Clubblad van de TWENTSE MOTOR CLUB aangesloten bij de KNMV koninklijk goedgekeurd september 2015 44ste Jaargang
BESTUUR T.M.C. VOORZITTER SECRETARIS PENNINGMEESTER EVENEMENTEN BESTUURSLID PR ALGEMEEN: WEBMASTER ERELEDEN
:Jan Willem Aardema 06-25053624 E-mail:
[email protected] : Hennie van der Sluis 06 - 45526418 E-mail:
[email protected] :Mark Wolters 06 - 24108900 E-mail:
[email protected] :Henk Smelt 06 - 44980173 E-mail:
[email protected] : Vacant :Jos Bonke 053 - 4775 776 E-mail:
[email protected] : Ellen Scholten 06 - 51803839 E-mail:
[email protected] : D. Horstman C. Koopmans e
Clubavond
: Elke 2 donderdagavond van de maand bij Café De Buren Beckumerstraat 2, Boekelo Telefoon: 053-4281202 : Postbus 409, 7500 AK Enschede :
[email protected] : www.twentsemotorclub.nl : A.B.N.592216519 : Postbus 409, 7500 AK Enschede : Johan Louwes 053 - 4610560
Postadres E-mailadres Internetadres Clubfinanciën Secretariaat Redactie
De inhoud van het TMC clubblad vertegenwoordigt niet noodzakelijkerwijs de mening van het bestuur of de redactie.
KOPIJ INLEVEREN VOOR 25 september Twentse Motor Club
1
’t Keerl’ke september 2015
Uit de bestuurskamer….. Raar hoor…, het is voor mij pas de 2e keer dat ik als penningmeester iets in ’t Keerl’ke schrijf en nu ook al de laatste keer. Zoals de meesten ondertussen wel weten gaat ons clubblad per 2016 verdwijnen. We gaan als TMC met de tijd mee en gaan volledig digitaal. Alle nieuwtjes en wetenwaardigheden gaan vanaf dat moment via onze website of per mail, regelmatig in de vorm van een nieuwsbrief. Een noodzakelijke omschakeling, al begrijpen wij als bestuur, dat dit voor een aantal leden misschien even wennen is. Dat de nieuwe manier van informatieverstrekking werkt blijkt wel uit het aantal deelnemers bij de zomertoer. Op onze site was aanvullende informatie te vinden en kon de route worden gedownload. Daarnaast hebben we op Facebook en een aantal motorsites wat reclame gemaakt….het resultaat…85 deelnemers.
Twentse Motor Club
’
2
t Keerl’ke september 2015
Het zonnetje werkte prima mee op die dag; bij de start was het ’s morgens al lekker druk en bij het eerste rustpunt was het zo mogelijk nog drukker. Er stond een flinke hoeveelheid motoren op de stoep en het terras zat goed vol. Wat ik wel erg jammer vind is dat er deelnemers zijn die menen bewust te moeten vertrekken zonder af te rekenen… Maar goed; na een flinke uitsmijter zijn we weer opgestapt en hebben het tweede deel gereden. Met het pontje richting Deventer, langs de uiterwaarden en een volgende stop in Laren. Na een heerlijke Radler en een portie bitterballen (Henri bedankt!) zijn we weer opgestapt voor het laatste stuk, om uiteindelijk op het terras bij De Buren nog even gezellig na te praten en de dag af te sluiten. Gezien de reacties, kan ik als uitzetter terugkijken op een geslaagde dag. Dat sterkt me ook in dat wat komen gaat…iets nieuws voor de TMC …het septemberweekend. Motorrijders en zeker de Twentse moeten eerst altijd even wennen…en kijken eerst de kat uit de boom. Maar ondanks dat hebben we toch een mooi aantal deelnemers. De inschrijving is ondertussen gesloten, de routes zijn uitgezet en de kamers ingedeeld…
België here we come!
Mark Wolters Twentse Motor Club
’
3
t Keerl’ke september 2015
Van de Redactie Zo de vakantie zit er weer op en ik hoop dat iedereen heeft kunnen genieten van de mooie dagen de we hebben gehad. Zelf heb ik nog 14 dagen op een camping in Duitsland gestaan aan de Luxemburgse grens in Bollendorf. Mensen die de buurt kennen weten hoe mooi de omgeving daar is, zelfs boodschappen halen is al leuk ( tenminste het rijden dan ) alleen was het met de motor nog mooier geweest. Maar ja die kon niet mee. Misschien dat ik hier volgend jaar nog een paar dagen met de motor heen kan wie weet. Maar eenmaal thuis stond de zomertoer al op de planning en dat was een mooie het was goed weer en dat kon je ook wel merken aan de drukte. Ik had mijn dochter (9) beloofd dat ze mee mocht en die dacht weer, dan vraag ik ook mijn vriendin of die met haar vader mee wil rijden. En zo reden we uiteindelijk met een groepje van 3 motoren deze leuke rit. Mijn volgende rit is de sponsorrit van 19 september de opbrengt van deze rit gaat naar Rico Jay een jongentje van 7 jaar met een zeer zeldzame aandoening die door zijn klachten en pijn al jaren niet meer kan leven zoals een kind van zijn leeftijd zo moeten kunnen .En omdat iedereen hier hem te gecompliceerd vind ligt zijn enige hoop op een normaal leven in het Childrens Hospital in Boston. Maar daar zal hij eerst met zijn moeder heen moeten voor onderzoeken om te bepalen of hem kunnen helpen en verlossen van de pijn voor een normaal leven. Hier wil ik graag mijn steentje aan bijdragen en ik hoop dat er nog neer mensen in de club zo over denken en er op 19 september bij zijn.
Johan Louwes Redactie TMC
Twentse Motor Club
’
4
t Keerl’ke september 2015
De volgende clubavonden in de Cobra zijn 10 september en 8 oktober
De cobra is dan open vanaf 20.00 uur.
Oproep !!!!!! Zoals al te lezen was zal het keerlke er in het volgende jaar niet meer bij jullie op de mat vallen. Nou leek het mij leuk om in de laatste uitgaves eens wat te plaatsen over hoe het keerlke destijds is begonnen en door de jaren heen is verwezenlijkt . ik had al eens iets gehoord dat dit vroeger nog wel heel wat werk was. En daarom vraag ik hierbij aan mijn voorgangers of zij misschien nog een keer een bijdrage willen leveren de laatste keerlke’s door iets te schrijven hoe zij het toen deden
Johan Louwes Redactie TMC
Twentse Motor Club
’
5
t Keerl’ke september 2015
Voor meer informatie kijk op Facebook “Rico Jay to America”
Twentse Motor Club
’
6
t Keerl’ke september 2015
WWA 20 September 2015 Het is weer September en de zomervakantie zit er voor de meesten van ons weer op, dus wordt het weer tijd voor een activiteit binnen de Twentse Motor Club. De WWA staat weer op het program; zondag 20 september aanstaande, verzamelen we tussen 9.30 uur en 10.00 uur bij eetcafé de Buren in Boekelo. Ter plaatse wordt de route in geladen (ook voor de GPSmap 287), waarna we vertrekken voor een ietwat andere activiteit dan de laatste jaren, dus GEEN museumbezoek. De kosten van de activiteit worden gedekt (voor leden)door de bijdrage van de TMC, maar de consumpties (drankjes) zijn voor eigen rekening. Eventuele niet leden zijn een bijdrage verschuldigd van € 12,50 per persoon. Het gebeuren vind plaats in Overijssel, maar de route gaat voor een klein deel door Duitsland. (dus de pas meenemen) We hopen op goed weer en een hoge opkomst. Voor de laatste info, check de website. Henny Berens.
Noteer ook alvast in je agenda Herfstrit (KNMV) 4 Oktober start bij “de Buren” in Boekelo Moosrit (KNMV) 1 November start bij “de Buren” in Boekelo Algemene leden vergadering 25 November bij “de Buren” in Boekelo Toelichting volgt. Twentse Motor Club
’
7
t Keerl’ke september 2015
Tirol – juni 2015 Op zoek naar een weekje weg kwamen we een advertentie tegen voor Tirol. Dat klinkt een beetje oubollig maar is voor ons eigenlijk pure nostalgie. Jeannette heeft vroeger met haar ouders diverse keren aan de Ossiacher See gekampeerd. En wij gingen vroeger thuis altijd naar Tirol. Eerst met de bus en later, toen mijn zusje haar rijbewijs had, met de auto. En altijd gingen we bergwandelen. Maar Tirol is natuurlijk ook een prachtige omgeving om de motor uit te laten. En dus boekten we via internet voor weinig een weekje hotel Kohlerhof in Fügen in het Zillertal. Volpension. Elders in de wereld heet dat all-inclusive. Maar de drankjes zullen we nog apart moeten afrekenen en bovendien is de Kohlerhof gewoon lekker ouderwets en degelijk.
Twentse Motor Club
’
8
t Keerl’ke september 2015
Zondag 28 jun - We hangen de GS weer achter de auto. Dit keer een Polo 1.4 TDI. 200 cm³ meer dan z’n voorganger. Die had 75 pk / 180 Nm. Deze heeft 75 pk / 210 Nm. Niet meer power dus maar wel meer trekkracht. Voordat ik aan de kleine lease-diesels ging reed ik bijna 15 jaar lang Audi 100 2.3 E via Garage Rebergen. Ik heb het even opgezocht. Die auto produceerde 133 pk / 180 Nm. Uit een klein 3 cilindertje halen ze dus royaal meer trekkracht dan vroeger uit een 5 cilinder. De Polo heeft dan ook geen moeite met de motortrailer. Verder valt er over deze eerste dag niet veel te vertellen. De afstand Enschede – Fügen bedraagt ongeveer 850 km. We hebben ons voorgenomen rond 7.00u te vertrekken. En zowaar, dat lukt. En da’s een unicum want we kunnen ons niet herinneren ooit exakt op de geplande tijd vertrokken te zijn. Ergens in Zuid Duitsland stroopt het verkeer enigszins. En zien we ineens meer auto’s met motortrailers. Op enig moment rijden we toevallig met z’n vieren achter elkaar. 2 auto’s met elk 4 motoren op een trailer, 1 auto met 3 motoren er achter en wij sluiten de rij met onze ene motor. Ik herken de kentekens. Uit drie verschillende steden in Noord Duitsland. Deze mannen zijn er ook achter dat meer dan 1000 km autosnelweg vervelend is, dat je er een houten kont en vierkante banden van krijgt. Bovendien schiet het niet erg op; ter hoogte van Dortmund worden we ingehaald door een stel op een GS. Ze vallen op omdat motor en helmen identiek zijn aan die van ons, de motorpakken verschillen slechts licht van die van ons. Vlak nadat ze ons hebben ingehaald slaan ze af naar een tankstation. Op de 600 km tussen Dortmund en Kufstein halen ze ons nog 3x in. En ze zijn niet de enige motorrijders die we vaker zien. Een eindje voor Kufstein slaan we af. Het laatste stukje rijden we binnendoor langs de Tegern- en Achensee. Om 17.00u arriveren we bij het hotel. 10 uur rijden dus. Geen kwestie van hard rijden maar van weinig en kort stoppen. We vinden snel een plekje voor de trailer en de motor en kunnen na een snelle douche meteen aanschuiven bij een 6-gangen diner. Dat luid ik in met een halve liter Zillertaler Bier. Alleen daarom al zou je naar Oostenrijk reizen. Twentse Motor Club
’
9
t Keerl’ke september 2015
Maandag 29 juni – we starten de dag met het ontbijtbuffet. Op vakantie gaan we meestal kamperen of huren we een huisje. Dat neemt niet weg dat ik toch al de nodige hotels heb gezien. Maar het ontbijtbuffet hier is absurd groot. Een rondleiding zou niet misstaan. Na teveel ontbijt stappen we meteen op de motor. Al na een paar minuten zitten we op de Zillertaler Höhenstraße. Een hartstikke smal weggetje hoog langs de flanken van het Zillertal. Schitterende wegen en fenomenaal uitzicht. Wel even tol betalen trouwens. We rijden vrijwel alleen. Toch even rustig aan doen in de bochten want de wegen zijn zo krap dat tegenliggers de berm in moeten. Op het hoogste punt bij de Hirschbichlalm is het weliswaar rustig maar dat neemt niet weg dan een postbus vlak voor ons de berg afrijdt. En omdat de wegen zo smal zijn komen we er kilometers lang niet langs. Pas na een hele tijd geeft de chauffeur ons ruimte in een ruime bocht. We mogen binnendoor. Maar de bus en wat struikgewas ontnemen het zicht op de bocht zelf. En daar ligt nu juist een veerooster, en dat is onverwacht glad. We glibberen naar de buitenkant van de bocht en met kunst en vliegwerk houd ik de motor op de weg. Er is hier geen afgrond maar de bergwei ligt toch met gemak 3 meter lager dan de weg. Hartkloppingen en een stevige por in mijn zij van Jeannette herinneren mij eraan dat motorrijden niet ongevaarlijk is. Rustig rijden we verder. Halverwege de afdaling stoppen we bij een parasailingplaats. Twee instrukteurs van twee verschillende scholen helpen hun leerlingen de lucht in en begeleiden ze via walkie-talkie. Als alle leerlingen in de lucht hangen gaan ook de instrukteurs de lucht in. Een oudere man blijft achter. Hij rijdt met een bus naar de landingsplek. We vragen hem een en ander over parasailing. Hij blijkt de gepensioneerde vader van een van beide instrukteurs te zijn. Hij vertelt vol enthousiasme over de sport. Hij kijkt nogal vaak op zijn horloge. Blijkt dat zijn echtgenote op 64-jarige leeftijd haar parasailing examen aan het doen is. En zijn vrouw wil hem niet in de buurt hebben. Nadat ze jarenlang met haar zoon en echtgenote in tandemsprongen gevlogen heeft wilde ze nu alsnog zelf vliegen. Als we afscheid nemen bekijkt hij onze motor. Hij kent notabene Broekhuis Oost wat onder onze kentekenplaat staat. Blijkt hij geboren en Twentse Motor Club
’
10
t Keerl’ke september 2015
getogen in Lingen. Kwam voor vertier altijd naar Enschede en kent onze woonplaats dan ook als zijn broekzak. Inmiddels woont hij in MiddenDuitsland. In de zomerperiode is hij vaak in Oostenrijk om zijn zoon te helpen maar in Enschede komt hij nog steeds af en toe. Small world. We rijden verder op weg naar de Gerlospas. Het begin van de pas is niet te missen. Want weer staat er een tolhokje. Maar de pas is het waard. Prachtige bochten, mooi asfalt en altijd weer een heel mooi uitzicht. Op de top aangekomen nemen we even pauze. Een wielerclub heeft hier het einde van een lange toertocht. De bestuurder van een bus verwelkomt iedere renner met een halve liter bier en brood. Iedereen die bovenkomt wordt met groot applaus onthaald door degenen die al boven zijn. Een echt wielerfeestje. Wij rijden verder en komen een tijdje later uit in Kitzbühel. Via allerlei mooie wegen en via de plaatsen Kirchberg, Wörgl en Kramsach belanden we weer in Fügen. We hebben dan ongeveer 250 km gereden. En weer schuiven we aan voor een uitgebreid diner. Heeft ook wel iets, motorrijden vanuit een hotel. Na een lange hete dag op de motor (het is de hele week ruim boven de 30° C) eerst lekker douchen, dan een halve liter bier en dan zo aanschuiven aan een prima diner. Dinsdag 30 juni – weer langs het mega-ontbijt-festijn en daarna weer op de motor. Dit keer gaan we heen en terug over de Oude Brenner- en Jaufenpas. De navigatie stuurt ons alweer over de Zillertaler Höhenstraße. Ik kan me niet herinneren dat deze route begon met dit straatje maar ach… nogmaals dit mooie straatje is geen straf. De mevrouw van het tolpoortje herkent ons en vraagt of we van plan zijn nog vaker langs te komen. Twentse Motor Club
’
11
t Keerl’ke september 2015
Want dan is een abonnement voordeliger. Na ruim een uur rijden over allerlei mooie wegen staan we plots weer in de buurt van ons hotel. Erger nog. De display van de Zūmo geeft ineens allerlei routes door elkaar aan. Zelfs twee verschillende eindpunten. Digitale dementie. Ik zet het apparaat uit en weer aan en probeer het opnieuw. Nu zie ik wel weer een normale route. Maar na weer een kwartier gaat het weer volledig mis. Tot drie keer toe word ik ergens heen gestuurd om vervolgens weer te moeten keren. Nu haal ik de batterij uit het apparaat, importeer opnieuw de route (alleen die van vandaag) en dan is alles weer in orde. We rijden binnendoor over prachtige kleine weggetjes naar het begin van de Oude Brenner. Nog voordat we er zijn komen ons al zwaaiende motorrijders tegemoet die ons gebaren rustig aan te doen. Van dal tot aan de grens met Italië staan er controles. We zijn nog nooit zo rustig over een pas gereden. Aan de Italiaanse kant mag het gas er weer even op. Aangekomen in het dal, in Vipiteno, pauzeren we even bij een eettentje. Naast ons staat een Zwitsers stel op een stokoude BMW. Als ze vertrekken, wacht hij tot op het allerlaatste moment met starten. Eerst stapt hij zelf uiteraard op. Dan wordt de jiffie ingeklapt, gaat het licht aan en stapt zijn vrouw op en trapt hij het ding in de eerste versnelling. Dan pas drukt hij op de startknop en op de eerste omwenteling van de machine rijdt hij weg. Het waarom is meteen duidelijk. De motor verstookt olie alsof het benzine is. Een enorme wolk oliedamp blijft in de windstilte hangen rond het terras. Mensen kijken verontwaardigd de Zwitsers na. Wij rijden na afgekoeld te zijn met drank en ijs ook weer verder. De Jaufenpas wacht op ons. Bij het begin van de pas rijden we achter op een grote groep van ca. 20 motoren. Al snel rijden we met z’n allen achterop een vrachtwagen met aanhanger. De voorrijder van de groep flitst er langs. Twentse Motor Club
’
12
t Keerl’ke september 2015
No.2 durft echter niet en blijft, ondanks alle ruimte, hangen. De achterste rijders kreunen bijna hoorbaar over zoveel gebrek aan durf. 20 man is ook een veel te grote groep voor een tocht door de Alpen. Helemaal als het ervaringsniveau zo verschillend lijkt. Ik wacht niet af en rij de groep voorbij. Ik haal de vrachtwagen gemakkelijk in en passeer de voorrijder van de groep. Die rijdt een oude GS en aan alles is te zien dat dit een zeer ervaren motorrijder is. Hij zit met een arm in zijn zij op de fiets en wacht op wat niet komen gaat. Ik rij ook hem voorbij aangezien hij niet harder rijdt dan de vrachtwagen achter hem. Nog geen kilometer verder draaien twee Engelsen, beide op Triumphs de weg op. Zij rijden wel goed door en met hen beklim ik de Jaufenpas. Da’s lekker rijden in een klein groepje dat net zo snel rijdt als jijzelf. Vlak voor het hoogste punt dondert de voorrijder op zijn GS voorbij. Met in zijn kielzog nog een paar mensen uit zijn groepje. Die zijn duidelijk stoom aan het afblazen. Op de top stoppen ze, net als wij. Later, veel later, komt de rest van de groep binnen. Nog steeds achter de vrachtwagen. Deze mannen en vrouwen moeten toch eens even met elkaar gaan praten. Want dit hou je geen hele vakantie vol. Dat zie je van afstand. Wij gaan verder met de afdaling van de pas. Een heerlijke weg. Goed asfalt, een prachtige mix van scherpe korte bochten, haarspeldbochten en ruimere kronkelende wegen die je op snelheid kunt nemen. Uiteindelijk landen we in San Leonardo in Passiria. We pauzeren even en draaien dan 180° om. Weer over de Jaufenpas. Dat lijkt saai, tweemaal achter elkaar dezelfde pas, maar dat is het niet. Als je afdaling van zojuist in de tegenrichting rijdt zie je weer heel andere dingen en de bochten lijken ook weer steeds anders. Kortom. Tweemaal dezelfde pas is tweemaal heel veel plezier. De oude Brenner nemen we aan de Oostenrijkse kan nog steeds in slowmotion want de controles staan er nog steeds. Ik kan me niet voorstellen dat ze ook maar één motor betrappen op te hard rijden. Iedereen waarschuwt elkaar. Laat in de avond arriveren we weer bij ons hotel. We hebben vandaag ruim 400 km gereden. En da’s veel bij 35° C en over veelal kleine wegen. Gelukkig was het op de passen een stuk koeler.
Twentse Motor Club
’
13
t Keerl’ke september 2015
Voor Jeannette en mij staat koelwater klaar in de vorm van een grote cola respektievelijk een halve liter Zillertaler Bier. Na het eten wandelen we nog een klein rondje door het dorp voordat we ons bedje opzoeken. Woensdag 1 juli – vandaag gaan we te voet op pad. We gaan bergwandelen. Pal tegenover het hotel ligt het dalstation van de Spieljochbahn. De lift brengt ons naar het hoogste station. Hier is het goed toeven. Rondom de hut is een grote kinderspeelplaats aangelegd en nog wat zaken die uitnodigen om hier te blijven. Wij lopen naar de Gartalm en verder naar de Kellerjochhütte en via een andere weg weer terug. Ik was bijna vergeten hoe leuk bergwandelen is. De stilte, het prachtige uitzicht, de verkoelende bergbeekjes en het vee waar je tussendoor loopt. Het is tamelijk warm maar een briesje voorkomt dat we dat echt voelen. Aan het einde van de dag arriveren we voldaan weer bij de lift. Ontspanning door inspanning. Die avond moet ik wel een koude natte handdoek om mijn hoofd doen. Ik ben dwars door mijn haren heen enigszins verbrand op mijn kop. Had ik vlak voor de vakantie maar niet naar de kapper moeten gaan om vervolgens zonder pet te lopen. Ook na een dag wandelen smaakt het bier weer uitstekend. En het diner is omvangrijk genoeg om onze ernstige honger te stillen. Donderdag 2 juli – na een pittige wandeling langs alle onderdelen van het ontbijtbuffet stappen we weer op de GS. We gaan de Großglockner beklimmen. Dat betekent echter dat we eerst het Zillertal uit moeten rijden via de Gerlospas. Weer betalen en weer genieten van het uitzicht, de Krimmler watervallen en het prima asfalt. De weg over de Gerlospas brengt ons altijd in Mittersill. Daar nemen we de doorgaande weg naar Bruck aan het begin van Twentse Motor Club
’
14
t Keerl’ke september 2015
de Großglocknerstraße. We zijn duidelijk niet de enige motorrijders. Bij het tolpoortje mogen we bijna € 25,- afrekenen om de GS naar boven te mogen sturen. Wat ik dan weer niet begrijp: het barst hier van de motorrijders maar er is geen apart tolpoortje voor motorrijders. Bij gevolg staan automobilisten lang te wachten omdat motorrijders in de hitte hun handschoenen nauwelijks uit krijgen, of de beurs niet uit hun strakke overall. Waarom geen apart tolpoortje waar je even van de fiets kunt stappen? Hoe dan ook. Als we verder rijden zijn we bijna alleen. Het tolpoortje fungeert tevens als doseersysteem. De weg is prachtig. Hier zijn we al eerder geweest maar elke keer weer is het prachtig om te rijden. De eerste tussenstop maken we bij de Edelweißhütte. Hier ligt een parkeerplaats met een soort van uitzichttoren. We wandelen naar boven en genieten van het uitzicht op de bergen. We kunnen echter ook de parkeerplaats helemaal overzien. Een snelle telling leert dan ca. 1 op de 4 motoren een GS is. De les is duidelijk. Wil je een goede motor, koop dan een GS. Wil je je onderscheiden koop dan vooral géén GS. Met een ouwe tweetakt Jawa val je hier beslist veel meer op. We rijden verder naar de Großglockner. Hier is het zowaar vrij rustig. Natuurlijk is er weer een bus met Japanners, ontbreken de Chinezen niet en staan er weer de nodige Duitse campers maar desondanks is het niet heel erg druk. We wandelen een stukje en ik scoor nog een authentiek Oostenrijkse boerenhoedje voor tijdens het wandelen. Made in China natürlich. Dan volgt de afdaling. Als we bijna weer beneden zijn zien we de weg voor ons dampen. Hier is zojuist regen gevallen. Helemaal beneden is het zelfs echt nat. Onweer hangt hier in het dal. We horen de klappen weerkaatsen tussen de bergwanden. Ondertussen is het stikbenauwd. Het beetje regen heeft de hitte absoluut niet verdreven. We vluchten naar de shop van een tankstation, eten een ijsje en beraden ons. We wilden eigenlijk nog binnendoor over de Staller Sattel. Een klein pasje over de grens van Oostenrijk en Italië waar de wegen zo krap zijn dat je er van beide kanten maar 1 kwartier per uur op mag rijden. Maar het onweer zint me niet. Ik wil zo snel mogelijk Twentse Motor Club
’
15
t Keerl’ke september 2015
weer terugkomen aan de andere kant van de bergen. En dus besluiten we de Felbertauern Tunnel te nemen. Misschien niet zo mooi maar zo voorkomen we wel dat we in de bergen zitten tijdens (zo te zien) zwaar onweer. De Felberntauernstraße valt absoluut niet tegen. Ik heb hem altijd vermeden in de veronderstelling dat het een doorgaande weg is voor verkeer dat de Großglockner wil of moet vermijden. Dat is ook wel zo maar het blijft een schitterende weg en tunnel door de bergen. Het verschil met een echte pas is dat je hier flink door kunt rijden. Ruime bochten waardoor je deze straße op hoge snelheid kunt nemen. De weg is zo overzichtelijk en rustig dat je vrachtverkeer zonder problemen voorbij flitst. Kortom een schitterende motorweg voor als je een keer een weg wilt zonder haarspeldbochten. Aan de andere kant van de Felbertauern Tunnel is het weer warm en droog en is er van dreigend onweer geen sprake. We rijden met dank aan motorroutes MiddenEuropa van Waypoint via allerlei leuke kleine weggetjes de laatste kilometers naar huis. We hebben dan zo’n 300 km gereden. Die avond zitten we op het balkon van onze hotelkamer. Tegenover ons zijn ze een almwei aan het maaien. Het is fascinerend om te zien onder welke hellingshoeken die maaimachines hier hun werk nog kunnen doen. Slechts de aller-steilste plekjes van de enorme wei worden met de hand gemaaid. Vrijdag 3 juli – vandaag rijden we naar de Hintertuxer gletscher. Een zomerskigebied. Maar ook de plek waar je in de ijsgrotten onder die gletsjer kunt wandelen. En dat willen we vandaag heel graag doen. We stappen in de Polo en rijden naar Hintertux. Een prachtige weg om te rijden. In het dorp aangekomen staan we vrijwel meteen bij de liften naar boven. Een merkwaardig gezicht. Het is bijna 30° C en dus loopt iedereen in een korte broek met t-shirt. Maar de skiërs die met de lift naar beneden komen zijn juist geheel in skispullen gehuld. Zomer- en winteraanblik tegelijkertijd. We zien op de borden dat het bovenin ca. 2° C is. Het weer is “heiter”, onbewolkt dus. Volgens de kassajuf kunnen we rustig naar boven. En dus kopen Twentse Motor Club
’
16
t Keerl’ke september 2015
we kaartjes voor de hoogste piek. Dat betekent twee keer overstappen. Bij de eerste overstap, we zitten dan rond 2000 mtr is de temperatuur al gedaald tot ca. 19° C. Bij de volgende overstap is de temperatuur al gekelderd naar ca. 8° C en is het mistig. De laatste etappe naar boven leggen we af in volstrekte stilte en zonder enig uitzicht. Door de mist zie je geen hand voor ogen. Gelukkig zitten we in een cabine en niet in een stoeltjeslift. De lift stopt diverse keren. De stops vallen samen met donderslagen. Als we vrijwel boven zijn horen we echt zwaar onweer. De lift stopt er helemaal mee. Een mededeling via de speakers vertelt ons dat de lift voor de duur van het onweer stil wordt gezet. We hangen dan al in het liftgebouw ca. 5 meter voor de plek waar de deuren open gaan. We kunnen door de glazen wand naar de skihellingen kijken. Er is hier geen restaurant of hut. De enige beschutting is het liftgebouw. Dat staat het dan ook aardig vol. Buiten zien we hoe pistenbully’s de laatste skiërs van de hellingen halen. Het onweer duurt nog een half uur. De temperatuur is 0° C en het regent en sneeuwt door elkaar. En ondertussen hangen wij als kanaries in een kooitje voor de ogen van de kleumende lui in het liftgebouw. Na een half uur is het onweer overgewaaid. De lift komt in beweging en wij mogen eruit. Voor de vorm lopen we nog even naar buiten. Maar het regent en in de sneeuw en bij vrieskou is er niets aan om buiten te zijn. De container waar je kunt boeken voor de tocht onder de gletsjer is gesloten. En dus dalen we onverricht ter zake weer af. We rijden terug naar Fügen en omdat het toch nog vroeg is door naar Hochfügen. Een wintersportplaats bij uitstek. Een grote parkeerplaats, veel horeca en skiwinkels. Slechts een hotel is open. Hier wordt gewacht op de winter. Maar de weg van Fügen naar Hochfügen is wel bijzonder mooi. Twentse Motor Club
’
17
t Keerl’ke september 2015
Zaterdag 4 juli – herkansing. We gaan terug naar Hintertux. We willen persé onder de gletsjer wandelen. De weersverwachting is in ieder geval uitstekend. Onder leiding van een gids die oogt en klinkt als Brian Johnson, zanger van AC/DC, beginnen we aan het tochtje. We wandelen eerst in de sneeuw omhoog en vervolgens omlaag naar de rand van de gletsjer. Het ligt voor de hand dat het gangenstelsel niet in het midden van de gletsjer ligt. Die is immers permanent in beweging. Maar de randen, zo blijkt uit metingen, zijn vrij rustig. Het gangenstelsel is meer dan 15 jaar geleden ontdekt door Amerikaanse militairen in samenwerking met Oostenrijkse gidsen. En enkele jaren daarna voor het publiek opengesteld. Met helmen op om de kop niet te hard te stoten wandelen we door een betoverend doolhof van organisch gevormde gangen. Op de vloeren liggen rubberen matten. Je houdt je vast aan klimtouwen die bij wijze van leuning aan de muur zijn gemaakt. Diverse keren moeten we via alu ladders niveauverschillen overwinnen. We kijken in waterpoelen die zo helder zijn dat je de bodem ziet maar pas weet dat er water boven staat als de gids een rimpeling veroorzaakt. We varen nog even over een ondergronds meertje. Nou ja meertje, meer een gangetje. Met een grote rubberen boot peddelen we zo’n 30 meter door een nauwe gang en weer terug. Nog een laatste wandeling en we staan weer buiten. Na meer dan een uur heel beperkt kunstlicht is het licht op de gletsjer bijna ondraaglijk. De meesten moeten meteen aan de zonnebril maar die heb ik niet eens. En dus moet ik eerst een tijdje wachten voordat ik weer voldoende zie om naar de liften te lopen. We gaan weer naar beneden, bekijken Hintertux nog even en rijden dan terug naar ons hotel. We laden de motor op de trailer en pakken alvast onze spullen in. Nog een laatste diner en we gaan naar bed. Morgen vroeg weer op en naar huis rijden. Tirol is uitstekend bevallen, prima wegen, machtig mooie passen, lekker eten, alles schoon. Kortom heel mooi. Twentse Motor Club
’
18
t Keerl’ke september 2015
Maar toch geef ik de voorkeur aan de binnenlanden van Spanje, Italië of aan Noorwegen en Zweden. Daar is niet elke straathoek netjes volgebouwd of aangeharkt. Bovendien is het daar een stuk leger. We hebben geen enkele pas bereden zonder dat er minstens een aantal andere toeristen of motorrijders rondhing. Maar in Noorwegen kun je nog de weg helemaal voor je alleen hebben. Op een prachtige klif staan zonder het moment te hoeven delen met vreemden. En dus….komt het volgende reisverslag uit Noorwegen. Tot dan. Wim Lieven
Lief en Leed Er heeft een bezoekje plaats gevonden bij Cor Rebergen die in het verpleeghuis de Cromhoff ligt om aan te sterken. Cor heeft hartklachten. Hij kon het erg waarderen dat we er waren en hebben gezellig gekletst over van alles en nog wat in het gezelschap van zijn vrouw en zijn zus. We wensen de familie Rebergen alle goeds toe. Als jullie van iemand horen die ziek is of in het ziekenhuis ligt of een andere gebeurtenis die aandacht vraagt vanuit lief en leed dan zouden we het op prijs stellen dat jullie ons een berichtje willen geven via de mail. Je kunt mailen naar:
[email protected] of
[email protected]
met vriendelijke groet Ria Staal en Ria Bos
Twentse Motor Club
’
19
t Keerl’ke september 2015
Twentse Motor Club
’
20
t Keerl’ke september 2015