vol t c e p res aagzaam verdr ig mondief kritisch posit ierig k leerg twoordelij veran ageerd geëngal socia andig zelfstief creat
Gezondheidsbevordering op school in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap
“Een gezonde geest in een gezond lichaam is een korte doch volledige beschrijving van een gelukkige toestand in de wereld.” John Locke
beleidscahier nummer 1 augustus 2007
edZ[hm_`i
lWdZ[ LbWWci[=[c[[diY^Wf
Inhoudsopgave Woord vooraf ..........................................................................................................................3 Thema's ........................................................................................................................4
1 1.1
Veiligheid, hygiëne en eerste hulp .............................................................................4
1.2
Gezonde voeding en dranken....................................................................................4
1.3
Beweging ...................................................................................................................5
1.4
Middelengebruik.........................................................................................................5
1.5
Persoonlijkheidsontwikkeling. ....................................................................................6
1.6
Stress en emoties ......................................................................................................6
1.7
Sociale relaties...........................................................................................................7
1.8
Relationele en seksuele vorming ...............................................................................7 Een participatief beleid : ieder zijn rol.......................................................................8
2 2.1
School ........................................................................................................................8
2.2
Scholengroep/scholengemeenschap.......................................................................10
2.3
Centrum voor leerlingenbegeleiding ........................................................................10 Aanbod van de interne diensten en centra voor leerlingenbegeleiding ..............13
3 3.1
Afdeling Onderwijsorganisatie en -personeel (OOP) ...............................................13
3.2
Centrum voor Nascholing (NAS)..............................................................................14
3.3
Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB)..............................................................14
3.4
Dienst Communicatie...............................................................................................15
3.5
Pedagogische begeleidingsdienst (PBD).................................................................15
3.6
Permanente ondersteuningscel (POC) ....................................................................15
3.7
Preventiedienst ........................................................................................................16 Opleidings- en begeleidingsaanbod van de externe partners ..............................17
4 4.1
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)..................................................17
4.2
Rode Kruis-Vlaanderen............................................................................................18
4.3
Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) ................................................................20
4.4
Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) ....................................21
4.5
Sensoa.....................................................................................................................22
4.6
Kinder- en Jongerentelefoon Vlaanderen vzw (KJT) ...............................................23
4.7
Centrum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) ...........................................................24
Colofon................................................................................................................................... 26
2
Woord vooraf In het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is iedereen VIP. Elke leerling, elke leerkracht en elke medewerker is een unieke persoonlijkheid. De scholen van het GO! stimuleren hun leerlingen om zich optimaal te ontplooien en scheppen mogelijkheden om zich maximaal te ontwikkelen, ieder volgens zijn eigen talenten, ambities en interesses. Dit betekent ook dat onze scholen werken aan de optimale ontwikkeling van iedere leerling, cursist en personeelslid op zowel fysiek, mentaal als sociaal-emotioneel vlak. De scholen van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap stellen zich tot doel hun leerlingen de nodige kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes bij te brengen voor een gezonde leefstijl met respect voor zichzelf en anderen. Iedere directeur, leerkracht en medewerker van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap beseft dat elk een noodzakelijke bijdrage moet leveren om te komen tot een daadkrachtige aanpak. Daarbij worden leerlingen en ouders maximaal betrokken. Vanuit deze visie hebben de scholen van het GO! aandacht voor verschillende gezondheidsthema’s, vertaald in concrete doelstellingen. Iedere school kiest, volgens haar specifieke noden en mogelijkheden, elk schooljaar minimum één doelstelling. Die wordt op een convenant geplaatst als engagement om dit binnen twee schooljaren uit te werken. De scholen kunnen rekenen op ondersteunende maatregelen van de centrale diensten van het GO! en zijn externe partners om deze doelstellingen te realiseren. Daarmee hopen we alvast een aanzet te geven om onze leerlingen, cursisten en personeelsleden een gezonde leefstijl bij te brengen. Gezondheid is weliswaar niet alles, maar zonder gezondheid is alles wel niets.
Paul De Knop voorzitter van de Raad
Urbain Lavigne afgevaardigd bestuurder
3
1
Thema's
1.1 Veiligheid, hygiëne en eerste hulp
De scholen van het GO! willen een veilige, aangename en gezonde omgeving zijn. Veilige en nette gebouwen nodigen leerlingen uit om bewust te leren omgaan met hygiëne en risico’s. In overleg met de omgeving werkt het schoolteam ook aan een veilige situatie rondom en op weg naar de school. Doelstellingen: x x x x x x x x x
Leerlingen gaan naar school in een net gebouw met gezonde lucht Leerlingen hebben een goede (lichaams)hygiëne Leerlingen gaan naar school in een veilig gebouw Leerlingen maken gebruik van ergonomisch materiaal en methoden Leerlingen schatten de gevolgen van hun eigen (on)veilig gedrag goed in Leerlingen leven op school veiligheidsvoorschriften en – regels na Leerlingen gaan naar school in een verkeersveilige omgeving Leerlingen verplaatsen zich bewust op een veilige manier Leerlingen passen de basisvaardigheden van eerste hulp toe
1.2 Gezonde voeding en dranken
GO! scholen willen gezonde voeding en dranken promoten bij hun leerlingen en personeel. Ze zorgen hierbij voor een evenwichtig aanbod en een aantrekkelijke infrastructuur. In de scholen van het GO! wordt veel aandacht besteed aan de samenstelling van de schoolmaaltijden. Leerlingen leren er bewust omgaan met voeding en dranken. Onze scholen promoten watergebruik en willen elke leerling onbeperkt toegang geven tot het water. Een laagdrempelig plasbeleid met aandacht voor bijzondere noden hoort hier ook bij.
4
Doelstellingen: x x x x x x x
Leerlingen eten op school een evenwichtig middagmaal Leerlingen gaan op school evenwichtig om met tussendoortjes Leerlingen leren bewust evenwichtig met voeding omgaan Leerlingen gaan op school evenwichtig om met dranken Leerlingen drinken op school voldoende water Leerlingen kunnen op elk moment naar het toilet gaan Leerlingen zijn weerbaar tegen invloeden van reclame en omgeving
1.3 Beweging
GO! scholen willen dagelijks beweging aanbieden. Naast de uren Lichamelijke Opvoeding zien onze scholen het als een opdracht om hun leerlingen tijdens de diverse pauzes, voor en na de schooltijd, mogelijkheden te bieden om meer te bewegen en dit ook te promoten. De leerlingen bewegen zo niet alleen meer tussen en na de lestijden, maar krijgen ook de smaak te pakken van een actieve leefstijl. Doelstellingen: x x x x x
Leerlingen bewegen meer tijdens de schooluren Leerlingen bewegen meer na de schooluren Leerlingen kunnen vlot gebruikmaken van een degelijke infrastructuur en materialen Leerlingen beseffen het belang van voldoende beweging en de relatie met andere gezondheidsfactoren Leerlingen bewegen op een verantwoorde manier
1.4 Middelengebruik
De scholen van het GO! willen niet dat ze de plaats worden waar jongeren (starten met) roken of schadelijk middelengebruik ontdekken. Onze scholen beseffen daarentegen dat ze de kans hebben om aan tabakspreventie en rookstopbegeleiding te doen. Ze leren jongeren verstandig omgaan met alcohol, drugs, medicatie, gok- en computerspellen. Doelstellingen: x x x
5
Leerlingen en personeel roken niet op het schoolterrein Leerlingen en personeel worden begeleid bij het stoppen met roken Leerlingen zijn weerbaar tegen invloeden uit de media en hun omgeving
x
Leerlingen kunnen verstandig omgaan met middelen, medicatie, gokspellen en ontspanningsmogelijkheden
1.5 Persoonlijkheidsontwikkeling
In de scholen van het GO! ontwikkelen leerlingen een eigen identiteit en vormen ze een positief zelfbeeld. Onze scholen creëren een positief schoolklimaat waardoor iedereen kansen krijgt om zich optimaal te ontplooien tot een gelukkig individu met een evenwichtige persoonlijkheid. Respect voor de eigenheid van de leerlingen past binnen het actief pluralisme en de waarde die het GO! hecht aan diversiteit. Doelstellingen: x x x x x x
Leerlingen ontplooien op school hun creativiteit Leerlingen kennen op school succeservaringen Leerlingen ontwikkelen een eigen visie op de wereld en uiten die op een gepaste wijze Leerlingen uiten hun zelfwaardegevoel Leerlingen gaan op een positieve wijze met kritiek om Leerlingen uiten zich positief kritisch
1.6 Stress en emoties
GO! scholen hechten veel belang aan het sociaalemotioneel welbevinden van hun leerlingen. Ze streven ernaar leerlingen te leren omgaan met stress en emoties. Onze scholen zien het als een opdracht om de weerbaarheid van kinderen en jongeren te verstevigen. Ze beseffen dat een grote veerkracht en aangepaste stijl om met problemen om te gaan noodzakelijke buffers zijn bij stresssituaties, problemen en trauma’s. Doelstellingen: x x x x x
6
Leerlingen kunnen op een adequate manier omgaan met stress, emoties en problemen Leerlingen kunnen omgaan met lichamelijke en sociaalemotionele veranderingen Leerlingen kunnen rekenen op leerkrachten die vroegtijdig signalen van problemen ondervangen en weten naar wie door te verwijzen Leerlingen weten bij wie ze terecht kunnen met zorgvragen Leerlingen gaan naar een school met een stressreducerende aanpak
1.7 Sociale relaties
De scholen van het GO! willen hun leerlingen respect en sociaal engagement voor anderen bijbrengen. Dit sluit perfect aan op het diversiteitsproject van het GO! Onze scholen streven ernaar bij hun leerlingen de nodige sociale vaardigheden te ontwikkelen om open en gepast met anderen om te gaan. Doelstellingen: x x x x x x x
Leerlingen gaan respectvol om met elke mens Leerlingen kunnen adequaat in groep en sociaal functioneren Leerlingen kunnen omgaan met afspraken, normen en kennen grenzen Leerlingen kunnen zich dienstvaardig en dankbaar opstellen Leerlingen kunnen omgaan met conflicten en gepast reageren Leerlingen hanteren een fair play en kunnen omgaan met verliezen Leerlingen engageren zich voor hulpacties
1.8 Relationele en seksuele vorming
GO! scholen willen hun leerlingen de nodige vaardigheden bijbrengen om respectvol en op een gepaste wijze relaties aan te gaan en hun seksualiteit te beleven. Onze scholen gaan respectvol om met de visie en seksuele identiteit van elke leerling. Doelstellingen: x x x x x x x
7
Leerlingen gaan gepast om met vriendschap, verliefdheid, seksuele gevoelens en identiteit Leerlingen kunnen een eigen mening vormen op basis van maatschappelijke aspecten van relaties en seksualiteit Leerlingen beschikken over vaardigheden om respectvolle relaties te ontwikkelen Leerlingen zijn weerbaar tegen invloeden uit de media en omgeving Leerlingen die tot een specifieke doelgroep behoren (allochtonen, kansengroepen, handicap) kunnen rekenen op een specifieke aanpak Leerlingen weten waar ze terecht kunnen met vragen en problemen Leerlingen weten hoe ze op een veilige en respectvolle manier hun seksualiteit kunnen beleven
2
Een participatief beleid: ieder zijn rol Om tot een daadkrachtig gezondheidsbeleid te komen, is de medewerking van alle personen in de school en omgeving noodzakelijk. Elk lid van een schoolteam draagt de verantwoordelijkheid om op school een efficiënte gezondheidsaanpak te realiseren. Iedereen moet ook het belang van zijn voorbeeldfunctie beseffen. Een adequate houding van ieder personeelslid is vaak een belangrijke voorwaarde om jongeren te stimuleren tot het ontwikkelen van een gezonde leefstijl.
2.1 School 1 Directeur De directeur speelt een stimulerende rol in het gezondheidsbeleid. Zonder mandaat én medewerking van de directeur kunnen anderen weinig realiseren. Het belang dat een directeur aan het gezondheidsbeleid hecht, de middelen die daartoe worden uitgetrokken en de actieve zorg om het uitvoeren van adviezen van werkgroepen zijn vaak essentiële factoren voor een daadkrachtig beleid. De directeur volgt ook de uitvoering van projecten en de financiële middelen op en draagt de eindverantwoordelijkheid.
2 Contactpersoon van de school In elke school is één personeelslid aanspreekpunt voor het gezondheidsbeleid. Hij/zij ondersteunt schoolinitiatieven en collega’s, trekt inhoudelijk de werkgroep op school en participeert aan de intervisie in de scholengroep.
8
3 Leerkracht Leerkrachten kunnen actief participeren in de werkgroepen op school of initiatieven uitwerken. In de klas staan zij in voor het overbrengen van kennis en inzichten en voor het vormen van vaardigheden en attitudes. Leerkrachten zijn belangrijke motivators voor de leerlingen. Ze dragen bij tot gezondheidsbevordering, algemene preventie en vroegtijdige aanpak van problemen door de detectie van de eerste signalen en de doorverwijzing naar derden.
4 Ondersteunend personeel Hun ondersteuning bij het uitvoeren van de genomen maatregelen in een school is essentieel. Specifieke aandacht voor het voedingsaanbod, hygiëne, te herstellen materialen enz. draagt bij tot een daadkrachtige aanpak.
5 Ouders De ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor de gezondheid en ontwikkeling van hun kinderen. Daarom is het belangrijk om ouders te laten participeren aan het gezondheidsbeleid van de school. Naast een goede communicatie tussen de school en de ouders, kunnen zij ook hun actieve medewerking verlenen aan verschillende initiatieven.
6 Leerlingen Iedere leerling kan het aanbod van de school en de aangeleerde vaardigheden en attitudes aanwenden om een gezonde leefstijl te verwerven met respect voor zichzelf en anderen. Via leerlingenparticipatie hebben ze inspraak en nemen ze actief deel aan het opzetten en uitwerken van gezondheidgerelateerde acties.
9
2.2 Scholengroep/scholengemeenschap 1 Algemeen directeur De algemeen directeur speelt een stimulerende rol in zijn/haar scholengroep. Hij/zij zorgt ervoor dat er een structuur tot stand komt die scholen ondersteunt bij het ontwikkelen van hun gezondheidsbeleid. De zorg die een algemeen directeur heeft voor het opvolgen van adviezen vanuit deze structuur is essentieel voor een daadkrachtig beleid.
2 Coördinerend directeur Hij/zij coördineert en stimuleert initiatieven in de scholengemeenschappen.
3 Ankerpersoon vanuit de scholengroep Aanspreekpunt en motivator voor de procesbegeleiding in de scholengroep is de ankerpersoon. Deze persoon begeleidt het opzetten van een overleg- en intervisiestructuur binnen de scholengroep, zorgt voor de opvolging hiervan en ondersteunt de nieuwe initiatieven. Hij/zij participeert aan de opleidingen en de trajectbegeleidingsdagen om zelf ondersteuning te krijgen en nieuwe methodieken te leren. Wat daar aan bod komt, geeft hij/zij door aan de scholen van de scholengroep. De ankerpersoon vanuit de scholengroep vormt een team met de ankerpersoon vanuit het CLB.
2.3 Centrum voor leerlingenbegeleiding 1 CLB-directeur De CLB-directeur speelt een stimulerende rol in het CLB. Zonder mandaat én medewerking van de directeur kunnen medewerkers weinig realiseren. De aandacht van de directeur voor de initiatieven van het CLB-team bij het ondersteunen van het gezondheidsbeleid in de scholengroep en scholen is essentieel. 2 Ankerpersoon vanuit het CLB De ankerpersonen in de CLB's zijn binnen het CLB aanspreekpunt en motivator voor de collega’s om initiatieven van scholen
10
inhoudelijk te helpen uitwerken. Ze begeleiden het opzetten en opvolgen van een intervisiestructuur in het CLB en ondersteunen de CLB-contactpersoon. Ze bouwen een netwerk uit met lokale diensten en organisaties. Zij participeren aan de opleidingen en de trajectbegeleidingsdagen om zelf ondersteuning te krijgen en nieuwe methodieken te leren. Zij zorgen voor de overdracht hiervan binnen het CLB. De ankerpersoon vanuit het CLB vormt een team met de ankerpersoon vanuit de scholengroep.
3 CLB-contactpersoon Voor elke school is er binnen het CLB één medewerker aanspreekpunt voor het gezondheidsbeleid. Deze contactpersonen participeren aan werkgroepen van de school en het intervisieoverleg binnen het CLB. Zij dragen bij tot gezondheidsbevordering, algemene preventie en vroegtijdige aanpak van problemen door de detectie van de eerste signalen op vraag van een leerkracht of via doorverwijzing naar derden. De ankerpersoon vanuit het CLB ondersteunt de CLBcontactpersonen.
4 Structuren Elke school kan volgens haar eigen context de volgende werkgroepen invullen. 1. Werkgroep School Iedere school heeft een werkgroep om het gezondheidsbeleid binnen haar muren vorm te geven. De contactpersonen van de school en het CLB maken deel uit van deze werkgroep. 2. Werkgroep Scholengroep/scholengemeenschap Deze kerngroep bereidt de intervisie op het niveau van de scholengroep/scholengemeenschap voor. Hij stelt de agenda op en brengt de nodige expertise van de externe partners aan. De ankerpersonen van scholengroep en CLB maken deel uit van deze kern. Deze kern krijgt ondersteuning van de algemeen directeur. 3. Intervisie Scholengroep/scholengemeenschap De contactpersonen in school en CLB komen op regelmatige tijdstippen samen om ervaringen en ideeën uit te wisselen. De ankerpersonen ondersteunen inhoudelijk deze intervisie.
11
4. Intervisie CLB De CLB-contactpersonen komen op regelmatige tijdstippen samen om ervaringen en ideeën uit te wisselen. De ankerpersoon in het CLB ondersteunt inhoudelijk deze intervisie. 5. Trajectbegeleiding ankerpersonen In elke scholengroep zijn twee ankerpersonen aangewezen, één vanuit de scholengroep en één vanuit het CLB. Deze ankers kregen een meerdaagse opleiding door het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG). De centrale diensten organiseren per trimester trajectbegeleidingsdagen voor intervisie en coaching. Op deze wijze vormen de ankers een professionele leergemeenschap. De ankerpersonen van het CLB komen daarnaast tweemaal per jaar samen voor intervisie. 6. Stuurgroep Gezondheidsbeleid De stuurgroep, waarvan alle verder vermelde interne diensten en externe partners deel uitmaken, komt regelmatig samen om nieuwe initiatieven te bespreken en bestaande op te volgen. De afgevaardigd bestuurder is voorzitter van de stuurgroep.
12
3
Aanbod van de interne diensten en centra voor leerlingenbegeleiding De centrale diensten van het GO! bieden tal van opleidingsmogelijkheden en ondersteunende maatregelen om scholen zowel structureel een gezondheidsbeleid te helpen opzetten als inhoudelijk hun doelstellingen te helpen uitwerken. Het volledige aanbod van de interne diensten en externe partners en de rol die iedereen kan spelen om tot een daadkrachtig beleid te komen, zijn opgenomen in deze tekst. De website www.g-o.be/gezondheid en een nieuwsbrief vullen dit geheel aan. Op de website komen nieuwe thema’s aan bod naast tips, goede praktijkvoorbeelden en links om nog meer en goede ideeën aan te reiken. Een nieuwsbrief per trimester brengt de scholen op de hoogte van nieuwigheden, maar geeft telkens ook een overzicht van het actuele opleidings- en begeleidingsaanbod van alle interne diensten en externe partners. Hiermee wenst het GO! werk te maken van een goede communicatie en centralisatie van het aanbod.
3.1 Afdeling Onderwijsorganisatie en personeel (OOP)
De afdeling OOP zorgt voor de coördinatie van het beleid, het opleidings- en begeleidingsaanbod. Zij zorgt voor de integrale communicatie, website en nieuwsbrief. De afdeling werkt ook nieuwe samenwerkingsakkoorden en initiatieven uit, na goedkeuring door de stuurgroep Gezondheidsbeleid. Zij zorgt voor vertegenwoordiging en participatie in de relevante commissies en werkgroepen van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), de Koning Boudewijnstichting en de Vlaamse Stichting Verkeerskunde. Ook medewerking en overleg met verschillende organisaties werkzaam op het gezondheidsveld behoren tot haar taak. Op de website zal een volledig overzicht geboden worden met links naar deze organisaties en hun aanbod.
13
3.2 Centrum voor Nascholing (NAS)
Het Centrum voor Nascholing organiseert opleidingen en nascholingsprogramma's. Het stelt daartoe ieder schooljaar een planning op en werkt meer en meer vraaggestuurd. Via de website www.nascholingengo.be kan men inschrijven voor opleidingen over gezondheidgerelateerde thema’s van de interne diensten en externe partners.
3.3 Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB's)
De CLB’s hebben de opdracht bij te dragen tot het welbevinden van jongeren tussen 3 en 18 jaar, nu en in de toekomst. Zij hebben een inbreng op het gebied van preventieve gezondheidszorg en psychisch en sociaal functioneren. De CLB’s bieden ondersteuning bij initiatieven en vragen om het welbevinden te verhogen. Binnen de CLB-structuur vallen ook twee zorgprojecten die initiatieven nemen om het gezondheidsbeleid te helpen uitwerken.
1 Zorgproject Oost-Vlaanderen Het Zorgproject Oost-Vlaanderen werkt materialen uit in het kader van preventieve gezondheidszorg. Op vraag ondersteunt het zorgproject scholen en scholengroepen bij het opzetten van en het werken rond een gezondheidsbeleid. Het zorgproject ontwikkelde hiervoor een starterspakket, te raadplegen via de website www.go-clb.be (intranet – preventieve gezondheidszorg). Daar vindt u ook voorbeelden van uitgewerkte matrices met mogelijke maatregelen en stappenplannen voor thema’s als drankbeleid, plasbeleid, rookbeleid, bewegen, voeding, verlies, rouw en pesten. Verder neemt het zorgproject ook deel aan het uitwerken van de trajectbegeleidingsdagen.
2 Zorgproject Antwerpen Het Zorgproject Antwerpen richt zich voornamelijk op de psychosociale ontwikkeling van de leerlingen. Het reikt hiervoor een aantal methodieken en werkwijzen aan die als werkdocument kunnen gebruikt worden. De teksten en 14
materialen kunt u downloaden via www.go-clb.be (intranet - psychisch en sociaal functioneren). Hier kunnen teksten en materialen opgehaald worden rond thema’s als omgaan met verlies op school, zelfdoding, peer mediation, faalangst, pesten, klas en -schoolbuilding, opvoeden, omgaan met kansarme ouders.
3.4 Dienst Communicatie
De Communicatiedienst werkt mee aan het uitwerken en verspreiden van teksten en materialen i.v.m. het gezondheidsbeleid (o.a. de nieuwsbrief). Hij ontwikkelt de website en volgt die mee op.
3.5 Pedagogische begeleidingsdienst (PBD) Door gezondheidsbevordering in een ruimer geheel te plaatsen (alle leergebieden, vakken , projecten,…) realiseert de school doelstellingen binnen het vak Lichamelijke Opvoeding en binnen het vakoverschrijdend domein Gezondheidseducatie.
Afhankelijk van de aanpak van de school is het ook mogelijk om een bredere waaier van doelen in het gezondheidsbeleid te integreren. De PBD ontwikkelde vanuit een pedagogisch-didactische invalshoek verschillende projecten om de scholen hierbij te ondersteunen. Deze projecten zijn vooral tot het basisonderwijs gericht. 1. Geïntegreerde gezondheid- en bewegingscultuur a. Ontbijt met Klara b. Gek op mijn lijf c. Proefjesschool 2. Groeirapport Meer uitleg over deze projecten op www.g-o.be/gezondheid. De dienst werkt ook mee aan de trajectbegeleiding voor de ankerpersonen.
3.6 Permanente ondersteuningscel (POC)
De cel verzorgt studiedagen over het opzetten van een gezondheidsbeleid voor nieuwe CLB-medewerkers, maar kan ook ondersteuning bieden aan de CLB's bij de implementatie van een gezondheidsbeleid in de scholen. Hij participeert intern aan het uitwerken van de trajectbegeleiding en is extern actief in netoverschrijdende werkgroepen.
15
3.7 Preventiedienst
De preventiedienst bestaat uit 14 afdelingen (1 afdeling = 2 scholengroepen) met één preventieadviseur per afdeling. Op het niveau van de scholen is voor elke school een contactpersoon aangesteld met een basisvorming veiligheid. De preventieadviseur staat in voor advies, controle, opleiding en uitwerken van methodes en attitudes inzake veiligheid en welzijn. Via http://portaal.g-o.be (centrale diensten - stafdiensten - preventiedienst) vindt men rubrieken van het preventieregister (A tot E), aangevuld met de rubrieken FAQ (veelgestelde vragen), enkele nuttige links, preventiehandboeken en een rubriek Wetgeving. Bijkomende informatie is te verkrijgen op 02 790 93 34 (secretariaat).
16
4
Opleidings- en begeleidingsaanbod van de externe partners
4.1 Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG)
Het VIG is het multidisciplinaire expertisecentrum dat strategische visie, kwaliteitsadvies en vorming biedt voor professionals in gezondheidspromotie. Het heeft onder meer de opdracht om methodieken uit te werken voor het realiseren van veranderingsprocessen die moeten leiden tot de oplossing van een specifiek gezondheidsprobleem of tot betere gezondheid in het algemeen. Het doet dit o.a. vanuit een setting- of doelgroepgerichte invalshoek (onderwijs, lokale gemeenschappen, kansarmen) of vanuit een thematische invalshoek (tabakspreventie, preventie van ongevallen in de privésfeer, voeding en gezondheid). Met het VIG beschikt de overheid over een betrouwbaar uitvoeringsorgaan in de sector van de gezondheidsbevordering als onderdeel van de preventieve gezondheidszorg. Omgekeerd fungeert het VIG voor de voorzieningen en de Logo's (Lokaal gezondheidsoverleg) als een aanspreekpunt en ‘gezicht’ van de gezondheidspromotie in Vlaanderen en van de internationale contacten voor de sector. www.vig.be Het GO! doet een beroep op het VIG voor de inhoudelijke ondersteuning en procesbegeleiding van de methodiek (opzetten van een gezondheidsbeleid op school, bovenschoolse procesbegeleiding), het uitwerken van het algemeen gezondheidsbeleid op schoolniveau en de thema’s 'gezonde voeding', 'tabakspreventie' en 'veiligheid'. Op het niveau van de koepelorganisaties en bovenschoolse organisaties verstrekt het VIG advies via deelname aan werkgroepen en de medewerking aan de trajectbegeleiding van de ankers vanuit scholengroepen en CLB's.
17
Via het Centrum voor Nascholing kunt u inschrijven voor de volgende opleidingen: x x x x x
Werken aan een gezondheidsbeleid op school: van leren naar stimuleren (1,5 dag) Projectmatig werken aan gezondheidsprojecten op school: vakoverschrijdend werken in de praktijk gezet (3 dagen) Als de rook uit je school is verdwenen: werken aan effectieve tabakspreventie op school (1 dag) Feel Free: rookstopbegeleiding van leerlingen (1dag) Naar een geïntegreerd voedings- en beweegbeleid op school: de actieve voedingsdriehoek in de schoolpraktijk (1 dag)
Deze vormingen zijn ook mogelijk op maat en op vraag van scholengroepen, scholengemeenschappen en CLB's. Uit de beschikbare materialen selecteerde het GO! twee cdroms die aan alle scholen werden toegestuurd: x x
“(W)eet je alles?”, met een draaiboek voor het uitbouwen van een voedingsbeleid op school en didactisch materiaal over gezonde voeding voor 12- tot 18-jarigen; “Niet roken, mijn vrijheid”, met een draaiboek voor een rookbeleid op school en didactisch materiaal voor tabakspreventie voor 12- tot 14-jarigen.
Het VIG staat samen met andere partners ook in voor acties in scholen: x x x x
Tutti Frutti: het schoolfruitproject voor basis- en secundaire scholen (i.s.m. Logo’s); Fitte school: totaalconcept voor de concrete uitbouw van een voedings- en beweegbeleid op school (i.s.m. SVS, Nice); Schoolsnakker: werken met de leerlingenraad aan een dranken- en tussendoortjesbeleid in de secundaire school (vanaf nov. 2007, i.s.m. Logo’s, CLB's); Wedstrijd Rookvrije klassen voor eerste graad SO (i.s.m. Logo’s).
4.2 Rode Kruis-Vlaanderen
Rode Kruis-Vlaanderen is wereldwijd actief en solidair met andere Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen bij rampen en conflicten en biedt hulp op langere termijn in landen waar veel armoede heerst, waar er weinig medische voorzieningen zijn of waar het onderwijssysteem onvoldoende uitgebouwd is.
18
Om de eerstehulpcapaciteit van de bevolking te versterken, richt het Rode Kruis zich op het onderwijs. Eerste hulp werd ondertussen ook geïntegreerd in de lerarenopleiding: begin dit jaar werden al 100 docenten van hogescholen met een lerarenopleiding opgeleid tot volwaardige lesgevers eerste hulp. Jeugd Rode Kruis (JRK) heeft als missie de Rode Kruisgedachte te verspreiden bij kinderen en jongeren via de eigen lokale afdelingen, jeugdorganisaties en scholen. JRK ontwikkelde heel wat lespakketten, ook speelse pakketten of projecten, waarmee men op school of in de jeugdorganisatie aan de slag kan. JRK zet zich in om de bereidheid en vaardigheden tot helpen bij kinderen en jongeren te ontwikkelen en te stimuleren, werkt aan de gezondheid en de menselijke waardigheid, ijvert voor wederzijds begrip, vriendschap en blijvende vrede en komt op voor de meest kwetsbaren. www.rodekruis.be Het GO! doet een beroep op het Rode Kruis-Vlaanderen om een betere kennis van eerste hulp en meer sociaal engagement bij binnen- en buitenlandse hupacties bij te brengen. Materialen die het Rode Kruis-Vlaanderen binnen dit kader maakt, zullen verstuurd worden naar de CLB's. De organisatie zal ook methodische en inhoudelijke ondersteuning bieden aan scholen bij hun educatieve opdracht en het opzetten van een hulpbeleid en acties op schoolniveau. Het Rode Kruis-Vlaanderen organiseert specifiek verkorte opleidingen voor het personeel van het GO! Na een geslaagd examen tijdens de opleidingsdag zelf, krijgt men hiervoor de respectieve brevetten. Via het Centrum voor Nascholing kunt u inschrijven voor de volgende opleidingen: 1. Eerstehulpinitiatie voor leerkrachten (4 u). Geen brevet 2. Turbo opleiding Eerste hulp (1,5 dag) 3. Turbo opleiding Helper (1,5 dag) 4. Gecombineerde Turbo opleiding Eerste Hulp + Helper (3 dagen). Na een geslaagd examen de dag zelf bij opleidingen 2, 3 en 4 krijgt u het brevet Eerste hulp, brevet Helper of beide brevetten (5 jaar geldig). 5. Lesgever Eerste Hulp Onderwijs (4 dagen) Na een geslaagd examen tijdens deze dagen krijgt u alle vernoemde brevetten en het brevet Lesgever Eerste Hulp
19
Onderwijs. Hiermee mag men alle eerstehulpcursussen geven (geldig zolang bijscholingen worden gevolgd).
4.3 Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV)
De Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) werd in 1990 bij decreet opgericht door het Vlaams Parlement. De toenemende mobiliteitproblematiek maakte het immers noodzakelijk om meer mensen te vormen op het vlak van verkeerskunde. Verkeers- en mobiliteitseduactie is daar een belangrijk onderdeel van. Wie vandaag de jongeren sensibiliseert voor een verantwoorde vervoerkeuze en een correct verkeersgedrag, legt de basis voor een duurzame mobiliteitsontwikkeling. In 1993 werd binnen de VSV de Stuurgroep Onderwijs opgericht, een overlegplatform met verkeers- en onderwijsdeskundigen die dagelijks met verkeers- en mobiliteitseducatie bezig zijn: onderwijsverstrekkers, belangenverenigingen, vertegenwoordigers van de overheid en andere organisaties. De Stuurgroep Onderwijs stimuleert praktijkgerichte verkeers- en mobiliteitseducatie in Vlaanderen. Daarvoor ontwikkelt de VSV onder andere handleidingen voor leerkrachten, politie en verkeersouders en organiseert hij nascholingen voor deze doelgroepen. De VSV ontwikkelt ook zelf nieuwe initiatieven en geeft goede praktijkvoorbeelden in Vlaanderen een groter draagvlak. www.verkeerskunde.be De scholen van het GO! kunnen een beroep doen op VSV om binnen hun muren de verkeers- en mobiliteitseducatie en -aanpak mee uit te werken. Via het Centrum voor Nascholing kunt u inschrijven voor de volgende opleidingen: x x x
Fietspooling (aangepast per school); Praktijkgerichte verkeers- en mobiliteitseducatie (VME) (1/2 dag); Schoolbereikbaarheidsplannen en schoolvervoerplannen (aangepast per school).
Meer info over deze opleidingen vindt u op www.go.be/gezondheid. De eerste twee opleidingen zijn bovendien gratis. Op de website vindt u onder 'Aanbod externe partners-VSV' ook meer info over een uitgebreid aantal materialen 20
waaronder werkboeken voor verkeers- en mobiliteitseducatie, ideeën voor het uitwerken van een verkeersdag/week en een Startboek Verkeersouders.
4.4 Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD)
De VAD overkoepelt het merendeel van de Vlaamse organisaties die werken rond alcohol, illegale drugs, psychoactieve geneesmiddelen en gokken, elk vanuit hun eigen invalshoek. Zij stemt de verschillende initiatieven rond registratie of onderzoek, preventieprogramma's, hulp op maat enz. op elkaar af. Cruciaal zijn vooral studie en onderzoek, de preventie- en hulpverleningsaanpak, vorming en beleidsvoorbereiding. Onderwijs is een van de maatschappelijke sectoren waarin de VAD actief aan preventie doet. www.vad.be Het GO! kan een beroep doen op regionale preventiewerkers die de individuele school ondersteunen bij het uitwerken van een drugbeleid. Elke school kan ook deelnemen aan de leerlingenenquête en ontvangt daarbij een rapport op maat van de school en een vorming. Bij de DrugLijn, een initiatief van VAD, kan iedereen (directeur, leerkrachten, leerlingen, ouders, …) terecht met zijn vragen over alcohol en andere drugs. Voor een anoniem, objectief en vertrouwelijk gesprek kan men bellen (078 15 10 20) of mailen via www.druglijn.be/contact. De VAD voorziet ook in een ruim aanbod aan didactische materialen. Meer info over deze materialen, opleidingen en de contactgegevens van de preventiewerkers vindt u op www.g-o.be/gezondheid - Aanbod externe partners - VAD.
21
4.5 Sensoa
Sensoa, het Vlaamse service- en expertisecentrum voor seksuele gezondheid en hiv, heeft vanuit de Vlaamse regering de opdracht de gezondheid te bevorderen op het vlak van relaties en seksualiteit, met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van leven van mensen met hiv. Een prioritair actieterrein is de relationele en seksuele vorming (RSV) van kinderen en jongeren. Deze vorming heeft tot doel kinderen en jongeren in staat te stellen zich te ontwikkelen tot volwassenen die seksualiteit en relaties zinvol kunnen integreren in hun leven; x kinderen en jongeren te ondersteunen in het verwerven van een seksuele en relationele moraal; x de preventie van seksuele risico’s. Deze doestellingen werden uitgewerkt in het concept 'Goede Minnaars' dat in samenwerking met het RSVwerkveld ontwikkeld werd. x
www.sensoa.be Om bovenstaande doelstellingen te realiseren, biedt Sensoa schooldirecteurs, leerkrachten, CLB-medewerkers en andere schoolondersteuners van het GO! materialen aan die kunnen gebruikt worden bij relationele en seksuele vormingsactiviteiten. De producten en materialen richten zich op het schoolbeleid (bv. het beleidsplan), de leerkracht of CLB-medewerker (bv. werkmappen) en ten slotte naar de leerlingen zelf (bv. Boekske vol Goesting, een Lief enz.). Via het Centrum voor Nascholing kunt u inschrijven voor opleidingen en vormingen op maat om de kennis en vaardigheden van tussenpersonen te vergroten. Ten slotte verleent Sensoa zijn deskundigheid en expertise aan externe initiatieven: ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal, opleidingen, conceptteksten, beleidsvorming e.a. Naast het specifieke aanbod voor de scholen en CLB's ondersteunt Sensoa ook ouders. Behalve voor de gratis gids ‘Praten met je kinderen over seksualiteit en relaties’ en de website kunnen geïnteresseerden ook een beroep doen op Sensoa voor het aanbod ouderavonden. Meer info over deze opleidingen en materialen vindt u op www.g-o.be/gezondheid - Aanbod externe partners sensoa.
22
4.6 Kinder- en Jongerentelefoon Vlaanderen vzw (KJT) “Onder het motto ‘niets te gek voor een goed gesprek’ staan we bij heel wat kinderen en jongeren bekend. Kinderen en jongeren mogen en kunnen ons voor om het even wat bellen, mailen, schrijven en met ons chatten. We nemen hen serieus.” Kinder- en Jongerentelefoon Vlaanderen vzw is er voor kinderen en jongeren met vragen en verhalen. Via onze hulp- en informatielijn 102 luisteren we naar de vragen en verhalen van kinderen en jongeren. Door deze specifieke werking beschikt KJT over een veelheid aan informatie over de beleving van kinderen en jongeren. Deze informatie gebruikt KJT om wat bij kinderen en jongeren leeft aan de maatschappij te signaleren, m.a.w. we geven kinderen en jongeren een stem in de maatschappij en bij de beleidsmakers. KJT gaat steeds uit van de kinderrechtenvisie. Die houdt in dat kinderen en jongeren - mits ze op een goede manier te woord worden gestaan - in staat zijn om zelf hun vragen en problemen te verwoorden en op basis van adequaat aangereikte informatie positieve stappen kunnen zetten. De Kinder- en Jongerentelefoon wordt gedragen door haar vrijwilligers. De gesprekken worden beantwoord en de vzw wordt bestuurd door daartoe opgeleide vrijwilligers. Iedereen die wil en kan, mag zich kandidaat stellen als vrijwilliger voor de Kinder- en Jongerentelefoon. Elke vrijwilliger krijgt eerst een opleiding met stageperiode en kan daarna van start met het echte werk. Kinderen en jongeren kunnen ons elke dag, behalve zonen feestdagen, van 16 uur tot 22 uur bellen op het nummer 102. Ze kunnen op elk moment van de dag mailen naar
[email protected] en kunnen op woensdagavond van 18 uur tot 21 uur chatten met een van onze medewerkers. www.kjt.org Scholen en leerkrachten, het onderwijs in het algemeen, zijn een onmisbare partner voor de Kinder- en Jongerentelefoon. Zij worden dagelijks geconfronteerd met vragen en verhalen van kinderen en jongeren. Een antwoord formuleren is niet voor elke leerkracht even vanzelfsprekend. De Kinder- en Jongerentelefoon zocht samen met het GO! naar een aanbod om hierop in te spelen.
23
De Kinder- en Jongerentelefoon biedt de scholen van het GO! x
x
x
x
Nieuwsbrief Viermaandelijkse uitgifte van een nieuwsbrief. Een nieuwsbrief van KJT behandelt steeds een specifiek thema, met aandacht voor enkele educatieve methodieken, bruikbaar in de klas. Deze nieuwsbrieven zijn vanaf januari 2008 te vinden in de lerarenkamer van elke school die een abonnement aanvraagt (meer info op www.g-o.be/gezondheid); Vorming Tijdens de schooljaren ‘07-’08 en ’08-’09 organiseren we voor directeurs en leerkrachten een basisvorming over KJT. Later wordt dit aanbod uitgebreid met vorming over thema’s waarmee de Kinder- en Jongerentelefoon vaak te maken heeft; Lespakketten KJT beschikt nu al over een beperkt aanbod aan lespakketten. Ze kunnen gratis gedownload of voor 2 euro besteld worden op www.kjt.org; Alle scholen ontvangen promomateriaal (affiches en stickers) voor de Kinder- en Jongerentelefoon.
4.7 Centrum ter Preventie van Zelfmoord (CPZ) Het CPZ is een pluralistische vereniging met als basisdoelstelling het voorkomen van zelfdoding. Het centrum baseert zijn werking op vier pijlers: x
x
x
24
Het wil met de Zelfmoordlijn 24 uur op 24 bereikbaar zijn voor mensen met suïcidale gedachten, mensen uit hun omgeving en nabestaanden. Door in anonimiteit actief en respectvol te luisteren, stimuleren de vrijwilligers de zelfredzaamheid van de oproeper en trachten zij samen met hem/haar het moment van crisis te overwinnen. Twee avonden per week is de Zelfmoordlijn ook online bereikbaar op www.zelfmoordlijn.be. Het CPZ staat in voor de deskundigheid van de vrijwilligers; Het wil het ruime publiek informeren en sensibiliseren om suïcidaal gedrag te herkennen, ernstig te nemen en bespreekbaar te maken. Het beschikt over een gespecialiseerde bibliotheek, houdt kleine en grote voordrachten voor een breed publiek en voert publiekscampagnes; Het wil de deskundigheid bevorderen van personen die vanuit hun functie geconfronteerd kunnen worden met suïcidaal gedrag. Voor diverse groepen werden al vormingspakketten ontwikkeld;
x
Het wil een bijdrage leveren aan het onderzoek naar suïcidaal gedrag en de preventie ervan.
De wisselwerking tussen de vier pijlers bepaalt de eigenheid van het CPZ en zorgt ervoor dat het een baanbrekende rol kan blijven spelen in de preventie van zelfdoding. Het centrum streeft ernaar zijn basisdoelstelling te bereiken in overleg en in samenwerking met de overheid en relevante partners, waarbij complementariteit het uitgangspunt is. www.zelfmoordpreventie.be Het GO! draagt bij tot het informeren en sensibiliseren om suïcidaal gedrag te herkennen, ernstig te nemen en bespreekbaar te maken. De scholen van het GO! krijgen hiervoor affiches en folders en bekijken samen met CPZ hoe ze de deskundigheid van directeurs, leerkrachten en CLB-medewerkers kunnen bevorderen wanneer ze met suïcidaal gedrag geconfronteerd worden. Leerlingen en leerkrachten krijgen ook informatie over hoe zij kunnen bijdragen aan onderzoek of taken over dit onderwerp kunnen uitwerken. Meer info vindt u op www.g-o.be/gezondheid - Aanbod externe partners - CPZ.
25
Colofon Stuurgroep Gezondheidsbeleid augustus 2007
Coördinatie Gezondheidsbeleid GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emmanuel Dethier E. Jacqmainlaan 20, 1000 Brussel
[email protected] 02 790 96 84
26