4 | Nieuw hoofd Medische Microbiologie Paul Savelkoul: meer preventie en persoonsgebonden diagnoses.
5 | 800 kilo ijs, penis-swabs en kostenbesparingen tijdens Pélerin Wetenschapssymposium.
6 | Er breken nieuwe tijden aan voor roostermakers met roosterplannings systeem Harmony.
7 | Blame-and-shame-free incidenten melden in Iris.
personeelskrant voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+ | 24 oktober 2012
|112 Bestuursvoorzitter Guy Peeters over de risico’s en uitdagingen van 2013:
“We moeten de zorg toegankelijk houden” Het gaat financieel goed met ons ziekenhuis. Dat is verheugend nieuws, beaamt bestuursvoorzitter Guy Peeters. “De ombuigingen hebben duidelijk effect gehad. We zijn geleidelijk financieel gezond geworden, maar het zijn en blijven onzekere tijden. Welk kabinet we ook krijgen, er komt beslist geen geld bij. Integendeel. De bezuinigingen op de zorg en onze academische functie gaan door. Dat geldt ook voor de bezuinigen op het wetenschappelijk onderzoek en de opleidingen. Als bestuur willen we daar tijdig op inspelen, vanuit een solide positie.”
Strategiediscussie en Centers of Excellence
Vaststaat dat de organisatie zal moeten veranderen, zegt Guy Peeters. “De huidige crisis dwingt ons daartoe en op zich is dat prima. Het is onze taak om de gezondheidszorg te optimaliseren. We moeten er met onze instelling voor zorgen dat de zorg toegankelijk blijft en de kwaliteit van de zorg op peil houden.” De eerste stap in die richting is de keuze voor meer academische zorg. Nu is ongeveer 40 procent complexe academische zorg en 60 procent basale zorg. “We willen naar 70 procent complexe academische zorg. Dat betekent dat we die basale zorg meer bij andere ziekenhuizen moeten gaan onderbrengen. Daar moeten we dus afspraken over maken en daarom willen we ons netwerk de komende tijd verstevigen.” Binnen die verdergaande academisering gaat het ziekenhuis zich in 2013 ook uitdrukkelijk verder specialiseren, kondigt
Lees verder op pagina 3
“We moeten er met onze instelling voor zorgen dat de zorg toegankelijk blijft en de kwaliteit van de zorg op peil houden”, aldus Guy Peeters.
Week van de patiëntveiligheid, het volledige programma Bij de lunch of High Tea je kennis over IRIS, ODIN en TRIPOD (wat is dat ook al weer?) opvijzelen? Leren van werkende ideeën in de praktijk, leren van elkaar in intervisie, weten hoe ver we zijn met VMS? Het kan allemaal in de week van de patiëntveiligheid. Bekijk hier het volledige programma.
IKC-bijeenkomst 12 november 2012 van 15.30 – 17.00 uur in de Greepzaal Intervisie na een incident
Maandag 12 november, Greepzaal - 14.00 - 14.30 uur: Werkende ideeën in de praktijk: presentatie door collega’s die patiëntveilige ideeën in de praktijk hebben gebracht. - 14.30 - 15.00 uur: Veiligheidsversnellers: uitreiking eerste exemplaar van het boek ‘Veiligheidsversnellers’ aan bestuursvoorzitter Guy Peeters (gemaakt door en voor ons ziekenhuis) - 15.00 - 15.30 uur: Werkende ideeën in de praktijk – vervolg.
- 15.30 - 17.00 uur: Interdisciplinair Klinisch Complicatieoverleg (IKC), onderwerp dit keer ‘Intervisie na een incident’. Donderdag 15 november - 12.00 - 13.00 uur, Greepzaal niveau 4: Lunchbijeenkomst ‘Instrumenten in het Maastricht UMC+ op het gebied van patiënt- veiligheid’; Wanneer maak ik een Irismelding? Wat is een TRIPOD? Wat is een FMEA en wat doet deze? Tijdens de bijeenkomst krijg je uitleg over de binnen onze organisatie gebruikte veiligheidstools. Inclusief gratis broodjeslunch! - 13.00 - 15.00 uur, terras niveau 4: Posterpresentatie over patiëntveiligheid binnen Maastricht UMC+. 15.30 - 16.30 uur, Flendrigzaal niveau 4: High Tea-bijeenkomst rondom de Patiëntveiligheidsinstrumenten in het Maastricht UMC+ (herhaling van sessie om 12.00 uur). Inclusief gratis High Tea!
Welke koers gaat onze organisatie varen? Dat is de kernvraag in de strategiediscussie die in mei 2011 van start ging. Eerder koos het Maastricht UMC+ voor een aantal topics op het gebied van patiëntenzorg, opleiding, onderzoek en onderwijs, te weten: chronische ziekten, oncologie, geestelijke gezondheidszorg, hart en vaat ziekten en public health / primary care. Gaandeweg werd duidelijk dat die thema’s verfijnd moeten worden en het Maastricht UMC+ scherpere keuzes moet maken. Na de eerste strategiediscussie in mei vorig jaar gingen werkgroepen daarom aan de slag met de vraag op basis van welke criteria die keuzes gemaakt moeten worden. Die criteria inspireerden ziekenhuis en universiteit tot het maken van wat de ‘houtkool-schets’ heet. Daarin wordt voorgesteld om Centers of Excellence aan te wijzen. Guy Peeters: “Als we goede keuzes willen maken in onze patiëntenzorg en onderzoek, dan moeten we helder hebben waar we een grotere rol in willen spelen. Daarnaast moeten we kijken naar de behoeften van deze regio. Je hebt een kritische massa nodig voor expertise. Met andere woorden: je moet voldoende patiënten hebben om die functie te vervullen. Daarbij zullen we focussen op de problemen in de regionale context, maar we willen op een aantal gebieden ook landelijk een rol spelen.” Inmiddels hebben ziekenhuis en universiteit 24 voorstellen voor Centers of Excellence ontvangen. De komende maanden gaan partijen zich daar over buigen en wordt met de mensen gesproken die voorstellen hebben ingediend. In het eerste kwartaal van 2013 wordt bekend gemaakt welke voorstellen worden gehonoreerd.
2 | summumgazet 112
Cartoon
5x5= veilig
Een hel der voor alle e handleidin g van Ma medewerkers ast richt UMC+
ie vers12 20
Persoonlijke benadering Faculteitsraad Faculty of Health, Medicine & Life Sciences Berichten uit de Faculteitsraad FHML september en oktober De raad FHML heeft in september 11 nieuwe leden geïnstalleerd. De decaan heeft de nieuwe raad van de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderzoek (Maastricht Health Campus) binnen de FHML op de hoogte gebracht. De herziening van de opleidingen en de onderwijsactiviteiten en de plannen rondom de Maastricht Health Campus zijn besproken.
negatieve effecten heeft opgeleverd. In de evaluatie meldt het Onderwijsinstituut FHML dat er een voorstel wordt voorbereid waarin de toetsing binnen de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen majeur wordt aangepast. De raad heeft gevraagd om in een zo vroeg mogelijk stadium te worden betrokken in de discussie over dit nieuwe toetsplan.
In oktober heeft de raad FHML de door de raad gevraagde evaluatie van de wijziging van de voorwaardelijke toelating tot het 2e jaar van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen besproken. De raad FHML wilde weten of deze wijziging mogelijke negatieve effecten op de voorwaardelijke toelating tot het 2e jaar had. Uit de evaluatie bleek dat de wijziging geen of nauwelijks
In november bespreekt de raad de plannen rondom de masteropleiding Geneeskunde Nieuwe Stijl. Het is de bedoeling dat deze herziene masteropleiding per september 2013 van start gaat. In oktober 2012 heeft de raad de concept begroting FHML 2013 besproken en van een positief advies voorzien.
De nieuwe Faculteitsraad FHML met v.l.n.r. Anouk klein Brink, Louise Kallen, Nick Davelaar, David Hageman, Steven Brandsma, Charlotte Nijskens, Hellen Steinbusch, Job Verdonschot, Ralf Henskens, Marie-Claire Kleinegris, Marigje Vernooij, Huibert Tange en Jonathan van Tilburg. Op de foto ontbreken: Marleen van den Boogaard, Iris Brummelhuis, Patricia Stassen, Julie Rosier en Pim Dassen (voorzitter en maker van de foto).
‘Ik ga altijd van mezelf uit. Hoe zou ik zelf behandeld willen worden? Het eerste contact met de patiënt is het belangrijkste, dan leg je de basis voor vertrouwen door middel van goede informatie en een persoonlijke benadering.’ Janine Goedmakers, sr. verpleegkundige C2 over Patiënt, regel 1: Ik geef patiënten altijd informatie die op hen is afgestemd en zorg dat de communicatie met hen zorgvuldig verloopt.
azM_Poster Janine Goedmakers 01_1.indd 1
30-08-12 16:14
Rectificatie citaat George Roox In de SUMMUM gazet-special Bewust Veiliger OG staat een fout in de tekst “Nooit meer zomaar een dossier inkijken”. De zin “Ik zal bijvoorbeeld nooit meer een dossier inkijken van een patiënt die ik niet in behandeling heb” (midden eerste kolom) zou de indruk kunnen wekken dat dit vroeger wel gebeurde. Dat is zeker niet het geval. De tekst had moeten luiden: “Ik zal bijvoorbeeld nooit een dossier inkijken van een patiënt die ik niet in behandeling heb”.
Verpleegkundige Adviesraad
Oepsss… Vorige week zag ik op uitzending gemist de aflevering van Zembla over ‘Het vieste ziekenhuis van Nederland’. Ik zie ze zo lopen, de collega’s die in de nachtdienst een T-shirt met lange mouwen aantrekken, omdat het zo fris wordt rond een uur of vier ‘s morgens. Maar dan wel de hele nacht van patiënt naar patiënt lopen met die lange mouwen (je vraagt je af waar die aan het eind van de dienst allemaal langs geveegd hebben…). De dokter die dat mooie horloge omhoudt ook al hangen overal bordjes ‘sieraden af’. Die collega die haar trouwring niet af doet omdat ze bang is hem kwijt te raken. Ondertussen liften er kolonies bacteriën met al die mensen mee die bij patiënten afstappen en voor kruisbesmetting zorgen. Even mevrouw in haar stoel zetten en dan weer snel terug naar haar buurman om zijn infuus op ‘waak’ te zetten. Oh oh vergeten om de handen te desinfecteren, maar ja is dat nu echt nodig? Dus wel.
Zulke mensen werken ook in het Maastricht UMC+. Ik hoop alleen dat er ook andere mensen werken namelijk, de mensen die zeggen: “Desinfecteer je handen voor je eigen veiligheid en die van je patiënten”. “Mooi horloge, maar stop het maar in je tas, de klok hangt boven de deur”. “Die ring zou ik maar veilig opbergen, die beestjes er om heen wil je niet mee naar huis nemen”. Zeg je niks, dan doe je net zo hard mee als al die overtreders. Spreek één iemand aan die zich niet aan de regels houdt. Wanneer we dat allemaal doen, is ons ziekenhuis zeker niet het vieste van Nederland. Na twee keer waarschuwen is het trakteren. Wel handen wassen voor en na het eten natuurlijk. Smakelijk! Samen op weg naar Beter, Esther Lacko, Voorzitter VAR
3 | summumgazet 112
doen. Ik vind dat we meer maatschappelijk gedreven moeten zijn.”
Vervolg van pagina 1 Guy Peeters aan. Dat is een keuze die het ziekenhuis met de universiteit in UMC+ verband maakt. “In totaliteit kunnen we als ziekenhuis nauwelijks groeien, maar we kunnen wel op onderdelen groeien. Daarom moeten we keuzes maken. Het is belangrijk om heel goed voor ogen te hebben waar we goed in zijn, zowel in de (preventieve) zorg als het onderzoek. Daarom kiezen we nu binnen het Maastricht UMC+ voor het aanwijzen van Centers of Excellence. We verwachten dat we in het eerste kwartaal van 2013 zo ver zijn.” [zie het kader] Over de afronding van de umc-vorming is Guy Peeters optimistisch. “De manier waarop we nu met de universiteit aan tafel zitten, stemt hoopvol. Het begint er op te lijken dat we een goed aansturingsmodel gevonden hebben. Daarin kiezen we in de top voor meer verwevenheid van ziekenhuis en universiteit.” In eigen huis gaat het ziekenhuisbestuur een aantal maatregelen treffen om de gewenste veranderingen te stimuleren en de overheidsbezuinigingen het hoofd te kunnen bieden. Deze maatregelen zijn in een Tactisch kader 2013 op een rij gezet. Een heel belangrijke maatregel is het omlaag brengen van de kosten, vertelt Guy Peeters. Zo is het de bedoeling dat de RVE’s en de staven en directoraten volgend jaar 2 procent bezuinigen. “We hebben de RVE’s, staven en directoraten gevraagd om daar zelf voorstellen voor te doen. Die voorstellen moeten wel passen binnen de brede keuzes die we als ziekenhuis maken.” Het Tactisch kader 2013 laat goed zien dat het ziekenhuisbestuur ook op andere manieren de kosten omlaag wil brengen. “We willen onze werkprocessen nog beter organiseren. Op een aantal plekken in het ziekenhuis lukt dat al heel goed. Waar we naar streven is dat dit ziekenhuisbreed gebeurt en onze werkprocessen bovendien
goed aansluiten bij onze omgeving. Daarom hebben we de methodiek Lean Six Sigma geïntroduceerd.” Lean Six Sigma wordt in het buitenland al met succes in de gezondheidszorg toegepast. Uitgangspunt vormt het idee dat werknemers zelf ideeën kunnen aandragen om de werkprocessen te verbeteren. Inmiddels worden tientallen medewerkers in het ziekenhuis opgeleid om als project(bege)leider de methodiek in de praktijk te brengen en collega’s daarbij te ondersteunen. “De methodiek is niet zonder meer bruikbaar in ons ziekenhuis, we zullen die zelf verder moeten ontwikkelen. Daarin past ook onze keuze voor een coachende stijl van leiding geven. Zo’n coachende leidinggevende lost niet alles op, maar stelt zijn medewerkers in staat om problemen mee op te lossen. Het betekent ook dat we mensen meer gaan aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid.” Het coachend leiderschap en de inzet van de methodiek Lean Six Sigma worden verder uitgebouwd in het nieuw strategisch HR-beleid. Ook dat beleid wordt in het Tactisch kader 2013 benoemd. “Het strategisch HR-beleid is wezenlijk voor de organisatie”, vindt Guy Peeters. “Het is belangrijk dat werknemers zich prettig voelen en aandacht krijgen. De toekomst is onzeker en daar moeten we mensen op voorbereiden. We moeten ze de tools geven om hun werk goed te doen. Ook leidinggevenden moeten toegerust zijn op hun taak en in staat worden gesteld om het beste uit mensen te halen.” Die taak is in de loop der jaren wel veranderd, vindt Guy Peeters. “Waar voorheen het voortbestaan van de organisatie als belangrijkste uitgangspunt gold, moeten we ons nu vooral sterk maken voor het toegankelijk houden van de zorg. Dat kunnen we niet alleen, dat moeten we samen met anderen
Dat is ook het standpunt van de NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra), zegt Peeters. Sinds 1 september is hij voorzitter van de NFU. In die rol overhandigde hij onlangs het nieuwe NFU-visiedocument aan P. de Bruijne, voorzitter van de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ). Het visiedocument maakt duidelijk dat de acht umc’s in ons land hun innovatiekracht willen aanwenden voor de maatschappij. De inzet van de
umc’s: de zorg in Nederland toegankelijk en betaalbaar te houden. Daartoe willen de umc’s de samenwerking nog verder versterken en tot een betere rolverdeling komen. Volgens Peeters helpt het NFU-voorzitterschap hem in zijn werk als bestuursvoorzitter in Maastricht. “Als we de zorg landelijk op deze manier benaderen, helpt mij dat ook om interne doelstellingen te bereiken. Daar ben ik van overtuigd.” Kijk voor het NFU-visiedocument ‘Samen verantwoordelijk’ op www.nfu.nl.
Hart en Vaat Centrum verhuisd
Op maandag 1 oktober opende het Hart en Vaat Centrum zijn deuren op de nieuwe locatie (niveau 1 aan de zuidkant van de serrehal, route 5). In het nieuwe Hart en Vaat Centrum worden behalve cardiologische en cardiothoracale patiënten ook de vasculaire patiënten van de afdelingen chirurgie, interne geneeskunde, neurologie en dermatologie op het spreekuur gezien. Verder zijn de volgende afdelingen verhuisd naar de nieuwe locatie: • Hartfunctie non-invasief*; • Circulatielaboratorium (behalve het research gedeelte);
• Functieafdeling van de Vaten • ECG-dienst (alleen voor de cardiologische en vasculaire patiënten)** Het Spreekuurcentrum inclusief planbureau poli HVC en alle bovengenoemde functieafdelingen gaan verder onder één naam: Hart en Vaat Centrum Maastricht. De officiële opening is gepland begin 2013. *Klinische echo’s worden verricht in de nieuwe echokamer op afdeling C3 (ruimtenummer 3D2.003). Klinische treadmills worden verricht in het nieuwe Hart en Vaat Centrum. **De ECG-dienst voor alle overige specialismen blijft op de huidige locatie.
Gezondheidsuniversiteit geslaagd Op 17 oktober vond het laatste college van de eerste collegereeks van de Gezondheidsuniversiteit plaats. De honderd deelnemers ontvingen uit handen van FHML-decaan prof.dr. Albert Scherpbier een ‘officieel’ certificaat.
Ook zette hij de initiatiefnemers van de Gezondheidsuniversiteit (Leo Föhr, Nandi Meijs en David Schmidt) en de tien tutoren in het zonnetje. De eerste collegereeks mag - grotendeels door hun inzet - met recht een succes worden genoemd,
gezien de enthousiaste reacties van de deelnemers. Ook de sprekers - prof.dr. Wout Lamers, prof.dr. Ton Gorgels, prof. dr. Geertjan Wesseling, dr. Hans Gramke, prof.dr. Onno van Schayck en prof.dr. Trudy vander Weijden - werden nog eens extra
bedankt. De deelnemers vulden na afloop een evaluatieformulier in. Op basis van de uitkomsten daarvan wordt besloten welk vervolg de Gezondheidsuniversiteit krijgt. Lees meer in SUMMUM gazet 111 en op www.gezondheidsuniversiteit.nl.
V.l.n.r. David Schmidt, Nandi Meijs, Leo Föhr, Fleur Boelhouwers, Maite Timmermans, Lotte Oosterbeek, Faizah van den Heuvel, Stephanie Meeuwissen, Rob van Gassel, Valerie Stegerhuis Zoe van Lierop en Jette van ’t Noordende kregen na aflop van het laatste college verdiend applaus. Tutor Noreen van der Linden kon niet aanwezig zijn bij het laatste college en ontbreekt op de foto.
4 | summumgazet 112
Prof.dr. Paul Savelkoul nieuw hoofd Medische Microbiologie
“Op naar meer preventie en persoonsgebonden diagnoses” ‘One size fits all’. Een principe dat in de klassieke geneeskunde nog weleens opgaat daar waar we het hebben over het voorschrijven van infectiebestrijdende geneesmiddelen. Niet meer als het aan prof.dr. Paul Savelkoul ligt. Sinds 1 augustus is hij het nieuwe hoofd van de afdeling Medische Microbiologie. Zijn komst gaat gepaard met een aantal stevige ambities als het gaat om preventie, persoonsgebonden diagnose en de introductie van vooruitstrevende moleculaire technieken. Hoewel de van origine Limburgse Paul Savelkoul zijn studie Medische Biologie in Utrecht volgde, een groot deel van zijn carrière in dienst was van het VUmc Amsterdam en van daaruit door het land zwierf, komt Maastricht toch al een aantal keren voor in zijn CV. Zo liep hij tijdens zijn studie stage in het toenmalige St. Annadalziekenhuis (om precies te zijn in het daarachter gelegen BioMedisch Centrum) en werkte hij na zijn promotie in de Veterinaire Microbiologie, ook enige tijd voor het azM. En nu, sinds 1 augustus, is hij weer terug als het nieuwe hoofd Medische Microbiologie. Savelkoul is gespecialiseerd in moleculaire microbiologie en verwacht daarmee in de komende tijd een interessante toegevoegde waarde te kunnen leveren voor Maastricht UMC+. En dan met name door de toepassing van moleculaire technieken oftewel onderzoekstechnieken op het niveau van DNA in plaats van de tot dusver meer gangbare technieken op basis van gekweekte bacteriën. Volgens hem een ontwikkeling waarmee veel sneller en preciezer diagnoses kunnen worden gesteld en de deuren naar een meer preventieve en persoonsgebonden wijze van gezondheidszorg geopend zijn. Savelkoul heeft naast zijn reguliere werkzaamheden een aantal specifieke aandachtsgebieden waarbij hij zijn expertise in de moleculaire microbiologie gaat inzetten. Moleculaire Epidemiologie is er daar een van. Hij onderzoekt hierbij onder meer hoe bacteriën overgedragen worden binnen en buiten het ziekenhuis en welke resistentie mechanismen een rol spelen bij het
voorkomen van de uitbraak en overdracht. Een ander aandachtsveld is Bloedbaan infecties. “Door de huidige methode van kweken duurt het vaak twee tot drie dagen om een complete diagnose te stellen. Dankzij een nieuwe techniek, waarbij dit alleen nog maar met DNA gebeurt en er geen kweek meer aan te pas komt, is het mogelijk om binnen twee uur precies te weten wat de patiënt heeft en welke behandeling optimaal is.” Het derde aandachtsgebied, en volgens Savelkoul zelf misschien wel met de meeste toegevoegde waarde voor Maastricht UMC+, is de Complexe Microbiële Flora. “Daarbij moet je denken aan onderdelen in het lichaam waar veel bacteriën bij elkaar leven die per individu specifiek zijn (bijvoorbeeld in de darmen). Zolang die flora in evenwicht is, beschermt dit de persoon. Zodra het evenwicht verstoort raakt, gebeurt er van alles in het lichaam waarvan we de oorzaken en gevolgen niet kennen. We weten immers niet wat bij die patiënt normaal aanwezig is. Patiënten worden nu met antibiotica behandeld; een ‘one size fits all’ middel waarvan we eigenlijk niet precies weten of dat in die situatie wel het juiste is. Met nieuwe technieken kunnen we op DNA-niveau binnen vier uur precies aangeven welke bacteriën waar zitten, welke goedaardig en ziekteverwekkend zijn, en welke verhoudingen tussen de bacteriesoorten optimaal zijn. Daardoor ontstaat een heel nieuwe vorm van diagnostiek waarbij we alleen de ziektemakende bacteriën uitschakelen en we dus veel specifieker en gerichter kunnen behandelen.
Prof.dr. Paul Savelkoul
Kortom, een meer persoonsgebonden diagnose die een behandeling op maat mogelijk maakt.” Aan de technologische mogelijkheden en middelen zal het in de toekomst dus niet liggen. Savelkoul: “Die zijn er volop. We zijn daarmee uiteindelijk veel beter in staat om te definiëren wat nu precies gezond is en vervolgens toe te werken naar die gezonde situatie op individuele basis. Preventie is
UM beste specialistische universiteit Volgens studenten is de Universiteit Maastricht de beste specialistische universiteit van Nederland. Dat blijkt uit het onderzoek De beste studies 2012, uitgevoerd door Elsevier in samenwerking met onderzoeksinstituut ResearchNed. De bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen van de UM wordt door hoogleraren als beste beoordeeld. Van de Universiteit Maastricht zijn 16 bacheloropleidingen beoordeeld, de meeste door zowel studenten als hoogleraren. Daarvan scoren er 9 bovengemiddeld: Geneeskunde, European Studies, International Business, Econometrics &
Operations Research, Economie, Fiscaal Recht, Fiscale Economie, Rechtsgeleerdheid en Liberal Arts & Sciences (University College). Gebaseerd op het percentage studenten dat tevreden of zeer tevreden is, zijn 12 UM-opleidingen in de top 3 geëindigd, waarvan 4 op de eerste plaats: Geneeskunde, International Business, Fiscaal Recht en European Studies. Elsevier heeft dit jaar voor het eerst ook resultaten voor de masteropleidingen gepubliceerd, waaronder 30 UM-opleidingen. Omdat niet alle opleidingen vergelijkbaar waren met andere masters, is slechts van 9 opleidingen een landelijke vergelijking gemaakt. Daarvan behaalden
er 7 een top 3 notering: Europese Studies (1), Psychologie (1), Geneeskunde (3), Econometrics & Operations Research (2), Nederlands Recht (3), Kunst- en Cultuurwetenschappen (3) en de research master Kunst- en Cultuurwetenschappen (2). In het onderzoek zijn in totaal 327 bacheloropleidingen en 287 masteropleidingen aan hogescholen en universiteiten met elkaar vergeleken. Ruim 170.000 bachelor- en masterstudenten beoordeelden hun eigen opleiding op de kwaliteit van het onderwijs en de docenten, de organisatie, de toetsing en de aanwezige faciliteiten.
heel belangrijk, zeker met het oog op de ouder wordende bevolking. Uiteraard is het niet iets wat over vijf jaar een feit is, maar Maastricht UMC+ is een uitermate geschikte omgeving van waaruit we de komende jaren hieraan kunnen werken. Er zijn al goede samenwerkingsverbanden met onderzoeksscholen en langlopende onderzoeken zoals bijvoorbeeld De Maastricht Studie. Bovendien wordt er goed samengewerkt met de GGD en de huisartsen in de regio waardoor de juiste onderzoekspopulatie bij de hand is en de gezondheidsketen compleet is.” Samenwerken is voor Savelkoul een belangrijk sleutelwoord. Door zijn achtergrond in de veterinaire sector beschikt hij over een interessant netwerk in de veeteelt en vleessector, een belangrijke bron die waardevolle informatie levert voor de humane sector. “En”, zo zegt hij zelf, “er ligt voor mij ook een taak om veel connecties te leggen en te onderhouden met andere ziekenhuizen en onderzoeksinstituten, landelijk, Europees en ook wereldwijd. De ontwikkelingen gaan wereldwijd razendsnel. Dus hoe meer samenwerkingsverbanden er zijn, hoe meer vooraan we in die ontwikkelingen zitten. Daar zijn onze patiënten bij gebaat.”
5 | summumgazet 112
Aimée Arits wint Pélerin Wetenschapsprijs
800 kilo ijs, penis-swabs en kostenbesparing in de zorg Zes genomineerden streden 10 oktober om de Pélerin-prijs tijdens het zeventiende Pélerin Wetenschapssymposium voor arts-assistenten. Aimée Arits van de afdeling Dermatologie won, met een flitsend verhaal over de behandeling van de meest voorkomende vorm van kanker. Doel van het Pélerin Wetenschapssymposium is jonge arts-onderzoekers te stimuleren en hen de gelegenheid te bieden hun wetenschappelijk onderzoek te presenteren. “Het is een hele eer om genomineerd te worden”, zegt Fleur Koene, vlak voordat het symposium begint. Zij zal dadelijk als eerste van de genomineerden haar onderzoek gaan presenteren. “Best wel stressvol”, zegt ze. Haar onderzoek behandelt onder meer de voor- en nadelen van het gebruik van penis-swabs bij het vaststellen van HPV, de meest voorkomende soa. Zo’n nominatie,
vindt Fleur, “is toch een bevestiging dat je goed bezig bent. Dat is altijd leuk om te horen.” En het staat goed op je cv, natuurlijk. Aimée Arits, de latere prijswinnaar, begint haar verhaal met een duidelijk statement: ook artsen hebben een verantwoordelijkheid in het terugdringen van de kosten in de zorg. Volgt een in hoog tempo uitgevoerde presentatie van haar onderzoek naar de effectiviteit en de kosten van de verschillende behandelmethoden van de meest
voorkomende vorm van huidkanker, het basaalcelcarcinoom. Conclusie, in lekentermen: die oude zalfjes werken niet slechter en zijn bovendien goedkoper dan een nieuwere, duurdere behandelmethode als fotodynamische therapie. Als alle genomineerden hun onderzoek gepresenteerd hebben, gaat het symposium na de pauze verder met een heel andere presentatie. Wim Hof, The Iceman, klimt, slechts gekleed in een kort broekje, in een transparante bak. Die bak wordt vervolgens volgestort met 800 kilo ijs, totdat alleen zijn hoofd nog zichtbaar is. Tijdens het symposium blijft hij 20 minuten in dat ijs zitten, maar zijn record is 1 uur en 52 minuten. Terwijl The Iceman met strakke blik voor zich uitkijkend in het ijs zit, vertelt dr. Wouter van Marken Lichtenbelt vanaf het spreekgestoelte op ontspannen toon over het wetenschappelijk onderzoek dat is gedaan naar de vraag: hoe is het mogelijk dat The Iceman zo lang in een bak met ijs kan blijven zitten? Bruin vet lijkt een rol te
spelen, en de opmerkelijke warmteproductie van Wim Hofs lichaam. Maar het definitieve antwoord is er nog niet. Op de website van The Iceman - die de toepasselijke titel Inner fire heeft - valt daarover het volgende te lezen: ‘Wim Hof heeft zichzelf geleerd hoe hij controle kan krijgen over zijn hartslag, ademhaling en bloedcirculatie. Dit wordt allemaal geregeld door het autonome zenuwstelsel. Normaal gesproken een onderdeel van het lichaam waar je geen controle over hebt, maar Wim heeft dat wel, net als de beheersing over zijn hypothalamus. Dat is een gedeelte in de hersenen dat de temperatuur regelt van het lichaam. Waar de lichaamstemperatuur van een ongetraind persoon levensgevaarlijk laag zal dalen door 1 uur en 52 minuten in een bak met ijsklontjes te gaan staan, blijft Wims temperatuur altijd rond de 37 graden. Misschien lijkt het bovennatuurlijk, maar [...]: “Wat ik kan, kan iedereen”.’ Het is inmiddels al negen uur ’s avonds als de symposiumgangers bestuursvoorzitter Guy Peeters in café Au Coin Aimée Arits horen uitroepen tot winnaar van de Pélerin Wetenschapsprijs. Aan die prijs is een bedrag van 5.000 euro verbonden. Niet te besteden aan een vakantie op de Bahama’s, maar aan de wetenschap, uiteraard! Lees meer over de Pélerin Wetenschapsprijs op www.pelerinsymposium.nl. Bekijk ook het filmpje op de home page van Intraspect. Meer over bruin vet op www.azm.nl, zoekterm ‘bruin vet’.
De genomineerden v.l.n.r. T. Brinkhuizen, M. Haeseker, F. Koene, winnares A. Arits, D. Keszthelyi en K. Wijnands.
Maastricht UMC+ in wereldwijde top 50 THE World University Rankings Maastricht UMC+ en Erasmus MC zijn als enige Nederlandse umc’s doorgedrongen tot de zogeheten Subject Ranking Top 50 Clinical, Pre-Clinical and Health Universities van de Times Higher Education (THE) World University Rankings 2012-2013. Maastricht UMC+ bekleedt plaats 49, het Erasmus MC staat een plaats hoger, op 48. Deze scores zijn gebaseerd op indicatoren over internationale uitstraling (percentage internationale staf en studenten) en onderzoekskwaliteit. Met name gaat het dan om wetenschappelijke citaties. “Indicatoren zijn weliswaar bedoeld om prestaties van instellingen inzichtelijk te maken en te verbeteren. Ze zijn niet in de eerste plaats bedoeld om te gebruiken voor ranglijsten. De waarde van ranglijsten als zodanig is dan ook betrekkelijk.
Toch lijken patiënten en publiek er waarde aan te hechten en er mede hun mening op te baseren over en keuze voor een bepaald ziekenhuis. Vanuit die optiek is een goede positie op een lijst belangrijk’, aldus bestuursvoorzitter Guy Peeters. “Een goede plek is een bevestiging dat je op de goede weg zit. Niet meer en niet minder.” Prof.dr. Albert Scherpbier, vice-bestuursvoorzitter Maastricht UMC+/ decaan FHML, valt hem bij: “Hoge scores op de wetenschappelijke citaties en internationale uitstraling vormen een bewijs van onze positie. Het is ook een compliment voor de onderzoekers en een bewijs van hun impact op de internationale wetenschap.” Meer op azm.nl > Nieuws en www.maastrichtuniversity.nl > Pers > Persberichten.
Harry Houben van de Technische Dienst (rechts op de foto) maakte de ijsbak waar The Iceman Wim Hof inzat.
6 | summumgazet 112
Harmony vervangt roosterplanningssysteem Time
“Vroeger deden we de planning met Ministeck” Er komen andere tijden aan voor de roostermakers en afdelingsplanners onder ons, want het nieuwe roosterplanningssysteem Harmony komt eraan. Eén druk op de knop is dan voldoende om – na het invoeren van de basisinformatie als bezettingseisen en medewerkerswensen – een rooster te maken dat 80 tot 90% van de afdelingsplanning genereert. Vanaf januari 2013 gaan acht pilotafdelingen met Harmony werken. Hoofdanaliste Serva Rozenhout deed als een van de eersten ervaring op met Harmony en is enthousiast. “Vroeger werkten bij het Klinisch Chemisch Laboratorium slechts veertig mensen. Allemaal fulltimers met allemaal dezelfde professionele kwalificaties. Toen maakte ik een 24-uurs werkplek- en dienstrooster voor zes weken. Een collega vertaalde dat naar een Ministeck-bord. Aanpassingen waren er nauwelijks”, blikt Serva Rozenhout terug. Het team groeide echter (naar inmiddels circa 170 in het Centraal Diagnostisch Laboratorium) en Serva ontwikkelde daarom een - toen nog eenvoudige - Excelsheet die, naarmate de afdeling groeide, continu werd uitgebreid en geperfectioneerd. Achtereenvolgens deden roosterplanningssystemen als WP3, Monaco en Time van SAP hun intrede, maar deze systemen werkten niet naar tevredenheid. Serva bleef dan ook stug doorwerken met Excel omdat ook Time de werkplekplanning niet aan kon. ”Iedereen heeft namelijk – naast verschillende kwalificaties – ook persoonlijke wensen en eisen vanuit deeltijdcontracten en cao-
verworvenheden als persoonlijke budgetten.” Dubbel en tijdrovend werk dus met het risico op fouten; niet meer van deze tijd. Gelukkig komt nu het roosterplannings systeem Harmony eraan. Als de basisinformatie is ingevoerd (werkplekken, bezettingseisen, kwalificaties, wensen medewerkers, enzovoort) is één druk op de knop voldoende om de planautomaat of de werkplekplanner in werking te stellen. Het rooster dat er dan uit komt rollen, genereert 80 tot 90% van de planning. “De rest is en blijft handwerk. Afstemming en knelpunten oplossen - zoals de planning in vakantietijd en op feest- en brugdagen - zal er altijd blijven,” weet Serva uit ervaring. In Harmony zit ook de mogelijkheid om van thuis uit digitaal wensen aan te geven en diensten te ruilen: Harmony Webacces. “Handig, maar omdat de planning niet
Serva Rozenhout is enthousiast over Harmony.
alleen moet passen bij de privéomstandigheden van de medewerkers, maar ook moet werken voor de afdeling, zal de roostermaker van de afdeling de consequenties van elke roosterwens en ruil moeten afwegen en al dan niet fiatteren.”
Laat je ideeën niet verwaaien in de wind
Momenteel wordt hard gewerkt aan de inrichting van de acht pilotafdelingen. De
overige afdelingen volgen gefaseerd en het streven is om 1 januari 2014 Harmony ziekenhuisbreed te hebben ingevoerd. Serva is enorm enthousiast, maar heeft ook nog één wens: “Harmony aanpassen met een koppeling op kloksystemen voor flexibele werktijden. Deze correcties moeten nu nog handmatig worden ingegeven en ook dat is eigenlijk niet meer van deze tijd”.
Voorlichtingsfilm over anorexia
maar laat ze weten op
[email protected]
Visie op zorg kijk ook op intraspect
Maastricht UMC+
Bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan presenteerde de unit Eetstoornissen van het Maastricht UMC+ 1 oktober jl. in een overvolle vergaderzaal in de Van Kleeftoren een voorlichtingsfilm over anorexia. De video geeft een beeld van de werkwijze van de unit en de manier waarop patiënten in het Gewicht Herstel Programma (GHP) kunnen worden behandeld.
Daarbij is het uitgangspunt dat de patiënt centraal staat, waardoor er altijd op maat gesneden behandelingen worden aangeboden. In de video vertellen psychologe Anouk Geilen, verpleegkundige Roger Thijs en vaktherapeute (Dans en Beweging) Amber Klop over hun werk. De film is te zien op www.mumc.tv en www.youtube. com/watch?v=LV9OIyWrYDc.
7 | summumgazet 112
Opleiden, Trainen, Oefenen bij brand
Met OTO de vaart in veiligheid houden Het zal je maar gebeuren: brand op de afdeling. Weten we met z’n allen - leidinggevenden én medewerkers - hoe we moeten handelen als er brand is? Kunnen we instaan voor de veiligheid? Met de cyclus Opleiden, Trainen, Oefenen (OTO) biedt de calamiteitenorganisatie van het azM aan afdelingen de mogelijkheid om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op een interne brand. Stel dat je niet weet hoe te handelen bij een brand, dan gaat cruciale tijd verloren. Je belt bijvoorbeeld niet onmiddellijk met toestel 1000. En in paniek vergeet je ook nog eens een handblusser mee te pakken waarmee je de dan nog kleine brandhaard had kunnen doven. Gevolg: het vuur grijpt om zich heen. Het gebeurde medewerkers van de GGZ-instelling Rivierduinen in Oegstgeest in maart 2011. Drie bewoners kwamen om het leven. Guido Penders, OTO-coördinator azM, haalt het animatiefilmpje van Rivierduinen erbij om te tonen hoe vlug brand uit de hand kan lopen. “De eerste minuten is de haard nog te bestrijden, maar daarna kan het razendsnel escaleren. Rookontwikkeling leidt tot levensbedreigende situaties en dan telt bij wijze van spreken elke seconde. Het duurt altijd even voor de bedrijfshulpverleners ter plaatse zijn, dus de medewerkers móeten direct in actie komen.” In overleg met de Raad van Bestuur en in het kader van het ziekenhuisbrede veiligheidsprogramma High5 stelde Guido Penders voor elke afdeling een OTO-cyclus op tot 2016. Die OTO-cyclus bestaat uit zes
activiteiten die gaan van e-learning en een afdelingsrondleiding (de ‘O’ van opleiden), via een basiscursus kleine blusmiddelen en een tabletop training (de ‘T’ van trainen) naar kleinere en grotere oefeningen met of zonder brandweer (de ‘O’ van oefenen). “Een afdeling met een hoge risicofactor als de intensive care doorloopt de hele cyclus”, legt Penders uit, “maar in een kantooromgeving volstaat in veel gevallen opleiden.” Als je uitgaat van zo’n 150 afdelingen en de OTO-planning ziet, besef je dat er bij wijze van spreken altijd wel ergens in het gebouw aan veiligheid wordt gewerkt. “Collega’s zijn zich daar vaak niet van bewust”, zegt Penders. “Want alleen als er een grote oefening met brandweer plaatsvindt, maken banners dat kenbaar. Chapeau trouwens voor de afdelingen die ondanks de grote werkdruk meedoen met de activiteiten. Wel kan het aantal deelnemers per afdeling omhoog. Mocht zich een ramp voordoen dan wil je natuurlijk dat zo veel mogelijk mensen zo goed mogelijk zijn voorbereid. Maar we zijn zeker op de goede weg.” ‘Reconstructie brand Rivierduinen’ is te
Weet jij wat je moet doen als er brand uitbreekt op de afdeling?
vinden op Youtube. Lees meer over wat te doen bij een calamiteit door in het SNEL NAAR-menu op de home page van Intraspect te klikken op ‘Calamiteiten’.
‘Blame-and-shame free’ incidenten melden in Iris Veiligheid is een zaak van ons allemaal. Om veilig werken dagelijks in de praktijk te brengen, werken we op basis van protocollen, werkwijzen en documenten die zijn vastgelegd in ODIN. Maar iedereen weet dat dingen soms anders gaan dan zou moeten, of als we zouden willen. Het is belangrijk dergelijke afwijkingen op te merken en te melden. Zodat we ervan kunnen leren en ervoor kunnen zorgen dat het een volgende keer wél goed gaat. Om die reden is in april Iris (Incident Registratie- en Informatiesysteem) geïntroduceerd. Iris ondersteunt het hele proces van melden, analyseren en afhandelen van incidenten. Het succes van Iris valt of staat met de bereidwilligheid van medewerkers om
daadwerkelijk zaken te melden. Randvoorwaarde daarbij is dat iedereen zich veilig genoeg voelt om meldingen te doen. Dat kan alleen als medewerkers zeker weten dat informatie uit de meldingen niet tegen hen wordt gebruikt of aan derden wordt verstrekt. Met andere woorden: melden moet ‘blameand-shame free’ zijn. In ODIN vind je een aantal documenten waarmee we dit waarborgen, te weten: • VIM: Het melden en afhandelen van en rapporteren over incidenten die patiënten medewerkerveiligheid betreffen (ODIN 000654) Deze procedure beschrijft de werkwijze van het melden en afhandelen van incidenten, bijna-incidenten en onveilige situaties.
• ‘Memo Veilig Melden in het azM’ (onderdeel van ODIN 000657) Deze procedure beschrijft hoe de privacy en de veiligheid van de melder is gewaarborgd als naast de patiënt en de zorgverlener(s) ‘derden’ betrokken worden bij de afhandeling van een incident. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het openbaar ministerie (OM) en klachteninstanties. • Klokkenluidersregeling (ODIN 022355) Er kan in uitzonderlijke gevallen sprake zijn van een ‘misstand’ binnen een afdeling, vakgroep, et cetera. Met een ‘misstand’ wordt bijvoorbeeld bedoeld: een strafbaar feit, schending van wet- en regelgeving, een gevaar voor de volksgezondheid, veiligheid of milieu, bewust
onjuist informeren van instanties of het bewust achterhouden, vernietigen of manipuleren van informatie over deze feiten. Deze procedure legt onder meer de regels vast die het azM hanteert om de medewerker (melder) rechtspositioneel te beschermen tegen de mogelijke nadelen van melden. Melden mag via de leidinggevende, maar kan ook bij een vertrouwenspersoon. • Leren van Incidenten (ODIN 003377) Het doel van het melden van (bijna-) incidenten is ervan te leren en de veiligheid voor patiënten en medewerker verder te verbeteren.
8 | summumgazet 112
Cursus omgaan met agressie en geweld Agressie in de zorg komt helaas steeds vaker voor. Vooral afdelingen als Spoedeisende hulp, Kinderafdeling, Psychiatrie, poliklinieken en de receptie/bewaking hebben vaak te maken met agressie. De afdeling Arbo biedt daarom de cursus ‘Omgaan met agressie’ aan. Tijdens de cursus ‘Omgaan met agressie’ leren medewerkers waardoor bepaalde reacties worden uitgelokt en op welke wijze je die kunt beïnvloeden. Cursisten leren de eigen spanning onder controle te brengen waardoor zij doelmatig kunnen handelen en de regie over de situatie kunnen behouden. Oefeningen tijdens de cursus zijn verdeeld in lichaamsgerichte oefeningen (die sturen op het beheersen van primaire reacties), ervaringsoefeningen (waarbij medewerkers leren uit de strijd te blijven) en oefeningen waarbij een trainingsacteur in de rol van de agressieve klant stapt.
De cursussen worden verzorgd door Gerard Castermans van EDU-Line. Met de leidinggevenden van de medische afdelingen zullen afspraken gemaakt worden zodat desgewenst een cursus op maat aangeboden kan worden. Meer
informatie via Gerard Castermans, E
[email protected] / gerard@ edu-line.nl en T 046 400 09 21, of via Yvette Stienen, stafmedewerker ARBO, E
[email protected]
In het nieuws Uitbreiding ‘AZM wordt dubbel zo groot’ luidde de kop in Dagblad De Limburger. Het Academisch Ziekenhuis Maastricht (AZM) investeert de komende jaren ruim honderd miljoen euro in nieuwbouw en verbouwing van het bestaande complex, schreef de krant in een niet helemaal accuraat artikel over de nieuwbouw op Randwyck. (19 september, regionale en nationale media)
SoundBite
Agressie en geweld in de zorg Een vrij recent onderzoek van de arbeidsinspectie (waarbij 705 werknemers binnen 204 zorginstellingen zijn geënquêteerd) geeft aan dat agressie in de zorg een omvangrijk probleem is: maar liefst 79% van het ondervraagde personeel heeft jaarlijks te maken met geweld of ongewenst / agressief gedrag. 14% wordt dagelijks met één of meer vormen van agressie geconfronteerd en maar liefst 24% wekelijks. De incidenten bestaan met name uit verbale agressie (96%), fysieke agressie (39%) en andere vormen (4%).
Horen met je kiezen behoort sinds kort tot de mogelijkheden dankzij een Amerikaanse vinding, met deze toepasselijke naam. Onlangs zijn als pilot in Maastricht UMC+ de vijf eerste Europese patiënten met het apparaatje uitgerust. Het is bedoeld voor patiënten die geen gewoon hoorapparaat kunnen dragen of die aan één kant doof zijn. (15 oktober, nationale en regionale media)
Top 50
Loop met je dokter: € 77.000 voor hart- en vaat projecten
185 wandelaars en 14 collega’s van het Hart en Vaat Centrum wandelden op 29 september jl. de vierde editie van Loop met je dokter. Het was een heerlijke dag, die in het teken stond van gezelligheid, enthousiasme en samenhorigheid.
een extra donatie van Preuvenetour, dat dit jaar haar lustrum viert, werd dit jaar in totaal € 77.000 opgehaald voor de strijd tegen hart- en vaatziekten. Alle wandelaars, collega’s en sponsors bedankt voor dit prachtige resultaat!
Op de dag zelf kon al een opbrengst van € 52.000 bekend worden gemaakt. Dankzij
Meer op Intraspect > Hart en Vaat Centrum en op www.loopmetjedokter.nl.
Wijziging openingstijden poliklinische ECG dienst De poliklinische ECG dienst (op de oude locatie) heeft vanaf woensdag 10 oktober gewijzigde openingstijden namelijk van 08.30-12.00 en van 13.00-17.00 uur.
Colofon
SUMMUM gazet is een gemeenschappelijke uitgave voor alle medewerkers van het Maastricht UMC+. Uitgever stafdienst Communicatie azM Hoofdredactie Liz Tans Eindredactie Ellen Kennes Redactieadres Postbus 5800, 6202 AZ Maastricht T 043 387 51 12 , F 043 387 51 14, E
[email protected]
Vaccin tegen vroeggeboorte? Het onderzoeksfonds van de internationale verzekeringsorganisatie AXA (het AXA Research Fund) heeft een beurs uitgereikt aan Sizzle Vanterpool voor haar promotieonderzoek. Onder begeleiding van prof.dr. Boris Kramer, hoogleraar Experimentele Perinatologie, gaat zij het verband onderzoeken tussen periodontitis (ontsteking van het tandwortelvlies) en vroeggeboorte. Doel van het onderzoek is een vaccin te ontwikkelen waarmee voorkomen kan worden dat schadelijke mondbacteriën een lokale infectie in de baarmoeder veroorzaken tijdens de zwangerschap, om zo uiteindelijk vroeggeboorte en perinatale sterfte te verminderen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat periodontitis kan leiden tot lokale infectie van de placenta, wanneer orale bacteriën bij tandvleesbloedingen via de bloedbaan in de baarmoeder terechtkomen. Vooral de bacterie Porphyromonas gingivalis (Pg) speelt hierbij een belangrijke rol. Mogelijk zijn zwangere vrouwen die onvoldoende immuun zijn voor deze orale bacteriën vatbaarder voor infectie van de placenta, waardoor zij een verhoogd risico hebben op vroeggeboorte en perinatale sterfte. Een zwangere vrouw met parodontitis heeft twee tot zeven maal meer kans op een vroeggeboorte of een kind met een laag geboortegewicht. Sizzle Vanterpool gaat een grote groep zwangere vrouwen volgen die bevallen in het Maastricht UMC+. Lees meer op www.azm.nl onder ‘Nieuws’ en op www.maastrichtuniversity.nl > Pers > Persberichten.
Artikelen Karin Burhenne / Jos van Cann / Jules Coenegracht / Gerard Castermans / Ellen Kennes / Esther Lacko / André Leblanc / Health Foundation Limburg / Silvia van de Put / Maria Rovers / Peter Swelsen / Monique Thienen / Maastricht University / Margot van Vlierden Basisvormgeving Zuiderlicht, Maastricht Foto’s Andrea Beckers / Pim Dassen / Appie Derks / Guido Penders / Alf Mertens / Engelbert Schins / Jonathan Vos / Danja Zurek
Maastricht UMC+ en Erasmus MC zijn als enige Nederlandse umc’s doorgedrongen tot de zogeheten Subject Ranking Top 50 Clinical, Pre-Clinical and Health Universities van de Times Higher Education World University Rankings 2012-2013 (THE). (12 oktober, regionale media)
Maastricht beste umc in AD Het Maastricht UMC+ staat aan kop van de ranglijst van de acht Nederlandse umc’s die 29 september door het Algemeen Dagblad is gepubliceerd. Het scoort gemiddeld het beste op de prestatie-indicatoren waarop de lijst gebaseerd is. In het verleden werden algemene en universitaire ziekenhuizen in één lijst ondergebracht. De afgelopen drie jaar stond het azM / Maastricht UMC+ steeds in de top-3 van de umc’s. (29 september, nationale media).
Spataderen Het Maastricht UMC+ start binnenkort, als zesde ziekenhuis wereldwijd, met een nieuwe pijnloze methode van cosmetische spataderbehandeling, de zogenoemde lijmmethode. De behandeling bestaat uit het afsluiten van de zieke stamaderen met een speciale weefsellijm. (27 september, regionale en nationale media).
Hartrevalidatie Te weinig patiënten krijgen hartrevalidatie aangeboden na een hartinfarct. Dit komt door factoren als gebrek aan kennis, motivatie en geld. Ook zijn de programma’s nog niet goed op elkaar afgestemd. Limburgse cardiologen gaan zich voor een project van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie inzetten om de (na)zorg voor patiënten met een hartinfarct verder te verbeteren, onder meer door het aanbieden van goede hartrevalidatie met extra aandacht voor psychische en sociale factoren. (27 september, nationale media) Cartoon Huub Verheijden Opmaak & Druk Schrijen-Lippertz, Voerendaal / Stein De volgende SUMMUM gazet verschijnt eind november 2012. Kopij moet uiterlijk 13 november binnen zijn bij de redactie.