26 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
3
Bureaucratische belemmeringen
‘Die eherne Wette der Oligarchie’. Onder die titel schreef een Duitse socioloog,
plaatsbepaling
Robert Michels, zo’n honderd jaar geleden een boek over een ontwikkeling waaraan in zijn visie elke organisatie onderworpen is. Ooit begint het als een bewéging waarin mensen het samen voor het zeggen hebben. Superdemocratisch! Maar nogal
Sjoerd Tolsma,
inefficiënt, en al gauw klinkt dan ook de roep om leiding. Daarmee wordt een onom-
clustermanager Ondersteuning
keerbaar proces in gang gezet. Steevast eindigt het ermee dat de beweging een hië-
Decentraal Niveau bij het Nederlandse
rarchisch bestel is geworden. Leiders aan een smalle top, aan de basis volgelingen.
Rode Kruis
Een ijzeren wet? In de loop der tijden hebben heel wat denkers zich over het vraagstuk gebogen: hoe zit het met de verhouding tussen demo- en technocratie? Met haar verkenning naar de gevolgen van hedendaagse professionalisering voor bestuurlijk vrijwilligerswerk draagt Judith Metz nieuwe munitie aan voor dat debat. In organisaties maken bestuurders formeel nog wel de dienst uit, maar ook in zijn tijd zag Michels het al gebeuren: de leiders hadden helpers nodig, die deden dus hun intrede en daarmee hadden de leiders het rijk niet meer alleen. In zijn ogen al evenzeer een spijkerharde wet. In haar analyse van VOC Tandem beschrijft Metz hoe de leiders, bestuurlijke vrijwilligers, wel de initiatiefnemers waren maar hun zeggingsmacht daarna goeddeels verspeelden. Resultaat op uitvoeringsniveau: 180 vrijwilligers die in 2006 maatje waren voor 209 mensen. Een aansprekend voorbeeld van burgerparticipatie op dat niveau! Maar hoe zit het met het beslisniveau? Het Nederlandse Rode Kruis maakt zich sterk voor hulp aan kwetsbare mensen. Dat stelt eisen aan de kwaliteit van de hulp en daarmee aan het vakmanschap waarmee die wordt gerund en ondersteund. Maar dit is niet het enige wat telt. Een vakman die zijn vak verstaat heeft niet alleen verstand van vrijwilligersbegeleiding, het organiseren van een hulpproject of fondsenwerving. Hij heeft ook feeling voor de bestuurlijke setting waarin hij opereert. Ook dat is een vak dat zich laat leren! Gaat het bijvoorbeeld om een ‘werkbestuur’, dat dicht tegen de uitvoering aan meehelpt aan zaken? Of om een ‘bestuur op afstand’, dat de grote lijnen uitzet en bewaakt? Metz komt tot de conclusie dat er bij VOC Tandem voor het bestuur tenslotte weinig anders overbleef dan “het inhoudelijk beheer op de lange termijn”. Maar hoe erg is dat? Een bestuur op afstand zal er geen moeite mee hebben, een werkbestuur vermoedelijk wel. Beide bestuurssoorten treffen we binnen het Rode Kruis aan, met beide kunnen professionals dus te maken krijgen. Ook binnen een organisatie als het Rode Kruis treden er her of der natuurlijk wel eens spanningen op in de relatie tussen een individuele professional en zijn of haar bestuur. Maar onder meer met een goed aannamebeleid kan op dit punt veel narigheid worden voorkomen. Naar onze ervaring: wie daar werk van maakt, ontdekt al gauw dat wetten zachter zijn dan Michels ons wilde doen geloven. En dat er zo, tegen verdrukkingen in, voor burgerparticipatie toch ruimte blijft, óók op beslisniveau.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 27
Een verkenning van de betekenis van de professionele vrijwilligersondersteuning voor de participatie van vrijwillige bestuurders
Bureaucratische belemmeringen
3 Judith Metz
Inleiding
Het vraagstuk van de consequenties van professionali-
VOC Tandem is één van de Nederlandse meest succes-
sering voor burgerparticipatie speelt in de Nederland-
volle maatjesprojecten. In 2006 hebben 180 vrijwilli-
se samenleving in zowel het publieke domein als de ci-
gers, ondersteund door 5 beroepskrachten, contact
vil society. Vrijwilligerswerk is één vorm van burger-
met 209 mensen die in een sociaal isolement zijn ge-
participatie. Andere vormen zijn lidmaatschap van
raakt of dreigen te raken (VOC Tandem, 2007). Als on-
verenigingen of het schrijven van een ingezonden
derzoeker raakte ik benieuwd naar de oorsprong van
brief. In het debat over professionalisering is slechts
dit vrijwilligersproject. Zo stuitte ik op een keerzijde
beperkt aandacht voor de praktische consequenties
van dit anderzijds zo geslaagde project. Speurwerk in
van professionalisering voor burgerparticipatie. Voor
oude documenten leert dat VOC Tandem is ontstaan
zover er aandacht is voor de gevolgen, lopen de visies
als een burgerinitiatief. Anno 2007 is er van deze bur-
uiteen. Tegen deze achtergrond probeer ik in dit artikel
gerparticipatie weinig over. VOC Tandem is een pro-
verder helderheid te bieden over de consequenties van
fessioneel geleide vrijwilligersorganisatie: ‘De project-
professionalisering voor vrijwilligerswerk.
leider stuurt de coördinatoren van de verschillende
Natuurlijk kan worden aangevoerd dat er een grote
projecten aan, plus de administratief medewerker. De
kloof gaapt tussen het brede debat over professionali-
coördinatoren sturen de vrijwillig coördinatoren en de
sering en burgerparticipatie en het concrete voorbeeld
vrijwilligers aan’ (VOC Tandem, 2007, p. 2).
van de participatie van vrijwillige bestuurders in het
In dit artikel ga ik op zoek naar wat er is gebeurd met
VOC Tandem-maatjesproject. Dat betekent dat de be-
de betrokkenheid van de vrijwillige bestuurders bij het
vindingen over de uitwerking van professionalisering
initiatief ‘voor een bezoekproject voor mensen die zich
niet zonder meer kunnen worden veralgemeniseerd,
aan de rand van de samenleving bevinden’. Het ant-
noch dat zij volledig uitsluitsel kunnen geven. Niette-
woord daarop is relevant voor de vraag naar de gevol-
min kan de analyse van de gebeurtenissen bij VOC
gen van professionalisering voor vrijwilligerswerk.
Tandem wel aanwijzingen opleveren over de mogelijke
Het inschakelen van professionele ondersteuning voor
concrete impact van professionalisering op burgerpar-
vrijwilligerswerk is een voorbeeld van professionalise-
ticipatie. Deze aanwijzingen kunnen op hun beurt die-
ring. Beroepskrachten nemen dan taken over van bur-
nen als basis voor vervolgonderzoek en de ontwikke-
gers. Een andere vorm van professionalisering is het
ling van handelingsperspectieven.
stellen van professionele eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening of de (financiële) verantwoording. Een
Ambigu
derde vorm van professionalisering is de vergroting
Het vraagstuk van de consequenties van professionali-
van de invloedssfeer van professionals.
sering voor burgerparticipatie reikt verder dan de wereld van vrijwilligerswerk. In de Nederlandse samen-
28 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Bureaucratische belemmeringen
leving worden zowel het publieke domein als de civil
vraag of de positieve effecten kunnen worden toege-
society gekenmerkt door voortschrijdende professio-
schreven aan morele opvoeding, of dat zij het resultaat
nalisering. Zo werden tussen 1960 en 1975 op grote
zijn van een sanctionerende aanwezigheid. De claim
schaal activiteiten, die traditioneel uitgevoerd werden,
van de ondersteunende functie van professionals voor
onder de verantwoordelijkheid van het levensbeschou-
actieve burgerparticipatie is gebaseerd op onderzoek
welijke particulier initiatief overgeheveld naar publie-
dat zich heeft beperkt tot projecten waarin professio-
ke instellingen onder strikte begeleiding van het toen-
nals en burgers succesvol samenwerken. Er is geen on-
malige ministerie van Maatschappelijk Werk (Heuting,
derzoek gedaan naar mislukte samenwerking, noch
1989; Koenis, 1993; De Haan e.a., 2002). Sinds de jaren
naar geslaagde actieve burgerparticipatie zonder de be-
tachtig neemt donateurschap van belangenorganisa-
trokkenheid van professionals. Er kan met recht wor-
ties de plaats in van actief lidmaatschap van verenigin-
den vastgesteld dat er in veel gevallen een succesvol
gen (De Hart & Dekker, 1999; De Hart, 2005). Op dit
samengaan is van betrokken professionals en actieve
moment wordt de verantwoordelijkheid voor de uit-
burgers. Het is voorbarig om te concluderen dat actie-
voering van de publieke dienstverlening overgeheveld
ve burgerparticipatie de ondersteuning van betrokken
van de politiek naar de (semi-) autonome instituties
professionals verondersteld.
(Bovens e.a., 1995; Engelen & Sie Dhian Ho, 2004; Meurs, Schrijvers & De Vries, 2006).
In de aangehaalde literatuur staan de opvattingen over
Dekker (2006) merkt op, dat er in het debat over pro-
de consequenties van professionalisering voor burger-
fessionalisering slechts beperkt aandacht is voor de
participatie lijnrecht tegenover elkaar. Beide stand-
praktische consequenties van professionalisering voor
punten kunnen bogen op enige, zij het een beperkte,
burgerparticipatie. Voor zover er aandacht is voor de
empirische onderbouwing. Opvallend is dat de partij-
gevolgen van professionalisering, lopen de visies over
en zich op verschillende aspecten van burgerparticipa-
het belang en de wenselijkheid uiteen. Aan de ene kant
tie lijken te richten. De critici van professionalisering
wordt beargumenteerd dat recente golven van profes-
concentreren zich op de politieke participatie, de be-
sionalisering de legitimiteit van de democratische re-
trokkenheid van burgers bij de vormgeving van en be-
presentatie dreigt te ondermijnen (Bovens e.a., 1995;
sluitvorming over het publieke domein. De voorstan-
Pierre & Guy Peters, 2000; Engelen & Sie Dhian Ho,
ders van professionalisering focussen zich op de socia-
2004). Dit standpunt wordt bevestigd door recent ver-
le en maatschappelijke participatie: het meedoen met
kennend empirisch onderzoek naar de impact van pro-
de samenleving door op straat te zijn of gebruik te ma-
fessionalisering in het lokaal sociaal beleid dat leert dat
ken van het openbaar vervoer, en het zich actief inzet-
professionals de inbreng van niet-professionals overru-
ten voor de samenleving, zoals door het doen van vrij-
len (Bang & Sorensen, 2001; Fung, Archon & Wright,
willigerswerk. Kan het zo zijn dat professionalisering
2003; Metz, 2006).
een bedreiging vormt voor de burgerparticipatie in de
Aan de andere kant wordt professionalisering verwel-
betekenis van besluitvorming en het dragen van ver-
komd als een belangrijke bijdrage aan voortschrijden-
antwoordelijkheid, en een voorwaarde is voor burger-
de democratisering. Van der Lans (2005) en Van den
participatie in de vorm van aanwezig zijn en meedoen?
Brink (2004) zien voor professionals in contact met
In ieder geval doet de aangehaalde literatuur vermoe-
burgers een opvoedkundige rol weggelegd. Engbersen,
den dat de consequenties van professionalisering voor
Neefjes en Uyterlinde (2006) en Tonkens (2006) beto-
burgerparticipatie minimaal niet éénduidig zijn. Daar-
gen dat actieve burgerparticipatie alleen mogelijk is
bij wijst de literatuur erop dat het belangrijk is om oog
met de ondersteuning van betrokken professionals.
te hebben voor de verschillende aspecten van burger-
Het ingewikkelde van deze positie is dat, ondanks de
participatie. Indirect is dit een pleidooi voor onderzoek
goede argumenten en het aannemelijke betoog, de em-
naar de consequenties van professionalisering voor
pirische onderbouwing beperkt is. De publieke morele
burgerparticipatie op handelingsniveau. Dat is name-
en opvoedkundige rol voor professionals is in Neder-
lijk het niveau waarop de individuele burger partici-
land te nieuw om door middel van onderzoek uitsluit-
peert in de Nederlandse samenleving en waar de uit-
sel te kunnen bieden over de uitwerking op burgerpar-
werking van professionalisering het eerst zichtbaar
ticipatie. Hoewel de eerste experimenten met stadsma-
wordt.
riniers in Rotterdam succesvol lijken, is het nog de
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 29
In dit artikel probeer ik verder inzicht te bieden in de
vrijwilligers actief voor (ex-)cliënten van de reclassering
consequenties van professionalisering voor vrijwilli-
(organisatie die zich bezighoudt met maatschappelijke in-
gerswerk. Zoals gezegd doe ik dat aan de hand van de
tegratie van ex-gedetineerden). Daarnaast is de RIAGG
vraag wat er gebeurd is met de betrokkenheid van de
(Regionale Instellingen voor Ambulante Geestelijke Ge-
initiatiefnemers bij de realisatie en uitvoering van het
zondheidszorg die hulp bieden aan mensen met psychiatri-
VOC Tandem-maatjesproject. Daartoe presenteer ik
sche en ernstige psychosociale problemen) bezig met het
een vijftal fragmenten uit de beschrijving van de pro-
opstarten van een vergelijkbaar initiatief.
fessionele ondersteuning van vrijwillige bestuurders
De vrijwillige bestuurders, verzameld in de werkgroep
van de vereniging Humanitas bij de opzet en de conti-
‘Diensten’, en Hudepohl denken na over een geschikte pro-
nuering van het VOC Tandem-maatjesproject. In de
jectopzet. Zij vermoeden dat mensen ook om andere rede-
presentatie maak ik zichtbaar wat de functie en de be-
nen maatschappelijk zijn uitgesloten. Het is echter de
tekenis van de professionele ondersteuning is voor de
vraag of er voldoende animo is om te beginnen met een der-
participatie van de vrijwillige bestuurders.
de maatjesproject. Een andere mogelijkheid is samenwer-
De volgende fragmenten zijn ontleend aan mijn proef-
ken met de twee bestaande projecten en de doelgroepbepa-
schrift (Metz, 2006) en gebaseerd op een combinatie
lingen veranderen, zodat iedereen die sociaal geïsoleerd is
van grounded theory, etnografie en actor-netwerk
als deelnemer in aanmerking komt.
theorie. Voor de beschrijvingen heb ik grotendeels gebruik gemaakt van openbare bronnen en die aange-
Vanuit de vraag naar de betekenis van professionele
vuld met interviews. Het geheel heb ik ter correctie op
ondersteuning voor vrijwilligerswerk springen in bo-
feitelijke onjuistheden voorgelegd aan districtmanager
venstaand fragment twee kwesties in het oog. Het eer-
André Hudepohl van Humanitas district Oost en de
ste dat opvalt is dat vrijwillige bestuurders, verenigd in
betrokken consulent maatschappelijke activering Dick
een werkgroep, het initiatief nemen voor het opzetten
Metselaar. Omdat er binnen de landelijke vereniging
van een bezoekproject. Dit betekent dat het VOC Tan-
Humanitas slechts twee VOC Tandem-maatjesprojec-
dem-project in oorsprong een burgerinitiatief is. Re-
ten bestaan, is het niet mogelijk om de omstandighe-
cent is er in Nederland veel aandacht voor burgerini-
den en de personen te anonimiseren. Betrokkenen zijn
tiatieven. De opvattingen van de Nederlandse over-
bij monde van Hudepohl als leidinggevende en dis-
heid over de gewenste afstemming tussen staat,
trictmanager akkoord met deze regeling. De namen
individu en samenleving zijn aan verandering onder-
van vrijwilligers zijn wel gefingeerd.
hevig. Sinds de jaren tachtig wordt er een toenemend belang gehecht aan de zelfredzaamheid van het indivi-
1. Burgerinitiatief
du en de samenleving (De Haan e.a., 2002; Metz,
Eind 1995 vraagt de werkgroep ‘Diensten’ aan Humanitas
2006). Een burgerinitiatief is een goed voorbeeld van
district Oost of zij onderzoek wil doen naar ‘de mogelijkhe-
hoe burgers gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen
den voor een specifiek “bezoekproject” t.b.v. mensen die
voor zichzelf en de samenleving.
zich aan de rand van de samenleving bevonden/bevinden.’
Het tweede dat opvalt in dit fragment is, dat de vrijwil-
Het verzoek van de werkgroep is voor district Oost om
lige bestuurders een beroep doen op een professional
twee redenen interessant. Zij kan het opzetten van een
om hun ambities te realiseren. Om een project op te
nieuw project gebruiken om Humanitas te profileren. Bo-
kunnen zetten dat aansluit bij de behoeften van men-
vendien biedt het een handvat om de ingeslapen lokale af-
sen die aan de rand van de samenleving leven, moeten
delingen van Humanitas in Twente te reactiveren. Van de
de vrijwillige bestuurders eerst weten wat die behoefte
afdeling Noord-Twente resteren twee bestuursleden; de af-
is. Wanneer de vrijwillige bestuurders een professional
deling Hengelo is slapend en de afdeling Enschede houdt
inschakelen om het behoefteonderzoek uit te voeren,
zich alleen bezig met maatschappelijke opvang. André Hu-
is het dus de professional die het de vrijwillige be-
depohl, toenmalig consulent maatschappelijke activering
stuurders mogelijk maakt hun doel te bereiken. Dit be-
voor de provincie Overijssel, voert het behoefteonderzoek
tekent dat in deze situatie, de professionele ondersteu-
voor de werkgroep ‘Diensten’ uit.
ning de participatie van vrijwilligers in het ontwikke-
Hudepohl ontdekt dat er in Twente twee maatjesprojecten
len van een project mogelijk maakt. De vrijwillige
zijn voor mensen die sociaal geïsoleerd zijn. Er is een groep
bestuurders waren zelf niet in de gelegenheid om het
30 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Bureaucratische belemmeringen
behoefteonderzoek uit te voeren. Dit voorbeeld onder-
reclassering op het voorstel om samen een bezoekpro-
schrijft de constatering van Uyterlinde, Neefjes en
ject op te zetten, is bovendien een erkenning van de in-
Engbersen (2006) en de stellingname van Tonkens
breng van de vrijwillige bestuurders. Het burgerinitia-
(2006) dat actieve burgerparticipatie alleen mogelijk is
tief wordt omarmd en krijgt medewerking.
met de ondersteuning van professionals.
Tegelijkertijd schuilt er een adder in de terugkoppeling door de beroepskracht naar het district en het contact
2. Partners?
met de twee professionele organisaties. Noch de werk-
Hudepohl legt, na overleg met Humanitas district Oost,
groep ‘Diensten’, noch de individuele vrijwillige be-
contact met de reclassering en de RIAGG. Het voorstel is
stuursleden zijn betrokken in de netwerken en bij het
om samen een bezoekproject op te zetten voor mensen met
overleg waarin het projectplan voor het nieuwe initia-
een psychiatrische, detentie- of dakloosheidachtergrond.
tief gemaakt gaat worden. Met andere woorden, de be-
Hudepohl kiest ervoor de situatie te handhaven waarin hij,
roepskrachten van de vereniging Humanitas, de re-
net als bij het behoefteonderzoek, opereert namens de
classering en de RIAGG nemen het initiatief van de
werkgroep ‘Diensten’. Bijna tien jaar later legt hij mij uit
vrijwillige bestuurders over. Dat deze observatie niet
dat hij de werkgroep ’Diensten’ als verantwoordingskader
op zichzelf staat wordt bevestigd door onderzoek naar
heeft gekozen, omdat hij het praktisch niet haalbaar acht-
de gevolgen van professionalisering in het lokaal soci-
te om aan de drie betrokken afdelingsbesturen apart ver-
aal beleid. Deskundigen nemen het vanzelfsprekend
antwoording af te leggen wanneer die alle drie het recht
over van leken (Bang & Sorensen, 2001; Fung, Archon
hebben om hem op ieder onderdeel te corrigeren. In plaats
& Wright, 2003).
daarvan zegt Hudepohl dat hij de drie afdelingsbesturen uitgenodigd heeft om in de werkgroep te participeren. Als
3. Invloed van de context
zij zitting zouden nemen is bovendien de eerste stap in de
De initiatiefgroep gaat aan de slag. Ze leggen contact met
richting van activering gezet. Alleen de afdeling Noord-
de provincie om mogelijkheden voor financiering te ver-
Twente gaat op de uitnodiging in. Als consulent van de af-
kennen. Ze voeren een uitgebreid vervolgonderzoek uit. Ze
deling Enschede heeft Hudepohl rechtstreeks contact met
leren van de ervaringen van vergelijkbare projecten en ko-
dat afdelingsbestuur. In die hoedanigheid houdt hij hen op
men tot de ontdekking dat professionele coördinatie van
de hoogte van de vorderingen van het project. De afdeling
het bezoekproject noodzakelijk is.
Enschede heeft niet het recht zijn beslissingen bij te sturen.
Een tweeledige ontwikkeling is daar debet aan. Door de
De RIAGG en de reclassering reageren in eerste instantie
vermaatschappelijking van de zorg, wordt de doelgroep
positief op het voorstel van Hudepohl. Humanitas district
zwaarder. Steeds vaker melden zich deelnemers met psy-
Oost (en niet de werkgroep ‘Diensten’), RIAGG en reclas-
chische, verslavings- of fysieke problemen. Als gevolg van
sering starten een overleg om een projectplan te maken.
sociale activering melden zich steeds vaker vrijwilligers die zelf kwetsbaar zijn en hulp nodig hebben. Wil het project
Het tweede fragment nuanceert het eerdere eendimen-
praktisch een kans van slagen hebben, dan moet het aan-
sionale positieve beeld van de betekenis van de profes-
sluiten bij de behoeften van deelnemers en de ontwikkelin-
sionele ondersteuning voor vrijwilligerswerk. Zonder
gen in het vrijwilligerswerk. De initiatiefnemers denken na
dat duidelijk is of de vrijwillige bestuurders het niet
over een projectopzet dat daarbij aansluit.
net zo goed zelf hadden kunnen doen, is het de profes-
Wil het initiatief werkelijk een breed bezoekproject wor-
sional die het plan terugkoppelt naar het district en
den (dus voor alle doelgroepen toegankelijk zijn en ge-
contact legt met de reclassering en de RIAGG.
bruikt worden), dan moet het ingebed zijn in de regionale
In deze situatie valt de twijfel uit in het voordeel van
professionele hulpverlening en vrijwillige dienstverlening.
de professionele ondersteuning. Onderzoek naar de sa-
Daartoe steken de initiatiefnemers veel energie in het creë-
menwerking van vrijwilligersorganisaties en professio-
ren van draagvlak en netwerken.
nele organisaties geeft aan dat het verstandig is dat een
Ten slotte realiseert de initiatiefgroep zich dat zij geen geld
beroepskracht het woord voert namens vrijwilligers-
heeft om de professionele ondersteuning te financieren. Zij
(organisaties). In de praktijk is gebleken dat professio-
moet dus op zoek naar fondsen. Om geld aan te kunnen
nele organisaties beroepskrachten eerder serieus ne-
vragen, moet zij een projectplan schrijven dat aansluit bij
men dan vrijwilligers (Van Daal, Winsemius & Plem-
de subsidievoorwaarden. Vervolgens kan zij aan de slag
per, 2005). De positieve reactie van de RIAGG en de
met fondsenwerven.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 31
Fragment 3 leert dat de verschuiving die in fragment 2
de toename van kwetsbare vrijwilligers als gevolg van
zichtbaar is geworden, volledig vorm krijgt. De vrijwil-
sociale activering (zie ook Metz, 2006, 2007). Daar-
lige bestuurders zijn niet betrokken bij de ontwikke-
naast noodzaakt de concurrentie van een relatief groot
ling van het project waarvoor zij het initiatief hebben
hulp- en dienstverleningsaanbod en de fondsenwer-
genomen. Wat daarbij opvalt is dat, hoewel het gaat
ving de professionele projectontwikkeling. Het gevolg
om een vrijwilligersproject en een burgerinitiatief, er
van de professionele eisen aan de projectontwikkeling
sprake is van professionele projectontwikkeling en
en de fondsenwerving is voor de vrijwillige bestuur-
fondsenwerving. Zonder te bagatelliseren dat professi-
ders dat zij de beroepskrachten nodig hebben om het
onals het initiatief van de vrijwillige bestuurders heb-
noodzakelijke voorwerk te verrichten.
ben overgenomen, kan de vraag worden gesteld in hoe-
De hier beschreven dynamiek is een voorbeeld van
verre het, gezien de schijnbaar noodzakelijke samen-
wat Duyvendak, Van der Laan en Veldboer (2003) be-
werking en professionele projectontwikkeling, voor de
noemen als ‘de onteigening als ongewenst neveneffect
vrijwillige bestuurders überhaupt mogelijk was ge-
van accountability en rationalisering’. De auteurs be-
weest om een rol te spelen in de projectontwikkeling.
doelen daarmee dat professionals door omstandighe-
Daarbij is de opstartfase van een project tijdelijk. Wan-
den in een keurslijf worden gedwongen, waardoor de
neer het project draait, is het initiatief weer aan de vrij-
bijdrage van actieve burgers buiten beeld verdwijnt.
willige bestuurders.
‘Hierbij is geen sprake van kwade opzet. De actieve rol
Nadere beschouwing van voorgaande fragmenten
van burgers raakt uit het zicht, omdat in de verant-
leert dat het de initiatiefgroep is, het samenwerkings-
woording van subsidiemiddelen instellingen en profes-
verband van Humanitas district Oost, de RIAGG en de
sionals welhaast gedwongen zijn de taal te spreken van
reclassering, die de rol van de vrijwillige bestuurders
het beleid’ (p. 5). Tegelijkertijd kan de kanttekening
heeft overgenomen. Twee ontwikkelingen zijn daar de-
worden gemaakt dat Duyvendak e.a. in hun analysen
bet aan. Eerder heb ik al genoemd dat het meestal niet
voorbij gaan aan de specifieke interactie tussen profes-
de vrijwilligers zijn die in een samenwerkingsverband
sionals en burgers. De aangehaalde fragmenten laten
participeren, maar hun professionele consulent of ad-
zien dat de kennis, vaardigheden en de positie van de
viseur. Ten tweede is het inherent aan het aangaan van
beroepskracht - die overigens inherent zijn aan de posi-
een samenwerkingsverband dat het primaire aan-
tie van de professional en de reden is dat vrijwillige be-
spreekpunt verschuift. De eerste initiatiefnemers en,
stuurders een beroep doen op de professionele vrijwil-
hier, de vrijwillige bestuurders verdwijnen naar de
ligersondersteuning - tevens de gereedschappen zijn
achtergrond en het samenwerkingsverband, in dit ge-
waarmee de beroepskracht de vrijwillige bestuurders
val van beroepskrachten, neemt het over. Hoewel voor
kan overrulen.
beide geldt dat zij geen directe belemmering vormen voor de betrokkenheid van de vrijwillige bestuurders,
Kon het anders? De start van VOC Tandem Oostelijke
is het praktische gevolg dat de vrijwillige bestuurders
Achterhoek verloopt anders. Daar houdt het afdelings-
buiten beeld verdwijnen. Dit betekent dat samenwer-
bestuur de touwtjes stevig in handen. Het verschil is
king met andere organisaties een omstandigheid is die
dat daar bij aanvang een sterk bestuur aanwezig is dat
de negatieve uitwerking van professionalisering voor
kan leren van de ervaringen in Twente. Zo stelt het af-
vrijwilligerswerk versterkt. Hierbij is het belangrijk
delingsbestuur als voorwaarde dat zij de initiatiefne-
om op te merken dat samenwerking met andere orga-
mer van het project wordt en niet gaat samenwerken
nisaties in de casus van de VOC Tandem-maatjespro-
met andere (professionele) organisaties. Ook in de
jecten geldt als subsidievoorwaarde.
Oostelijke Achterhoek zijn het de beroepskrachten die
Wat de noodzaak betreft van de professionele project-
het behoefteonderzoek uitvoeren, het projectplan
ontwikkeling leert het derde fragment dat het niet ge-
schrijven, en de fondswerving verzorgen. Dit betekent
makkelijk is om een project voor maatschappelijke
niet dat er in de Oostelijke Achterhoek geen spannin-
dienstverlening op te zetten. De maatschappelijke ont-
gen zijn tussen de vrijwillige bestuurders en de profes-
wikkelingen zijn daar debet aan. Behalve de kwets-
sionele ondersteuning. Daarover gaan de volgende
baarheid van de doelgroep van het vrijwilligerswerk,
twee fragmenten.
zijn dat de hoge eisen die hedendaagse vrijwilligers aan de organisatie van het vrijwilligerswerk stellen en
32 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Bureaucratische belemmeringen
4. Plannen in praktijk
deze eis tot gevolg dat zij formeel geen zeggenschap
8 juni 1999 is op 25.000 gulden (11.292,- euro) na, van de
hebben over de betaalde coördinator. Daarnaast raken
provincie Gelderland, fondsen en gemeenten het benodigde
de vrijwillige bestuurders het dagelijks beheer van het
bedrag binnen. VOC Tandem Oostelijke Achterhoek kan
project kwijt aan de betaalde coördinator. Eerder wa-
van start. Er moet een betaalde coördinator worden gewor-
ren de bestuurders het eerste aanspreekpunt van het
ven, kantoorruimte gehuurd en de stuurgroep gevormd.
initiatief. Met de start van het project neemt de be-
Hudepohl, dan plaatsvervangend districtmanager, wordt
roepskracht het over en komen de vrijwillige bestuur-
projectleider en treedt op als leidinggevende en achter-
ders op grotere afstand te staan. Opnieuw kan de vraag
wacht van de betaalde coördinator. Afdelingsconsulent
worden gesteld in hoeverre het, gezien de centraliteit
Westerveld gaat achter de kantoorruimte en de stuurgroep
van de betaalde coördinator, voor de vrijwillige be-
aan.
stuurders überhaupt mogelijk was geweest om het da-
Frank Boland treedt op 1 november in dienst en neemt het
gelijks beheer van het project op zich te nemen.
praktische beheer van het project op zich. Hij onderhoudt
Fragment 4 leert daarmee over de consequenties van
intensief contact met het bestuur van de afdeling; hij be-
professionalisering voor vrijwilligerswerk dat de uit-
spreekt zijn dagelijkse werkzaamheden met vrijwillig be-
werking tweeledig is. Aan de ene kant neemt de betaal-
stuurder Ria Muyen.
de coördinator de vrijwillige bestuurders veel werk-
Boland begint met het scheppen van randvoorwaarden, zo-
zaamheden uit handen. Het is de vraag of de vrijwillige
als de inrichting van het kantoor en netwerken. Twee
bestuurders over de tijd en de vaardigheden beschik-
maanden na zijn entree bij VOC Tandem start Boland met
ken om zelf het dagelijks beheer op zich te nemen. Dat
de werving van vrijwillige coördinatoren en vrijwilligers te-
betekent dat de betaalde coördinatie de participatie
gelijk. In totaal zijn er 11 belangstellenden. Zes daarvan
van de vrijwillige bestuurders bij de VOC Tandem-pro-
volgen in maart de cursus en worden daarna gekoppeld
jecten mogelijk maakt. Aan de andere kant ontneemt
aan een deelnemer. Deelnemers melden zich spontaan in
de komst van de betaalde coördinatie de vrijwillige be-
reactie op de publiciteit in de lokale en regionale media,
stuurders het praktische beheer en de personele aan-
zodat een wachtlijst ontstaat. VOC Tandem Oostelijke
sturing van het project. De vrijwillige bestuurders res-
Achterhoek biedt in haar eerste jaar aan 13 deelnemers
teert het inhoudelijke beheer op de lange termijn.
een maatje. In totaal zijn er 14 vrijwilligers bij betrokken.
Daarmee vormt de betaalde coördinatie tevens een be-
Vier nieuwe vrijwilligers wachten op de training en 20
lemmering voor de participatie van de vrijwillige be-
deelnemers staan op de wachtlijst.
stuurders. Wanneer ik met iets meer afstand kijk naar de taakver-
Fragment 4 laat zien dat de daadwerkelijke start van
deling tussen professionals en vrijwillige bestuurders
het VOC Tandem-maatjesproject, in tegenstelling tot
in de VOC Tandem-maatjesprojecten, valt mij op dat
een herstel van het oorspronkelijke burgerinitiatief,
van het oorspronkelijke burgerinitiatief weinig meer
voornamelijk tot een verdere inperking leidt van de
over is. De vrijwillige bestuurders hebben alleen nog
participatie van de vrijwillige bestuurders. Dat het oor-
maar zeggenschap over het inhoudelijke beheer op lan-
spronkelijke burgerinitiatief floreert wanneer het gaat
ge termijn. Hoewel er feitelijk sprake is van een twee-
om de participatie van uitvoerende vrijwilligers en
ledige betekenis van professionele ondersteuning voor
kwetsbare mensen, is net als de eerste omarming van
de burgerparticipatie, vraag ik mij af of professionele
het initiatief in Twente door de reclassering en de
overname geen treffendere omschrijving is.
RIAGG een erkenning van het eerste burgerinitiatief. Tegelijkertijd betekent de komst van de betaalde coör-
5. Tijdelijkheid ondermijnt
dinator een flinke praktische inperking van de partici-
‘De financiering van VOC Tandem Oostelijke Achterhoek
patie van de vrijwillige bestuurders van de afdeling
is nog maar één jaar zeker en het is al bekend dat het vin-
Oostelijke Achterhoek bij het initiatief. Het is een eis
den van vervolgfinanciering niet gemakkelijk zal zijn.
van de landelijke vereniging Humanitas dat beroeps-
Hoewel de gemeenten positief over het project zijn en zij
krachten in dienst zijn bij het district en leiding krijgen
volgens de nieuwe regelgeving verantwoordelijk zijn voor
vanuit de werkorganisatie. André Hudepohl neemt
de financiering van de maatschappelijke ondersteuning in
deze taak op zich. Voor de vrijwillige bestuurders heeft
hun gemeente, zijn zij daar niet toe bereid. Op dat moment
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 33
vertrekt Boland; Hietbrink neemt het stokje over.
Dit fragment biedt meer zicht op de belemmerende
Samen met consulent maatschappelijke activering Metse-
uitwerking van professionalisering voor burgerpartici-
laar stuurt Hietbrink een subsidieaanvraag naar het Colle-
patie. Zo laat het zien hoe de beroepskrachten door
ge van Burgemeester en Wethouders van 16 gemeenten in
hun enorme inspanningen om het project te continue-
de gehele Achterhoek voor de toekomstige financiering van
ren in de gelegenheid zijn om voor het project ingrij-
VOC Tandem. Metselaar overlegt met individuele ambte-
pende beslissingen te nemen. Omdat de beroepskrach-
naren van de 16 gemeenten. Alleen in Winterswijk is de
ten degenen zijn die de contacten onderhouden en de
uitslag positief. Op voorwaarde van een positieve evaluatie
gesprekken voeren over financiering, zijn zij degenen
komt VOC Tandem in aanmerking voor een jaarlijkse sub-
die als eerste de informatie over de onmogelijkheden
sidie van 12.000 gulden (5.420,- euro) gedurende een peri-
en mogelijkheden krijgen. Dit betekent dat de beroeps-
ode van drie jaar. De andere gemeenten reageren afwij-
krachten ook degenen zijn die als eerste een besluit
zend. De toegezegde 12.000 gulden (5.420,- euro) van de
moeten nemen over het vervolgtraject, al is dat het
gemeente Winterswijk is onvoldoende om de kosten van de
raadplegen van de vrijwilligers, en daarmee in de gele-
projectorganisatie te dekken. De enige andere mogelijk-
genheid zijn om de inbreng van vrijwillige bestuurders
heid is financiering door de gemeente Doetinchem uit de
te overrulen.
middelen voor maatschappelijke ondersteuning. In Doe-
Ten tweede laat het fragment zien dat projectfinancie-
tinchem bestaat al een maatjesproject: de vriendendienst
ring een omstandigheid is die de negatieve uitwerking
van GG-net.
van professionalisering voor vrijwilligerswerk ver-
Metselaar en Hietbrink maken een afspraak met GG-net
sterkt. Eerder heb ik al opgemerkt dat op dit moment
en een ambtenaar van de gemeente Doetinchem. De amb-
in Nederland projectontwikkeling en fondsenwerving
tenaar vertelt dat de gemeente alleen een subsidieaanvraag
taken zijn waarvoor professionele vaardigheden nodig
in behandeling neemt wanneer die komt van GG-net en
zijn. Werken op basis van projectfinanciering betekent
Humanitas Oostelijke Achterhoek samen. Op dat moment
dat het schrijven van projectaanvraag en fondsenwer-
is het de laatste strohalm voor VOC Tandem Oostelijke
ving continue taken worden, met als gevolg dat vrijwil-
Achterhoek. Hietbrink en Metselaar schrijven samen met
ligers permanent een beroep moeten doen op professi-
GG-net het projectplan. Humanitas district Oost dient na-
onele ondersteuning. Het belang van de financiering
mens VOC Tandem Oostelijke Achterhoek het voorstel
voor de continuïteit van het project in combinatie met
mede in. Humanitas district Oost is immers de financieel
tijdsdruk vergroten de afhankelijkheid van en de
beheerder van VOC Tandem Oostelijke Achterhoek.’
speelruimte voor de professionals, die ten koste gaat van de participatie van de vrijwilligers.
Het laatste fragment toont een herhaling van zetten. Net als in de fragmenten 2, 3 en 4 laat het zien hoe de
Sleutel en slot
beroepskrachten werkzaamheden verrichten die cru-
De zoektocht naar wat er is gebeurd met de betrokken-
ciaal zijn voor het voortbestaan van het initiatief. Wat
heid van de initiatiefnemers van de VOC Tandem-
dat betreft kan opnieuw worden betoogd dat via de be-
maatjesprojecten mondt uit in een beschrijving van
middeling van de betaalde krachten, de participatie
een proces waarin professionals geleidelijk het initia-
van de vrijwillige bestuurders bij het initiatief moge-
tief van de vrijwillige bestuurders overnemen, totdat
lijk blijft. Er zal immers geen sprake zijn van burger-
er niets resteert van de participatie van de vrijwillige
participatie wanneer het initiatief wegens het niet vin-
bestuurders. De voor de hand liggende conclusie luidt
den van vervolgfinanciering moet worden stopgezet.
dan dat professionalisering een drempel is voor vrij-
Aan de andere kant kan de vraag worden gesteld of er
willigerswerk. Hoewel dit een terechte conclusie is,
überhaupt nog wel sprake is van participatie van de
gezien de tot nul gereduceerde participatie van vrijwil-
vrijwillige bestuurders. Fragment 5 laat zien hoe de be-
lige bestuurders, is deze conclusie tegelijkertijd te kort
roepskrachten Metselaar en Hietbrink het besluit ne-
door de bocht geformuleerd. Het doet geen recht aan
men om samen te werken met GG-net, terwijl het de
enerzijds de inspanningen van de beroepskrachten om
uitdrukkelijke voorwaarde is van de vrijwillige be-
de participatie van de vrijwillige bestuurders mogelijk
stuurders dat zij, en zij alleen, de initiatiefnemer van
te maken, en anderzijds de afhankelijkheid van de vrij-
het maatjesproject zijn.
willige bestuurders van die professionals om über-
34 | Vrijwillige Inzet Onderzocht
Bureaucratische belemmeringen
haupt te kunnen participeren in het publieke domein.
negatieve uitwerking hebben op burgerparticipatie. Er
Het antwoord op de vraag naar de consequenties van
zijn twee negatieve consequenties te herkennen:
professionalisering voor vrijwilligerswerk luidt, op ba-
(1) door hun positie, kennis, vaardigheden, tijd en net-
sis van bovenstaande verkenning, dat professionalise-
werken zijn professionals machtiger dan vrijwilligers;
ring zowel de sleutel als het slot op het vrijwilligers-
(2) daar waar het gaat om het stellen van professionele
werk vormt. De fragmenten laten zien hoe bureaucra-
eisen aan financiële verantwoording of een project-
tische belemmeringen, zoals subsidievoorwaarden en
voorstel, is het gevolg dat burgers een beroep moeten
de projectfinanciering, het praktische gevolg hebben
doen op professionele ondersteuning om te kunnen
dat vrijwillige bestuurders voor het verrichten van de
voldoen aan die eisen.
bestuurlijke werkzaamheden afhankelijk zijn van professionele ondersteuning. Aan de ene kant betekent dit
Zoals ik al eerder constateerde, hangt slechts een ge-
dat de professionele ondersteuning de participatie van
deelte van de belemmerende werking van professiona-
de vrijwillige bestuurders mogelijk maakt. Aan de an-
lisering samen met het fenomeen professionalisering.
dere kant houdt dit in dat de vrijwillige bestuurders
Het andere gedeelte komt voort uit de context waar-
dermate afhankelijk zijn van de beroepskrachten, dat
binnen professionalisering gestalte krijgt. De analyse
de beroepskrachten het initiatief van de vrijwillige be-
wijst naar vier factoren in de Nederlandse samenle-
stuurders overnemen en gaan bepalen in welke mate
ving die in het voorbeeld de negatieve werking van
zij de bestuurders bij hun werkzaamheden betrekken.
professionalisering voor de participatie van de vrijwil-
Deze conclusie van de tweeledige uitwerking van pro-
lige bestuurders versterken:
fessionalisering op vrijwilligerswerk wordt onder-
1. Maatschappelijke ontwikkelingen, die de inschake-
schreven door mijn eerdere constatering dat het debat
ling van professionele ondersteuning noodzaken. Voor-
over en het onderzoek naar de gevolgen van professio-
beelden daarvan zijn sociale activering en de vermaat-
nalisering voor burgerparticipatie doet vermoeden dat
schappelijking van de zorg. Met de noodzaak van pro-
de consequenties van professionalisering minimaal
fessionele ondersteuning worden vervolgens profes-
niet éénduidig zijn.
sionele eisen gesteld aan de organisatie van het project.
De analyse van de zoektocht naar de betrokkenheid
2. Subsidievoorwaarden; vanuit het oogpunt van zorg-
van de initiatiefnemers van de VOC Tandem-maatjes-
vuldige omgang met publieke middelen worden hoge
projecten biedt tevens een eerste inzicht in de wijze
eisen gesteld aan projectplannen qua transparantie, ef-
waarop professionalisering een drempel vormt voor de
ficiëntie en effectiviteit. Het gevolg voor de participa-
participatie van de vrijwillig bestuurders. Een gedeelte
tie van de vrijwillige bestuurders is dat zij in een pro-
hangt samen met het fenomeen professionalisering,
fessionele dynamiek worden gedwongen die hen af-
een ander gedeelte komt voort uit de context waarbin-
hankelijk maakt van professionele ondersteuning.
nen de professionalisering gestalte krijgt. Het karakter
3. Samenwerking met andere organisaties is één van
van de drempel is tweevoudig. Professionalisering
die drempelverhogende voorwaarden. Het verhoogt
vormt passief en actief een belemmering. De passief
de moeilijkheidsgraad en vraagt een grotere tijdsinves-
belemmerende werking van professionalisering ligt
tering. Problematischer is dat het zwaartepunt van het
zeer voor de hand. Het is dermate fundamenteel, dat
project verplaatst van de individuele organisatie naar
het toch belangrijk is om die apart te benoemen. Pro-
de samenwerkende koepel, en in de koepel een groter
fessionalisering vormt een passieve drempel voor vrij-
beroep wordt gedaan op professionele vaardigheden.
willige bestuurders omdat alles wat door beroeps-
4. Projectfinanciering betekent een voortdurende fi-
krachten wordt gedaan en besloten, niet door vrijwilli-
nanciële onzekerheid en vraagt een permanente en
gers wordt gedaan. De aanduiding ‘actieve’ drempel
professionele investering in fondsenwerving en net-
geeft aan dat kenmerken van professionalisering een
werken.
Vrijwillige Inzet Onderzocht
| 35
Referenties Bang, H.P. & E. Sorensen (2001). ‘The every-day maker; building political rather than social capital’ in: P. Dekker & E.M.Uslaner (eds.). Social capital and participation in daily life, Routledge, London. Bovens, M., e.a. (1995). De verplaatsing van de politiek. Een agenda voor democratische vernieuwing, Wiardi Beckman Stichting. Brink, G. van der (2004). Schets van een beschavingsoffensief; over normen, normaliteit en normalisatie in Nederland, Amsterdam University Press, Amsterdam. Daal, Henk Jan van, Winsemius, Aletta and Plemper, Esther (2005). Vrijwilligers en beroepskrachten. Verslag van een verkennend onderzoek naar hun relatie. Verwey-Jonker Instituut, Utrecht. Dekker, P. ‘Andere burgers?’, in: Meurs, P.L., E.K. Schrijvers & G.H. De Vries (2006). Leren van de praktijk; gebruik van lokale kennis en ervaring voor beleid, Amsterdam University Press, Amsterdam. Duyvendak, J.W., G. van der Laan & L. Veldboer (2003). ‘Onteigening’ in tijden van vraagsturing en accountability. Opstellen over de gewenste verhouding tussen bewoners, overheden en instellingen. Den Haag/Utrecht: Gradus Hendrik Stichting. Uyterlinde, M., K. Neefjes & R. Engbersen (2007). Welzijn versterkt burgerschap. Movisie, Utrecht. Engelen, E.R. & M. Sie Dhian Ho (eds.) (2004). De staat van de democratie, democratie voor bij de staat, Amsterdam University Press, Amsterdam. Fung, A. & E.O. Wright (2003). Deepening democracy: institutional innovation in empowered participatory governance, Verso, London. Haan, I. de & Duyvendak, J.W. (2002). In het hart van de verzorgingsstaat; het ministerie van Maatschappelijk Werk en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS), 1952-2002 Walburg Pers, Zutphen. Hart, J. de (2005). Landelijk Verenigd.Grote ledenorganisaties over ontwikkelingen op het maatschappelijk middenveld, SCP, Den Haag. Hart, J. de, & P. Dekker (1999). ‘Civiq engagement and volunteering in the Netherlands: a ‘Putnamian’ analysis’, in: J.W. van Deth, M. Maraffi, e.a., (eds.) Social capital and European Democracy, Routledge, London/New York, p. 75-107. Hueting, E. (1989). De permanente herstructurering van het welzijnswerk, Walburg Pers, Zutphen. Lans, J. van der (2005). Koning burger; Nederland als zelfbedieningszaak, Augustus, Amsterdam. Koenis, S. (1993). De precaire professionele identiteit van sociaal werkers, NIZW, Utrecht. Metz, J. (2006). De tweeledige werking van intermediairen voor burgerparticipatie, Humanistic University Press, Amsterdam. Metz, J. (2007). ‘Waarom burgerparticipatie zo taai is. De grote mismatch in het sociale beleid’, in: TSS, 5, p. 20-23. Meurs, P.L., E.K. Schrijvers & G.H. De Vries (2006). Leren van de praktijk; gebruik van lokale kennis en ervaring voor beleid, Amsterdam University Press, Amsterdam. Pierre, J & B. Guy Peters (2000). Governance, politics and the state, St. Martin’s Press, New York. Tonkens, E.J. (2006). De bal bij de burger; burgerschap in een pluriforme dynamische samenleving, Amsterdam University Press, Amsterdam. VOC Tandem (2007). Jaarverslag 2006.