Bestuurlijke Toekomst Alblasserdam In de discussie over de bestuurlijke toekomst zoekt de gemeenteraad antwoord op de vraag hoe de positie van Alblasserdam sterk kan blijven en versterkt kan worden om de belangen van de inwoners, bedrijven en het maatschappelijk veld zo goed mogelijk te kunnen behartigen. De bestuurlijke organisatie van de gemeente en de samenwerkingsrelatie met andere gemeenten of regio’s kunnen hiervoor mogelijke oplossingen bieden. Aanleiding De gemeenteraad vindt het belangrijk na te denken over zijn toekomst omdat Alblasserdam te maken heeft met inhoudelijke vraagstukken die over de gemeentegrenzen heen gaan, een kwetsbare ambtelijke organisatie, beperkte financiële middelen en snelle ontwikkelingen rondom dienstverlening. De gemeente Alblasserdam is zich ervan bewust dat de gemeentegrensoverstijgende vraagstukken niet alleen kunnen worden opgepakt. Werkgroep De gemeenteraad heeft een werkgroep ingesteld, bestaande uit de burgemeester Blase, de heren Boele (SGP), De Gelder (CDA), De Gier (VVD), Van Lavieren (PvdA), Van der Plaat (D66) en Zwaan (CU) namens de gemeenteraad, de heer Veerman namens het college en met ondersteuning van mw. Van den Berg, secretaris en mw. Zandvliet, griffier. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders trekken hierin samen op. In februari 2011 is gestart met de vaststelling van de Startnotitie bestuurlijke toekomst door de gemeenteraad. Scenario’s & criteria In april 2011 werden vijf scenario’s door de gemeenteraad besproken. 1. Alblasserdam blijft zoals het is 2. Alblasserdam: bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie 3. Alblasserdam in de Alblasserwaard 4. Drechtsteden-Noord 5. Alblasserdam als onderdeel van Drechtstad Tussen april en juni is door de werkgroep gewerkt aan de waardering van de scenario’s op basis van de eerder vastgestelde startnotitie. Immers, ieder scenario moet ergens aan worden kunnen getoetst. De criteria vormen voor de gemeenteraad de basis waarbinnen de afweging van de scenario’s plaatsvindt. 1. Oog voor identiteit 2. Afstand tussen bestuur en inwoners 3. Doelmatig besteden van gemeenschapsgeld 4. Kwaliteit van de dienstverlening 5. Invloed bestuurlijke drukte De vijf scenario’s zijn op politiek neutrale wijze tegen het licht gehouden van de 5 criteria. Dit heeft geleid tot de Discussienotitie. Gesprek met de samenleving Op 20 september is de Gemeenteraad van Alblasserdam in Landvast in gesprek geweest over de Bestuurlijke Toekomst van Alblasserdam. Bij dit gesprek waren ongeveer honderd mensen aanwezig. De gemeenteraad gaat de input van de bijeenkomst gebruiken bij het bepalen van zijn standpunt in de Raadsvergadering van 13 oktober. In boeiende groepsgesprekken met inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen is gesproken over wat zij belangrijk vinden in de Alblasserdamse samenleving nu en naar de toekomst toe. Tevens is in iedere groep gepeild naar welk scenario de voorkeur uitgaat. De verslagen van de groepsgesprekken kunt u hieronder downloaden. Groep 1 - Bedrijven Groep 2 - Instellingen Groep 3 - Inwoners I Groep 4- Inwoners II Debat 13 oktober Inwoners, ondernemers en instellingen zijn van harte uitgenodigd het raadsdebat over dit onderwerp op 13 oktober 2011 bij te wonen. Download hier de agenda en het raadsvoorstel.
Startnotitie discussie bestuurlijke toekomst van Alblasserdam
3 februari 2011 Bert Blase Burgemeester Rianne van den Berg Gemeentesecretaris Dorien Zandvliet Griffier
Inhoud 1. Inleiding
pagina 3
2. Achtergrond
pagina 4
3. Relevante ontwikkelingen
pagina 5
4. Afwegingenkader
pagina 8
5. Proces
pagina 10
-2-
1. Inleiding Ontwikkelingen op het gebied van economie, maatschappij, natuur en milieu en natuurlijk politiek volgen elkaar in rap tempo op. Alblasserdam wordt door tal van ontwikkelingen geraakt. Soms deint het dorp mee op de rimpelingen en soms schudt het zelfs op zijn grondvesten. De wereldwijde economische crisis bijvoorbeeld heeft zijn weerslag op Alblasserdam, evenals de veranderende Nederlandse volksaard. Er gebeurt van alles in het samenwerkingsverband ‘Drechtsteden’ en met de Gemeenteraadsverkiezingen en de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 zijn nieuwe bestuurders verkozen met soms nieuwe ideeën. Als bestuur van een kleine gemeenschap is het in roerige tijden goed om te reflecteren. Om na te denken over waar je staat als dorp, als gemeente en waar je naar toe gaat. De gemeenteraad van Alblasserdam, alsmede het college, hebben aangegeven dat zij het belangrijk vinden om nu gezamenlijk na te denken over de bestuurlijke toekomst van Alblasserdam. Dit document is een startnotitie voor het voeren van precies die discussie. Hierin zullen we de achtergrond schetsen van het waarom van deze discussie en de relevante ontwikkelingen bespreken die nopen tot deze discussie en die misschien de uitkomsten van de discussie zullen beïnvloeden. Ook zal, omdat deze discussie fundamenteel is voor Alblasserdam en de discussie daarom zeer zorgvuldig gevoerd moet worden, een procesvoorstel worden gedaan en wordt een daarbij behorende planning gepresenteerd.
-3-
2. Achtergrond De nieuwe raad van Alblasserdam, geïnstalleerd op 11 maart 2010, heeft zich tijdens een werkweekend bezonnen op de samenwerking in de Drechtsteden. Onderliggende, steeds terugkerende vraag daarbij bleek te zijn, waar Alblasserdam eigenlijk heengaat. De raad besloot hierop een werkgroep in te stellen die het proces zou begeleiden rondom de discussie die die vraag oproept. De raad wil deze discussie goed en zorgvuldig voeren, en hierin samen met het college optrekken. In 2007 is een soortgelijke discussie gevoerd. De bestuurlijke crisis noopte toen tot reflectie over de positie van Alblasserdam en een visie op de bestuurlijke toekomst. De uitkomst was dat raad en college samen besloten dat Alblasserdam de ‘brug is naar de Alblasserwaard in de Netwerkstad Drechtsteden’. Met andere woorden: Alblasserdam nam en neemt bewust, volmondig en eensgezind deel aan de Drechtsteden, en blijft, juist daardoor, een zelfstandige gemeente met een unieke identiteit. Zij brengt als gemeente haar eigen identiteit in de Drechtsteden in, heeft oog voor eigen kwetsbaarheid en vult deze aan met regionale expertise. Alblasserdam is ervan overtuigd dat een proactieve, zelfbewuste en op wederzijds vertrouwen gestoelde samenwerking binnen de Drechtsteden (in combinatie met samenwerking met de andere naaste buurgemeenten in de Alblasserwaard), bijdraagt om ambities te verzilveren en een bestuurskrachtige gemeente te zijn. Dit wordt door bestuur en organisatie uitgedragen en is het uitgangspunt van de huidige Alblasserdamse werkwijze, als het bijvoorbeeld gaat om de samenwerking in de Drechtsteden en de omgang met andere gemeenten. Is het daarom niet voorbarig om nu na te denken over een nieuwe toekomstvisie voor Alblasserdam? Is de stip aan de horizon die in 2007 is vastgesteld maar 3 jaar geldig? Dat zijn terechte vragen. Het belangrijkste antwoord is dat alle factoren die toen maakten dat die conclusie getrokken kon worden, aan verandering onderhevig zijn. Ontwikkelingen die in 2007 niet voorzien konden worden, spelen nu een belangrijke rol en zaken die toen leken vast te staan, staan op losse schroeven of zijn helemaal verdwenen. De raad vond daarom dat deze discussie juist nu gevoerd moet worden. Dat betekent overigens niet dat het doel van deze exercitie de herijking van de notitie uit 2007 is. De notitie zal als referentiekader gebruikt worden, maar de discussie wordt gevoerd vanuit de huidige Alblasserdamse situatie. Roerige tijden vinden nu plaats en wachten kan niet langer, anders ga je als raad en college achter de feiten aanlopen terwijl het juist van belang is om nu grip te houden en aan de voorkant mee te denken. Zoals bij iedere discussie die gevoerd wordt, staat de uitkomst niet vast. Er zijn allerlei conclusies denkbaar en zeker horen daar ook varianten onder die heel anders zijn dan wat in 2007 is bedacht. Dat is echter niet noodzakelijk. Het is heel goed denkbaar dat de uitkomst van deze discussie zal zijn dat er niets is veranderd aan de visie die raad en college hebben over de toekomst van Alblasserdam, ook in het licht van de huidige ontwikkelingen, of dat die visie alleen een vervolg of doorontwikkeling behoeft. Raad en college worden daarom uitgenodigd om een open discussie te voeren.
-4-
3. Relevante ontwikkelingen In het bovenstaande is al genoemd dat er ontwikkelingen zijn die er nu voor zorgen dat de raad een discussie wil voeren over de bestuurlijke toekomst van Alblasserdam. Daarbij dient te worden opgemerkt dat bestuurlijke en sociale vraagstukken steeds minder eenduidig worden. Ontwikkelingen op sociaal, politiek en economisch gebied hangen veelal met elkaar samen, waardoor de oplossing voor veel problemen een complexe aangelegenheid wordt. Ook is het zo dat ontwikkelingen per definitie niet statisch zijn. Ontwikkelingen gaan door en de ene maand kan er iets aan de hand zijn, dat de andere maand al niet meer speelt of er kan iets gebeuren dat alles in een ander licht brengt. Dat in oogschouw nemend is hieronder getracht een aantal belangrijke ontwikkelingen in kaart te brengen. Landelijke ontwikkelingen 3.1.Globalisering Door het wegvallen van ‘grenzen’ (soms letterlijk, soms gevoelsmatig door toegenomen mobiliteit, media, interactie met andere culturen) is de samenleving opener en complexer geworden. Mensen zijn niet langer onderdeel van één strak omkaderde groep met eigen normen en waarden. Dit biedt kansen maar (voor een deel) ook onrust. Het leidt veelal tot een andere behoefte aan nabijheid, geborgenheid en identiteit. Deze ontwikkeling is al lang aan de gang. 3.2. Veranderende ‘volksaard’ Burgers zijn mondiger, roeren zich vaker en denken mee bij ontwikkelingen. Veel burgers willen tevens meer ruimte voor een eigen levensstijl en eisen aan de andere kant nadrukkelijkere grenzen voor de effecten van de levensstijl van een ander. Burgers zijn minder snel tevreden en er leeft bij velen een gevoel van wantrouwen/cynisme tegenover de politiek, of dat nu lokaal of landelijk is. Er worden dan ook andere en hogere eisen gesteld aan de overheid, ook aan de lokale. Daarbij is een samenleving aan het ontstaan die polariseert. Groepen burgers zijn het met elkaar oneens en laten dat weten. In het collegeprogramma van Alblasserdam wordt hier ook aandacht voor gevraagd in het hoofddossier ‘meedoen’. 3.3 Overheid niet langer alleen aan het roer De tijd dat de overheid aan het roer zat is voorbij. Een gemeente die luistert naar haar burgers en met ze samenwerkt is een krachtigere overheid. Het versterken van de uitvoeringskracht bijvoorbeeld door het aangaan van externe coalities met (maatschappelijke) partners is voor alle partijen in Alblasserdam een belangrijk thema. Externe partners, zoals bijvoorbeeld woningcorporaties, groepen betrokken burgers of bedrijfsleven, brengen expertise en ervaring in die in de eigen ambtelijke organisatie ontbreekt en zij kunnen voor groter draagvlak zorgen. Tegelijkertijd kunnen deze partners aan de voorkant meedenken, meewerken en in bepaalde gevallen zelfs meebeslissen. Deze verschillende niveaus van burgerparticipatie komen ook hun positie ten goede. 3.4. Economische ontwikkelingen De wereldwijde economische crisis is bezig zijn weerslag te krijgen op Alblasserdam. Reeds bij aanvang van de nieuwe collegeperiode is duidelijk dat er zwaar weer op komst is en dat rijksbezuinigingen in Alblasserdam zullen leiden tot een forse aanvullende en structurele bezuinigingstaakstelling. In deze collegeperiode zal rekening moeten worden gehouden met een bezuinigingstaakstelling vanuit het Rijk structureel vanaf 2012 voor een bedrag van tussen de € 1,1 en de € 2,1 miljoen op een totaal van € 40 miljoen. De werkloosheid in de Drechtsteden neemt als gevolg van de crisis toe en ook daar zullen we een antwoord op moeten hebben. Daarbij heeft de economische crisis effecten op bijvoorbeeld de woningbouw en krijgen bedrijven het zwaar. Tenslotte neemt mede als gevolg van de economische crisis de aandacht voor duurzaamheid toe. Ook worden andere vormen van economie belangrijk. Gemeentes en regio’s steken er veel energie in om hun gebied op de kaart te zetten en zo toeristen te trekken en daar ook geld aan te verdienen. Op die manier worden andere inkomstenbronnen aangeboord. 3.5. Politieke ontwikkelingen Zelden heeft de Nederlandse politiek zulke roerige tijden beleefd als de afgelopen 10 jaar. Gevestigde partijen hebben, sinds 2000, ingeleverd ten gunste van de nieuwe politiek van eerst de LPF van Pim Fortuijn en recent met name de PVV. Ook met de gemeenteraadsverkiezingen zien we een verschuiving; juist veel lokale partijen hebben het heel goed gedaan ten koste van de landelijke
-5-
partijen. Ontwikkelingen op beide niveaus hebben invloed op de bestuurlijke verhoudingen op lokaal niveau. Tegelijkertijd zien we, doordat de samenstelling van gemeenteraden en colleges is veranderd, een veranderende kijk op bijvoorbeeld samenwerking tussen gemeenten. 3.6 Plannen kabinet Rutte-Verhagen De ingrijpende maatregelen in het regeerakkoord geven de gemeenten een grotere maatschappelijke rol. Jeugdzorg, zorg (delen van de AWBZ) en één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt leiden tot een aanzienlijke verbreding van het takenpakket van de gemeenten. Veel gemeenten zullen elkaar moeten opzoeken om de uitbreiding van taken aan te kunnen. Verder komt er bijvoorbeeld één Randstadprovincie, wordt de WGRplus afgeschaft en mogen per terrein ten hoogste twee bestuurslagen betrokken zijn bij het zelfde onderwerp. Voorts komt het kabinet met voorstellen over vermindering van het aantal bestuurders en volksvertegenwoordigers. Gemeentelijke herindeling mag alleen van onderaf tot stand komen. Het is van belang om bij het bepalen van de keuze voor de bestuurlijke toekomst, hier rekening mee te houden. 3.7 Landelijke discussie over herinrichten openbaar bestuur Uit de discussie Thorbecke 2.0 die de VNG voerde kwam de resolutie ‘het perspectief van gemeenten’. Belangrijke punten daarin waren dat een sterke gemeente als eerste overheid dicht bij de burgers moet staan, dat burgers en bedrijven een grotere rol moeten krijgen en dat het takenpakket van gemeenten moet worden versterkt, vooral wat betreft werk, zorg, jeugd, veiligheid en water. Met een groot deel van de resolutie werd op het VNG-congres door de leden ingestemd, maar juist het hoofdstuk waarin een visie op de toekomst van het openbaar bestuur werd gegeven werd niet aangenomen. Met VNG-leden wordt nu juist daarover een discussie gevoerd. 3.8 Mediatisering van de samenleving Internet en social media hebben de samenleving veranderd. Nieuws is bij ons op het moment dat het gebeurt, mensen van over de hele wereld houden contact met elkaar en op allerlei forums kan iedereen zijn mening geven over van alles. Of en hoe de overheid daar rekening mee moet houden is een vraag waarop nog geen eenduidig antwoord is gegeven. Ondertussen twitteren bestuurders, ambtenaren en burgers vrijelijk over alles wat ze bezighoudt en worden lokale overheden onder de loep genomen op nieuwsfora. Burgers hebben tevens, als onderdeel van deze ontwikkeling, steeds meer de behoefte aan moderne manieren van informatieoverdracht en dienstverlening, ook vanuit de lokale overheid. 3.9 Demografische ontwikkelingen De samenstelling van de Nederlandse bevolking verandert. Vergrijzing zorgt voor een in verhouding minder grote beroepsbevolking en waar sommige regio’s nog hard groeien zien we in het noorden en zuiden van het land al problemen met betrekking tot een krimpende bevolking. Overheden en het bedrijfsleven moeten in die regio’s hiermee om kunnen gaan. Hoe precies deze ontwikkelingen zullen gaan in onze regio is nog onduidelijk. Er wordt ook voor de Drechtsteden op een gegeven moment krimp verwacht en ook in de Alblasserdamse samenleving worden de gevolgen van de vergrijzing zichtbaar. Dat laatste vraagt een andere dienstverlening van de overheid. Daartegenover staan echter immigratiestromen en de blijvende aantrekkingskracht van het groene hart van de Randstad voor veel mensen. De verwachting is dan ook dat de Alblasserdamse bevolking voorlopig zal blijven groeien.
Ontwikkelingen lokaal 3.10 Ontwikkelingen in de Drechtsteden De laatste tijd is de samenwerking binnen de Drechtsteden door verschillende instanties tegen het licht gehouden. Zo deed de commissie Meijdam een externe visitatie en heeft de commissie Scholten II van binnenuit de samenwerking bekeken. Hoewel er allerlei inhoudelijke aanbevelingen waren die uit al die onderzoeken zijn gekomen, staat de regionale samenwerking in principe niet ter discussie. De samenwerkende gemeenten zien de samenwerking als nuttig. Wel zijn er ontwikkelingen binnen de Drechtsteden die nopen tot reflectie. De gemeenteraadsverkiezingen zorgen voor een natuurlijk moment, ook binnen de Drechtsteden. De wisseling van de wacht binnen de Drechtsteden naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen heeft gezorgd voor een gewijzigde stemming binnen het netwerk. Bij vooral ‘nieuwelingen’ in het netwerk zien we
-6-
een verminderd gevoel van eigenaarschap en bij veel deelnemers aan het netwerk leeft in aansluiting daarop het idee dat het beheer en de controle in de Drechtsteden versterking behoeft. Er zijn verschillende politieke opvattingen over de samenwerking. Deze divergerende opvattingen in de regio zorgen ervoor dat nog niet uitgekristalliseerd is waar ‘we’ met het netwerk naartoe willen. Dat is een discussie die noodzakelijk is en volgens het Drechtstedenbestuur snel moet plaatsvinden. Daarom is een traject in gang gezet, waarin het Drechtstedenbestuur met in eerste instantie colleges, maar zeker ook met raden, in gesprek gaat over de koers van de Drechtsteden. Ook de Drechtsteden krijgen te maken met de economische crisis en een eventuele extra taakstelling van het nieuwe kabinet. De opbrengst van het Innovatie Programma Drechtsteden dat tenminste een deel van die bezuinigingen moest opbrengen lijkt vooralsnog onvoldoende. Het DSB heeft de opdracht gegeven naast de uitwerking van de businesscases te kijken naar wat verdergaande samenwerking oplevert. Voorts is de Drechtsteden gestart met een eigen traject richting een visie op zijn toekomst. De organisatie van de Drechtsteden denkt samen met het DSB na over een nieuwe koers. Op ambtelijk topniveau wordt hier n.a.v. de DSB/NDD conferentie van 30 september hard aan gewerkt. De komst van de nieuwe concerndirecteur bedrijfsvoering is een belangrijke in het op orde brengen van de basis, als voorwaarde voor verdere doorontwikkeling van het netwerk. 3.11 Ontwikkelingen ZHZ Op de schaal van Zuid-Holland-Zuid, het gebied dat bestaat uit de Hoekse Waard, de Drechtsteden en de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, kennen we diverse gemeenschappelijke regelingen, waarin de gemeente Alblasserdam, samen met 18 andere gemeenten, deelneemt. Het betreft de (wettelijke) Veiligheidsregio, de omgevingsdienst (waarin ook de provincie deelneemt) en de GR ZuidHolland-Zuid, met de GGD, Bureau leerplicht en voortijdig schoolverlaten (BLVS) en de Ambulancedienst. Deze gemeenschappelijke regelingen nemen overigens hun ‘interne diensten’ af bij het SCD, dat onderdeel is van de GR Drechtsteden. Zeker in het licht van de decentralisatie van Rijkstaken, die het kabinet heeft aangekondigd, wordt momenteel bezien hoe de toekomst van de GR Zuid-Holland-Zuid het beste kan worden vormgegeven. Er zijn wat dat betreft diverse mogelijkheden. In de afweging zullen inhoudelijke overwegingen (de samenhang in de inhoudelijke opgave van de deelnemende gemeenten) maar ook efficiencyargumenten een rol spelen. Er is een duidelijke samenhang met de doorontwikkeling van de GR Drechtsteden, die daarom ook een rol speelt in het afwegingskader. Het is de verwachting dat in de loop van 2011 meer duidelijk wordt over deze ontwikkeling. 3.12 Acties omliggende gemeenten Ondertussen zijn de afzonderlijke Drechtstedengemeenten ook bezig met om zich heen te kijken. Een groot gat in de financiën van de Volgerlanden noodzaken Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht om te overwegen of bijvoorbeeld herindeling de oplossing van het probleem is, of dat er een andere oplossing is die bestuurlijke eenheid brengt. Ook Sliedrecht is voorzichtig met HardinxveldGiessendam in gesprek over eventuele samenwerking. De vraag is, als hier concrete acties uit voortkomen, wat de positie van Papendrecht en Alblasserdam dan is. De colleges van deze gemeenten zoeken elkaar actief op. Daarbij is de andere buurgemeente, het samenwerkingsverband De Waard, ook in ontwikkeling. De gemeentelijke herindeling van die drie gemeenten staat op stapel, maar samenwerking met Alblasserdam is voor deze gemeenten niet uitgesloten.
-7-
4. Afwegingenkader Om de discussie op een goede manier te kunnen voeren heeft de Alblassersamse raad nagedacht over een afwegingenkader. Iedere ontwikkeling die op Alblasserdam afkomt en ieder scenario dat als mogelijkheid wordt aangeboden moet ergens aan worden getoetst. Hoewel er natuurlijk geen vastomlijnd kader zal komen te liggen waar iedereen het over eens is en waarbinnen alle scenario’s zullen moeten vallen, is de raad het er globaal over eens dat de volgende vijf criteria in ieder geval onder de loep moeten worden genomen bij de afweging tussen mogelijke scenario’s. De kernvragen bij ieder criterium zijn hierbij ondersteunend. Als scenario’s gewogen moeten worden, kunnen deze vragen gesteld worden om tot een oordeel te komen. Deze criteria geven daarnaast houvast als er belangrijke ontwikkelingen op Alblasserdam afkomen die de urgentie van dit vraagstuk nog verder verhogen. Uiteindelijk wordt per fractie bepaald hoe belangrijk de criteria zijn, dit is een politieke afweging die per fractie kan verschillen. Uiteraard wordt naast dit afwegingenkader rekening gehouden met (landelijke) wet- en regelgeving en zal bij ieder scenario worden gekeken naar de inpasbaarheid in kabinetsplannen met betrekking tot de bestuurlijke toekomst van Nederland. 1. Oog voor identiteit Kernvragen bij dit criterium • Is er, als voor dit scenario gekozen wordt, sprake van emotie bij de Alblasserdamse burgers? • Vindt door de keuze voor dit scenario een (indien mogelijk objectief vast te stellen) onwenselijke verandering in de identiteit van de gemeenschap of het dorp plaats? • Is er in dit scenario ruimte voor het dorp Alblasserdam? Met andere woorden: Blijft het dorp in een bepaalde vorm bestaan en kunnen de inwoners nog zeggen dat ze Alblasserdammer zijn? toelichting Voor velen is de identiteit van Alblasserdam meer een gevoel dan een objectief gegeven. Voor iedereen is het in ieder geval helder dat Alblasserdam in ieder geval iets van een identiteit heeft. De discussie over die identiteit in 2007 uitgebreid gevoerd. Alblasserdam, zo werd geconcludeerd, is de brug naar de Alblasserwaard in de netwerkstad Drechtsteden. Het ene been is stevig verankerd in het lokale en eigene van de plattelandsgemeente; het andere been staat middenin een zich ontwikkelend netwerk met stedelijke kenmerken. Of en hoe een beslissing over de bestuurlijke toekomst de Alblasserdamse identiteit zal beïnvloeden is niet duidelijk. Dat heeft er vooral mee te maken dat die identiteit en het denken daarover raakt aan emoties en gevoelens van mensen. Hoewel het gemeenschappen en niet noodzakelijk gemeentes zijn die een identiteit hebben, zijn er scenario’s met betrekking tot de bestuurlijke toekomst te bedenken die voor veel inwoners iets met die identiteit zullen doen, ook al is het niet objectief vast te stellen dat er iets in het dorp verandert. Daar moet te allen tijde oog voor zijn. Velen zouden het niet wenselijk vinden als een keuze met betrekking tot de bestuurlijke toekomst van Alblasserdam de identiteit zou aantasten. 2. Afstand bestuur-burger Kernvragen bij dit criterium • Blijft, bij de keuze voor dit scenario, het lokale bestuur bekend, zichtbaar en aanspreekbaar voor de Alblasserdamse burgers? • Weten, in dit scenario, de lokale bestuurders wat er in de Alblasserdamse gemeenschap speelt? Toelichting Hoewel gelieerd aan het eerste criterium, is dit criterium toch opzichzelfstaand. De afstand tussen bestuur en burger heeft immers niet noodzakelijk iets te maken met de identiteit van het dorp, al is er duidelijk wel een verband en zelfs een overlap. Een bestuur dat op grote afstand staat van zijn burgers is niet wat de Alblasserdamse raad wil. Vooral voor participatie en binding van de gemeenschap is dit criterium van belang. Het Alblasserdamse bestuur heeft altijd erg dicht op de gemeenschap gezeten en deze ook mede gevormd. De vraag: ‘scheurt er niet iets in die gemeenschap, als er geen lokaal bestuur meer zou zijn in het dorp? is dan ook een zeer relevante in deze context.
-8-
3. Adequate omgang met gemeenschapsgelden Kernvragen bij dit criterium • Wat levert dit scenario de Alblasserdamse gemeenschap (hetzij in financiële zin, hetzij in de zin van behoud van/ investeringen in zaken die van belang zijn) op en is dat in de ogen van bestuur én burgers voldoende? • Is er in het scenario sprake van doelmatig en doeltreffend financieel beleid? • In hoeverre draagt dit scenario bij tot een situatie waarin de gemeente Alblasserdam financieel gezond blijft? Toelichting Het geld dat je als gemeentelijke overheid in handen hebt, is van de burger en dat moet je goed en weloverwogen uitgeven. Dit criterium betekent niet dat noodzakelijk moet worden gezocht naar de ‘goedkoopste’ oplossing voor Alblasserdam. Immers, veel dingen die van waarde zijn voor een samenleving of gemeenschap zijn of niet in geld uit te drukken, of kosten geld, maar leveren wat anders op. Wel moet, welk scenario ook gekozen wordt, duidelijke lijnen worden aangegeven met betrekking tot het uitgeven van gemeenschapsgelden. Een sober en doelmatig beleid is, wat er ook gebeurt,van groot belang. 4. Kwaliteit dienstverlening Kernvragen bij dit criterium • Merken burgers of bedrijven dat er in ongunstige of gunstige zin iets verandert in de gemeentelijke dienstverlening in dit scenario? • Kan in dit scenario de dienstverlening voldoende betrouwbaar en dichtbij de burgers en de bedrijven worden gerealiseerd? Toelichting Dat er toegewijde en toegeruste ambtenaren voor de burger werken, dat is volgens velen belangrijk. Het loket dichtbij en de service goed: de kwaliteit van de dienstverlening staat hoog in het vaandel en moet wat betreft de meeste raadsleden hoog in het vaandel blijven staan, welke toekomst er ook is weggelegd voor Alblasserdam. Dat houdt voor velen in dat wat betreft dienstverlening de burgers en zeker ook de Alblasserdamse bedrijven, eigenlijk niets mogen merken als er bestuurlijke verandering plaatsvindt. Immers, in alle scenario’s hebben Alblasserdamse burgers en bedrijven evenveel recht op de maximale inspanning van hun lokale overheid om een zo adequaat mogelijke dienstverlening aan te bieden. 5. Invloed bestuurlijke drukte Kernvragen bij dit criterium • Is er in dit scenario sprake van adequate en snelle besluitvormingsprocessen? • Is er in dit scenario sprake van vermindering of tenminste handhaving van het huidige aantal bestuurslagen waar Alblasserdam mee te maken heeft? • Hebben de onderscheiden bestuurslagen in dit scenario elk een toegevoegde waarde in het kader van de bestuurskracht? Toelichting Wat de toekomst van Alblasserdam ook moge zijn, er moet in ieder geval gekeken worden naar hoe in een eventueel scenario de bestuurlijke drukte zich houdt. Komen er meer bestuurslagen, moeten dezelfde ambtenaren en bestuurders in verschillende gremia dezelfde zaken bespreken, of weten we het juist te beperken tot een of twee bestuurslagen? Een stroperig systeem is niet wat Alblasserdam voor ogen staat in de afweging tussen de scenario’s. Zo mogelijk moet daarom een scenario gekozen worden waarin efficiënt en doeltreffend besluitvorming plaats kan vinden.
-9-
5. Proces 5.1. Stappen Om deze discussie gedegen te voeren moeten zorgvuldig een aantal stappen worden gezet. Deze startnotitie is de eerste stap. 1. Startnotitie Deze startnotitie kan worden gezien als de aftrap van dit traject. 2. Verkennende Workshop raad en college Besloten workshop onder leiding van een externe deskundige waarin drie vragen aan de orde komen: 1. Welke scenario’s zien we voor ons? 2. Wat is het afwegingenkader waarmee we gaan werken? 3. Welke informatie is verder nodig om een goede discussie hierover te voeren? Raad en college zullen actief deelnemen aan deze workshop. Het MT en concernstaf ondersteunen. Voorafgaand aan de workshop zal de startnotitie met een vertrouwelijke memo naar de raad gaan. Om deze discussie echt goed te kunnen voeren, moeten politici buiten vertrouwde kaders gaan denken, andere invalshoeken durven kiezen, anders zijn verkennende fase en eindfase niet verschillend. 3. Openbare discussie aan de hand van de startnotitie In de openbaarheid kunnen fracties hun mening geven over de startnotitie en het daarin aangegeven traject. Dit zal plaatsvinden in een reguliere raadsvergadering waar de startnotitie als ingekomen stuk op de agenda zal staan. 4. Bedenken scenario’s Parallel aan de derde stap gaat de werkgroep aan de slag met mogelijke scenario’s 5. Discussie over scenario’s In een openbare Bijeenkomst voor Informatie en Opinie zal de raad in gesprek gaan over de scenario’s die door de werkgroep zijn ingebracht. Centrale vraag is of dit de scenario’s zijn waar we de discussie over gaan voeren. Over deze bijeenkomst zal actief worden gecommuniceerd naar de Alblasserdammers en zij worden uitdrukkelijk uitgenodigd om aan deze bijeenkomst deel te nemen. 6. Advies De werkgroep zal, ondersteund door de ambtelijke organisatie, komen tot een advies/ discussiedocument waarin de verschillende scenario’s zullen worden getoetst aan de in deze startnotitie genoemde criteria 7. Discussie met de burger. Er zal een avond in Landvast worden belegd waarin de raad met de Alblasserdamse burgers in gesprek gaat over het bij 6 genoemde document. 8. Slotdebat (eventueel besluitvorming) De raad zal zich aan het eind van het traject, iedereen gehoord hebbende, uitspreken over de toekomst van Alblasserdam. Welke vorm die uitspraak precies aan zal nemen, is nog onbekend. 5.2. Planning Datum 14 december 2010 22 februari 2011 februari- maart 2011 12 april 2011 mei-augustus 2011 september 2011 27 september 2011
Activiteit 2. Verkennende workshop raad en college 3. Openbare discussie aan de hand van de startnotitie 4. Onderzoek scenario’s door werkgroep 5. Discussie over scenario’s 6. Advies 7.Discussie met de burger 8. Slotdebat (eventueel besluitvorming)
- 10 -
5.3 Deelnemers Raad en college zijn de belangrijkste spelers in deze discussie. Zij zullen gaan komen tot een bepaald standpunt. Van de ambtelijke organisatie en dan met name van het MT wordt ook een actief en proactief meedenken verwacht. Medewerkers zullen door hun afdelingshoofden goed worden geïnformeerd over de voortgang van dit traject. Ten slotte zijn de Alblasserdamse burgers en bedrijven van belang in deze discussie. Het gaat ook over de toekomst van hún dorp. 5.4 Organisatie Er is een voorbereidingsgroep, bestaande uit één raadslid per partij, een wethouder, de gemeentesecretaris, de burgemeester en de griffier. Zij zullen dit proces in goede banen leiden en houden. De gemeentesecretaris, de burgemeester en de griffier, zullen de lopende zaken in de gaten houden en zoveel mogelijk terugkoppelen naar de voorbereidingsgroep. De ambtelijke organisatie ondersteunt en geeft advies. Belangrijk is de ‘blik van buiten’. In ieder geval op 1 moment in het traject iemand van buiten inschakelen om te prikkelen en blikken te laten verschuiven. De burgemeester kan niet in alle gevallen de discussies voorzitten, omdat hij zelf een belangrijke speler is in dit traject. 5.5 Relatie andere trajecten Dit traject staat in verbinding met een aantal andere trajecten die lokaal en regionaal spelen. • In de eerste plaats is er natuurlijk het traject richting de perspectiefnota 2012. De ombuigingstrajecten die richting die perspectiefnota worden vormgegeven hangen samen met de discussie over de bestuurlijke toekomst. • Dan is er het IPD (innovatieprogramma Drechtsteden). Daarvoor wordt, mede in relatie tot het programma Netwerkdemocratie een netwerkperspectief ontwikkeld. • ZHZ • Toekomstvisie Drechtsteden De gemeentesecretaris en de burgemeester zullen de samenhang tussen deze trajecten en het toekomsttraject Alblasserdam borgen door hun positie in het College van B&W, het Drechtstedenbestuur en de Netwerkdirectie Drechtsteden.
- 11 -
Bestuurlijke toekomst Alblasserdam
Discussienotitie Bestuurlijke Toekomst Alblasserdam
7 juli 2011
1
Oog voor identiteit Onderbouwing door de voorbereidingsgroep
In het gesprek over identiteit maakt de voorbereidingsgroep onderscheid tussen de identiteit van de gemeenschap die Alblasserdam vormt en de emotie die bij de verschillende scenario’s wordt beleefd. De identiteit van de Alblasserdamse gemeenschap is bepaald door een sterk dorpsgevoel en gemeenschapsleven. Deze identiteit verandert op zich niet door een keuze in bestuurlijke variant. De directe betrokkenheid van bestuur met de gemeenschap is ondersteunend aan de lokale identiteit, bijvoorbeeld ten aanzien van lokaal verenigingsleven. Schaalvergroting als gevolg van fusie (kosteneffectiviteit) zet de verbinding met lokale identiteit onder druk door grotere afstand bestuur-burger. Bij iedere verandering, ook in bestuurlijke organisatie, speelt emotie een belangrijke rol. Daarbij is gesteld dat de mate van verandering (schaalsprong, gelijksoortigheid partner) de kracht en richting van de emotie bepaalt. Een fusie tot een Drechtsteden-Noord zou door een gelijke historie en maatschappelijke en sociale overeenkomst mogelijk leiden tot minder emotie dan een fusie met de Alblasserwaard of nog sterker een fusie tot een Drechtstad. Dat er vragen zijn bij de houdbaarheid van de huidige bestuurlijke structuur van Alblasserdam gegeven de inhoudelijke, financiële en kwalitatieve vraagstukken en dat er daarom wordt nagedacht over de bestuurlijke toekomst van Alblasserdam is uitlegbaar. Dat er negatieve beleving is bij de vorming van één Drechtstad wordt onderkend. Het scenario waarin Alblasserdam bestuurlijk zelfstandig blijft en ambtelijk regie voert, is in zijn beschreven vorm neutraal en veilig, ware het niet dat dit scenario mogelijk als opmaat voor bestuurlijke fusie naar één Drechtstad wordt beschouwd.
2
Oog voor identiteit Karakteristieken
Identiteit is meer een gevoel dan een objectief gegeven. Kernvragen: - Welke emotie leeft er in de gemeenschap bij een keuze? - Vindt er onwenselijke verandering in identiteit plaats? - Blijft er ruimte voor het dorp Alblasserdam? NB: Identiteit wordt ook beleefd als bestuurlijke nabijheid, deze komt terug bij afstand bestuur – burger.
groot
C
Oog voor identiteit
- Betreft ambtelijke organisatie en daarmee neutraal (eigen bestuur) - Scenario beschouwt als mogelijke opmaat voor bestuurlijke fusie veroorzaakt negatieve emotie
C Alblasserdam in de Alblasserwaard - Weinig overeenkomst en emotionele binding met Alblasserwaard - Emotie tegen schaalvergoting door fusie, vormt zeer groot gebied
E Drechtstad
Relatieve afweging scenario’s (*
D
B Bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie:
- Gemeenschappelijke historie en maatschappelijke en sociale vraagstukken geven overeenkomst in identiteit - Emotie tegen schaalvergroting door fusie - Wordt mogelijk gezien als opmaat voor Drechtstad
- Gevolgen voor identiteit - Beleving van emotie
B
- Dorps karakter met eigen bestuur direct gericht op gemeenschap en ondersteuning lokale identiteit
D Drechtsteden-Noord
Overwegingen bij varianten:
A
A Alblasserdam blijft Alblasserdam zoals het is
E klein
- Dorp ‘vervalt’ tot wijkniveau - Emotie tegen schaalvergroting door fusie - meer gedifferentieerde problematiek van stedelijk gebied leidt tot minder aandacht voor specifieke vraagstukken
(* De relatieve afweging van de scenario’s is gebaseerd op de inhoudelijke argumenten uit de rechtertabel. Deze relatieve positionering heeft als doel het ondersteunen van het debat met de Raad en bevolking van Alblasserdam en omvat geen politieke voorkeur/afweging.
3
Afstand bestuur – burger Onderbouwing door de voorbereidingsgroep
Hoewel gerelateerd aan het kader van identiteit, is dit criterium toch op zichzelf staand. De afstand tussen bestuur en burger heeft immers niet noodzakelijk iets te maken met de identiteit van het dorp, al is er wel een duidelijk verband. In het algemeen is binnen de voorbereidingsgroep gesteld, dat naarmate de gemeente groter wordt, de afstand tussen bestuur en burger groeit. De omvang van de gemeente is daarmee bepalend voor de afstand van bestuur. Deze stelling wordt door cijfers over opkomstpercentages bij gemeenteraadsverkiezingen geïllustreerd. De afstand tussen burger en bestuur is ook ingegeven door de veelsoortigheid aan vraagstukken waarover de bestuurlijke aandacht wordt verdeeld. Een scenario waarin beoogde fusiepartners een gelijkwaardige historie of problematiek kennen, heeft daardoor de voorkeur boven een scenario waarbij een veelheid aan vraagstukken bestaat. Een fusie tot één Drechtstad leidt tot een te grote verscheidenheid aan vraagstukken. De aandacht van bestuurders voor de burger van Alblasserdam komt tevens voort uit de positie van Alblasserdam in de te vormen entiteit. Is Alblasserdam zelfstandig met een eigen bestuur, of vormt het een kern binnen een geheel of slechts een wijk. De omvang van het dorp Alblasserdam in het geheel is daarbij bepalend. De bestuurder zal de aandacht moeten verdelen over meerdere kernen of wijken. Een grotere afstand tussen bestuur en burger heeft echter niet alleen een negatieve connotatie: een (te) kleine afstand heeft ook een nadeel: bestuurlijke pretentie om te veel dingen die leven in de samenleving te gaan oplossen; mis match met ambtelijke capaciteit. Een toenemende afstand tussen burger en bestuur is met gerichte maatregelen als burgerparticipatie en interactief bestuur (incl. nieuwe media) te compenseren. In de waardering van de scenario’s zijn voor het positioneren van de scenario’s deze compenserende maatregelen niet meegenomen.
4
Afstand bestuur – burger Karakteristieken
Participatie en binding met de lokale gemeenschap.
A Alblasserdam blijft Alblasserdam zoals het is B Bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie:
Kernvragen: -Blijft lokale bestuur bekend, zichtbaar en aanspreekbaar? -Weten bestuurders wat in lokale gemeenschap speelt? En vice versa?.
- 19.000 inwoners. Oppervlak is 9.92 km2, Opkomst% ‘10 = 57.2% - Lokale bestuur is zelfstandig en zit dicht op lokale gemeenschap - Bestuurders zijn zichtbaar, aanspreekbaar en bekend.
C Alblasserdam in de Alblasserwaard - 48.000 inwoners. Oppervlakte is 136 km2, Opkomst% ‘10 Liesveld=68.5%, Graafstroom=72.6%, Nieuw-Lekkerland=69.5% - Alblasserdam vormt de grootste kern van een landschappelijk gebied bestaande uit 17 kernen. - Verdeelsystematiek (politieke aandacht, wie krijgt wat) is lastig. - Aandacht voor de bijzondere positie van Alblasserdam in de brugfunctie naar landelijk gebied.
Overwegingen bij varianten: - Omvang gemeente (aantal inwoners, oppervlakte) - Zelfstandig of kern of wijk - Gelijkwaardigheid qua historie, ruimtelijke en maatschappelijke problematiek
D Drechtsteden-Noord
Relatieve afweging scenario’s (*
A B klein
C
D
Afstand bestuur - burger
E
E groot
- 75.000 inwoners. Oppervlakte is 35 km2, Opkomst% ’10: Papendrecht=50.7%, Sliedrecht=54.5% - Drie ‘gelijkwaardige’ gemeenten qua historie, ruimtelijke en maatschappelijke problematiek, aantal inwoners. - Alblasserdam de kleinste van de drie gemeenten, politieke oriëntatie daardoor minder prominent gericht op Alblasserdam. - Bestuur mogelijk minder zichtbaar en aanspreekbaar. Drechtstad - 265.000 inwoners. Oppervlak is 169 km2 - Opkomst% ’10: Dordrecht= 50.8%, HIA=56.4%, Zwijndrecht=48.7% - Alblasserdam wordt één van de wijken van Drechtstad. - Bestuur mogelijk minder zichtbaar en aanspreekbaar
5
Adequate omgang met gemeenschapsgelden Onderbouwing door de voorbereidingsgroep
Het duiden van de consequenties van de scenario’s op de doelmatigheid van de gemeente lijkt op het eerste oog eenvoudig met objectieve cijfers te onderbouwen. Discussie over dit onderwerp in de voorbereidingsgroep laat zien dat eenduidige beantwoording toch lastig is. Deels komt dat doordat uitgaven samenhangen met de gewenste kwaliteit van gemeentelijke voorzieningen en taakuitvoering en niet zozeer direct zijn gerelateerd aan bestuurlijke scenario’s. De financiële gezondheid van Alblasserdam is mede gerelateerd aan bestuurlijke (vervolg-)keuzes en ambities. Wel zijn er verwachtingen bij de ontwikkeling van woonlasten en het vermogen om kosten te beperken en inkomsten te genereren, die verbonden zijn aan de keuze voor een scenario. Ook de financiële gezondheid van eventuele fusiepartners speelt in de discussie over bestuurlijke toekomstscenario’s een rol. De verwachte gevolgen voor de woonlasten voor burgers is dat, bij gelijkblijvend beleid, deze zich zal gaan bewegen naar het (gewogen) gemiddelde van de toekomstige fusiegemeente. De vergelijking van woonlasten tussen gemeenten is gebaseerd op de COELO Atlas van lokale lasten. Door de voorbereidingsgroep is onderkend dat het vermogen om gegeven ambities zowel kosteneffectief te organiseren als inkomsten te genereren door middel van lobby gerelateerd is aan de keuze voor een bestuurlijk scenario. De gedachte is dat een grotere partij meer lobbykracht en betekenis heeft dan een kleine zelfstandige partij zoals Alblasserdam die vormt. Vraagstuk daarbij is wat de ideale schaalgrootte van een gemeente vormt. Dé ideale schaalgrootte bestaat echter niet en is afhankelijk van het taakveld en het zelforganiserend vermogen van bestuur en organisatie (*. Ten behoeve van de beeldvorming is de financiële gezondheid van eventuele fusiepartners bepaald door kengetallen als omvang eigen vermogen, schuldpositie, risico door grondexploitatie en resultaat begroting. Een exact beeld over de financïele gezondheid vraagt nader onderzoek (‘due dilligence’). De bestuurlijke scenario’s hebben direct invloed op de hoogte van de ontvangen uitkering uit het gemeentefonds (€ 400.000 per zelfstandige gemeente). Ook hebben de scenario’s direct impact op de omvang van bestuur en de daaraan verbonden kosten en bestuurlijke drukte. Deze directe effecten zijn op de totale begroting van de Drechtsteden echter minimaal en worden daarmee niet als wezenlijk van belang voor de te maken afweging geacht. In enkele beschouwingen wordt een schaalgrootte tussen 20.000 en 80.000 inwoners als meest doelmatig beschouwd (zie bv. Benchmark Berenschot 2010). In deze beschouwingen wordt uitgegaan van een gemeente die zelfstandig de taakuitvoering organiseert. Door het organiseren via samenwerkingsverbanden zijn genoemde getallen te nuanceren. De voorbereidingsgroep is van mening dat bovenstaande getallen dan ook niet leidend in de discussie zouden moeten zijn.
6
Verwachte gevolgen voor de woonlasten
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gemeente Gem. woonlasten (* aantal inw Alblasserdam € 745 19001 Dordrecht € 570 118421 Graafstroom € 851 9804 Hardinxveld- Giessendam € 743 17497 Hendrik-Ido-Ambacht € 735 26877 Liesveld € 829 9740 Nieuw-Lekkerland € 755 9525 Papendrecht € 658 31844 Sliedrecht € 600 24053 Zwijndrecht € 716 44366 *)
variant A B C D E
lasten € € € € €
Meerpersoonshuishouden, Coelo 2011
Gewogen gemiddelde scenario's 745 745 786 1,3,6,7 661 1,8,9 637 1,2,5,8,9,10
De verwachte gevolgen voor de woonlasten voor burgers is dat, bij gelijkblijvend beleid, deze zich zal gaan bewegen naar het (gewogen) gemiddelde van de toekomstige fusiegemeente
7
(bedragen x 1.000)
Reservepositie (€) Reserves % van balanstotaal - Balanstotaal Reserves % van totale lasten - Totale lasten Schuldpositie - langlopende schulden - vlottende passiva Netto schuld per inwoner Grondexploitaties % van balanstotaal Grondexploitaties % van totale lasten Resultaat voor bestemming 2011 Resultaat na bestemming 2011 Resultaat voor bestemming 2012 Resultaat na bestemming 2012 Resultaat voor bestemming 2013 Resultaat na bestemming 2013 Resultaat voor bestemming 2014 Resultaat na bestemming 2014
€ 514.194 60,29% € 852.808 113,47% € 453.171 € 319.698 € 193.605 € 126.093 -€ 0,175 14,72% 27,70% -€ 2.960 €3 -€ 3.540 €3 -€ 5.496 -€ 45 -€ 4.312 €3
€ 19.654 12,11% € 162.289 16,35% € 120.188 € 221.884 € 98.129 € 123.755 € 2,537 1,71% 2,31% € 366 € 143 -€ 590 -€ 625 € 15.432 -€ 2.393 -€ 3.448 -€ 3.109
€ 18.997 19,34% € 98.231 22,30% € 85.180 € 136.450 € 51.606 € 84.844 € 1,682 10,74% 12,39% -€ 1.790 -€ 195 -€ 1.919 -€ 1.512 -€ 2.024 -€ 2.377 -€ 4.026 -€ 3.991
€ 25.740 14,65% € 175.671 42,07% € 61.180 € 181.236 € 77.408 € 103.828 € 5,859 51,69% 148,42% -€ 3.167 -€ 2.204 -€ 3.054 -€ 2.864 -€ 3.493 -€ 4.057 -€ 4.240 -€ 4.805
€ 11.236 16,79% € 66.911 27,18% € 41.342 € 46.764 € 30.337 € 16.427 € 2,687 17,41% 28,18% -€ 1.143 -€ 603 -€ 736 -€ 411 -€ 877 -€ 618 -€ 855 -€ 657
€ 5.434 16,74% € 32.452 36,02% € 15.085 € 23.831 € 20.403 € 3.428 € 1,113 0,00% 0,00% -€ 152 €0 -€ 304 -€ 266 -€ 27 -€ 920 -€ 498 -€ 980
€ 12.584 36,95% € 34.054 67,88% € 18.538 € 19.508 € 16.804 € 2.704 € 0,865 12,39% 22,76% -€ 872 €0 € 135 € 157 -€ 160 -€ 168 -€ 217 -€ 220
€ 4.910 12,17% € 40.358 24,36% € 20.152 € 33.925 € 19.342 € 14.583 € 3,098 30,30% 60,67% € 27 €0 € 19 -€ 220 -€ 678 -€ 649 -€ 374 -€ 627
Ha rd Gie inxv sse eldnd am
ld L ie sve
ro o m Gr aa fst
uw -Le kke
r la nd
€ 23.666 33,47% € 70.710 40,09% € 59.038 € 73.666 € 18.123 € 55.543 € 1,726 6,10% 7,30% € 413 €0 -€ 276 -€ 627 -€ 835 -€ 1.177 -€ 1.342 -€ 1.613
Nie
Sli ed rec
ht
m Alb las se rda
-Id o-A He nd rik
ht en dre c Pa p
rec ht Zw ijnd
Do rdr
ec ht
mb ac
ht
BENCHMARK GEMEENTEN
Kengetallen gemeentelijke begroting
€ 15.300 25,19% € 60.738 30,62% € 49.968 € 44.413 € 33.583 € 10.830 € 2,063 26,31% 31,98% -€ 992 €0 -€ 1.194 -€ 114 -€ 391 -€ 129 -€ 592 -€ 156
Ten behoeve van de beeldvorming is de financiële gezondheid van eventuele fusiepartners bepaald door kengetallen als omvang eigen vermogen, schuldpositie, risico door grondexploitatie en resultaat begroting. Een exact beeld over de financiële gezondheid vraagt nader onderzoek (‘due dilligence’). 8
Adequate omgang met gemeenschapsgelden Karakteristieken
Zoeken naar doelmatige en sobere oplossing (niet altijd goedkoopste).
A Alblasserdam blijft Alblasserdam zoals het is
Kernvragen: - Wat levert het op (financieel, behoud van investeringen) voor bestuur én burgers? - Doelmatig en doeltreffend financieel beleid? - Blijft Alblasserdam financieel gezond?
B Bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie:
- Alblasserdam te klein/kwetsbaar voor specifieke taken
- Per taakveld differentiëren naar ideale schaalgrootte mogelijk
C Alblasserdam in de Alblasserwaard - Schaalgrootte Alblasserwaard (48.000 inwoners) betreft ondergrens voor behalen schaalvoordelen
Overwegingen bij varianten: - Vermogen om kosteneffectief te organiseren (schaalgrootte) - Vermogen om inkomsten te genereren met lobby - Financiële gezondheid fusiepartner - Gevolgen voor woonlasten burgers
D Drechtsteden-Noord - Krachtige ambtelijke basis voor differentiatie naar taken in regie
E Drechtstad - Mogelijk suboptimaal voor specifieke taken
Relatieve afweging scenario’s (*
B D E optimaal
C Adequate omgang met gemeenschapsgelden
A minimaal
9
Kwaliteit dienstverlening Onderbouwing door de voorbereidingsgroep
De voorbereidingsgroep is unaniem van mening dat de kwaliteit van dienstverlening bovenal een vraagstuk van organisatie van bedrijfsvoering betreft. Goede dienstverlening betekent snelle en adequate bediening van burgers en bedrijven. De wijze waarop het bestuur is georganiseerd is daarbij veel minder van belang. De bestuurlijke scenario’s hebben nauwelijks invloed op de kwaliteit van dienstverlening. Wel is gesteld dat samenwerking op het terrein van dienstverlening, door de omvang van benodigde investeringen in ICT en specifieke expertises, noodzakelijk is. Schaalgrootte dient hier de kwaliteit van dienstverlening. In de (reeds vastgestelde) regionale visie op dienstverlening is zowel nabijheid als ‘coleur locale’ als randvoorwaardelijk gesteld. Eén regionale dienstverlenende organisatie vereenvoudigt de realisatie van de regionale visie en de organisatorische samenwerking. Onderkend is dat in een kleinere gemeenschap als Alblasserdam de directe aanspreekbaarheid van bestuurders de kwaliteit van dienstverlening door burgers en bedrijven positief beïnvloedt.
10
Kwaliteit dienstverlening Karakteristieken
A Alblasserdam blijft Alblasserdam zoals het is Loket dichtbij en service goed Kernvragen: - Voldoende betrouwbaar en dichtbij? - Verandert de dienstverlening
- Eén regionale visie op dienstverlening, regionale organisatie nader te bezien - Lokaal bestuur dichtbij en benaderbaar
B Bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie: - Eén regionale visie en organisatie voor dienstverlening - Lokaal bestuur dichtbij
Overwegingen bij varianten:
C Alblasserdam in de Alblasserwaard
- Wijze van samenwerking (schaalgrootte, vorm van samenwerking) - Directe aanspreekbaarheid bestuurders
- Onvoldoende schaalgrootte/specifieke expertises - Geen vastgestelde regionale visie
D Drechtsteden-Noord - Eén regionale visie op dienstverlening, regionale organisatie nader te bezien - Grotere afstand tot bestuur
E Drechtstad - Eenduidige visie en organisatie voor dienstverlening - Grotere afstand tot bestuur
Relatieve afweging scenario’s (*
BEADC hoog
Kwaliteit dienstverlening
laag
11
Invloed bestuurlijke drukte Onderbouwing door de voorbereidingsgroep
Door de voorbereidingsgroep is gesteld dat de invloed van de scenario’s op bestuurlijke drukte primair wordt bepaald door het aantal bestuurslagen. In geval van samenwerking tussen zelfstandig bestuurlijke entiteiten is er door het ontstaan van een extra bestuurslaag sprake van een grotere bestuurlijke drukte dan bij een fusie tot één bestuurlijke entiteit. Binnen een samenwerkingsverband is het aantal zelfstandige partijen dat deelneemt een indicatie voor de bestuurlijke drukte. Een duidelijke rolneming van bestuurders helpt in de onderscheidde varianten om bestuurlijke drukte te voorkomen.
12
Invloed bestuurlijke drukte Karakteristieken
A Alblasserdam blijft Alblasserdam zoals het is Efficiënte en doeltreffende besluitvorming
B Bestuurlijk zelfstandig met ambtelijke regie:
Kernvragen: - Toegevoegde waarde van bestuurslagen? - Adquate en snelle besluitvormingsprocessen?
C Alblasserdam in de Alblasserwaard - Regionale bestuurslaag (DSB) - Zes deelnemende gemeenten
D Drechtsteden-Noord - Regionale bestuurslaag - Vier deelnemende gemeenten
Overwegingen bij varianten: - Aantal bestuurslagen - Aantal deelnemende partijen
E Drechtstad - Lokaal bestuur = regio bestuur
Relatieve afweging scenario’s (*
E laag
D
A B C
Bestuurlijke drukte
hoog
13