Naam en adres medewerker Venray, 4 februari 2015
Onze referentie: TJ/mjr/02042015 Betreft: vaststellingsovereenkomst_vs2
Beste (voornaam), In januari 2015 heb je bijgevoegde informatie inclusief de vaststellingsovereenkomst ontvangen. De vertrekvergoeding is na het aanleveren van je arbeidsverleden conform de opgave van het UWV aangepast. De gedetailleerde berekening van de vertrekvergoeding is bijgevoegd. Deze berekening is opgesteld door het salarisbureau op basis van de gehanteerde uitgangspunten. De berekening staat niet ter discussie en is voor het Kunstencentrum bepalend voor de hoogte van de vertrekvergoeding. De toekenning van de vergoeding vindt plaats onder de voorwaarde dat de totale frictiekosten, waar de vergoeding deel van uitmaakt, het door de gemeente ter beschikking gestelde bedrag voor frictiekosten niet te boven gaan. Onderstaande informatie maakt onderdeel uit van deze brief: Achtergrond en uitgangspunten vertrekregeling; Uitwerking van de vertrekregeling; De vertrekregeling; De vaststellingsovereenkomst_vs2; Aanvullende sociale maatregelen. Vanzelfsprekend is het mogelijk je over de vaststellingsovereenkomst te laten adviseren door (bijvoorbeeld) een rechtsbijstandsverzekeraar. Het is de verantwoordelijkheid van elke individuele medewerker om vanuit de eigen situatie de persoonlijke/financiële en juridische consequenties in te schatten. Daarbij dient wel met de uiterste termijn voor acceptatie van de vertrekregeling en ondertekening op 1 maart 2015 rekening te worden gehouden. We verzoeken je de vaststellingsovereenkomst te retourneren aan Ires Manuel, interim HR adviseur, Burgemeester Weertsstraat 55, 6814 HM te Arnhem. Ik wens je veel succes met je overwegingen. Met vriendelijke groet, Kunstencentrum Jerusalem
A.P.T. Jansen Voorzitter
1
Achtergrond en uitwerking vertrekregeling
1.1
Achtergrond vertrekregeling
Kunstencentrum Jerusalem kan in de huidige vorm niet worden gecontinueerd omdat de exploitatie structureel zwaar onder druk staat ten gevolge van de marktomstandigheden en door de wachtgelden die gemoeid gaan met een eventuele reorganisatie. Ook de liquiditeitspositie van Kunstencentrum Jerusalem is ontoereikend en het weerstandsvermogen negatief. Bij ongewijzigde omstandigheden en zonder ondersteuning dient het bestuur zijn verantwoordelijkheid te nemen en per direct faillissement aan te vragen. Kunstencentrum Jerusalem heeft daarom enige tijd geleden de gemeente Venray verzocht om in financiële zin, de helpende hand te bieden. Gemeente Venray stelt echter aan die ondersteuning de voorwaarden dat de entiteit Kunstencentrum Jerusalem wordt beëindigd. Ondersteuning van de gemeente Venray aan een nieuw Kunstencentrum wordt alleen geboden, indien het nieuwe Kunstencentrum wordt gerealiseerd in de vorm van een nieuwe, juridische en organisatorische entiteit met nieuwe arbeidsvoorwaarden. Ook stelt de gemeente als voorwaarde dat de beëindiging van Kunstencentrum Jerusalem vorm krijgt door een vertrekregeling waarbij op korte termijn met alle medewerkers vaststellingsovereenkomsten worden afgesloten. Dit om te voorkomen dat er verplichtingen blijven rusten op Kunstencentrum Jerusalem. Ook wil de gemeente Venray voorkomen dat dat de nieuwe entiteit verplichtingen overneemt van het Kunstencentrum Jerusalem dan wel dat de arbeidsvoorwaarden van de CAR-UWO voor medewerkers blijven gelden, omdat de gemeente de nieuwe entiteit dan niet levensvatbaar acht. Kunstencentrum Jerusalem wenst er alles aan te doen om faillissement van de organisatie te voorkomen door het openstellen van deze vertrekregeling. Van deze regeling kan geen gebruik gemaakt worden door een medewerker met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd dan wel een medewerker die een aanbod krijgt om voor de volledige contractsomvang bij de nieuwe entiteit te komen werken. De regeling heeft een looptijd van maandag 12 januari 2015 tot uiterlijk 1 maart 2015. Op 1 maart 2015 dient de vaststellingsovereenkomst te zijn ondertekend. Na 1 maart 2015 kan er geen gebruik meer gemaakt worden van de hieronder omschreven vertrekregeling. Naast het openstellen van deze vertrekregeling zijn er in overleg met de Ondernemingsraad aanvullende sociale maatregelen opgesteld die van toepassing zijn op medewerkers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De sociale maatregelen zijn beschreven in bijlage 1.
1.2
Uitwerking vertrekregeling
Elke medewerker met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die (deels) niet in aanmerking komt voor plaatsing in de nieuwe organisatie kan Kunstencentrum Jerusalem verzoeken in aanmerking te komen voor de vertrekregeling, inhoudende een aanspraak op een bruto vergoeding middels het tekenen van een vaststellingsovereenkomst. Deze aanspraak bestaat uitsluitend indien: 1
a) de arbeidsovereenkomst uiterlijk per 31 juli 2015 beëindigd wordt door een opzegging van de medewerker. b) Kunstencentrum Jerusalem schriftelijk instemt met het verzoek om voor de vertrekregeling in aanmerking te komen. Daarbij geldt dat Kunstencentrum Jerusalem in iedere individuele situatie de volledige vrijheid heeft om al dan niet in te stemmen met voornoemd verzoek. Het besluit van Kunstencentrum Jerusalem kan niet ter toetsing aan een rechter en/of enige commissie worden voorgelegd. c) Deze vaststellingsovereenkomst wordt aangegaan onder de opschortende voorwaarde dat de gemeente Venray op uiterlijk 1 juli 2015 voldoende gelden beschikbaar stelt aan Kunstencentrum Jerusalem voor de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de vaststellingsovereenkomst door Kunstencentrum Jerusalem. De vertrekregeling wordt geëffectueerd doordat de medewerker met Kunstencentrum Jerusalem een vaststellingsovereenkomst tekent.
1.3
Vertrekregeling
De vertrekregeling is van toepassing op alle medewerkers die (deels) niet in aanmerking komen voor plaatsing in de nieuwe organisatie. De vergoeding opgenomen in de vaststellingsovereenkomst is bepalend voor de hoogte van de vertrekregeling. Deze vergoeding wordt gebaseerd op de wettelijke uitkering op basis van de WW, de aanvullende en de na-wettelijke uitkeringen zoals genoemd in hoofdstuk 10d CAR UWO. Er wordt een 1 vergoeding aangeboden van het op de peildatum van 1 december 2014 door Kunstencentrum 2 Jerusalem berekende gekapitaliseerde brutobedrag zijnde 100% van de wettelijke WW en 15% van de bovenwettelijke en na-wettelijke uitkering in de zin van de WW en van hoofdstuk 10d CAR UWO. De berekening van Kunstencentrum Jerusalem is leidend. In het kader van de regeling wordt onder maandsalaris verstaan: het voor de medewerker op 1 december 2014 volgens de toepasselijke salarisschaal en de van toepassing zijnde omvang van het dienstverband, exclusief tijdelijke formatie-uitbreidingen, als bedoeld in de CAR UWO geldende vaste bruto maandbedrag, inclusief 8% vakantietoeslag en 6% eindejaarsuitkering doch exclusief overige toeslagen en eventuele, toekomstige salarisverhogingen ingevolge de CAR UWO. Voor de omvang van het dienstverband is uitgegaan van de van toepassing zijnde formatie op 31 juli 2014.
1 2
Het betreft bruto bedragen, exclusief o.a. het werkgeversdeel in de pensioenpremies en exclusief het VWNW budget. Exclusief o.a. het werkgeversdeel in de pensioenpremies.
De vergoeding wordt uitgekeerd als een bruto bedrag ineens op een door de medewerker aan te geven wijze, mits de gekozen wijze van uitbetalen (fiscaal) wettelijk is toegestaan en niet tot extra kosten of risico's leidt voor Kunstencentrum Jerusalem. De medewerker dient alle door Kunstencentrum Jerusalem gewenste bescheiden aan haar te verstrekken zodat kan worden geverifieerd of de relevante wet- en regelgeving wordt nageleefd en hierover schriftelijk uitsluitsel te krijgen van de Belastingdienst. Uitbetaling van de vergoeding vindt in beginsel plaats binnen een maand na de datum waarop het dienstverband met de medewerker eindigt ingevolge de vertrekregeling. Op voorwaarde dat de medewerker ten minste een maand van tevoren schriftelijk de betalingswijze aangeeft en indien dit vereist is, tijdig alle relevante documenten aan Kunstencentrum Jerusalem verstrekt. De vergoeding wordt uitsluitend uitgekeerd onder de voorwaarde dat partijen na de nakoming van de regeling niets meer van elkaar te vorderen hebben (finale kwijting). Hieronder worden ook verstaan eventuele aanspraken uit hoofde van de CAR UWO, waaronder hoofdstuk 10d CAR UWO en de WW. Als gevolg van de door de werknemer gemaakte keuze voor een vertrekregeling doet de werknemer uitdrukkelijk afstand van de wettelijke (WW-uitkering) en bovenwettelijke uitkering (aanvullende en nawettelijke uitkering) jegens Kunstencentrum Jerusalem alsmede van de beschikbare tijd en voorzieningen ten behoeve van het ‘Van werk naar werk traject’. Voor de berekening van het gekapitaliseerde brutobedrag aan vergoeding is een inschatting gemaakt van het arbeidsverleden van de medewerker. Indien de medewerker gebruik wenst te maken van de vertrekregeling dient het arbeidsverleden aangetoond te worden door een uitdraai van het arbeidsverleden, zoals digitaal op te vragen is bij het UWV of door andere bewijsstukken waaruit het arbeidsverleden blijkt. Daarmee kan het precieze bedrag worden berekend.
Vaststellingsovereenkomst_vs2
De ondergetekenden: 1.
Stichting Kunstencentrum Jerusalem, gevestigd te (5801 CS) Venray aan de Heuvelstraat 4, te dezen vertegenwoordigd door de voorzitter de heer A.P.T. Jansen, hierna te noemen: Kunstencentrum Jerusalem;
en 2.
Mevrouw (naam medewerker), geboren op (datum) wonende te (woonplaats) aan de (adres), hierna te noemen: “de werknemer”;
in aanmerking nemende dat: a)
de werknemer met ingang van 1 (datum) in dienst is bij Kunstencentrum Jerusalem, laatstelijk in de functie van (naam functie);
b)
vanwege bedrijfseconomische omstandigheden de arbeidsplaats van de werknemer wordt opgeheven, terwijl herplaatsing niet mogelijk is;
c)
aan de werknemer de keuze is gelaten om af te zien van zijn/haar rechten op basis van de WW-uitkering en de CAR UWO, waaronder hoofdstuk 10 d CAR UWO, tegen een eenmalige vergoeding bij een ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en dat de werknemer daarvoor gekozen heeft;
d)
partijen naar aanleiding van het bovenstaande overleg met elkaar hebben gepleegd over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst middels het overeenkomen van een vaststellingsovereenkomst;
e)
voornoemd overleg tussen partijen heeft geleid tot afspraken die zij hiermee schriftelijk wensen vast te leggen;
f)
de werknemer de gelegenheid heeft gehad zich te beraden over de beëindigingsvoorwaarden en de consequenties daarvan (waaronder de consequenties voor de pensioenaanspraken) en om zich ter zake te voorzien van juridisch advies;
komen als volgt overeen: 1.
De arbeidsovereenkomst tussen Kunstencentrum Jerusalem en de werknemer wordt beëindigd door middel van een opzegging door werknemer met ingang van 31 juli 2015.
2.
Werknemer doet uitdrukkelijk afstand van zijn/haar rechten uit hoofde van de CAR UWO, waaronder hoofdstuk 10d van de CAR UWO. Dit betekent onder meer dat werknemer geen aanspraak heeft op het in hoofdstuk 10d van de CAR UWO neergelegde “Van werk naar werk traject’ en de daaruit voortvloeiende tijd en voorzieningen.
Voorts betekent dit dat de werknemer geen aanspraak zal maken op de in hoofdstuk 10d CAR UWO genoemde aanvullende en na-wettelijke uitkering, voor zover die ten laste komt van Kunstencentrum Jerusalem. Tot slot zal werknemer geen aanspraak maken op een WWuitkering voor zover die, op grond van het eigen risicodragerschap , ten laste komt van Kunstencentrum Jerusalem. Hiervoor in de plaats ontvangt werknemer een vertrekvergoeding, zoals omschreven in artikel 4. Evenmin heeft de werknemer aanspraak op enig ander recht, op welke andere grond dan ook, dat verband houdt met (de wijze van) beëindiging van de arbeidsovereenkomst, behalve voor zover dat uitdrukkelijk in deze overeenkomst is geregeld. Tot de rechten waar de werknemer afstand van doet, behoren dus uitdrukkelijk de wettelijkeen bovenwettelijke uitkeringen (op basis van de WW en de CAR UWO). Al het bepaalde in deze overeenkomst geldt ter vervanging van voornoemde rechten. 3.
Tot aan de einddatum van de arbeidsovereenkomst zullen alle wederzijdse rechten en plichten krachtens de arbeidsovereenkomst blijven gelden. De werknemer zal vanaf het moment van ondertekening van deze overeenkomst in de gelegenheid worden gesteld om de nog resterende vakantiedagen op te nemen. Ook kan Kunstencentrum Jerusalem de werknemer voor de eventueel resterende werkdagen vrijstellen van arbeid met volledig behoud van salaris en overige arbeidsvoorwaarden. Bij een vrijstelling van arbeid, worden alle vakantiedagen geacht te zijn opgenomen. Daarbij geldt wel dat de werknemer tijdens de resterende duur van de arbeidsovereenkomst beschikbaar blijft voor beantwoording van mogelijke vragen indien dat door Kunstencentrum Jerusalem gewenst wordt in verband met (overdracht of afronding van) de werkzaamheden.
4.
Indien de arbeidsovereenkomst tussen partijen eindigt op grond van artikel 1 van deze overeenkomst, en onder de uitdrukkelijke voorwaarden zoals benoemd in artikel 2 van deze overeenkomst, kent Kunstencentrum Jerusalem aan de werknemer een vergoeding toe ten bedrage van € (bedrag) bruto (hierna te noemen: “de vertrekvergoeding”). De vertrekvergoeding strekt tot compensatie van gederfd of te derven inkomen (waaronder pensioenaanspraken) in verband met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De toekenning van de vergoeding vindt plaats onder de voorwaarde dat de totale frictiekosten, waar de vergoeding deel van uitmaakt, het door de gemeente ter beschikking gestelde bedrag voor frictiekosten niet te boven gaan.
5.
Indien de werknemer (in strijd met de gemaakte afspraken) toch een WW-uitkering en/of bovenwettelijke uitkering aanvraagt bij het UWV dan wel de uitvoerder van de bovenwettelijke regeling en deze uitkering(en) ook daadwerkelijk tot uitkering kom(t)(en), welke uitkering(en) vervolgens door het UWV en/of de uitvoerder van de bovenwettelijke regeling verhaald word(t)(en) op Kunstencentrum Jerusalem of anderszins ten laste komen van Kunstencentrum Jerusalem, zal Kunstencentrum Jerusalem deze uitkeringen integraal, inclusief eventuele kosten die zij moet maken in dit verband, op werknemer verhalen. Werknemer is verplicht deze kosten aan Kunstencentrum Jerusalem te betalen.
6.
De vertrekvergoeding zal, na aftrek van de verschuldigde premies en heffingen, via de salarisadministratie aan de werknemer betaald worden in de maand juli 2015 op het bij Kunstencentrum Jerusalem voor de salarisbetalingen gebruikte bankrekeningnummer.
7.
Binnen een maand na het einde van de arbeidsovereenkomst zal Kunstencentrum overgaan tot een normale financiële eindafwikkeling van de arbeidsovereenkomst.
8.
Kunstencentrum Jerusalem zal aan de werknemer een positief geredigeerd getuigschrift en desgevraagd positieve referenties met betrekking tot het dienstverband verstrekken.
9.
Uiterlijk op de dag waarop de werknemer voor het laatst nog werkzaamheden zal verrichten voor Kunstencentrum Jerusalem, zal de werknemer alle bedrijfseigendommen van Kunstencentrum Jerusalem, zoals sleutels, toegangspassen, bedrijfsdocumenten en instrumenten inleveren bij Kunstencentrum Jerusalem, voor zover dat nog niet is gedaan. De bedrijfseigendommen dienen bij inlevering schoon en in goede staat te zijn.
10.
Partijen zullen zich onthouden van het doen van negatieve uitlatingen over elkaar ter voorkoming van beschadiging van een ieders goede naam.
11.
Partijen zullen omtrent de inhoud van deze overeenkomst, alsmede omtrent hetgeen zij in de precontractuele fase aan elkaar hebben medegedeeld, geheimhouding betrachten, tenzij – en dan uitsluitend voor zover – er tot het doen van enige mededeling een rechtsplicht bestaat in het kader van de bestuurlijke verantwoording door de voorzitter van Kunstencentrum Jerusalem.
12.
Partijen verlenen elkaar na uitvoering van deze overeenkomst over en weer finale kwijting terzake van al hetgeen zij terzake van de (beëindiging van de) arbeidsovereenkomst en/of anderszins nu of in de toekomst van elkaar te vorderen mochten hebben. Hieronder vallen in ieder geval alle rechten en plichten uit hoofde van de CAR UWO, waaronder hoofdstuk 10d van de CAR UWO en de daarin vervatte aanspraak op een ‘Van werk naar werk traject’ en bovenwettelijke uitkering. Deze finale kwijting heeft geen betrekking op verplichtingen van de werknemer krachtens de arbeidsovereenkomst die ertoe strekken om (ook) na het einde van de arbeidsovereenkomst werking te hebben (postcontractuele verplichtingen), zoals een geheimhoudingsbeding.
13.
Dit is een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek.
14.
Op deze overeenkomst en alle daaruit mogelijk voortvloeiende overeenkomsten en geschillen is Nederlands recht van toepassing.
Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend op ______________________(datum)
________________ Namens Stichting Kunstencentrum Jerusalem De heer A.P.T. Jansen, voorzitter
______________________ Mevrouw (naam medewerker)
Bijlage 1
Aanvullende sociale maatregelen 1. Voor de werknemers geldt geen concurrentiebeding. De in de reglementen opgenomen
voorwaarden hieromtrent (nevenwerkzaamheden) komen te vervallen. 2. Voor de werknemers geldt evenmin een relatiebeding. De in de reglementen opgenomen
voorwaarden hieromtrent komen te vervallen 3. Als op een werknemer een terugbetalingsverplichting rust inzake door de werkgever betaalde
studiekosten, worden hem deze kwijtgescholden op het moment van uitdiensttreding. 4. Werknemers die in 2015 een jubileum zouden vieren, blijven recht houden op de daarbij
behorende jubileumvergoeding. 5. Werknemers waarvoor noch als ZZP'er noch als werknemer, binnen de nieuw op te richten entiteit
werk beschikbaar blijft, krijgen -indien gewenst- begeleiding van werk naar werk aangeboden. De daartoe te maken kosten zijn afhankelijk van de financiële mogelijkheden van de werkgever en van de persoonlijke omstandigheden om elders een passende functie te vinden. Om voor vergoeding in aanmerking te komen, vindt vooraf overleg plaats met de werkgever. 6. De werkgever organiseert voor de uitvoerende werknemers informatiesessies en
scholingsmogelijkheden ten behoeve van hun voorbereiding op een bestaan als ZZP'er. 7. Werknemers die op korte termijn in dienst kunnen treden bij een andere werkgever en de
ontslagdatum wensen te vervroegen, worden hierin tegemoetgekomen tenzij de belangen van de werkgever hierdoor onevenredig worden geschaad. 8. De werknemer die de werkgever in verband met het zoeken of aanvaarden van een baan bij een
andere werkgever verzoekt om een getuigschrift, zal dit van de werkgever ontvangen. De inhoud van het getuigschrift zal een getrouwe weergave zijn van de beoordeling van de leidinggevende inzake het functioneren van de werknemer. 9. Op verzoek van de werknemer zal de werkgever referenties geven aan andere, potentiële
werkgevers waarbij een billijk en redelijk oordeel over het functioneren van de werknemer gegeven wordt. 10. De werknemer kan desgevraagd advies en informatie vragen via de directeur over (aspecten van)
het solliciteren en over vacatures, inclusief die bij collega-instellingen. 11. In gevallen waarin de toepassing van de sociale maatregelen leidt tot een onbillijke situatie voor de
werknemer, kan de werkgever in een voor de werknemer gunstige zin ervan afwijken (hardheidsclausule). In een dergelijke situatie kan de werknemer een gemotiveerd verzoek indienen bij de directeur op grond waarvan toetsing van de onbillijkheid kan plaatsvinden.