BIJLAGE
BESTUURSRAPPORTAGE WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL 2015-2 Periode 01-01-2015 t/m 31-08-2015
VOORWOORD ......................................................................................................................2 1 INLEIDING ........................................................................................................................4 2 RAPPORTAGE IN ÉÉN OOGOPSLAG .............................................................................5 2.1 UITVOERING BELEID ........................................................................................................5 2.2 FINANCIËLE PROGNOSE ...................................................................................................5 3 ONTWIKKELINGEN ..........................................................................................................7 4 RAPPORTAGE PER PROGRAMMA .................................................................................9 4.1 PROGRAMMA VEILIGHEID ................................................................................................9 4.2 PROGRAMMA W ATERSYSTEMEN ....................................................................................12 4.3 PROGRAMMA AFVALWATERKETEN .................................................................................17 4.4 BEDRIJFSVOERING ........................................................................................................20 5 FINANCIËLE RAPPORTAGE..........................................................................................24 5.1 EXPLOITATIE.................................................................................................................24 5.2 EXPLOITATIE PER BELEIDSVELD .....................................................................................26 5.3 DEKKINGSMIDDELEN .....................................................................................................26 5.4 RISICOMANAGEMENT ....................................................................................................29 5.5 FINANCIËLE POSITIE ......................................................................................................29 SUPPLEMENT I
ZUIVERINGSRENDEMENTEN ............................................................34
SUPPLEMENT II PROJECTENLIJST ..............................................................................37 SUPPLEMENT III PROJECTENKAART ............................................................................40 SUPPLEMENT IV P&C CYCLUS ......................................................................................42
Voorwoord Voor u ligt de tweede bestuursrapportage van 2015. In deze periodieke rapportage wordt, naast actuele beleidsontwikkelingen, per programma ingegaan op afwijkingen op de begrotingsdoelen, het investeringsvolume en de kredieten. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2015 en het Waterbeheerplan 2010-2015. In de rapportage worden verder nog de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering toegelicht. We sluiten de rapportage af met een financiële verantwoording. In de supplementen gaan we onder meer in op de zuiveringsrendementen. Het nieuw aangetreden algemeen bestuur is met veel energie en betrokkenheid van start gegaan. Er is een intensief programma doorlopen met informatie avonden en excursies. Het college heeft geïnvesteerd in zowel de inhoud (bestuursprogramma) als in de persoonlijke verhoudingen en is snel van start gegaan. Het bestuursprogramma bepaalt samen met de watervisie en het nieuwe waterbeheerplan, de koers voor de komende jaren. Op het gebied van waterveiligheid zijn er veel ontwikkelingen. Het Deltaprogramma is vorig jaar vastgesteld en de uitvoering daarvan wordt landelijk voortvarend opgepakt. Uitvoeringsprojecten in ons beheergebied zijn er de eerste jaren nog niet, vanwege een landelijke prioritering. Wel dragen wij inmiddels financieel en met capaciteit bij aan het landelijke programma. De opbouw van ervaringskennis van grote dijkprojecten, vindt in nauwe samenwerking tussen Rijkswaterstaat en de waterschappen voortvarend plaats. Nieuwe inzichten en nieuwe normering hebben geleid tot het inzicht dat in dijkring 48 (nabij de grens met Duitsland) aanvullende maatregelen nodig zijn. Welke dat zijn wordt inmiddels in beeld gebracht. Op gebied van het watersysteem is vermeldenswaard dat er met de provincie een meerjarige samenwerkingsovereenkomst is afgesloten voor het bereiken van doelen op het gebied van gebiedsspecifieke waterkwaliteit en ecologie. De overeenkomst biedt ruimte voor gezamenlijke investeringen met veel synergie en maatschappelijke kostenbesparing. Voor de afvalwaterketen geldt naast het spoor van efficiencyverbetering nadrukkelijk ook het verder invullen van energie- en grondstoffenterugwinning. Ook dit jaar zijn er flinke uitdagingen om de beoogde besparingen te realiseren. Het management stuurt hier actief op en stelt zich kostenbewust op. Met het algemeen bestuur is afgesproken dat in bijzondere gevallen interessante business cases, die niet zijn begroot, toch voorgelegd kunnen blijven worden. Het winnen van alginaat uit afvalwater zou een dergelijke innovatieve investering kunnen worden. Met nieuwe manieren van (samen-) werken willen we op de kosten in de uitvoering besparen en de participatie van onze stakeholders vergroten. We zoeken naar samenwerking op verschillende taakvelden en -schalen tegelijk (multischaligheid). Voorbeelden daarvan zijn de gesprekken met betrokkenen over het onderhoud aan kleine watergangen, het in overleg met de industrie en kennisinstellingen terugwinnen van grondstoffen en energie bij de RWZI’s en de shared services met andere waterschappen. De macro-economie ontwikkelt zich ondertussen nog heel onzeker, ook al lijken er lichtpuntjes te ontstaan. Vorig jaar nog bleken er tegenvallers in de prognose voor de belastingopbrengsten. De komende jaren blijven we scherp op de kostenontwikkeling.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
2
Wij vertrouwen erop dat u met deze rapportage voldoende inzicht krijgt in de besturing van Waterschap Rijn en IJssel.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
3
1 Inleiding Jaarlijks stelt het algemeen bestuur in november de begroting van het jaar daarop vast. Verantwoording vindt plaats in bestuursrapportages en uiteindelijk in de jaarverslaggeving. Met de bestuursrapportages beogen we tussentijds vast te stellen of we met de uitvoering van de begroting op koers liggen.
1.1.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 presenteren we eerst een ‘rapportage in één oogopslag’ waarin we, naast afwijkingen in uitvoering van beleid, ook de prognose en benutting van het exploitatiebudget en het geprognosticeerde netto-investeringsvolume vermelden. De belangrijkste externe ontwikkelingen en de mogelijke effecten daarvan op het beleid en de bedrijfsvoering van het waterschap worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 gaan we per programma eerst in op actuele beleidsontwikkelingen. Dit geeft perspectief aan de vervolgens weergegeven prestaties, die in de verslagperiode zijn gerealiseerd. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2015 en het waterbeheersplan 2010-2015. Verder beschrijven we in dit hoofdstuk de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering. Hoofdstuk 5 bevat de financiële rapportage over de afgelopen periode. Naast het verwachte resultaat schenken wij hier ook aandacht aan de belastingopbrengsten. De bestuursrapportage sluiten we af met een viertal supplementen (zuiveringsrendementen, lopende projecten, projectenkaart en de P&C-cyclus).
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
4
2 Rapportage in één oogopslag 2.1 Uitvoering beleid De uitvoering van beleid verloopt conform de planning in de begroting. In de vorige bestuursrapportage is melding gemaakt van het feit dat dit voor twee doelstellingen binnen de programma’s Watersystemen niet het geval was. Het ging daarbij om achterblijvende realisaties m.b.t. watergangen met HEN-functie (i.v.m. een procedure bij de Raad van State) en watergangen met SED-functie (als gevolg van het doorschuiven van één kilometer beekherstel in de Baakse Beek naar 2016). Evenals in de vorige periode zien we dat het behalen van deze doelstellingen voortdurend onder druk staan. Voor een toelichting op de ontwikkelingen met betrekking tot de overige doelstellingen binnen de programma’s, verwijzen we naar hoofdstuk 4. 2.2 Financiële prognose De initiële begroting 2015 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 2,152 mln. Op basis van de thans voorliggende bestuursrapportage bedraagt het verwachte resultaat over 2015 afgerond € 2,955 mln. negatief. De uitvoering van de bedrijfsvoering verloopt binnen de kaders van de begroting. Tegenvallers – die buiten onze invloedsfeer liggen - worden veroorzaakt door hogere kosten voor arbeidsgerelateerde voorzieningen, hogere kosten van kwijtschelding en lagere belastingopbrengsten. Hiertegenover staan meevallers, te weten lagere kapitaalslasten en lagere overige kosten. Deze ontwikkelingen leiden - per saldo – tot een nadeel van € 0,803 mln. ten opzichte van de initiële begroting. We voelen het als een opdracht om sterk te blijven sturen om dat bedrag lager te maken. Verwacht resultaat (bedragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
82.803
42.099
40.705
Dekkingsmiddelen
80.652
40.931
39.721
Begroting 2015
-2.152
-1.168
-984
Verwacht resultaat BURAP 2015-1
-2.152
-1.168
-984
808
743
65
219
-374
593
Arbeidsgerelateerde voorzieningen
-830
-330
-500
Kwijtschelding
-200
-150
-50
Belastingopbrengsten
-800
-250
-550
-2.955
-1.529
-1.426
Kapitaalslasten Personeelskosten Overige kosten
Verwacht resultaat BURAP 2015-2
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
0
5
Per programma geven we hieronder de prognose van de exploitatie ultimo 2015 weer. Totaal overzicht benutting exploitatiebudget 2015 (bedragen x € 1.000)
Begroting Realisatie Prognose 2015 t/m 31-8-2015 2015
Programma Veiligheid Watersysteem Afvalwaterketen Totaal
5.123 35.581 42.099 82.803
3.165 21.495 26.068 50.728
5.051 35.259 41.347 81.657
afwijking t.o.v. begroting -1% -1% -2% -1%
Voor de onderhanden en nieuwe projecten werken we met een netto-investeringsvolume. Onderstaande tabel geeft de prognose van dit volume in 2015 weer t.o.v. de begroting. Totaal overzicht prognose netto-investeringsvolume 2015 (bedragen x € 1.000)
Prognose 2015 (netto) Veiligheid 9.600 9.600 Watersysteem (incl. vervangingen) 8.500 9.000 Afvalwaterketen 9.800 5.300 Bestuursverkiezingen 1.200 1.200 Totaal 29.100 25.100 Vaarwegbeheer *) 1.490 *) In de begroting 2015 is voor Vaarwegbeheer geen investeringsbedrag geraamd. De investeringskosten worden gesubsidieerd in de vorm van een jaarlijkse bijdrage in de kapitaalslasten. Programma
Begroting 2015 (netto)
Voor een toelichting op de prognoses verwijzen we naar de rapportage per programma in hoofdstuk 4. Vaarwegbeheer De prognose van de netto-uitgaven van de projecten Vaarwegbeheer in 2015 is afgerond € 1,49 mln. Het betreft met name de renovatie van sluis- en overige kunstwerken in de vaarweg Oude IJssel.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
6
3 Ontwikkelingen Uitspraak Hoge Raad over natuurterreinen De Hoge Raad heeft op 7 november 2014 uitspraak gedaan in de proefprocedure over de definitie van natuurterreinen. Kort samengevat komt de uitspraak er op neer dat terreinen waarop een natuurbeheerpakket (en subsidie) van de provinciale subsidieregeling natuur- en landschap (SNL) van toepassing is, als natuurterrein wordt aangemerkt. Dit betekent een belangrijke uitbreiding van het areaal natuurterrein (met ca. 10.000 ha). De (financiële) consequenties worden zijn in deze bestuursrapportage in kaart gebracht. Samenwerkingsovereenkomst provincie Gelderland De dit voorjaar afgesloten samenwerkingsovereenkomst wordt verder ingevuld qua werkvorm en inhoud. Zo worden de projecten nader gedefinieerd waarbij ook afstemming met gebiedspartijen plaatsvindt. Ook is de werkmethodiek gezamenlijk nader vormgegeven. De capaciteitsvraag is verder uitgewerkt ten behoeve van de (meerjaren-) begroting. Programmatische aanpak stikstof Om economische ontwikkeling in de omgeving van (te) stikstofrijke natuurgebieden toch mogelijk te maken is door het Rijk de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ontwikkeld. Het programma is 1 juli 2015 in werking getreden, en geldt voor zeven van de acht Natura 2000 gebieden in ons waterschap. Het Rijk, de provincies, gemeenten en waterschappen moeten op grond van de Natuurbeschermingswet de maatregelen (doen) uitvoeren. Ons waterschap heeft voor de uitvoering nadere afspraken gemaakt met de provincie Gelderland (Samenwerkingsovereenkomst) en Overijssel (Samen werkt beter). Het Rijk en de provincies zorgen voor het doorlopen van de procedures en het oplossen van belemmeringen. Alle kosten voor het uitvoeren van de watermaatregelen worden door hen vergoed. Het waterschap zorgt ervoor dat de maatregelen uiterlijk in 2021 worden uitgevoerd. Zorgplicht waterkeringen ILT Sinds 1 januari 2014 ligt het toezicht op de primaire waterkeringen bij het Rijk. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) voert dat toezicht uit. Door middel van pilots zoekt de ILT naar de beste werkwijze hiervoor. In 2017 start het toezicht door audits bij de beheerders uit te voeren. Aantoonbaar goed beheer is daarbij kern. Wij bereiden ons daarop voor door onze werkprocessen transparanter te maken. Programma informatieveiligheid Er wordt gewerkt aan het invoeren van de zogenoemde ‘baseline’ informatieveiligheid waterschappen (BIWA). De Unie van Waterschappen wil zich samen met andere overheden committeren aan afspraken over een adequate informatieveiligheid. Over de status en voortgang wordt jaarlijks gerapporteerd aan de Tweede Kamer. Op ICT-technisch gebied wordt het gewenste niveau van informatieveiligheid bij ons waterschap gehaald. Dat is inmiddels ook het geval voor de organisatorische inrichting van informatieveiligheid. De verbeteringen richten zich nu op de wijze waarop we in de dagelijkse praktijk met informatie veiligheid omgaan. Daar wordt het gewenste niveau nog niet gehaald. Alginaat Begin juli heeft het algemeen bestuur ingestemd met het winnen van alginaat uit afvalwater. In de zomervakantie is voor het project van het Rijk DEI (Demonstratie-Energie-Innovatie) subsidie ontvangen ter hoogte van € 0,9 miljoen. Het feit dat alginaatwinning door de (zware) projectenselectie is gekomen, is een goede steun in de rug.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
7
Er vinden op dit moment nadere onderzoeken en gesprekken plaats over de te behandelen afvalwaterstroom, de engineering en de afzet van het alginaat. Waterkrachtcentrale Doesburg Bij de stuw in de Oude IJssel te Doesburg kan een waterkrachtcentrale worden gebouwd. Het waterschap heeft de markt de ruimte geboden om duurzame initiatieven te nemen. Met het ingediende plan kunnen 300-400 huishoudens van energie worden voorzien. De sluis en stuw blijven gewoon functioneren en de waterkrachtcentrale heeft bewezen visvriendelijk te zijn. Realisatie wordt verwacht in het najaar van 2016 maar is nog wel afhankelijk van de omgevingsprocedures en een Europese subsidie. Financiering waterbeheer Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft naar aanleiding van het OESOrapport (2014) over het Nederlandse waterbeheer een onderzoek gedaan naar ‘een toekomstbestendige en duurzame financiering van het waterbeheer’. Het eindrapport is inmiddels aan de Kamer aangeboden. De Unie van Waterschappen heeft in de rapportage aanleiding gezien om het belastingstelsel van de waterschappen nog eens kritisch tegen het licht te houden. Het lijkt er op dat een lopend IenM-onderzoek naar mogelijkheden voor modernisering van de zuiveringsheffing hierbij betrokken gaat worden. Daarbij gaat het onder meer om het vinden van betere belastinggrondslagen voor grondstoffenterugwinning, de doelmatige werking van zuiveringsinstallaties en het voorkomen van het afhaken van grote industriële lozers.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
8
4 Rapportage per programma Dit hoofdstuk geeft per programma inzicht in de afwijkingen van realisatie van de beleidsdoelen, de hiertoe uitgevoerde activiteiten, de investeringen en de kosten die met deze uitvoering zijn gemoeid. De uitvoering van het beleid wordt in dit hoofdstuk weergegeven aan de hand van de beleidsdoelen en de deelprogramma’s uit de begroting 2015 en het Waterbeheerplan 2010-2015. Een afwijking in de voortgang ten opzichte van de vorige bestuursrapportage wordt met de kleur rood (in de kolom voortgang) aangegeven. Indien hiervan sprake is, wordt dit toegelicht. De kleur groen geeft aan dat de beleidsdoelen conform planning verlopen. Omdat dit het laatste jaar is van dit Waterbeheerplan wordt er bij de prestatie-indicatoren per beleidsdoel aandacht besteed aan de realisatie van de beleidsdoelen, zoals die in het Waterbeheerplan zijn aangegeven. 4.1 Programma Veiligheid Het beheergebied van Waterschap Rijn en IJssel wordt door 144 kilometer primaire waterkeringen tegen rivierwater beschermd. Daarnaast zijn er regionale waterkeringen aangewezen met een lengte van 40 kilometer. Het waterschap beheert 49 kilometer zomerkades langs de grote rivieren. Doelstelling (middel)lange termijn Het (wettelijk) vereiste veiligheidsniveau voor de primaire en regionale waterkeringen realiseren en handhaven. 4.1.1 Veilige waterkeringen Ontwikkelingen binnen dit programma In nauw overleg met het programmabureau HWBP worden enkele meekoppelkansen tussen onze opgaven uit de 3e toetsing en initiatieven van derden verder verkend. Op dit moment betreft dit de verbetering van het voorpand van het Twentekanaal en de verbetering van de Rijnkade in Arnhem. De voorbereiding van de vierde toetsing, die in 2017 start, beperkt zich nu nog tot het digitaliseren van gegevens over eerdere grondonderzoeken en het opstellen van een plan van aanpak van de toetsing. Op basis van de landelijke inventarisatie “Veiligheid Nederland in Kaart VNK” verwachten we voor ons waterschap een opgave van € 200 - € 450 mln. in de planperiode tot 2050. De exacte planning daarvan wordt pas duidelijk als het HWBP-programmabureau op basis van de toetsing de projecten prioriteert. Gezien de grote “normafstand” van onze dijkring 48 mag grote prioriteit en dus snellere planning worden aangenomen, maar op dit moment liggen die grote investeringen nog niet binnen de horizon van de onlangs vastgestelde Perspectievennota.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
9
Voor de primaire keringen is het toezicht overgegaan naar het Rijk. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ontwikkelt een werkwijze waarmee ILT de waterschappen vanaf 2016 inspecteert op naleving van de zorgplicht voor primaire keringen. Om gesteld te staan voor de audits, die de inspectie leefomgeving en transport (ILT) vanaf 2017 uitvoert, hebben we een project gestart om bedrijfsprocessen en hun beschrijvingen te verbeteren. 4.1.2. Calamiteitenzorg Doelstelling (middel)lange termijn Onze doelstelling voor calamiteitenzorg is: een organisatie die optimaal is voorbereid op calamiteiten. Ontwikkeling binnen dit programma Samenwerking in crisisbeheersing In 2013 hebben de waterschappen in Unieverband de landelijke visie ‘Samenwerking in Crisisbeheersing’ afgerond en vastgesteld. Belangrijk thema is de onderlinge samenwerking en die met de belangrijkste crisispartners zoals de Veiligheidsregio’s en Rijkswaterstaat. Uiteindelijk gaat uitvoering van de visie leiden tot (veer)krachtig partnerschap in crisisbeheersing. De vertaling van de visie ondersteunt en versterkt de regionale samenwerkingsverbanden. Waterschap Rijn en IJssel werkt op het gebied van calamiteitenzorg samen met de midden Nederlandse waterschappen (Platform Crisisbeheersing Waterschappen Midden Nederland) en de Rijn Oost-waterschappen (Netwerkoverleg Crisisbeheersing Rijn Oost). In 2015 wordt onder aansturing van een landelijke programmatrekker gewerkt aan de realisatie van andere onderdelen van de landelijke visie die uiteindelijk leiden tot meer landelijke samenwerking en uniformiteit. Belangrijke thema’s zijn: meer standaardisering van plannen en organisaties, gezamenlijk opleiden en oefenen en informatievoorziening (netcentrisch werken). In 2014 zijn de resultaten van de eerder uitgevoerde QuickScan Calamiteitenzorg vertaald naar een Visie Calamiteitenzorg. In 2015 worden onderdelen van deze visie vertaald in de praktijk. 4.1.3 Investeringen programma Veiligheid In het programma Veiligheid worden 8 projecten uitgevoerd. Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Veiligheid (incl. HWBP)
Begroting 2015 (netto) 9.600
Prognose 2015 (netto) 9.600
Het programma Veiligheid verloopt volgens planning en kent geen grote wijzigingen in de voortgang voor 2015. De bekostiging van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is sinds 2012 deels bij de waterschappen neergelegd. Jaarlijks storten de gezamenlijke waterschappen en het Rijk ieder 50% in het Hoogwaterbeschermingsfonds. Op één na zijn al onze nHWBP-projecten gepland na 2020. Het nHWBP-project ‘Dijkverbetering Pannerden-Loo’ wordt nu opgestart en in 2017 uitgevoerd. vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
10
4.1.4 Mutaties kredieten Veiligheid Door voortschrijdend inzicht kan op basis van de gehouden projectpeiling voor één project binnen het programma Veiligheid het bruto-krediet met afgerond € 0,5 mln. worden verlaagd. (bedragen in €)
Overzicht mutaties kredieten naar aanleiding van projectpeiling 2015-2
Project-nr.
Project
Veiligheid 80598 Stroomkanaal Hackfort, verb.waterveiligheid totaal
verhoging/ verlaging Bruto-krediet bruto-krediet (+/-) 2.250.000 2.250.000
verhoging/ verhoging/ verlaging verlaging Bijgesteld inkomsten netto-krediet bruto-krediet (+/-) krediet (+/-)
-500.000 -500.000
0 0
-500.000 -500.000
1.750.000 1.750.000
Hieronder treft u de toelichting aan op de voorgestelde kredietmutatie Veiligheid. Nr.
project
reden
80598
Stroomkanaal Hackfort, verb. Waterveiligheid
Het krediet voor het project ter verbetering van het Stroomkanaal van Hackfort (80598) kan als gevolg van succesvolle aanbesteding worden verlaagd met € 0,5 mln.
4.1.5 Financiële rapportage programma Veiligheid Overzicht benutting exploitatiebudget 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Veiligheid (incl. HWBP)
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
afwijking t.o.v. begroting 5.051 -1%
Begroting Realisatie Prognose 2015 t/m 31-8-2015 2015 5.123
3.165
11
4.2 Programma Watersystemen Het programma Watersystemen is gericht op instandhouding van het bestaande watersysteem en de uitvoering van de diverse beleidsopgaven. De maatschappelijke doelen die hiermee gediend worden, zijn tweeledig. Ten eerste het bieden van een veilig en robuust watersysteem dat de risico’s voor het gebied, nu en in de toekomst, van wateroverlast en extreme droogte zoveel mogelijk beperkt. Ten tweede het maken van een kwaliteitsslag in waterkwaliteit en ecologie (KRW), peilbeheer (GGOR) en realisatie van natte ecologische verbindingszones. Daarnaast wordt er (mede) invulling gegeven aan bijvoorbeeld recreatieve beleving (zowel stedelijk als landelijk) en cultuurhistorie. Doelstelling (middel)lange termijn Een robuust watersysteem dat zoveel mogelijk zelfregulerend is en waarvan de kwaliteit en de kwantiteit voldoen aan de gestelde eisen. 4.2.1. Systeem op orde, waterkwantiteit Doelstelling (middel)lange termijn Een veilig en robuust watersysteem dat de risico’s voor het gebied, nu en in de toekomst, ten aanzien van wateroverlast en extreme droogte zoveel mogelijk beperkt. Binnen het deelprogramma “systeem op orde” zijn er op dit ogenblik een aantal investeringsprojecten in voorbereiding en uitvoering. Deze hebben onder andere betrekking op het renoveren van stuwen en gemalen en het baggeren van watergangen, zowel om kwantiteits- alsmede kwaliteitsredenen. De renovatie van een 12-tal stuwen in de Keizersbeek verloopt, ondanks een nattere periode begin dit jaar, voorspoedig. De oplevering vindt in het 3e kwartaal van 2015 plaats. Naast de renovatie van deze stuwen in de Keizersbeek, loopt er ook een verkenning voor het structureel oplossen van de instabiliteit van de oevers en het aanliggend onderhoudspad van de Keizersbeek. Afgelopen voorjaar is er gezamenlijk met de gemeente Oude IJsselstreek een traject met een lengte van ca. 2,2 km heringericht. Ter plaatse is er een fietsroute gerealiseerd en is de oever van de Keizersbeek verflauwd. Hier kan de Keizersbeek nu worden onderhouden met breed materieel. De renovatie van stuw Warken in de Berkel is in uitvoering. Uit een onderzoek naar ‘Niet Gesprongen Explosieven’ zijn twee verdachte plekken naar voren gekomen. Hierdoor kunnen enkele civieltechnische werkzaamheden, o.a. het intrillen van de damwanden, nog niet worden uitgevoerd. Met het bevoegde gezag, zowel de gemeente Zutphen als Lochem, vindt er nadere afstemming plaats. De werkzaamheden voor het vervangen van de elektrische installatie en aandrijving van twee grote waterkwantiteitsgemalen, te weten de gemalen Grote Beek en Baakse Beek, liggen op schema. De aanbesteding voor het aanpassen van de elektrische installatie van het gemaal Ter Hunnepe heeft plaatsgevonden. Volgens de planning kan het project in 2015 worden afgerond. De pilots voor het afstoten van kleine watergangen zijn uitgevoerd. Besluitvorming hierover wordt voorbereid.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
12
4.2.2. Waterkwaliteit (KRW, EVZ, HEN, SED) Doelstelling (middel)lange termijn De waterlichamen en overige watergangen voldoen in 2015 aan de gewenste chemische en ecologische kwaliteit door het maken van een kwaliteitsslag in de inrichting van watersystemen en de realisatie van natte ecologische verbindingszones. Samenwerkingsovereenkomst Gelderland (2015-2021) De samenwerkingsovereenkomst met de provincie Gelderland voor de komende planperiode is februari 2015 ondertekend. De organisatiestructuur, capaciteitsbehoefte, grondstrategie, voortgangsbewaking en administratie zijn in een werkdocument uitgewerkt. Ook zijn de projectteams gevormd om de projectinitiatieven en verkenningen op te starten en uit te werken. De bijdragen van de provincie Gelderland is nog niet middels een beschikking geformaliseerd. De aanvragen in deelbeschikkingen moeten nog in overleg met de provincie uitgewerkt worden. Hier wordt komende maanden invulling aan gegeven. Waterovereenkomst Overijssel Voortgang van de prestaties De prestaties, zoals opgegeven in een drietal beschikkingen door de provincie Overijssel, zijn met de realisatie van een vijftal bestekswerken in 2014 gerealiseerd. Het project Buurserbeek Lankheet (Veddersbrug-Mentinkweg) is voor de zomer 2015 gereedgekomen. Beschikking WOK OVERIJSSEL km. Beekherstel aantal vispassages M3 waterberging
Gerealiseerd
Totale prestaties
Realisatie t/m 2014
17,65 14 137.500
Prognoses o.b.v. peiling 2015-2 Aanvullend i.v.m. werk met werk maken
%
2015
Totaal
15,2
86%
2,5
17,65
-
14
100%
1
14
1
105
76%
65.000
137.500
32.500
Met betrekking tot het vispasseerbaar maken van de laatste barrière in het stroomgebied van de Buurserbeek/Schipbeek (stuw Nieuwe Sluis te Diepenheim) heeft de provincie Overijssel alsnog een subsidie beschikbaar gesteld van € 0,150 mln. Met de voorbereiding hiervan is gestart. BAAKSE BEEK Voor alle projecten vanaf de IJssel tot Vorden, inclusief vijf vispassages, is door de provincie Gelderland in 2014 een aangepaste beschikking afgegeven. Daarin is ook het project Batsdijk-Kunnerij opgenomen. De geldigheid van de subsidietermijn loopt tot eind 2017. Voortgang en prognoses van de prestaties Het project “Bakerwaard EVZ Baakse Beek” is in 2014 opgeleverd. De projecten “Stapsteen Oosterwijkse Vloed” en de “aan te leggen vispassages op Hackfort” zijn thans volop in uitvoering en komen binnenkort gereed. De overige prestaties, inrichting Hackfort en traject Batsdijk Kunnerij worden in de loop van 2016 gerealiseerd. Beschikking Totale prestaties 39
Gerealiseerd Realisatie t/m 2014 2
% 5%
km. Beekherstel
8
0,3
4%
5,1
3,3
8,7
Aantal vispassages
5
0
0%
5
0
5
BESCHIKKING BAAKSE BEEK ha. Grondinrichting
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
Prognoses o.b.v. peiling 2015-2 2015 2016 Totaal 3 34,1 39,1
13
Waterovereenkomst gemeente Arnhem De overeenkomst “Wateropgave Arnhem Noord, fase 2 geeft aan wat de aanvullende gewijzigde wateropgave is. De totaal-prognose is geraamd op € 2,2 mln. verdeeld over de jaren 2015 tot en met 2017. De extreme buien in juli 2014 en de uitwerking van de aanvullende maatregelen met kostenraming zijn aanleiding om nog eens goed de opgaven te analyseren en te bezien in het licht van een totale scope binnen Arnhem en dit met de gemeente te bespreken. Op basis van een nadere analyse en besluitvorming in het college van dijkgraaf en heemraden, vindt nader overleg met de gemeente plaats. OVERIGE SUBSIDIES Daarnaast zijn er beschikkingen afgegeven voor: (bedragen in € )
Beschikking
Havikerwaard-Faissantenbos en project Landbouw op Peil Restauratie stuw en watermolen Berenschot (Regiosubsidie + bijdrage gemeente Winterswijk) Restauratie stuw en watermolen Den Helder Renovatie en herbestemming Rijngemaal Pannerden Drietal beekherstelprojecten + natschade Rijnstrangen Vispassage stuw Nieuwe Sluis (Schipbeek)
Subsidieplafond
2.266.625
Uitvoeringsperiode
t/m eind 2015
415.000 312.000
t/m 31-12-2015 t/m 31-12-2015
500.000
t/m 31-12-2015
3.198.750 150.000
t/m 31-12-2015 t/m 31-12-2015
Door langere proceduretijd, als gevolg van zienswijzen (met 1x instellen beroep), wordt voor een aantal beschikkingen uitstel van de uitvoeringstermijn gevraagd. Voor Havikerwaard, restauratie stuw watermolen Den Helder en de drie beekherstelprojecten + natschade Rijnstrangen wordt een jaar uitstel gevraagd. Voor vispassage stuw Nieuwe Sluis wordt twee jaar uitstel gevraagd. Beheer en onderhoud Het algemeen bestuur heeft op 10 september 2012 ingestemd met de PPN 2014-2017. Ook heeft het bestuur besloten tot ombuiging van een aantal ambities. Eén maatregel (voor waterbeheer van belang) die nog loopt is: •
Beperken waterschapszorg: geen onderhoud kleine watergangen tot in beginsel 20 ha afwaterend oppervlak
De wijze waarop het waterschap vanaf 2015 watergangen afstoot met een afvoer kleiner dan 20 l/sec (ca. 700 km) is in 2014 uitgewerkt. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van deze watergangen komt dan bij de aanliggende ingelanden te liggen. In samenspraak met partners zijn drie pilots in verschillende deelgebieden uitgevoerd en geëvalueerd. Het waterschap houdt vast aan de lijn dat we stoppen met het onderhoud van de kleine watergangen, tenzij er door de landbouw en/of gemeenten (concrete) alternatieven worden aangedragen die dezelfde effecten hebben. Dat kunnen ook alternatieven zijn die we in samenwerking uitvoeren. Deze insteek doet niet alleen recht aan de financiële- en beleidsdoelstelling, maar we betrekken ook de stakeholders, conform de watervisie. Op korte termijn moet duidelijk worden of er alternatieven zijn door bestuurlijke gesprekken met vertegenwoordigers van gemeenten en landbouw. vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
14
4.2.3. Vaarwegbeheer Oude IJssel Doelstelling (middel)lange termijn De Oude IJssel blijft ingericht als een geschikte vaarweg voor de beroepsvaart en de recreatieve vaart. Zowel in de Waterwet als in het recente Bestuursakkoord Water staat dat het vaarwegbeheer mogelijk een taak wordt van de waterschappen. Hierover is met de provincie Gelderland een aantal overleggen gevoerd; dit heeft voorlopig nog niet tot een conclusie geleid. In ons beheergebied is de Oude IJssel de enige vaarweg waarvoor de uitvoerende beheerstaak door de provincie Gelderland is gedelegeerd aan het waterschap, waarbij de provincie de beheerkosten draagt. Voor het jaar 2015 wordt voorzien dat de situatie ongewijzigd blijft. De tweede fase van de renovatie van sluis- en overige kunstwerken in de vaarweg Oude IJssel is gestart. Een wijziging van het verkeersbesluit m.b.t. de bedieningstijden van de bruggen en een onderzoek naar procesautomatisering en elektrotechnische installatie van het vaarwegbeheer is in voorbereiding. 4.2.4. Samenwerking Internationale waterpartners Doelstelling (middel)lange termijn Kennisuitwisseling op internationaal niveau dat regionale knelpunten in de waterhuishouding bespreekbaar maakt en waarbij de waterpartners gezamenlijk aan oplossingen werken. Deelprogramma waterbeheerplan: Samenwerking internationale waterpartners
Voortgang
Deeltraject: Uitvoeren samenwerkingsprojecten in Suriname, Nicaragua en Vietnam.
o
o
o
Het project ‘Schoon water voor La Libertad’ is dit voorjaar afgerond. Het waterschap is nog wel medetrekker van de coördinatiegroep van de Unie van Waterschappen voor de contacten met landen in Midden-Amerika; Het project ‘Capacity building for integrated watermanagement in Nickerie’ is nu 3 jaar in uitvoering en heeft nog één jaar te gaan. Er zijn al diverse deelresultaten behaald en het perspectief op een volledige afronding is goed; Dit najaar wordt het internationaal beleid van de afgelopen jaren geëvalueerd en een nieuwe beleidslijn voor de planperiode 20162021 aan het bestuur voorgelegd.
4.2.5 Investeringen programma Watersystemen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Watersysteem (incl. verv. Investeringen)
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
Begroting 2015 (netto) 8.500
Prognose 2015 (netto) 9.000
15
Het programma watersystemen verloopt in grote lijn conform planning. Het programma watersystemen kent vele afhankelijkheden omdat we veelal in verschillende samenwerkingsverbanden werken met een hoge complexiteit en een basisfilosofie om er samen met het gebied uit te komen. De programmering is daarmee zeer dynamisch en om die reden wordt er gewerkt met een overprogrammering. En als gevolg daarvan wordt een overschrijding van € 0,5 mln. voor 2015 verwacht. Er zijn mogelijkheden om de komende maanden bij te sturen.
4.2.6 Financiële rapportage programma Watersystemen Overzicht benutting exploitatiebudget 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Watersysteem
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
Begroting Realisatie Prognose 2015 t/m 31-8-2015 2015 35.581
21.495
35.259
afwijking t.o.v. begroting -1%
16
4.3 Programma Afvalwaterketen Algemeen Huishoudens en bedrijven in het beheergebied van Waterschap Rijn en IJssel voeren hun afvalwater aan via gemeentelijke rioolstelsels op de 127 rioolgemalen en dertien rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Voor het transport van het afvalwater heeft Waterschap Rijn en IJssel ca. 435 km transportleiding in beheer. Het zuiveren van afvalwater produceert zuiveringsslib; vijf RWZI’s ontwateren het. Onze doelstellingen voor het inzamelen en transporteren van afvalwater zijn: optimaliseren van het inzamelen en het transport volgens de afspraken uit het landelijke Bestuursakkoord en het terugdringen van lozingen vanuit het transportsysteem op het oppervlaktewater. Samenwerking met gemeenten, na realisatie van de basisinspanning, is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Ontwikkelingen in het programma. Energie en grondstoffenwinning Op 7 juli heeft het Algemeen Bestuur ingestemd met het voorstel voor de realisatie van de Nereda® en de Alginaat reactor te Zutphen. Begin juli heeft het algemeen bestuur ingestemd met de ontwikkeling om alginaat terug te winnen. In de zomervakantie is een aanvullende DEI (Demonstratie-Energie-Innovatie) subsidie ontvangen van het Rijk voor dit project ter hoogte van € 0,9 miljoen. Inhoudelijk vinden op dit moment nadere onderzoeken en gesprekken plaats om zekerheid over de instroom van het water te borgen, de engineering van de techniek nader vorm te geven en zijn we gestart met een nadere verkenning om de afzet te realiseren. Klimaatakkoord/Meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA-3) - De bestuurlijke wens om maatregelen te initiëren die een bijdrage leveren aan de MJAdoelstellingen in het primaire proces zijn onderzocht en verder uitgewerkt. Het betreft o.a. het eventueel (bij)plaatsen van energiezuinige (hybride)bellenbeluchting op RWZI’s Aalten, Zutphen en Etten. De kosten en besparingen voor de lange termijn van bellenbeluchting voor deze drie RWZI’s zijn in beeld gebracht. Conclusie van het onderzoek is dat voor de RWZI Zutphen en de RWZI Etten het bijplaatsen van bellenbeluchting het meest efficiënt is. In het najaar wordt hiervoor een kredietvoorstel voorgelegd. Omdat voor de RWZI Aalten het bijplaatsen van bellenbeluchting niet rendabel is, continueren we hier de beluchting via de bestaande puntbeluchting. - Energie opwekking doormiddel van windenergie is momenteel in onderzoek. Door middel van een quick-scan wordt bekeken wat de mogelijkheden zijn op vier RWZI’s en welke bijdrage dat kan leveren aan de MJA-doelstellingen en kostenbesparingen. Ook worden eventuele combinaties bekeken, waarbij het waterschap kan meeliften met andere initiatieven. Aangescherpte regelgeving Al eerder werd melding gemaakt van het op termijn niet meer kunnen voldoen aan de strengere regels voor uitlaatgassen van de gasmotoren (RWZI Etten, Nieuwgraaf en Holten). De komende periode vindt onderzoek plaats waarin bekeken wordt welke maatregelen genomen moeten worden om te kunnen voldoen aan de eisen. Tevens wordt bekeken op welke manier dit een bijdrage kan leveren aan de beleidsdoelstellingen op het gebied van energie en grondstoffen.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
17
Instandhouding De vervanging van de procesautomatisering op de installaties is verder uitgewerkt. De vervanging is gebaseerd op de eerder ontwikkelde architectuur. Op 7 juli jl. heeft het algemeen bestuur ingestemd met de uitrol en de onderliggende business case die – per saldo – resulteert in een kostenbesparing en een professionaliseringsslag met betrekking tot het beheer. De fasering van dit voorstel wordt verder uitgewerkt in benodigde cashflow per zuiveringskring. De komende maanden wordt gewerkt aan de uitrol en een beheersbare projectorganisatie.
4.3.1. Investeringen programma Afvalwaterketen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: Overzicht prognose netto-investeringsvolume 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Afvalwaterketen
Begroting 2015 (netto) 9.800
Prognose 2015 (netto) 5.300
Het programma Afvalwaterketen heeft in 2015 een prognose van het investeringsvolume van € 5,3 mln. De uitvoering van dit programma loopt achter op schema en blijft derhalve financieel ruim binnen de begroting. In het programma zijn drie initiatieven die van grote invloed zijn op de programmering. We zijn daarbij sterk afhankelijk van derden en/of marktontwikkelingen. De grootste invloed betreft de ‘Verlegging persleidingen langs de A12 in verband met de aansluiting van de A15’. Daarnaast zien we een verschuiving optreden bij de projecten ‘Grondstoffenfabriek AlginaatZutphen’ en ‘Centrale slibverwerking’. Beide trajecten kennen een eigen dynamiek en complexiteit waardoor de financiële planningen worden aangepast. Een tweetal interessante projecten/ontwikkelingen binnen dit programma zijn: -
-
Nieuwbouw gemaal Stationsstraat inclusief amoveren Hamburgerbroek (netto uitgave in 2015 € 1,1 mln.). Het rioolgemaal Hamburgerbroek te Doetinchem wordt gerenoveerd en op verzoek van de gemeente verplaatst. Realisatie is in een voorbereidende fase en wordt dit jaar gerealiseerd; Renovatie (proces) automatisering, RWZI en gemalen Lichtenvoorde (netto uitgave in 2015 € 0,8 mln.). Renovatie van de (proces)automatisering voor de zuiveringseenheid Lichtenvoorde is bijna gereed. De renovatie betreft, naast benodigde aanpassingen in de automatisering, verbindingen en afstandsbediening, ook een vergroting van de schakelruimte, enige procesverbeteringen en enkele maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden. Op basis van de resultaten van dit referentieproject wordt een uitrol over alle zuiveringen en rioolgemalen voorbereid.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
18
(N.B dit zijn geen totaalvolumes van de betreffende projecten; het betreft alleen de bedragen die in 2015 worden uitgegeven,).
4.3.2 Mutaties kredieten Afvalwaterketen Door voortschrijdend inzicht dient op basis van de gehouden projectpeiling voor twee projecten binnen het programma Afvalwaterketen het bruto-krediet met afgerond € 0,09 mln. te worden verhoogd. (bedragen in €)
Overzicht mutaties kredieten naar aanleiding van projectpeiling 2015-2
Project-nr.
Project
verhoging/ verlaging Bruto-krediet bruto-krediet (+/-)
verhoging/ verhoging/ verlaging verlaging Bijgesteld inkomsten netto-krediet bruto-krediet krediet (+/-) (+/-)
Afvalwaterketen 80712
Verlegging(en) i.v.m. N18 Varsseveld – Enschede
165.000
55.000
55.000
0
220.000
80792
Maatregelen Biogasveiligheid RWZI Olburgen totaal
248.000 413.000
30.000 85.000
55.000
30.000 30.000
278.000 498.000
Hieronder treft u de toelichtingen aan op de voorgestelde kredietmutaties Afvalwaterketen. Nr.
project
reden
80712
Verlegging(en) i.v.m. N18 Varsseveld – Enschede
80792
Maatregelen Biogasveiligheid RWZI Olburgen
Uitvoeringsvorm is in overleg met Rijkswaterstaat (RWS) aangepast, waardoor we hogere kosten verwachten. Dit project wordt volledig vergoed door RWS op basis van nacalculatie. Het betreft € 55.000. Recentelijke inzichten leidden tot een aanpassing van de standaard en meerwerk. Daarnaast is de aanbesteding hoger uitgevallen dan de oorspronkelijke raming. Een en ander leidt ertoe dat een verhoging van het krediet met € 30.000 nodig is
4.3.3 Financiële rapportage programma Afvalwaterketen Overzicht benutting exploitatiebudget 2015 (bedragen x € 1.000)
Programma Afvalwaterketen
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
Begroting Realisatie Prognose 2015 t/m 31-8-2015 2015 42.099
26.068
41.347
afwijking t.o.v. begroting -2%
19
4.4 Bedrijfsvoering In deze paragraaf worden de relevante ontwikkelingen in de bedrijfsvoering beschreven. 4.4.1 Realisatie doelen 2015 Veranderopgave watervisie Ons waterschap ontwikkelt zich stapsgewijs tot een organisatie die effectief opereert in netwerken, weet wat er speelt in de omgeving, luistert, vraagt door en gaat actief op zoek naar oplossingen. Op onderdelen vraagt dit aanpassing van onze organisatie en de competenties en vaardigheden die daarbij nodig zijn. In het eerste triaal is er gewerkt, aan de hand van een drietal pilots, aan het concept van “lerende organisatie”. Op 1 juni jl. is de organisatie - op basis van het sturingsmodel Programmatisch werken – gestart. In het kader van dit sturingsmodel is de werkverdeling van de directie aangepast. Er wordt de komende tijd nog gewerkt aan een organisatie ontwikkeltraject aan de hand van de volgende ontwikkellijnen: programmatisch werken, dienend leiderschap, informatiemanagement, procescompetenties en alliantiemanagement. Waterkracht (Shared Services) Op 23 oktober 2014 is de bestuursovereenkomst Waterkracht door de vijf deelnemende waterschappen ondertekend. Samenwerken in Waterkracht is een nieuwe vorm van samenwerken. Dit vanuit de overtuiging dat wij door samen te werken in shared services de kwaliteit van onze bedrijfsvoering kunnen verbeteren, kwetsbaarheid kunnen verminderen en op termijn kosten kunnen besparen. De samenwerking in Waterkracht is goed op gang gekomen. De uitvoering van het werk verloopt grotendeels conform planning. Op een aantal zaken is sprake van vertraging. Daar tegenover staat dat er ook zaken zijn opgepakt, die (nog) niet gepland waren. Achterstand is bijvoorbeeld te zien bij de inkooppakketten ‘baggeren’ en ‘groenbeheer’ en het gezamenlijk optrekken bij de procesautomatisering zuiveringen. Extra is uitgevoerd het beheersysteem voor de geo-informatie en de aanbesteding van bedrijfswagens. De financiële doelen worden overigens gehaald. In het tweede triaal zijn door de werkgroepen de meerjarenplannen 2016-2021 opgesteld zodat de waterschappen hiermee rekening kunnen houden in hun begrotingen en jaarplannen. Er is inmiddels voorzien in de functie van ‘programmamanager Waterkracht’. Doorontwikkeling corporate Governance De statuten van Waterstromen B.V. zijn aangepast aan de geldende wet- en regelgeving en zodanig robuust gemaakt dat ze een solide basis vormen voor de toekomst. Voor de corporate governance van Waterstromen heeft ondertussen een wijziging plaatsgevonden in de samenstelling van de Raad van Commissarissen. De externe commissaris is ondertussen gevonden. De verdere doorwerking van de governance heeft nu zijn weerslag in het directiereglement. Dit directiereglement wordt in het derde triaal door de commissarissen besproken. CODA Coda is een moderne en flexibele financiële applicatie. Coda vat de informatievoorziening voor al deze bedrijfsfuncties samen in één applicatie inclusief managementrapportage, contractregistratie, inkoop en verplichtingenadministratie. Dit houdt tevens in dat door de inzet van Coda het applicatielandschap van ons waterschap wordt vereenvoudigd. De basisinrichting van Coda voor de onderdelen financiën en inkoop is vóór de vakantie afgerond. De komende maanden staan in het teken van het verder verfijnen van de inrichting. Dit vindt plaats door de organisatie stapsgewijs kennis te laten nemen van Coda. Deze eerste kennismaking is door de key-users enthousiast en positief ontvangen.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
20
Momenteel vindt een verdiepingsslag met betrekking tot de procesgang van de verschillende inkoopstromen plaats. Na deze verdiepingsslag wordt een pilot gedraaid om de laatste punten op de i te zetten. In november wordt een trainingsprogramma aangeboden ter voorbereiding van de live-gang per 01-01-2016. Wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht Overheidsondernemingen De Wet modernisering Vennootschapsbelastingplicht is op 26 mei 2015 door de Eerste Kamer aangenomen. De waterschappen voeren als onderdeel van hun wettelijke taken een groot aantal werkzaamheden uit. In het kader van de Wet Modernisering Vennootschapsbelastingplicht Overheidsondernemingen is het van belang of en zo ja welke van deze werkzaamheden we als ondernemingsactiviteit(en) in de zin van de vennootschapsbelasting kunnen kwalificeren. Voor de implementatie van deze wet heeft de Unie van Waterschappen samen met Deloitte Accountants en de Belastingdienst afgesproken dat voor de concrete invulling van deze Wet, de waterschappen niet elke afzonderlijke activiteit hoeven te toetsen aan deze Wet, maar dat er mag worden geclusterd. Waterschap Rijn en IJssel trekt samen met de Rijn-Oost waterschappen op. De insteek is dat gelijksoortige activiteiten van de waterschappen op dezelfde wijze geclusterd worden. De clustering wordt eerst voorgelegd aan een externe specialist waarna ieder waterschap afzonderlijk de clustering voorlegt aan de Belastingdienst. Streefdatum is dat voor 1 januari 2016 de clustering is afgestemd met de Belastingdienst. Innovatie Met KWR (watercycle research institute) onderzoeken we welke innovaties we - via versnellingstafels - binnen de deelprogramma’s kunnen oppakken. Hiervoor gaan we momenteel na of het mogelijk is dit in een consortium te doen met andere partijen. De verdienmodellen KAS, ICT en communicatie hebben we daarbij op het oog. We steken daarbij in op het maken van een plan in het najaar van 2015 en de uitvoering in 2016. Innovatiecongres Oase III De derde editie van Oase richt zich op de hoofdlijnen: verbindingen tot stand brengen en innovatie aanjagen. Het thema water en innovatie staat daarbij centraal. Het inhoudelijke programma komt volledig tot stand met actuele projecten en thema's, waarin de rol van water essentieel is (zichtbaar of onzichtbaar). We vragen bij voorkeur aan onze samenwerkingspartners waarom water zo belangrijk voor hen is en laten hén dat aan het aanwezige publiek presenteren. In de afgelopen periode is het programma voor Oase III verder vormgegeven en zijn er afspraken gemaakt met externe partijen over de invulling van de dag. Daarnaast is er een vooraankondiging verstuurd en is de inschrijving geopend.
Ziekteverzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Het verzuimpercentage is ten opzichte van het eerste triaal van 2015 sterk gedaald en bedraagt 4,69%. Het tweede triaal van 2014 was met 4,03% iets gunstiger. De nasleep van de landelijke griepgolf in het tweede triaal van 2015 speelt daarbij een rol.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
21
Het verzuimpercentage nader bekeken Het verzuimpercentage kenmerkt zich door de lage meldingsfrequentie (0,76 meldingen per medewerker per jaar). Bij langduriger verzuim wordt i.s.m. de arbodienst waar mogelijk ingezet op re-integratie-activiteiten. In algemene zin hebben re-integratie activiteiten een positief effect op de termijn waarin het herstel plaats vindt. Dit vraagt om constante afstemming met het management, HR en de arbodienst. Participatiewet De evaluatie van de pilot in het kader van de Participatiewet is inmiddels met goed gevolg afgerond. Het voornemen is om de huidige drie plekken ook na afloop van de pilot voor onze organisatie te behouden. Ons waterschap neemt daarmee voor 2015 en 2016 haar verantwoordelijkheid. In de periode daarna moeten extra plekken beschikbaar worden gesteld. CAO Het onderhandelingsakkoord voor de nieuwe cao is inmiddels door achterbannen van werknemers en werkgeversdelegaties goedgekeurd en wordt thans in uitvoering genomen. Als gevolg van het cao-akkoord voor rijksambtenaren versobert het ABP-pensioen vanaf 2016 verder. Deze versobering treft ook de medewerkers binnen de sector waterschappen. Over de bestemming van vrijvallende pensioenpremies vindt nog overleg tussen sociale partners plaats. Personeelskosten De ontwikkeling van de personeelskosten bevindt zich binnen het kader van de perspectievennota. Op onderdelen vallen de personeelskosten gunstiger uit dan voorzien. Anderzijds valt op dat de activering van kosten vooralsnog achterblijft.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
22
Subsidies algemeen In onderstaande tabel geven wij inzicht in de algemene subsidies die door het waterschap zijn verstrekt aan het eind van de rapportageperiode. (bedragen x € 1.000)
Omschrijving algemene subsidies
Realisatie t/m 31-8-2015 101
prognose ultimo 2015 106
(geen wijzigingen t.o.v. de vorige rapportage)
De realisatie betreft subsidieverlening aan het Watermuseum (in de vorm van een jaarlijkse exploitatiebijdrage) en de Stichting tot Behoud van de Veluwse Sprengen en Beken.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
23
5 Financiële rapportage De rapportage in dit hoofdstuk kent een andere opbouw dan de opbouw per programma, die in voorgaand hoofdstuk is gehanteerd. Per waterschapstaak en beleidsveld wordt hier ingegaan op de kosten en opbrengsten. Afgesloten wordt met enkele financieel-technische onderdelen.
5.1 Exploitatie 5.1.1. Verwacht resultaat 2015 De initiële begroting 2015 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 2,152 mln. Op basis van de thans voorliggende bestuursrapportage bedraagt het verwachte resultaat over 2015 afgerond € 2,955 mln. negatief. De uitvoering van de bedrijfsvoering verloopt binnen de kaders van de begroting. Tegenvallers – die buiten onze invloedsfeer liggen - worden veroorzaakt door hogere kosten voor arbeidsgerelateerde voorzieningen, hogere kosten van kwijtschelding en lagere belastingopbrengsten. Hiertegenover staan meevallers, te weten lagere kapitaalslasten en lagere overige kosten. Deze ontwikkelingen leidden - per saldo – tot een nadeel van € 0,803 mln. ten opzichte van de initiële begroting. We voelen het als een opdracht om sterk te blijven sturen om dat bedrag lager te maken. Verwacht resultaat (bedragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
82.803
42.099
40.705
Dekkingsmiddelen
80.652
40.931
39.721
Begroting 2015
-2.152
-1.168
-984
Verwacht resultaat BURAP 2015-1
-2.152
-1.168
-984
808
743
65
Kapitaalslasten Personeelskosten Overige kosten
0 219
-374
593
Arbeidsgerelateerde voorzieningen
-830
-330
-500
Kwijtschelding
-200
-150
-50
Belastingopbrengsten
-800
-250
-550
-2.955
-1.529
-1.426
Verwacht resultaat BURAP 2015-2
Toelichting Op basis van de thans afgegeven prognoses worden de volgende bijsturingen van de begroting 2015 voorgesteld:
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
24
•
Kapitaalslasten: Het geprognosticeerde voordeel op de totale kapitaalslasten t.o.v. de initiële begroting bedraagt € 0,808 mln. Rente: Het voordeel op rente in 2015 is naar verwachting circa € 1,070 mln. Bij de begroting 2015 werd uitgegaan van een rentepercentage van 3,0%. Door de aanhoudende financiële crisis heeft het waterschap nieuwe langlopende leningen voor (her)financiering van de investeringen tegen een lager dan begroot rentepercentage kunnen financieren. Afschrijving: Hiertegenover staan € 0,262 mln. aan hogere afschrijvingskosten; dit als gevolg van gemiddeld kortere afschrijvingstermijnen over de investeringen waarmee in de begroting 2015 rekening werd gehouden. Dit betreft vooral investering in rollend materieel van 2014 en 2015.
•
Overige kosten (per saldo) een voordeel van afgerond € 0,219 mln. Voor een toelichting hierop wordt verwezen naar de exploitatie per beleidsveld (paragraaf 5.2.).
•
Arbeidsgerelateerde voorzieningen (een toevoeging van € 0,830 mln.): in paragraaf 5.5.4 treft u een toelichting aan op de toevoeging aan deze voorziening.
•
Belastingopbrengsten en Kwijtschelding (nadelig € 1,0 mln.): voor een toelichting op lagere belastingopbrengsten en de hogere kosten van kwijtschelding wordt verwezen naar paragraaf 5.3.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
25
5.2 Exploitatie per beleidsveld Exploitatie naar beleidsvelden
(bedragen x € 1.000)
Begroting 2015 61 – Planvorming 62 - Aanleg en onderhoud waterkeringen
2.165 3.236
Realisatie t/m 31-8-2015
Prognose 2015
1.216 1.979
1.934 3.285
63 - Inrichting en onderhoud watersystemen
17.634
9.987
17.242
64 - Bouw en exploitatie zuiv. techn. werken 65 - Inricht. en onderh. vaarwegen en havens
31.641
19.125
31.270
916
615
913
1.278 3.432
638 3.614
1.057 3.671
66 - Vergunningverlening en handhaven keur 67 - Beheersen van lozingen 68 - Heffing en invordering 69 - Bestuur en externe communicatie 60 - Centrale ondersteuning Onvoorzien
2.975
1.881
3.149
18.850
11.873
18.571
35 Subtotaal incl. investeringsvolume
35
82.162
50.928
81.127
309 81.853
200 50.728
300 80.827
Dekkingsmiddelen Rente eigen vermogen Subtotaal netto-kosten Toevoeging arbeidsgerelateerde verplichtingen
830
Totaal eenmalige lasten en voorzieningen
830
Netto-kosten
81.853
50.728
81.657
80.652 -700
77.777 -867
79.852 -900
Belastingopbrengsten
-250 79.702
-140 76.770
-250 78.702
Verwacht resultaat
-2.152
Belastingopbrengsten 2015 Kwijtschelding Onïnbaar
-2.955
Toelichting Naast het eerder vermelde voordeel op de kapitaalslasten (verdisconteerd over de beleidsvelden), zien we op een aantal beleidsvelden ook een voordeel op de overige kosten (per saldo € 0,219 mln.). Het betreft o.a. • lagere kosten voor o.a. calamiteitenzorg, het opstellen van het Waterbeheerplan 2016-2021 en minder externe kosten voor het opstellen van een beheer- en onderhoudsplan Groenelementen. Ook de kosten van bemonstering en analyse (laboratoriumkosten) vallen lager uit omdat minder analyses worden uitgevoerd dan begroot. • Daartegenover staan hogere kosten van o.a. slibproductie, veiligheidsmiddelen diverse RWZI’s, groot onderhoud RWZI Winterswijk (influentontvangwerk) en een bijstelling van de bijdrage aan GBLT.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
26
Indien de consequenties van bovenstaande ontwikkelingen van structurele aard zijn, zijn deze verwerkt in de begroting 2016 en de meerjarenraming 2016-2019. 5.3 Dekkingsmiddelen 5.3.1 Belastingopbrengsten (bedragen x € 1.000)
belastingcategorie
Begroting 2015
Gerealiseerd t/m 31-8-2015
Prognose 2015
Zuiveringsheffing
40.931
39.072
40.681
Woonruimten
29.294
28.095
29.400
Bedrijven
11.637
10.977
11.281
Watersysteemheffing
39.721
38.705
39.171
Gebouwd binnendijks
21.357
20.522
20.625
Gebouwd buitendijks
15
15
14
Ongebouwd binnendijks
5.216
5.161
4.775
Ongebouwd buitendijks
30
36
36
Ongebouwd wegen binnendijks
814
780
790
Ongebouwd wegen buitendijks
2
1
2
12.137
11.853
12.300
Ingezetenen Natuur
80
87
114
Directe lozers
70
250
515
80.652
77.777
79.852
Totaal opbrengsten 2015
De belastingopbrengsten ultimo 2015 vallen naar verwachting € 0,8 mln. lager uit t.o.v. de initiële begroting. Per belastingcategorie worden hieronder de belangrijkste afwijkingen met betrekking tot de prognoses van de belastingopbrengsten toegelicht. Zuiveringsheffing Woonruimten: Ten opzichte van de begroting zien we een stijging van afgerond € 0,106 mln. In 2015 is er door GBLT een extra controle toegepast op het aantal aangeslagen objecten met het aantal objecten in het belastingbestand. Hierin zat een verschil van 13.000 objecten die niet in de heffing zijn betrokken. Geconstateerd werd dat op 1.600 objecten na, dit leegstand van objecten betrof. De 1.600 objecten die geen leegstand betroffen worden alsnog aangeslagen. Bedrijven: Ten opzichte van de begroting constateren we een daling van € 0,356 mln. Bij het opstellen van de begroting 2015 was de verwachting dat de economische recessie in 2015 enigszins afnam. In werkelijkheid blijkt dit niet zo te zijn. Het aantal VE’s is hierdoor ca. 7.500 lager dan begroot. Watersysteemheffing: Gebouwde eigendommen: Ten opzichte van de begroting verwachten we een daling van € 0,732 mln. In de begroting werd er vanuit gegaan de WOZ-waarde, per peildatum 1 januari 2014, licht zou toenemen. Per 1 januari 2014 was dit niet het geval. vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
27
De begrote WOZ-waarde is € 68,9 mld., terwijl de verwachte WOZ- waarde op dit moment wordt geschat op € 66,3 mld. Ongebouwde eigendommen: Door de uitspraak van de Hoge Raad met betrekking tot natuurterreinen neemt het aantal hectares ongebouwde eigendommen naar verwachting met 10.000 ha. af. Dit levert in 2015 een nadeel op van afgerond € 0,44 mln. ten opzichte van het bedrag in de begroting 2015. Ingezetenen: Ten opzichte van de begroting zien we een stijging van € 0,163 mln. De reden hiervan is identiek aan de beschrijving onder het aantal aangeslagen woonruimten onder zuiveringsheffing. Directe lozers: Ten opzichte van de begroting zien we een toename van € 0,445 mln. De reden is dat er vanaf 2013 voor het lozen van grondwateronttrekkingen (bronneringen) belastingen worden geheven. Aangezien we nog geen goede inschatting konden maken van het aantal bronneringen, is bij de begroting een te voorzichtige aanname gemaakt. Kostentoedelingsverordening Met de invoering van de Waterschapswet zijn vanaf 1 januari 2009 nieuwe regels van kracht geworden om de bijdragen van de diverse categorieën belanghebbenden in de kosten van het watersysteembeheer vast te stellen. In de wet is tevens vastgesteld dat eens in de vijf jaar een herberekening van de waardeverhouding binnen watersysteembeheer moet plaatsvinden. Op 11 december 2013 is de door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurde kostentoedelingsverordening bekendgemaakt in het Waterschapsblad. De kostentoedelingsverordening is hiermee, conform de wettelijke regels, vanaf 1 januari 2015 van toepassing. 5.3.2 Kwijtschelding Op 17 september 2009 is door het algemeen bestuur de kwijtscheldingsverordening vastgesteld waarmee de kwijtscheldingsnorm van 90% naar 100% is verhoogd. In art. 1 van de verordening is geregeld dat er geen kwijtschelding wordt verleend voor de watersysteemheffing voor gebouwde en ongebouwde onroerende zaken en voor natuurterreinen. Kwijtschelding geldt daarom alleen voor zuiverings- en verontreinigingsheffing en voor watersysteemheffing voor ingezetenen. De kwijtscheldingsaanvragen worden behandeld door het gemeenschappelijk belastingkantoor GBLT. Daarnaast heeft het algemeen bestuur op 11 september 2012 ingestemd met de mogelijkheid om de kwijtscheldingsaanvragen te laten toetsen door de landelijke Stichting Inlichtingenbureau. De economie heeft ook zijn weerslag op de waterschappen. Meer huishoudens maken gebruik van de mogelijkheid tot kwijtschelding van waterschapsbelastingen. Ultimo augustus 2015 zijn aanvragen voor kwijtschelding tot een totaalbedrag van € 0,867 mln. gehonoreerd. De kosten van kwijtschelding zullen naar verwachting dit jaar oplopen tot € 0,9 mln.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
28
(bedragen x € 1.000)
Kwijtschelding
Begroting 2015 700
Gerealiseerd t/m 31-8-2015
Prognose 2015
867
900
5.3.3 Oninbaar Niet alle opgelegde aanslagen kunnen worden ingevorderd. Om uiteenlopende redenen moet soms worden geconcludeerd dat betaling van de aanslagen niet kan worden afgedwongen (faillissement/schuldsanering) of dat uit doelmatigheidsoverwegingen moet worden afgezien van verdere pogingen tot invordering. In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur van het waterschap de belasting geheel of gedeeltelijk oninbaar kan verklaren. Deze bevoegdheid is overgedragen aan het dagelijks bestuur van het GBLT. (bedragen x € 1.000)
Oninbaar
Begroting 2015 250
Gerealiseerd t/m 31-8-2015 140
Prognose 2015 250
5.4 Risicomanagement Risicobeheer krijgt breed gestalte binnen onze organisatie, maar ook daarbuiten. Ten aanzien van het thema veiligheid wordt dit jaar een project opgestart waarin de veiligheid van de Duitse dijken wordt bepaald. Een Nederlandse delegatie van de Arbeitsgruppe Hochwasser heeft het grensoverschrijdende project “Risicoanalyse Grensoverschrijdende Dijkringen Rijn” doorgesproken. Ons waterschap neemt deel aan landelijke werkgroepen, reviewteams en bijeenkomsten om de normering, de ontwikkeling van het toetsingsinstrumentarium en de prioritering van het uitvoeringsprogramma vorm te geven. Ten aanzien van de bedrijfsvoering toetst de accountant onze administratie en beheersingsmaatregelen jaarlijks aan de geldende financiële wet- en regelgeving. Vanaf het huidige kalenderjaar gebeurt dit via een nieuwe opdracht aan de accountant (besluit algemeen bestuur 9 september 2014). Momenteel wordt het controleprotocol en toetsingskader geactualiseerd. Het is van toepassing op de nieuwe accountantsopdracht en bevat onder andere de te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties voor de accountant. 5.5 Financiële positie 5.5.1 Reservepositie en weerstandscapaciteit Waterschap Rijn en IJssel kent één algemene reserve per taak en twee bestemmingsreserves (innovatiefonds en educatie is beleven). Een deel van de algemene reserve is ‘bestemd’ als minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Het meerdere is gekwantificeerd als vrij besteedbare reserve en kan worden ingezet voor bijvoorbeeld tariefegalisatie. De minimaal benodigde weerstandscapaciteit voor 2015 is bepaald op afgerond € 2,59 mln.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
29
Reserves (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Waterzuiveringbeheer
Watersysteembeheer
Totaal
4.255
5.210
9.465
Resultaat jaarrekening 2014
-2.572
-503
-3.075
Reserves per 01-01-2015
1.683
4.707
6.390
-1.138
-1.450
-2.589
545
3.257
3.801
-1.529
-1.426
-2.955
-984
1.831
846
Stand reserves per 31-12-2014 (jaarrekening 2014)
Minimaal benodigde weerstandscapaciteit 2015 Vrij inzetbare reserves per 1-1-2015 Geprognosticeerd resultaat 2015 Vrij inzetbare reserves per 31-12-2015
In de begroting 2015 is voor de berekening van de vrij inzetbare reserves, uitgegaan van een negatief jaarresultaat 2015 van de taak Waterzuiveringsbeheer van afgerond € 1,17 mln. en voor de taak Watersysteembeheer van € 0,98 mln. Dit blijkt nu, mede als gevolg van de in paragraaf 5.1.1 genoemde prognoses, met respectievelijk afgerond € 0,36 mln. en € 0,44 mln. te zijn toegenomen. Hierdoor moet voor de taak Waterzuiveringsbeheer het weerstandsvermogen tijdelijk worden aangesproken. De komende jaren wordt de reserve voor deze taak weer op het gewenste niveau gebracht. 5.5.2 Financiële risico’s Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) In 2013 is de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) aangenomen. Deze wet moet er voor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog worden. Ook waterschappen hebben een plek in deze wet gekregen. Er is een macronorm voor het totale EMU-tekort van de gezamenlijke waterschappen. Het financieringstekort van alle waterschappen samen moeten onder een plafond blijven. In het Financieel Akkoord van januari 2013 hebben de decentrale overheden ingestemd met een gezamenlijk tekort van maximaal 0,5% BBP voor 2015. Dit betreft een macronorm voor alle decentrale overheden gezamenlijk. Het Rijk stuurt alleen op de macronorm en als deze norm niet wordt overschreden, is er voor het Kabinet geen aanleiding in te zoomen op sectoren en dus zeker niet op individuele decentrale overheden. Alle waterschappen hebben daarnaast vanuit de Unie een individuele EMU-referentiewaarde voor het EMU-saldo. Zowel het EMU-tekort o.b.v. de begroting 2015 en het tekort o.b.v. de prognose 2015 blijven onder de referentiewaarde. Eind 2015 vindt er een evaluatie plaats in welke mate de gewenste daling van het macrotekort reëel is. Op dit moment biedt de wet nog mogelijkheden tot sancties. De minister staat open voor het vervangen van de nationale sancties door een maatregelenpakket ter verbetering van het EMU-saldo. IPO, VNG en UvW spannen samen om een werkbaar pakket voor te stellen. Schatkistbankieren Delegaties uit het Kabinet en de besturen van Unie, IPO en VNG hebben in 2013 een onderhandelingsakkoord bereikt over een aantal financiële onderwerpen. Een van die onderwerpen was schatkistbankieren.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
30
Het schatkistbankieren heeft materieel niet zo veel betekenis voor de waterschappen. Bij het overleg is aangegeven dat de waterschappen geen bijdrage leveren aan het hoofddoel, maar wel met de administratieve kosten worden geconfronteerd. Met het onderhandelingsakkoord wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan deze punten van de waterschappen. Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF. Zoals de alinea hiervoor aangeeft, heeft de Eerste Kamer het voorstel na stemming aangenomen. Het Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF en volgt daarmee de data van inwerkingtreding van deze wet. Wijziging euralcodes slib en exportheffing Waterschap Rijn en IJssel hanteert voor de verschillende slibstromen één euralcode. De kans bestaat dat we de slibstromen niet meer gezamenlijk ontwaterd en gecomposteerd mogen aanleveren. De kosten voor ons waterschap nemen hierdoor toe. Het waterschap is hier zowel provinciaal als landelijk in overleg. Daarnaast wordt per 1 juli 2015 belasting (exportheffing) geheven van Nederlands afval dat wordt verwerkt in de landen om ons heen. Bij de behandeling in het parlement was in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB) hiervoor vrijstelling opgenomen. Het amendement is echter nog niet geeffectueerd. Bij geen vrijstelling van de exportheffing nemen ook hier de kosten toe. Alginaat winning Zutphen Het algemeen bestuur heeft ingestemd met het voorstel om Alginaatwinning in Zutphen mogelijk te maken. Deze grondstof kan worden gewonnen uit Nereda® slib. Op voorwaarde dat alle benodigde contracten en vergunningen geregeld zijn, wordt met de realisatie van de Nereda® begonnen in het najaar van 2015. Dit project kent een eigen dynamiek en complexiteit. Er vinden op dit moment nadere onderzoeken en gesprekken plaats over de te behandelen afvalwaterstroom, de engineering en de afzet van het alginaat. De huidige programmering houdt rekening met uitloop in 2017. 5.5.3 Verbonden partijen Het waterschap heeft de volgende verbonden partijen: Waterstromen B.V., Belastingorganisatie Lococensus/Tricijn (GBLT), waterschapslaboratorium Aqualysis en Het Waterschapshuis. Gemeenschappelijke Belastingkantoor Lococensus – Tricijn (GBLT) Per 1 januari 2016 treden de gemeenten Dalfsen en Bunschoten toe tot de gemeenschappelijke regeling GBLT. Daarnaast vindt er per die datum een fusie plaats tussen de waterschappen Groot Salland en Reest en Wieden. Hierdoor verzorgt GBLT vanaf 1 januari 2016 het heffen en innen voor 5 waterschappen en 6 gemeenten. Het Waterschapshuis (HWH) In 2013 en 2014 zijn er belangrijke besluiten genomen in het kader van HWH 2.0. Te noemen zijn de Koersnotitie HWH 2.0, de Startnotitie Dienstverleningsconstruct HWH 2.0, Gemeenschappelijke Regeling etc. In het 1e kwartaal 2015 zijn de Opdrachtgeverstafel, het dienstverleningshandvest en het model dienstverleningsovereenkomst opgeleverd. De belangrijkste zaken die in 2015 moeten worden geregeld zijn: • Het formuleren van een passende missie en visie van HWH; • Het invulling geven aan de flexibele schil; • Het inregelen van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie tussen opdrachtgeverstafel, dagelijks bestuur en directie van HWH.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
31
Ten aanzien van de overige verbonden partijen hebben zich in het achter ons liggende triaal geen ontwikkelingen voorgedaan. 5.5.4 Voorzieningen Voorzieningen hebben een kostenkarakter en worden getroffen voor toekomstige uitgaven waarvan de oorzaak zich nu voordoet of al heeft voorgedaan. De meest aansprekende situaties om voorzieningen te treffen zijn: • kosten voor volgende begrotingsjaren waarvan de oorsprong ligt in het lopende jaar of de jaren daarvoor; • toekomstige verplichtingen en verliezen per balansdatum, waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; • risico’s bij toekomstige verplichtingen en verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Voorziening arbeidsgerelateerde verplichtingen Het waterschap heeft per 31 december 2015 een voorziening voor arbeidsgerelateerde verplichtingen. Deze voorziening is opgebouwd uit: • voorziening wachtgeld voormalige bestuurders. Dit betreft een werkeloosheid uitkeringsregeling voor voormalige bestuurders; • voorziening latente pensioenverplichtingen bestuurders. Dit betreft de voorziening voor pensioenopbouw huidige en voormalige bestuurders die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt; • voorziening pensioenverplichtingen bestuurders. Dit betreft de voorziening pensioenopbouw (voormalige) bestuurders die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt; • voorziening bovenwettelijke WW. Het waterschap is eigenrisicodrager voor de werkeloosheidswet. Als gevolg van de waterschapverkiezingen in maart 2015 zijn een aantal bestuursleden afgetreden. Zij hebben recht op wachtgeld. De (toekomstige) verplichting die hieruit ontstaat moet in één keer worden toegevoegd aan de arbeidsgerelateerde voorziening. Hierdoor dient de arbeidsgerelateerde verplichting met € 0,55 mln. te worden verhoogd. Daarnaast wordt als gevolg van organisatieontwikkelingen € 0,28 mln. toegevoegd aan de voorziening. Totaal € 0,83 mln. 5.5.5 Treasury (Geldleningen) Herijking leningenportefeuille In 2015 vindt er een heroriëntatie plaats van de leningenportefeuille, waarbij wordt gekeken of de huidige vervalkalender van de afgesloten leningen nog past binnen de huidige cashflow van de organisatie. Dit met als doel om voor de toekomst een risicospreiding van de leningenportefeuille te bewerkstellingen.
5.5.6 Overige kengetallen Financiële informatie die de gerapporteerde prestaties in perspectief plaatsen betreft de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt en de ontwikkeling van lonen (cao) en prijzen (inflatie). vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
32
•
•
•
Renteontwikkeling: In de begroting 2015 is gerekend met een renteomslag van 3,0%. De geprognosticeerde renteomslag is naar verwachting lager dan de begrote renteomslag. Door de financiële crisis is de rente op de kapitaalmarkt lager dan in de begroting was aangenomen. Loonontwikkeling: Per 1 januari 2015 zijn de salarissen verhoogd met 0,73%. In de zomer van 2015 ontvingen medewerkers eenmalig een bedrag van € 750 bruto. Op 1 januari 2016 vindt een salarisverhoging plaats van 1,5%. De financiële consequenties van de nieuwe cao passen binnen de kaders van de vastgestelde personeelsbegroting 2015. Ontwikkeling inflatie: In de begroting 2015 is uitgegaan van een inflatiepercentage van 1,5%. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt voor 2015 in haar Kerngegevenstabel van 11 augustus 2015 een inflatie van 0,5% (t/m juli 2015). Indien we de begroting 2015 bijstellen naar dit inflatiepercentage, daalt de begroting voor overige kosten met circa € 0,3 mln. Vooralsnog wordt geadviseerd de begroting niet bij te stellen.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
33
SUPPLEMENT
I ZUIVERINGSRENDEMENTEN
Gebiedsrendement In deze rapportage wordt ingegaan op de zuiveringsresultaten. Het gebiedsrendement over de periode augustus 2014 t/m augustus 2015 is voor stikstof 85% en voor fosfaat 75%. De rendementen zijn daarmee op peil. Noot: Als gevolg van nieuwe regelgeving (Activiteitenbesluit) wijkt onderstaande rapportage af van de tot nu toe gepresenteerde gebiedsrendementen. Voorheen werd het voortschrijdend gemiddelde van 10 waarneming gehanteerd. Nu hanteren we het voortschrijdend jaargemiddelde. Zuiveringrendementen 2015 jaargemiddelde 15-8-2014 t/m 15-8-2015
Influent
debiet [m3/d]
Belasting I.E. à 150 g TZV
Effluent Stikstof [mg/l]
Fosfaat [mg/l]
Jaargemiddeld
Jaargemiddeld
CZV
Eis maat- Rende- Jaarge- Eis maat- RendeRendewerk werk gemiddeld voorschrift ment % middelde voorschrift ment % ment % Jaar-
Aalten
4.507
27.515
8,4
15
86
1,2
2
86
95
Aalten
Dinxperlo
2.657
14.478
5
15
90
0,8
2
89
94
Dinxperlo
Etten
29.034
200.049
8,6
10
81
0,7
1
86
92
Etten
Haarlo
12.018
66.782
5,4
10
89
0,4
1
93
94
Haarlo
Holten
4.606
30.617
12
15
80
1,1
2
85
94
Holten
Lichtenvoorde
4.299
30.578
10,5
87
1,8
95
Lichtenvoorde
321.292
8,0
84
3,0
2 5 2)
79
57.161
10 11 1)
57
96
Nieuwgraaf
53
94
94
95
Olburgen Ruurlo
Nieuwgraaf
24.069
146.481
9,4
10
82
3,8
4 2)
1.952
11.917
7
10
88
0,5
1
Varsseveld
3.559
20.682
10
10
80
0,7
1
89
94
Varsseveld
Wehl
1.367
9.144
5,7
10
91
0,8
1
92
97
Wehl
1 4 2)
93
92
Winterswijk
87
95
Zutphen
75
95
Olburgen Ruurlo
Winterswijk
12.544
68.729
6,6
10
86
0,4
Zutphen
27.787
174.009
8,0
10
89
1,4
185.560
1.122.273
Totaal
85
1) Deze eis is van toepassing als het gebiedsverwijderingsrendement 75% of hoger is. Bij een rendement lager dan 75% geldt een norm van 10 mg/l 2) Deze eis is van toepassing als het gebiedsrendement 75% of hoger is. Bij rendementen lager dan 75% geldt voor Nieuwgraaf en Zutphen een eis van 1 mg/l en voor Olburgen een eis van 2 mg/l Jaargemiddelde: Het voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
34
De ontwikkeling van het gebiedsrendement door de jaren heen is weergegeven in onderstaande grafiek. Gebiedsrendementen RWZI's 100 95
CZV
Rendement (%)
90 85
N
80 75
P
70 65 60
Toetsing aan de lozingseisen De zuiveringsresultaten van het geloosde afvalwater zijn getoetst aan de maatwerkvoorschriften voor de lozing op oppervlaktewater. Eenmalige overschrijdingen die binnen de ruimte van de voorschriften vallen, worden niet gemeld. RWZI’s die voldoen Alle installaties voldoen aan de maatwerkvoorschriften, behalve RWZI Lichtenvoorde die op gebied van stikstof niet voldoet. RWZI’s die tijdelijk niet voldaan hebben aan de Watervergunning. Lichtenvoorde (Stikstof) RWZI Lichtenvoorde heeft de afgelopen periode niet kunnen voldoen aan de eis van 10 mg/l. De installatie heeft te kampen met lozingen waarin periodiek hogere concentraties antibiociden aanwezig zijn. Deze lozingen zijn afkomstig van de naastgelegen industriële waterzuivering. Binnen de bedrijfsvoering van het waterschap zijn maatregelen genomen om de vergiftigingen zoveel mogelijk op te vangen. Daarnaast is er veelvuldig overlegd met de lozer, handhavers en bedrijfsvoerders, wat onder andere heeft geleid tot aanpassingen in de bedrijfsvoering van betreffende industrie. Inmiddels voldoet RWZI Lichtenvoorde weer aan de lozingsnorm. Toetsing zomer en wintergemiddelden Het effect van het lozen van fosfaat op de kwaliteit van oppervlaktewater is in de zomer groter dan in de winter. Om daarop voor te sorteren is afgesproken dat de stuurwaarden in de zomer strenger zijn dan in de winter. Juridisch blijven bovengenoemde jaargemiddelde waarden maatgevend. In onderstaand overzicht is aangegeven wat de resultaten van de afgelopen periode zijn, waarin op strengere zomerwaarde is gestuurd.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
35
Fosfaat [mg/l] Realisatie
Norm
zomer winter jaar zomer-norm winter-norm gemiddelde gemiddelde gemiddelde Aalten
1,3
nvt
1,2
0,8
3
Dinxperlo
0,7
nvt
0,8
1,0
3
Etten
0,7
nvt
0,7
0,7
1
Haarlo
0,2
nvt
0,4
0,5
2
Holten
0,9
nvt
1,1
0,7
3
Lichtenvoorde
1,9
nvt
1,8
0,8
3
Ruurlo
0,5
nvt
0,5
0,8
1
Varsseveld
0,4
nvt
0,7
0,8
1
Wehl
0,5
nvt
0,8
0,5
2
Winterswijk
0,3
nvt
0,4
0,5
2
Zomernorm: Het gemiddelde gehalte aan fosfaat in de periode 1 april t/m 31 augustus. Winternorm: Het gemiddelde gehalte aan fosfaat in de periode 1 september t/m 31 maart. Jaargemiddelde: Het voortschrijdend gemiddelde over 12 maanden
Hoewel de afgelopen maanden nog een opstart periode voor de nieuwe zomernorm is geweest en pas vanaf half juni is gestart met de strengere stuurwaarden, is al zichtbaar dat de meeste installaties aan de zomernorm voldoen. Op Aalten, Holten en Lichtenvoorde zijn nog aanvullende maatregelen genomen om de achterstand in te halen.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
36
SUPPLEMENT II
PROJECTENLIJST
In dit supplement geven we op projectniveau - financieel en operationeel – de afwijkingen op de voortgang weer. In dit overzicht zijn alleen de door het bestuur goedgekeurde investeringsprojecten (met een uitvoeringskrediet) opgenomen. Een specifieke toelichting op de majeure projecten treft u aan in hoofdstuk 4 bij de programma-rapportage. Voortgang financieel De in de kolom ‘voortgang’ rood gearceerde projecten zijn kort toegelicht in de projectenlijst (zie kolom ‘reden’). Bij financieel gaat het om een afwijking van meer dan 10% tussen verleend krediet en afgegeven prognose. Het gaat hier om projecten waarvoor nog aanvullend krediet moet worden aangevraagd vanwege aanvullende werkzaamheden en meerkosten. We vermelden hier alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage. Voortgang operationeel Bij operationeel gaat het om een verlenging van de doorlooptijd van een project naar een volgend kalenderjaar. De vertraging heeft een bandbreedte van 4 maanden tot een jaar. Het betreft hier voornamelijk vertragingen als gevolg van o.a. nader intern onderzoek over lange termijn visie, realiseren randvoorwaarden en opstellen inrichtingsplan. Daarnaast vindt vertraging plaats door bestuurlijke discussie, nadere besluitvorming en procedures van vergunningverlening. Ook hier vermelden we alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
37
Verkorte projectenlijst INFORMATIE OVER VOORTGANG VAN INVESTERINGSPROJECTEN ( BURAP 2015-2)
proj. BELEIDSnr PROD.
OMSCHRIJVING PROJECT
BESLUITVORMING door
Startjaar
Eindjaar
PROGNOSE
Aandeel WRY
Aandeel WRY
Netto-krediet
Kasritme lopend jaar peiling 2015-1
Startjaar
Eindjaar
Nettoprognose
VOORTGANG
Kasritme Netto Netto uitgaven Netto uitgaven lopend jaar uitgaven t/m Financieel Operationeel t/m aug. 2015 t/m 2014 peiling 2015-2 aug. 2015
Reden
REALISATIE tm REALISATIE REALISATIE 2014 2015 totaal Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY
PLANNING / GOEDGEKEURD
Programma Veiligheid (totaal 7 projecten) 80598
622
Stroomkan.Hackf.verb.waterveiligheid
AB
Overige projecten programma Veiigheid
01-03-2013
30-06-2016
div.
Totaal programma Veiligheid
2.250.000
2.075.000
2.382.000
01-03-2013
30-06-2016
1.581.816
1.400.000
131.816
78.580
210.396
7.710.000
2.356.473
7.558.803
732.674
6.329.940
7.062.614
4.632.000
9.785.000
3.938.289
8.958.803
864.490
6.408.520
7.273.009
Programma Watersysteem (totaal 48 projecten) 80630
632
Groene Slingeplan Aalten
AB
01-11-2013
01-07-2016
370.000
260.000
01-11-2013
01-07-2016
322.574
290.000
7.574
22.742
30.316
80596
632
Herinr.Bbk Buurserstraat-Schanswg
AB
01-09-2012
01-07-2015
665.000
65.556
01-09-2012
30-11-2015
516.619
80.630
435.989
78.688
514.677
80590
632
Herinr.Boven Slinge Burloseweg
AB
01-01-2013
01-07-2016
211.250
180.000
01-01-2013
01-07-2016
190.367
150.000
30.367
48.441
78.808
80224
632
Stuw,waterm,vispassage Berenschot
AB
01-06-2009
01-07-2016
665.000
400.000
01-06-2009
31-12-2016
429.532
331.250
85.782
-185.917
-100.135
80828
632
Vern.landg.Verwolde,Ampsen+Kranengoor
DH
01-12-2014
30-10-2015
180.000
177.417
01-12-2014
01-07-2016
180.000
177.417
2.583
82.345
84.928
80576
632
Vispasseerbaar maken monding Berkel(BK)
AB
01-10-2012
31-12-2015
371.000
165.000
01-10-2012
31-12-2015
221.624
165.000
56.624
417.537
474.161
80304
632
Vispasseerbaar Schipb-Twentek(BK)
AB
01-11-2011
31-12-2015
798.000
590.000
01-11-2011
31-12-2015
676.155
370.000
306.155
403.857
710.012
AB
01-01-2013
31-12-2015
420.000
225.000
01-01-2013
31-12-2015
363.504
200.000
163.504
26.730
190.234
400.000
390.000
01-09-2013
01-05-2016
331.204
320.000
11.204
53.128
64.332
80732
634
Ren.gem.Grote Beek+Baaksebeek
80770
634
Renovatie gemaal Ter Hunnepe
AB
01-09-2013
31-12-2015
80706
634
Renovatie stuw Warken
AB
01-01-2013
31-07-2016
590.000
425.000
01-01-2013
31-12-2015
420.432
380.000
40.432
258.604
299.037
80838
601
Waterschapsverkiezingen 2015
AB
01-01-2015
31-12-2015
1.200.000
1.200.000
01-01-2015
31-12-2015
970.000
970.000
0
967.194
967.194
520.000
292.000
512.111
267.000
70.111
19.554
89.665
div.
Programma Overstijgend
Overige projecten programma Watersystemen
div.
Totaal programma Watersystemen
20.755.930
7.596.965
20.070.040
6.397.966
13.522.535
6.199.448
19.721.983
27.146.180
11.966.938
25.204.161
10.099.263
14.732.859
8.392.353
23.125.212
-53%
2016
0%
2015
-96%
2017
B
2016
C
A
Programma Afvalvaterketen (totaal 16 projecten) 80790
642
Alginaatwinning zutphen
AB
01-07-2014
30-09-2015
6.575.000
170.000
01-07-2014
31-12-2017
6.575.000
1.035.000
67.866
237.062
304.928
80792
642
Maatregelen Biogasvlgh RWZI Olburgen
DH
01-09-2014
31-12-2015
248.000
220.000
01-09-2014
31-03-2016
277.674
200.000
27.674
40.023
67.697
Overige projecten programma Watersystemen
div.
Totaal programma Afvalwaterketen
34.425.000
2.858.198
34.097.538
2.744.198
31.126.618
1.168.574
32.295.192
41.248.000
3.248.198
40.950.212
3.979.198
31.222.158
1.445.659
32.667.816
Totaal Generaal
73.026.180
25.000.136
70.092.661
23.037.264
46.819.506
16.246.531
63.066.038
4.550.000
1.490.000
4.505.884
1.490.000
2.967.884
518.511
3.486.395
Vaarwegen 80320
652
Renovatie sluis Doesb-perceel 1 t/m 4
AB
01-12-2009
01-06-2016
Voor een uitgebreide specificatie wordt verwezen naar de bijlage.
01-12-2009
01-06-2016
-23%
38
Legenda beoordeling projectstatus: FINANCIEEL
OPERATIONEEL
Verwachting dat minder dan 90% van het krediet wordt uitgegeven Verwachting dat meer dan 110% van het krediet wordt uitgegeven Verwachting dat de projectkosten minder dan 10% afwijken van het krediet Verwacht eindjaar is afwijkend van het geplande eindjaar Verwacht eindjaar is gelijk aan het geplande eindjaar
Verklaring codes (kolom Reden): A
Nog geen overeenstemming met landgoed Ampsen.
B
De uitvoering van het werk in 2016/2017 is nu gekoppeld aan het project
C
Aanbesteding is hoger dan raming, deels door een kleine scope uitbreiding. Uitloop door vertraagde start aannemer.
39
SUPPLEMENT III
PROJECTENKAART
Tot slot hebben we op een kaart de lopende en de in 2015 gestarte investeringsprojecten van het waterschap weergegeven. Een symbool geeft aan wat voor soort project het is en waar het wordt uitgevoerd. Projecten waarvoor een krediet is verleend zijn geel. Als achtergrond zijn de gebieden weergegeven die in de Reconstructieplannen en de Waterhuishoudingsplannen zijn aangeduid als plaatsen waar de wateropgaven voorrang krijgen. Indien dit beleid doorwerkt, moeten de investeringsprojecten zich vooral op deze gebieden gaan concentreren. Wanneer in de projectenlijst wijzigingen worden voorgesteld (bijvoorbeeld om het eindjaar te verschuiven), zijn deze vanzelfsprekend nog niet op deze kaart verwerkt.
vst bestuursrapportage 2015-2 031115 bijlage
40
41
SUPPLEMENT IV
P&C CYCLUS
42