Besluit Kenmerk: 622422/624024 Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van Broadcast Newco Two B.V. (hierna: verzoeker) op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob). _________________________________________________________________________
A. Verloop van de procedure 1.
Op 13 februari 2014 heeft verzoeker een verzoek op grond van de Wob ingediend.
2.
Bij brief van 26 februari 2014 (kenmerk 622422/623041) heeft het Commissariaat de
ontvangst van het verzoek bevestigd en meegedeeld dat gelet op de omvang van het verzoek de termijn van artikel 6, eerste lid, van de Wob, ingevolge artikel 6, tweede lid, van de Wob met vier weken werd verdaagd. 3.
Bij e-mail en brief van 7 april 2014 (kenmerk: 622422/624763) heeft het Commissariaat verzoeker medegedeeld dat de termijn voor de behandeling van het verzoek ingevolge het bepaalde in artikel 6, derde lid, van de Wob werd opgeschort tot aan de dag waarop door de belanghebbende(n) een zienswijze naar voren is gebracht dan wel de daarvoor gestelde termijn was verstreken.
4.
Bij brieven van 8 april 2014 heeft het Commissariaat, met toepassing van artikel 4:8, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de belanghebbenden Wedel Communications B.V. (kenmerk: 622422/624759) en Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland (hierna: SCOEZH) (kenmerk: 622422/624759) in de gelegenheid gesteld om een zienswijze naar voren te brengen.
5.
Stichting Commerciële Omroep Exploitatie Zuid-Holland heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en op 5 mei 2014 een zienswijze ingediend.
1
B. Het verzoek 6.
Er wordt verzocht om openbaarmaking van alle inkomende, uitgaande en bij het Commissariaat in welke vorm dan ook op gegevensdragers aanwezige informatie die betrekking heeft op zijn taak als handhaver en toezichthouder van de mediawetgeving over de periode van 1 januari 2003 tot en met de datum van het te nemen besluit, met betrekking tot de volgende vennootschappen: -
7.
de besloten vennootschap Wedel Communications B.V., met het KVK-nummer 27137988, gevestigd aan de Sisalbaan 5a, kantoornr. 5, te (2352 AZ) Leiderdorp; de besloten vennootschap YOUTOO Holding B.V., met het KVK-nummer 02070456, gevestigd aan de Laan van Waalhaven 128-11 te (2497 GP) Den Haag; de besloten vennootschap Wedel Software B.V., met het KVK-nummer 27185352, gevestigd aan de Laan van Waalhaven 128-11 te (2497 GP) Den Haag; de besloten vennootschap YOUTOO Management B.V., met het KVK-nummer 27285606, gevestigd aan de Laan van Waalhaven 128-11 te (2497 GP) Den Haag; de stichting SCOEZH, met het KVK-nummer 41174371, gevestigd aan de Bleiswijkseweg 43-C te Marktlaan 1-3 t (2712 PB) Zoetermeer; de stichting Stichting Administratiekantoor YOUTOO Holding, met het KVK-nummer 27285262, gevestigd aan de Laan van Waalhaven 128-11 te (2497 GP) Den Haag; elke andere vennootschap of entiteit die de handelsnaam FRESH.FM draagt, alsmede de persoon van xxx, geboren op xxx te xxx.
Onder verwijzing naar artikel 7, tweede lid van de Wob heeft verzoeker verzocht de stukken zo veel als mogelijk aan te leveren per e-mail aan de gemachtigde van verzoeker, of desgewenst in digitale vorm op een USB-stick of cd.
C. Zienswijzen 8.
Het Commissariaat heeft de belanghebbenden genoemd in randnummer 6 van wie het Commissariaat documenten in haar bezit heeft, in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen ingevolge het bepaalde in artikel 4:8, eerste lid, van de Awb.
9.
Het Commissariaat heeft van SCOEZH een zienswijze ontvangen. Deze zienswijze komt, zakelijk weergegeven, op het volgende neer. SCOEZH is van mening dat het doel van het verzoek is om informatie over de verschillende (rechts)personen te achterhalen welke verzoeker zou willen gebruiken in verband met executie en verhaal van het vonnis in een civiele procedure welke verzoeker had aangespannen tegen Wedel Communications B.V. SCOEZH is van mening dat deze (rechts)personen bij inwilliging van het verzoek onevenredig benadeeld zouden worden in de zin van artikel 10, tweede lid, aanhef onder g van de Wob. SCOEZH stelt dat het Wob-verzoek daarom zou moeten worden geweigerd.
10. Daarnaast stelt SCOEZH dat alleen informatie mag worden verstrekt met betrekking tot
de (rechts)personen die betrekking heeft op zijn taak als handhaver en toezichthouder van de mediawetgeving, waarbij vertrouwelijke bedrijfs- en/of persoonsgegevens op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef onder c en de alsmede tweede lid, aanhef onder e van de Wob dienen te worden geanonimiseerd.
2
D. Relevante wettelijke bepalingen 11. Voor de relevante wettelijke bepalingen wordt verwezen naar Bijlage 1 bij dit besluit.
E. Beoordeling van het verzoek 12. Het uitgangspunt van de Wob is dat er, in het belang van een goede en democratische
bestuursvoering, voor een ieder een recht op openbaarmaking van informatie bestaat. Bij de afweging omtrent het openbaar maken van informatie mag de persoon of het oogmerk van de verzoeker geen enkele rol spelen. Het recht op openbaarmaking op grond van de Wob dient uitsluitend het publieke belang van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt. 13. Het Commissariaat stelt vast dat sprake is van een verzoek om informatie als bedoeld
in artikel 3, eerste lid, van de Wob en dat de verzoeker conform het tweede lid van dat artikel de bestuurlijke aangelegenheden heeft vermeld waarover hij informatie wenst te ontvangen. Verzameling en ordening van de documenten 14. Het Commissariaat heeft een inventarisatie gemaakt van de documenten die vallen
onder de reikwijdte van het verzoek, zoals hierboven onder randnummer 6 geformuleerd. Daartoe is zowel het fysieke archief als het geautomatiseerde zaaksysteem van het Commissariaat geraadpleegt. 15. Uit de inventarisatie is gebleken dat geen documenten aanwezig zijn die betrekking
hebben op Youtoo Holding B.V., Wedel Software B.V., Youtoo Management B.V. en Stichting Administratiekantoor Youtoo Holding. Ten aanzien van deze rechtspersonen kan het verzoek daarom niet worden ingewilligd. 16. Overzichten van de resultaten van de inventarisatie zijn weergegeven in Bijlage 2 bij dit
besluit. 17. Ter toelichting bij die bijlage dient dat van vijf dossiers over de gevraagde periode
uitsluitend een schriftelijk exemplaar in het archief van het Commissariaat aanwezig is. Die dossiers zijn per zaaknummer weergegeven, omdat op documentniveau destijds geen nummering is aangebracht. De overige documenten zijn per dossier met zaaknummer op documentniveau met documentnummer weergegeven. 18. In ieder dossier is per document getoetst of zich met betrekking tot de openbaarmaking
van het document en/of de erin vervatte informatie een uitzonderingsgrond als bedoeld in artikel 10 en/of artikel 11 van de Wob voordoet. Indien dat het geval is, is in het overzicht van Bijlage 2 telkens bij het betreffende document aangegeven aan welke uitzonderingsgrond toepassing is gegeven. Uitzonderingsgronden 19. Ter nadere toelichting op het niet of gedeeltelijk niet openbaar maken van documenten
en/of daarin vervatte informatie zoals weergegeven in de bijlagen, dient het volgende.
3
20. Ten aanzien van de vraag of sprake is van persoonsgegevens in de zin van artikel 10,
tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob heeft het Commissariaat, uit oogpunt van zorgvuldigheid en doelmatigheid, behoudens de hierna te noemen uitzonderingen, alle persoonsgegevens die zijn opgenomen in de betrokken documenten onleesbaar 1 gemaakt. 21. Niet onleesbaar gemaakt zijn de namen van de voorzitter en leden van het college van
het Commissariaat, en namen van personen die handel(d)en in de uitoefening van hun beroep of bedrijf, waarbij het met name gaat om advocaten en accountants. 22. Alle informatie in documenten die betrekking hebben op bedrijfsprocessen en waarin
financiële gegevens zijn opgenomen, zoals arbeidsovereenkomsten, intentieverklaringen, zendtijdovereenkomsten, financieringsvoorstellen, overeenkomsten met derden en reclameovereenkomsten wordt aangemerkt als bedrijfsinformatie die vertrouwelijk aan het Commissariaat is meegedeeld in het kader van zijn toezichtstaak. Documenten met deze inhoud worden gelet op het bepaalde in artikel 10 eerste lid, aanhef en onder c van de Wob niet geopenbaard. 23. Gezien de omvang van het verzoek en in verband met de doelmatige en zorgvuldige
afhandeling daarvan, leidt de afweging bedoeld in artikel 11, eerste lid van de Wob tot het oordeel dat alle documenten die zijn opgesteld voor intern beraad en waarin interne beleidsopvattingen zijn neergelegd niet openbaar gemaakt worden. 24. Verder wordt, conform het bepaalde in artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b van de
Wob alle (overige) onder de reikwijdte van het verzoek vallende informatie die al in een andere, voor verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm beschikbaar is, bijvoorbeeld via de website van het Commissariaat waarop besluiten worden gepubliceerd, uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, of daar gedeponeerde statuten niet ook nog eens in het kader van dit verzoek verstrekt. Geen onevenredige benadeling 25. SCOEZH heeft gesteld dat verzoeker de door het Wob verzoek verkregen informatie
over de verschillende (rechts)personen zal gebruiken in verband met executie en verhaal van het vonnis in een civiele procedure welke verzoeker had aangespannen tegen Wedel Communications B.V. Het Commissariaat kan niet vaststellen of dit inderdaad zo is. Zelfs indien dit zo zou zijn, is het Commissariaat van oordeel dat met het verstrekken van de informatie, waarbij de documenten en/of daarin vervatte informatie zoals weergegeven in Bijlage 2 niet of gedeeltelijk niet openbaar worden gemaakt, de bij de aangelegenheid betrokken (rechts)personen dan wel derden niet onevenredig worden benadeeld in de zin van artikel 10, tweede lid, aanhef onder g van de Wob.
Bekendmaking 26. De bekendmaking van de documenten geschiedt conform verzoek door toezending
van een USB-stick waarop de gescande documenten zijn opgeslagen.
1
Zie in dit verband voor wat betreft namen van ambtenaren ABRvS 4 september 2013, in zaak nr. 201206870/1/A3.
4
27. Het Commissariaat is van oordeel dat in het kader van de in acht te nemen
zorgvuldigheid, naast de mogelijkheid die belanghebbenden is geboden om voorafgaand aan het te nemen besluit een zienswijze in te dienen, tevens gevolg moet worden gegeven aan het bepaalde in artikel 6, vijfde lid van de Wob. Dit brengt met zich mee dat de openbaar te maken documenten pas twee weken na bekendmaking van dit besluit aan verzoeker zullen worden verstrekt. Publicatie 28. Op grond van artikel 8 van de Wob besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit
besluit – met in achtneming van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob – twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren.
Besluit Na afweging van alle betrokken belangen besluit het Commissariaat I
het verzoek voor wat betreft het openbaar maken van informatie zoals hierboven weergegeven in randnummer 15 niet in te willigen;
II voor het overige gedeeltelijk tegemoet te komen aan het verzoek, met dien verstande dat het verstrekken van een deel van de door verzoeker gevraagde informatie achterwege blijft op grond van de in de Bijlage 2 vermelde wetsartikelen; III de documenten openbaar te maken door middel van het per USB-stick verstrekken van de gescande documenten aan verzoeker; IV dit besluit twee weken na bekendmaking op de website van het Commissariaat te publiceren.
Hilversum, 20 mei 2014
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs Eric. Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Awb binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
Bijlagen: 1. Overzicht relevante wettelijke bepalingen 2. Overzicht documenten onder Wob verzoek 3. USB-stick met gescande documenten
5
Bijlage 1: Juridisch kader Artikel 1 van de Wob “In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. document: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of Andre document dat gegevens bevat; (…).” Artikel 2 van de Wob “1. Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie. (…).” Artikel 3 van de Wob “1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. (…) 5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11.” Artikel 7 van de Wob (…) “2. Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door verzoeker verzochte vorm, tenzij: a. (…) b. de informatie reeds in een andere, voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is. Artikel 10 van de Wob “1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. (…) b. (…) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; (…). 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. (…) b. (…) c. (…) d. (…) e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; (…)”
6