•1f
PURMEREND
gemeentebestuur
Postbus 16— 1440 AA Purmerend telefoon 0299-452452 telefax 0299-452124
De gemeenteraad van Purmerend
VERZONDEN 1 6.09.15 uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk 1228073
datum 15 september 2015
Betreft: tussenevaluatienota gezondheidsbevordering 2013-2016 Geachte leden van de raad, Op 25 april 2013 is de (wettelijk verplichte) nota gezondheidsbevordering 2013-2016 door u vastgesteld. In de nota is toegezegd dat u halverwege de looptijd wordt geïnformeerd in de vorm van een tussenevaluatie. Door de GGDZW is een regionale tussenevaluatie opgemaakt die u hierbij ter informatie aantreft. De specifieke lokale informatie met betrekking tot de gemeente Purmerend is als "bijlage 3" aan de regionale tussenevaluatie toegevoegd. De extra toegekende lokale financiering voor de preventie van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren wordt actief ingezet. Met name is daarbij aandacht voor preventie bij de sportverenigingen en evenementen en bewustwording van ouders via het onderwijs. De minister van VWS publiceert vierjaarlijks een landelijke nota Volksgezondheid. Gemeentelijke beleidsnota's worden geacht de hoofdlijnen van deze nota te gebruiken als input voor hun lokale nota's gezondheidsbeleid. De nota van VWS wordt in het najaar van 2015 in de vorm van een kamerbrief gepubliceerd. Daarna wordt door de GGDZW en de gemeenten in de regio ZaanstreekWaterland de vorm en het beleid voor de volgende 4 jaar met partners en belanghebbenden voorbereid. Op basis van de rijksnota wordt verwacht dat het huidige beleid wordt voortgezet en uitgevoerd met meer samenhang in het sociale domein en meer aandacht voor sociaal economische gezondheidsverschillen. 1
Vanzelfsprekend wordt u daar tegen die tijd bij betrokken.
Bron: httD://www.QQdahorkennisnet.nl/thema/gemeenteliike
Bijlage(n): 2 behandeld door: A.G. van Meerten Stadhuis bezoekadres Purmersteenweg 42 bankrelaties: BNG 28.50.06.967, ABN Amro 58.89.19.977
telefoonnummer: coll./typ. Werkplein Purmerend Waterlandlaan 22-36
geadresseerde de gemeenteraad
ons kenmerk 1228073
Vertrouwende erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Purmerend,
datum 15 september 2015
blz. 2
Tussenevaluatie van het Regionaal Gezondheidsbeleid (2013-2016) Zaanstreek-Waterland
Sandra Bleeker, GGD Zaanstreek-Waterland In afstemming met het ambtelijk overleg GGD/VGZ juni 2015
1
Inhoudsopgave
Blz. 1.
Inleiding
3
2. 2.1 2.2
Aanpak overgewicht Lekker Fit aanpak Jongeren op Gezond Gewicht
3 3 4
3.
Aanpak schadelijk alcoholgebruik
4
4. 4.1
Gezonde School Methode Jeugdimpuls
4 4
5. 5.1
5 5
5.2 5.3 5.4
Ontwikkelingen Ontwikkelingen in het sociale domein: een andere kijk op preventie en gezondheid Ontwikkelingen in de definitie van gezondheid: positieve gezondheid Hernieuwde aandacht voor sociaal economische gezondheidsverschillen Aansluiting bij deze ontwikkelingen in de regio Zaanstreek-Waterland
6.
Conclusie en aanbevelingen
6
Bijlagen
7
5 5 5
2
1. Inleiding De regionale nota gezondheidsbeleid Zaanstreek-Waterland heeft een looptijd van vier jaar, van 2013 tot en met 2016. De negen gemeenten hebben met elkaar afgesproken om tussentijds een evaluatie te doen om zo eventueel bij te kunnen sturen. De GGD Zaanstreek-Waterland schrijft de tussenevaluatie.
Link naar de regionale nota: http://www.regionaalkompas.nl/object_binary/o17555_Regionaalgezondheidsbeleid-2013-2016-definitieve-versie.pdf
Speerpunten van de regionale nota gezondheid zijn de aanpak van overgewicht en van schadelijk alcoholgebruik. De doelgroep waarop de nota zich richt is jeugd (0-19 jaar) en hun ouders/verzorgers. Effectieve preventie van onder meer overgewicht en schadelijk alcoholgebruik vraagt om een integrale aanpak. In de regionale nota gezondheidsbeleid Zaanstreek-Waterland is uitgegaan van het Model van Lalonde (http://www.regionaalkompas.nl/zaanstreek-waterland/thema-s/overgewicht/model-van-lalonde/). Om dit globale model concreet te maken zijn vijf pijlers benoemd. Deze vormen de basis voor de vertaalslag naar interventies, voor de uitvoering van het beleid. 1. Inrichting van de omgeving; 2. Regelgeving en handhaving; 3. Voorlichting en educatie; 4. Signalering en advies; 5. Ondersteuning. In deze evaluatie wordt achtereenvolgend aandacht besteed aan: - De aanpak van overgewicht; - De aanpak van schadelijk alcoholgebruik; - Ervaringen met de Gezonde Schoolmethode; - Ontwikkelingen: in het sociale domein en de nieuwe definitie van gezondheid (Machteld Huber); Afgesloten met een conclusie en aanbevelingen.
2. Aanpak overgewicht Overgewicht ontstaat over een lange periode. Ook de aanpak ervan vergt een langere tijd, voordat succes te meten is. In de regionale nota zijn twee lange termijn en acht korte termijn doelstellingen geformuleerd. De lange termijn doelstellingen richten zich op minder kinderen met overgewicht. De korte termijn doelstellingen zijn ondersteunende doelstellingen, die na kortere tijd al zichtbaar kunnen zijn. In de bijlage staat per korte termijn doelstelling de huidige stand van zaken beschreven. In zijn algemeenheid gezegd komt een regionale aanpak van overgewicht nog niet van de grond. In de meeste gemeenten worden, in meer of mindere mate, activiteiten rondom bewegen en gezonde voeding georganiseerd. Echter niet in regionaal verband. 2.1 Lekker Fit aanpak De huidige collectieve GGD aanpak voor overgewicht is Lekker Fit (voor kindercentra en voor het basisonderwijs). De aanpak op de kindercentra (0-4 jarigen en hun ouders) wordt positief ervaren door de deelnemers. Voor het basisonderwijs geldt dat het per school erg verschillend is hoe de Lekker Fit aanpak verloopt. Over het algemeen stoppen de meeste scholen na de eerste (gefinancierde) periode met Lekker Fit. Dit heeft te maken met het beperkte budget dat de school heeft en de extra belasting die het is voor het team. Een positief resultaat is dat alle scholen die hebben deelgenomen hun beleid hebben aangepast en aandacht blijven besteden aan de thema’s gezond gewicht, gezonde voeding en beweging. Uitgebreidere informatie staat in de procesevaluatie over de Lekker Fit aanpak. Deze is op te vragen via
[email protected]
3
2.2 Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) http://www.jogg.nl/ Zaanstad en Purmerend zijn JOGG gemeenten. JOGG is een beweging waarbij iedereen zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. Jongeren (0-19), hun ouders en hun omgeving staan hierbij centraal. Het is een lokale aanpak waarbij niet alleen ouders en gezondheidsprofessionals zich bezighouden met de leefstijl van de kinderen maar bijvoorbeeld ook sportcentra, sportverenigingen, winkeliers, bedrijven, scholen en de gemeente zelf. JOGG is vernieuwend (sociale marketing, publieke-private-samenwerking), pakt voeding én beweging aan en brengt allerlei instanties die actief zijn op het gebied van overgewicht bij elkaar. Eind 2014 is ambtelijk het idee ontstaan om als Zaanstreek-Waterland JOGG regio te worden en op deze manier regionaal vorm te geven aan de aanpak van overgewicht. De mogelijkheden voor een regionale JOGG aanpak worden in het eerste deel van 2015 verder uitgewerkt.
3. Aanpak schadelijk alcoholgebruik Integraal alcoholbeleid heeft primair als doel om de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik te voorkomen voor zowel de gezondheid van een individu en zijn omgeving als de veiligheid en de openbare orde in een gemeente. Er zijn veel factoren die alcoholgebruik beïnvloeden. Daaronder vallen tradities en normen die zo sterk zijn ingebed in de plaatselijke cultuur dat veranderingen op dit gebied pas op langere termijn te verwachten zijn. Duurzaamheid is dan ook een belangrijke voorwaarde voor een effectief alcoholbeleid. In de regionale nota zijn acht lange termijn en zeven korte termijn doelstellingen geformuleerd. In de bijlage staat per korte termijn doelstelling de huidige stand van zaken beschreven. De regionale aanpak van schadelijk alcoholgebruik wordt ingevuld door een regionale werkgroep waarin gemeenten, Brijder en GGD vertegenwoordigd zijn. De werkgroep komt ongeveer vier keer per jaar bij elkaar en gebruikt het ambtelijk overleg als klankbord voor haar ideeën en voorstellen. De regionale werkgroep heeft de doelstelling (3) over zwangeren opgepakt. Daarnaast werkt zij aan het contact met de ziekenhuizen (ZMC en Waterlandziekenhuis) in de regio en wordt het thema sport in relatie tot alcohol (sportkantines) verder uitgewerkt. De NIX 18 campagne wordt tot slot ook regionaal uitgerold.
4. Gezonde School Methode http://www.gezondeschool.nl/ Gelijktijdig met het vaststellen van de regionale nota gezondheidsbeleid heeft het algemeen bestuur van de GGD, de GGD gevraagd om de ontwikkelingen rondom de methode Gezonde School nauwlettend te volgen. Er konden op dat moment geen middelen worden vrijgemaakt om volgens deze methode te gaan werken. In de tussentijd hebben zeven scholen (verspreid over de regio) zich laten registreren (vijf BO en twee VO) en werken op dit moment toe naar een Gezonde School. Drie van de scholen met en de anderen zonder betrokkenheid van de GGD of andere partners. Enthousiasme van de schooldirectie is hierbij doorslaggevend. Verschillende jeugdverpleegkundigen en adviseurs gezondheidsbevordering hebben een basistraining over de methode Gezonde School gehad. Een van de adviseurs gezondheidsbevordering is volledig geschoold in de methode Gezonde School en is hiervoor ook de contactpersoon. Wat opvalt zijn de verschillende thema’s waar vraag naar is door scholen; niet alleen overgewicht en alcohol/genotmiddelen, maar ook psychosociale thema’s (vb. pesten). Al is dit wel in tweede instantie. 4.1 Jeugdimpuls (RIVM/VWS) In 2013 startte de Jeugdimpuls, met als uiteindelijk doel om scholen te laten toewerken naar een Gezonde School. Verschillende scholen in de regio hebben via het RIVM een Jeugdimpulsaanvraag gedaan. Dit heeft er toe geleid dat in 2013 25 scholen de impulsaanvraag toegekend kregen en in 2014 18 scholen (verdeeld over twee rondes). De GGD ZW heeft de scholen geadviseerd en begeleid bij de aanvraag.
4
5. Ontwikkelingen Nederland is bezig met een heroriëntatie op gezondheid, zorg en ondersteuning. Rode draad is de omslag van denken in termen van ‘ziekte, zorg en afhankelijkheid’ naar ‘gezondheid, preventie en eigen kracht’. De rol van mensen zelf, zorgverleners, verzekeraars en de overheid verandert. Dit heeft consequenties voor de manier waarop de publieke gezondheidszorg georganiseerd en geborgd wordt. 5.1 Ontwikkelingen in het sociale domein: een andere kijk op preventie en gezondheid De decentralisaties maken het gemeenten mogelijk om dwarsverbanden te leggen tussen maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Hierbij hoort ook de verbinding met preventie en gezondheid. Bij meedoen in de samenleving, werk en onderwijs speelt gezondheid een belangrijke rol; participatie bevordert gezondheid en vice versa. In de landelijke nota gezondheidsbeleid ‘Gezondheid dichtbij’ (2011) is de basis gelegd om op een andere manier te kijken naar gezondheid en preventie en de rollen en verantwoordelijkheden van betrokken partijen. Binnen de directe omgeving waar mensen wonen, werken, recreëren en naar school gaan zijn de nodige aanknopingspunten om aan gezondheid te werken. Deze aanknopingspunten zijn geconcretiseerd in het Nationaal Programma Preventie (NPP) http://www.allesisgezondheid.nl/ 5.2 Ontwikkelingen in de definitie van gezondheid: Positieve Gezondheid http://www.louisbolk.org/nl/voeding-en-gezondheid/onderzoek-integrative-medicine/nieuw-conceptgezondheid De gezondheidsdefinitie van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uit 1948 voldoet niet meer. Deze definitie luidt: Gezondheid is een toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet van louter het ontbreken van ziekte. De wijze waarop gezondheid gedefinieerd is, bepaalt in grote mate de manier waarop we met zorg omgaan. In 1948 waren het vooral infectieziekten die bestreden moesten worden, terwijl we in de Westerse wereld nu vooral te kampen hebben met chronische (welvaarts)ziekten. Machteld Huber heeft een nieuwe definitie van gezondheid voorgesteld en is hierop gepromoveerd december jl. Deze andere omschrijving luidt als volgt: Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Deze omschrijving, die gezondheid dynamisch benadert en die veerkracht en zelfregie centraal stelt, heeft consequenties voor de doelstellingen en de inrichting van preventie en zorg. Gezondheid is hierdoor geen doel op zich, maar een middel om te kunnen participeren. 5.3 Hernieuwde aandacht voor sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) http://www.gezondin.nu/ In de publieke gezondheid voor risicogroepen staan twee taken centraal: de aanpak van sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) en de sociale vangnetfunctie (met een sterke link tussen Wpg en Wmo/Wet maatschappelijke ondersteuning). In het Nationaal Programma Preventie heeft de aanpak van SEGV een prominente plaats gekregen, bovendien zijn er in de periode 2014-2017 GIDS gelden beschikbaar (Gezond In De Stad) voor die gemeenten met wijken met de laagste statusscore. Het gaat om een totaal bedrag van 10 miljoen euro per jaar. Gezond in … is het stimuleringsprogramma dat GIDS gemeenten helpt bij het versterken van hun lokale aanpak van gezondheidsachterstanden en inpassing in het reguliere beleid. Het gaat daarbij niet om blauwdrukken maar om het aansluiten bij wat gemeenten al doen. Uiteraard wordt de verbinding gelegd met de decentralisaties. 5.4 Aansluiting bij deze ontwikkelingen in de regio Zaanstreek-Waterland Ook in de regio Zaanstreek-Waterland is en wordt gewerkt aan de omslag van ZZ (ziekte en zorg) → GG (gezondheid en gedrag). Dit is met name te zien in de manier waarop de decentralisaties in het sociale domein worden vormgegeven. Participatie en eigen kracht zijn hierin kernwaarden. De verbinding met preventie en gezondheid is verschillend in de gemeenten. De aanknopingspunten om aan gezondheid te werken, binnen de directe omgeving van mensen, worden vooral en van oudsher gevonden binnen de school. In toenemende mate wordt, met het wijkgericht werken, ook de fysieke leefomgeving van mensen meegenomen in de ontwikkeling en uitvoering van (gezondheids)beleid. Dit geldt ook voor het beleidsterrein sport binnen gemeenten. In de aanpak van overgewicht en schadelijk 5
alcoholgebruik wordt steeds meer samengewerkt met sportverenigingen en -kantines. Deze integrale manier van werken aan gezondheid, d.w.z. vanuit verschillende gemeentelijke beleidsterreinen beredeneerd kan nog verder verbreed worden. Bijvoorbeeld met ruimtelijk ordening (inrichting van de fysieke omgeving) of sociale zaken (aandacht voor sociaal economische gezondheidsverschillen). De omslag naar ‘positieve gezondheid’ is in Zaanstreek-Waterland nog niet gemaakt, maar dit is landelijk ook het beeld. Er zijn verschillende proeftuinen gaande waarin volop wordt geëxperimenteerd met dit concept en het concretiseren ervan. Tot slot zijn de gemeenten Zaanstad en vanaf 2015 Purmerend zgn. GIDS gemeenten en ontvangen zij middelen om de SEGV tegen te gaan.
6. Conclusie en aanbevelingen In het huidige regionale gezondheidsbeleid (2013-2016) staan de speerpunten aanpak overgewicht en schadelijk alcoholgebruik centraal, gericht op de doelgroep jeugd. De keuze voor deze speerpunten is terecht gemaakt gezien de beschikbare landelijke, regionale en lokale cijfers. Ook de landelijke nota gezondheidsbeleid geeft prioriteit aan o.a. het tegengaan overgewicht en schadelijk alcoholgebruik. Sinds het begin van de looptijd van het regionaal gezondheidsbeleid tot aan nu (januari 2015) zijn er grote veranderingen gaande in het sociale domein, waarbij op een andere manier wordt aangekeken tegen gezondheid en preventie. Dit heeft consequenties voor gezondheidsthema’s waar aandacht voor wordt gevraagd. Er is een toenemende vraag naar interventies rondom eenzaamheid onder ouderen of naar mogelijkheden voor een gezonde leefstijl in geval van schuldenproblematiek. In samenhang daarmee is de doelgroep waarop gezondheidsbevordering zich richt uitgebreid naar ‘0-100’, met meer aandacht voor volwassenen en ouderen. Tot slot krijgen ook de SEGV hernieuwde aandacht in een aantal gemeenten. De aansluiting van de aanpak overgewicht en schadelijk alcoholgebruik op het hervormde sociale domein lijkt de uitdaging te zijn voor de tweede helft van de looptijd van het regionaal gezondheidsbeleid in Zaanstreek1 Waterland. Hoe dit concreet aangepakt wordt is nog niet uitgewerkt . Op basis van voorgaande zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: Blijvende aandacht voor de uitwerking van de speerpunten aanpak overgewicht en schadelijk alcoholgebruik, waarbij met name de aanpak overgewicht vanuit de JOGG gedachte meer regionale aandacht verdient; Vanuit het gezondheidsbeleid aansluiting zoeken met het sociale domein, de gebiedsgerichte teams, en samen de mogelijkheden uitvinden en –proberen voor de speerpunten overgewicht en alcohol; Een omslag maken naar het concept ‘positieve gezondheid’ op basis van landelijke ervaringen en bevindingen, de GGD is hierbij al betrokken; Gezondheid ‘breder’ benaderen en ook interventies implementeren voor andere thema’s en doelgroepen. Meer algemeen dient uitgekristalliseerd te worden welke onderdelen/thema’s van preventie en gezondheidsbevordering centraal worden aangeboden en welke juist gebiedsgericht. Dit kan per gemeente een verschillende keuze zijn.
1
Hiervoor is een rol weggelegd voor het ambtelijk overleg GGD, om op te pakken in de tweede helft van 2015 wanneer de tussenevaluatie is vastgesteld. 6
Bijlage 1: doelstellingen aanpak overgewicht Korte termijn doelstellingen Inrichting van de omgeving 1. In de regio ZW wordt jaarlijks minstens één activiteit uitgevoerd die blijvend bijdraagt aan een gezonde leefomgeving; 2. Bij het indienen van plannen bij B&W voor inrichting en herstructurering van de gemeente wordt standaard een item ‘gezondheidsaspecten’ (in de zin van stimuleren beweging en gezond voedingspatroon) opgenomen in het tekstformat; 3. Alle gemeenten in ZW doen mee aan de jaarlijkse landelijke buitenspeeldag. De verantwoordelijkheid voor deze doelstellingen ligt bij de regiogemeenten. Deze zijn niet geïnventariseerd voorafgaande aan deze tussenevaluatie. Dit geldt met name voor doelstelling een. Doelstelling twee is nog niet gerealiseerd en aan doelstelling drie doen een aantal gemeenten jaarlijks mee, waaronder de gemeenten Edam-Volendam en Waterland. Voor de evaluatie aan het einde van de looptijd van deze nota worden alle doelstellingen uitgevraagd bij de negen gemeenten. Voorlichting en educatie 4. In 2016 doen alle basisscholen in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen in de leeftijd 4-12 jaar en hun ouders; (zoals Lekker Fit, traktatiebeleid, fruitbeleid, gebruik leskisten voeding en bewegen etc.); 5. In 2016 doen 20 kinderdagverblijven en/of peuterspeelzalen in ZW mee aan “een activiteit gericht op gezond gewicht” voor kinderen van 0-4 jaar en hun ouders/opvoeders; 6. In 2016 is de Gezonde School Kantine ingevoerd op alle 26 VO scholen in de regio ZW en heeft het voortgezet onderwijs gezonde voedingsproducten in iedere kantine. ad4) Uit een uitgebreide 0-meting op het BO, VO en SO, uitgevoerd in 2014 door de afdeling EBG van de GGD ZW, bleek dat 85% van het BO, 79% van het VO en 75% van het SO aandacht besteedt aan het thema overgewicht (gezonde voeding en beweging).Hierbij gaat het om de deelnemende scholen van het onderzoek, met een respons van 61%. In deze 0-meting is ook het speerpunt schadelijk alcoholgebruik meegenomen. Het volledige rapport is op te vragen via:
[email protected] ad5) Deze doelstelling is gerealiseerd, met name door de Lekker Fit aanpak 0-4 jarigen en de wateraanpak vanuit JOGG in de gemeente Zaanstad en Purmerend. ad6) Deze doelstelling, invoering van de Gezonde School Kantine in het VO, is lastig te realiseren. Een aantal factoren spelen hierin een rol: de motivatie van school om aandacht te besteden aan dit speerpunt, de invloed van de cateraar (aanbod, alternatieven, prijzen etc.), de mogelijkheden van de GGD ZW om hierop in te kunnen zetten. Alle scholen zijn benaderd voor deelname aan de Gezonde School Kantine, hierin heeft het Voedingscentrum ook een actieve rol gekregen met behulp van een subsidie van VWS. Signalering, advies en ondersteuning 7. De JGZ van de GGD werkt tijdens de contactmomenten met alle kinderen van 0 tot 19 jaar volgens de Richtlijn overgewicht (Jaarcijfers GGD); 8. In het kader van deze werkwijze worden, als ouders/verzorgers dit kenbaar maken of als de JGZ medewerker dit nodig vindt, ouders gestimuleerd en toegeleid naar concrete opvoedingsondersteuning voor dit onderwerp. De werkwijze van de JGZ van de GGD ZW is conform hetgeen in de doelstellingen (7 en 8) staat opgenomen. Ouders kunnen voor verschillende zorgpaden kiezen: de reguliere werkwijze volgens de JGZ richtlijn, het opvoedzorgpad, waarbij eerst ingegaan wordt op algemene opvoedproblemen. De opvoedadviseur kan daarna terugverwijzen naar de reguliere werkwijze, een externe begeleiding of geen ondersteuning waarbij de JGZ wel regelmatig informeert of ondersteuning alsnog gewenst is. Uitgangspunt blijft dat de JGZ medewerkers overgewicht signaleren en vervolgens proberen ouders en jongeren te motiveren aan een gecombineerd leefstijlprogramma mee te doen.
7
Bijlage 2: doelstellingen aanpak schadelijk alcoholgebruik Korte termijn doelstellingen Inrichting van de omgeving 1. Alle gemeenten voeren een voor de gemeente passend nalevingsonderzoek uit onder de verkooppunten van alcohol ( ook sportkantines) in 2013 of 2014. Aan de hand van de resultaten stelt de gemeente doelen vast (in percentage naleving ) voor een verbeterde naleving na 2 jaar, te meten via een herhaalde meting; 2. Alle gemeenten hebben begin 2014 een plan van aanpak vastgesteld om de naleving van verkoop van alcohol aan 16-minners te controleren en te handhaven. De verantwoordelijkheid voor deze doelstellingen ligt bij de regiogemeenten. De regionale werkgroep heeft een inventarisatie onder de gemeenten gedaan. Zes van de negen gemeenten zijn zowel bezig met het nalevingsonderzoek als met het plan van aanpak rondom naleving en handhaving. Van drie gemeenten is geen informatie ontvangen. De inventarisatie is op te vragen via
[email protected] Voorlichting en Educatie 3. In 2016 krijgen alle zwangere vrouwen standaard informatie over de risico’s van alcoholgebruik tijdens de zwangerschap (met verloskundigen afspraken maken over het informeren van moeders en het noteren van bereik); 4. In 2016 doen alle basisscholen in de regio mee aan “een activiteit gericht op alcoholmatiging” voor kinderen in de bovenbouw en hun ouders. (zoals Hou vol, geen alcohol); 5. In 2016 besteden alle VO scholen in de regio aandacht aan alcoholmatiging (bijvoorbeeld door de implementatie van PAS; Preventie Alcoholgebruik Scholieren. Beoordeling: waarschijnlijk effectief (I-database)). De doelstelling m.b.t. zwangeren is opgepakt door de regionale werkgroep. De samenwerking met de verloskundigen wordt hierin opgezocht. Doelstelling 4 over activiteiten in het BO vervalt, n.a.v. onderzoek door het Trimbos. Met het opschuiven van de wettelijke leeftijd waarop alcohol gedronken mag worden (18 jaar) is preventie, gericht op leerlingen in groep 7 en 8, in het basis onderwijs te vroeg. Dit geldt voor de kinderen, niet voor de ouders. Doelstelling 5 tot slot, uit een uitgebreide 0-meting op het BO, VO en SO, uitgevoerd in 2014 door de afdeling EBG van de GGD ZW, bleek dat van het voortgezet onderwijs alle deelnemende scholen (n=14) aangeven (op de een of andere manier) aandacht te besteden aan alcoholmatiging. Bij het basis- (n=42) en speciaal onderwijs (n=7) zijn dit minder scholen met respectievelijk 61% en 58%. Het volledige rapport is op te vragen via:
[email protected] Activiteiten in het VO worden uitgevoerd door de Brijder i.s.m. de GGD Zaanstreek-Waterland. Signalering en advies 6. Gedurende de periode 2013-2016 geeft GGD ZW individueel extra voorlichting tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) groep 7 voor alle leerlingen van groep 7 en hun ouders die het PGO bezoeken; 7. In 2016 geeft GGD ZW individueel extra voorlichting tijdens het Periodiek Geneeskundig Onderzoek (PGO) klas 2 VO voor alle leerlingen van het vmbo-bkg in klas 2. En aan leerlingen van vmbo-t, havo en vwo in klas 2 die in de vragenlijst, voorafgaand aan het PGO, aangeven te veel te drinken voor hun leeftijd. Doelstelling 6 valt onder verantwoordelijkheid van de GGD. De VU heeft onderzoek gedaan naar de effectiviteit van deze interventie. Hieruit zijn een aantal positieve resultaten naar voren gekomen. Het rapport van dit onderzoek is op te vragen via
[email protected] Doelstelling 7 vervalt, omdat de huidige werkwijze van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) op basis van Emovo dit niet mogelijk maakt. In de nieuwe werkwijze wordt op collectief niveau extra aandacht besteed aan schadelijk alcoholgebruik, mochten de resultaten van het Emovo onderzoek hier aanleiding toe geven. Hiervoor is budget per school beschikbaar vanuit het extra contactmoment JGZ op het VO. In het schooljaar 2015-2016 wordt hier in overleg met o.a. de scholen invulling aan gegeven. 8
Bijlage 3 aanvullingen Gemeente Purmerend t.a.v. de doelstellingen voor de korte termijn voor de aanpak van overgewicht
Inrichting van de omgeving: 1.
In Purmerend zijn meerdere activiteiten uitgevoerd die blijvend bijdragen aan een gezonde leefomgeving Denk daarbij aan de verschillende activiteiten op het gebied van sport en sportaccommodaties, en de activiteiten onder de paraplu van JOGG zoals de drie watertappunten. 2. Vanuit de portefeuille volksgezondheid worden in het college de plannen voor inrichting en herstructurering gevolgd en wordt zo nodig aandacht gevraagd voor de gezondheidsaspecten van de voorliggende plannen.. 3. Purmerend doet ieder jaar mee aan de landelijke buitenspeeldag die wordt georganiseerd op de Koemarkt
Voorlichting en educatie: 4. Purmerend is JOGG gemeente en vanuit die methodiek vinden veel activiteiten plaats conform de JOGG factsheet van augustus 2015. 5. Op dit moment hebben alle locaties van de kinderopvang in Purmerend een gezondvoedings- en traktatiebeleid en leren zij zelf groenten te verbouwen. 6. Zowel de scholen voor voortgezet onderwijs als de sportverenigingen in Purmerend krijgen advies op maat over toevoegen van gezonde alternatieven en het assortiment in de schoolkantine. In samenwerking met Spurd is het (les) programma Lekker Fit op kindercentra en basisscholen in Purmerend voortgezet. Signalering, advies en ondersteuning 7. Wordt in Purmerend door de JGZ regionaal uitgevoerd volgens de landelijke richtlijn overgewicht. 8. Ouders worden conform de regionale werkwijze gestimuleerd en toegeleid naar concrete ondersteuning.
1
t.a.v. de doelstellingen voor de korte termijn voor de aanpak schadelijk alcoholgebruik Inrichting van de omgeving 1. In 2015 is een nieuwe uitvoeringsnota vastgesteld waarin een eenduidig en uniform afwegingskader voor de handhaving van de horeca en alcoholverstrekkers is neergelegd 2. In Purmerend is eindrapportage van het project schadelijk aanpak schadelijk alcoholgebruik als addendum bij de nota gezondheidsbevordering 2013-2016 gevoegd en door de gemeenteraad in 2014 vastgesteld als preventie- en handhavingsplan alcohol op grond van artikel 43a van de DHW. Voorlichting en Educatie. 3. Standaardinformatie aan zwangere vrouwen wordt ook in Purmerend gegeven. 4. In Purmerend worden deze activiteiten uitgevoerd zowel vanuit de centrumgemeentefunctie als vanuit de lokaal beschikbare middelen voor de aanpak van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren. Mn is daarbij aandacht voor preventie bij de sportverenigingen en evenementen en bewustwording van ouders via het onderwijs. 5. Net als in 2014 wordt in 2015 een voorlichtingsavond alcohol en drugs voor ouders en jongeren in de P3 georganiseerd. Signalering en advies 6. En 7. Vindt plaats conform de regionaal georganiseerde contactmomenten en periodieke geneeskundig onderzoeken
t.a.v. het lokaal speerpunt preventie suïcidale gevoelens onder jongeren. De in de nota genoemde trainingen signaleringsmethodiek aan mentoren en leerkrachten in het voortgezet onderwijs vinden vanaf 2015 plaats. Uit de cijfers van het EMOVO onderzoek 1 blijkt dat de suïcidale gevoelens onder jongeren minder zijn geworden. Met name de landelijk aandacht, televisieprogramma’s en door de scholen zelf gerealiseerde projecten tegen pestgedrag hebben daar een bijdrage aan geleverd. De scholen vroegen nu specifiek naar de preventie van sexting en grooming (misbruik sociale media) . Inmiddels heeft GGDZW diverse voorlichtingsbijeenkomsten hierover georganiseerd.
1
Uit het E-MOVO onderzoek 2013-2014 is het percentage kinderen dat het afgelopen jaar serieuze gedachten had over zelfdoding gedaald van 21% naar 15% . Het percentage dat daadwerkelijk een poging heeft ondernomen is gedaald van 3% naar 1.9%. 2