BIJLAGE
BESTUURSRAPPORTAGE WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL 2014-3 Periode 01-01-2014 t/m 31-12-2014
VOORWOORD .................................................................................................................................................. 2 1 INLEIDING .................................................................................................................................................... 3 2 RAPPORTAGE IN ÉÉN OOGOPSLAG .............................................................................................................. 4 2.1 UITVOERING BELEID ............................................................................................................................................ 4 2.2 FINANCIËLE PROGNOSE ....................................................................................................................................... 4 3 ONTWIKKELINGEN ....................................................................................................................................... 6 4 RAPPORTAGE PER PROGRAMMA ................................................................................................................ 8 4.1 PROGRAMMA VEILIGHEID .................................................................................................................................... 8 4.2 PROGRAMMA WATERSYSTEMEN ......................................................................................................................... 12 4.3 PROGRAMMA AFVALWATERKETEN ...................................................................................................................... 18 4.4 BEDRIJFSVOERING ............................................................................................................................................ 22 5 FINANCIËLE RAPPORTAGE ......................................................................................................................... 25 5.1 EXPLOITATIE.................................................................................................................................................... 25 5.2 EXPLOITATIE PER BELEIDSVELD ............................................................................................................................ 30 5.3 DEKKINGSMIDDELEN ......................................................................................................................................... 31 5.4 RISICOMANAGEMENT ....................................................................................................................................... 33 5.5 FINANCIËLE POSITIE .......................................................................................................................................... 34
SUPPLEMENT I
ZUIVERINGSRENDEMENTEN ......................................................................................... 38
SUPPLEMENT II
PROJECTENLIJST ........................................................................................................... 41
SUPPLEMENT III
PROJECTENKAART ........................................................................................................ 43
SUPPLEMENT IV
P&C CYCLUS ................................................................................................................. 45
Voorwoord Voor u ligt de laatste bestuursrapportage van 2014. Naast de actuele beleidsontwikkelingen worden per programma de afwijkingen vermeld op de doelstellingen, de budgetten, het investeringsvolume en de kredieten. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2014 en het waterbeheerplan 2010-2015. In de rapportage worden verder nog de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering toegelicht. We sluiten de rapportage af met een financiële verantwoording. In de supplementen gaan we onder meer in op de zuiveringsrendementen en de lopende projecten. De (verlengde) bestuursperiode voor dit bestuur loopt ten einde. Op 18 maart 2015 vinden directe verkiezingen plaats – gelijktijdig met de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Door ons waterschap worden de partijen met kennis en publiciteit gefaciliteerd om de verkiezingen mede tot een succes te maken. Met de gemeenten vindt overleg plaats over uitvoeringstechnische aspecten. Op het gebied van waterveiligheid en het landelijke Deltaprogramma zijn er veel ontwikkelingen geweest. In september is het Deltaprogramma door de regering vastgesteld. Het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is in ontwerp gereed en wordt in 2015 door de regering bekrachtigd. Nieuwe inzichten en -normering hebben geleid tot het inzicht dat in dijkring 48 (nabij de grens met Duitsland) aanvullende maatregelen nodig zijn. Gezien de omvang daarvan hebben we dit onderwerp met succes landelijk weten te adresseren. Ook in de Duitse pers heeft dit onderwerp veel belangstelling gewekt. Het lijkt er op dat Duitsland zijn dijkenprogrammering in dijkring 48 meer urgentie gaat geven. Om de ‘awareness’ van het publiek voor waterveiligheid te vergroten, is een innovatief kunstproject met Daan Roosengaarde voorbereid. De wereldprimeur daarvan heeft ons waterschap. Op deze wijze geeft Rijn en IJssel invulling aan de oproep uit het OESO-rapport van begin 2014 om waterbeheer meer zichtbaar te maken voor het publiek. In het kader van onze maatschappelijke positie besteden wij aandacht aan cultuurhistorie en recreatief medegebruik. Actuele voorbeelden hiervan zijn de renovatie en herbestemming van het gemaal Oude Rijn (in stand houden van het gemaalcomplex als cultuurhistorisch erfgoed), de aanleg van fietspaden langs de Oude IJssel en het onderzoek naar het verruimen van de bedieningstijden van bruggen en sluizen op zon- en feestdagen. Ook dit jaar zijn er flinke uitdagingen om de beoogde besparingen te realiseren. Het management stuurt hier actief op en stelt zich kostenbewust op. Met het algemeen bestuur is afgesproken dat in bijzondere gevallen interessante business cases, die niet zijn begroot, toch voorgelegd kunnen blijven worden. Daarmee wil het bestuur voorkomen dat o.a. innovatieve oplossingen blijven liggen. Het winnen van alginaat uit afvalwater zou een dergelijke innovatieve investering kunnen worden. Met nieuwe manieren van (samen-) werken willen we op de kosten in de uitvoering besparen en de participatie van onze stakeholders vergroten. We zoeken naar samenwerking op verschillende taakvelden en -schalen tegelijk (multischaligheid). Voorbeelden daarvan zijn de gesprekken met betrokkenen over het onderhoud aan kleine watergangen, het in overleg met de industrie en kennisinstellingen terugwinnen van grondstoffen en energie bij de RWZI’s en de shared services met andere waterschappen. Voor wat betreft het laatste zijn in december door middel van een compact ‘dashboard’ de eerste resultaten van de samenwerking op het gebied van ICT, personele zaken, inkoop en (niet-operationele activiteiten bij) zuiveren van afvalwater aan het bestuur gepresenteerd. vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
2
De nieuwe samenwerkingsvormen stellen nieuwe eisen aan de programmering van onze activiteiten, omdat we onze beleidsdoelen vaker koppelen aan die van anderen. Er is sprake van een nog steeds voortdurende economische en financiële crisis, waarvan de gevolgen voelbaar zijn. Binnen en buiten het waterschap dalen inkomsten en worden uitgaven naar beneden bijgesteld. Bij de voorbereiding van de perspectievennota bleek dat er door de economische crisis onzekerheden zijn in de ontwikkeling van de belastingopbrengsten. De komende jaren blijven we scherp op de kostenontwikkeling. Samen met de in 2013 vastgestelde watervisie vormt dit het kompas voor onze opstelling naar stakeholders. Wij vertrouwen erop dat u met deze rapportage voldoende inzicht krijgt in de besturing van Waterschap Rijn en IJssel.
1 Inleiding Jaarlijks stelt het algemeen bestuur in november de begroting van het jaar daarop vast. Verantwoording vindt plaats in bestuursrapportages en uiteindelijk in de jaarverslaglegging. Met de bestuursrapportages beogen we tussentijds vast te stellen of we met de uitvoering van de begroting op koers liggen.
1.1. Leeswijzer In hoofdstuk 2 presenteren we eerst een ‘rapportage in één oogopslag’ waarin we, naast afwijkingen in uitvoering van beleid, ook de prognose en benutting van het exploitatiebudget en het geprognosticeerde netto-investeringsvolume vermelden. De belangrijkste externe ontwikkelingen en de mogelijke effecten daarvan op het beleid en de bedrijfsvoering van het waterschap worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 gaan we per programma eerst in op actuele beleidsontwikkelingen. Dit geeft perspectief aan de vervolgens weergegeven prestaties, die in de verslagperiode zijn gerealiseerd. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2014 en het waterbeheersplan 2010-2015. Verder beschrijven we in dit hoofdstuk de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering. Hoofdstuk 5 bevat de financiële rapportage over de afgelopen periode. Naast het verwachte resultaat schenken wij hier ook aandacht aan de belastingopbrengsten. De bestuursrapportage sluiten we af met een viertal supplementen (zuiveringsrendementen, lopende projecten, projectenkaart en de P&C-cyclus).
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
3
2 Rapportage in één oogopslag 2.1 Uitvoering beleid De uitvoering van beleid verloopt conform de planning in de begroting. Voor twee doelstellingen binnen de programma’s Watersystemen en Afvalwaterketen, is dit niet het geval. Programma:
doelstelling:
Watersystemen
Oppervlak beheersgebied waar GGOR is vastgesteld (%)
Afvalwaterketen
Aantal afvalwaterakkoorden met gemeenten
Voor een toelichting op de ontwikkelingen met betrekking tot de doelstellingen binnen de programma’s, verwijzen we naar hoofdstuk 4. 2.2 Financiële prognose De initiële begroting 2014 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 3,24 mln. Op basis van de thans voorliggende bestuursrapportage bedraagt het verwachte resultaat over 2014 afgerond € 3,13 mln. negatief. Een voordeel van € 0,11 mln. ten opzichte van de initiële begroting. Ten opzichte van de vorige bestuursrapportage een nadeel van afgerond € 0,1 mln. Verwacht resultaat (bedragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
81.271
41.718
39.553
Dekkingsmiddelen
78.030
39.284
38.746
Begroting 2014
-3.242
-2.434
-808
Verwacht resultaat BURAP 2014-1
-3.242
-2.434
-808
1.148
778
370
Kapitaallasten Personeelskosten
0
0
0
Overige kosten
-201
-109
-92
Belastingopbrengsten
-738
-184
-554
-3.033
-1.949
-1.084
Kapitaallasten
114
131
-17
Personeelskosten
242
236
6
Verwacht resultaat BURAP 2014-2
Overige kosten
1.342
538
804
Kwijtschelding
-442
-332
-111
Incidentele last voormalige RWZI Borculo
-1.072
-1.072
0
Voorziening natuurterreinen
-150
0
-150
Belastingopbrengsten
-132
-380
248
-3.132
-2.828
-304
Verwacht resultaat BURAP 2014-3
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
4
Per programma geven we hieronder de prognose van de exploitatie ultimo 2014 weer. Totaal overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Begroting 2014
Programma Veiligheid Watersysteem Afvalwaterketen Totaal
4.583 34.970 41.718 81.271
Prognose afwijking Prognose t.o.v. Burap 2014 2014-2 begroting 0% 4.573 4.584 -3% 34.691 34.040 41.049 40.457 -3% -3% 80.324 79.070
Naast het ingezette pakket structurele bezuinigingsmaatregelen sturen we volop op de kosten terwijl de opbrengsten (o.a. belastingen) sterk in beweging zijn.
Voor de onderhanden en nieuwe projecten werken we met een netto-investeringsvolume. Onderstaande tabel geeft de prognose van dit volume in 2014 weer t.o.v. de begroting. Totaal overzicht prognose netto-investeringsvolume 2014 bedragen x € 1.000
Prognose 2014 (netto) Veiligheid 4.250 5.030 Watersysteem 10.000 10.400 Afvalwaterketen 7.200 6.200 Totaal 21.450 21.630 Vaarwegbeheer *) 200 *) In de begroting 2014 is voor Vaarwegbeheer geen investeringsbedrag geraamd. De investeringskosten worden gesubsidieerd in de vorm van een jaarlijkse bijdrage in de kapitaallasten. Programma
Begroting 2014 (netto)
Voor een toelichting op de prognoses verwijzen we naar de rapportage per programma in hoofdstuk 4. Vaarwegbeheer De prognose van de netto-uitgaven van de projecten Vaarwegbeheer in 2014 is € 0,2 mln. Het project Renovatie sluis Doesburg is volop in uitvoering en loopt door tot 2015.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
5
3 Ontwikkelingen Waterschapsverkiezingen De voorbereidingen voor de waterschapsverkiezingen zijn in volle gang. Er is vooral veel afstemming (geweest) met de gemeenten in ons gebied. Aanmelding van kandidaten kan tot 2 februari 2015; de meeste groeperingen hebben zich reeds voor de jaarwisseling aangemeld. Communicatie We kiezen voor een aanpak die laat zien dat het ertoe doet dat de burger gaat stemmen. Met interviews van ‘gewone’ mensen. Deze verhalen verschijnen op schrift (verkiezingskrant, flyer, poster) en we maken filmpjes voor social media en de website. Voor groeperingen zijn deze verhalen interessant om aan te haken en hun visie op het genoemde onderwerp te etaleren. Uitslag Woensdag 18 maart om 21.00 uur sluiten de stembussen en worden de stemmen geteld. De volgende dag om 13.00 uur maakt de voorzitter van het centraal stembureau de uitslag op lijstniveau bekend. De gemeenten leveren de definitieve uitslagen uiterlijk 20 maart aan. Het centraal stembureau van het waterschap stelt de definitieve uitslag op naamniveau maandagochtend 23 maart om 10.00 uur officieel vast tijdens een openbare zitting. PAS - stand van zaken Veel natuurgebieden in Nederland met de status Natura(N)-2000 hebben een te hoge stikstofbelasting. Om (economische) ontwikkeling in de omgeving van die gebieden toch mogelijk te maken is in Nederland de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ontwikkeld. Daarin worden allerlei omgevingsfactoren, zoals ook de waterhuishouding, geoptimaliseerd waardoor een beperkte toename van stikstofbelasting acceptabel wordt. In ons beheersgebied liggen acht N2000-gebieden; voor zeven daarvan is de PAS van toepassing. Voor deze is de watersituatie onderzocht. De aanpassing van de lokale waterhuishouding worden ‘water-PAS’-opgaven genoemd. Die zijn onderdeel van de beheerplannen voor de gebieden. Het Rijk is verantwoordelijk voor de PAS en heeft het maatregelenpakket op 10 januari 2015 ter inzage gelegd. Wij hanteren voor het uitvoeren van de PAS-maatregelen het veroorzakingsbeginsel. Dit komt erop neer dat Rijk en provincies ervoor zorgen dat alle noodzakelijke procedures worden doorlopen en eventuele belemmeringen worden opgelost en dat ook alle kosten voor het uitvoeren van de watermaatregelen door hen worden vergoed. Het waterschap zorgt ervoor dat deze maatregelen uiterlijk in 2021 worden uitgevoerd. Hiervoor is er voor de Natura-2000 gebieden Buurserzand, Haaksbergerveen en Witte Veen een overeenkomst met de provincie Overijssel getekend. In Gelderland is een overeenkomst in voorbereiding. Financiering waterbeheer Er zijn diverse landelijke initiatieven om de financiering van het waterbeheer nog eens tegen het licht te houden. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) is naar aanleiding van het OESO-rapport (2014) over het Nederlandse waterbeheer een - zeer breed ingestoken onderzoek gestart naar ‘een toekomstbestendige en duurzame financiering van het waterbeheer’. Het eindrapport wordt in het voorjaar van 2015 verwacht. Via de Unie van Waterschappen zijn wij betrokken bij die verkenning, net als bij een onlangs ingestelde tijdelijke werkgroep die zich buigt over ‘nut en noodzaak’ om eventueel de waterschapsbelasting te herzien. vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
6
Daarnaast zijn we actief betrokken bij een onderzoek van het ministerie van IenM naar mogelijkheden voor modernisering van de zuiveringsheffing. Dit om met een aangepaste belastingheffing betere uitgangspunten te kunnen bieden aan het concept van grondstoffenterugwinning, de doelmatige werking van onze zuiveringsinstallaties beter te waarborgen en afhaken van grote lozers te voorkomen. Last but not least beraden wij ons op de gevolgen van de Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof). Deze wet heeft als doel om het begrotingstekort van de Nederlandse overheid, ook wel ‘EMU-tekort’ genoemd, structureel te verlagen en de overheidsschuld te verminderen. De afspraken over invulling van de Wet Hof die het kabinet met de provincies, gemeenten en waterschappen maakte geven de waterschappen perspectief om tot 2016 hun voorgenomen investeringen uit te voeren. Over de periode daarna moeten nog afspraken worden gemaakt.
Samenwerkingsovereenkomst met provincie Gelderland Op basis van de opgaven en ambities zoals verwoord in het nieuwe Waterbeheerplan is gewerkt aan een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de provincie. Daarmee worden provinciale- en waterschapdoelen gezamenlijk uitgevoerd en wordt maatschappelijke meerwaarde verkregen. Gekozen is voor een nieuwe vorm, die aansluit bij de werkwijze van de watervisie. In de overeenkomst staat hoe we samenwerken en hoe de taken en kosten worden verdeeld. Omdat de onderwerpen en de kostenverdeling daarvoor verschillen, wordt gewerkt met programmafiches. Door een continu programmeringsproces (afgestemd op de P&C-cyclus) kunnen de besturen van beide organisaties inspelen op actualiteiten en een veranderende omgeving. De omvang van deze overeenkomst bedraagt (gezamenlijk) ca. € 50 miljoen. Programma Informatieveiligheid De inbedding van informatieveiligheid in de bedrijfsvoering van het waterschap heeft volgens planning plaatsgevonden. Dit betekent dat het waterschap vanaf 2015 structureel kan gaan werken aan de zogenoemde ‘baseline’ informatieveiligheid waterschappen (BIWA). De Unie van Waterschappen heeft, samen met de andere overheidslagen, commitment uitgesproken voor de realisatie van een adequate informatieveiligheid binnen de overheid. Over de status en voortgang wordt jaarlijks gerapporteerd op het niveau van de sector en aan het eigen bestuur. De sectorrapportage wordt opgenomen in een overheidsbrede rapportage aan de Tweede Kamer. Uit een in 2014 uitgevoerde risicoanalyse is gebleken dat het waterschap op ICT-technisch gebied op het gewenste niveau zit. Het gewenste niveau wordt nog niet gehaald voor de organisatorische inrichting van informatieveiligheid en voor de wijze waarop we in de dagelijkse praktijk met informatieveiligheid omgaan. In Waterkracht-verband wordt in 2015 een top-10 van maatregelen en activiteiten uitgevoerd die met name gericht zijn op verbetering van deze aspecten. De structurele inzet wordt voor 2015 gezocht binnen de bestaande formatie en begroting.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
7
4 Rapportage per programma Dit hoofdstuk geeft per programma inzicht in de afwijkingen van realisatie van de beleidsdoelen, de hiertoe uitgevoerde activiteiten, de investeringen en de kosten die met deze uitvoering zijn gemoeid. De uitvoering van het beleid wordt in dit hoofdstuk weergegeven aan de hand van de beleidsdoelen en de deelprogramma’s uit de begroting 2014 en het Waterbeheerplan 2010-2015. Een afwijking in de voortgang ten opzichte van de vorige bestuursrapportage wordt met de kleur rood (in de kolom voortgang) aangegeven. Indien hiervan sprake is, wordt dit toegelicht. De kleur groen geeft aan dat de beleidsdoelen conform planning verlopen.
4.1 Programma Veiligheid Het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel wordt door 144 kilometer primaire waterkeringen tegen rivierwater beschermd. Daarnaast zijn waterkeringen langs regionale wateren en compartimenterende waterkeringen aangewezen, met een lengte van 42 kilometer. Verder beheert het waterschap 49 kilometer zomerkades langs de grote rivieren. Onze doelstelling voor de waterkeringen is: het realiseren en handhaven van het wettelijk vereiste veiligheidsniveau. Dit geldt zowel voor de primaire als voor de regionale waterkeringen. Wij zijn steeds zeer alert op de veiligheid van waterkeringen. De beleidsruimte van het waterschap voor het waterkeringbeheer ligt vooral in de wijze waarop we de noodzakelijke verbeteringen en het reguliere onderhoud uitvoeren. 4.1.1. Veilige waterkeringen Ontwikkelingen binnen dit programma •
Deltaprogramma Rivieren Dijkring 48 bestaat in totaal uit circa 98 kilometer waterkering, waarvan 53 kilometer in Nederland en 45 kilometer in Duitsland ligt. Het overgrote deel van dijkring 48 ligt op Nederlands grondgebied. Bij een dijkdoorbraak op Duits grondgebied zal het water de landsgrens overlopen en een groot deel van dijkring 48 verder inunderen. Daarbij kunnen de gevolgen op Nederlands grondgebied zeer groot zijn. Waterschap Rijn en IJssel agendeert deze problematiek om een zo spoedig mogelijke oplossing van dit probleem te realiseren. We hebben bij het Rijk aangedrongen op het volwaardig meenemen van de grensoverschrijdende aspecten van - in het bijzonder - dijkring 48 en de gevolgen hiervan voor een nieuwe norm. Binnenkort komt er een Nederlands-Duitse studie naar de normstelling van de totale dijkring 48. De noodzaak om met onze Duitse buren afspraken te maken en zo het risico op overstromingen te verkleinen staat centraal in deze studie.
•
Nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) De bekostiging van het hoogwaterbeschermingsprogramma is sinds 2012 deels bij de waterschappen neergelegd, op basis van de verdeling 50% Rijk en 50% waterschappen.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
8
De ‘Wijziging Waterwet inzake doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming’ verandert de waterschapsbijdrage in een 40% bijdrage door de waterschappen plus een 10% projectgebonden bijdrage door het betreffende waterschap van het onderhavige dijkverbeteringsproject. De programmering tot en met 2019 bevat één project van ons waterschap. Het betreft hier het project Pannerden/Loo in dijkring 48. Om dit te realiseren is de planvoorbereiding en uitwerking gepland t/m 2016; de aanbesteding en uitvoering vinden plaats in 2017. Er is een consequentieanalyse gemaakt van projecten van derden waar mee-koppelkansen kunnen ontstaan. •
Afbouw pacht schapenbeweiding De ambitiediscussie in 2013 heeft een versnelling gebracht in de vraag hoe we om moeten gaan met schapenbeweiding op primaire waterkeringen. Schapenbeweiding is een relatief dure onderhoudsmethode omdat de benodigde afrastering periodiek moet worden vervangen. Daarnaast geldt dat om waterbouwkundige redenen veepaden bij golfbelasting en overslag snel tot erosie leiden. Met de afbouw van pacht schapen-beweiding realiseren we op termijn een besparing van € 0,1 mln. per jaar. Op dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van alle te onderhouden dijkarealen. In overleg met de pachters worden afspraken gemaakt over de restlevensduur van de omheiningen. Aan het einde van deze levensduur wordt niet meer in dure omheining geïnvesteerd en eindigt schapenbeweiding op dat perceel.
•
Initiatieven derden We zijn in toenemende mate betrokken bij grotere (groter dan een reguliere vergunning) initiatieven van derden die een aanpassing van onze waterkering tot gevolg hebben. Zo worden bijvoorbeeld in Arnhem, Doesburg en Zutphen projecten voorbereid om de rivier beter bij de stad te betrekken. In Eefde en in Lobith werken we met Rijkswaterstaat samen om een sluiscomplex te vergroten en een overnachtingshaven te realiseren. De nieuwe normering voor alle primaire waterkeringen in ons land, die wettelijk in 2017 wordt vastgesteld, maakt deze samenwerkingen complexer, omdat we nu al weten dat deze nieuwe normering voor sommige van onze waterkeringen grote gevolgen heeft.
4.1.2. Calamiteitenzorg Doelstelling (middel)lange termijn Het bestrijden van afwijkingen van de gewenste hoeveelheid water, de kwaliteit of ecologische toestand daarvan, voor zover die niet onder de normale bedrijfsvoering vallen. Ontwikkeling binnen dit programma Samenwerking in crisisbeheersing In het derde triaal zijn een aantal concrete producten, zoals een opzet van de calamiteitenorganisatie en uitgewerkte rolprofielen, door het Platform Crisisbeheersing Waterschappen Midden Nederland (PCWMN) afgerond en door het directeurenoverleg Gelderse waterschappen (DOGW) vastgesteld. Daarnaast is actief meegewerkt aan de uitwerking van een aantal deelproducten uit het landelijke uitvoeringsprogramma, zoals een (eerste aanzet tot een) scenariobank en een landelijk protocol voor inzet en ondersteuning in binnen en buitenland. In oktober jl. werd voor de leden van de calamiteitenorganisatie een oefenweek gehouden waarbij speciale aandacht was voor communicatie en informatievoorziening.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
9
Ook werd door onze liaisons (handhavers en toezichthouders) en bestuurders deelgenomen aan oefeningen van de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland- Midden. In het eerste triaal van 2015 wordt een oefenweek ‘dijkbewaking’ gehouden. Het meerjarenplan ‘Waterschap Rijn en IJssel op weg van Calamiteitenzorg naar Crisisbeheersing’ is afgerond en wordt begin 2015 ter vaststelling aan het college van dijkgraaf en heemraden voorgelegd. Flood Information and Warning System (Fliwas) De belangrijkste overweging van Waterschap Rijn en IJssel om Fliwas te gebruiken is de mogelijkheid om hoogwater informatie te delen met de autoriteiten in Nordrhein-Westfalen (NRW). Door de keuze van de Nederlandse Fliwas gebruikers om niet te participeren in de Duitse doorontwikkelingsplannen van Fliwas verdwijnt deze mogelijkheid tot informatiedeling met de Duitse partners en wordt de waarde van gebruik van de Nederlandse Fliwas versie voor ons waterschap ook tot een minimum beperkt. Daarom maken wij, in afstemming met de betrokken partijen, met ingang van 2015 geen gebruik meer van deze Nederlandse Fliwas versie. De informatie-uitwisseling met de Duitse partners is geborgd door afspraken dat ons waterschap de komende jaren gebruik kan maken van het communicatie onderdeel van de Duitse Fliwas versie, zodat informatiedeling met de autoriteiten in NRW is gewaarborgd. 4.1.3 Investeringen programma Veiligheid In het programma Veiligheid worden 9 projecten uitgevoerd. Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2014 bedragen x € 1.000
Programma Veiligheid (incl. HWBP)
Begroting 2014 (netto) 4.250
Prognose 2014 (netto) 5.030
De prognose van de uitgaven van de investeringen voor 2014 sluit op een bedrag van afgerond € 5,0 mln. Dit is afgerond € 0,75 mln. hoger dan het vastgesteld volume in de begroting. Dit wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door de bijdrage aan het nHWBP-fonds. Op één na zijn al onze nHWBP-projecten gepland na 2020. Het nHWBP-project ‘Dijkverbetering Pannerden-Loo’ wordt nu opgestart en in 2017 uitgevoerd. De bijstelling van de bijdrage aan het nHWBP is verwerkt in de Perspectievennota 20152018 en de begroting 2015. 4.1.4 Financiële rapportage programma Veiligheid
Programma Veiligheid (incl. HWBP)
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
Begroting 2014 4.583
Prognose afwijking Prognose Burap t.o.v. 2014 2014-2 begroting 4.584 4.573 0%
10
Doorberekening kosten derden begeleiden grote Waterwet-werken Ons waterschap berekent de te maken personeels-en onderzoekskosten bij projectinitiatieven van derden, waarbij de projectplanprocedure volgens de Waterwet wordt doorlopen, door aan derden. Voor de dijkverlegging als gevolg van het project Noorderhaven in de gemeente Zutphen is een bestuursovereenkomst gesloten. Voor de dijkverlegging als gevolg van het project ‘Tweede sluiskolk Eefde’ en voor overnachtingshaven Lobith zijn we doende een bestuursovereenkomst te sluiten. Om deze kosten ook daadwerkelijk vergoed te krijgen van Rijkswaterstaat is een legesverordening nodig. Deze wordt momenteel voorbereid en richt zich alleen op ‘grote’ projecten van derden.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
11
4.2 Programma Watersystemen Het programma Watersystemen is gericht op instandhouding van het bestaande watersysteem en de uitvoering van de diverse beleidsopgaven. De maatschappelijke doelen, die hiermee gediend worden, zijn tweeledig. Ten eerste het bieden van een veilig en robuust watersysteem dat de risico's voor het gebied, nu en in de toekomst, ten aanzien van wateroverlast en extreme droogte zoveel als mogelijk beperkt. Ten tweede het maken van een kwaliteitsslag in bijvoorbeeld waterkwaliteit en ecologie (KRW), peilbeheer (GGOR), en realisatie van natte ecologische verbindingszones. Daarnaast wordt er (mede) invulling gegeven aan bijvoorbeeld recreatieve beleving (zowel stedelijk als landelijk) en cultuurhistorie. Doelstelling (middel)lange termijn Een robuust watersysteem dat zoveel mogelijk zelfregulerend is en waarvan de kwaliteit en de kwantiteit voldoen aan de gestelde eisen. 4.2.1 Realisatie beleidsdoelen Prestatie-indicatoren programma Watersystemen Prestatie-indicator WBP
Oppervlak beheersgebied waar GGOR is vastgesteld (%)
totaal
realisatie 3112-2013
begroting 2014
realisatie 31-12-2014
100
100
100
94
voortgang
Toelichting: In 2014 is een brede GGOR Baakse Beek Veengoot opgesteld. Deze is echter globaler van karakter en moet meer worden gezien als een hydrologisch perspectief. Op dit moment is in onderzoek of dit perspectief voor dit moment voldoende is of dat er een uitwerking in deelgebieden noodzakelijk is die dan als GGOR kan worden vastgesteld.
4.2.2. Systeem op orde, waterkwantiteit Doelstelling (middel)lange termijn Een veilig en robuust watersysteem dat de risico's voor het gebied, nu en in de toekomst, ten aanzien van wateroverlast en extreme droogte zoveel als mogelijk beperkt. Binnen het deelprogramma ‘Watersysteem op orde’ zijn in 2014 een aantal investeringsprojecten afgerond. Deze hebben onder andere betrekking op het renoveren van stuwen en gemalen, het baggeren van watergangen en vijverpartijen en het vervangen van beschoeiing in stedelijk gebied. Door de gunstige weersomstandigheden verloopt de renovatie van een 12-tal stuwen in de Keizersbeek voorspoedig en wordt medio 2015 afgerond. De voorbereiding voor het vervangen van de elektrische installatie en aandrijving van drie grote waterkwantiteitsgemalen ligt op schema. De uitvoering van deze werkzaamheden vindt na het hoogwaterseizoen in 2015 plaats. De betonreparaties aan het onderwatergedeelte van deze gemalen zijn uitgevoerd en de afsluitmiddelen zijn gerenoveerd. Het noodzakelijk droogzetten van deze gemalen is gecombineerd met de aanleg van de vispassages in het kader van het project Blauwe Knooppunten (RWS). De renovatie van 19 bruggen zit in de afrondingsfase en kan het voorjaar van 2015 worden afgesloten.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
12
4.2.3. Waterkwaliteit (KRW, EVZ, HEN, SED) Doelstelling (middel)lange termijn De waterlichamen en overige watergangen voldoen in 2015 aan de gewenste chemische en ecologische kwaliteit door het maken van een kwaliteitsslag in de inrichting van watersystemen en de realisatie van natte ecologische verbindingszones. Waterovereenkomst Gelderland Het uitvoeringsprogramma van de Waterovereenkomst Gelderland bestaat uit 33 uitvoeringsprojecten: Alle projecten zijn uitgevoerd. Enkele projecten zitten nog in de nazorgfase. Voortgang van de prestaties De prognoses van de prestaties zijn ten opzichte van de vorige peiling niet gewijzigd. Beschikking WOK GELDERLAND
Totale prestaties
ha. grondinrichting aantal vispassages ha. anti-verdroging km. beekherstel bovenwettelijke maatregelen
Gerealiseerd
Begroting
Prognoses o.b.v. peiling 2014-3 Aanvullend i.v.m. werk met werk maken
Realisatie t/m 2013
%
2014 *)
2014
Totaal
124
58
47%
71
66
124
-
23
10
43%
13
15
23
2
70
70
100%
0
0
70
-
63
32
51%
36
31
63
-
2
1
50%
1
1
2
-
*Dit is het laatste jaar van de WOK en er is actief gestuurd op realisatie van de prestaties conform het contract.
Voortgang financiën De prestaties zijn in 2014 gerealiseerd conform het contract. De beschikking gaat uit van bruto € 35,4 mln. aan subsidiabele kosten, inclusief de kosten voor grondaankopen van € 6,12 mln. Aan subsidiebijdrage is € 26,2 mln. opgenomen in de beschikking. Waterovereenkomst Overijssel Voortgang van de prestaties De prestaties, zoals opgegeven in een drietal beschikkingen door de provincie Overijssel, zijn met de realisatie van een vijftal bestekswerken voor eind 2014 gerealiseerd. Voor het project Buurserbeek Lankheet (Veddersbrug-Mentinkweg) is aan de provincie Overijssel om verlenging gevraagd tot 31 december 2015. Het uitvoeringswerk start in januari 2015 en is in de zomer van 2015 gereed. Beschikking WOK OVERIJSSEL
km. beekherstel aantal vispassages M3 waterberging
Gerealiseerd
Begroting
Prognoses o.b.v. peiling 2014-3 Aanvullend i.v.m. werk 2014 2015 Totaal met werk maken
Totale prestaties
Realisatie t/m 2013
%
2014
17,65
7,35
42%
15,15
14
2
14%
14
11
1
14
-
137.500
0
0%
111.000
105.000
65.000
137.500
32.500
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
7,8
2,5
17,65
-
13
Voortgang financiën Met de realisatie van deze projecten wordt meer waterberging (+32.500m3) mogelijk gemaakt dan in de beschikkingen was opgenomen. Het maximale subsidiebedrag van € 2,2 mln. wordt door het waterschap benut.
Beschikking Baakse Beek Conform de intentieverklaring Baakse Beek heeft de provincie Gelderland een subsidiebeschikking afgegeven voor de realisatie van een achttal projecten in het stroomgebied van de Baakse Beek. Voor de realisatie van deze projecten wordt de aankoop van de benodigde gronden afgehandeld binnen de bestaande waterovereenkomst. Ook de proceskosten voor het gebiedsproces Baakse Beek – Veengoot worden t/m 2014 onder de bestaande waterovereenkomst afgerekend. In overleg met de provincie Gelderland is besloten om de afgegeven subsidiebeschikking enigszins te wijzigen en te richten op de projecten die voor eind 2015 kunnen worden afgerond. Hierdoor worden alle projecten vanaf de IJssel tot Vorden, inclusief vijf vispassages, medegefinancierd door de provincie. Ook het project Batsdijk-Kunnerij is in de aangepaste beschikking opgenomen. Naast de inhoudelijke wijzigingen is ook uitstel van de subsidietermijn aangevraagd van eind 2015 naar eind 2017 in verband met de uitspraak van Raad van State over het bestemmingsplan Bakerwaard. De provincie heeft met beide wijzigingen ingestemd. Voortgang van de prestaties Beschikking Beschikking Baakse Beek
Gerealiseerd
Begroting
Prognoses o.b.v. peiling 2014-3 Aanvullend 2015 2016 i.v.m. werk Totaal met werk maken 14 25 39 -
Totale prestaties
Realisatie t/m 2013
%
2014
2014
ha. grondinrichting
39
0
0%
0
0
km. beekherstel
8
0
0%
0
0
0
8
8
-
aantal vispassages
5
0
0%
0
0
5
0
5
-
De provincie Gelderland heeft in november 2013 de getekende intentieverklaring Baakse Beek uitgewerkt in een beschikking. Deze beschikking is in overleg met de provincie deels aangepast. De invulling van de beschikking is geconcretiseerd binnen het gebiedsproces Baakse Beek-Veengoot. De beschikking kent een maximale cofinanciering van € 1,5 mln. Overige subsidies Daarnaast zijn er beschikkingen afgegeven voor: Beschikking Havikerwaard-Faissantenbos en project Landbouw op Peil Restauratie Watermolen Berenschot Renovatie en herbestemming Rijngemaal Pannerden Drietal beekherstelprojecten + natschade Rijnstrangen
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
Subsidieplafond € 2.266.625 € 313.195 + € 101.834 € 500.000 € 3.198.750
Uitvoeringsperiode t/m eind 2015 t/m 31-12-2015 t/m 31-12-2015 t/m 31-12-2015
14
Beheer en onderhoud In de PPN 2014-2017 is besloten de ambities bij te stellen. Voor het onderdeel beheer en onderhoud binnen het taakveld watersysteembeheer wordt vanuit de exploitatie invulling gegeven aan de nadere uitwerking van een tweetal bezuinigingsmaatregelen. • Onderhoudsarme herinrichting/ beheer van natuurlijke watergangen Bij de vaststelling van de Perspectievennota 2014-2017 en de begroting 2014 is besloten dat er vanaf 2014 structureel wordt bezuinigd door het onderhoud van de natuurlijke watergangen en aanliggende landschapselementen te minimaliseren. Deze opgave is nader ingevuld door het minder afvoeren van het vrijkomende maaisel van watergangen en de frequentie van het onderhoud van natuur- en retentieterreinen te halveren en door een verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering. Vanaf het voorjaar van 2014 is dit ingevoerd. Er is veel tijd besteed aan het inpassen in de bedrijfsvoering en een zorgvuldige communicatie. Terugkijkend op het afgelopen maaiseizoen is deze maatregel succesvol verlopen met een relatief gering aantal reacties uit het beheergebied. • Beperken waterschapszorg: geen onderhoud kleine watergangen tot in beginsel 20 ha afwaterend oppervlak De wijze waarop het waterschap vanaf 2015 watergangen afstoot met een afvoer kleiner dan 20 l/sec (ca. 700 km) is in 2014 uitgewerkt. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van deze watergangen komt dan bij de aanliggende ingelanden te liggen. In samenspraak met partners worden drie pilots in verschillende deelgebieden uitgevoerd en geëvalueerd. Uiterlijk eind 2015 is de evaluatie hiervan voorzien. In 2015 wordt nog geen daadwerkelijke bezuiniging gerealiseerd.
4.2.4. Samenwerking Internationale waterpartners Doelstelling (middel)lange termijn Kennisuitwisseling op internationaal niveau dat regionale knelpunten in de waterhuishouding bespreekbaar maakt en waarbij de waterpartners gezamenlijk aan oplossingen werken. Deelprogramma waterbeheerplan: Samenwerking internationale waterpartners
Voortgang
Deeltraject: Uitvoeren samenwerkingsprojecten in Suriname, Nicaragua en Vietnam.
-
Suriname: Het Waterplatform Nickerie is inmiddels gelanceerd; Nicaragua: Na veel discussie met LBSNN koersen wij nu op een afronding van het project Nicaragua; Vietnam: Het trainingsprogramma in Vietnam heeft rond de jaarwisseling plaatsgevonden.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
15
4.2.5 Investeringen programma Watersystemen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2014 bedragen x € 1.000
Programma Watersysteem (incl. verv. Investeringen)
Begroting 2014 (netto) 10.000
Prognose 2014 (netto) 10.400
De prognose ultimo 2014 is € 10,4 mln. Deze overschrijding (4%) wordt veroorzaakt doordat beide waterovereenkomsten in het afrondende uitvoeringsjaar verkeren, waardoor er zeer veel projecten in uitvoering zijn. De hoge uitvoeringspiek resulteert in een lichte overschrijding van het beschikbaar investeringsvolume (+ € 0,4 mln.). De effecten voor de kapitaalslasten zijn beperkt. 4.2.6 Mutaties kredieten Watersystemen Als gevolg van voortschrijdend inzicht kan op basis van de gehouden projectpeiling voor vier projecten binnen het programma Watersystemen het krediet worden verlaagd. Voor twee projecten dient het krediet echter te worden verhoogd. Per saldo kunnen de netto-kredieten, volgens onderstaand overzicht, met afgerond € 0,25 mln. worden verlaagd. Overzicht mutaties kredieten naar aanleiding van projectpeiling 2014-3 verhoging/ verlaging Project-nr. Project netto-krediet (+/-) Watersysteem 80742 Baggeren Oude Ramsbeek, Eibergen 80484 Renovatie stuw Voorst 80580 Uitv. GGOR Havikerwaard 80154 Buurserbeek instroom Zoddebeek-Braambrug 80316 Herinr. Berkel Almen-zuid 80488 Herinr. Berkel Huize Voorst + 2 vispassages totaal
-30.000 -120.000 12.500 250.000 -210.000 -150.000 -247.500
Hieronder treft u de toelichtingen aan op de voorgestelde kredietmutaties. Nr.
project
reden
80742
Baggeren Oude Ramsbeek, Eibergen
Er is minder specie vrijgekomen en daardoor minder afgevoerd en verwerkt dan geraamd.
80484
Renovatie stuw Voorst
Aanbestedingsvoordeel en geen bijkomend werk.
80580
Uitvoeren GGOR Havikerwaard
Meerkosten a.g.v. behandelen zienswijzen en beroep waterwetprocedure.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
16
Nr.
project
80154
Buurserbeek instroom ZoddebeekBraambrug
80316
Herinr. Berkel Almen-zuid
80488
Herinr. Berkel Huize Voorst + 2 vispassages
reden Tijdens de uitvoering is aanmerkelijk meer puin vrijgekomen dan geraamd. De extra kosten zijn toe te rekenen aan het verwerken van het vrijkomende puin. Minderwerk aan archeologische onderzoeken en begeleiding, puin- en asbestverontreinigingen. Minderwerk archeologische onderzoeken, puin- en asbestverontreinigingen.
4.2.7 Financiële rapportage programma Watersystemen Overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Programma Watersysteem
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
Begroting 2014 34.970
Prognose Burap 2014-2 34.691
Prognose 2014 34.040
afwijking t.o.v. begroting -3%
17
4.3 Programma Afvalwaterketen Het afvalwater van huishoudens en bedrijven in het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel wordt via gemeentelijke rioolstelsels aangevoerd op de 127 rioolgemalen en 13 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Voor het transport van het afvalwater heeft Waterschap Rijn en IJssel 435 km. transportleiding in beheer. Bij het zuiveren van afvalwater wordt zuiveringsslib geproduceerd en op zes RWZI’s ontwaterd. Onze doelstellingen voor het inzamelen en transporteren van afvalwater zijn: optimaliseren van het inzamelen en het transport volgens de afspraken uit het landelijke Bestuursakkoord en het terugdringen van lozingen vanuit het transportsysteem op het oppervlaktewater. Samenwerking met gemeenten, na realisatie van de basisinspanning, is hiervoor een belangrijke voorwaarde. 4.3.1 Realisatie beleidsdoelen Prestatie-indicatoren programma Afvalwaterketen Prestatie-indicator
totaal
realisatie 31-12-2013
begroting 2014
Realisatie 31-12-2014
22
6
20
16
Aantal afvalwaterakkoorden met gemeenten
voortgang
Toelichting Het afsluiten van Afvalwaterakkoorden (AWA’s) bij vier gemeenten is vertraagd t.o.v. de planning. Dit geldt met name voor Afvalwaterteam (AWT) Wintlicht (gemeenten Winterswijk en Oost Gelre). Het AWT Olburgen (Bronckhorst, Rheden, Doesburg, Zevenaar) verloopt goed; de prioriteit t.a.v. het AWA is verlaagd ten gunste van het feitenonderzoek. Zevenaar en Rheden hebben al een AWA vanuit respectievelijk Liemers en Rijn6/Rheden. Doesburg en Bronckhorst missen nog een AWA. We zijn bij deze indicator afhankelijk van de samenwerkende partners en kunnen deze indicator op dit moment niet beïnvloeden.
4.3.2 Realisatie doelen 2014 Inzamelen en transport Doelstelling (middel)lange termijn Het inzamelen en het transport volgens de afspraken uit het landelijk Bestuursakkoord optimaliseren en lozingen vanuit het transportsysteem op het oppervlaktewater terugdringen. Afvalwaterbehandeling Doelstelling (middel)lange termijn Voldoen aan de wettelijke lozingseisen en daardoor bijdragen aan een goede chemische en biologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Ontwikkelingen binnen dit programma • Ontwikkeling Routekaart afvalwaterketen 2030 De Unie van Waterschappen heeft samen met de waterschappen en o.a. de VNG een ‘Routekaart afvalwaterketen 2030’ opgesteld.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
18
De routekaart beschrijft een transitieproces waarin rioolwater niet langer wordt gezien als afval, maar meer en meer wordt gebruikt voor de productie van grondstoffen, energie en water. Uitwerking van de routekaart wordt ondermeer vorm gegeven in de hieronder genoemde ontwikkelingen. •
Samenwerking in energie en grondstoffen Er is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de AVR en diverse andere partijen om de synergie voor energie-uitwisseling en reststromen verder te optimaliseren rondom de installaties. Concrete business cases zijn daarvoor in ontwikkeling. Daarnaast wordt vanaf medio mei een samenwerking verkend met een partnerorganisatie in Denemarken. Eind augustus is weer een bezoek aan Denemarken gebracht met deelnemers vanuit de gemeente Duiven, AVR en het waterschap. Bij dit bezoek stond de uitwisseling van ervaringen met ‘synergieindustrieterreinen’ op gebied van bio-energie en grondstoffen centraal en er zijn verschillende bedrijven bezocht. Daarnaast zijn diverse andere samenwerkingen en cases in een verkennende fase. De interesse voor de HUB en verdere initiatieven rondom Innofase begint toe te nemen.
•
Onderzoek centrale slibverwerking Met externe partners wordt een business case ontwikkeld voor de realisatie van een Alginaat-extractiereactor. Daarbij wordt nauwe aansluiting gevonden met het onderzoeksprogramma i.o. vanuit het Nationaal Alginaat Onderzoeks Programma (NAOP). Parallel aan dit traject is in het kader van Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland (BICON) overleg gevoerd met de provincie voor de financiering en de rol die de provincie in dit project vervult.
4.3.3 Investeringen programma Afvalwaterketen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2014 bedragen x € 1.000
Programma Afvalwaterketen
Begroting 2014 (netto) 7.200
Prognose 2014 (netto) 6.200
De prognose van het benodigde investeringsvolume voor 2014 is € 6,2 mln. en ligt daarmee € 1,0 mln. lager dan de begroting. De daling van het investeringsvolume is voor een belangrijk deel het gevolg van aanbestedingsvoordelen bij het project ‘Renovatie (proces)automatisering Lichtenvoorde’ en het doorschuiven van het project ‘Verleggen persleidingen langs A12’. Het programma Afvalwaterketen bestaat uit 30 projecten, waarvan 3 projecten bijna 62% van het volume beslaan.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
19
Majeure projecten: - Nieuwbouw RWZI Dinxperlo (netto-uitgave in 2014 € 0,7 mln.) RWZI Dinxperlo is volgens het innovatieve Nereda-concept gebouwd. De installatie is in september van 2014 geopend. - RWZI Aalten: Renovatie influent ontvangwerk inclusief geurbestrijding (netto-uitgave in 2014 € 0,4 mln.) - Renovatie (proces) automatisering, RWZI en gemalen Lichtenvoorde (netto-uitgave in 2014 € 2,9 mln.) (N.B dit zijn geen totaalvolumes van de betreffende projecten maar alleen de bedragen die in 2014 zijn uitgegeven,).
(Her)Programmering investeringsvolume Afvalwaterketen 2015 ev.: Door verschuiving in de planning van het project ‘Verleggen persleidingen langs de A12’, waarbij het waterschap volgend is op Rijkswaterstaat en omdat de Grondstoffenfabriek na bestuurlijke goedkeuring vanaf medio 2015 wordt gerealiseerd, in plaats vanaf begin 2015, wordt nu al voorzien dat het investeringsvolume 2015 niet wordt gehaald. We hebben daarnaast wel de nodige vervangingsinvesteringen; gezien de relatief lange voorbereidingstijd kunnen deze niet in 2015 worden gerealiseerd. Dit leidt tot een herprogrammeringsvoorstel bij bestuursrapportage 2015-1.
4.3.4 Mutaties kredieten Afvalwaterketen Als gevolg van voortschrijdend inzicht kan op basis van de gehouden projectpeiling voor twee projecten binnen het programma Afvalwaterketen het krediet worden verlaagd en voor één project worden verhoogd. Per saldo heeft dit geen wijziging van de netto-kredieten tot gevolg. Overzicht mutaties kredieten naar aanleiding van projectpeiling 2014-3 verhoging/ verlaging Project-nr. Project netto-krediet (+/-) Afvalwaterketen 80350 Nieuwbouw RWZI Dinxperlo. 80654 Implementatie Zuiveringsinformatiesysteem (Z-info) RWZI Aalten; Renovatie influent ontvangwerk 80670 inclusief geurbestrijding totaal
150.000 -75.000 -75.000 0
Hieronder treft u de toelichtingen aan op de voorgestelde kredietmutaties. Nr.
80350
project
reden
Nieuwbouw RWZI Dinxperlo.
De prognose van de uitgaven voor RWZI Dinxperlo (Nereda) is in 2014 € 0,150 mln. hoger vanwege de urenoverschrijding als gevolg van de langere doorlooptijd en enkele noodzakelijke wijzigingsvoorstellen.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
20
Nr.
project
reden
80654
Implementatie Zuiveringsinformatiesysteem (Z-info)
Door samenwerking binnen Waterkracht (Shared Services) worden minder externe kosten gemaakt.
RWZI Aalten; Renovatie influent ontvangwerk inclusief geurbestrijding
De aanbesteding van dit project is gunstig verlopen. Het krediet kan met € 0,075 mln. worden verlaagd.
80670
4.3.5 Financiële rapportage programma Afvalwaterketen Overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Programma Afvalwaterketen
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
Begroting 2014 41.718
Prognose Burap 2014-2 41.049
Prognose 2014 40.457
afwijking t.o.v. begroting -3%
21
4.4 Bedrijfsvoering In deze paragraaf worden de relevante ontwikkelingen in de bedrijfsvoering beschreven. 4.4.1 Realisatie doelen 2014 Waterkracht (Shared Services) Op 23 oktober jl. is de bestuursovereenkomst Waterkracht door de vijf deelnemende waterschappen ondertekend. De daadwerkelijke samenwerking was al eerder dit jaar gestart. Samenwerken in Waterkracht is een nieuwe vorm van samenwerken. Dit vanuit de overtuiging dat wij door samen te werken in shared services de kwaliteit van onze bedrijfsvoering kunnen verbeteren, kwetsbaarheid kunnen verminderen en op termijn kosten kunnen besparen. In de bestuursovereenkomst Waterkracht is bepaald dat jaarlijks op basis van een dashboard het bestuur over de voortgang wordt geïnformeerd. Het dashboard geeft in één oogopslag weer wat de stand van zaken van de samenwerking in Waterkracht is. De belangrijkste conclusie die op basis van het dashboard getrokken kan worden is dat de samenwerking in Waterkracht goed op gang gekomen is. De uitvoering van het werk verloopt grotendeels conform planning. Op een aantal zaken is sprake van vertraging, maar daar staat tegenover dat er ook zaken zijn opgepakt, die (nog) niet gepland waren. Innovatie Op basis van de evaluatie van 2013, de sessies met externe partijen en interne trekkers in 2014 en het daaropvolgende advies van KWR Watercycle Research Institute is een nieuw plan van aanpak innovatie (looptijd 2015-2016) opgesteld. De bestuurlijke behandeling van dit plan van aanpak is voorzien begin 2015. In het nieuwe plan zijn de deelprogramma’s onveranderd gebleven. Wel is de inhoudelijke focus meer in lijn gebracht met de trends en maatschappelijke behoeften. Op Rijn-Oost-niveau is besloten de kennisdeling en samenwerking op het gebied van innovatie voort te zetten. Als eerste wordt het onderwerp demografie bij de kop gepakt. Als start daarvoor wordt begin 2015 een discussie georganiseerd met portefeuillehouders en strategen van de Rijn-Oost-waterschappen. Ook wordt samenwerking binnen BICON (Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland), biomassa en KAS (Klimaat Actieve Stad) onderzocht. Voor de Waterinnovatieprijs heeft ‘de Vruchtbare kringloop’ een nominatie gekregen in de categorie: Voldoende water. Monitoring en kennismanagement De werkplaatsaanpak en –ervaring is gedeeld in de organisatie en het opleiden van medewerkers, om de werkplaatsen te kunnen begeleiden, is gestart. In 2014 is de werkplaatsmethode voor een aantal projecten gestart (o.a. opstellen waterrapport, centrale slibverwerking Nieuwgraaf). Er zijn enkele evaluaties per project gehouden (Boven-Slinge en Waterrapport), maar nog geen evaluatie van de methode als zodanig. In 2015 ronden we de evaluatie af en wordt een afweging gemaakt of en hoe we de methode ‘werkplaats’ in onze werkprocessen verder gaan verankeren.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
22
Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) De opbouw van onze BGT loopt vertraging op door onvoorziene ontwikkelingen, te weten: • Personele wisselingen binnen het SVB, dat ons ontzorgt, hebben tot vertraging geleid; • De mate waarin gemeenten zich laten ontzorgen is door het Samenwerkingsverband Bronhouders (SVB) overschat. Zodanig zelfs, dat het waterschap binnen ons beheergebied de enige partij blijkt die zich aan het SVB gecommitteerd heeft. Om toch samen met de gemeenten een BGT te kunnen opbouwen hebben waterschap en SVB aanvullende afspraken gemaakt, onder andere over meerkosten voor de directievoering. Daarnaast heeft het waterschap de ambitie ten aanzien van de detaillering van het eindproduct verlaagd om de haalbaarheid binnen de planningstermijn te vergroten. De gemeenten binnen het beheersgebied van ons waterschap zijn bereid om de inwinning van de waterobjecten mee te nemen. Na overleg met alle gemeenten over de te hanteren prijs voor het inmeten kan een uitspraak worden gedaan of we binnen het aangevraagde krediet blijven. De aanpak in het project ‘Bijhouding’ is vooralsnog ongewijzigd; dit kan mogelijk nog wijzigen door de doorwerking van bovenstaande ontwikkelingen. Inkoop- en verplichtingenadministratie (‘Van bestellen tot betalen’) De aanschaf en implementatie van een inkoop- en verplichtingenadministratie is noodzakelijk om ons inkoopproces te ordenen, te registreren, te administreren en te monitoren. We zijn dan in staat om nadrukkelijker te sturen op onze inkoopbehoefte en de beste kwaliteit tegen de laagste kosten te verkrijgen. De applicatie Coda, een financieel systeem met geïntegreerde inkoop- en verplichtingenadministratie, biedt de mogelijkheid om aan te sluiten binnen Waterkracht en zodoende kwetsbaarheid te verminderen. Daarnaast worden drie bestaande applicaties overbodig omdat Coda deze functies ook biedt. De overeenkomst voor de aanschaf van CODA is getekend. Implementatie is gepland op 1 januari 2016. Ziekteverzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Het verzuim bedraagt in het derde triaal van 2014 4,20%. Daarmee is het percentage 0,63% lager dan in het derde triaal van 2013 (4,83%). Seizoensgebonden invloeden veroorzaken een lichte stijging ten aanzien van het tweede triaal 2014.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
23
Het ziekteverzuim nader bekeken De meldingsfrequentie blijft met 0,96% opvallend laag, Zoals in de vorige bestuursrapportage al aangegeven, laat het langdurig verzuim een lichte stijging zien. Uit onderzoek blijkt dat er nagenoeg geen werk-gerelateerde componenten zijn. Daarnaast wordt volop ingezet op re-integratie-activiteiten. Pensioenakkoord De Eerste Kamer heeft medio december ingestemd met nieuwe spelregels voor de pensioenfondsen. Op basis van de plannen uit het pensioenakkoord heeft ook het ABP zijn pensioenreglement aangepast. De belangrijkste wijzigingen zijn: - Het opbouwpercentage wordt verlaagd; Op basis hiervan hebben de sociale partners besloten de vrijgekomen middelen in te zetten voor een loonsverhoging van 0,73% ingaande 1 januari 2015; - Boven de inkomensgrens van € 0,1 mln. wordt geen pensioen meer opgebouwd; - De pensioenleeftijd is per 1 januari 2015 van 65 jaar naar 67 jaar gegaan.
BBL/Participatiewet In het formatieplan wordt de personele formatie (kwalitatief en kwantitatief) vastgesteld. Daarnaast is aandacht voor specifieke doelgroepen. Zo zijn op dit moment een 11-tal BBLers (beroepsbegeleidende leerweg) tijdelijk bij ons werkzaam. De financiering vindt plaats binnen de begroting door een besparing op de inzet van loonwerkers. Door de inzet van BBL-ers bieden we studenten de mogelijkheid kennis te maken met de waterschapsector. Daarnaast draagt het bij aan overdracht van kennis en kunnen onze oudere medewerkers worden ontzien. Verder zijn in het kader van een pilot een drietal medewerkers uit de doelgroep van de Participatiewet ingezet. De kosten daarvan worden in 2014 grotendeels door derden gedragen. Medio 2015 wordt, na evaluatie van de pilot, een additioneel voorstel aan het college van dijkgraaf en heemraden voorgelegd.
Subsidies algemeen In onderstaande tabel geven wij inzicht in de algemene subsidies die door het waterschap zijn verstrekt aan het eind van de rapportageperiode. (bedragen x € 1.000)
Omschrijving algemene subsidies
Realisatie t/m 31-12-2014 106
prognose ultimo 2014 106
Het betreft o.a. subsidieverlening in de vorm van een jaarlijkse exploitatiebijdrage aan het Watermuseum, subsidies aan Kunst- en cultuurmanifestatie St. Barticamp 2012, zenderonderzoek naar de grote modderkruiper door de St. Ravon, een bijdrage aan een fotoproject van de Boven-Slinge, de badeendjesrace van St. DOS (Doetinchem & Ontwikkelingssamenwerking) en de Stichting tot Behoud van de Veluwse Sprengen en Beken voor het verrichten van activiteiten op het gebied van het herstel en behoud van de sprengen en beken in ons beheersgebied.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
24
5 Financiële rapportage De rapportage in dit hoofdstuk kent een andere opbouw dan de opbouw per programma, die in voorgaand hoofdstuk is gehanteerd. Per waterschapstaak en beleidsveld wordt hier ingegaan op de kosten en opbrengsten. Afgesloten wordt met enkele financieel-technische onderdelen. 5.1 Exploitatie 5.1.1. Verwacht resultaat 2014 De initiële begroting 2014 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 3,24 mln. Op basis van de thans voorliggende bestuursrapportage bedraagt het verwachte resultaat over 2014 afgerond € 3,13 mln. negatief. Een voordeel van € 0,11 mln. ten opzichte van de initiële begroting. Ten opzichte van de vorige bestuursrapportage een nadeel van afgerond € 0,1 mln. Verwacht resultaat (bedragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
81.271
41.718
39.553
Dekkingsmiddelen
78.030
39.284
38.746
Begroting 2014
-3.242
-2.434
-808
Verwacht resultaat BURAP 2014-1
-3.242
-2.434
-808
1.148
778
370
0
0
0
-201
-109
-92
Kapitaallasten Personeelskosten Overige kosten Belastingopbrengsten
-738
-184
-554
-3.033
-1.949
-1.084
Kapitaallasten
114
131
-17
Personeelskosten
242
236
6
Overige kosten
1.342
538
804
Kwijtschelding
-442
-332
-111
Verwacht resultaat BURAP 2014-2
Incidentele last voormalige RWZI Borculo
-1.072
-1.072
0
Voorziening natuurterreinen
-150
0
-150
Belastingopbrengsten
-132
-380
248
-3.132
-2.828
-304
Verwacht resultaat BURAP 2014-3
Toelichting per taak Bovenstaande ontwikkelingen per kostenrubriek hebben ook gevolgen voor het resultaat per waterschapstaak.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
25
Het negatieve resultaat voor de taak waterzuiveringsbeheer neemt ten opzichte van de initiële begroting met afgerond € 0,39 mln. toe. Voor de taak watersysteembeheer neemt het negatieve resultaat met € 0,50 mln.af. Deze verschuivingen houden verband met de onderliggende verdeling en toerekening van de kosten/baten naar de desbetreffende taken en impliciet ook het investeringsvolume per taak (voor de toerekening van de kapitaallasten).
Toelichting per kostenrubriek Binnen de kostenrubrieken zien we t.o.v. de vorige bestuursrapportage een aantal ontwikkelingen. Zo is het voordeel op de kapitaallasten nog verder toegenomen en zien we een positief saldo op de personeels- en de overige kosten. Hier tegenover staan de uitgaven voor kwijtschelding, de afboeking van de voormalige RWZI Borculo, de voorziening voor natuurterreinen en de lagere belastingopbrengsten. Totaal per saldo afgerond € 0,10 mln. nadelig t.o.v. het resultaat van de vorige bestuursrapportage. (bedragen x € 1.000)
Burap 2014-3
Ontwikkelingen per kostenrubriek t.o.v. de vorige Burap
nadelig
voordelig
Kosten: a. Kapitaallasten
114
b. Personeelskosten
242
c. Overige kosten, per saldo
1.342
d. Kwijtschelding
442
e. Voormalige RWZI Borculo
1.072
f. Voorziening natuurterreinen
150 Subtotaal kosten
1.664
Subtotaal opbrengsten
-132
totaal
1.796
1.698
Opbrengsten: g. Belastingopbrengsten
-132
per saldo nadelig t.o.v. de vorige Burap
1.698
-98
Kapitaallasten: Het geprognosticeerde voordeel op kapitaallasten is t.o.v. de vorige bestuursrapportage nog verder toegenomen met afgerond € 0,1 mln. Het totale voordeel in 2014 t.o.v. de initiële begroting bedraagt hiermee afgerond € 1,25 mln. Dit wordt als volgt verklaard: • Rente: Het voordeel op rente in 2014 is € 1,7 mln. Bij de begroting 2014 werd uitgegaan van 3,3%. Door de aanhoudende financiële crisis heeft het waterschap nieuwe langlopende leningen voor (her)financiering van de investeringen tegen een lager dan begroot rentepercentage kunnen financieren. Tevens is de rente op kortlopende leningen sinds september negatief. Dit laatste houdt in dat het waterschap een vergoeding ontvangt voor het lenen van kortlopende leningen. • Afschrijving: Hiertegenover staan € 0,45 mln. aan hogere afschrijvingslasten; dit als gevolg van gemiddeld kortere afschrijvingstermijnen over de investeringen waarmee in de begroting 2014 rekening werd gehouden. Dit betreft vooral investering in rollend materieel van 2013 en 2014.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
26
Personeelskosten: Ten aanzien van de personeelskosten verwachten wij een positieve afwijking t.o.v. de initiële begroting van € 0,24 mln. • Activering personeelslasten: Het geraamde investeringsvolume wordt gehaald. Veel projecten bevinden zich in een afrondende fase. Interne uren worden met name in de eerste fase van projecten gemaakt. De gerealiseerde activering van interne uren blijft met ca. € 0,45 mln. achter op de begroting. • Opleidingen: Het bestede opleidingsbudget blijft met ca. € 0,06 mln. achter bij de begroting. Enerzijds konden collectieve opleidingen goedkoper worden ingekocht dan geraamd, anderzijds werden niet alle geplande opleidingsactiviteiten ook daadwerkelijk gerealiseerd. Ook de budgetten, die per organisatieonderdeel ter beschikking werden gesteld voor individuele opleidingen, werden niet volledig uitgeput. • Werving en selectie: Door het terughoudend om te gaan met vacatures en door bij werving maximaal op sociale media in te zetten (en niet op print) resteert een bedrag van € 0,02 mln. • CAO: In de begroting 2014 was rekening gehouden met een loonkostenstijging van 1% i.v.m. een nieuwe cao. Tot op heden is nog geen cao-akkoord bereikt. Het hiervoor geraamde bedrag in de begroting 2014 valt daarom vrij. • Vergoedingen bestuurders: De gewijzigde vergoedingsregeling voor bestuurders per 1 juli 2014 bracht voor het lopende jaar 2014 een financieel nadeel van ca. € 0,065 mln. met zich mee. Per saldo resteert een positief saldo van afgerond € 0,24 mln. op de totale personeelsbegroting 2014. Overige kosten: Ten opzichte van de vorige bestuursrapportage, waar nog werd uitgegaan van een nadelig saldo van € 0,2 mln., zien we nu op de overige kosten een voordelig resultaat van € 1,14 mln. T.o.v. de initiële begroting vallen de overige kosten afgerond € 1,34 mln. lager uit. Dit wordt vooral veroorzaakt door: (afwijkingen > € 0,1 mln. worden hier genoemd) •
Onderhoud watersystemen -/- € 0,3 mln. (beleidsveld 63); Door minder afvoeren van het vrijkomend maaisel van watergangen en het verlagen van de onderhoudsfrequentie van de aanliggende landschapselementen, hebben we de beoogde bezuiniging gerealiseerd. Daarnaast is een verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering doorgevoerd.
•
Energie, onderhoud en chemicaliën RWZI’s -/- € 0,3 mln. (beleidsveld 64); Dit wordt veroorzaakt door minder inkoop elektra als gevolg van betere opwekking, minder verbruik door optimalisaties en externe factoren die door ons niet stuurbaar zijn (zoals weersomstandigheden en aanbod van vervuiling) en een eenmalige teruggave van teveel betaalde voorschotten uit voorgaande jaren. Daarnaast is er een effect zichtbaar van minder onderhoudskosten als gevolg van investeringen in de installaties (RWZI Haarlo en Dinxperlo) van de afgelopen jaren en er worden minder chemicaliën gebruikt bij defosfatering en slibontwatering.
•
Afhaakproblematiek + € 0,14 mln. (beleidsveld 64); Een verhoogde lozing van een bedrijf resulteert in een verhoogde bijdrage voor de garantieregeling die ten laste komt van het zuiveringsbeheer. Daar tegenover staat een verhoogde belastingopbrengst.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
27
•
Bestuursondersteuning -/- € 0,1 mln. (beleidsveld 69); De onderschrijding op dit onderdeel betreft in hoofdzaak de niet-gemaakte kosten voor de publicatie van besluiten. Het oorspronkelijk hiervoor geraamde bedrag valt volledig vrij. Sinds 2014 worden besluiten via Gemeenschappelijke Voorziening Overheidspublicaties / Centrale Voorziening Decentrale Regelgeving (GVOP/CVDR) gepubliceerd. Deze onderschrijding kan als structureel worden aangemerkt.
•
Slibverwerking -/- € 0,1 mln. (beleidsveld 60); Er is een meevaller op transport en verwerken van slib en compost. Voor 2014 bedraagt de meevaller € 0,1 mln.; dit kan als structureel worden aangemerkt. Met name de kosten voor verwerking van compost en transport van ontwaterd slib vallen lager uit.
•
Informatievoorziening -/- € 0,3 mln. (beleidsveld 60); De onderschrijding is vooral het gevolg van een besparing op printkosten en de kosten van de vaste telefonie. Daarnaast is minder gebruik gemaakt van technische adviezen op beheer/onderhoud van het serverpark en heeft over 2013 een verrekening plaatsgevonden met Het Waterschapshuis.
Kwijtschelding: Voor een toelichting op deze nadelige ontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.2. Voormalige RWZI Borculo: Aan een derde is in 2008 een perceel grond verkocht en naar thans blijkt kan de bestemming die partijen hadden voorzien voor die grond niet worden gerealiseerd. In verband daarmee zijn partijen nader overeengekomen dat het ontbinden en terug leveren van de desbetreffende percelen de meest geëigende oplossing is voor het gesignaleerde probleem. Voor het waterschap betekent dit een incidentele last van € 1,072 mln. t.l.v. van de exploitatie 2014. In de overeenkomst tussen partijen zal onder meer worden bepaald dat de desbetreffende partij garant staat voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst en de transactiekosten voor haar rekening neemt, met uitzondering van de overdrachtsbelasting omdat die voor ons nihil zijn. Voorziening natuurterreinen: Met ingang van 1 januari 2009 is het huidige belastingstelsel van de waterschappen in werking getreden. Hierbij is een nieuwe belastingcategorie geïntroduceerd: de (eigenaren van) natuurterreinen. Voor de categorie-indeling zijn door de vijf Rijn-Oost waterschappen uniforme richtlijnen opgesteld, onder meer op basis van de beheerpakketten zoals die gelden voor de Provinciale Subsidieregeling Natuur (PSN). Daarbij is een aantal beheerpakketten niet als natuur aangemerkt, zoals (half-) natuurlijk grasland en nat soortenrijk grasland. Voor ons waterschap gaat het om ca. 700 ha. die volgens de opvatting van de terreinbeheerders als natuur dienen te worden aangemerkt. Er is een zestal proefprocessen tussen waterschappen en natuurbeherende instanties gevoerd. In alle zes voorbeeldzaken hebben de rechtbanken inmiddels uitspraak gedaan. Dat heeft geen eenduidig beeld opgeleverd. De rechters hebben verschillende maatstaven aangelegd om de vraag te beantwoorden welke percelen zijn te kwalificeren als natuurterreinen en welke niet. De nagestreefde duidelijkheid is door de behandeling in eerste instantie door de Rechtbank zowel praktisch als juridisch niet tot stand gekomen.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
28
Om die reden is voor één proefprocedure, zijnde fauna- en kruidenrijk grasland, beroep ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 7 november 2014 uitspraak gedaan. Het desbetreffende waterschap is in het ongelijk gesteld. Op initiatief van de Unie van Waterschappen heeft een landelijk overleg plaatsgevonden om te komen tot een zo uniform mogelijke praktische aanpak voor de behandeling van de aangehouden bezwaarschriften. In grote lijnen kan worden gesteld dat op basis van deze uitspraak alle natuurterreinen die onder de subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL, opvolger van de PSN) vallen, als natuur moeten worden aangemerkt. Met het afdoen van de aangehouden bezwaren is inmiddels gestart. Voor de terreinbeherende organisaties gaat het om honderden percelen die opnieuw moet worden beoordeeld. Deels gebeurt dat met behulp van een GIS-analyse. Verwacht wordt dat de afronding in het eerste halfjaar van 2015 plaatsvindt. De financiële gevolgen komen ten laste van de exploitatie 2014. Daarvoor wordt thans een voorziening van € 150.000 opgenomen. Dit betreft, over de periode van 2009 t/m 2014, een vermindering van watersyteemheffing voor ca. 700 ha en een vergoeding van invorderingsrente. In 2009 is als uitgangspunt gehanteerd de Provinciale Subsidieregeling Natuur (PSN). Deze regeling is inmiddels vervangen door de subsidieregeling Natuur en Landschap (SNL). Hierbij heeft een definitiewijziging van de beheerpakketten plaatsgevonden waardoor de PSN-pakketten niet geheel vergelijkbaar zijn met de SNL-pakketten. Omdat nu de afspraak is gemaakt dat alle natuurterreinen die onder de SNL vallen als natuur moeten worden aangemerkt, kan er een verschil ontstaan tussen de aanvankelijk vastgestelde oppervlakte van 700 ha en de oppervlakte natuur volgens de nieuwe definitie. Om dat vast te kunnen stellen vindt momenteel een GIS-analyse plaats om de oude en nieuwe situatie te vergelijken en om de verschillen in beeld te brengen. In deze bestuursrapportage kan daarin nog geen inzicht worden gegeven. Belastingopbrengsten: De belastingopbrengsten ultimo 2014 vallen naar verwachting € 0,87 mln. lager uit t.o.v. de initiële begroting. In de vorige bestuursrapportage was al melding gemaakt van een lagere opbrengst van € 0,74 mln. Een verdere daling derhalve van afgerond € 0,13 mln. Voor een toelichting op deze nadelige ontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.1. waarin per categorie op de afwijking wordt ingegaan.
Consequenties van financiële ontwikkelingen in 2014 voor de begroting 2015 De consequenties van de enkele structurele ontwikkelingen in deze bestuursrapportage voor de begroting 2015 zijn: • Kosten transport en verwerken slib en compost -/- € 0,1 mln. • Kosten voor publicatie van besluiten -/- afgerond € 0,1 mln. In de eerste bestuursrapportage van 2015 worden deze bijsturingen voor 2015 geagendeerd.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
29
5.2 Exploitatie per beleidsveld Exploitatie naar beleidsvelden
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2014 61 – Planvorming
2.170
Prognose Burap 2014-2 2.149
Prognose 2014 2.102
2.758
2.861
2.877
63 - Inrichting en onderhoud watersystemen
17.472
16.815
16.507
64 - Bouw en exploitatie zuiv. techn. werken
31.791
30.687
30.436
62 - Aanleg en onderhoud waterkeringen
65 - Inricht. en onderh. vaarwegen en havens 908
790
805
67 - Beheersen van lozingen
1.253
1.329
1.191
68 - Heffing en invordering
3.374
4.454
3.490
69 - Bestuur en externe communicatie
2.668
2.667
2.573
18.591
18.907
18.359
66 - Vergunningverlening en handhaven keur
60 - Centrale ondersteuning Kwijtschelding
408
850
Onïnbaar
250
250
Onvoorzien Subtotaal incl. investeringsvolume
35
35
81.678
80.694
79.440
407
370
370
81.271
80.324
79.070
Dekkingsmiddelen Rente eigen vermogen Subtotaal netto-kosten
1.072
Incidentele last voormalige RWZI Borculo Toevoeging aan voorziening natuurterreinen
150 1.222
Totaal eenmalige lasten en voorzieningen
80.292
Netto-kosten
81.271
80.324
78.030
77.292
77.160
Belastingopbrengsten
78.030
77.292
77.160
Verwacht resultaat
-3.242
-3.033
-3.132
Belastingopbrengsten 2014
Op de beleidsvelden zijn verschillen ontstaan die worden veroorzaakt door lagere kapitaalen personeelslasten en overige kosten. Voor een toelichting op een aantal significante overen onderschrijdingen per kostenrubriek binnen de beleidsvelden wordt verwezen naar hoofdstuk 5.1.1.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
30
5.3 Dekkingsmiddelen 5.3.1 Belastingopbrengsten (bedragen x € 1.000)
belastingcategorie
Begroting 2014
Zuiveringsheffing Woonruimten Bedrijven
Burap 2014-2
Prognose 2014
39.284 27.969
39.098 28.094
38.720 27.654
11.315
11.004
11.066
Watersysteemheffing Gebouwd binnendijks
38.746 20.977
38.194 20.624
38.440 20.807
Gebouwd buitendijks
15
14
15
Ongebouwd binnendijks
4.855
4.998
4.998
Ongebouwd buitendijks
29
28
29
1.105
780
783
Ongebouwd wegen binnendijks Ongebouwd wegen buitendijks
3
2
2
11.617
11.667
11.404
Natuur
77
77
77
Directe lozers
68
4
325
78.030
77.292
77.160
Ingezetenen
Totaal opbrengsten 2014
De prognose van de belastingopbrengsten is t.o.v. de initiële begroting € 0,87 mln. lager. In de vorige bestuursrapportage was al melding gemaakt van een lagere opbrengst van € 0,74 mln. Derhalve een verdere daling van afgerond € 0,13 mln.
Per belastingcategorie worden hieronder de belangrijkste afwijkingen met betrekking tot de prognoses van de belastingopbrengsten toegelicht. Zuiveringsheffing Woonruimten: Ten opzichte van de begroting zien we een daling van afgerond € 0,3 mln. Oorzaak hiervan is enerzijds een verschuiving van het aantal meerpersoonshuishoudens (3VE’s) naar eenpersoonshuishoudens (1VE) omdat alleenwonenden de standaard aanslag voor een driepersoonshuishouden terugbrengen naar een aanslag voor een eenpersoonshuishouden. Anderzijds is sprake van “krimp” in diverse regio’s binnen het beheersgebied van het waterschap. Bedrijven: Ten opzichte van de begroting zien we ultimo 2014 een daling van afgerond € 0,25 mln. Als gevolg van de economische recessie is de opbrengst van zuiveringsheffing voor bedrijfsruimten lager dan begroot. In verband met het economisch slechtere klimaat produceren bedrijven minder en lozen dus ook minder afvalwater. Ten opzichte van de prognose in de vorige bestuursrapportage is het nadeel iets afgenomen.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
31
Watersysteemheffing Gebouwd binnendijks: De waarde van onroerende zaken (WOZ-waarde) is als gevolg van de economische recessie sterker gedaald dan was voorzien in de begroting. Het dieptepunt van de woningmarkt is in 2014 bereikt. Ongebouwd binnendijks en Ongebouwd wegen binnendijks: In de kostentoedeling 2014 is het aantal hectares wegen voor de belastingheffing op basis van een prognose bepaald op 12.700 hectare. Het werkelijke areaal wegen, waarover belasting wordt geheven, blijkt op basis van de opgelegde aanslagen voor 2014 uit te komen op ca. 9.000 hectare. Dit impliceert een verschuiving van 3.700 hectare van de categorie ongebouwd wegen binnendijks naar ongebouwd eigendom binnendijks. Directe Lozers Vanaf 2013 wordt er voor het lozen van grondwateronttrekkingen (bronnering) belasting geheven. Deze aanslagen zijn met terugwerkende kracht per 1 januari 2014 opgelegd. Op dit moment is er voor ruim € 0,3 mln. aan belastingen voor bronnering opgelegd.
Kostentoedelingsverordening Met de invoering van de Waterschapswet zijn vanaf 1 januari 2009 nieuwe regels van kracht geworden om de bijdragen van de diverse categorieën belanghebbenden in de kosten van het watersysteembeheer vast te stellen. In de wet is tevens vastgesteld dat eens in de vijf jaar een herberekening van de waardeverhouding binnen watersysteembeheer moet plaatsvinden. Op 11 december 2013 is de door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurde kostentoedelingsverordening bekendgemaakt in het Waterschapsblad. De kostentoedelingsverordening is hiermee, conform de wettelijke regels, vanaf 1 januari 2014 van toepassing. 5.3.2 Kwijtschelding Op 17 september 2009 is door het algemeen bestuur de kwijtscheldingsverordening vastgesteld waarmee de kwijtscheldingsnorm van 90% naar 100% is verhoogd. In art. 1 van de verordening is geregeld dat er geen kwijtschelding wordt verleend voor de watersysteemheffing voor gebouwde en ongebouwde onroerende zaken en voor natuurterreinen. Kwijtschelding geldt daarom alleen voor zuiverings- en verontreinigingsheffing en voor watersysteemheffing voor ingezetenen. De kwijtscheldingsaanvragen worden behandeld door het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus – Tricijn. Daarnaast heeft het algemeen bestuur op 11 september 2012 ingestemd met de mogelijkheid om de kwijtscheldingsaanvragen te laten toetsen door de landelijke Stichting Inlichtingenbureau. De huidige economische tijden hebben ook hun weerslag op de waterschappen. Meer huishoudens maken gebruik van de mogelijkheid tot kwijtschelding van waterschapsbelastingen. Na een eerste toekenning wordt kwijtschelding vaak automatisch het volgende jaar opnieuw wordt toegekend.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
32
Ultimo december 2014 zijn aanvragen voor kwijtschelding tot een totaalbedrag van € 0,85 mln. gehonoreerd. (bedragen x € 1.000)
Kwijtschelding
Begroting 2014 408
Prognose Burap 2014-2
Prognose 2014 850
700
Het budget voor kwijtschelding 2014 ad. € 0,4 mln. wordt met afgerond € 0,44 mln. overschreden. Van de totale uitgaven in 2014 heeft € 0,7 mln. betrekking op het jaar 2014 en € 0,15 mln. op voorgaande belastingjaren. 5.3.3 Oninbaar Niet alle opgelegde aanslagen kunnen worden ingevorderd. Om uiteenlopende redenen moet soms worden geconcludeerd dat betaling van de aanslagen niet kan worden afgedwongen (faillissement/schuldsanering) of dat uit doelmatigheidsoverwegingen moet worden afgezien van verdere pogingen tot invordering. In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur van het waterschap de belasting geheel of gedeeltelijk oninbaar kan verklaren. Deze bevoegdheid is overgedragen aan het dagelijks bestuur van het GBLT. (bedragen x € 1.000)
Oninbaar
Begroting 2014 250
Prognose Burap 2014-2 250
Prognose 2014 250
In de begroting 2014 is rekening gehouden met een toevoeging van € 0,25 mln. aan de voorziening ‘Oninbaar’. Gelet op de prognose ultimo 2014 is deze voorziening toereikend. 5.4 Risicomanagement Het waterschap heeft een risicokaart ontwikkeld waarmee de strategische risico’s van het waterschap in beeld zijn gebracht. Het proces van bewustwording van en omgang met die risico’s wordt breed in de organisatie ingebed. De accountantscontrole is een instrument waarmee deze werkwijze periodiek wordt getoetst. Momenteel wordt een normenkader geactualiseerd, met daarin alle voor het waterschap essentiële wet- en regelgeving. Het bepaalt in combinatie met de wettelijke controletoleranties de reikwijdte voor de accountantscontrole. Intern is er vooral gewerkt aan het volgen van externe wetgeving en het hierop laten aansluiten van onze werkwijzen. Te denken valt aan de Kieswet, de Crisis- en herstelwet en de Omgevingswet. Daarnaast hebben onze juristen trainingen gegeven, over bijvoorbeeld de Waterwet, zodat het juridisch bewustzijn wordt vergroot. Informatieveiligheid wordt, in het kader van een programma van de Unie van Waterschappen, verder verankerd in de eigen bedrijfsvoering. Het doel is om zelfregulering mogelijk te maken en een sectoraal vastgestelde norm voor informatieveiligheid (BIWA) te bereiken en eraan blijven voldoen. In Waterkracht verband is een risico-inventarisatie uitgevoerd en een Top10 van maatregelen/activiteiten benoemd die gezamenlijk worden opgepakt. Het gaat om onder meer verdere operationalisering van beleid, organisatie en naleving.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
33
Voor het zuiveringsbeheer is een vervangingsprogramma opgesteld. Het programma voor investeringen in de rioolgemalen, persleidingen, RWZI’s, slibontwatering en slibgisting is inzichtelijk voor de komende vijf jaar. Aan een meerjarenprogramma voor de langere termijn (na 2035) wordt nog gewerkt. Specifiek wordt gewerkt aan de analyse van de waarden van de bedrijfsmiddelen (reguliere vervangingsfrequenties en -investeringen, risico’s, boekwaarden etc.) 5.5 Financiële positie 5.5.1 Reservepositie en weerstandscapaciteit Waterschap Rijn en IJssel kent één algemene reserve per taak en twee bestemmingsreserves (innovatiefonds en educatie is beleven). Een deel van de algemene reserve is ‘bestemd’ als minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Het meerdere is gekwantificeerd als vrij besteedbare reserve en kan worden ingezet voor bijvoorbeeld tariefegalisatie. De minimaal benodigde weerstandscapaciteit voor 2014 is bepaald op € 2,63 mln. Er is geen aanleiding om het weerstandsvermogen aan te passen. Reserves (bedragen x € 1.000)
Omschrijving Stand reserves per 31-12-2013 (jaarrekening 2013) Resultaat 2013 Vrij inzetbare reserves 01-01-2014 Minimaal benodigde weerstandscapaciteit 2014 Geprognosticeerd resultaat 2014 Vrij inzetbare reserves 31-12-2014
Waterzuiveringbeheer
Watersysteembeheer
Totaal
8.850
8.888
17.738
-4.595 4.255 -1.138 -2.828 290
-3.678 5.210 -1.487 -304 3.420
-8.273 9.465 -2.625 -3.132 3.710
5.5.2 Financiële risico’s Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) In 2013 is de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) aangenomen. Deze wet moet er voor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog worden. Ook waterschappen hebben een plek in deze wet gekregen. Er is een macronorm voor het totale EMU-tekort van de gezamenlijke waterschappen. Het financieringstekort van alle waterschappen samen moeten onder een plafond blijven. In het Financieel Akkoord van januari 2013 hebben de decentrale overheden ingestemd met een gezamenlijk tekort van maximaal 0,5% BBP voor 2014 en 2015 en is afgesproken dat het hier een macronorm betreft voor alle decentrale overheden gezamenlijk. Het Rijk stuurt alleen op de macronorm en als deze norm niet wordt overschreden, is er voor het Kabinet geen aanleiding in te zoomen op sectoren en dus zeker niet op individuele decentrale overheden. Alle waterschappen hebben daarnaast vanuit de Unie een individuele EMU-referentiewaarde voor het EMU-saldo. Zowel het EMU-tekort o.b.v. de Begroting 2014 en het tekort o.b.v. de prognose 2014 blijven onder de referentiewaarde. Eind 2015 vindt er een evaluatie plaats in welke mate de gewenste daling van het macrotekort reëel is. Op dit moment biedt de wet nog mogelijkheden tot sancties. De minister staat open voor het vervangen van de nationale sancties door een maatregelenpakket ter verbetering van het EMU-saldo. IPO, VNG en UvW spannen samen om een werkbaar pakket voor te stellen. vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
34
Schatkistbankieren Delegaties uit het Kabinet en de besturen van Unie, IPO en VNG hebben in 2013 een onderhandelingsakkoord bereikt over een aantal financiële onderwerpen. Een van die onderwerpen was schatkistbankieren. Het schatkistbankieren heeft materieel niet zo veel betekenis voor de waterschappen. Bij het overleg is dan ook aangegeven dat de waterschappen geen bijdrage leveren aan het hoofddoel, maar wel met de administratieve kosten worden geconfronteerd. Met het onderhandelingsakkoord wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan deze punten van de waterschappen. Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF. Zoals de alinea hiervoor aangeeft, heeft de Eerste Kamer het voorstel na stemming aangenomen. Het Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF en volgt daarmee de data van inwerkingtreding van deze wet. De overdracht van bruggen en openbare weg De overdracht van bruggen en openbare weg leidt tot eenmalige kosten om de bruggen in betere staat te brengen alvorens deze kunnen worden overgedragen. De kosten die hiermee gepaard gaan zijn niet opgenomen in de reguliere budgetten en leiden tot ‘eenmalige lasten’ in het jaar waarin de overdracht wordt geëffectueerd. Inmiddels zijn we met de eerste gemeenten in overleg om te komen tot feitelijke overdracht in 2015 of 2016. De kosten voor deze eerste tranche zijn nog niet bekend; een eerste inschatting geeft aan dat dit kan oplopen tot ca. € 0,9 mln. 5.5.3 Verbonden partijen Het waterschap heeft de volgende verbonden partijen: Waterstromen B.V., Nederlandse Waterschapsbank, Belastingorganisatie Lococensus/Tricijn (GBLT), waterschapslaboratorium Aqualysis en Het Waterschapshuis. Het Waterschapshuis (HWH) Er wordt door HWH gewerkt aan het opzetten van een nieuwe gemeenschappelijke regeling HWH 2.0. De verwachting is dat in maart 2015 door het algemeen bestuur van HWH de gewijzigde gemeenschappelijke regeling HWH 2.0 wordt vastgesteld. Dit gebeurt echter niet eerder dan nadat de bijdrageverordening, het dienstverleningshandvest en de (model) dienstverleningsovereenkomst door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis zijn vastgesteld. Ten aanzien van de overige verbonden partijen hebben zich in het achter ons liggende triaal geen ontwikkelingen voorgedaan. 5.5.4 Voorzieningen Voorzieningen hebben een kostenkarakter en worden getroffen voor toekomstige uitgaven waarvan de oorzaak zich nu voordoet of al heeft voorgedaan. De meest aansprekende situaties om voorzieningen te treffen zijn: • kosten voor volgende begrotingsjaren waarvan de oorsprong ligt in het lopende jaar of de jaren daarvoor; • toekomstige verplichtingen en verliezen per balansdatum, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; • risico’s bij toekomstige verplichtingen en verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
35
Voorziening arbeidsgerelateerde verplichtingen Het waterschap heeft per 31 december 2014 een voorziening voor arbeidsgerelateerde verplichtingen. Deze voorziening is opgebouwd uit: • voorziening wachtgeld voormalig bestuurders. Dit betreft een werkeloosheid uitkeringsregeling voor voormalige bestuurders; • voorziening latente pensioenverplichtingen bestuurders. Dit betreft de voorziening voor pensioenopbouw huidige en voormalige bestuurders die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt; • voorziening pensioenverplichtingen bestuurders. Dit betreft de voorziening pensioenopbouw (voormalige) bestuurders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt; • voorziening bovenwettelijke WW. Het waterschap is eigenrisicodrager voor de werkeloosheidswet. Voorziening Natuurterreinen Met ingang van 1 januari 2009 is het huidige belastingstelsel van de waterschappen in werking getreden. Hierbij is een nieuwe belastingcategorie geïntroduceerd: de (eigenaren van) natuurterreinen. Voor de categorie-indeling zijn door de vijf Rijn-Oost waterschappen uniforme richtlijnen opgesteld, onder meer op basis van de beheerpakketten zoals die gelden voor de Provinciale Subsidieregeling Natuur (PSN). Daarbij is een aantal beheerpakketten niet als natuur aangemerkt, zoals (half-) natuurlijk grasland en nat soortenrijk grasland. Voor ons waterschap gaat het om ca. 700 ha. die volgens de opvatting van de terreinbeheerders als natuur dienen te worden aangemerkt. Er is een zestal proefprocessen tussen waterschappen en natuurbeherende instanties gevoerd. De nagestreefde duidelijkheid is door de behandeling in eerste instantie door de Rechtbank zowel praktisch als juridisch niet tot stand gekomen. Om die reden is voor één proefprocedure, zijnde fauna- en kruidenrijk grasland, beroep ingesteld bij de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft op 7 november 2014 uitspraak gedaan en het waterschap in het ongelijk gesteld. De financiële gevolgen hiervan moeten als een voorziening in de jaarrekening 2014 worden verwerkt. Daarvoor wordt thans een voorziening van € 150.000 opgenomen. Dit betreft, met terugwerkende kracht over de periode van 2009 t/m 2014, een vermindering van watersyteemheffing voor ca. 700 ha en vergoeding van invorderingsrente. Voorzieningen
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Waterzuiveringbeheer
Watersysteembeheer
Totaal
Arbeidsgerelateerde verplichting 1-1-2014
2.043
1.810
3.853
Verminderingen 2014 Stand per 31 december 2014
-177 1.866
-143 1.667
-320 3.533
Natuurtereinen Vermeerderingen 2014 Stand per 31 december 2014
0 0
150 150
150 150
5.5.5 Treasury (Geldleningen) Het waterschap heeft in het derde triaal van 2014 twee langlopende leningen afgesloten met een totale waarde van € 50 mln. om te voldoen aan de financieringsbehoefte. De rente op deze leningen is lager dan bij de begroting 2014 was verwacht, mede als gevolg van de aanhoudende financiële crisis.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
36
De resterende financieringsbehoefte is met kasgeld gefinancierd; de rente op deze kortlopende leningen is sinds september negatief. Dit laatste houdt in dat het waterschap een vergoeding ontvangt voor het lenen van kortlopende leningen. Het waterschap voldoet in 2014 aan de in de Wet Fido vastgelegde normen. 5.5.6 Overige kengetallen Financiële informatie die de gerapporteerde prestaties in perspectief plaatsen betreft de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt en de ontwikkeling van lonen (cao) en prijzen (inflatie). • Renteontwikkeling: In de begroting 2014 is gerekend met een renteomslag van 3,3%. De geprognosticeerde renteomslag is lager dan de begrote renteomslag. Door de financiële crisis is de rente op de kapitaalmarkt lager dan in de begroting was aangenomen. De recent afgesloten leningen hebben een neerwaartse invloed op de renteomslag van 2014. Het voordeel van de lagere renteomslag is onderdeel van het geprognosticeerde resultaat. • In het najaar is het overleg met de vakorganisaties hervat. Dat leidt naar verwachting nog niet op korte termijn tot een nieuw CAO-akkoord. Doordat vanaf 1 januari 2015 minder pensioen mag worden opgebouwd gaat de pensioenpremie omlaag. Hierdoor maakt de werkgever minder kosten. Dit was voor sociale partners aanleiding om – vooruitlopend op een af te sluiten cao-akkoord – per 1 januari 2015 tussentijds een salarisverhoging van 0,73% overeen te komen die uit deze verlaging van de pensioenpremie kan worden gefinancierd. • Ontwikkeling inflatie: In de begroting 2014 is uitgegaan van een inflatiepercentage van 2%. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt in haar Kerngegevenstabel van 11 december 2014 voor 2014 een inflatie van 1,0%.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
37
Supplement I
Zuiveringsrendementen
Gebiedsrendement
In deze rapportage wordt ingegaan op de zuiveringsresultaten over geheel 2014 (t/m half november). Het gebiedsrendement over die periode is voor stikstof 88% (beter dan de doelstelling van 85% in de begroting) en voor fosfaat 75% (conform doelstelling in de begroting). Zoals in de ambitiediscussie al is aangegeven wordt het gebiedsrendement voor stikstof voornamelijk bepaald door de vergunningseisen van de individuele installaties. Het bijsturen op de ruimte die daarbinnen ontstaat, levert financieel gezien weinig op en heeft effect op het ontvangende oppervlaktewater. Vandaar dat is gestuurd op het optimaal functioneren van de zuiveringen. De installaties die op binnenwateren lozen worden voor fosfaat gestuurd op de individuele vergunningseisen. Zoals tijdens de ambitiediscussie is afgesproken is dit jaar strak gestuurd op de norm, door vooral op de RWZI Nieuwgraaf de dosering van ijzerzouten aan te passen. Zuiveringsrendementen 2014 t/m half november Geldende norm: Effluent Fosfaat [mg/l]
Influent
debiet [m3/d]
Stikstof [mg/l]
Belasting
Jaargemiddeld I.E. à 150 g TZV
Jaargemiddeld
Eis ver
CZV
Voortschrijdendgemiddeld
Rende-
gunning ment %
Jaarge-
Maximale
middelde
waarde 1)
Eis ver
Rende-
gunning 2) ment %
Rendement %
Aalten
5.394
27.709
8,2
10
85
1,4
1,5
2
81
95
Aalten
Dinxperlo
2.222
13.975
6
15
91
0,7
1,1
2
95
94
Dinxperlo
Etten
31.145
191.868
6,6
10
83
0,6
1,2
1
86
91
Etten
Haarlo
10.962
56.911
6,0
10
89
0,7
1
90
95
Haarlo
Holten
4.216
27.410
10
10
82
0,8
0,9 1,0
2
86
94
Holten
Lichtenvoorde
4.514
27.914
8,8
88
1,5
1,8
95
Lichtenvoorde
49.744
275.235
6,9
88
3,5
4,8
2 1 3)
79
Nieuwgraaf
10 10 3)
51
95
Nieuwgraaf
Olburgen
18.134
118.024
7,2
10 3)
88
2,8
3)
67
95
1.842
11.637
8
10
89
0,5
4,2 0,7
94
95
Olburgen Ruurlo
Varsseveld
3.490
19.429
10
10
80
0,8
1,4
1
84
94
Varsseveld
Wehl
1.433
9.314
5,0
10
92
0,6
0,7
1
92
97
Wehl
10 10 3)
86
0,5
0,6
92
Winterswijk
2,2
3,4
1 3) 1
91
92
84
95
Zutphen
Ruurlo
Winterswijk
11.804
60.486
7,0
Zutphen
23.866
155.072
6,5
1
1
Totaal
168.766
994.984
88
75
95
3e triaal t/m november 2013
171.864
967.560
85
80
94
3e triaal t/m november 2012
171.300
1.003.438
85
76
94
1)
2) 3)
Het voortschrijdende gemiddelde over tien waarnemingen is het gemiddelde over de laatste tien waarnemingen. Bij elke nieuwe waarneming wordt er een nieuw gemiddelde uitgerekend. Het betreft hier de hoogste waarde van alle voortschrijdende gemiddelden. Deze waarde moet lager zijn dan de eisen. De eis is dat het voortschrijdende gemiddelde over tien waarnemingen niet hoger mag zijn dan in de kolom weergegeven norm. Deze eis is van toepassing indien de gebiedsverwijderingsrendementen (75%) niet worden gehaald. Bij gebiedsverwijderingsrendementen hoger dan 75% zijn de installatie specifieke eisen niet van kracht.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
38
In de volgende grafiek is het gebiedsrendement over de afgelopen jaren weergegeven. Het betreft het cumulatieve rendement per jaar, dat wil zeggen dat in het weergegeven rendement over het tweede en derde triaal telkens de resultaten van de voorgaande trialen zijn meegenomen. De resultaten uit het derde triaal zijn de jaarresultaten.
Gebiedsrendementen RWZI's 100 95
CZV
90
Rendement (%)
N 85 80 75
P
70 65 60
jjjj-3 is het jaarrendement
In deze grafiek is de afname van het gebiedsrendement van fosfaat als gevolg van het reduceren van de toevoeging van ijzerzouten in Nieuwgraaf te zien vanaf het tweede triaal van 2013 (2013-2). De zuiveringsresultaten van het geloosde afvalwater zijn getoetst aan de voorschriften van de Watervergunningen. Eenmalige overschrijdingen die binnen de ruimte van de Watervergunningen vallen, worden niet gemeld. Alleen installaties die lozen op Rijkswater (Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen) of waar bijzonderheden zijn, worden kort beschreven. RWZI’s die voldoen aan de Watervergunning in 2014
Dinxperlo, Etten, Haarlo, Lichtenvoorde, Ruurlo, Wehl, Winterswijk. Deze installaties voldoen naar verwachting aan alle lozingseisen over geheel 2014. Installaties die voldoen aan de eisen en die een nadere toelichting behoeven:
Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen (lozingen op Rijkswater) De installaties Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen lozen op Rijkswater, namelijk de IJssel. Voor deze installaties geldt dat, indien het gebiedsrendement voor stikstof en fosfaat hoger is dan 75%, niet hoeft te worden voldaan aan de individuele norm voor stikstof en fosfaat. Voor stikstof geldt dat alle drie installaties onder de individuele norm van 10 mg/l blijven.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
39
De gehalten voor fosfaat zijn voor de installaties Nieuwgraaf en Zutphen hoger dan 1 mg/l en voor Olburgen hoger dan 2 mg/l. In Zutphen is dat mede het gevolg van de toename van fosfaat in de aanvoer vanuit de naastgelegen slibverwerking. In Nieuwgraaf is het doseren van ijzerzouten gereduceerd waardoor de fosfaatgehalten stijgen. Het fosfaatgehalte in Olburgen is in lijn met voorgaande jaren. Aalten (Stikstof) De resultaten voor wat betreft stikstof zijn onder de grens van 10 mg/l, maar de wisselende resultaten blijven aanleiding om de installatie nauw gelet te volgen. Een studie naar het functioneren van de RWZI en mogelijke maatregelen is afgerond. Voorstellen voor aanpassing van de installatie om deze ook duurzaam te laten voldoen, worden voorbereid. Holten (Stikstof) De resultaten van RWZI Holten voor wat betreft stikstof zijn sterk verbeterd de afgelopen jaren, maar incidentele uitschieters zorgen voor verhoging van het gemiddelde stikstofgehalte. Naar de oorzaken wordt permanent onderzoek gedaan, wat ook enige verbetering teweeg heeft gebracht. Het technologisch functioneren van deze zuivering blijft kritisch. Aanvullend op de genomen maatregelen in de afgelopen jaren, de ingezette optimalisaties en handhaving, zijn met groot onderhoud en aanpassingen aan het beluchtingssysteem nieuwe verbeteringen aangebracht om de stikstofverwijdering te optimaliseren. RWZI’s die tijdelijk niet voldaan hebben aan de Watervergunning.
Etten (Onopgeloste stof, BZV, CZV, t-P) RWZI Etten heeft op 17 november te maken gehad met een forse uitspoeling van slib naar het oppervlaktewater. De oorzaak is een combinatie van onverwacht grote neerslag in dat etmaal en het voor onderhoud tijdelijk uit bedrijfstellen van een nabezinktank. Deze situatie doet zich incidenteel voor. Voor deze specifieke bedrijfssituatie is het proces tijdelijk gewijzigd. Varsseveld (Fosfaat) RWZI Varsseveld is in december 2013 omgebouwd van een zuivering met membranen naar zuivering met een nabezinktank. Een nieuwe/aangepaste zuivering heeft een periode van inregelen nodig om de beoogde resultaten te behalen. Daarbij is gebleken dat in de beginperiode de stikstofverwijdering niet optimaal verliep. Diverse operationele bijstellingen hebben geleid tot verbeterde resultaten nadien. De laatste hand wordt momenteel gelegd aan de optimalisaties. Er is een verbetering van het rendement zichtbaar, waarmee over het totaal gezien de installatie voldoet aan de stikstofeis. Vanaf eind oktober is het fosfaatgehalte boven de vergunningseis gekomen. Dit wordt veroorzaakt door pieklozingen bij regenwateraanvoer. Gemiddeld over 10 waarnemingen voldoet deze installatie daardoor niet aan de norm.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
40
SUPPLEMENT II
PROJECTENLIJST
In dit supplement geven we op projectniveau - financieel en operationeel – de afwijkingen op de voortgang weer. In dit overzicht zijn alleen de door het bestuur goedgekeurde investeringsprojecten (met een uitvoeringskrediet) opgenomen. Een specifieke toelichting op de majeure projecten treft u aan in hoofdstuk 4 bij de programma-rapportage. Voortgang financieel De in de kolom ‘voortgang’ rood gearceerde projecten zijn kort toegelicht in de projectenlijst (zie kolom ‘reden’). Bij financieel gaat het om een afwijking van meer dan 10% tussen verleend krediet en afgegeven prognose. Het gaat hier om projecten waarvoor nog aanvullend krediet moet worden aangevraagd vanwege aanvullende werkzaamheden en meerkosten. We vermelden hier alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage. Voortgang operationeel Bij operationeel gaat het om een verlenging van de doorlooptijd van een project naar een volgend kalenderjaar. De vertraging heeft een bandbreedte van 4 maanden tot een jaar. Het betreft hier voornamelijk vertragingen als gevolg van o.a. nader intern onderzoek over lange termijn visie, realiseren randvoorwaarden en opstellen inrichtingsplan. Daarnaast vindt vertraging plaats door bestuurlijke discussie, nadere besluitvorming en procedures van vergunningverlening. Ook hier vermelden we alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage.
vst bestuursrapportage 2014-3 170315 bijlage
41
Verkorte projectenlijst
PLANNING / GOEDGEKEURD
proj.nr
BELEIDS-PROD.
BESLUITVORMING door
OMSCHRIJVING PROJECT
Startjaar
Eindjaar
REALISATIE tm 2013
PROGNOSE
Aandeel WRY
Aandeel WRY
Netto-krediet
Kasritme lopend jaar peiling 2014-2
REALISATIE 2014
REALISATIE totaal
Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY
Startjaar
Eindjaar (vlg dirap)
Nettoprognose
Kasritme lopend jaar peiling 2014-3
VOORTGANG
Reden
INFORMATIE OVER VOORTGANG VAN INVESTERINGSPROJECTEN ( BURAP 2014-3)
Aandeel WRY
Netto Netto uitgaven Netto uitgaven uitgaven t/m 2014 t/m t/m december 2013 december 2014
Financieel
Operationeel
Programma Veiligheid (t ot aal 9 project en) 80410
621
Beh.reg.prim.waterk.
AB
1-1-2012
30-11-2016
632.000
01-01-2012
31-12-2018
630.233
233
0
233
2018
A
80528
621
Legger Regionale Waterkeringen
DR
1-1-2012
31-12-2015
55.000
10.000 01-01-2012
31-12-2016
48.327
23.327
0
23.327
2016
B
80584
622
Gr.onderh.inspectiep waterkeringen
AB
1-1-2012
31-12-2015
650.000
175.000 01-01-2012
01-06-2015
650.116
202.000
438.116
212.206
650.322
2015
C
80174
622
Real. onderh.paden langs waterkeringen
AB
1-12-2008
31-12-2014
214.000
110.802 01-12-2008
31-12-2014
105.698
2.500
103.198
4.329
107.526
2017
D
Subtotaal
Overige projecten programma Veiigheid
div.
Totaal programma Veiligheid
1.551.000
295.802
550.000
4.779.173
2.101.000
5.074.975
div.
1.434.374
204.500
564.874
216.535
781.409
502.859
4.833.573
446.081
4.845.383
511.069
1.937.233
5.038.073
1.010.955
5.061.917
1.292.477
Programma Watersysteem (t ot aal 69 project en) 80414
632
Bijdr.Retentie Op de Bleek Eibergen
DR
1-1-2010
31-12-2016
80.000
01-01-2010
31-12-2017
69.275
0
-10.725
0
-10.725
80154
632
Braambrug-instroom Zoddebeek
AB
1-1-2008
1-3-2015
1.292.000
908.501 01-01-2008
01-06-2015
1.542.000
1.153.501
383.499
1.693.593
2.077.092
80246
632
Dortherbeek West vanaf Kr.v.Dorth
AB
1-1-2010
1-9-2014
745.000
463.297 01-01-2010
31-12-2014
362.778
94.221
268.557
106.444
375.001
80276
632
EVZ Oude IJssel Aa-strang
AB
1-1-2010
31-12-2014
284.000
246.750 01-01-2010
01-07-2015
288.635
183.328
65.307
688.806
754.113
2015
C
80766
632
EVZ Oude IJssel monding AA-Strang
DH
1-1-2014
31-12-2014
65.000
77.500 01-01-2014
01-07-2015
69.750
62.000
0
146.107
146.107
2015
C
80596
632
Herinr.Bbk Buurserstraat-Schanswg
AB
1-9-2012
1-5-2015
665.000
580.017 01-09-2012
01-05-2015
560.000
470.017
84.983
504.644
589.626
80316
632
Herinr.Berkel Almen-Zuid
AB
1-10-2009
31-12-2014
1.356.000
866.100 01-10-2009
01-08-2015
947.837
647.297
165.540
2.212.628
2.378.168
2015
E
80644
632
OIJ fietspaden
DH
1-10-2012
31-12-2014
0
-81.493 01-10-2012
01-07-2015
20.000
-81.769
81.769
329.457
411.227
2015
C
80638
632
Projectmonitoring
DR
1-1-2013
31-12-2014
96.000
52.000 01-01-2013
31-12-2014
83.802
48.906
34.896
62.230
97.125
80484
632
Renovatie Stuw Voorst
AB
1-1-2010
31-12-2014
600.000
420.000 01-01-2010
01-07-2015
476.180
370.000
91.180
362.431
453.611
2015
C
80224
632
Stuw,waterm,vispassage Berenschot
AB
1-6-2009
31-12-2015
665.000
-3.028 01-06-2009
31-12-2015
532.498
-20.098
96.055
-60.099
35.957
80574
632
Vispassages BaakseBk+Grote Beek(BK)
AB
1-3-2012
1-4-2015
445.000
363.622 01-03-2012
01-04-2015
227.755
281.687
56.068
580.721
636.789
80576
632
Vispasseerbaar maken monding Berkel(BK)
AB
1-10-2012
31-12-2015
371.000
25.000 01-10-2012
31-12-2015
289.683
43.500
5.428
48.643
54.071
80084
632
Waterberging Gr.Holthuizen Zevenaar
AB
1-1-2007
31-12-2017
1.110.500
01-01-2007
31-12-2017
850.056
0
570.056
0
570.056
80336
633
Baggeren landelijk en stedelijk gebied
AB
1-2-2010
31-12-2014
1.240.000
305.000 01-02-2010
01-07-2015
1.021.643
275.000
666.643
271.669
938.311
2015
C
80602
634
Renovatie stuwen en gemalen 2012
AB
1-5-2012
1-11-2014
600.000
104.880 01-05-2012
01-04-2015
605.620
102.000
495.120
103.087
598.207
2015
C
7.947.511
3.629.590
3.054.375
7.050.361
10.104.736
23.159.322
5.896.565
10.887.385
12.400.946
23.288.331
31.106.833
9.526.155
13.941.760
19.451.307
33.393.067
Subtotaal
9.614.500
Overige projecten programma Watersysteem
div.
Totaal programma Watersysteem
4.328.146
23.049.908
6.542.569
32.664.408
10.870.715
div.
I
Programma Afvalvaterketen (t ot aal 23 project en) 80748
641
Aanp.transportsyst.gem.Nw-Dijk,gem.Didam
DH
1-8-2013
31-12-2015
160.000
300.000 01-08-2013
31-12-2015
98.000
73.000
0
85.564
85.564
80226
641
Gemaal Bedrijvenpark A1 met persleiding
AB
15-5-2009
31-12-2014
300.000
246.058 15-05-2009
31-08-2015
298.942
220.000
53.942
220.989
274.931
2015
F
80350
642
Nieuwbouw RWZI Dinxperlo
AB
1-1-2010
30-12-2014
11.485.000
720.000 01-01-2010
30-03-2015
11.634.462
840.000
10.674.462
825.423
11.499.885
2015
G
80670
642
RWZI Aalt.ren.dl.influentontv.incl.geurb
AB
1-10-2012
30-06-2015
550.000
508.755 01-10-2012
30-06-2015
441.245
400.000
1.245
362.694
363.939
80496
673
OAS voor 10 zuiveringskringen
AB
1-8-2010
31-12-2015
250.000
100.000 01-08-2010
31-12-2017
262.010
35.000
120.010
18.513
138.523
2017
H
12.734.659
1.568.000
10.849.659
1.513.182
12.362.842
Subtotaal
Overige projecten programma Afvalwaterketen
div.
12.745.000
1.874.813
div.
42.593.000
4.403.235
41.624.162
4.565.357
35.028.805
4.205.851
39.234.655
Totaal programma Afvalwaterketen
55.338.000
6.278.048
54.358.821
6.133.357
45.878.464
5.719.033
51.597.497
Totaal Generaal
90.103.408
22.223.738
87.402.887
20.697.585
60.831.179
30.232.257
86.283.042
4.549.637
200.000
2.811.637
153.241
2.964.877
Vaarwegen (1 project ) 80320
652
Renovatie sluis Doesb-perceel 1tm4
AB
1-12-2009
1-6-2016
4.550.000
490.000 01-12-2009
01-06-2016
-35%
Legenda beoordeling projectstatus: FINANCIEEL
OPERATIONEEL
Verwachting dat minder dan 90% van het krediet wordt uitgegeven Verwachting dat meer dan 110% van het krediet wordt uitgegeven Verwachting dat de projectkosten minder dan 10% afwijken van het krediet Verwacht eindjaar is afwijkend van geplande eindjaar Verwacht eindjaar is gelijk aan geplande eindjaar
Verklaring codes (kolom Reden): A
Eerst gegevens verzamelen voor toetsing. In 2015 plan van aanpak 1e fase.
B
Vertraging door tussenkomst impactanalyse vanuit Deltaplan.
C
Geringe uitloop i.v.m. restpunten nazorgfase
D
Vertraging door langslepende onteigeningsprocedure gemeente.
E
Uitloop nazorgfase i.v.m. eventuele herstel schade percelen en slotmanifestatie Berkelprojecten.
F
Begeleiding loopt via de gemeente.
G
Geringe vertraging door enkele noodzakelijke wijzigingsvoorstellen tijdens uitvoering
H
Planning bijgesteld; afhankelijk van medewerking gemeenten.
I
Meer kosten aannemer en directie ( o.a. zeven en verwerken puin en aanpassen vistrap) en milieukundige begeleiding.
SUPPLEMENT III
PROJECTENKAART
Tot slot hebben we op een kaart de lopende en de in 2014 gestarte investeringsprojecten van het waterschap weergegeven. Een symbool geeft aan wat voor soort project het is en waar het wordt uitgevoerd. Projecten waarvoor een krediet is verleend zijn geel. Als achtergrond zijn de gebieden weergegeven die in de Reconstructieplannen en de Waterhuishoudingsplannen zijn aangeduid als plaatsen waar de wateropgaven voorrang krijgen. Indien dit beleid doorwerkt, moeten de investeringsprojecten zich vooral op deze gebieden gaan concentreren. Wanneer in de projectenlijst wijzigingen worden voorgesteld (bijvoorbeeld om het eindjaar te verschuiven), zijn deze vanzelfsprekend nog niet op deze kaart verwerkt.
SUPPLEMENT IV
P&C CYCLUS