit 3 delen: > Deel 1: achtergrondinformatie bij de Groote Oorlog en de situatie van (groot-)Evergem > Deel 2: praktische tips bij het bezoek aan de tentoonstelling (voornamelijk voor scholen die de tentoonstelling zonder gids bezoeken) > Deel 3: tips en opdrachten voor verwerking achteraf in de klas
Praktische info De tentoonstelling ThuisFront kan elke weekdag gratis met de klas bezocht worden. Dit dient op voorhand aangevraagd te worden via
[email protected], voor het openen van de deuren en om bezoek van verschillende klassen tegelijk te vermijden. De tentoonstelling kan ook bezocht worden onder begeleiding van een gids, dit steeds in combinatie met de wandeling ‘Kommandantur in Ertvelde’. Reservaties via
[email protected]. Een bezoek met gids kost 32 euro en dient op voorhand betaald te worden op rekening van gemeentebestuur Evergem BE17 0910 1234 7321. Locatie: Raadzaal AC Ertvelde, Marktplein 2, 9940 Evergem (Ertvelde) Leerkrachten die het klasbezoek op voorhand willen voorbereiden, kunnen elke zaterdag en zondag tussen 14 en 18 uur de tentoonstelling gratis bezoeken.
2
DEEL 1: ACHTERGRONDINFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT Aanleiding voor de oorlog Op 28 juni 1914 worden de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand en zijn vrouw vermoord door Princip, een Serviër. Deze moordaanslag was de lont die het kruitvat deed ontploffen. Er waren immers gespannen relaties tussen de Europese landen, onder andere omwille van financiële belangen en grondstoffen. De Oostenrijkse Keizer Frans-Jozef (het ging toen nog om het land Oostenrijk - Hongarije, een groot land midden in Europa) stuurde een laatste voorwaarde aan Servië. Hierin eiste hij dat de moordenaars gestraft werden door Oostenrijk. Servië weigerde een Oostenrijks onderzoek in Servië. De Europese bondgenoten hielpen elkaar en er brak een grote oorlog uit. Ons land wilde neutraal blijven, maar de Duitsers (bondgenoot van Oostenrijk-Hongarije) hadden een aanvalsplan uitgewerkt om via België de Fransen te omsingelen. De toenmalige Belgische koning Albert weigerde de doortocht aan de Duitsers. Hierop vielen De Duitse troepen op 4 augustus 1914 ons land binnen aan de oostzijde; het grootste deel van het land werd erg vlug veroverd. Uiteindelijk trok het Belgische leger zich terug tot achter de laatste Belgische verdedigingslijn: de Ijzer. In oktober 1914 kwamen de Duitse troepen ook Evergem, Ertvelde en Sleidinge binnen. Vanaf dan behoorde (groot-)Evergem tot bezet gebied. Na de oorlog kreeg Koning Albert I in heel wat verschillende gemeenten en steden een standbeeld, zoals het ruiterstandbeeld in Nieuwpoort. Duitsland moest als compensatie voor het oorlogsleed de Oostkantons (Malmedy en Eupen) afstaan aan België. Op die manier kreeg België er een derde landstaal bij.
Evergem als deel van een ‘Etappengebiet’ Elk Duits leger had achter zijn front een rust- en bevoorradingszone. Men noemde dit een ‘Etappengebiet’. Een deel van West-Vlaanderen, het grootste deel van Oost-Vlaanderen en een deeltje van Henegouwen, behoorden tot het Etappengebiet van het 4e Duitse leger. Het ‘Etappengebiet’ diende voor 2 zaken: rust en bevoorrading van Duitse soldaten. • De bevoorrading haalde de bezetter bij de bewoners. Het ging om opeisingen van voeding, brandhout, meubels, paarden … Ze slachtten de beste dieren uit de stallen, namen de mooiste stukken vlees mee en lieten de rest voor rot achter. • Naast bevoorrading was het laten uitrusten van vermoeide en gewonde Duitse soldaten een tweede functie van het ‘Etappengebiet’. De soldaten werden te slapen gelegd in schoolgebouwen of bij mensen thuis, zonder dat de toestemming van de bewoners werd gevraagd. Mooie gebouwen werden opgeëist voor de officieren en de Kommandant. Het ‘Etappengebiet van het vierde leger’ was onderverdeeld in 13 Kommandanturen. Ertvelde was de hoofdplaats van één van deze Kommandanturen. De Kommandantur Ertvelde bestond uit de gemeenten Assenede, Boekhoute, Desteldonk, Ertvelde, Evergem, Kluizen, Mendonk, Oostakker, Oosteeklo, Sleidinge, Sint-Kruis-Winkel, Wachtebeke, Zaffelare en Zelzate (Doornzele, Wippelgem, Kerkbrugge … waren wijken van Evergem en behoorden op die manier ook tot de Kommandantur van Ertvelde). Het bestuur van de Kommandantur nam zijn intrek in het gemeentehuis in Ertvelde. Ook een heleboel andere gebouwen werden opgeëist. Zo werd in de Pastorijstraat een woning opgeëist om te dienen als Pasburo: daar moesten de burgers een pas (toelating) afhalen indien ze over de grenzen van de Kommandantur of het Etappengebiet moesten. In de Dorpsstraat werd een gerecht opgericht en in de Lindenlaan werd er een gevangenis ingericht in het huis van de postmeester. De meest opvallende chef van de Kommandantur was Hauptmann-Kommandant Wemdt. Hij kreeg de bijnaam ‘Pierke Zonneblomme’ omdat hij niet kon zwijgen over zijn hobby, namelijk het kweken van zonnebloemen.
3
collectie Gerard Bauwens
Het dagelijks leven in het ‘Etappengebiet’ Het leven in het ‘Etappengebiet’ was voor de lokale bevolking helemaal niet gemakkelijk. Een aantal voorbeelden tonen aan hoe ongewoon de situatie was: • In het ‘Etappengebiet’ konden de bewoners zich niet zomaar vrij verplaatsen: ze moesten een toestemming (een pas) krijgen om de Kommandantur te verlaten. Deze toelating moesten ze vragen en betalen bij het ‘Pasburo’ in Ertvelde. Voor de bevolking van Evergem, die voor veel zaken aangewezen was op Gent, betekende dit een hele rompslomp. • Mensen bleven dus zo veel mogelijk thuis, in hun eigen buurt. Er was weinig verkeer. De auto was zeldzaam en een kar kon niet getrokken worden als je paard was opgeëist … Veel tramlijnen waren vernietigd. ‘s Avonds werden zo weinig mogelijk lampen aangestoken en bovendien werden dorpen en steden nauwelijks verlicht. De Duitsers wilden dit: dat maakte het werk van verkenningsvliegtuigen moeilijker. • De bezetter legde ook veel verplichtingen op. Zo voerden zij het Duitse uur in (de klok werd in de nacht van 30 september op 1 oktober 1916 1 uur teruggedraaid zodat men op middeleuropese tijd zat) en moesten alle klokken dit uur aangeven. Ook werd mensen verboden om nog duiven te houden, uit schrik dat men via duiven berichten zou verspreiden. • Door de enorme schaarste werd voedsel streng gerantsoeneerd, waardoor er zeer veel honger was. De bevolking verzwakte zienderogen, dit had vele zieken en het uitbreken van epidemieën tot gevolg. De tentoonstelling ‘ThuisFront’ gaat over het dagelijkse leven in Evergem tijdens de oorlog. Hoe beleefde de gewone burger de oorlog in een door de Duitsers bezet gebied, hoe hielden zij zich staande, hoe ging men om met deze ongewone situatie?
4
Begrippenlijst Het is belangrijk dat de leerlingen reeds een notie hebben van onderstaande begrippen voor ze de tentoonstelling bezoeken.
• Bezetter: van bezetting is sprake wanneer het grondgebied van een land geheel of deels wordt bestuurd door een ander land, meestal in situaties van oorlog. Diegene die op dat moment bestuurt, wordt de bezetter genoemd. • Neutraal: een neutraal land is een land dat geen kant wil kiezen in een conflict tussen andere landen • Mobiliseren: vanaf 18 jaar kon elke jongen of man opgeroepen worden om soldaat te worden. Mobilisatie betekent een jongen oproepen om soldaat te worden en zo het leger klaarmaken voor oorlog/het leveren van strijd. Als je een oproepingsbevel kreeg, dan was je verplicht om te gaan. Sommige jongens die jonger waren dan 18, wouden ook graag mee in het leger om hun land te verdedigen. Zij boden zichzelf aan en meestal logen ze over hun leeftijd om toegelaten te worden. • Opeisingen: tijdens de oorlog werden mensen verplicht allerhande goederen, voeding, woningen … af te geven aan de bezetter. Wie dit niet deed, kon gestraft worden. • Censuur: wanneer er censuur is, mag men van een hogere macht (in dit geval van de Duitse bezetter) niet zomaar alles schrijven wat men wil, wordt dit allemaal heel streng gecontroleerd en wordt informatie achtergehouden. • Dwangarbeid: arbeid die mensen onder bedreiging van straf, tegen hun wil, verrichten. • Krijgsgevangene: een soldaat die door de vijand gevangen is genomen tijdens of meteen na een gewapend conflict (of oorlog). • Koerier: iemand die in opdracht berichten of kleine hoeveelheden goederen bezorgt. • Smokkelen: wanneer goederen, brieven, mensen … niet over een grens mogen gebracht worden, dit toch doen in het geheim. Dit kan om een landgrens gaan (bijvoorbeeld, van Nederland naar België brengen, maar ook om een gemeentegrens, bv. tijdens de oorlog van Evergem naar Gent brengen en omgekeerd). Mensen verzonnen allerlei trucjes om te kunnen smokkelen zonder dat de Duitsers dit zagen. Zo verstopten ze boter onder hun rok of maakten ze in een valies een dubbele bodem, waarin ze brieven verstopten. • Zwarte markt: men spreekt over zwarte markt als het gaat over het kopen en verkopen van goederen die niet mogen verkocht worden of alleen mogen verkocht worden onder controle. Tijdens de oorlog werd heel veel op de zwarte markt verkocht, omdat mensen honger hadden en zo probeerden wat meer eten te kopen. Meestal moest men wel heel veel geld betalen voor dat eten. • Rantsoen: wanneer iets gerantsoeneerd is, wil dit zeggen dat je dit maar heel beperkt mag eten of gebruiken. Je moest het eten kopen met bonnen, zodat je zeker niet meer kon kopen. • Inkwartieren: in bezet gebied, en zeker dicht bij het front, waren Duitse soldaten bij de bewoners ‘ingekwartierd’. Dat wil zeggen dat ze tijdelijk bij die mensen inwoonden. De mensen hadden geen keuze, en moesten de soldaten bij hen laten inwonen. Het woord komt van ‘kwartier’. In soldatentaal is een kwartier een tijdelijke verblijfplaats. Zo werden veel klaslokalen ‘soldatenkwartieren’. • Deserteren: het weglopen uit het leger.
5
DEEL 2: BEZOEK AAN DE TENTOONSTELLING De tentoonstelling is opgebouwd rond 5 personages die tijdens de Eerste Wereldoorlog echt hebben geleefd in (groot-)Evergem. Elk personage kreeg een eigen kijkkast, de vorm van het meubel refereert naar het personage (bijvoorbeeld naar zijn of haar job). Bij elk personage kan je door een luisterhoorn de getuigenis horen van dat personage. Aan elk personage zijn enkele thema’s verbonden die verband houden met het dagelijks leven tijdens de oorlog. Hieronder vind je een korte uitleg bij elk personage en de thema’s, met een aantal tips en mogelijke vragen aan de leerlingen tijdens het bezoek.
Intropaneel Op het intropaneel vind je een inleiding over de oorlog en de affiche van het bekendmaken van de oorlog.
ææVragen voor de leerlingen • Waarom is de tekst op de voorkant van het paneel in het Frans en in het Nederlands en op de achterkant van het paneel in het Duits? • Waarnaar refereert de vorm van het paneel?
Gebroeders Steyaert Wie waren Emiel en Jozef Steyaert? Emiel en Jozef waren twee Evergemse broers, die samen aan het front gingen meestrijden. Ze overleefden de oorlog. Ze richtten aan het front een krantje op: het Evergem’s Yzerblad. Ze verzamelden nieuws van Evergem uit allerlei brieven en bundelden dit nieuws en nieuws van andere Evergemse soldaten aan het front in het krantje. Het krantje werd uitgedeeld aan de Evergemse soldaten, zodat ze op de hoogte konden blijven van wat er in hun geboortedorp en met hun streekgenoten gebeurde. Naam: Emilius Josephus Maria Edmondus Steyaert (Emiel) Geslacht: man Geboortedatum: 9 februari 1894 Geboorteplaats: Evergem Sterfdatum: 19 november 1983 Leeftijd in 1914: 20 jaar Ouders: Desiderius Franciscus Steyaert (°25 maart 1853 en †30 januari 1934) en Maria Seraphina Evrard (°12 januari 1855 en †26 juni 1938), gehuwd op 7 september 1887 te Merendree Broers en zussen: Jozef (°1893), Camillus (°1895), Maria (°1896), Adelina (°1898) Beroep: onbekend tijdens oorlog, later bloemist Burgerlijke stand op moment dat oorlog uitbrak: ongehuwd Later gehuwd met Jeanne Maria Gloria Maes (werd Johanna genoemd) te Ronse op 22 november 1924 Kinderen: Maria (°1925), Joseph (°1926), Carlos (°1927), Cecilia (°1929), Paul (°1931), Johan (°1932), Andreas (°1933), Xavier (°1935) Adres tijdens oorlog: Statiestraat 39, Evergem (huidige Spoorwegstraat) Naam: Emilius Josephus Maria Antonius Carolus Steyaert (Jozef) Geslacht: man Geboortedatum: 6 februari 1893 Geboorteplaats: Evergem Sterfdatum: 22 november 1958 Leeftijd in 1914: 21 jaar Ouders: Desiderius Franciscus Steyaert (°25 maart 1853 en †30 januari 1934) en Maria Seraphina Evrard (°12 januari 1855 en †26 juni 1938), gehuwd op 7 september 1887 te Merendree Broers en zussen: Emiel (°1894), Camillus (°1895), Maria (°1896), Adelina (°1898) Beroep: priester (of seminarist), later missionaris in Belgisch Congo Burgerlijke stand op moment dat oorlog uitbrak: ongehuwd Kinderen: geen Adres tijdens oorlog: Statiestraat 39, Evergem (huidige Spoorwegstraat)
6
collectie Achiel De Vos
Thema’s verbonden aan de gebroeders Steyaert • Communicatie en censuur: de Duitse bezetter controleerde alle nieuws dat binnen en buiten ging. Zelfs doodsprentjes werden gecontroleerd. Het ergste voor de bevolking was dat ook de brieven werden gecontroleerd. Vanaf 1916 mochten brieven enkel nog voor handelszaken of voor dringende familiezaken worden verstuurd. Post van en naar het front was niet toegelaten. Vaak werden koeriers ingezet om post via Nederland, Groot-Brittannië en Frankrijk naar het front te brengen. Deze route was illegaal, brieven van en naar het front werden dus gesmokkeld. • Duiven: duiven en honden werden vaak ingezet om boodschappen van het front naar de achterhoede te brengen. Toen de Duitsers dit ontdekten, werd er een verbod ingevoerd om duiven nog te laten vliegen in het ‘Etappengebiet’. Hun vleugels moesten worden ingekort en een groot deel moest zelfs worden afgeslacht. Uiteindelijk werden ze allemaal in 1 groot hok opgesloten en bewaakt door Duitsers. • Het Evergem’s Yzerblad: het frontblaadje dat de broers Steyaert oprichtten aan het front. Er verschenen 6 edities, vaak met grote tussenperiodes en niet op vaste tijdstippen. Het opstellen van een dergelijk krantje vergde heel wat werk, want alles werd handmatig geschreven en op een speciale manier gekopieerd (gepolykopieerd – men maakte kopieën via een afdruk in een soort gelatine).
Voorblad van het 5e nummer van het Evergem’s Yzerblad collectie Achiel De Vos
7
In de vitrine • Exemplaar van het Evergem’s Yzerblad • Post van Evergemse soldaten van het front naar huis
ææVragen voor de leerlingen • Wat staat er op de brieven in de vitrine? (post van het front) • Hoe zouden ze die krantjes drukken? Er waren nog geen kopieermachines (zie uitleg op het meubel over polykopiëren aan het front) • Welke vorm heeft de kijkkast? (houten tafel met bank waaraan de gebroeders werkten aan het front)
Jozef Bollen Wie was Jozef Bollen? Jozef woonde in Rieme en werkte in het begin van de oorlog als timmerman. Nadien kon hij aan de slag in de marmeladefabriek als marmeladestoker. In de fabriek kon hij af en toe wat suiker (streng gerantsoeneerd) achterover slaan en verkopen op de zwarte markt, zodat hij de bijnaam ‘suikerbaron’ kreeg. Omdat het gezin op die manier een centje extra had, werden ze het slachtoffer van de ‘roversbende’ Van Hoe - Verstuyft, die de vader van Jozef neerschoten. Hij leerde in de marmeladefabriek ook zijn toekomstige vrouw kennen, Stephania (Steefke). Naam: Josephus Wilhelmus Bollen Geslacht: man Geboortedatum: 7 december 1896 Geboorteplaats: Alken Sterfdatum: 4 september 1950 Leeftijd in 1914: 18 jaar Ouders: Eugenius Bollen (°12 juli 1866) en Rosalia Cox (°29 september 1870) Broers en zussen: Henricus (°1895), Petrus Jan (°1899), Petrus Louis (°1901), Juliana (°1903), Joanna (°1905), Petrus Lambertus (°1908), Ida Magdalena (°1911), Florence Evelina (°1912) Beroep: oorspronkelijk timmerman bij Tierens in Zelzate (Groenstraat), tijdens oorlog dagloner in marmeladefabriek, werkte na oorlog als bekister in Brussel (kwam maar om de 14 dagen naar huis) Burgerlijke stand: ongehuwd tijdens oorlog Later gehuwd met Stephania Hollevoet (°27 maart 1899) op 27 augustus 1919 Kinderen: Rosalie (°1920) en Mariette (°1929) Adres tijdens oorlog: Tragel 12, Ertvelde-Rieme
collectie familie Bollen-Delemarre
8
Thema’s verbonden aan Jozef Bollen • Arbeid en werkloosheid: door de oorlog werkten een heleboel van de fabrieken in Evergem maar op halve kracht of lagen ze zelfs stil. Ze werden in gebruik genomen door het Duitse leger of konden gewoonweg niet aan hun grondstoffen geraken, die bijna volledig werden opgeëist door de Duitsers. Hierdoor ontstond uiteraard veel werkloosheid en armoede. De Duitsers vroegen de werklozen om vrijwillig te gaan werken voor de Duitse oorlogsindustrie maar er waren bijna geen vrijwilligers. Daarom begonnen de Duitsers de mensen dan gedwongen op te eisen en naar kampen in Duitsland of de frontstreek te brengen. • De marmeladefabriek: In Rieme was er de Kuhlmannfabriek die chemische meststoffen produceerde. De Duitsers eisten de fabriek op en brachten er een marmeladefabriek in onder. Heel veel vrouwen uit Rieme werden opgeëist om fruit te sorteren en schoon te maken. De marmelade was bestemd voor Duitsers aan het front en in bezet gebied. • De bende Van Hoe - Verstuyft: een roversbende die in de nadagen van de oorlog heel veel overvallen en moorden pleegde in onze streken. • Opeising van goederen: De Duitsers haalden de bevoorrading voor hun troepen voor een groot deel in het ‘Etappengebiet’. De burgers moesten dus voortdurend allerlei zaken gedwongen afstaan. Het ging over voedsel, vee, paarden, wol, schoenen, fietsen, koper, klokken, gebouwen … Wie niet gehoorzaamde, kon gestraft worden.
collectie familie Bollen-Delemarre
Fruitsorteersters konden dag en nacht opgeroepen worden
In de vitrine • Hangertje dat Stephania kreeg van Jozef voor haar 18e verjaardag. Dit kon hij zich enkel permitteren omdat hij af en toe suiker op de zwarte markt kon verkopen. • Doodsprentje van de zussen Lybaert, die ook vermoord werden door de bende Van Hoe-Verstuyft. • Foto van de marmeladefabriek
ææVragen voor de leerlingen • Welke goederen zouden Duitsers allemaal opeisen? Waarvoor zouden ze bijvoorbeeld klokken gebruiken (om te hersmelten en wapens, bv. obussen te maken) • Wat is marmelade? • Welke vorm heeft de kijkkast? (rek met marmeldevaten)
Maurice Van Lauwe Wie was Maurice Van Lauwe? Maurice was nog geen 14 jaar oud bij het begin van de oorlog. Hij woonde in Sleidinge. Hij werkte aanvankelijk in de fabriek, maar verloor tijdens de oorlog zijn werk. Hij verdiende een centje bij door in de living een 9
kappershoekje in te richten en als kapper aan de slag te gaan. Hij had ook samen met zijn vader en zijn broer een dagbladronde van ‘Het Volk’. Hiervoor trokken ze elke dag van Sleidinge naar Gent, om de krant op te halen. Tijdens deze tochten smokkelden ze ook boodschappen mee. Hiermee moesten ze uiteraard voorzichtig zijn, want er was veel controle door de Duitsers. Naam: Robertius Mauritius Van Lauwe Geslacht: Man Geboortedatum: 25 november 1900 Geboorteplaats: Sleidinge Sterfdatum: 15 juli 1983 Leeftijd in 1914: 13 jaar Ouders: Ernest Edouard Van Lauwe en Clementina Maria Rosalia West, gehuwd op 25 juli 1900 te Sleidinge Broers en zussen: Ivo Raymond (°07 februari 1902), Albrecht (°03 november 1913) Beroep: fabrieksarbeider bij het uitbreken van de oorlog – wordt barbier en dagbladverkoper tijdens de oorlog Burgerlijke stand: ongehuwd Later gehuwd met Maria Alice Begyn (°15 januari 1903) te Sleidinge op 03 augustus 1921 Kinderen: Marcel Albert (°1923) en Firmin Roger Petrus (°1927) Adres tijdens oorlog: Kaaistraat 43, Sleidinge
collectie familie Van Lauwe
Maurice op 12-jarige leeftijd met zijn broer Raymond
Thema’s verbonden aan Maurice Van Lauwe • Het Volk: dit was een katholiek dagblad. Het bleef verder bestaan tijdens de oorlog, zij het onder Duitse censuur. Vooral papierschaarste was een probleem voor dagbladen. • Censuur op pers tijdens de oorlog: alle drukwerk moest voor controle worden afgeleverd aan de Duitsers. Naast deze gecensureerde pers ontstond er ook clandestien drukwerk, bijvoorbeeld La Libre Belgique. Zij gaven objectievere informatie maar moesten in het geheim werken. Journalisten die hiervoor werkten riskeerden naar Duitsland te worden gedeporteerd indien ze gevat werden. • Beperkt verkeer personen: tijdens de oorlog mocht je je niet zomaar in het Etappengebiet verplaatsen. Naar Gent gaan bijvoorbeeld, kon enkel met een ‘reispas’: een toelating door de Duitsers. Die toelating moest je afhalen in het ‘Pasburo’ in de Pastorijstraat. Wie zich niet aan de regels hield, riskeerde een boete, gevangenisstraf of zelfs deportatie. • Smokkel en zwarte markt: door het gebrek aan levensmiddelen en de grote rantsoeneringen, bloeide de zwarte markt. Ertvelde was dan ook goed gelegen: dichtbij Nederland (waar men goederen kon halen) en vlakbij Gent (grote afzetmarkt).
10
In de vitrine • De vraag of men een reispas nodig heeft om een lijk te mogen vervoeren per kar • Een exemplaar van het dagblad Het Volk • Brief van een vrouw die een aantal dagen werd opgesloten in het gevang omdat ze zonder reispas naar Gent ging
ææVragen voor de leerlingen • Welke vorm heeft de kijkkast? (steekkar, om kranten rond te brengen) • Hoeveel kostte een krant? • Hoe zag een krant er vroeger uit? (geen kleuren, geen foto’s) • Lees eens een stukje in de krant, vergelijk het taalgebruik van toen met het taalgebruik van nu. • Kijk eens goed naar de tekst op de voorpagina van de krant en de datum van de krant. Wat valt je op? (optimisme, men dacht dat de oorlog niet lang zou duren)
Paul Vermeersch Wie was Paul Vermeersch? Paul Vermeersch was burgemeester van Ertvelde tijdens de oorlog en hoogleraar aan de universiteit van Gent. Hij ging tijdens de oorlog in Gent gaan wonen omdat zijn huis werd opgeëist door de Duitsers om officieren in te kwartieren. Hij weigerde in 1916 nog les te geven aan de universiteit, die onder leiding van de Duitsers kwam. Hij pendelde heen en weer tussen Ertvelde en Gent om zijn burgemeesterschap te kunnen uitoefenen. Naam: Paul Marie Edmond Leon Joseph Vermeersch Geslacht: man Geboortedatum: 20 april 1881 Geboorteplaats: Ertvelde Sterfdatum: 7 oktober 1953 Leeftijd in 1914: 33 jaar Ouders: Ernest Marie Désireé Vermeersch (°6 mei 1840) en Julia Adelaïde Termote (°20 april 1854) Broers en zussen: geen Beroep: hoogleraar aan de universiteit van Gent en burgemeester van Ertvelde Burgerlijke stand: ongehuwd tijdens oorlog Later gehuwd met Marie-Charlotte Van der Schueren op 18 november 1919 Kinderen: Alice (°1923), Henri (°1926), Raymond (°1927) Adres tijdens oorlog: Dorp 36, Ertvelde ( huidige Lindenlaan), verbleef grotendeels in Oude Violettenlei 4 te Gent tijdens de oorlog
collectie familie Vermeersch
11
Thema’s verbonden aan Paul Vermeersch • Nationaal Hulp- en Voedingscomité: voedselvoorziening was een groot probleem. Ondanks het feit dat het moeilijk was voedsel vanuit het buitenland te importeren, probeerde men dit toch te regelen op nationaal niveau door de oprichting van een Nationaal Hulp- en Voedingscomité. Men kreeg hierbij hulp van de V.S., die voedsel verkochten aan dit Comité. Dit voedsel werd verdeeld over het ganse land. Plaatselijke afdelingen zorgden voor de praktische uitwerking hiervan. Er werd door het Comité niet alleen voedsel verdeeld, maar ook steun gegeven aan werklozen, soldatenvrouwen en vluchtelingen. Op de foto zie je vrouwen die helpen om het voedsel te verdelen. Omdat Evergem dicht bij de Nederlandse grens lag, werd er ook brood uit Nederland ingevoerd, dat de naam ‘Hollandsch brood’kreeg. • Doodendraad: de Duitsers wilden absoluut vermijden dat via de grens met neutraal Nederland, mensen zouden vluchten, goederen en brieven zouden gesmokkeld worden … Daarom legden ze vanaf 1915 een kilometerlange elektrische draadversperring aan op de grens België - Nederland. Het was niet gemakkelijk stroom te vinden hiervoor, want de directeur van de elektriciteitscentrale in Langerbrugge weigerde stroom te leveren voor de doodendraad. Ondanks het elektrische gevaar en gevaar op executie bleven de mensen toch via allerlei trucjes proberen om door de draad te geraken. Met stokken, autobanden… Om zelf over de grens te geraken, te smokkelen … Er vielen heel wat slachtoffers, want in die jaren was (het gevaar van) elektrische stroom nog niet bekend bij iedereen. • Hollandstellung: de Duitsers hadden veel schrik voor een invasie vanuit neutraal Nederland. In 1916 begonnen ze daarom met de bouw van een bunkerlinie van Knokke tot Antwerpen om deze grens te beschermen. Er staan nog steeds een aantal van deze bunkers in het landschap in Ertvelde. • Vlaamse Hogeschool: in het begin van de oorlog besliste de universiteit van Gent de deuren te sluiten. Veel studenten zaten toch aan het front. De Duitse bezetter opende de universiteit later opnieuw met een aantal professoren die les wilden geven in het Nederlands. De Duitsers hoopten op die manier de Vlaamsgezinden voor zich te winnen. Veel professoren weigerden echter, zo ook Vermeersch, die schreef niet in staat te zijn les te geven in het Nederlands.
collectie Achiel De Vos
Het voedingscomité van Evergem
In de vitrine • Groot notulenboek van de gemeenteraad van Ertvelde, waarin financiële steun aan het Provinciaal Voedingscomité wordt toegezegd • Foto bedanking schoolkinderen aan Amerika • Bonnen voor eetwaren. Deze werden sterk gerantsoeneerd.
ææVragen voor de leerlingen • Welke vorm heeft de kijkkast? Waarom ? (bureau van de burgemeester) • Waarom zou men spreken van een ‘doodendraad’? • Kijk eens naar de foto van de schoolkinderen. Wat zie je? Wat staat er op het bord dat ze dragen? • Weetje: er werd brood uit Nederland gehaald. Het kreeg de naam ‘Hollandsch brood’, maar vaak was het al beschimmeld vooraleer het hier aankwam, omdat het zo’n lange tijd onderweg was. 12
Ursula Roegiers Wie was Ursula Roegiers? Ursula Roegiers was een huisvrouw, met 3 kinderen, uit Sleidinge. Ze moest tijdens de oorlog geregeld onderdak bieden aan vluchtelingen, maar ook aan Duitse soldaten. Ze had het niet gemakkelijk om rond te komen, de honger vond ze het moeilijkste aan de hele oorlog. Ook zij probeerde een centje bij te verdienen door te smokkelen. Naam: Ursula Maria Roegiers Geslacht: vrouw Geboortedatum: 26 april 1869 Geboorteplaats: Adegem Sterfdatum: 16 juli 1972 Leeftijd in 1914: 45 jaar Ouders: Petrus Roegiers en Rosalia Plasschaert Broers en zussen: Emma (°1867), Camiel (°1870), Alphons (°1872), Emiel (°1874), Emilie (°1877), Cordula (°1879) Beroep: vroeger dienstmeid, tijdens de oorlog huisvrouw Burgerlijke stand: gehuwd met Bernardus De Rynck (°11 oktober 1867 en †20 april 1936) te Gentbrugge op 25 april 1900 Kinderen: Camillus (°1900), Martha (°1906), Estella (°1908) Adres tijdens oorlog: Langendam 17, Sleidinge
collectie familie De Rynck
Ursula met haar man en drie kinderen
Thema’s verbonden aan Ursula Roegiers • Vluchtelingen: In het begin van de oorlog vluchtten heel veel mensen weg, uit schrik voor het geweld of in paniek geslagen door verhalen over moord- en brandpartijen van de Duitsers. Ook in Evergem kwamen in augustus 1914 al 700 vluchtelingen toe, die bij de burgers onderdak kregen. Deze eerste vluchtelingen kwamen uit Mechelen en omstreken, waar zwaar gevochten werd. Gedurende de hele duur van de oorlog zou de oorlog vluchtelingen voortbrengen. • Soldaten in huis: veel burgers werden verplicht om onderdak te geven aan soldaten. In een ‘Etappengebiet’ kwamen bovendien Duitse troepen uitrusten tussen hun verblijven aan het front. Schoolgebouwen, kloosters, openbare gebouwen, werden opgeëist. Maar ook bij mensen thuis werden Duitse soldaten ondergebracht. • Sluiting van herbergen: Veel burgers baatten in hun woning een café of een winkeltje uit, als bijverdienste. Bovendien speelde dit ook een grote rol in het sociale leven. Omdat de Duitse bezetter elke samenscholing wilde controleren, werden een heleboel van deze drankhuizen gesloten. Zo werd ook het sociale leven aan banden gelegd.
13
• Voeding: de hoofdbekommernis van veel mensen was dagelijks aan eten te geraken. Koffie, boter en vlees werden uitzonderlijk. De Belgen aten vooral nog brood, maïs, erwten, rijst, soep en aardappelen. Wie geluk had, kreeg wat Amerikaans spek. Als gevolg van de voedselschaarste en de eenzijdige voeding, braken ziektes uit. In februari 1917 brak er in Evergem difterie uit, net zoals in mei 1917. En op het einde van de oorlog de Spaanse griep, die nog vele slachtoffers maakte.
collectie Gerard Bauwens
Officieren aan het huis van Vermeersch; enkelen van hen werden er ingekwartierd
In de vitrine • Lijst van herbergen in Ertvelde die moeten gesloten worden • Melkkaart: hiermee konden zwangere vrouwen, ouderen … een halve liter melk per dag gaan afhalen in de melkerij • Verklaring dat er difterie is uitgebroken bij een gezin. De kinderen van dit gezin mochten tot twee weken nadat ze genezen waren niet naar school
ææVragen voor de leerlingen • Er waren heel veel cafés vroeger. Veel meer dan nu. Hoe kwam dat? (veel mensen hielden in een deeltje van hun woning een kleine kroeg, om wat bij te verdienen) • Welke vorm heeft de kijkkast? Waarom? (aanrecht, Ursula is huisvrouw) • Kijk eens naar het recept van de oorlogscake. Wat valt je op? (gemaakt van aardappelen) • Bekijk het bericht dat er bij een schoolkind difterie is vastgesteld. Weet je wat dit is? Waarom zouden de kinderen dan niet naar school mogen? (infectie aan de luchtwegen = kroep, besmettelijk) • Wat zou jij ervan vinden als je je kamer zou moeten afstaan aan soldaten, die een deel van jullie huis of jullie volledige huis zouden opeisen? • Hoeveel is 1 ons? (100 gram)
14
DEEL 3: VERWERKINGSOPDRACHTEN EN TIPS Kruiswoordraadsel
5
6
4 3 1
8
7
2
Horizontaal 1. Uitgegraven gangen waarin soldaten zich verschuilen voor kogels 2. Ander woord voor sterven in de oorlog Verticaal 3. ………....... I was de koning van België tijdens de Eerste Wereldoorlog 4. Soort metaal dat opgeëist werd in de oorlog 5. Met winst verkopen op de ……......… markt 6. Vogels die in de oorlog gebruikt werden als boodschappers 7. Soort metaal dat opgeëist werd door de Duitsers 8. WOI duurde …….....… jaar lang ( schrijf voluit)
15
Plaats de letters in de juiste volgorde 1. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakte men cake met L A D P E R A A E N P
……………………………………………………………………………….
2. In de fabriek van Rieme maakte men confituur voor de Duitse soldaten. Men noemde dit ook A M D A R M E L E ………………………………………………………………………………. 3. In het geniep brieven en voedingswaar over de grens brengen K M L E S O N K E ………………………………………………………………………………. 4. In oorlogstijd heeft de bevolking weinig te eten. Er heerst D H S O G N E R O N O ………………………………………………………………………………. 5. In de Eerste Wereldoorlog was Ertvelde een A O A N K M D T U R M N
……………………………………………………………………………….
Duid het juiste antwoord aan (de antwoorden zijn te vinden in de tentoonstelling) 1. Hoe oud was Jozef Bollen toen de oorlog begon? • 20 • 17 • 18 • 7 2. De ‘Doodendraad’ was een prikkeldraad onder elektrische stroom aan de grens met • Frankrijk • Nederland • Duitsland • Spanje 3. Wie was burgemeester in Ertvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog? • Frans D’hooge • Emiel Steyaert • Prosper Buysse • Paul Vermeersch 4. Wat betekent censuur? • Briefgeheim • Geen oorlog meer • Krantenbericht • Controle op alle drukwerk 5. Waarom mochten duiven niet meer uitvliegen? • Omdat ze berichten overbrachten • Omdat ze mensen aanvielen • Omdat ze teveel lawaai maakten • Omwille van ziekten
Drama 1 Zoek op de website www.kindereninbezetgebied.be onder ‘getuigenissen’ enkele foto’s en druk die af. Geef de leerlingen enkel de foto, niet de getuigenis. Laat de leerlingen vertellen wat ze op de foto zien. Welk gevoel roept dit op? Leerlingen komen vooraan en spelen die persoon. Ze vertellen wat er is gebeurd en waarom ze zo op de foto staan.
16
Drama 2 Soldaten marcheren door de straat. Hoeveel soldaten zouden er samen zijn? Sluit je ogen en probeer je het beeld voor te stellen van een leger soldaten dat marcheert over de kasseistenen. Hoor je het geluid van meer dan 100 laarzen op de stenen? Probeer met je lichaam dat geluid na te bootsen. Klappen met de handen, tikken op de lessenaar, tikken op de benen … welk geluid past er het best bij dat beeld? Varieer: van stil naar luid op de maat: één – twee – één – twee als de leerkracht HALT roept, moet iedereen stoppen
Drama 3 Hieronder vind je het gedicht van John McCrae. McCrae was een Canadees arts die in de loopgraven werkte en er stierf in 1918 aan een longontsteking en hersenvliesontsteking. Hij was 45 jaar. In 1915 schreef hij het gedicht ‘In Flanders Fields’ dat alom bekend zou raken. De poppie of klaproos groeide uit tot hét symbool van WOI. De rode kleur herinnert aan het vele bloed dat gevloeid is op de Vlaamse velden, het zwarte hartje staat als teken voor rouw. De klaproos is ook de bloem die opbloeit als alle andere planten dood zijn en groeide dus ook op de grond die verarmd werd door gevechten en bombardementen. In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below. We are the dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields. Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields. (vertaling: Herwig Verleyen, 1994) In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen tussen de kruizen, rij aan rij, die onze plaats aanwijzen. En aan de hemel blijven de leeuweriken vliegen en dapper kwelen, tussen ‘t geschut beneden nauwelijks te horen. Wij zijn de Doden. Enkele dagen geleden nog leefden we, voelden de ochtendstond, zagen de gloed van de avondzon, beminden en werden bemind en nu liggen wij, gevelden, In Vlaanderens velden Zet onze strijd met de vijand verder. Met falende handen reiken wij u over de toorts. Aan u haar hoog te dragen. Doet gij dit niet, dan zullen wij in deze aarde geen rust kennen, ondanks de klaprozen In Vlaanderens velden. Laat de leerlingen een strofe uit het gedicht samen voordragen en laat hen vertellen wat ze hieronder verstaan.
17
Nederlands – schrijven Druk van de website www.kindereninbezetgebied.be enkele foto’s van personen af. De leerlingen schrijven zelf de getuigenis of het verhaal (fictief) achter de foto.
Computer • Laat de kinderen grasduinen in de website www.kindereninbezetgebied.be (doorklikken op ‘erfgoedcel Meetjesland’). Je vindt er ook een kleine quiz. • Laat de link leggen met oorlog vandaag. Op de site vind je een wereldkaart en getuigenissen van oorlogskinderen vandaag. • Laat de kinderen via een vertaalsite op de computer woorden vertalen van Duits naar Nederlands en omgekeerd.
Wiskunde 1 In totaal werden er door de Duitsers 850 bunkers gebouwd die deel uitmaakten van de Hollandstellung. 270 hiervan stonden in Oost-Vlaanderen. En daarvan werden er 41 in Ertvelde gebouwd. Hoeveel procent van de bunkers van de Hollandstellung stonden in Oost-Vlaanderen? Hoeveel procent van alle bunkers stond in Ertvelde? Hoeveel procent van alle Oost-Vlaamse bunkers stond in Ertvelde?
Wiskunde 2 Het afhalen van een reispas was verplicht als men bijvoorbeeld naar Gent wilde. Veel mensen hadden echter geen auto, zelfs geen fiets, en moesten dus alles te voet doen. Margriet uit Sleidinge vertelde: ‘Mijn vader is op 1 dag eens te voet naar de Kommandantur in Ertvelde gegaan om een reispas te gaan halen voor mijn zieke zus. Te voet naar Ertvelde, dan terug naar Sleidinge. ’t Kind in een laken en dan te voet naar de kliniek in Gent’. Hoeveel kilometer heeft de vader van Margriet die dag te voet afgelegd?
WO-techniek: een cake bakken Recept oorlogscake 6 ons koude gekookte aardappelen, 2 eieren, 2 ons suiker Men wrijft de aardappelen zéér fijn door een zeef of met een pers, roer de eierdooiers er één voor één door, daarna de suiker en roer zorgvuldig zodat alles goed vermengd is. Hoe meer men roert en klopt, hoe soepeler het deeg wordt. Na 10 minuten roeren, doet men de tot schuim geklopte eiwitten er door. Besmeer nu een tulbandvorm met boter, vul deze tot even onder de rand met de massa en bak de cake 1 uur in een matige oven. Vergelijk dit recept met een recept van een cake in een kookboek van nu. Welk verschil is er? Hoe zou dit komen?
Muzische vorming – media Via de website www.kindereninbezetgebied.be vind je ook een wandeling rond de Eerste Wereldoorlog in je eigen deelgemeente. Je kan de werkbundel hiervan gewoon afprinten via de site. Als je op stap gaat in je gemeente, neem dan enkele fototoestellen mee. Geef de leerlingen de volgende opdrachten: • zoek een foto van je gemeente in je werkbundel • Ga op de plaats staan waar die fotograaf de foto heeft getrokken. Dat is niet gemakkelijk, sommige gebouwen zijn afgebroken. • Neem nu een foto van de huidige situatie • Bekijk de verschillen
18
Verbetersleutel bij de opdrachten Kruiswoordraadsel 5
6
Z
D
K
W
U
O
A
I
4 3
A 1
L
O
O
P
G
R
A
V
B
E
T
E
E
R
E
N
E
7
8 V
R
T
I
T
N
I
2
S
N
E
U
V
E
L
E
N
R
Plaats de letters in de juiste volgorde 1. AARDAPPELEN 2. MARMELADE 3. SMOKKELEN 4. HONGERSNOOD 5. KOMMANDANTUR
Duid het juiste antwoord aan 1. 18 2. Nederland 3. Paul Vermeersch 4. Controle op alle drukwerk 5. Omdat ze berichten overbrachten
19