© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling Meerkeuzevraag 1.8 Eigen vermogen 31 december Eigen vermogen 1 januari Vermogenstoename Onttrekkingen Stortingen
€ 220.000 € 250.000 -------------€ 30.000 – € 70.000 + € 20.000 – -----------€ 50.000 + -------------€ 20.000
Winst Meerkeuzevraag 1.9 Pand Inventaris Debiteuren Bank*
€ 380.000 € 50.000 € 20.000 € 180.000 -------------€ 630.000
Eigen vermogen 1/1 Lening Winst
€ 310.000 € 160.000 € 160.000 -------------€ 630.000
* € 10.000 + € 580.000 – € 360.000 – € 40.000 – € 10.000 = € 180.000 Of: Omzet Bedrijfskosten Afschrijving pand Afschrijving inventaris Interestkosten Winst
€ 600.000 € 360.000 – € 20.000 – € 50.000 – € 10.000 – -------------€ 160.000
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 1
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 2 Kostenbegrippen Meerkeuzevraag 2.2 Kostprijs:
Grondstof € 25 Arbeid € 10 Indirect € 140 / 7 = € 20 -----€ 55
Omzet Kostprijs omzet
3.000 x € 60 = 3.000 x € 55 =
€ 180.000 € 165.000 -------------€ 15.000
Verspillingen: Grondstof: Toegestaan 3.500 x € 25 = Werkelijk
€ 87.500 € 91.000 -----------€
Machinetijd: Toegestaan 3.500 / 7 = Werkelijk
3.500 –
500 uur 550 uur ---------50 uur à € 140 = € 7.000 – -------------€ 4.500
Meerkeuzevraag 2.5 Eigen vermogen € 350.000 Banklening € 700.000 Rekening-courant € 350.000 ---------------€ 1.400.000
25% x 15% = 50% x 8% x 0,75 = 25% x 10% x 0,75 =
3,75 % 3 % 1,875% ---------8,625%
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 2
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 2.10 Het maken van 50.000 meter Europe vergt 80 uur. Dekkingsbijdrage Unirope per uur: Per uur kan € 50 / € 0,40 x 10 m = 1.250 meter gemaakt worden. 125 x € 3 = 125 x € 1,60 =
€ 375 € 200 – -------€ 175
80 x € 175 = € 14.000 Dekkingsbijdrage Ultrarope per uur: Per uur kan € 50 / € 0,50 x 10 m = 1.000 meter gemaakt worden. 100 x € 4 = 100 x € 2,20 =
€ 400 € 220 – -------€ 180
80 x € 180 = € 14.400 Dekkingsbijdrage Europe per uur: Per uur kan € 50 / € 0,80 x 10 m = 625 meter gemaakt worden. 62,5 x € 5 = 62,5 x € 3 =
€ 312,50 € 187,50 – -----------€ 125,00
80 x € 125 = € 10.000 Als de incidentele order uitgevoerd wordt, kunnen de reguliere orders niet volledig uitgevoerd worden; er zal dan in de reguliere orders Europe geschrapt worden. Opportunity costs: € 10.000
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 3
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 3 Constante en variabele kosten Meerkeuzevraag 3.4 20.000 kaarten: Omzet: Variabele kosten:
40.000 kaarten: Omzet:
Variabele kosten:
60.000 kaarten: Omzet:
Variabele kosten: Uitzendkrachten
80.000 kaarten: Omzet:
Variabele kosten: Uitzendkrachten
20.000 x € 1 = 20.000 x € 0,52 =
20.000 x € 1 + 20.000 x € 1 x 75% =
€ 20.000 € 10.400 – -----------€ 9.600
€ 20.000 € 15.000 -----------€ 35.000 € 17.600 – -----------€ 17.400
40.000 x € 0,44 =
20.000 x € 1 + 20.000 x € 1 x 75% = + 20.000 x € 1 x 50% =
€ 20.000 € 15.000 € 10.000 -----------€ 45.000 € 21.600 – € 3.000 – -----------€ 20.400
60.000 x € 0,36 =
20.000 x € 1 + 20.000 x € 1 x 75% = + 20.000 x € 1 x 50% = + 20.000 x € 1 x 25% =
80.000 x € 0,36 =
€ 20.000 € 15.000 € 10.000 € 5.000 -----------€ 50.000 € 28.800 – € 3.000 – -----------€ 18.200
Meerkeuzevraag 3.6 C/N + V/W = € 1.800.000 / 90.000 + € 3.600.000 / 60.000 = € 20 + € 60 = € 80
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 4
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 3.7 Tarief constante kosten = € 112,50 – € 80 = € 32,50 Normale bezetting is € 8.060.000 / € 32,50 = 248.000 stuks Bezettingsresultaat = (274.000 – 248.000) x € 32,50 = € 845.000 Meerkeuzevraag 3.10 Benodigde capaciteit per kwartaal 1,2 x 1,1 x 10.000 = 13.200. Per jaar 4 x 13.200 = 52.800 Machine C wordt gekozen. Normale bezetting: 1,2 x 25.000 = 30.000. Tarief machinekosten: € 282.000 / 30.000 = € 9,40 Kostprijs € 9,40 + € 3,70 = € 13,10
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 5
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 4 Kostenfuncties Meerkeuzevraag 4.4
Oktober Mei
Productie 12.000 stuks 3.000 stuks ----------------9.000 stuks
Kosten € 80.400 € 51.600 -----------€ 28.800
Variabele kosten per eenheid: € 28.800 / 9.000 = € 3,20 Meerkeuzevraag 4.5
Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Totaal Gemiddeld
V=
Q TK (x 1.000) (x € 1.000) 5 2.200 6 2.450 4 1.980 12 2.960 ----------27 9.590 6,75 2.397,5
Q²
Q x TK
25 36 16 144 ----221
11.000 14.700 7.920 35.520 --------69.140
4 x 69.140 – 27 x 9.590 17.630 ----------------------------------- = --------- = 113,74 4 x 221 – 729 155
C = 2.397,5 – 113,74 x 6,75 = 1.629,750 De constante kosten bedragen per kwartaal derhalve (afgerond op duizenden euro’s) € 1.630.000. Meerkeuzevraag 4.7
Oktober November December Januari
Gemiddeld
Werkelijke kosten (x € 1.000)
Kosten volgens kostenfunctie (x € 1.000)
312,4 338 326,8 284,3 ---------1.261,5 315,4
303 339 321 285
Restvariantie
88,36 1,00 33,64 0,49 --------123,49
Totale variantie
9,00 510,76 129,96 967,21 -----------1.616,93
123,49 Determinatiecoëfficiënt = 1 – ------------- = 1 – 0,08 = 0,92 1.616,95
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 6
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 5 Het verband tussen volume en resultaat Meerkeuzevraag 5.2 Constante kosten per jaar: € 140.000 + € 70.000 + € 45.000 + € 75.000 = € 330.000 Variabele kosten per eenheid: € 0,55 + € 0,05 = € 0,60 C € 330.000 -------- = -------------------- = 942.858 (naar boven afgerond) P – V € 0,95 – € 0,60 Meerkeuzevraag 5.3 C + € 28.000 ----------------- = € 120.000 0,4 2,5 x C + € 70.000 = € 120.000 2,5 x C = € 50.000 C = 20.000 Break-evenomzet: € 20.000 ------------ = € 50.000 0,4 Meerkeuzevraag 5.4 C € 126.000 -------- = -------------- = € 2.100.000 P–V 0,06 Veiligheidsmarge: € 2.400.000 – € 2.100.000 ----------------------------------- = 12,5% € 2.400.000
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 7
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 5.5 Break-evenpunt nu: C € 90.000 + € 180.000 -------- = ----------------------------- = 337.500 P–V € 2 – € 1,20 Break-evenpunt straks: C € 180.000 -------- = ---------------- = P – V € 2 – € 1,50
360.000 ----------22.500 +
Meerkeuzevraag 5.8 C = € 1,20 x 500.000 = € 600.000 Winst vóór aftrek van belasting is 100 / 75 x € 180.000 = € 240.000 Afzet: € 600.000 + € 240.000 ------------------------------ = 420.000 €4–€2
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 8
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 6 De invloed van voorraadmutaties op de winst Meerkeuzevraag 6.3 Verkoopprijs per eenheid: € 450.000 / 55.000 = € 8,1818 Kostprijs per eenheid: Variabele productiekosten: Constante productiekosten: Constante verkoopkosten:
€ 125.000 / 55.000 = € 2,2727 € 210.000 / 50.000 = € 4,20 € 100.000 / 50.000 = € 2,00 -----------€ 8,4727
Transactieresultaat: 55.000 x (€ 8,1818 – € 8,4727) = – € 16.000 Bezettingsresultaat op de: - constante productiekosten (45.000 – 50.000) x € 4,20 = – € 21.000 - constante verkoopkosten (55.000 – 50.000) x € 2,00 = + € 10.000 --------------– € 11.000 Meerkeuzevraag 6.4 Kostprijs inclusief verkoopkosten: € 30.000 € 11.000 € 4.000 ------------ + ------------ + ---------- = € 6 + € 2 + € 0,80 = € 8,80 5.000 5.500 5.000 Omzet Kostprijs omzet:
5.000 x € 8,80 =
Transactieresultaat Bezettingsresultaat productie € 5.000 Bezettingsresultaat verkoop: (5.000 – 5.500) x € 2 = € 1.000 – ----------
€ 50.000 € 44.000 -----------€ 6.000
€ 4.000 + -----------€ 10.000
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 9
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 6.6 Absorption costing: Omzet: Kostprijs omzet:
20.000 x € 16 = € 320.000 20.000 x € 12 = € 240.000
De opbouw van de kostprijs is blijkbaar: Variabele productiekosten Constante fabricagekosten Fabricagekostprijs Verkoopkosten
€ 4 € 5 -----€ 9 € 3 -----€ 12
Bezettingsresultaat fabricagekosten: (Werkelijke productie – Normale productie) x tarief const. fabr.kosten = – € 25.000 (Werkelijke productie – Normale productie) x € 5 = – € 25.000 (Werkelijke productie – Normale productie) = – € 5.000 Bezettingsresultaat verkoopkosten: (Werkelijke afzet – Normale afzet) x tarief constante verkoopkosten = € 30.000 (Werkelijke afzet – Normale afzet) x € 3 = € 30.000 (Werkelijke afzet – Normale afzet) = 10.000 De werkelijke afzet was dus 15.000 stuks hoger dan de werkelijke productie, met andere woorden een voorraadmutatie van – 15.000 Dit leidt tot een winstverschil van: Voorraadmutatie x waarderingsverschil AC/DC = 15.000 x € 5 = € 75.000 Voorraadafname, dus hogere winst DC dan AC. Winst AC € 85.000 Winstverschil € 75.000 ------------Winst DC € 160.000 Meerkeuzevraag 6.7 Voorraadmutatie: 2.000 – 5.000 = – 3.000
Tarief constante kosten:
€ 216.000 --------------- = € 1,20 180.000
Directcostingwinst hoger: – 3.000 x € 1,20 = € 3.600
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 10
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 6.8 Kostprijs: Materiaal Arbeid: Verkoop Variabel deel Constant deel:
€ 0,50 1/60 uur x € 30 = € 0,50 € 0,10 --------€ 1,10 € 30.000 / 150.000 = € 0,20 --------€ 1,30
Transactieresultaat: (€ 1,20 – € 1,30) x 100.000 = – € 10.000 Bezettingsresultaat dient dan € 30.000 positief te zijn. (W – 150.000) x € 0,20 = € 30.000 € 0,20 x W – € 30.000 = € 30.000 € 0,20 x W = € 60.000 W = 300.000 stuks
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 11
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 7 Kostenverbijzondering (I) Meerkeuzevraag 7.4 € 1.600.000 € 1.600.000 Opslag: ----------------------------------------------- x 100% = ---------------- x 100% = 40% 100/80 x (€ 800.000 + € 2.400.000) € 4.000.000 Directe kosten Opslag: 40% x € 40 = Kostprijs
€ 40 € 16 ------€ 56
Meerkeuzevraag 7.5 40% van € 400.000 € 160.000 Opslag 1 = ------------------------------------------ = --------------- = € 0,32 per kg 1.200 x 150kg + 1.600 x 200 kg 500.000 kg 60% van € 400.000 € 240.000 Opslag 2 = ------------------------------------------------ = ----------------- = € 0,625 per min. 1.200 x 120 min. + 1.600 x 150 min. 384.000 min. Directe kosten:
200 x € 2 = 150 x € 50/60 =
Indirecte kosten: Opslag 1: 200 x € 0,32 = Opslag 2: 150 x € 0,625 =
€ 400,00 € 125,00 -----------€ 525,00
€ 64,00 € 93,75 ---------€ 157,75 -----------€ 682,75
Meerkeuzevraag 7.7 Administratie € 245.000
P&O Bouwen € 140.000 € 385.000 € 61.250 (10/40) € 73.500 (12/40) ------------€ 201.250 € 115.000 (20/35) -------------€ 573.500
Schilderen € 215.000 € 110.250 (18/40)
€ 86.250 (15/35) -------------€ 411.500
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 12
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 7.8 Onderhoud Wasserette Standard kamers Deluxe kamers € 570.000 € 350.000 € 300.000 € 600.000 € 9.500 (100/6.000) € 228.000 (2.400/6.000) € 332.500 (3.500/6000) -------------€ 359.500 € 143.800 (40/100) € 215.700 (60/100) ---------------------------€ 671.800 € 1.148.200 Kostprijs per Deluxe kamer: € 1.148.200 / 16.000 = € 71,76
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 13
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 8 Kostenverbijzondering (II) Meerkeuzevraag 8.6 Gemeenschappelijke kosten per 100 kg: Inkoopprijs grondstof: 100 x € 2,20 = Arbeid Afschrijving
€ 220 € 500 € 900 ---------€ 1.620
A dient te dragen: 30/90 x € 1.620 = € 540 Kostprijs doosje A: Aandeel gemeenschappelijke kosten: 150/30.000 x € 540 = € 2,70 Specifieke kosten € 0,90 -------€ 3,60 Meerkeuzevraag 8.7 Netto-opbrengst K: 30 x 10 x (€ 3,50 – € 0,75) =
€
825
Netto-opbrengst L: 50 x 4 x (€ 6 – € 1,10) =
€
980
Netto-opbrengst M: 15 x € 11 = € 165 20 x € 7 = € 140 – -------€ 25 ---------€ 1.830 K dient te dragen: 825/1.830 x € 1.400 = € 631,15 Per 100 ml: € 631,15/300 = Overige kosten Kostprijs
€ 2,10 € 0,75 -------€ 2,85
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 14
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 8.8 Gemeenschappelijke kosten per 100 liter: € 2.000 + € 800 + € 1.200 = € 4.000 Netto-opbrengst Y: 20 x (€ 24 – € 12) = € 240 – ---------€ 3.760 € 3.760 Per flesje X: ---------------------- = 100 x 1.000/200
€ 7,52
Specifieke kosten per flesje: € 0,50 + € 0,60 = € 1,10 -------€ 8,62
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 15
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 9 Het besluitvormingsproces Meerkeuzevraag 9.3 Maximax: Beste uitkomst I Beste uitkomst II Beste uitkomst III Gekozen wordt III
€ 5 mln € 10 mln € 12 mln
Maximin: Slechtste uitkomst I € 2 mln Slechtste uitkomst II – € 4 mln Slechtste uitkomst III – € 8 mln Gekozen wordt I Minimaxregret:
Spijt bij keuze I Spijt bij keuze II Spijt bij keuze III Gekozen wordt II
Marktontwikkeling achteraf goed
Marktontwikkeling achteraf slecht
€ 7 mln € 2 mln €0
€ 0 € 6 mln € 10 mln
Meerkeuzevraag 9.6 (Per abuis is in de vraagstelling het woord niet weggelaten. De vraag moet zijn: …… kan niet worden aangegeven ….. Het antwoord moet zijn b.) Alternatief verkopen:
Verwachte waarde Onzekerheid Alternatief niet-verkopen: Verwachte waarde: 0,6 x € 1,5 mln + 0,4 x € 1 mln = Onzekerheid
€ 1,3 mln neen € 1,3 mln ja
Bij risicoafkeer: kiezen voor verkopen Bij risico-indifferentie: geen keuze mogelijk Bij risicovoorkeur: kiezen voor niet-verkopen Meerkeuzevraag 9.7 Verwachte waarde: 40% van € 500.000 + 60% van € 250.000 = € 350.000 Uitkomst Verwachte Verschil Waarde € 500.000 € 350.000 = € 150.000 € 250.000 € 350.000 = – € 100.000
Verschil in kwadraat € 22.500 (mln) € 10.000 (mln)
Kans 0,40 0,60
€ 9.000 (mln) € 6.000 (mln) ------------------€ 15.000 (mln)
Wortel van € 15.000 (miljoen) = € 122.475
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 16
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 9.10
Z=
X – verwachte waarde 180 – 120 ------------------------------ = --------------- = 2 Standaarddeviatie 30
Kans: 100% – 2,28% = 97,72%
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 17
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 10 Investeringsselectie Meerkeuzevraag 10.3
Omzet Exploitatiekosten Afschrijvingen Winst
Jaar 1 € 500.000 € 200.000 – € 250.000 – -------------€ 50.000
Jaar 2/3 € 800.000 € 320.000 – (40% van € 500.000 c.q. € 800.000) € 250.000 – (€ 950.000 – € 200.000) / 3 -------------€ 230.000
Gemiddelde winst: (€ 50.000 + € 230.000 + € 230.000) / 3 = € 170.000 Gemiddeld geïnvesteerd vermogen: Vaste activa: (€ 950.000 + € 200.000) / 2 = Vlottende activa
Gemiddeld boekhoudkundige rentabiliteit =
€ 575.000 € 150.000 -------------€ 725.000
€ 170.000 -------------- x 100% = 23,448% € 725.000
Meerkeuzevraag 10.5 Netto-ontvangsten Contante waarde Jaar 1: € 300.000 – € 120.000 – € 80.000 = € 100.000 x 0,89286 = € 89.286 Jaar 2: € 400.000 – € 160.000 – € 80.000 = € 160.000 x 0,79719 = € 127.550 Jaar 3: € 500.000 – € 200.000 – € 80.000 = € 220.000 x 0,71178 = € 156.592 Jaar 4: € 600.000 – € 240.000 – €80.000 = € 280.000 x 0,63552 = € 177.946 € 150.000 x 0,63552 = € 95.328 ------------€ 646.702 Investering € 400.000 -------------€ 246.702 Meerkeuzevraag 10.8 € 750.000 = (0,8 x Omzet – € 200.000) x 2,91371 + € 300.000 x 0,59208 € 750.000 = 2,330968 x Omzet – € 582.742 + € 177.624 € 1.155.118 = 2,330968 x Omzet Omzet = € 1.155.118 / 2,330968 = € 495.553
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 18
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 10.10 Belasting jaar 2, 3, en 5 Omzet Afschrijvingskosten Overige exploitatiekosten Fiscale winst
Belasting
€ 100.000 € 20.000 – € 100.000 / 5) € 55.000 – -------------€ 25.000 25% -------------€ 6.250
Belasting jaar 1: 25% x € 25.000 – (12% van € 100.000) = € 3.250 Netto-ontvangsten: Jaar 1: € 100.000 – € 55.000 – € 3.250 = € 41.750 Jaar 2: € 100.000 – € 55.000 – € 6.250 = € 38.750 Jaar 3 Idem € 38.750 Jaar 4 Idem € 38.750 Jaar 5 Idem € 38.750
Investering Netto contante waarde
x 0,90909 = x 0,82645 = x 0,75131 = x 0,68301 = x 0,62092 =
€ 37.955 € 32.025 € 29.113 € 26.467 € 24.061 ------------€ 149.621 € 100.000 ------------€ 49.621
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 19
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 11 Voorraadpolitiek Meerkeuzevraag 11.1 Economische voorraad 1 april: 280 + 130 – 290 = 120 Bij: Geplaatste inkooporders april 270 + Af: Geplaatste verkooporders april 140 – ----Economische voorraad 30 april 250 Meerkeuzevraag 11.3 Reële transactie: 5.000 x (€ 1 – € 0,68) = Termijntransactie: 5.000 x (€ 0,68 – € 0,75) =
€ 1.600 + € 350 –
Meerkeuzevraag 11.5 Wortel van: 2 x Q x B 2 x 24.000 x € 500 ------------ = ------------------------- = 16.000.000 Æ 4.000 V € 1,50 Meerkeuzevraag 11.6 Wortel van: 2 x Q x B 2 x 9.000 x € 1.250 ------------ = -------------------------- = 360.000 Æ 600 V € 62,50 Jaarlijkse bestelkosten: € 1.250 x 9.000 / 600 = € 18.750 Meerkeuzevraag 11.8 Wortel van: 2 x Q x B 2 x 90.000 x € 600 ------------ = ------------------------- = 36.000.000 Æ 6.000 V €3 90.000 / 6.000 = 15 x per jaar bestellen, dus om de 365 / 15 = 24,33 dagen Bestelniveau: 15 / 24,33 x 6.000 = 3.700
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 20
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 12 Verkoopprijsvaststelling Meerkeuzevraag 12.2 Prijs € 80 € 90 € 100 € 110
Æ Æ Æ Æ
Dekkingsbijdrage 40 x (€ 80 – € 30) = € 2.000 34 x (€ 90 – € 30) = € 2.040 Æ hoogste winst 28 x (€ 100 – € 30) = € 1.960 22 x (€ 110 – € 30) = €1.760
Meerkeuzevraag 12.3 TO = 25 x q – 0,002q² MO = 25 – 0,004 x q
TK = 11 x q + € 50.000 MK = 11
25 – 0,004 x q = 11 14 = 0,004 x q q = 14 / 0,004 = 3.500; p = 25 – 0,002 x 3.500 = 25 – 7 = 18 Meerkeuzevraag 12.6 Differentiële kosten per eenheid: variabele productiekosten + transportkosten (€ 330.750 – € 47.250) / 27.000 + € 5.400 / 1.800 € 10,50 + € 3 = € 13,50
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 21
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 13 Knelpuntscalculaties Meerkeuzevraag 13.3 Capaciteitsbeslag huidige portefeuille: Machine A: 3/60 x (141.000 – 6.000) = 6.750 uur B: 4/60 x (90.000 – 3.000) = 5.800 uur -------------12.550 uur Arbeid
A: B:
2/60 x 135.000 = 3/60 x 87.000 =
4.500 uur 4.350 uur ------------8.850 uur
Nog beschikbaar: Machine: 13.500 – 12.550 = 950 uur, mogelijke extra productie 60/4 x 950 = 14.250 Arbeid : 9.500 – 8.850 = 650 uur, mogelijke extra productie 60/3 x 650 = 13.000 Knelpunt ligt bij arbeid Æ 13.000 Meerkeuzevraag 13.4
Optimum: 3 x C + 5 x D = 18.000 6 x C + 5 x D = 24.000 -----------------------------3xC = 6.000 C = 2.000 D = 2.400 Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 22
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 13.7
Optimum: 30 x Groot + 15 x Klein = 2.700 5 x Groot + 1,5 x Klein = 360 30 x Groot + 15 x Klein = 2.700 50 x Groot + 15 x Klein = 3.600 -----------------------------------------20 x Groot = 900 Groot = 45 Klein = 90
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 23
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 15 Budgettering (I) Meerkeuzevraag 15.3 Verkopen: Grondstof A: Grondstof B: Directe arbeid: Machinetijd:
€ 1.190.000 / € 8 = 3.500 / 2 x 100 = 2.500 / 1,8 x 100 = 6.000 / 5 x 100 = 8.000 / 6 x 100 =
148.750 175.000 138.889 120.000 Æ Basisbudget 133.333
Meerkeuzevraag 15.4 Productie = afzet – beginvoorraad + eindvoorraad = 19.000 – 5.700 (0,3 x 19.000) + 6.600 (0,3 x 22.000) = 19.900 Meerkeuzevraag 15.5 Saldo 30 juni Verwachte ontvangsten:
€ 2/3 x € 900.000 = 1/3 x € 600.000 =
10.000
€ 600.000 € 420.000 € 200.000 -------------€ 1.220.000 +
Verwachte uitgaven: Vaste exploitatiekosten: 6 x € 45.000 = Variabele exploitatiekosten: 20% van (€ 900.000 + € 420.000) = Lening 1: • Aflossing: 20% van € 1.250.000 = • Interest: 3/12 x 6% van € 1.250.000 = 3/12 x 6% van € 1.000.000 = Lening 2: • Aflossing • Interest: 2 x € 10.000 = 4 x € 9.000 =
€ 270.000 € 264.000 € 250.000 € 18.750 € 15.000 € 120.000 € 20.000 € 36.000 -------------€ 993.750 – ----------------€ 236.250
Verwacht saldo 31 december Meerkeuzevraag 15.6 (360.000 – 400.000) x (€ 1,75 – € 0,80) = – € 38.000 Meerkeuzevraag 15.9 (11.000 x 2/100 – 230) x € 40 = – € 400
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 24
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 15.10 Kostprijs van een goedgekeurde tegel: € 11,50 x 100/92 = € 12,50 Uitvalresultaat: (1.125 x 8/100 – 75) x € 12,50 = € 187,50
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 25
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 16 Budgettering (II) Meerkeuzevraag 16.1 Kwartaal I Een
Twee
Verk 2.000
750
Kwartaal II Een
Twee
Kwartaal III Een Twee
4.000
2.000
2.500
900
2.500
900
Prod 2.000 300 – 400 + -------2.100
750 75 – 200 + ------875
4.000 400 – 250 + -------3.850
2.000 200 – 90 + ------1.890
Ink
x 1,2 1.050
x 0,8 3.080
x 1,2 2.268
x 0,8 1.680
2.730 5.348 400 – I 1.070 + <------20%--------------I -------3.400 Meerkeuzevraag 16.2 (Alle bedragen luiden in euro’s.) Voorcalculatie Opbrengst: P1: 12.000 x 18,50 = P2: 3.500 x 42,50 =
Voorraadmutatie: P1: – 1.000 x 16,75 = P2: + 500 x 39,50 =
Kosten: Variabel: P1: 11.000 x 7,95 = P2: 4.000 x 13,10 = Vast: P1: 10.000 x 8,80 = P2: 5.000 x 26,40 =
Nacalculatie
222.000 148.750 ----------370.750
11.000 x 19,25 = 5.500 x 41,85 =
211.750 230.175 ----------441.925
16.750 – 19.750 ----------373.750
– 500 x 16,75 = – 1.000 x 39,50 =
8.375 – 39.500 – ----------394.050 364.900
87.450 52.400 88.000 132.000 ----------13.900
----------29.150 Verschil: 15.250
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 26
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Meerkeuzevraag 16.4 (Alle bedragen luiden in euro’s.)
T1: T2:
Voorcalculatie 4.500 x (74 – 63) = 6.000 x (194 – 132) =
49.500 372.000 -----------421.500
Nacalculatie 4.000 x (72 – 63) = 6.400 x (198 – 132) =
36.000 422.400 -----------458.400
Totaalverschil: 458.400 – 421.500 = 36.900 voordelig
T1: T2:
Verkoopprijsverschil (9 – 11) x 4.000 = 8.000 – (66 – 62) x 6.400 = 25.600 + --------17.600 +
Verkoophoeveelheidsverschil: (10.400 – 10.500) x 40,14 = 4.014 –
Afzetverschil (4.000 – 4.500) x 11 = (6.400 – 6.000) x 62 =
5.500 – 24.800 + --------19.300 +
Verkoopassortimentsverschil: (42,38 – 40,14) x 10.400 = 23.296 +
Gemiddeld standaardtransactieresultaat: (4.500 x 11 + 6.000 x 62) / 10.500 = 40,14 Gemiddeld werkelijk transactieresultaat: (4.000 x 11 + 6.400 x 62) / 10.400 = 42,38 Meerkeuzevraag 16.5 (Alle bedragen luiden in euro’s.)
BD: MD:
Voorcalculatie 12.000 x (1,10 – 0,90) = 8.000 x (1,15 – 0,75) =
2.400 3.200 -------5.600
Nacalculatie 11.000 x (1,12 – 0,90) = 9.500 x (1,13 – 0,75) =
2.420 3.610 -------6.030
Totaalverschil: 6.030 – 5.600 = 430 voordelig
BD: MD:
Verkoopprijsverschil (0,22 – 0,20) x 11.000 = (0,38 – 0,40) x 9.500 =
220 + 190 – ----30 +
Verkoophoeveelheidsverschil: (20.500 – 20.000) x 0,28 = 140 +
Afzetverschil (11.000 – 12.000) x 0,20 = 200 – ( 9.500 – 8.000) x 0,40 = 600 + ----400 + Verkoopassortimentsverschil: (0,2927 – 0,28) x 20.500 = 260,35 +
Gemiddeld standaardtransactieresultaat: (12.000 x 0,20 + 8.000 x 0,40) / 20.000 = 0,28 Gemiddelde werkelijk transactieresultaat: (11.000 x 0,20 + 9.500 x 0,40) / 20.500 = 0,2927
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 27
© 2010 Noordhoff Uitgevers bv
Hoofdstuk 17 Divisiestructuren Meerkeuzevraag 17.4 Omzetsnelheid = Omzet / Geïnvesteerd vermogen Divisie I:
1,5 = € 1.120.000 / Geïnvesteerde vermogen Geïnvesteerd vermogen = € 1.120.000 / 1,5 = € 746.667 ROI = € 280.000 / € 746.667 x 100% =
Divisie II:
37,50%
1,25 = € 2.980.000 / Geïnvesteerd vermogen Geïnvesteerd vermogen = € 2.980.000 / 1,25 = € 2.384.000 ROI = € 520.000 / € 2.384.000 x 100% =
21,81% ---------15,69%
Meerkeuzevraag 17.6 Winstmarge van de omzet = Bedrijfsresultaat / Omzet 8% = Bedrijfsresultaat / € 725.000 x 100% Bedrijfsresultaat = 0,08 x € 725.000 = € 58.000 ROI = Bedrijfsresultaat / Geïnvesteerd vermogen x 100% 12% = € 58.000 / Geïnvesteerd vermogen x 100% Geïnvesteerd vermogen = € 58.000 / 0,12 = € 483.333 RI = Bedrijfsresultaat – 10% van het geïnvesteerd vermogen RI = € 58.000 – 10% van € 483.333 = € 9.667 Meerkeuzevraag 17.10 Variabele kosten:
Doosjes: (€ 0,90 + € 0,40 + € 0,25) = cd-roms: (€ 3,60 + € 0,70 + € 0,55) =
€ 1,55 (24%) € 4,85 (76%) --------€ 6,40
Totale winst: € 0,45 + € 0,35 = € 0,80 Doosjes: 24% van € 0,80 = € 0,19 Kostprijs Doosjes
€ 2,40 € 0,19 -------€ 2,59
Management accounting – Uitwerkingen meerkeuzevragen | p. 28