BIJLAGE 1
BESTUURSRAPPORTAGE WATERSCHAP RIJN EN IJSSEL 2014-2 Periode 01-01-2014 t/m 31-08-2014
VOORWOORD .................................................................................................................................................. 2 1 INLEIDING .................................................................................................................................................... 3 2 RAPPORTAGE IN ÉÉN OOGOPSLAG .............................................................................................................. 4 2.1 UITVOERING BELEID ............................................................................................................................................ 4 2.2 FINANCIËLE PROGNOSE ....................................................................................................................................... 4 3 ONTWIKKELINGEN ....................................................................................................................................... 6 4 RAPPORTAGE PER PROGRAMMA ................................................................................................................ 9 4.1 PROGRAMMA VEILIGHEID .................................................................................................................................... 9 4.2 PROGRAMMA WATERSYSTEMEN ......................................................................................................................... 12 4.3 PROGRAMMA AFVALWATERKETEN ...................................................................................................................... 17 4.4 BEDRIJFSVOERING ............................................................................................................................................ 19 5 FINANCIËLE RAPPORTAGE ......................................................................................................................... 22 5.1 EXPLOITATIE.................................................................................................................................................... 22 5.2 EXPLOITATIE PER BELEIDSVELD ............................................................................................................................ 24 5.3 DEKKINGSMIDDELEN ......................................................................................................................................... 25 5.4 RISICOMANAGEMENT ....................................................................................................................................... 27 5.5 FINANCIËLE POSITIE .......................................................................................................................................... 27 SUPPLEMENT I
ZUIVERINGSRENDEMENTEN .............................................................................................. 30
SUPPLEMENT II
PROJECTENLIJST ................................................................................................................ 33
SUPPLEMENT III
PROJECTENKAART ......................................................................................................... 36
SUPPLEMENT IV
P&C CYCLUS .................................................................................................................. 38
Voorwoord Voor u ligt de tweede bestuursrapportage van 2014. Naast de actuele beleidsontwikkelingen worden per programma de afwijkingen vermeld op de doelstellingen, de budgetten, het investeringsvolume en de kredieten. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2014 en het waterbeheerplan 2010-2015. In de rapportage worden verder nog de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering toegelicht. We sluiten de rapportage af met een financiële verantwoording. In de supplementen gaan we onder meer in op de zuiveringsrendementen en de lopende projecten. Dit is het laatste volle jaar voor het zittende bestuur. Besloten is om in het voorjaar van 2015 directe verkiezingen te laten plaatsvinden - samen met de verkiezingen voor de Provinciale Staten. In de aanloop naar de verkiezingen vindt landelijke afstemming en ondersteuning plaats (Unie van Waterschappen). Door ons waterschap worden de partijen met kennis gefaciliteerd om de verkiezingen mede tot een succes te maken. Met de gemeenten vindt overleg plaats over enkele bijzondere uitvoeringstechnische aspecten. Dit is ook het laatste jaar van de waterovereenkomst met de Provincie Gelderland. Onder die vlag is de afgelopen jaren met succes een investeringsprogramma uitgevoerd op het snijvlak van water (-kwaliteit) en opgaven voor de natte natuur. De commissie Rekenkamer van het waterschap heeft zich verdiept in het proces van de overeenkomst en een aantal aanbevelingen gedaan. Bij de verkenning naar een eventuele nieuwe waterovereenkomst worden die betrokken. Op het gebied van waterveiligheid en het landelijke Deltaprogramma zijn veel ontwikkelingen gaande. Nieuwe inzichten en -normering hebben geleid tot het inzicht dat in dijkkring 48 (nabij de grens met Duitsland) aanvullende maatregelen nodig zijn. Gezien de omvang daarvan hebben we dit onderwerp landelijk geadresseerd. In het kader van onze maatschappelijke positie besteden wij aandacht aan cultuurhistorie en recreatief medegebruik. Actuele voorbeelden hiervan zijn de renovatie en herbestemming gemaal Oude Rijn (in stand houden van het gemaalcomplex als cultuurhistorisch erfgoed), de aanleg van fietspaden langs de Oude IJssel en onderzoek naar het verruimen van de bedieningstijden van bruggen en sluizen op zon- en feestdagen. Ook dit jaar zijn er flinke uitdagingen om de beoogde besparingen te realiseren. Het management stuurt hier actief op en stelt zich kostenbewust op. Met het algemeen bestuur is afgesproken dat in bijzondere gevallen interessante business cases, die niet zijn begroot, toch voorgelegd kunnen blijven worden. Daarmee wil het bestuur voorkomen dat o.a. innovatieve oplossingen blijven liggen. Het winnen van alginaat uit afvalwater zou een dergelijke innovatieve investering kunnen worden. Met nieuwe manieren van (samen-) werken willen we op de kosten in de uitvoering besparen en de participatie van onze stakeholders vergroten. We zoeken naar samenwerking op verschillende taakvelden en schalen tegelijk (multischaligheid). Voorbeelden daarvan zijn de gesprekken met betrokkenen over het onderhoud aan kleine watergangen, het in overleg met de industrie en kennisinstellingen terugwinnen van grondstoffen en energie bij de RWZI’s en de verkenning naar shared services met andere waterschappen.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
2
Voor wat betreft het laatste onderwerp is vermeldenswaard dat alle zes bij de verkenning naar shared services betrokken waterschappen in december 2013 hebben besloten tot samenwerking op het gebied van ICT, personele zaken, inkoop en (niet-operationele activiteiten bij) zuiveren van afvalwater. De nieuwe samenwerkingsvormen stellen nieuwe eisen aan de programmering van onze activiteiten, omdat we onze beleidsdoelen vaker koppelen aan die van anderen. Er is sprake van een nog steeds voortdurende economische en financiële crisis, waarvan de gevolgen voelbaar zijn. Binnen en buiten het waterschap dalen inkomsten en worden uitgaven naar beneden bijgesteld. Bij de voorbereiding van de perspectievennota bleek dat er door de economische crisis onzekerheden zijn in de ontwikkeling van de belastingopbrengsten. De komende jaren blijven we scherp op de kostenontwikkeling. Samen met de in 2013 vastgestelde watervisie vormt dit het kompas voor onze opstelling naar stakeholders. Wij vertrouwen erop dat u met deze rapportage voldoende inzicht krijgt in de besturing van Waterschap Rijn en IJssel.
1 Inleiding Jaarlijks stelt het algemeen bestuur in november de begroting van het jaar daarop vast. Verantwoording vindt plaats in bestuursrapportages en uiteindelijk in de jaarverslaglegging. Met de bestuursrapportages beogen we tussentijds vast te stellen of we met de uitvoering van de begroting op koers liggen.
1.1.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 presenteren we eerst een ‘rapportage in één oogopslag’ waarin we, naast afwijkingen in uitvoering van beleid, ook de prognose en benutting van het exploitatiebudget en het geprognosticeerde netto-investeringsvolume vermelden. De belangrijkste externe ontwikkelingen en de mogelijke effecten daarvan op het beleid en de bedrijfsvoering van het waterschap worden beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 gaan we per programma eerst in op actuele beleidsontwikkelingen. Dit geeft perspectief aan de vervolgens weergegeven prestaties, die in de verslagperiode zijn gerealiseerd. De prestaties zijn gerelateerd aan de begroting voor 2014 en het waterbeheersplan 2010-2015. Verder beschrijven we in dit hoofdstuk de belangrijkste ontwikkelingen in de bedrijfsvoering. Hoofdstuk 5 bevat de financiële rapportage over de afgelopen periode. Naast het verwachte resultaat schenken wij hier ook aandacht aan de belastingopbrengsten. De bestuursrapportage sluiten we af met een viertal supplementen (zuiveringsrendementen, lopende projecten, projectenkaart en de P&C-cyclus).
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
3
2 Rapportage in één oogopslag 2.1 Uitvoering beleid De uitvoering van beleid verloopt conform de planning in de begroting. Voor een toelichting op de ontwikkelingen met betrekking tot de doelstellingen binnen de programma’s, verwijzen we naar hoofdstuk 4. 2.2 Financiële prognose De initiële begroting 2014 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 3,24 mln. Het geprognosticeerde resultaat in deze bestuursrapportage bedraagt € 3,0 mln. en wijkt daarmee € 0,2 mln. in voordelige zin af van de initiële begroting. Verwacht resultaat (b edragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
81.271
41.718
39.553
Dekkingsmiddelen
78.030
39.284
38.746
Begroting 2014
-3.242
-2.434
-808
Verwacht resultaat BURAP 2014-1
-3.242
-2.434
-808
1.148
778
370
0
0
0
Overige kosten
-201
-109
-92
Belastingopbrengsten
-738
-184
-554
-3.033
-1.949
-1.084
Kapitaallasten Personeelskosten
Verwacht resultaat BURAP 2014-2
Per programma geven we hieronder de benutting van het budget (realisatie) tot en met het tweede triaal en een prognose ultimo 2014 weer. Totaal overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Begroting Realisatie Prognose 2014 31-08-2014 2014
Programma Veiligheid Watersysteem Afvalwaterketen Totaal
4.583 34.970 41.718 81.271
3.333 24.459 31.259 59.051
4.584 34.691 41.049 80.324
afwijking t.o.v. begroting 0% -1% -2% -1%
Naast het ingezette pakket structurele bezuinigingsmaatregelen sturen we volop op de kosten terwijl de opbrengsten (o.a. belastingen) sterk in beweging zijn. Voor de onderhanden en nieuwe projecten werken we met een netto-investeringsvolume. Onderstaande tabel geeft de prognose van dit volume in 2014 weer t.o.v. de begroting. vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
4
Totaal overzicht prognose netto-investeringsvolume 2014 bedragen x € 1.000
Prognose 2014 (netto) Veiligheid 4.250 5.300 Watersysteem 10.000 10.700 Afvalwaterketen 7.200 6.800 Totaal 21.450 22.800 Vaarwegbeheer 490 *) In de begroting 2014 is voor Vaarwegbeheer geen investeringsbedrag geraamd. De investeringskosten worden gesubsidieerd in de vorm van een jaarlijkse bijdrage in de kapitaallasten. Programma
Begroting 2014 (netto)
Voor een toelichting op de – per saldo - hogere prognoses (€ 1,35 mln.) verwijzen we naar de rapportage per programma in hoofdstuk 4. Ultimo augustus 2014 is 65% van het begrote investeringsvolume gerealiseerd.
Vaarwegbeheer De prognose van de netto-uitgaven van de projecten Vaarwegbeheer in 2014 is € 0,49 mln. Het project Renovatie sluis Doesburg is volop in uitvoering en loopt door tot 2015.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
5
3 Ontwikkelingen Waterkracht (shared services) Met de waterschappen in Rijn-Oost en Waterschap Zuiderzeeland is het perspectief van samenwerken in ‘shared services’ verkend. Uit die verkenning bleek dat samenwerking toegevoegde waarde oplevert voor de (ondersteunende) activiteiten ICT, personele zaken, inkoop en voor de primaire taak ‘zuiveren van afvalwater’. Het financiële voordeel is aanvankelijk nog bescheiden, maar op termijn kan samenwerking voor de waterschappen gezamenlijk enkele miljoenen aan besparingen opleveren. Samenwerking leidt daarnaast ook tot meer kwaliteit en verminderde kwetsbaarheid. In december 2013 is bij alle zes waterschappen besloten om de samenwerking te starten en deze stapsgewijs uit te breiden. De inhoud stuurt daarbij de juridische en organisatorische vormgeving. In juli 2014 zijn de afspraken in bestuursovereenkomsten vastgelegd. Door middel van een ‘bestuurlijk dashboard’ wordt de voortgang periodiek gepresenteerd. Programma Informatieveiligheid Het Programma Informatieveiligheid heeft als doel om op 31 december 2014 een goede basis voor de zelfregulering in de gehele waterschapssector te hebben gelegd. Informatieveiligheid is dan ingebed in de bedrijfsvoering, en over de status en de voortgang rapporteren we jaarlijks op het niveau van de sector en aan het eigen bestuur. Nu wordt gewerkt aan de bewustwording van alle medewerkers en een risicoanalyse die inzicht geeft in waar het waterschap staat op het gebied van informatieveiligheid en welke specifieke maatregelen er getroffen moeten worden om op een aanvaardbaar niveau binnen de baseline informatieveiligheid waterschappen (BIWA) te komen. De komende jaren worden daartoe activiteiten uitgevoerd. In Waterkracht verband is onlangs een top 10 van maatregelen en activiteiten benoemd die gezamenlijk worden opgepakt. Er is structureel extra inzet nodig. Programmatische Aanpak Stikstof Veel natuurgebieden met de status Natura-2000 in Nederland hebben last van een (te) hoge stikstof-belasting. Om (economische) ontwikkeling in de omgeving van die gebieden toch mogelijk te maken is in Nederland de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ontwikkeld. Kortweg houdt dit in dat wanneer de overige omgevingsfactoren optimaal worden voor de instandhouding en ontwikkeling van de betreffende gebieden, er een robuustere situatie ontstaat waardoor een beperkte toename van stikstof-belasting acceptabel wordt. De optimalisering van de waterhuishouding kan daarvoor cruciaal zijn. In ons beheersgebied liggen acht N2000-gebieden; voor zeven daarvan wordt de PAS van toepassing. Voor deze is de watersituatie onderzocht. De hieruit voortgekomen voorkeursvarianten en aanpassing in van de lokale waterhuishouding vormen in Gelderland de ‘water-PAS’-opgaven, die onderdeel zijn van de beheerplannen voor de betreffende N2000-gebieden. In Overijssel loopt de voorbereiding nog. Het Rijk is verantwoordelijk voor de PAS en de verwachting is dat uiterlijk begin volgend jaar de maatregelen definitief worden vastgesteld. Wij hanteren voor het uitvoeren van de PAS-maatregelen het veroorzakingsbeginsel. Dit komt erop neer dat Rijk en provincies ervoor zorgen dat alle noodzakelijke procedures worden doorlopen en eventuele belemmeringen worden opgelost en dat ook alle kosten voor het uitvoeren van de watermaatregelen door hen worden vergoed. Het waterschap zorgt ervoor dat deze maatregelen worden uitgevoerd.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
6
Rijkstoezicht waterkeringen door Inspectie Leefomgeving en Transport opgestart met pilot bij Rijn en IJssel Op basis van het Bestuursakkoord Water is het Rijk verantwoordelijk voor het toezicht op de primaire keringen. Dit is voor het Rijk een nieuwe taak en deze is belegd bij de landelijke Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het ILT doet dit jaar bij twaalf waterschappen pilots om ervaring op te doen met de vormgeving van dit toezicht. Ons waterschap is aangewezen als pilot voor het onderdeel vergunningverlening en handhaving. De pilot vindt in de maanden september/oktober plaats. De pilots zijn in eerste instantie bedoeld om van te leren. De ervaringen worden gebruikt om in overleg met de beheerders, de waterschappen en Rijkswaterstaat, een nader landelijk toetsingskader vorm te geven in de jaren 2015-2016. Na 2016 wordt dit het kader worden waarop het ILT gaat toetsen en rapporteren. Ontwikkelperspectief Baakse Beek Veengoot De regiegroep heeft, onder trekkerschap van het waterschap, het ontwikkelperspectief voor de Baakse Beek Veengoot afgerond en deze op een minisymposium worden aangeboden aan de opdrachtgever, Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Het perspectief geeft een integraal toekomstbeeld voor de gebruiksfuncties, waarbij we actief inspelen op de klimaatsveranderingen om zo een gezond, duurzaam en leefbaar gebied te behouden en te versterken. De beschikbaarheid van water, niet teveel en niet te weinig, is voor alle gebruikers in het gebied een belangrijk issue en daarmee zijn klimaatsverandering en beschikbaarheid water de verbindende elementen geworden van dit perspectief. Inzet is dat het gebied zelf aan het roer staat om de gewenste ontwikkelingen vorm te geven. Om tot daadwerkelijke realisatie van dit perspectief te komen is wel enige regie nodig en worden tussen waterschap en provincie afspraken gemaakt om de loketfunctie de komende jaren te borgen. Het ontwikkelperspectief is een rapport van de gezamenlijke partners en nadrukkelijk niet een rapport van het waterschap. Dat is dan ook de reden dat dit rapport niet door het waterschapsbestuur wordt vastgesteld. Wel krijgt de koers en richting, die in dit perspectief wordt uitgezet voor het thema water, zijn beleidsmatige verankering in het nieuwe waterbeheerplan. Waterschapsverkiezingen De voorbereidingen van de waterschapverkiezingen voor 2015 zijn volop in gang. Het projectplan voor de verkiezingen is inmiddels opgesteld en een bedrag van € 1,2 mln. is nodig voor de realisatie van de verkiezingen. Met gemeenten vindt afstemming plaats. Extra aandacht wordt geschonken aan gemeenten, die te maken hebben met meerdere waterschappen tegelijk. De regelingen omtrent de selectie en benoeming van vertegenwoordigers van LTO, Kamer van Koophandel en Bosschap zijn inmiddels gepubliceerd. Met de provincies Gelderland en Overijssel vinden overleggen plaats over de wijze van communiceren rondom de verkiezingen. In de afgelopen periode is een animatie voor YouTube, onze website en social media gemaakt, waarin de rollen van een algemeen bestuur en een dagelijks bestuur worden uiteengezet. De overdracht van bruggen en openbare weg Het waterschap beheert een tiental bruggen, dat vanuit de taakopvatting meer bij de wegbeheerder past dan bij het waterschap en dat leidt tot de strategie om deze bruggen over te dragen. Deze overdracht naar veelal gemeenten kan alleen als we daartoe overeenstemming bereiken. Vertrekpunt daarbij is dat bruggen tegen aanvaardbare kosten willen overdragen op basis van de oorspronkelijke verkeerslasten.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
7
Inmiddels zijn we met de eerste gemeenten in overleg om te komen tot feitelijke overdracht in 2015 of 2016.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
8
4 Rapportage per programma Dit hoofdstuk geeft per programma inzicht in de afwijkingen van realisatie van de beleidsdoelen, de hiertoe uitgevoerde activiteiten, de investeringen en de kosten die met deze uitvoering zijn gemoeid. De uitvoering van het beleid wordt in dit hoofdstuk weergegeven aan de hand van de beleidsdoelen en de deelprogramma’s uit de begroting 2014 en het Waterbeheerplan 2010-2015. Een afwijking in de voortgang ten opzichte van de vorige bestuursrapportage wordt met de kleur rood (in de kolom voortgang) aangegeven. Indien hiervan sprake is, wordt dit toegelicht. De kleur groen geeft aan dat de beleidsdoelen conform planning verlopen.
4.1 Programma Veiligheid Het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel wordt door 144 kilometer primaire waterkeringen tegen rivierwater beschermd. Daarnaast zijn waterkeringen langs regionale wateren en compartimenterende waterkeringen aangewezen, met een lengte van 42 kilometer. Verder beheert het waterschap 49 kilometer zomerkades langs de grote rivieren. Onze doelstelling voor de waterkeringen is: het realiseren en handhaven van het wettelijk vereiste veiligheidsniveau. Dit geldt zowel voor de primaire als voor de regionale waterkeringen. Wij zijn steeds zeer alert op de veiligheid van waterkeringen. De beleidsruimte van het waterschap voor het waterkeringbeheer ligt vooral in de wijze waarop we de noodzakelijke verbeteringen en het reguliere onderhoud uitvoeren. 4.1.1. Veilige waterkeringen Ontwikkelingen binnen dit programma
Deltaprogramma Rivieren Dijkring 48 bestaat in totaal uit circa 98 kilometer waterkering, waarvan 53 kilometer in Nederland en 45 kilometer in Duitsland ligt. Het overgrote deel van dijkring 48 ligt op Nederlands grondgebied. Bij een dijkdoorbraak op Duits grondgebied zal het water de landsgrens overlopen en een groot deel van dijkring 48 verder inunderen. Daarbij kunnen de gevolgen op Nederlands grondgebied zeer groot zijn. Het waterschap Rijn en IJssel agendeert deze problematiek om een zo spoedig mogelijke oplossing van dit probleem te realiseren. We hebben bij het Rijk aangedrongen op het volwaardig meenemen van de grensoverschrijdende aspecten van - in het bijzonder - dijkring 48 en de gevolgen hiervan voor een nieuwe norm.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
9
Nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma De bekostiging van het hoogwaterbeschermingsprogramma is sinds 2012 deels bij de waterschappen neergelegd, op basis van de verdeling 50% Rijk en 50% waterschappen. De ‘Wijziging Waterwet inzake doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming’ verandert de waterschapsbijdrage in een 40% bijdrage door de waterschappen plus een 10% projectgebonden bijdrage door het betreffende waterschap van het onderhavige dijkverbeteringsproject. De programmering tot en met 2019 bevat één project van ons waterschap. Het betreft hier het project Pannerden/Loo in dijkring 48. Om dit te realiseren is de planvoorbereiding en uitwerking gepland t/m 2016; de aanbesteding en uitvoering vindt plaats in 2017.
Afbouw pacht schapenbeweiding De ambitiediscussie in 2013 heeft een versnelling gebracht in de vraag hoe we om moeten gaan met schapenbeweiding op primaire waterkeringen. Schapenbeweiding is een relatief dure onderhoudsmethode omdat de benodigde afrastering periodiek moet worden vervangen. Daarnaast geldt dat om waterkundige redenen veepaden bij golfbelasting en overslag snel tot erosie leiden. Met de afbouw van pacht schapenbeweiding realiseren we op termijn een besparing van € 0,1 mln. per jaar. Op dit moment wordt gewerkt aan een overzicht van alle te onderhouden dijkarealen.
4.1.2. Calamiteitenzorg Doelstelling (middel)lange termijn Het bestrijden van afwijkingen van de gewenste hoeveelheid water, de kwaliteit of ecologische toestand daarvan, voor zover die niet onder de normale bedrijfsvoering vallen. Ontwikkeling binnen dit programma Samenwerking in crisisbeheersing In het tweede triaal is een gestart gemaakt met de actualisatie van het calamiteitenplan WRIJ op basis van het model-calamiteitenplan, zoals vastgesteld in het directeurenoverleg Gelderse waterschappen. Daarnaast zijn draaiboeken en scenario’s opgesteld voor de in oktober 2014 te houden oefenweek en is actief deelgenomen aan de uitwerking van het beleidsplan van de veiligheid en gezondheid regio Gelderland Midden. Samen met de veiligheidsregio zijn oefeningen voorbereid. In verband met een waterkwaliteits- en wateroverlastprobleem is in het achter ons liggende triaal twee keer opgeschaald. Flood Information and Warning System (Fliwas) Het afgelopen half jaar is onderzocht of Fliwas, het informatie en communicatie systeem wat o.a. wordt gebruikt bij hoogwater, nog voldoende mogelijkheden biedt. De Duitse gebruikers komen tot de conclusie dat grondige doorontwikkeling van het systeem noodzakelijk is. De Nederlandse Fliwas gebruikers zijn tot de voorlopige conclusie gekomen dat een dergelijke ingrijpende en kostbare doorontwikkeling onvoldoende meerwaarde gaat opleveren in relatie tot het beperkte gebruik. In het derde triaal van 2014 wordt onderzocht en besloten op welke manier goede informatievoorziening bij hoog water kan worden geborgd en of het huidige Fliwas daarbij ondersteunend blijft.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
10
4.1.3 Investeringen programma Veiligheid In het programma Veiligheid worden 7 projecten uitgevoerd. bedragen x € 1.000
Programma
Begroting 2014 (netto)
Veiligheid (incl. HWBP)
4.250
Prognose 2014 (netto) 5.300
De prognose van de uitgaven van de investeringen voor 2014 sluit op een bedrag van afgerond € 5,3 mln. Dit is afgerond € 1,01 mln. hoger dan het vastgesteld volume in de begroting. Dit wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door een verhoogde bijdrage aan het nHWBP-fonds. Op één na zijn al onze nHWBP-projecten gepland na 2020. Het nHWBP-project ‘Dijkverbetering Pannerden-Loo’ wordt nu opgestart en in 2017 uitgevoerd. De verbetering van de ‘Westervoortsedijk, fase 3’ in Arnhem wordt dit jaar afgerond. De bijstelling van de bijdrage aan het nHWBP is verwerkt in de Perspectievennota 20152018 en de begroting 2015.
4.1.4 Financiële rapportage programma Veiligheid Overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Programma Veiligheid (incl. HWBP)
afwijking t.o.v. begroting 4.584 0%
Begroting Realisatie Prognose 2014 31-08-2014 2014 4.583
3.333
Doorberekening kosten derden begeleiden grote Waterwet-werken Ons waterschap berekent de te maken personeels-en onderzoekskosten bij projectinitiatieven van derden, waarbij de projectplanprocedure volgens de Waterwet wordt doorlopen, door aan derden. Er is geen sprake van de invoering van leges; het genereert wel extra inkomsten. De gemaakte uren van de medewerkers van het waterschap en eventueel te maken kosten voor extra onderzoek t.b.v. een dergelijk project worden in rekening gebracht bij de veroorzaker. Dat wordt in een bestuursovereenkomst vastgelegd. Er is een bestuursovereenkomst met de gemeente Zutphen t.b.v. de Noorderhaven afgesloten. Op dit moment zijn we in overleg voor de bestuursovereenkomst met Rijkswaterstaat v.w.b. de 2e sluis in het Twentekanaal.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
11
4.2 Programma Watersystemen Het programma Watersystemen is gericht op instandhouding van het bestaande watersysteem en de uitvoering van de diverse beleidsopgaven. De maatschappelijke doelen, die hiermee gediend worden, zijn tweeledig. Ten eerste het bieden van een veilig en robuust watersysteem dat de risico's voor het gebied, nu en in de toekomst, ten aanzien van wateroverlast en extreme droogte zoveel als mogelijk beperkt. Ten tweede het maken van een kwaliteitsslag in bijvoorbeeld waterkwaliteit en ecologie (KRW), peilbeheer (GGOR), en realisatie van natte ecologische verbindingszones. Daarnaast wordt er (mede) invulling gegeven aan bijvoorbeeld recreatieve beleving (zowel stedelijk als landelijk) en cultuurhistorie. Doelstelling (middel)lange termijn Een robuust watersysteem dat zoveel mogelijk zelfregulerend is en waarvan de kwaliteit en de kwantiteit voldoen aan de gestelde eisen. 4.2.1 Realisatie beleidsdoelen Ontwikkelingen binnen dit programma Planontwikkeling Richtlijn Overstromingsrisico’s: Het uitvoeringsprogramma van landelijk visie ‘ samenwerking in Crisisbeheersing’ is vastgesteld door de werkgroep Middelen en de commissie BCF van de Unie van Waterschappen. Inmiddels wordt in themagroepen gewerkt aan de uitrol van het programma. Ons waterschap heeft daarbij een actieve rol. Er is veel aandacht voor de samenwerking met de veiligheidsregio's. Er staan voor 2014 nog diverse oefeningen en gezamenlijke themabijeenkomsten op het programma. WRIJ is verder actief betrokken bij een aantal werkgroepen van de Veiligheid en Gezondheidsregio Gelderland Midden. De, als vervolg op een eerder uitgevoerde QuickScan, uit te werken visie op Crisisbeheersing wordt nog dit jaar bestuurlijk voorgelegd. 4.2.2. Waterkwaliteit (KRW, EVZ, HEN, SED) Doelstelling (middel)lange termijn De waterlichamen en overige watergangen voldoen in 2015 aan de gewenste chemische en ecologische kwaliteit door het maken van een kwaliteitsslag in de inrichting van watersystemen en de realisatie van natte ecologische verbindingszones. Wat gaan we in 2014 realiseren? Waterovereenkomst Gelderland Het uitvoeringsprogramma van de Waterovereenkomst Gelderland bestaat uit 33 uitvoeringsprojecten: 23 projecten zijn uitgevoerd en de laatste tien projecten zijn momenteel in uitvoering. Voor al deze projecten geldt dat zij voor de eindtermijn van de overeenkomst uitgevoerd zijn. Voortgang van de prestaties De prognoses van de prestaties zijn ten opzichte van de vorige peiling niet gewijzigd. Voor eind 2014 worden de resterende tien projecten opgeleverd.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
12
Beschikking
Gerealiseerd
Begroting
Prognoses o.b.v. peiling 2014-2
WOK GELDERLAND
Totale prestaties
Realisatie t/m 2013
%
2014
2014
Totaal
Aanvullend i.v.m. werk met werk maken
ha. grondinrichting
124
58
47%
71
66
124
-
aantal vispassages
23
10
43%
13
15
23
2
ha. anti-verdroging
70
70
100,0%
0
0
70
-
km. beekherstel
63
32
51%
36
31
63
-
bovenwettelijke maatregelen
2
1
50,0%
1
1
2
-
Waterovereenkomst Overijssel Voortgang van de prestaties De prestaties, zoals opgegeven in een drietal beschikkingen door de provincie Overijssel, worden met de realisatie van een zestal bestekswerken voor eind 2014 gerealiseerd. Voor het project Buurserbeek Lankheet (Veddersbrug-Mentinkweg) is de einddatum van 31 december 2014 zeer kritisch. Het uitvoeringswerk kan in oktober starten, maar de weersomstandigheden kunnen in die periode grote invloed hebben op de voortgang. Om die reden is voor dit project een verzoek naar Overijssel gestuurd voor verlenging van de subsidietermijn. Aangezien het om synergiegeld gaat dat de provincie voor eind 2015 moet uitgeven is het ambtelijke signaal over uitstel positief. Beschikking WOK OVERIJSSEL
km. beekherstel aantal vispassages M3 waterberging
Gerealiseerd
Begroting
Prognoses o.b.v. peiling 2014-2 Aanvullend i.v.m. 2014 Totaal werk met werk maken
Totale prestaties
Realisatie t/m 2013
%
2014
17,65
7,35
42%
15,15
14
2
14%
14
12
14
-
137.500
0
0%
111.000
170.000
137.500
32.500
10,3
17,65
-
Baakse Beek De provincie Gelderland heeft in november 2013 de getekende intentieverklaring Baakse Beek uitgewerkt in een beschikking. Deze beschikking is in overleg met de provincie deels aangepast. De invulling van de beschikking is geconcretiseerd binnen het gebiedsproces Baakse Beek-Veengoot. De beschikking kent een maximale cofinanciering van € 1,5 mln. OVERIGE SUBSIDIES Daarnaast zijn er beschikkingen afgegeven voor: Beschikking
Havikerwaard-Faissantenbos en project Landbouw op Peil Vernatten Rijnstrangen Uitvoering (POP) Vernatten Hackfort-Suideras (POP) Restauratie Watermolen Berenschot Renovatie en herbestemming Rijngemaal Pannerden
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
Subsidieplafond
Uitvoeringsperiode
€ 2.266.625
t/m eind 2015
€ 363.388 € 288.880 € 313.195 + € 101.834
t/m 30-08-2014 t/m 30-08-2014
€ 500.000
t/m 31-12-2015
t/m 31-12-2015
13
Beheer en onderhoud In de PPN 2014-2017 is besloten de ambities bij te stellen. Voor het onderdeel beheer en onderhoud binnen het taakveld watersysteembeheer wordt vanuit de exploitatie invulling gegeven aan de nadere uitwerking van een tweetal bezuinigingsmaatregelen. Onderhoudsarme herinrichting/ beheer van natuurlijke watergangen In de Begroting 2014 is een jaarlijkse structurele bezuiniging ingeboekt van € 0,3 mln. op het minder ecologisch onderhouden van het huidige watersysteem. De afgelopen periode is deze maatregel verder geconcretiseerd. Vooral het scenario ‘minder afvoeren vrijkomend maaisel’ blijkt een kansrijke quick-win te zijn om de opgave te realiseren. Alle betrokken individuele eigenaren zijn schriftelijk geïnformeerd over de bezuinigingsmaatregel die vanaf dit maaiseizoen wordt uitgevoerd. Er zijn 820 brieven verstuurd waarop een 30-tal bezwaren zijn ontvangen. Met het minder afvoeren van het vrijkomende maaisel van watergangen, het verlagen van de onderhoudsfrequentie van de aanliggende landschapselementen en een verdere optimalisatie van de bedrijfsvoering verwachten we de bezuiniging op de exploitatie onderhoud watersysteem te kunnen realiseren. Beperken waterschapszorg: geen onderhoud kleine watergangen tot in beginsel 20 ha afwaterend oppervlak In 2014 wordt verder uitgewerkt op welke wijze het waterschap vanaf 2015 watergangen afstoot met een afvoer kleiner dan 20 l/sec (ca. 700 km). De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van deze watergangen komt dan bij de aanliggende ingelanden. In samenspraak met partners zullen drie pilots in verschillende deelgebieden worden uitgevoerd en in 2015 geëvalueerd. Blauwe Diensten Met het instrument Blauwe Diensten wil het waterschap middels een pilot verkennen hoe en in welke mate Blauwe Diensten in de praktijk van meerwaarde (kunnen) zijn voor de realisatie van de doelen van het waterschap. Daarnaast willen we inzicht in wat deze diensten (kunnen) bijdragen aan punten uit het bestuursprogramma, zoals participatie, gebiedsnabij werken en het uitbreiden van de samenwerking met particuliere grondeigenaren en natuurverenigingen. De afgelopen 2 jaar is gewerkt aan de uitrol van deze pilot. Binnen de Pilot Blauwe Diensten zijn in totaal 18 overeenkomsten aangegaan met in totaal 37 diensten evenwichtig verspreid over het gehele beheergebied. Dit zijn diensten voor het afvoeren van maaisel, ecologisch onderhoud aan oevers en houtopstanden (eigendom van het waterschap) en diensten voor waterconservering. De overeenkomsten zijn aangegaan met één stichting, verschillende agrariërs en vier lokale agrarische natuurverenigingen. Er is een tussentijdse evaluatie uitgevoerd over de stand van zaken tot nu toe. Belangrijkste bevindingen zijn: Er is animo voor het uitvoeren van blauwe diensten. Het werken met blauwe diensten brengt voor het waterschap extra kosten met zich mee ten opzichte van het reguliere onderhoud. Enerzijds komt dit door de versnippering. In de regeling is het voor de diensten ecologisch onderhoud en het afvoeren van maaisel namelijk alleen mogelijk dit door de aanliggende eigenaren te laten uitvoeren om gebiedsnabij werken te stimuleren. Anderzijds brengt het werken met blauwe diensten extra kosten met zich mee door het proces dat nodig is voor de werving en uitrol. In de pilot zijn de kosten (vooral personele kosten) voor de uitrol en werving van de Pilot Blauwe Diensten hoger dan verwacht.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
14
Het is vanuit onderhoudsoogpunt en voor de monitoring aan te bevelen een groot gebied in zijn geheel weg te zetten bij één partij (bijvoorbeeld een agrarische natuurvereniging) met één contactpersoon en één duidelijk contract. Een vereiste bij het uitbesteden van ‘ecologisch onderhoud’ in de vorm van een blauwe dienst is dat het goed aansluit bij eigen beheer en onderhoud. Te denken valt aan het onderhoud van grote stukken droge EVZ, stapstenen en retentiegebieden. Water conserverende maatregelen leveren een directe bijdrage aan de waterdoelen mits ze op de goede plek komen. Aan te bevelen is een meer gerichte manier van werven op plekken waar ook echt een opgave ligt en het belang boven dat van de betreffende grondgebruiker uitgaat. Het werken met Blauwe Diensten gaat niet vanzelf, dit vraagt om een ander manier van werken van de organisatie. Dit geldt ook voor samenwerking met externe partijen. Uitgangspunt zou het watersysteem moeten zijn, wanneer duidelijk is dat participanten en waterschap iets voor elkaar kunnen betekenen. Er moet een passende regeling worden gevonden; een generieke regeling die weinig ruimte laat voor een gebiedsgerichte invulling past hier dus niet bij. De komende jaren wordt gemonitord op participatie, kosten en uren en kwaliteit volgens een monitoringsplan. In 2018 lopen de contracten af en wordt een eindevaluatie opgesteld die evenals eventuele tussentijdse belangrijke bevindingen worden gepresenteerd aan het bestuur
4.2.3. Samenwerking Internationale waterpartners Doelstelling (middel)lange termijn Kennisuitwisseling op internationaal niveau dat regionale knelpunten in de waterhuishouding bespreekbaar maakt en waarbij de waterpartners gezamenlijk aan oplossingen werken. Deelprogramma waterbeheerplan: Samenwerking internationale waterpartners
Voortgang
Deeltraject: Uitvoeren samenwerkingsprojecten in Suriname, Nicaragua en Vietnam.
• Suriname: Dit najaar vindt de lancering van een Surinaams expertise platform plaats en wordt verkend of een vervolg van het project wenselijk en mogelijk is • Nicaragua: Ondanks aanvankelijk commitment over de afronding van het project heeft LBSNN aangegeven te overwegen de samenwerking voortijdig te beëindigen. •Vietnam: Twee medewerkers zijn betrokken bij de voorbereiding van het trainingsprogramma.
4.2.4 Investeringen programma Watersystemen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: bedragen x € 1.000
Programma Watersysteem (incl. verv. Investeringen)
Begroting 2014 (netto) 10.000
Prognose 2014 (netto) 10.700
De prognose ultimo 2014 is € 10,7 mln. Deze overschrijding (7%) wordt veroorzaakt doordat beide waterovereenkomsten in het afrondende uitvoeringsjaar verkeren waardoor er zeer veel projecten in uitvoering zijn. Het gaat hier niet om nieuwe werken maar om projecten die bestuurlijk zijn geaccordeerd. vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
15
Daarnaast wordt er in overleg met de provincie gewerkt aan een subsidiebeschikking voor een drietal korte termijn projecten (Oude IJssel inrichting de Pol, Boven-Slinge Burloseweg en vispassage Berenschot). Om deze projecten voor eind 2015 uitgevoerd te hebben worden voor deze projecten in 2014 al volop voorbereidingen getroffen. Deze hoge uitvoeringspiek resulteert in een lichte overschrijding van het beschikbare investeringsvolume in 2014 (+ € 0,7 mln.). De effecten voor de kapitaallasten zijn beperkt.
4.2.5 Mutaties kredieten Watersystemen Als gevolg van voortschrijdend inzicht kan op basis van de gehouden projectpeiling voor drie projecten binnen het programma Watersystemen het krediet worden verlaagd. De nettokredieten kunnen, volgens onderstaand overzicht, met € 0,56 mln. worden verlaagd. Overzicht mutaties kredieten naar aanleiding van projectpeiling 2014-2 Project-nr.
verhoging/ verlaging nettokrediet (+/-)
Project
Watersysteem 80316 Herinrichting Berkel Almen-zuid 80488 Herinr. Berkel Huize Voorst + 2 vispassages Aanpassen verdeelwerk Baakse Beek + Groene 80508 kanaal totaal
-320.000 -120.000 -120.000 -560.000
Hieronder treft u de toelichtingen aan op de voorgestelde kredietmutaties. Nr.
Project
reden
80316
Herinrichting Berkel Almen-zuid
80488
Herinr. Berkel Huize Voorst + 2 vispassages
80508
Aanpassen verdeelwerk Baakse Beek + Groene kanaal
Meevallers tijdens uitvoering en gunstige weersomstandigheden Meevallers tijdens uitvoering en gunstige weersomstandigheden Meevallers tijdens uitvoering en gunstige weersomstandigheden
4.2.6 Financiële rapportage programma Watersystemen Overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Programma Watersysteem
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
Begroting Realisatie Prognose 2014 31-08-2014 2014 34.970
24.459
34.691
afwijking t.o.v. begroting -1%
16
4.3 Programma Afvalwaterketen Het afvalwater van huishoudens en bedrijven in het beheersgebied van Waterschap Rijn en IJssel wordt via gemeentelijke rioolstelsels aangevoerd op de 127 rioolgemalen en 13 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Voor het transport van het afvalwater heeft Waterschap Rijn en IJssel 435 km. transportleiding in beheer. Bij het zuiveren van afvalwater wordt zuiveringsslib geproduceerd en op zes RWZI’s ontwaterd. Onze doelstellingen voor het inzamelen en transporteren van afvalwater zijn: optimaliseren van het inzamelen en het transport volgens de afspraken uit het landelijke Bestuursakkoord en het terugdringen van lozingen vanuit het transportsysteem op het oppervlaktewater. Samenwerking met gemeenten, na realisatie van de basisinspanning, is hiervoor een belangrijke voorwaarde. 4.3.1 Realisatie doelen 2014 Afvalwaterbehandeling Doelstelling (middel)lange termijn Voldoen aan de wettelijke lozingseisen en daardoor bijdragen aan een goede chemische en biologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Ontwikkelingen binnen dit programma
Ontwikkeling Routekaart afvalwaterketen 2030 De Unie van Waterschappen heeft samen met de waterschappen en o.a. de VNG een ‘Routekaart afvalwaterketen 2030’ opgesteld. De routekaart beschrijft een transitieproces waarin rioolwater niet langer wordt gezien als afval, maar meer en meer wordt gebruikt voor de productie van grondstoffen, energie en water. Uitwerking van de routekaart wordt ondermeer vorm gegeven in de hieronder genoemde ontwikkelingen.
Samenwerking in energie en grondstoffen Er is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de AVR en diverse andere partijen om de synergie voor energie-uitwisseling en reststromen verder te optimaliseren rondom de installaties. Concrete business cases zijn daarvoor in ontwikkeling. Daarnaast wordt vanaf medio mei een samenwerking verkend met een partnerorganisatie in Denemarken. Eind augustus is weer een bezoek aan Denemarken gebracht met deelnemers vanuit de gemeente Duiven, AVR en het waterschap. Bij dit bezoek stond de uitwisseling van ervaringen met ‘synergieindustrieterreinen’ op gebied van bio-energie en grondstoffen centraal en er zijn verschillende bedrijven bezocht. Daarnaast zijn diverse andere samenwerkingen en cases in een verkennende fase. De interesse voor de HUB en verdere initiatieven rondom Innofase begint toe te nemen.
Onderzoek centrale slibverwerking Met externe partners wordt een business case ontwikkeld voor de realisatie van een Alginaat-extractiereactor. Daarbij wordt nauwe aansluiting gevonden met het onderzoeksprogramma i.o. vanuit het Nationaal Alginaat Onderzoeks Programma (NAOP).
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
17
Parallel aan dit traject is in het kader van Bioeconomy Innovation Cluster Oost Nederland (BICON) overleg gevoerd met de provincie voor de financiering en de rol die de provincie in dit project vervult.
4.3.2 Investeringen programma Afvalwaterketen De uitvoering ziet er samengevat als volgt uit: bedragen x € 1.000
Programma Afvalwaterketen
Begroting 2014 (netto)
Prognose 2014 (netto)
7.200
6.800
De prognose van het benodigde investeringsvolume voor 2014 is € 6,8 mln. en ligt daarmee € 0,4 mln. lager dan de begroting. De daling van het investeringsvolume is voor een belangrijk deel een gevolg van aanbestedingsvoordelen bij het project ‘Renovatie (proces)automatisering Lichtenvoorde’. De omvang van lopende projecten is relatief laag, namelijk netto € 6,3 mln., waarvan € 3,0 mln. aan bovengenoemd project wordt besteed. Het programma bestaat uit 18 projecten, waarvan 3 projecten bijna 66% van het volume beslaan. Majeure projecten - Nieuwbouw RWZI Dinxperlo (netto uitgave in 2014 € 0,7 mln.) RWZI Dinxperlo wordt volgens het innovatieve Nereda-concept gebouwd. Het project bevindt zich in een afrondende fase en wordt in september geopend. - RWZI Aalten: Renovatie influent ontvangwerk, inclusief geurbestrijding (netto uitgave in 2014 € 0,5 mln.). - Renovatie (proces) automatisering, RWZI en gemalen Lichtenvoorde (netto uitgave in 2014 € 3,3 mln.)
4.3.3 Financiële rapportage programma Afvalwaterketen Overzicht benutting exploitatiebudget 2014 bedragen x € 1.000
Programma Afvalwaterketen
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
Begroting Realisatie Prognose 2014 31-08-2014 2014 41.718
31.259
41.049
afwijking t.o.v. begroting -2%
18
4.4 Bedrijfsvoering In deze paragraaf worden de relevante ontwikkelingen in de bedrijfsvoering beschreven. 4.4.1 Realisatie doelen 2014 Waterkracht (Shared Services) In december 2013 hebben alle zes waterschappen besloten om de samenwerking op het terrein voor de (ondersteunende) activiteiten ICT, personele zaken, inkoop en voor de primaire taak ‘zuiveren van afvalwater’ te starten en deze stapsgewijs uit te breiden. Ondanks dat er op bestuurlijk en juridisch niveau nog geen formeel samenwerkingsgebied is afgesproken zoeken de waterschappen elkaar in Rijn Oost regelmatig op. Een voorbeeld hiervan is een initiatief op bestuurlijk/juridisch vlak t.a.v. WOB-verzoeken (Wet Openbaarheid van Bestuur). In een WOB-team, vindt afstemming plaats over ontvangen WOB-verzoeken en hoe hier mee om te gaan. Ook op het gebied van nadeelcompensatie is overleg in Rijn Oost verband opgestart. Innovatie Voor het nieuwe plan van aanpak innovatie (looptijd 2014-2016) heeft KWR Watercycle Research Institute de laatste trends gepresenteerd en is er een interactieve sessie met externe partijen en de trekkers van de deelprogramma’s gehouden. De uitkomsten hiervan worden op dit moment in interne sessies gebruikt om richting te geven aan innovatie voor de komende 2 jaren. Op Rijn Oost niveau is met bestuurders ingezoomd op de mogelijkheden van kennisdeling en samenwerking. Dit najaar worden de plannen hiertoe met de portefeuillehouders verder vorm gegeven. In het waterbeheerplan is deze samenwerking opgenomen. Op Unie niveau is onlangs een uitvraag gedaan om in het oog springende innovaties te etaleren en is er weer een innovatieprijsvraag uitgeschreven. De voorbereidingen zijn gestart om ook vanuit WRIJ hier een bijdrage aan te leveren. Monitoring en kennismanagement De werkplaats Ervaringskennis is voor het project Boven-Slinge toegepast en de werkplaatsaanpak is geëvalueerd. De inzichten zijn zeer positief en worden doorgezet in de werkprocessen met een drietal nieuwe werkplaatsen, o.a. werkplaats t.b.v. het Waterrapport. De werkplaatsaanpak en –ervaring is gedeeld in de organisatie en het opleiden van medewerkers, om de werkplaatsen te kunnen begeleiden, is gestart. Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt samen met toekomstige bronhouders aan de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Als waterschap zijn we aangewezen als bronhouder BGT voor het thema Water en Keringen. Doel van de BGT is alle overheden voor hun beheer- en onderhoudsprocessen gebruik te laten maken van dezelfde geografische basisgegevens. Op basis van de resultaten van een pilot is besloten om ons te laten faciliteren door het landelijk samenwerkingsverband SVB-GBT in plaats van samen te werken met de gemeentes. Dat betekent dat het SVB-BGT de afstemming met gemeenten en marktpartijen voor hun rekening nemen. Hiervoor is een krediet beschikbaar gesteld. Qua omvang is, ten opzichte van onze oorspronkelijke ambitie (die was om alles op te nemen dat straks nodig is voor de onderhoudsprocessen), onze BGT ondertussen iets ingeperkt omwille van de haalbaarheid van de streefdatum van 1 januari 2016. Het project BGT is inmiddels gestart met als uitgangspunt dat WRIJ zelf de basisregistratie gaat bijhouden.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
19
De komende tijd staat in het teken van een verkenning naar de aanschaf en implementatie van software, capaciteit, aansluiting op huidige systemen en processen, facility en het uniformeren en actualiseren van gegevensrevisieprocessen. Hercertificering KAM-zorgsysteem Z&R Begin dit jaar is de (externe) audit voor de hercertificering gehouden. Bij deze hercertificering kwamen slechts drie tekortkomingen voor, waarvan één kritisch. De documenten met de te nemen maatregelen om deze kritische tekortkoming op te heffen zijn naar KIWA gestuurd. KIWA heeft positief advies gegeven over de aanpak van deze tekortkoming. De aanpak van ons waterschap wordt nu extern beoordeeld. Het certificaat is eind mei uitgereikt, waarmee de certificering is afgerond. In de tweede helft van 2014 wordt afgewogen wat de voor- en nadelen zijn van het certificeren van energiemanagement. Inkoop- en verplichtingenadministratie (‘Van bestellen tot betalen’) De aanschaf en implementatie van een inkoop- en verplichtingenadministratie is noodzakelijk om ons inkoopproces te ordenen, te registreren, te administreren en te monitoren. We zijn dan in staat om nadrukkelijker te sturen op onze inkoopbehoefte en de beste kwaliteit tegen de laagste kosten te verkrijgen. Er zijn twee kansrijke scenario’s. Doorgaan met bestaande software of overgaan op de applicatie Coda. Coda is een financieel systeem met geïntegreerde inkoop- en verplichtingenadministratie. Coda biedt de mogelijkheid om aan te sluiten binnen Waterkracht en zodoende kwetsbaarheid te verminderen. Daarnaast worden drie bestaande applicaties overbodig omdat Coda deze functies ook biedt. Inmiddels is besloten te investeren in Coda. De meest realistische datum voor de implementatie van het traject ‘Van bestellen tot betalen’ is 1 januari 2016. Ziekteverzuim (exclusief zwangerschapsverlof) Het verzuim bedraagt in het tweede triaal van 2014 4,03%. Daarmee is het percentage nagenoeg gelijk aan het percentage van het tweede triaal van 2013 (4,02%).
Het verzuimpercentage nader bekeken Het verzuimpercentage laat een dalende lijn zien. Dit wordt veroorzaakt door de lage meldingsfrequentie en een afname van het kortdurende verzuim. Daar tegenover staat dat er sprake is van een lichte stijging van het langduriger verzuim. Op dit moment wordt onderzocht of en in welke mate de toename van het langduriger verzuim al dan niet een werk gerelateerde component heeft. vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
20
Sectorale Arbeidsvoorwaardenregeling Waterschapspersoneel (SAW) De huidige SAW heeft een looptijd tot 1 januari 2014 en loopt thans stilzwijgend door. Waar de werkgevers uitgaan van vooral kwalitatieve verbeteringen en een nullijn, ligt er van de zijde van de vakbonden een looneis van ruim 3% op tafel. De VNG heeft recent een cao-akkoord afgesloten voor de periode 1 januari 2013 – 1 januari 2016. De gemeenteambtenaren krijgen eenmalig € 350. Daarnaast gaat het salaris in oktober 2014 met 1% omhoog en volgt vanaf april 2015 een salarisverhoging van € 50 per maand. De CAO-onderhandelingen binnen de sector waterschappen worden in het najaar voortgezet. Binnen ons waterschap is in de personeelsbegroting voor 2014 gerekend met een personele lastenstijging van 1%. Harmonisatie arbeidsvoorwaarden Het voorstel harmonisatie arbeidsvoorwaarden is in Rijn-Oost verband verder uitgewerkt. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de uitwerking van de werkkostenregeling die per 1 januari 2015 moet worden ingevoerd. Beide voorstellen worden dit najaar ter besluitvorming voorgelegd. Reductie formatie Op 10 september 2013 is door het algemeen bestuur besloten om op het gebied van personeel in de periode 2014-2017 uit te gaan van het voor 50% niet opvullen van de ruimte die door natuurlijk verloop vrijkomt. Dit is geraamd op 50% van 25 in de periode 2014 tot en met 2017. Inmiddels staat vast dat in 2014 in ieder geval een vijftal medewerkers met pensioen gaan waarvoor een besluit tot wel of niet vervanging is genomen. Voor een drietal medewerkers is besloten om niet te vervangen. Twee medewerkers worden wel vervangen waarvan één door een medewerker die na langdurige arbeidsongeschiktheid intern is herplaatst. Bij het ontstaan van vacatures wordt telkens kritisch afgewogen of deze moet worden opengesteld. Met herverdeling of combineren van taken kan het openstellen van een vacature soms achterwege blijven. Een besluit tot openstelling van een vacature wordt ter goedkeuring voorgelegd aan het college van dijkgraaf en heemraden. Subsidies algemeen In onderstaande tabel geven wij inzicht in de algemene subsidies die door het waterschap zijn verstrekt aan het eind van de rapportageperiode. (bedragen x € 1.000)
Omschrijving algemene subsidies
Realisatie t/m 31-82014 106
prognose ultimo 2014 150
Het betreft o.a. subsidieverlening aan het Watermuseum, kunst- en cultuurmanifestatie St. Barticamp 2012, zenderonderzoek naar de grote modderkruiper door de St. Ravon, een bijdrage aan een fotoproject van de Boven-Slinge en de badeendjesrace van St. DOS (Doetinchem & Ontwikkelingssamenwerking)
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
21
5 Financiële rapportage De rapportage in dit hoofdstuk kent een andere opbouw dan de opbouw per programma, die in voorgaand hoofdstuk is gehanteerd. Per waterschapstaak en beleidsveld wordt hier ingegaan op de kosten en opbrengsten. Afgesloten wordt met enkele financieel-technische onderdelen. 5.1 Exploitatie 5.1.1. Verwacht resultaat 2014 De initiële begroting 2014 gaat uit van een negatief resultaat van afgerond € 3,2 mln. Op basis van de thans voorliggende bestuursrapportage bedraagt het verwachte resultaat over 2014 nu afgerond € 3,0 mln. negatief. Een voordeel van afgerond € 0,2 mln. Verwacht resultaat (b edragen x € 1.000) per waterschapstaak: WaterWaterzuiveringsysteembeheer beheer
Totaal
Netto kosten
81.271
41.718
39.553
Dekkingsmiddelen
78.030
39.284
38.746
Begroting 2014
-3.242
-2.434
-808
Verwacht resultaat BURAP 2014-1
-3.242
-2.434
-808
1.148
778
370
0
0
0
Overige kosten
-201
-109
-92
Belastingopbrengsten
-738
-184
-554
-3.033
-1.949
-1.084
Kapitaallasten Personeelskosten
Verwacht resultaat BURAP 2014-2
Door bovenstaande ontwikkelingen per kostensoort zien we ook een verschuiving in het resultaat per waterschapstaak. Deze verschuiving houdt verband met de onderliggende verdeling en toerekening van de kosten/opbrengsten naar de desbetreffende taken en impliciet ook het investeringsvolume per taak (voor de toerekening van de kapitaallasten). Kapitaallasten: Het geprognosticeerde voordeel op kapitaallasten is afgerond € 1,15 mln. Het voordeel op rente is € 1,55 mln. Door de aanhoudende financiële crisis heeft het waterschap nieuwe langlopende leningen voor (her)financiering van de investeringen tegen een lager dan begroot rentepercentage kunnen financieren. Hiertegenover staan € 0,4 mln. hogere afschrijvingslasten als gevolg gemiddeld kortere afschrijvingstermijnen over de investeringen 2013 dan waarmee in de begroting 2014 rekening is gehouden. Personeelskosten: Ten aanzien van de personeelskosten verwachten wij geen afwijking t.o.v. de initiële begroting.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
22
Overige kosten: Per saldo vallen de overige kosten op dit moment afgerond € 0,2 mln. hoger uit. Dit wordt vooral veroorzaakt door enerzijds hogere uitgaven voor kwijtschelding € 0,3 mln. en anderzijds diverse lagere overige kosten van afgerond € 0,1 mln. Op een aantal onderdelen binnen de overige kosten is het signaal afgegeven dat we in 2014 nog mee- en tegenvallers kunnen verwachten. De prognoses op deze posten zijn op dit moment nog prematuur omdat veel zaken nog erg onzeker zijn. Bij de eerstvolgende bestuursrapportage maken we de consequenties van deze ontwikkelingen op de overige kosten voor het resultaat concreet. Belastingopbrengsten: De belastingopbrengsten ultimo 2014 vallen naar verwachting € 0,738 mln. lager uit t.o.v. de begroting. Voor een toelichting op deze nadelige ontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 5.3.1. waarin per categorie op de afwijking wordt ingegaan. Consequenties van ontwikkelingen in 2014 voor de begroting 2015 De consequenties van de ontwikkelingen in deze bestuursrapportage zijn verwerkt in de begroting 2015.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
23
5.2 Exploitatie per beleidsveld (bedragen x € 1.000)
Exploitatie naar beleidsvelden Begroting 2014 61 – Planvorming
Realisatie t/m 31-8-2014
2.170
62 - Aanleg en onderhoud waterkeringen
1.337
Prognose 2014 2.149
2.758
2.102
2.861
63 - Inrichting en onderhoud watersystemen
17.472
12.135
16.815
64 - Bouw en exploitatie zuiv. techn. werken
31.791
23.595
30.687
65 - Inricht. en onderh. vaarwegen en havens 66 - Vergunningverlening en handhaven keur
908
529
790
67 - Beheersen van lozingen
1.253
832
1.329
68 - Heffing en invordering
4.032
4.381
4.454
69 - Bestuur en externe communicatie
2.668
1.529
2.667
18.591
12.856
18.907
60 - Centrale ondersteuning Onvoorzien
35 Subtotaal incl. investeringsvolume
35
81.678
59.296
80.694
407
245
370
81.271
59.051
80.324
0
0
0
81.271
59.051
80.324
78.030
74.685
77.292
Belastingopbrengsten
78.030
74.685
77.292
Verwacht resultaat
-3.242
Dekkingsmiddelen Rente eigen vermogen Subtotaal netto-kosten Incidentele baten/lasten Toevoeging arbeidsgerelateerde verplichtingen Totaal eenmalige baten en lasten Netto-kosten Belastingopbrengsten 2014
-3.033
Toelichting: Op de beleidsvelden zijn verschillen ontstaan die worden veroorzaakt door lagere kapitaallasten. Hiertegenover staan per saldo hogere overige kosten (voornamelijk hogere kosten kwijtschelding € 0,3 mln.; zie beleidsveld 68) en lagere belastingopbrengsten. Voor een nadere toelichting op deze verschillen verwijzen wij naar hoofdstuk 5.1.1.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
24
5.3 Dekkingsmiddelen 5.3.1 Belastingopbrengsten (bedragen x € 1.000)
belastingcategorie
Begroting 2014
Zuiveringsheffing
Realisatie t/m 31-8-2014
Prognose 2014
Woonruimten
39.284 27.969
37.369 27.001
39.098 28.094
Bedrijven
11.315
10.368
11.004
Watersysteemheffing
38.746 20.977
37.316 20.202
38.194 20.624
15
14
14
4.855
4.888
4.998
Gebouwd binnendijks Gebouwd buitendijks Ongebouwd binnendijks Ongebouwd buitendijks Ongebouwd wegen binnendijks Ongebouwd wegen buitendijks Ingezetenen
29
24
28
1.105
770
780
11.145
11.667
3 11.617
2
Natuur
77
77
77
Directe lozers
68
196
4
78.030
74.685
77.292
Totaal opbrengsten 2014
De afwijking van de belastingopbrengsten t.o.v. de begroting bedraagt € 0,738 mln. Per belastingcategorie worden hieronder de belangrijkste afwijkingen met betrekking tot de prognoses van de belastingopbrengsten toegelicht. Zuiveringsheffing Bedrijven: Als gevolg van de economische recessie is de zuiveringsheffing voor bedrijfsruimten ultimo 2014 lager dan begroot. In verband met het economisch slechtere klimaat produceren bedrijven minder en lozen dus ook minder afvalwater. Watersysteemheffing Gebouwd binnendijks: De waarde van onroerende zaken (WOZ-waarde) is als gevolg van de economische recessie sterker gedaald dan was voorzien in de begroting. Het dieptepunt van de woningmarkt is, naar het zich laat aanzien, in 2014 bereikt. Ongebouwd binnendijks en Ongebouwd wegen binnendijks: In de kostentoedeling 2014 is het aantal hectares wegen voor de belastingheffing op basis van een prognose bepaald op 12.700 hectare. Het werkelijke areaal wegen waarover belasting wordt geheven, blijkt op basis van de opgelegde aanslagen voor 2014 uit te komen op ca. 9.000 hectare. Dit impliceert een verschuiving van 3.700 hectare van de categorie ongebouwd wegen binnendijks naar ongebouwd eigendom binnendijks. Directe lozers Realisatie per 31-8-2014: Dit betreft de aanslagoplegging bronnering 2013 € 196.000. Voor de aanslagoplegging 2014 is de prognose van € 4.000
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
25
Kostentoedelingsverordening Met de invoering van de Waterschapswet zijn vanaf 1 januari 2009 nieuwe regels van kracht geworden om de bijdragen van de diverse categorieën belanghebbenden in de kosten van het watersysteembeheer vast te stellen. In de wet is tevens vastgesteld dat eens in de vijf jaar een herberekening van de waardeverhouding binnen watersysteembeheer moet plaatsvinden. Op 11 december 2013 is de door Gedeputeerde Staten van Gelderland goedgekeurde kostentoedelingsverordening bekendgemaakt in het Waterschapsblad. De kostentoedelingsverordening is hiermee, conform de wettelijke regels, vanaf 1 januari 2014 van toepassing.
5.3.2 Kwijtschelding De huidige economische tijden hebben ook hun weerslag op de waterschappen. Meer huishoudens maken gebruik van de mogelijkheid tot kwijtschelding van waterschapsbelastingen. De kwijtscheldingsverzoeken worden door GBLT behandeld. Ultimo augustus 2014 zijn aanvragen voor kwijtschelding tot een totaalbedrag van € 0,7 mln. gehonoreerd. (bedragen x € 1.000)
Kwijtschelding
Begroting 2014 400
Realisatie t/m 31-8-2014 720
Prognose 2014 700
De raming voor kwijtschelding ad. € 0,4 mln. wordt ultimo 2014 met € 0,3 mln. overschreden. De prognose van de uitgaven voor kwijtschelding is nog erg onzeker. Vooralsnog wordt daarom vastgehouden aan een prognose van € 0,7 mln., die ook als uitgangspunt is genomen voor de Perspectievennota 2015-2018 en de begroting 2015. 5.3.3 Oninbaar Niet alle opgelegde aanslagen kunnen worden ingevorderd. Om uiteenlopende redenen moet soms worden geconcludeerd dat betaling van de aanslagen niet kan worden afgedwongen (faillissement/schuldsanering) of dat uit doelmatigheidsoverwegingen moet worden afgezien van verdere pogingen tot invordering. In de Waterschapswet is geregeld dat het dagelijks bestuur van het waterschap de belasting geheel of gedeeltelijk oninbaar kan verklaren. Deze bevoegdheid is overgedragen aan het dagelijks bestuur van het GBLT. (bedragen x € 1.000)
Oninbaar
Begroting 2014 250
Realisatie t/m 31-8-2014 250
Prognose 2014 250
In de begroting 2014 is rekening gehouden met een toevoeging van € 0,25 mln. aan de voorziening ‘Oninbaar’. Voor 2014 is de verwachting dat deze voorziening toereikend is.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
26
5.4 Risicomanagement Om de strategische risico’s van het waterschap in beeld te hebben is een risicokaart ontwikkeld met als uitgangspunten herkenbaarheid, eenvoud en duidelijkheid. Het proces van bewustwording van en omgang met die risico’s wordt breed in de organisatie ingebed. Dit proces verloopt met een praktische insteek. De volgende voorbeelden getuigen van de aandacht voor risicobeheersing in 2014. In 2014 is de werkgroep Hoogwater gestart met haar activiteiten. Aan de werkgroep nemen vertegenwoordigers van de Gelderse veiligheid regio’s, waterschappen en Rijkswaterstaat deel. Het doel is om zo veel mogelijk gezamenlijk op te trekken in de derde veiligheidslaag. Verder vinden oefeningen ‘Hoog buitenwater’ plaats. Aandacht voor de fysieke veiligheid van onze medewerkers uit zich in explosieveiligheidsdocumenten en beleid en uitvoeringsplannen voor bedrijfshulpverlening. Ten behoeve van de informatieveiligheid wordt een beheersingsprogramma opgezet. Door de werkgroep ‘Projectbeheersing en risicomanagement’ kunnen projecten voortaan beter worden ingeschat qua tijd en geld. Assetmanagement biedt de organisatie mogelijkheden voor samenwerking tussen technische diensten op het gebied van inkoop en voorraadbeheer. 5.5 Financiële positie 5.5.1 Reservepositie en weerstandscapaciteit Waterschap Rijn en IJssel kent één algemene reserve per taak en twee bestemmingsreserves (innovatiefonds en educatie is beleven). Een deel van de algemene reserve is ‘bestemd’ als minimaal benodigde weerstandscapaciteit. Het meerdere is gekwantificeerd als vrij besteedbare reserve en kan worden ingezet voor bijvoorbeeld tariefegalisatie. De minimaal benodigde weerstandscapaciteit voor 2014 is bepaald op € 2,63 mln. Er is geen aanleiding om het weerstandsvermogen aan te passen. (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Waterzuiveringbeheer
Watersysteembeheer
Totaal
Stand reserves per 31-12-2013 (jaarrekening 2013) Resultaat 2013 Vrij inzetbare reserves 01-01-2014
8.850
8.888
17.738
-4.595 4.255
-3.678 5.210
-8.273 9.465
Minimaal benodigde weerstandscapaciteit 2014
-1.138
-1.450
-2.588
Geprognosticeerd resultaat 2014 Vrij inzetbare reserves 31-12-2014
-1.949 1.168
-1.084 2.676
-3.033 3.844
5.5.2 Financiële risico’s Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) In 2013 is de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) aangenomen. Deze wet moet er voor zorgen dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog worden. Ook waterschappen hebben een plek in deze wet gekregen. Er is een macronorm voor het totale EMU-tekort van de gezamenlijke waterschappen. Het financieringstekort van alle waterschappen samen moeten onder een plafond blijven.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
27
In het Financieel Akkoord van januari 2013 hebben de decentrale overheden ingestemd met een gezamenlijk tekort van maximaal 0,5% BBP voor 2014 en 2015 en is afgesproken dat het hier een macronorm betreft voor alle decentrale overheden gezamenlijk. Het Rijk stuurt alleen op de macronorm en als deze norm niet wordt overschreden, is er voor het Kabinet geen aanleiding in te zoomen op sectoren en dus zeker niet op individuele decentrale overheden. Alle waterschappen hebben daarnaast vanuit de Unie een individuele EMUreferentiewaarde voor het EMU-saldo. Zowel het EMU-tekort o.b.v. de Begroting 2014 en het tekort o.b.v. de prognose 2014 blijven onder de referentiewaarde. Eind 2015 vindt er een evaluatie plaats in welke mate de gewenste daling van het macrotekort reëel is. Op dit moment biedt de wet nog mogelijkheden tot sancties. De minister staat open voor het vervangen van de nationale sancties door een maatregelenpakket ter verbetering van het EMU-saldo. IPO, VNG en UvW spannen samen om een werkbaar pakket voor te stellen. Schatkistbankieren Delegaties uit het Kabinet en de besturen van Unie, IPO en VNG hebben in 2013 een onderhandelingsakkoord bereikt over een aantal financiële onderwerpen. Een van die onderwerpen was schatkistbankieren. Het schatkistbankieren heeft materieel niet zo veel betekenis voor de waterschappen. Bij het overleg is dan ook aangegeven dat de waterschappen geen bijdrage leveren aan het hoofddoel, maar wel met de administratieve kosten worden geconfronteerd. Met het onderhandelingsakkoord wordt in belangrijke mate tegemoet gekomen aan deze punten van de waterschappen. Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF. Zoals de alinea hiervoor aangeeft, heeft de Eerste Kamer het voorstel na stemming aangenomen. Het Schatkistbankieren is onderdeel van de Wet HOF en volgt daarmee de data van inwerkingtreding van deze wet. De overdracht van bruggen en openbare weg De in hoofdstuk 3 genoemde ontwikkeling over de overdracht van bruggen en openbare weg leidt tot eenmalige kosten om de bruggen in goede staat te brengen alvorens deze kunnen worden overdragen. De kosten die hiermee gepaard gaan zijn niet opgenomen in de reguliere budgetten en zullen leiden tot ‘eenmalige lasten’ in het jaar waarin de overdracht wordt geeffectueerd. Inmiddels zijn we met de eerste gemeenten in overleg om te komen tot feitelijke overdracht in 2015 of 2016.
5.5.3 Verbonden partijen Het waterschap heeft de volgende verbonden partijen: Waterstromen B.V., Nederlandse Waterschapsbank, Belastingorganisatie Lococensus/Tricijn (GBLT), waterschapslaboratorium Aqualysis en Het Waterschapshuis. Het Waterschapshuis (HWH) Er zijn geen nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van de vorige bestuursrapportage. De verwachting is dat dit jaar door het algemeen bestuur van Het Waterschapshuis een besluit wordt genomen over HWH 2.0. Ten aanzien van de overige verbonden partijen hebben zich in het achter ons liggende triaal geen ontwikkelingen voorgedaan.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
28
5.5.4 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
Voorzieningen Omschrijving
Waterzuiveringbeheer
Watersysteembeheer
Totaal
Arbeidsgerelateerde verplichting 1-1-2013
2.051
1.848
3.899
Vermeerderingen / verminderingen 2013 Stand per 1 januari 2014
-8 2.043
-38 1.810
-46 3.853
De verwachting is dat deze voorziening ultimo 2014 toereikend is. 5.5.5 Treasury (Geldleningen) Het waterschap heeft in het tweede triaal van 2014 twee langlopende leningen afgesloten met een totale waarde van € 50 mln. om te voldoen aan de financieringsbehoefte. De rente op deze leningen is lager dan bij de begroting 2014 was verwacht mede als gevolg van de aanhoudende financiële crisis. De verwachting is dat de rest van de financieringsbehoefte kan worden gedekt met kort geld (< 1 jaar). Hierbij voldoet het waterschap aan de in de wet Fido vastgelegde normen. 5.5.6 Overige kengetallen Financiële informatie die de gerapporteerde prestaties in perspectief plaatsen betreft de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt en de ontwikkeling van lonen (cao) en prijzen (inflatie). Renteontwikkeling: In de begroting 2014 is gerekend met een renteomslag van 3,3%. De geprognosticeerde renteomslag is lager dan de begrote renteomslag. Door de financiële crisis, zij het op zijn retour, is de rente op de kapitaalmarkt lager dan in de begroting was aangenomen. De recent afgesloten leningen hebben een neerwaartse invloed op de renteomslag van 2014. Het voordeel van de lagere renteomslag is onderdeel van het geprognosticeerde resultaat in deze bestuursrapportage. Ontwikkeling van lonen (cao): de thans geldende CAO, met een looptijd tot 1 januari 2014, is hierin leidend. In de begroting 2014 is gerekend met 1% stijging van de kosten. Op het moment van schrijven is er geen nieuwe status te melden in de CAOonderhandelingen voor de waterschappen. Het advies luidt om de ingerekende 1% in stand te houden. Inmiddels hebben de VNG en de vakorganisaties op 15 juli 2014 een principeakkoord voor een nieuwe CAO-gemeenten gesloten. In oktober 2014 wordt eenmalig € 350 bruto uitgekeerd. Per 1 oktober 2014 ontvangen medewerkers een structurele salarisverhoging van 1%. Per 1 april 2015 wordt het salaris structureel verhoogd met € 50 bruto. Ontwikkeling inflatie: In de begroting 2014 is uitgegaan van een inflatiepercentage van 2%. Het Centraal Planbureau (CPB) raamt in haar Kerngegevenstabel van 14 augustus 2014 voor 2014 een inflatie van 1,0%. Indien we de Begroting 2014 bijstellen naar 1,0% inflatie, daalt de begroting voor overige kosten met € 0,34 mln. (€ 0,19 mln. voor Zuiveringsbeheer en € 0,15 mln. voor Watersysteembeheer). Rekening houdend met de tegenvaller op kwijtschelding en de onzekerheid van een aantal ‘out of pocket’ kosten wordt vooralsnog geadviseerd de begroting niet bij te stellen.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
29
Supplement I
Zuiveringsrendementen
Gebiedsrendement In deze rapportage wordt ingegaan op de zuiveringsresultaten over de eerst zeven maanden van 2014. Het gebiedsrendement over die periode is voor stikstof 89% (beter dan de doelstelling van 85% in de begroting) en voor fosfaat 76% (beter dan de doelstelling in de begroting van 75%). Zoals in de ambitiediscussie is aangegeven wordt het gebiedsrendement voor stikstof voornamelijk bepaald door de vergunningseisen van de individuele installaties. Het bijsturen op de ruimte die daardoor ontstaat levert - financieel gezien - weinig op. Het gebiedsverwijderingsrendement van fosfaat was in de vorige rapportage nog 80%. De installaties die op eigen water lozen worden gestuurd op de individuele vergunningseisen en bijsturen op de ruimte die er is tussen het huidige resultaat en vergunningseis is levert, net als bij het stikstofrendement (financieel gezien) weinig op. Om op het niveau van de ambitiediscussie te komen, wordt de dosering van ijzerzouten aangepast op RWZI Nieuwgraaf. Omdat we wettelijk gezien niet onder de 75% mogen uitkomen, wordt operationeel gestuurd op iets boven de 75%. Zuiveringrendementen 2014 t/m juli Effluent Fosfaat [mg/l]
Influent
debiet [m3/d]
Stikstof [mg/l]
Belasting
Jaargemiddeld I.E. à 150 g TZV
CZV
Voortschrijdendgemiddeld
Jaar-
Eis ver
Rende-
Jaarge-
Maximale
Eis ver
Rende-
gemiddeld
gunning
ment %
middelde
waarde 1)
gunning 2)
ment %
Rendement %
Aalten
5.448
27.925
8,2
10
86
1,3
1,5
2
84
95
Aalten
Dinxperlo
2.183
14.003
6
25
91
0,6
1,0
2
95
94
Dinxperlo
Etten
25.803
199.635
5,8
10
89
0,4
0,6
1
94
94
Etten
Haarlo
8.722
54.416
6,5
10
89
0,4
1
95
95
Haarlo
Holten
3.945
27.932
11,4
10
80
0,5
0,5 0,6
2
94
94
Holten
Lichtenvoorde
3.803
25.415
4,8
94
1,7
1,8
95
Lichtenvoorde
46.231
285.598
7,2
87
3,8
4,8
2 1 3)
82
Nieuwgraaf
10 10 3)
50
95
Nieuwgraaf
Olburgen
17.227
122.775
7,5
10 3)
89
2,8
1 3)
71
95
Ruurlo
1.416
11.638
9
10
90
0,4
3,7 0,6
1
94
95
Olburgen Ruurlo
Varsseveld
2.267
18.745
11,9
10
85
0,4
0,5
1
96
95
Varsseveld
Wehl
1.224
9.264
5,0
10
94
0,6
0,6
1
92
97
Wehl
Winterswijk
10.303
54.451
6,8
87
0,5
0,6
91
Winterswijk
24.677
148.269
5,7
93
2,2
3,4
1 1 3)
92
Zutphen
10 10 3)
82
94
Zutphen
Totaal
153.249
1.000.066
89
76
95
3e triaal 2012 3e triaal 2011
156.494 170.674
997.125 1.031.721
85 83
77 77
94 94
1)
2) 3)
Het voortschrijdende gemiddelde over tien waarnemingen is het gemiddelde over de laatste tien waarnemingen. Bij elke nieuwe waarneming wordt er een nieuw gemiddelde uitgerekend. Het betreft hier de hoogste waarde van alle voortschrijdende gemiddelden. Deze waarde moet lager zijn dan de eisen. De eis is dat het voortschrijdende gemiddelde over tien waarnemingen niet hoger mag zijn dan in de kolom weergegeven norm. Deze eis is van toepassing indien de gebiedsverwijderingsrendementen (75%) niet worden gehaald. Bij gebiedsverwijderingsrendementen hoger dan 75% zijn de installatie specifieke eisen niet van kracht.
In de volgende grafiek is het gebiedsrendement over de afgelopen jaren weergegeven. Het betreft het cumulatieve rendement per jaar, dat wil zeggen dat in het weergegeven rendement over het tweede en derde triaal telkens de resultaten van de voorgaande trialen zijn meegenomen. De resultaten uit het derde triaal zijn de jaarresultaten.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
30
Gebiedsrendementen RWZI's 100
95
CZV
Rendement (%)
90
85
N
80
P 75
70
65
60
jjjj-3 is het jaarrendement
In deze grafiek is de afname van het gebiedsrendement van fosfaat als gevolg van het reduceren van de toevoeging van ijzerzouten in Nieuwgraaf te zien vanaf het tweede triaal van 2013 (2013-2). De zuiveringsresultaten van het geloosde afvalwater zijn getoetst aan de voorschriften van de Watervergunningen. Eenmalige overschrijdingen die binnen de ruimte van de Watervergunningen vallen worden niet gemeld. Alleen installaties die lozen op Rijkswater (Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen) of waar bijzonderheden zijn, worden wel kort beschreven. RWZI’s die voldoen aan de Watervergunning in 2014
Aalten, Etten, Haarlo, Lichtenvoorde, Varsseveld, Wehl, Ruurlo. Deze installaties voldoen aan alle lozingseisen. Installaties die voldoen aan de eisen en die een nadere toelichting behoeven:
Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen (lozingen op Rijkswater) De installaties Nieuwgraaf, Olburgen en Zutphen lozen op Rijkswater, namelijk de IJssel. Voor deze installaties geldt dat, indien het gebiedsrendement voor stikstof en fosfaat hoger is dan 75%, niet hoeft te worden voldaan aan de individuele norm voor Stikstof en Fosfaat. Voor Stikstof geldt dat alle drie installaties onder de individuele norm van 10 mg/l blijven. De gehalten voor Fosfaat zijn voor de drie installaties hoger dan 1 mg/l. In Zutphen is dat mede het gevolg van de toename van fosfaat (met circa 25%) in de aanvoer vanuit de naastgelegen slibverwerking. In Nieuwgraaf is het doseren van ijzerzouten gereduceerd waardoor de fosfaatgehalten stijgen. Het fosfaatgehalte in Olburgen is in lijn met voorgaande jaren.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
31
Aalten (Stikstof) De resultaten over het eerste triaal voor wat betreft de effluentwaarden voor stikstof zijn inmiddels weer onder de grens van 10 mg/l, maar de wisselende resultaten blijven aanleiding om de installatie nauw gelet te volgen. Een studie naar het functioneren van de RWZI en mogelijke maatregelen is inmiddels afgerond. Voorstellen voor aanpassing van de installatie om deze ook duurzaam te laten voldoen, worden voorbereid. Varsseveld (Stikstof) RWZI Varsseveld is in december 2013 overgezet van zuivering met membranen naar zuivering met een nabezinktank. De installatie wordt vanaf dat moment ook traditioneel bedreven. Gedurende de eerste maanden na de opstart, is vooral aandacht geschonken aan de optimalisatie van de stikstofverwijdering. In het eerste triaal was dit nog niet helemaal op het gewenste niveau, maar dat is inmiddels wel het geval maar nog niet zichtbaar in de bovenstaand gepresenteerde cijfers, vanwege een na-ijleffect. We verwachten dat, over het gehele jaar genomen, de installatie voldoet aan de eisen. RWZI’s die tijdelijk niet voldaan hebben aan de Watervergunning.
Holten (Stikstof) De resultaten van RWZI Holten voor wat betreft stikstof zijn sterk verbeterd de afgelopen jaren, maar incidente uitschieters zorgen voor verhoging van het gemiddelde stikstofgehalte. Er vindt permanent onderzoek plaats naar de oorzaken wat ook enige verbetering teweeg brengt. Maar het technologisch functioneren van de zuivering blijft kritisch. Aanvullend op alle al genomen maatregelen, optimalisaties en handhaving bekijken we dit najaar of groot onderhoud aan het beluchtingssysteem zicht op verbetering geeft. De zorg blijft of we de eisen gaan halen.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
32
SUPPLEMENT II
PROJECTENLIJST
In dit supplement geven we op projectniveau - financieel en operationeel – de afwijkingen op de voortgang weer. In dit overzicht zijn alleen de door het bestuur goedgekeurde investeringsprojecten (met een uitvoeringskrediet) opgenomen. Een specifieke toelichting op de majeure projecten treft u aan in hoofdstuk 4 bij de programma-rapportage.
Voortgang financieel De in de kolom ‘voortgang’ rood gearceerde projecten zijn kort toegelicht in de projectenlijst (zie kolom ‘reden’). Bij financieel gaat het om een afwijking van meer dan 10% tussen verleend krediet en afgegeven prognose. Het gaat hier om projecten waarvoor nog aanvullend krediet moet worden aangevraagd vanwege aanvullende werkzaamheden en meerkosten. We vermelden hier alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage. Voortgang operationeel Bij operationeel gaat het om een verlenging van de doorlooptijd van een project naar een volgend kalenderjaar. De vertraging heeft een bandbreedte van 4 maanden tot een jaar. Het betreft hier voornamelijk vertragingen als gevolg van o.a. nader intern onderzoek over lange termijn visie, realiseren randvoorwaarden en opstellen inrichtingsplan. Daarnaast vindt vertraging plaats door bestuurlijke discussie, nadere besluitvorming en procedures van vergunningverlening. Ook hier vermelden we alleen de afwijkingen t.o.v. de vorige bestuursrapportage.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
33
Verkorte projectenlijst INFORMATIE OVER VOORTGANG VAN INVESTERINGSPROJECTEN ( BURAP 2014-2)
proj.nr
OMSCHRIJVING PROJECT
BESLUITVORMING door
Aandeel WRY Aandeel WRY
Startjaar
Eindjaar
REALISATIE tm 2013
PROGNOSE
Kasritme lopend jaar Netto-krediet peiling 2014-1
Startjaar
Eindjaar (vlg dirap)
REALISATIE 2014
REALISATIE totaal
Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY Aandeel WRY
Aandeel WRY
Netto uitgaven t/m 2013
Netto uitgaven 2014 tm augustus
Netto uitgaven t/m augustus 2014
9.903.795
4.847.041
14.750.836
Kasritme Nettolopend jaar prognose peiling 2014-2
VOORTGANG
Reden
PLANNING / GOEDGEKEURD
Financieel Operationeel
Programma Veiligheid (totaal 7 projecten) div.
7 projecten programma Veiligheid
2.026.000
5.074.580
1.989.186
5.074.975
-35%
Programma Watersysteem (totaal 53 projecten) 80508 Aanp.verdeelw.Baakse Bk+Groene Kanaal
AB
17-12-2013
01-01-2012
31-12-2015
600.000
350.120 01-01-2012 31-12-2015
481.990
350.120
81.870
599.635
681.505
80504 Beekherst.Hackfort/suideras fase 1
AB
06-05-2014
01-12-2010
31-12-2015
324.200
262.675 01-12-2010 31-12-2015
696.064
25.000
143.389
45.283
188.672
80632 Bijdr.herinr.Schaarsb.Bredevoort
DH
18-06-2013
01-10-2012
31-12-2014
125.000
54.000 01-10-2012 31-12-2014
108.000
54.000
54.000
57.392
111.392
80308 Boven Slinge traject Varsseveld
DH
03-06-2014
01-01-2012
31-12-2014
45.000
37.410 01-11-2012 01-06-2015
61.480
34.830
16.650
41.811
58.461
80306 BuurserBeek vispassages fase 1
AB
14-05-2009
01-10-2009
01-05-2015
125.000
126.941 01-10-2009 01-05-2015
285.586
221.400
64.186
66.679
130.865
80342 BuurserBeek Lhb-Veddersbrug-Mentinkw
AB
01-07-2014
01-10-2011
01-07-2015
698.000
362.191 01-10-2011 01-07-2015
483.000
212.191
120.809
93.416
214.225
80316 Herinr.Berkel Almen-Zuid
AB
01-07-2014
01-10-2009
31-12-2014
1.676.000
1.080.078 01-10-2009 31-12-2014
1.031.640
866.100
165.540
1.665.810
1.831.350
80488 Herinr.Berkel Huis Voorst+2vispassages
AB
02-07-2013
01-12-2011
31-12-2014
899.500
673.696 01-12-2011 31-12-2014
690.443
593.643
96.800
1.429.280
1.526.080
80364 Herinrichting Dortherbeek Midden en Oost
AB
06-05-2014
01-03-2011
01-05-2015
338.480
140.438 01-03-2011 01-05-2015
211.782
142.903
68.879
140.701
209.580
80074 Overdracht stedelijk water
AB
13-03-2012
01-01-2006
31-12-2014
638.000
35.000 01-01-2006 31-12-2015
627.004
11.500
595.504
16.829
612.333
-2%
80776 Rest+herbest.gem.Oude Rijn-Pannerden
AB
06-05-2014
01-03-2014
31-12-2015
170.000
20.000 01-03-2014 30-06-2016
170.000
20.000
0
10.783
10.783
-97%
80768 Vervangen beschoeiing Duiven
DH
08-04-2014
01-05-2014
30-09-2014
247.000
247.000 01-05-2014 30-09-2014
215.000
215.000
0
90.911
90.911
80304 Vispasseerbaar Schipb-Twentek(BK)
AB
01-07-2014
01-11-2011
31-12-2014
798.000
807.068 01-11-2011 31-12-2015
897.432
145.000
147.432
300.779
448.212
2015
F
80084 Waterberging Gr.Holthuizen Zevenaar
AB
17-07-2008
01-01-2007
31-12-2016
1.110.500
01-01-2007 31-12-2017
850.056
570.056
0
570.056
2017
G
80336 Baggeren landelijk en stedelijk gebied
AB
12-03-2013
01-02-2010
30-06-2014
1.240.000
538.810 01-02-2010 31-12-2014
971.643
305.000
666.643
155.331
821.974
80742 Baggeren Oude Ramsbeek,Eibergen
DH
10-09-2013
01-09-2013
31-12-2014
75.000
-5.000 01-09-2013 31-12-2014
62.643
-5.000
67.643
424
68.067
80732 Ren.gem.Grote Beek+Baaksebeek
AB
01-07-2014
01-01-2013
31-12-2014
420.000
350.000 01-01-2013 01-07-2015
420.000
200.000
0
12.161
12.161
2015
H
80538 Renovatie bruggen fase 2
AB
05-11-2013
01-01-2013
31-12-2014
570.000
510.000 01-01-2013 31-12-2014
491.110
432.000
59.110
305.008
364.117
AB
11-03-2014
01-01-2013
31-07-2015
2016
H
80706 Renovatie stuw Warken Subtotaal
590.000
587.115
30.000
12.115
22.321
34.436
6.130.427
9.341.985
3.853.687
2.930.623
5.054.554
7.985.177
20.213.728
7.771.901
20.314.338
7.341.158
10.323.452
9.240.039
19.563.491
30.903.408
13.902.328
29.656.323
11.194.845
13.254.075
14.294.593
27.548.668
102.619
10.689.680
Overige projecten programma Watersysteem
div.
Totaal Programma Watersysteem
540.000 01-01-2013 31-07-2016
A -5%
DH
17-12-2013
01-12-2012
30-06-2015
Subtotaal Overige projecten programma Afvalwaterketen
div.
Totaal Programma Afvalwaterketen
Totaal generaal
235.000
135.000 01-12-2012 30-06-2015
167.642
70.000
97.642
4.977
235.000
135.000
167.642
70.000
97.642
4.977
102.619
53.459.500
6.062.014
52.248.870
5.808.048
45.780.822
3.407.509
49.188.331
53.694.500
6.197.014
52.416.512
5.878.048
45.878.464
3.412.487
49.290.950
86.623.908
25.173.922
84.062.021
22.147.868
69.036.334
22.554.120
91.590.454
-97%
-94%
-35%
4.549.637
490.000
2.811.637
124.557
2.936.194
-35%
Vaarwegen (1 project) 80320 Renovatie sluis Doesb-perceel 1tm4
AB
30-06-2011
01-12-2009
31-12-2017
4.550.000
600.000 01-12-2009 01-06-2016
B C
Programma Afvalwaterketen (totaal 18 projecten ) 80654 Implementatie Z-info
2015
-35%
2015
D
2016
E
Legenda beoordeling projectstatus: Verwachting dat minder dan 90% van het krediet wordt uitgegeven FINANCIEEL
Verwachting dat meer dan 110% van het krediet wordt uitgegeven Verwachting dat de projectkosten minder dan 10% afwijken van het krediet
OPERATIONEEL
Verwacht eindjaar is afwijkend van het geplande eindjaar Verwacht eindjaar is gelijk aan het geplande eindjaar
Verklaring codes (kolom Reden): In krediet nog niet opgenomen beheer en onderhoud en prestaties toekomstig beekherstel A en herinrichting. B C D E
Vertraging i.v.m. verleggen hoge druk gasleiding. Wok project wordt dit jaar opgeleverd. Prognose o.b.v. aanbesteding aanzienlijk hoger. Bij deelkrediet nog uitgegaan van beschikbaar bedrag WOK. Vertraging bij gemeente Doetinchem. Kadastrale uitwerking en notariële afhandeling in 1e halfjaar 2015. Bestemmingsplanprocedure loopt. Werk wordt in 2015 opgeleverd. Nu nazorgfase van 6 maanden meegenomen in einddatum
F
Langere doorlooptijd, meer werk op bestek en extra directiekosten project onderleider.
G
Herijking bouwactiviteiten en planning gemeente.
H
In verband met verwachte overschrijding investeringsvolume programma watersysteem uitvoering doorgeschoven naar 2015.
SUPPLEMENT III PROJECTENKAART Tot slot hebben we op een kaart de lopende en de in 2014 gestarte investeringsprojecten van het waterschap weergegeven. Een symbool geeft aan wat voor soort project het is en waar het wordt uitgevoerd. Projecten waarvoor een krediet is verleend, zijn geel. Als achtergrond zijn de gebieden weergegeven die in de Reconstructieplannen en de Waterhuishoudingsplannen zijn aangeduid als plaatsen waar de wateropgaven voorrang krijgen. Indien dit beleid doorwerkt, moeten de investeringsprojecten zich vooral op deze gebieden gaan concentreren. Wanneer in de projectenlijst wijzigingen worden voorgesteld (bijvoorbeeld om het eindjaar te verschuiven), zijn deze vanzelfsprekend nog niet op deze kaart verwerkt.
vst bestuursrapportage 2014-2 041114 bijlage 1
36
SUPPLEMENT IV P&C CYCLUS