Bewegingsagogie: een plaatsbepaling (1)
Nadat onlangs in het Tijdschrift voor Vaktherapie in een artikel van Celine Schweizer (2006), te lezen is geweest dat de beroepsidentiteit van de creatief therapeut en de creatief agogisch werker in de praktijk vaak onduidelijk is, wordt in dit artikel herkenning gevonden daarvoor voor de praktijk van de psychomotorisch therapeut en de beweglngsagoog. Om deze onduidelijkheid weg te nemen wordt hieronder geprobeerd een theoretisch model te schetsen dat beide beroepsgroepen positioneert en van elkaar onderscheidt. Voor de bewegingsagogie wordt daarnaast een theoretisch en handelingskader uitgewerkt.
aan te duiden met welke te onderscheiden doelen, methodieken en strategieen de bewegingsagogie (BA) resp. de psychomotorische
thera-
pie (PMT) zich bezig houdt. Ogenschijnlijk lijken bewegingsagogen en PMT'ers immers aile twee goed uit de voeten te kunnen met ballen, banken, touwen en een matje .... Ook in het onderzoek naar grenzen tussen beroepen in de GGZ (Hutschemaekers, 1998) worden beide onder een noemer gebracht. Oat is ter afbakening van de BA als een waardevol en eigen vakgebied een lastige zaak. Wie literatuur zoekt om de twee beroepen te profileren en onderbouwd te kunnen definieren, merkt al gauw dat daartoe over de PMT voldoende is geschreven en gepubliceerd. Over de BA is weliswaar ook het een en ander aan praktijkgerichte tekst geschreven, maar veel minder theo-
Aanleiding
retisch gefundeerd. Dit artikel wil daarom voor-
De opleiding BPT aan de School of Human Move-
zien in deze leemte en beoogt een visie en een
ment and Sports (voorheen Calo van hogeschool
handelingskader voor het vakgebied BA, zoals
Windesheim te Zwolle) leidt op tot bewegingsa-
ontwikkeld op de Calo, uiteen te zetten. Wellicht
gogen en psychomotorisch therapeuten. Een di-
leveren ze een bijdrage aan een betere positione-
ploma, voor twee beroepen doet vermoeden dat
ring van dit beroep.
beide beroepen niet veel van elkaar verschillen. Toch worden ze in het werkveld zeer verschillend
Voorlopige
gewaardeerd, getuige het grote onderscheid in
Wanneer in ogenschouw wordt genomen dat de
omschrijvingen
positie/status, salariering, bevoegdheden, auto-
PMT'er lange tijd opgeleid werd op niveau 5+ al-
nomie en aanzien. Een bewegingsagoog
vorens zich PMT'er te mogen noemen en dat de
zit bij-
voorbeeld minder vaak aan de vergadertafel met
bewegingsagoog enkel op niveau 4 kon worden
collega's dan de PMT'er. En deze laatste kan va-
geschoold, is het niet vreemd dat er in die periode
ker zijn eigen c1ienten/deelnemers indiceren dan
een verschil in positie en aanzien aanwezig was.
de eerste.
Bewegingsagogen
mochten (standaard-) bewe-
gingsactiviteiten aanbieden aan mensen met een Praktisch zijn de verschillen in het werkveld ech-
beperking,
ter weer veel minder zichtbaar en lijkt het moeilijk
handelden mensen op maat met psychische en/
psychomotorisch
therapeuten
be-
of psychosociale problemen. Dat betekende niet
rerende en directief-klachtgerichte
alleen een grote mate van verschil in zelfstandig-
kansen voor de junior PMT'er. Met een post-HBO
heid, verantwoordelijkheid
opleiding
en complexiteit
van
kaders biedt
tot senior PMT'er kunnen de focaal-
het werk (niveau 4 t.o.v. niveau 5+, (Basisdocu-
inzichtgevende en de inzichtgevend-plus
ment, 2002)), maar ook een verschil in focus van
aan het werk worden toegevoegd.
kaders
de aandacht: het behandelen (to cure) van stoornissen voorop
bij de PMT, het begeleiden
care) van bewegingsactiviteiten
(to
Voor de BA is duidelijkheid toevoegen
bij de BA.
van een grotere
gevonden door het mate van transfer.
Dat wil zeggen dat het aanbieden van activiteiten Vanaf de jaren '90 echter worden voor beide vakgebieden
professionals opgeleid
5. Qua zelfstandigheid,
op niveau
verantwoordelijkheid
en
alleen geen niveau 5 genoemd kan worden, maar dat op dit niveau ook de begeleiding tot daadwerkelijke (re-) integratie in bewegingscontexten
zouden BA en PMT dus niet meer
onder de taken van de' agoog valt. (Basisdocu-
hoeven / moeten verschillen. Dat betekende dat
ment, 2002 ). Daarmee treedt de agoog (soms
complexiteit
er een nieuw kader diende te komen voor de
letterlijk) uit zijn zaal in de maatschappelijke net-
beroepen, waarin zichtbaar kon worden wat de
werken rondom bewegen. De rolstoelbasketballende revalidant wordt tot aan het lidmaatschap bij zijn nieuwe club begeleid en de jongere met
Qua zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en complexiteit zouden SA en PMT dus niet meer hoeven / moeten verschillen
schizofrenie is v66r het moment
van ontslag
van de PAAZ reeds op locatie van zijn "nieuwe" fitnesscentrum
ge'lntroduceerd
door de bewe-
gingsagoog. Hierdoor zijn op de Calo voor beide beroepsgroepen3 de volgende werkdefinities
ontstaan
(Fellinger, 2005): Bewegingsagogie
is
beide functies op niveau 5 inhouden. Voor de BA
het methodisch en professioneel aanbieden
moest bijvoorbeeld een omschrijving worden ge- •
van diverse activiteiten in een context van be-
vonden waarin naar voren kwam dat het hier ging
wegen en/of lichamelijkheid, aan mensen met een beperking,
om meer dan alleen het aanbieden van reeksen activiteiten. Voor de PMT moest duidelijk worden dat op een beginnend
niveau PMT'ers konden
behandelen. Deze duidelijkheid
is voor de PMT
•
ten einde voor hen het bestaansveld bewegen (weer) te openen en ze te (re-) integreren in bewegingsverbanden.
o.a. gevonden in het opstellen en onderscheiden
Participatie, of we I ingevoegd zijn in deze (sociaal-
van een vijftal
maatschappelijke) bewegingsverbanden,
PMT-producten
Hutschemaekers,
(Van Hattem &
2000). Voornamelijk
het wer-
ken binnen de steunende, pragmatisch-structu-
(waarin
het bewegen centraal staat), is het uiteindelijke doel.
ander, vormen ze met deze psychosociale last
Psychomotorische therapie is het methodisch en professioneel behandelen
als aanleiding, een potentiele doelgroep van de
in een context van bewegen en/of lichamelijk-
PMT'er. De cognitieve en lichamelijke beperking
heid, van mensen met psychische en/of psy-
van de jongen en de man blijven daarbinnen een
chosociale problematiek,
gegeven.
ten einde deze problematiek te doen verminVanuit deze toelichting
deren of op te heffen. sociaal-maatschappelijke
op de twee definities,
in
kunnen de twee werk- of be'invloedingsterreinen
verbanden het uitein-
van de SA en PMT door figuur 1 in beeld gebracht
Daarna is (het bestendigen van) participatie delijke doe\.
worden.
De doelgroep bij de SA is de groep mensen die een lichamelijke, psychische, cognitieve en/of
50-
ciaIe beperking heeft, waarbij de agoog probeert te zoeken naar aanpassingen en mogelijkheden tot een vorm van deelname aan bewegingssituaties met behoud van hun beperking(-en). Daarmee behoren onder andere zowel de jongen met het syndroom van Down (cognitieve beperking), de slechtziende
man (Iichamelijke beperking),
als ook de vrouw met borderline problematiek (psychosociale beperking) die graag binnen een bepaald verband (intramuraal of extramuraal) willen bewegen, tot de mogelijke doelgroep van de bewegingsagoog. De doelgroep bij de PMT is de groep mensen met in ieder geval een of meerdere psychische
Figuur 1. Symbolische weergave van de aanlei-
en/of psychosociale beperkingen
ding tot hulpverlenen in de vorm van een beper-
die specifiek
daarvoor ook in behandeling zijn. Eventueel kan
king die last geeft in het leven en ook altijd in
er ook sprake zijn van een (niet tot behandeldoel
(een of) meerdere bestaansvelden.
te formuleren) lichamelijke en/of cognitieve beworden
De grote ellips uit figuur 1 symboliseert het heIe le-
echter niet behandeld maar zijn een gegeven. Ais
ven, met daarbinnen aile cirkelvormige bestaans-
de bovengenoemde jongen met het syndroom
velden die voor een persoon belangrijk zijn. Een
perking.
Deze laatste
beperking(-en)
van Down, de slechtziende man of de vrouw met
bestaansveld zou het bewegen kunnen zijn. Maar
borderline problematiek
ook familie en relaties, werk en/of opleiding, mu-
bijvoorbeeld
allen last
hebben van wantrouwen ten opzichte van een
ziek of religie kunnen bestaansvelden zijn waarin
"Last"/beperking bij de uitvoer van activiteiten
Functie stoornis/verstoring
Participatie in maatschappelijke verbanden
,
Therapie (2" fase)
men meer of minder is ge·l·ntegreerd. Volgens de
Figuur 2. Weergave van de therapeutische (cure)
ICF4 is voor het welzijn van mensen, het parti-
en agogische (care) processen vanuit het ICF model.
ciperen in (een aantal van) deze bestaansvelden noodzakelijk (WHO, 2001). Maar doordat mensen beperkt kunnen zijn om sommige handelingen / activiteiten uit te voeren, kan het participeren in
te hoeven draaien en zo als tennisser met sociale
dergelijke systemen bemoeilijkt worden of zelfs
angst toch lid te kunnen zijn van de tennisclub.
mislukken (zie grijs gearceerde cirkel).
De bewegingsagoog
komt zo in actie om met
behoud van de beperking
de hulpvrager weer
in te voegen in bewegen. De muziekagoog zou
Deelhebbend zijn zelfs de wasvrouw van de sportshirtjes of de niet-zwemmende moeder aan de waterkant die op haar kinderen let en zodoende deel heeft aan het bestaansveld bewegen
hetzelfde kunnen doen ten aanzien van het bestaansveld muziek, de pastoor ten aanzien van religie en de werkbegeleider
ten aanzien van
(aangepast) werk. Bij de doelstelling
om de stoornis/verstoring
weg te nemen (to cure) die de oorzaak is van de last (beperking) en (gedeeltelijke) uitvoeging, is een therapeutisch aanbod gevraagd. De PMT'er komt dus in actie wanneer de beperking in activiteiten voortvloeit
Ter beoordeling
van de juiste vorm van eventu-
ele hulpverlening
uit een psychische en/of psy-
chosociale stoornis of verstoring en probeert de
hierbij. dient gekeken te wor-
hulpvrager weer in te voegen in diverse verban-
den naar het doel en de (on-)mogelijkheden van
den ("Het leven" in figuur 1), door het oplossen
de hulpvrager. Wanneer het doel is om vooral
(of verminderen)
aanpassingen te zoeken (to care) binnen de
De tennisser met sociale angst uit het voorbeeld
activiteiten
waarin men last ervaart of beperkt
van deze stoornis/verstoring.
hierboven, zou binnen de PMT aan het werk kun-
is, zodat deelname aan een verband (weer) mo-
nen met als doelstelling het verminderen/ophef-
gelijk wordt, is een agogisch aanbod gevraagd.
fen van zijn sociale angststoornis. De PMT'er ge-
Deze aanpassing kan binnen een bewegingsver-
bruikt daarbij bewegen en lichamelijkheid, zeals
band een rolstoel
de creatief therapeut ditzelfde zou beogen met
betekenen
om toch te kun-
nen basketballen, een andere techniek dan de
het middel beeldende
schoolslag om toch te kunnen zwemmen, het
therapeut
gebruik van pictogrammen
(waaronder de bewegingsagoog)
in de gymles voor
kinderen met ppd-nos, maar kan ook een regeling betreffen
om bijvoorbeeld
geen bardienst
vorming en de psycho-
met gesprekken. Kortom; de agoog
om" en de therapeut "Iinksom" (zie figuur 2).
(waaronder
gaat "rechtsde PMT'er)
Het begeleiden van mensen bij dit invoegingpro-
weger, of dat er ook andere mogelijkheden zijn
ces hoeft niet op te houden bij het aanbieden
om weer in te voegen.
en laten oefenen van activiteiten in de zaal of in
De bewegingsagogie
het zwembad. Dan zou de agoog in het midden-
spectief gezet wanneer participatie kan worden
stuk van bovenstaande figuur blijven. De bewe-
opgevat op drie niveaus. Ten eerste participatie
wordt in een breder per-
gingsgoog begeleidt de hulpvrager tot en met
op het niveau van de daadwer.kelijke deelname
de daadwerkelijke participatie aan het (nieuwe)
aan de bewegingsactiviteit;
verband, intra- of extramuraal. Dat betekent dat •
gaan) deelnemen. De deelnemer beweegt / sport
kennis en kunde van maatschappelijke
regelin-
het letterlijk
(weer
zelf, is actief als beweger en voert zelf (aangepas-
gen, rechten en netwerken tot het domein van de
tel bewegingsactiviteiten
bewegingsagoog behoren.
deelnemen is de MBO bewegingsagoog
uit. Op dit niveau van altijd al
bezig geweest mensen te begeleiden (beroepsprofiel NVBA, 2002).
Is er een echte scheiding? Het boeiende
middengebied
tussen de twee
hierboven onderscheiden beroepen is altijd het gebied waarop psychosociale beperkingen er toe doen bij het openen van het bestaansveld bewegen. Ais het samen voetballen niet lukt, mag de bewegingsagoog
dan ingaan op het samenwer-
ken? Ais het wandelen niet gaat vanwege straatvrees, mag de bewegingsagoog
die angst dan
proberen te be'invloeden? Of zijn dat taken van de PMT'er? Voorlopig wordt het idee gelanceerd dat de bewegingsagoog
Een handeling die dus in strijd zou zijn met de BA is het wegsturen van een lastig jongetje naar de kleedkamer, het thuis laten blijven van iemand met een blessure, of het benoemen dat aanwezigheid geen zin heeft in de les als je niet deel kan/wil nemen
mag ingaan op diverse psycho-
sociale aspecten, zo/ang deze gelden binnen de
context
van het bewegen.
De transfer naar an-
Naast het dee/nemen
vallen echter, analoog aan
dere bestaansvelden maakt hij niet. De PMT'er
Loopstra (1983). de niveaus van deelhebben
be'invloedt bij uitstek deze psychosociale aspec-
dee/zijn toe te voegen. Men kan namelijk ook
ten over meerdere
(aile) bestaansvelden
heen.
De vraag hoe je omgaat met winst en verlies stelt
en
ingevoegd raken of blijven binnen het bestaansveld bewegen als deelhebber. Binnen een andere
binnen de context van het
rol/taak dan de deelnemer, heeft men deel aan
bewegingsspelletje, de PMT'er vraagt na hoe dat
de bewegingssituatie. Criterium is dat men een
naast de bewegingscontext
functionele
de bewegingsagoog
binnen andere con-
verantwoordelijkheid
heeft
binnen
texten gaat. Hoe je rekening kan houden met je
de bewegingscontext.
Ais scheidsrechter, coach,
medespeler in het volleyveld, is een thema bin-
waterdrager, vaste journalist of springtouwdraai-
nen de BA, en hoe je rekening kunt houden met
er kan men opgenomen zijn en participeren. De
de medemens om je heen, is een them a binnen
profvoetballer
de PMT. Letten op fysieke grenzen tijdens hard-
ingevoegd, de geblesseerde leerling die de rin-
van weleer, die nu coach is, blijft
lopen, kan een doelstelling zijn binnen BA, letten
gen steeds op hoogte stelt, hoort er nog steeds
op fysieke grenzen in het algemeen, hoort thuis
bij. Deelhebbend zijn zelfs de wasvrouw van de
als doel binnen de PMT.
sportshirtjes of de niet-zwemmende moeder aan
Kortom; de agoog houdt zich bij zijn cirkel, de
de waterkant die op haar kinderen let en zodoen-
PMT'er werkt binnen zijn levensellips. Maar, zoals
de deel heeft aan het bestaansveld bewegen. Ais
ook Schweizer schreef5 (Schweizer, 2006). is de
deelnemen niet kan of wenselijk is, is deelhebben
praktijk weerbarstig ....
een mooi alternatief om toch te (re-)integreren. Zoeken naar een (formele) vorm van deelhebben,
Niveaus van (re-)integreren en participeren
valt binnen het takenpakket van de bewegings-
In de vorige alinea is al naar voren gekomen dat
agoog.
het doel bij de BA te omschrijven valt als het (weer) invoegen in het bestaansveld bewegen.
Ten slotte kan men ingevoegd zijn op het niveau
Nog onbenoemd is gebleven of dit betekent dat
van deel-zijn van het bestaansveld. Je bent dan
iemand dan ook letterlijk (weer) moet gaan deel-
deel van het verband zonder actieve beweger
nemen aan de bewegingssituatie
te zijn, zonder taak of functie te hebben, maar
als actieve be-
enkel door er te zijn. Aile toeschouwers van de wedstrijd zijn ingevoegd in het bestaansveld bewegen en participeren
Referenties o
dat verband. Er bij mogen zitten is voor sommi-
o
NVBA, (2002). Nederlands In-
Beroepsprofiel NVBA, (2005). In eigen beheer van de NVBA, door Marieke vd Kroft, Zee-
gen de (enige) manier van participeren en kan zo ook bijdragen aan welzijn. Het realiseren van een manier om deel te zijn, valt eveneens binnen het
Beroepsprofiel
stituut voor Zorg en Welzijn.
op het zijnsniveau binnen
land. o
Basisdocument BPT, (2002). Bewegen in de
takenpakket van de bewegingsagoog.
zorg. Zelfevaluatierapport
Bovenstaande
gingsagogie
wegingssituatie
betekent
dat er binnen een beeen sportspelletje
te spelen, van een teller die de puntentelling
o
Fellinger, P.R.G.,(2005). Afscheidssymposium L. Sietsma, Calo Zwolle.
bij-
houdt en van publiek dat de spelers aanmoedigt.
Bewe-
Therapie,
Afdeling Calo-Windesheim. Zwolle.
sprake kan zijn van mensen die
integreren door bijvoorbeeld
Opleiding
& Psychomotorische
• Fellinger, P.R.G., en L.W. Sietsma, (2005). Mo-
Voor allen kan het bestaansveld bewegen wor-
daliteiten
den her/geopend.
terne publicatie Calo-Windesheim, Zwolle.
Een handeling die dus in strijd zou zijn met de
• Fellinger,
in de BA, Handout BA PMT II, inP.R.G., en
L.W.
Sietsma,
(2006).
Kapstok in de BA, Handout BA PMT I, interne
BA is het wegsturen van een lastig jongetje naar de kleedkamer, het thuis laten blijven van iemand
publicatie School of Human Movements and
met een blessure, of het benoemen dat aanwe-
Sports-Windesheim, Zwolle.
zigheid geen zin heeft in de les als je niet deel kan/wil nemen! Voor de bewegingsagoog
o
het de kunst om voor ieder, afhankelijk van mo-
o
Kamer Agogen
Ago-
van het
CONO,
te ontwerpen. o
De winst van deze uitbreiding
Uitgeverij bekadidact, Baarn.
COOAB, Centraal Orgaan Opleidingen gische Beroepen,
gelijkheden en hulpvraag, een participatieniveau en invoegingstrategie
Loopstra, 0., (1983). Over bewegen en bewegingsonderwijs,
wordt
Coordinerend
Orgaan Nascholing en Oplei-
ding in de GGZ, (2003), GGZAGOOG, Positio-
op het begrip par-
nering,
ticipatie is dan dat er een groter gebied van be'invloeden tot het terrein van de bewegingsagoog
o
Scholing, Situering in de wet BIG, Utrecht.
kan gaan horen: met de drie niveaus van deelne-
o
Hutschemaekers, G. en M. van Hattum, (2000).
men, deelhebbe.n en deelzijn. Hiermee kan in de
In beweging. De ontwikkeling
toekomst
voor
wellicht het addendum (= de toevoe-
ging voor de HBO bewegingsagoog van het beroepsprofiel
van producten
therapie.
Trimbos-
instituut, Utrecht.
op niveau 5)
van de BA (beroepsprofiel
psychomotorische
o
Hutschemaekers G. en L. Neijmeijer, (1998).
NVBA 2005) ingevuld worden. Maar de grootste
Beroepen
winst is toch wel gelegen in het feit dat hiermee
en grenzen van een multidisciplinaire
zoveel meer mensen, op eigen wijze en naar ei-
Trimbos-instituut,
gen behoefte, (hulp kunnen krijgen bij) re'integreren in het bestaansveld bewegen!
o
Schweizer,
in Beweging.
c.,
Professionalisering GGZ.
Utrecht.
(2006). Verschil moet er zijn ...
Begeleiden en behandelen door de creatief
therapeut
en de "creatieve agogische wer-
ker", Tijdschrift voor vaktherapie, nummer 2. • WHO,
(2001). ICF, Nederlandse
van de "International
vertaling
Schema 1. Te formuleren doelen binnen elk van de vier bewegingsagogische modaliteiten (Fellinger-Sietsma, 2005).
Classification of Func-
tioning, Disability and Health", Nederlandse WHO Collaborating Centre for the Family of
• gaankennenvan
International Classifications, Bohn Stafleu van
• het tegen komen van de ander, het andere
Loghum, Houten.
• het ervaren van diverse zintuiglijke prikkels
.....
(snoezelen) • snuffelen aan nieuwe motorische activiteiten Binnen het kader- en beroepsonderwijs zijn opleidingniveaus benoemd. Zo is het MBO af
en/of betekenissen in de wereld • contact maken, hebben, aangaan in onze bewegende wereld/cultuur
te ronden op niveau 3 en 4. Het HBO wordt als niveau S aangeduid en post-HBO onderwijs
• ontdekken van "ik" (eventueel met niet aan-
geeft een bevoegdheid op niveau S+. Criteria
geboren handicap) ten opzichte van de (be-
voor de bepaling van het niveau zijn de mate
wegende) omgeving
van zelfstandigheid, verantwoordelijkheid
en
complexiteit ten aanzien van bevoegdheden
• ervaren/verkennen van sensibiliteit • ervaren hoe het er aan toe gaat (coderingen),
en competenties binnen beoefening van het
in verschillende bewegende contexten
beroep.
• merken wat jou, als deelnemer meer/minder
Biz. 7 uit Basisdocument BPT, (2002). Bewe-
• meemaken welke coderingen een rol spelen
aantrekt, past gen in de zorg. Zelfevaluatierapport
in diverse bewegingsverbanden
Oplei-
ding Bewegingsagogie & Psychomotorische
een (hernieuwde) eerste introductie
Therapie, Afdeling Calo-Windesheim. Zwolle:
paalde regels/regelingen binnen een bepaald
In be-
"... Ziek zijn, het hebben van een stoornis, af-
verband
wijkend zijn wordt bezien vanuit het uitgevoegd raken uit voor de persoon relevante
Mogelijke doelen binnen leren:
contexten. Handelingen in en gedachten en
• leren kunnen van....
gevoelens over het participatieproces
• het verwerven van (nieuwe) bewegende vaar-
kun-
digheden, skills
nen gestagneerd zijn..... In de opleidingseigen visie wordt in grote lijnen aangesloten
• het aanleren van motorische technieken
bij beroepsomschrijvingen die in de praktijk
•
bestaan, met dien verstande dat het accent
• motorisch competent worden in...
van de opleiding nadrukkelijk wordt gelegd
• het beheersen van....
bij de re·integratie, de participatie
• leren je te houden aan (sociale) regelgevin-
van de
deelnemer. ...".
thuisraken
in ....
gen die gelden in bepaalde bewegende verbanden/contexten
En op de Calo vanuit de L.O.-opleiding ook
• het leren van die (sociale) vaardigheden die
voor het beroep van de leerkracht bewegings-
nodig zijn om deel te kunnen nemen aan ge-
onderwijs. Bron: Heij, P.,(2006) Grondslagen
wenste bewegingscontexten,
van "verantwoord"
bewegingsonderwijs.
Fi-
losofische en pedagogische doordenking van
• of we I om daadwerkelijk te (re-) integreren in het bestaansveld bewegen
relationeel gefundeerd bewegingsonderwijs. Uitgeverij Damon BV, Budel.
Mogelijke doelen binnen sparren: • leren kennen van je kunnen .... • het opnemen tegen de ander, het andere • het aangaan van een uitdaging binnen de be-
Biz. 29 uit Tijdschrift voor Vaktherapie (2006).
wegingscontext
Verschil moet er zijn. Door C. Schweizer: "....
• ervaren van tegenstand, strijd
een vervagen van de grenzen van de beroep-
• binnen tegengestelde
sidentiteit van de creatief therapeut, de activiteitenbegeleider,
activiteitentherapeut
en
de sociaal pedagogisch hulpverlener. Dit is de praktijk van alledag ..."
belangen leren een
(adequaat) bewegend antwoord te geven • eigen en andermans fysieke/motorische grenzen ontdekken • fysieke kracht / inspanning (kunnen) leveren
binnen de bewegingscontext • uithoudingsvermogen
Hoofddoelen
inzetten binnen de be-
wegingscontext • leren strijden, krachten meten, winnen, verliezen, competeren, binnen een bewegingscontext Mogelijke
Ontmoeten:
doelen binnen vieren:
Het tegenkomen / ontmoeten van de ander,
• kunnen .... • leren
ongedwongen,
resp.
onnadrukkelijk
het andere en/of jezelf
verblijven in de bewegingscontext • ontspannen kunnen blijven binnen het bewegen • leren bewegen zonder inspanning • ervaren van moeiteloosheid
en tijdloosheid
binnen een bewegingscontext • leren spelen en laten spelen, genieten van het bestaansveld bewegen • leren recreeren,
105
kunnen zijn van resultaten
en prestaties, binnen een bewegingscontext Leren:
• doen ge-Iukken
Het verwerven van bewegingsvaardigheden, opdoen van motorische skills
Sparren: Het leveren van een inspanning om een gestelde uitdaging aan te gaan
Schema 2. De kapstok van de BA (Fellinger, 2006). Vieren: Het moeiteloos en ontspannen bewegen
Handelen
•
Gedragingen
van de bewegingsagoog
van de deelnemer
Werken binnen, of op de grens van het bereik/ver-
Verkennen, herkennen en erkennen van mogelijkhe-
mogen van de deelnemer
den en fascinaties
Scheppen van arrangementen met gedifferentieerde
Het kennismaken met de materiele, sociaIe en/of
verken ningsmogelijkheden
formele aspecten binnen de bewegingssituatie en/of
Observaties van de beleving
het bewegingsverbcmd
Vragen naar affiniteit, interactie, omgevingsvariabe-
Het aanspreken van nieuwsgierigheid, het opdoen
len, (zintuiglijke) ervaringen
van nieuwe ervaringen
-
Toepassen van veelvuldige wisselingen in activitei-
De aandacht gericht op 'buiten', op interactie en een
ten, medespelers, omgevingskenmerken, materialen,
relatie met 'de (sociale) wereld'
opdrachten, spelvormen, etc. Attitude is uitnodigend, vragend, uitlokkend Positie is naast, concentrisch of excentrisch van de deelnemers Werken in de zane van de naaste ontwikkeling Scheppen van arrangementen binnen optimale leer-
Het veelvuldige en herhalend oefenen van bewe-
condities
gingsvaardigheden, inslijpen van technieken,
Observaties van de motorische vaardigheid en vor-
Het nadoen van gegeven voorbeelden
deringen daarin
Het aanspreken van het lerend vermogen en bewust-
Vragen naar leemtes in kennis over en naar gemak in
zijn op/over het bewegen
de uitvoeringswijze,
De aandacht gericht op de voorgeschreven uitvoe-
Toepassen van methodische reeksen, herhalingen,
ringswijze van bewegen, op de eindvorm
stappenplan, planmatige opbouw, leermethodiek en/of -didactiek Geven van voorbeelden, hulp en/of aanwijzingen, Attitude is leidend, sturend, structurerend Positie is veelal voor de deelnemers Werken binnen een gestelde uitdaging
Zich inspannend bewegen ten opzichte van weer-
Scheppen van arrangementen met een uitdaging
stand/tegenstand waardoor eventueel 'strijd' opge-
Observaties van de inspanningsgraad
roepen wordt,
Vragen naar haalbaarheid en motivatie om 'er' (nog)
Het aanspreken van kracht en conditionele aspecten
voor te gaan,
en/of tactiek en doorzettingsvermogen,
Toepassen van limieten, puntentellingen, records,
De aandacht gericht op gestelde (meetbare) doelen,
wedstrijdelementen,
uitdagingen, limieten, etc.
weerstand
Meetbaar maken van de bewegingsactiviteiten •
Attitude is enthousiasmerend, aanmoedigend, stimulerend Positie is tegenover de deelnemer, of als coach Werken binnen moeiteloosheid, gemak of speelsheid Scheppen van arrangementen waarin 'in vrijheid' bewogen kan worden (zander voorschrijvendheid) Observaties van de mate van ontspanning, en het 'vrije' genieten Weinig vragen (weinig appel op het bewuste bewegen), eventueel naar de beleving, mate van genieten/ ontspanning Toepassen van muziek, onbewuste of impliciete aansturing van de deelnemer, Het weghalen of -Iaten van verplichtingen, einddoelen en/of eindvormen, Attitude is rustgevend, uitnodigend, volgend Positie is onnadrukkelijk aanwezig
Het (tijdloos) verblijven binnen de bewegingscontext, recreeren Het aanspreken van ontspanning, vanzelfsprekendheid, automatismen, onbewust bewegen. De aandacht kan gericht zijn op 'binnen' of 'buiten' In "flow" zijn