Aan de staatssecretaris van Infrastructuur & Milieu De heer J.J. Atsma Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG
Den Haag, 3 juli 2012
Betreft: Aanvullende sociale voorwaarden bij duurzaam inkopen overheden
Geachte Excellentie, In de kabinetsbrief van 16 oktober 2009 heeft de Nederlandse overheid de uitwerking van internationale sociale voorwaarden binnen het Duurzaam Inkopenbeleid toegelicht. i Hierin ligt ook de basis voor aanvullende sociale normen voor leefbaar loon/inkomen of eerlijke handel, die voor twee specifieke productgroepen gelden: (1) Catering (koffie en thee) en (2) Drankautomaten (koffie, thee en cacao). In juni 2011 is het Advies Duurzaam Inkopen van VNO-NCW, MKB-Nederland, MVO-Nederland, NEVI en De Groene Zaak aan u overhandigd.ii Dat advies bevat een aanbeveling om de aanvullende sociale normen voor ‘eerlijke handel’ en ‘leefbaar loon/inkomen’ op doelniveau te herformuleren “zodat producten die voldoen aan andere criteria met hetzelfde doel voor ogen ook aan de voorwaarden voldoen”.iii U heeft het advies omarmdiv en aangegeven “dat het met name erom gaat dat inkopers niet meer vooraf moeten kiezen en leveranciers met beide werkwijzen altijd aan de voorwaarden kunnen voldoen” v. U verzoekt de partijen waarmee u contact heeft gehad inzake dit vraagstuk hiervoor met een gedragen oplossing te komen. De Tweede Kamer heeft dit ondersteund en u gevraagd in juni 2012 de uitkomst te rapporteren. vi UTZ Certified, Max Havelaar en Rainforest Alliance willen allen duurzaamheid verder bevorderen. De organisaties hebben een gedragen voorstel voor een heldere en eenduidige implementatie van de aanvullende sociale normen van het Duurzaam Inkopenbeleid van de overheid voorbereid. Proces De afgelopen weken zijn de drie organisaties in gesprek gegaan, gefaciliteerd door Schuttelaar & Partners. Deze brief geeft een weerslag van de besproken oplossingsrichtingen en de keuze die de organisaties hierin samen hebben gemaakt.
1/6
Algemene uitgangspunten Gedurende dit proces is een aantal algemene uitgangspunten benoemd waar een oplossing aan dient te voldoen: De organisaties hebben de opdracht vrij letterlijk opgevat en zich gericht op de beleidssituatie die is ontstaan in de aanvullende sociale normen. Het betreft de keuze tussen de huidige ‘twee-routes’, leefbaar loon/inkomen (route 1) of eerlijke handel (route 2) die een inkoper vooraf dient te maken en een herformulering hiervan op doelniveau. Het advies gaat eveneens in op de consequenties voor het proces van toekenning van erkende keteninitiatieven.vii Het is cruciaal dat de oplossing begrijpelijk en makkelijk toepasbaar is voor de inkopers. Het kwalificatieproces van de keteninitiatieven door de Nederlandse overheid, de algemene sociale voorwaarden met daarin de fundamentele arbeidsnormen van de internationale arbeidsorganisatie (ILO), de mensenrechten vanuit de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de aanvullende sociale normen voor duurzaam inkopen inzake de werktijden (naar analogie van ILO conventie 1) en veiligheid en gezondheid op de werkplek (naar analogie van ILO conventie 155), beschouwen de organisaties als uitgangspunten van het Nederlandse Duurzaam Inkopenbeleid.viii In navolging van de joint statement van februari 2011 spreken de drie keteninitiatieven wederzijds erkenning, waardering en respect uit voor de standaarden van UTZ Certified, Fairtrade en Rainforest Alliance (SAN).ix Iedere standaard heeft een eigen ontstaansgeschiedenis, eigen accenten en geeft een andere invulling aan begrippen als ‘basic needs’, ‘living wage’ of ‘eerlijke handel’. x In navolging van het joint statement wordt er door de drie keteninitiatieven actief gewerkt aan het opzetten van samenwerkingen. Bij het opstellen van de oplossingsrichting is rekening gehouden met de internationale context en de internationale beleidskaders. Het meest recente arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft duidelijk gemaakt dat het niet meer de vraag is of duurzaamheid en eerlijke handel een plek mogen krijgen in openbare aanbestedingen maar hoe zij een plek kunnen krijgen.xi Uit het arrest blijkt dat de aanbestedende dienst zijn eisen duidelijk dient te formuleren via verwijzing naar onderliggende criteria en niet naar keurmerken of algemene termen die onvoldoende concreet zijn geformuleerd. Het Hof heeft aangegeven dat de sociale normen een plaats kunnen krijgen in de contractvoorwaarden. Aanvullend zegt het Hof dat dit ook in de gunningscriteria kan, hier zijn de drie organisaties echter geen voorstander van. Bij het opstellen van de oplossingsrichting is gebleken dat een aanvullende juridische toets aan de hand van de uitspraak van het Europese Hof in zaak C-368/10 op 10 mei 2012 wenselijk is. Inkooporganisaties kunnen op basis van de duurzaamheidambities van de eigen organisatie, en concrete prioriteiten hun inkoopbeleid uitvoeren xii.
2/6
Gezamenlijk doel De organisaties hebben allen als ambitie dat zij streven naar ‘sustainable livelihoods’ (duurzame leefomstandigheden). Daarbij zou sustainable livelihoods gedefinieerd kunnen worden als: Duurzame leefomstandigheden zijn gebaseerd op productiesystemen voor gewassen die verzekeren dat: arbeiders en boeren veilige en correcte werkomstandigheden hebben voldoende inkomen gerealiseerd wordt het land op een dusdanige manier gemanaged wordt dat de biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen behouden blijven de transacties in de leveranciersketen transparant zijn. Elke organisatie geeft volgens zijn eigen uitgangspunten en visie invulling aan de uitwerking van dit concept. Door deze gezamenlijke ambitie als basis te nemen voor de sociale normen van het Duurzaam Inkopenbeleid van de overheid, komen de drie organisaties ook tot een gedragen visie over de mogelijke verandering van het beleid. Het advies De organisaties adviseren de Staatssecretaris om de huidige situatie, die vereist dat inkopers als aanvullende sociale normen binnen de productgroep Catering en de productgroep Drankautomaten moeten kiezen tussen ‘leefbaar loon/inkomen’ of ‘minimumprijs en voorfinanciering (eerlijke handel)’, te veranderen door de aanvullende inkomensnorm als kernbegrip te kiezen en deze als volgt te omschrijven: ‘Het inkomen van boeren en werknemers in ontwikkelingslanden is door de levering van hun producten, toereikend om te voorzien in de basisbehoeften zoals voldoende voedsel, schoon water, huisvesting, kleding, scholing, gezondheidzorg, transport en energie (van een gemiddelde familie in het desbetreffende land).’ Bij deze aanvullende inkomensnorm is de volgende bijbehorende inspanningsverplichting gedefinieerd, die ook overeen komt met de generieke inspanningsverplichting die geldt voor alle normen: De koffie, thee en/of cacao leverancier spant zich in om een inkomensverbetering van boeren en werknemers – zoals gesteld in de aanvullende inkomensnorm - te realiseren en toont dit aan.1 Bedrijven (koffie, thee en/of cacao leveranciers) voldoen hier in ieder geval aan als zij zijn aangesloten bij een door de Nederlandse overheid gekwalificeerd keteninitiatief. 1
Zodra er een wijze van impactmeting is vastgesteld gebaseerd op ISEAL criteria wordt de inspanningsverplichting vervangen door een resultaatverplichting en luidt: ‘De koffie, thee en/of cacao leverancier realiseert progressie ten aanzien van het inkomen van boeren en werknemers (zoals gesteld in de aanvullende inkomensnorm) en toont dit aan’. 3/6
De organisaties stellen voor dat inkopende organisatie als invulling van de inkomensnorm een bepaling op dienen te nemen over de wijze waarop deze dient te worden ingevuld. 2 Hiervoor zijn drie opties: De inkopende organisatie kiest ervoor de inkomensnorm te operationaliseren met het principe ‘leefbaar loon/ leefbaar inkomen’. Of De inkopende organisatie kiest ervoor de inkomensnorm te operationaliseren met het principe eerlijke handel, concreet gemaakt via ‘minimum prijs en voorfinanciering. Of De aanvullende inkomensnorm wordt geoperationaliseerd doordat de inkopende partij koffie, thee en/of cacao vraagt en het aan de leverende partij zelf overlaat om een keus te maken tussen voldoen aan het principe ‘leefbaar loon/ leefbaar inkomen’, en/of voldoen aan het principe ‘minimum prijs en voorfinanciering (eerlijke handel)’. De organisaties adviseren de staatssecretaris om met name op de laatste optie een juridische toets aan de hand van de uitspraak van het Europese Hof in zaak C-368/10 op 10 mei 2012 uit te voeren. Volgens deze uitspraak moet de duurzaamheidvraag voldoende concreet worden geformuleerd. Nader onderzoek naar of deze formulering voldoende concreet is, is wenselijk. Daarnaast vinden de organisaties het belangrijk dat inkopers in staat worden gesteld een weloverwogen keuze maken en op de hoogte zijn van de consequenties van hun keuze. De organisaties stellen voor dat hier specifiek aandacht aan wordt besteed in een brochure voor inkopers. Kwalificatieproces van keteninitiatieven Kwalificatie van keteninitiatieven zal naast de eerder genoemde algemene sociale voorwaarden, plaatsvinden op basis van de hiervoor gestelde aanvullende inkomensnorm. Het aantonen van voldoen aan de aanvullende inkomensnorm kan plaatsvinden via: Het overleggen van alle elementen uit de huidige codes en programma's die volgens het keteninitiatief leiden tot een verbeterd inkomen, De aanwezige impactstudies, concrete maatregelen die het keteninitiatief zelf neemt, voorbeelden en praktijkverhalen die inkomensverbetering van boeren en plantage medewerkers laten zien. Verbeter de communicatie Het doel van de organisaties is om het aandeel duurzame koffie, thee en cacao te vergroten. Op dit moment is het percentage duurzame koffie, thee en cacao ingekocht door overheden onbekend. De eerste urgentie is om dit zo snel mogelijk op 100% te brengen, bij voorkeur vóór 2014. Hierin willen de organisaties de Staatssecretaris steunen bij zijn verantwoordelijkheid en
2
De overheid zal middels haar kwalificatieprocedure er op toezien dat het ten behoeve van haar duurzaam inkopen beleid, het daadwerkelijk tot operationalisering komt van de aanvullende inkomensnorm. 4/6
taak om beleid kenbaar te maken. Het beter uitleggen van de aanvullende sociale normen (opgesteld conform bovenstaand advies) richting de inkopende partijen achten de organisaties relevant. Het voorstel is dat de volgende communicatiemiddelen centraal staan: Een brochure waarin ieder initiatief helder en eenduidig uitlegt wat het is, om te zorgen voor 100% duurzame koffie en thee binnen de overheid. Een beslisboom die overheden ondersteunt bij de keuze uit bovengenoemde opties. Een voorbeeldtender die beschikbaar wordt gesteld waarin de juiste specificaties en kenmerken zijn opgenomen. Dit maakt het proces voor inkopers makkelijker om duurzaam in te kopen, geeft aanbieders meer duidelijkheid over wat er van ze verwacht wordt en zorgt voor een versnelling in het bereiken van het doel om 100% duurzaam inkopen te realiseren. Evalueer het beleid op eenduidige wijze Voor 2013 staat een evaluatie van het beleid gepland. De organisaties gaan er vanuit dat de impact van het overheidbeleid tijdens deze evaluatie centraal staat. Verwacht wordt dat daarbij de volgende onderwerpen specifiek worden meegenomen: Het percentage duurzame koffie, thee en cacao ingekocht door overheden; De ervaringen van de inkopers met duurzaam inkopen van koffie, thee en cacao; De effectiviteit van het Duurzaam Inkopenbeleid; De wijze waarop de kwalificatieprocedure van de keteninitiatieven plaatsvindt en hoe de keteninitiatieven getoetst worden aan de bovengenoemde aanvullende inkomensnorm. De organisaties geven aan dat er op dit moment internationaal binnen ISEAL volop discussie plaatsvindt over de wijze waarop impactstudies het best kunnen plaatsvinden. Deze kennis brengen de organisaties graag in. De organisaties stellen voor de binnen ISEAL gemaakte afspraken te volgen zodat wordt voorkomen dat er specifiek voor Nederland andere onderzoeksopzetten worden ontwikkeld dan er voor internationale impactstudies worden gevolgd. Tenslotte In deze brief is het gedragen voorstel voor een heldere en eenduidige implementatie van de aanvullende sociale normen van het Duurzaam Inkopenbeleid van de overheid toegelicht. UTZ Certified, Max Havelaar en Rainforest Alliance kijken uit naar een spoedige reactie van de Staatssecretaris. De drie organisaties danken Schuttelaar en Partners voor het begeleiden van het proces en streven er naar om de gezamenlijkheid vast te houden om zo verdere verduurzaming te realiseren. Hoogachtend,
Namens Rainforest Alliance, Marcel Clement
Namens Stichting Max Havelaar, Peter d’Angremond
5/6
Namens UTZ Certified, Han de Groot
Bronlijst
i
Brief van de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Ontwikkelingssamenwerking, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, betreft: Uitwerking internationale sociale criteria Duurzaam Inkopen; dd 16 oktober 2009. TK 2007-2008 30196 nr 82. ii Advies Duurzaam Inkopen: 11 aanbevelingen voor een ambitieuze aanpak met de markt. Advies aan Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. VNO-NCW, MKB-Nederland, MVO-Nederland, NEVI en De Groene Zaak juni 2011. iii Advies Duurzaam Inkopen: 11 aanbevelingen voor een ambitieuze aanpak met de markt. Advies aan Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. VNO-NCW, MKB-Nederland, MVONederland, NEVI en De Groene Zaak juni 2011. Aanbeveling 10, pagina 16. iv Brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, betreft: Advies Duurzaam Inkopen; dd 24 juni 2011. TK 2010-2011 30196 nr 141. v Ambtelijke mail; Verzoek Rijk aan betrokkenen Leefbaar Inkomen/Eerlijke Handel in Duurzaam Inkopen; dd 10 maart 2012. vi Verslag van Algemeen Overleg: Duurzame ontwikkeling en beleid; 7 maart 2012; Conceptverslag van een algemeen overleg: Duurzaam inkopen en palmolie; 14 februari 2012. TK 2011-2012 30196 nr 159. vii Handleiding Sociale Voorwaarden Duurzaam Inkopen, versie juli 2011. viii Brief van de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Ontwikkelingssamenwerking, aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, betreft: Uitwerking internationale sociale criteria Duurzaam Inkopen; dd 16 oktober 2009. TK 2007-2008 30196 nr 82, bijvoorbeeld uitgewerkt in ‘Brochure sociale Normen, Ministerie van I&M, te vinden op http://www.pianoo.nl/sites/default/files/documents/documents/brochuresocialenormen.pdf (geraadpleegd 29 mei 2012). ix Joint Statement Fairtrade, SAN/ Rainforest Alliance & UTZ Certified; R. Cameron, R. Dominguez, T. Whelan, H. de Groot; dd 14 februari 2011. x Te weten: Fair Trade: Handvest van Fair Trade beginselen; 2009; Rainforest Alliance: Living Wage Work Plan Version 2; 2011; UTZ Certified: Code of Conduct, For Tea Factories, Version 1.0; 2009; UTZ Certified: Code of Conduct, For Tea Farms, Version 1.0; 2009; UTZ Certified: Leefbaar Loon Knelpuntenanalyse; 2012; UTZ Certified: Code of Conduct, For Coffee, Version 1.2; 2010; UTZ Certified: Code of Conduct, For Cocoa, Version 1.0; 2009; UTZ Certified: Code of Conduct, For Cocoa, For Individual Certification, Version 1.0; 2009; UTZ Certified: Code of Conduct, For Cocoa, Version 1.0; 2009. xi Hof van Justitie EU, C 368/10 dd 10 mei 2012 (Europese Commissie/Nederland). xii Hof van Justitie EU, C 368/10 dd 10 mei 2012 (Europese Commissie/Nederland).
6/6