Bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007
Inhoudsopgave Toelichting
7
1 Inleiding
8
1.1 Aanleiding 1.2 Het plangebied 1.3 Voorgaande plannen 1.4 Leefmilieuverordening 1.5 Leeswijzer
8 8 8 9 9
2 Beschrijving plangebied
10
2.1 Historisch perspectief 2.2 Stedenbouwkundige structuur 2.3 De buurten
10 11 12
3 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader
16
3.1 Inleiding 3.2 Provinciaal en regionaal beleid 3.3 Volkshuisvesting 3.4 Cultuurhistorische waarden 3.5 Verkeer 3.6 Groen 3.7 Maatschappelijke voorzieningen 3.8 Sport en recreatie 3.9 Detailhandel 3.10 Horeca 3.11 Bedrijvigheid 3.12 Kabels, leidingen en overige belemmeringen
16 16 16 17 19 24 26 27 28 28 29 30
4 Milieuparagraaf
31
4.1 Inleiding 4.2 Leefomgeving en bedrijvigheid 4.3 Geluid 4.4 Luchtkwaliteit 4.5 Externe veiligheid 4.6 Bodem
31 31 32 32 33 34
5 Waterparagraaf
36
5.1 Inleiding 5.2 Gemeentelijk beleid 5.3 Beleid waterschap en provincie 5.4 Situering plangebied vanuit de waterhuishouding 5.5 Beschrijving watersysteem plangebied 5.6 Toekomstige situatie van het watersysteem
36 36 37 38 39 40
6 Juridische vormgeving
41
6.1 Algemeen 6.2 Planmethodiek 6.3 Plankaart 6.4 Planvoorschriften
41 41 41 41
7 Handhaving
46
7.1 Algemeen 7.2 Handhaving voorliggend plan
46 47
8 Financiële aspecten
48
9 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid
49
9.1 Overleg ex artikel 10 Bro 1985 9.2 Overig overlegorgaan
49 50
2
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
9.3 Inspraak
55
Voorschriften
70
Artikel 1 Begripsbepalingen
70
Artikel 2 Wijze van meten
77
Artikel 3 Woondoeleinden
78
Artikel 4 Woondoeleinden I
81
Artikel 5 Garageboxen
83
Artikel 6 Bedrijfsdoeleinden
84
Artikel 7 Maatschappelijke doeleinden
86
Artikel 8 Centrumdoeleinden
88
Artikel 9 Kantoren
90
Artikel 10 Verkeersdoeleinden
91
Artikel 11 Verkeers- en verblijfsdoeleinden
92
Artikel 12 Verkooppunt van motorbrandstoffen
93
Artikel 13 Nutsdoeleinden
94
Artikel 14 Groenvoorzieningen
95
Artikel 15 Water
96
Artikel 16 Leidingen
98
Artikel 17 Archeologisch verwachtingsgebied
100
Artikel 18 Anti-dubbeltelbepaling
102
Artikel 19 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
103
Artikel 20 Algemene vrijstellingsbevoegdheid
104
Artikel 21 Overgangsbepalingen
105
Artikel 22 Slotbepaling
106
Bijlagen bij de voorschriften
108
Bijlage 1. Lijst van bedrijfsactiviteiten
110
Bijlage 2. Lijst van horecaactiviteiten
112
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
3
4
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Datum: juli 2008 Bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007: - Toelichting - Voorschriften - Plankaart (76517_2A_Woensel-NO.dgn; 2 bladen)
Overzicht procedure Terinzagelegging Voorontwerp bestemmingsplan d.d. 07/06/2007 t/m 18/07/2007 Terinzagelegging ontwerp bestemmingsplan d.d. 14/02/2008 t/m 26/03/2008 Vaststelling bestemmingsplan d.d. 21/10/2008, raadsvoorstelnr. 08.R2712.001 Terinzagelegging vastgesteld bestemmingsplan d.d. 13/11/2008 t/m 24/12/2008 Goedkeuring Gedeputeerde Staten d.d. 19/05/2009
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
5
6
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Toelichting
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
7
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
De gemeente Eindhoven heeft besloten om nieuwe bestemmingsplannen op te stellen voor het bestaande stedelijke gebied. Dit besluit is genomen omdat het merendeel van de geldende bestemmingsplannen te globaal van opzet is en niet voldoende rechtszekerheid biedt. Een aantal plannen is ook sterk verouderd. Er is tevens besloten om de nieuwe bestemmingsplannen tegelijkertijd te digitaliseren. Digitale bestemmingsplannen zijn beter toegankelijk voor de burgers en de gemeentelijke organisatie en makkelijker uit te wisselen met andere overheden. Er is een gemeentelijke taskforce actualisatie bestemmingsplannen geformeerd. Het is de taak van de taskforce om in 2008 nagenoeg alle bestemmingsplannen voor het stedelijke gebied geactualiseerd te hebben. Bij deze inhaalslag wordt de bestaande situatie als uitgangspunt genomen. Er wordt als het ware een actuele planologische regeling over de bestaande situatie gelegd. Vastgesteld beleid wordt doorvertaald en ontwikkelingen waaromtrent besluitvorming heeft plaatsgevonden, worden meegenomen. De bestemmingsplannen worden volgens één heldere systematiek vormgegeven en toegankelijk gemaakt (uitgaande van de NIROV standaard-aanbevelingen voor de kaart en de voorschriften van het digitaal uitwisselbare bestemmingsplan "Op de digitale leest"). Hierdoor ontstaat er meer rechtszekerheid voor burgers en bedrijven. Een van de plangebieden die in het kader van het actualiseringsproject ter hand is genomen, is het gebied Woensel Noord-Oost. Dit bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" bestaat uit een plankaart en voorschriften waaraan een toelichting is toegevoegd. Naast de versie op papier is er tevens een digitale versie van het bestemmingsplan beschikbaar.
1.2
Het plangebied
Het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan is gelegen in het noord-oostelijke deel van het stedelijk gebied van Eindhoven en maakt deel uit van het stadsdeel Woensel-Noord. Het plangebied wordt begrensd door de John F. Kennedylaan, de Eindhovenseweg, de Anconalaan, een groenstrook vanaf de Italiëlaan tot ten zuiden van de Citrushof, de Kosmoslaan, de Sterrenlaan. Het plangebied ligt in de wijk Dommelbeemd en bestaat uit de buurten Heesterakker, Vaartbroek, Eckart en De Luytelaer.
1.3
Voorgaande plannen
Het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" vervangt het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost vastgesteld door de raad op 4 september 1997; besluit van Gedeputeerde Staten omtrent goedkeuring d.d. 30 oktober 1997.
8
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
1.4
Leefmilieuverordening
In het onderhavige plangebied geldt sinds 5 augustus 2004 de Algemene Leefmilieuverordening Eindhoven 2003 die op 19 april 2004 door de gemeenteraad is vastgesteld en bij besluit van 7 juli 2004 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. Het doel van deze verordening is het voorkomen van achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden in het gebied of het uiterlijke aanzien van het gebied. Deze verordening moet worden gezien als een overbruggingsmaatregel voorafgaande aan de eerdergenoemde actualisatie van de bestemmingsplannen voor het stedelijke gebied van Eindhoven. De leefmilieuverordening geldt voor ten hoogste vijf jaar. De leefmilieuverordening voorzover van toepassing op het onderhavige plangebied, komt te vervallen wanneer het voorliggende bestemmingsplan in werking treedt.
1.5
Leeswijzer
Deze toelichting bestaat uit de volgende delen. Na deze inleiding volgt paragraaf 2 met de beschrijving van de bestaande situatie in het plangebied. Paragraaf 3 bevat de uitgangspunten bij, de randvoorwaarden voor en het beleidskader voor de opstelling van het voorliggende bestemmingsplan. Paragraaf 4 geeft inzicht in de milieuaspecten. Paragraaf 5 bevat de waterparagraaf. De juridische vormgeving van het bestemmingsplan is neergelegd in paragraaf 6. In paragraaf 7 wordt aandacht besteed aan de handhaving van het bestemmingsplan. De financiële uitvoerbaarheid is neergelegd in paragraaf 8. Paragraaf 9 gaat tenslotte in op de gevolgde procedure inclusief de maatschappelijke uitvoerbaarheid (met name de resultaten van het gevoerde overleg en de inspraak).
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
9
2
Beschrijving plangebied
2.1
Historisch perspectief
Eindhoven is ontstaan uit een middeleeuwse stad en de omliggende dorpen. Een van deze dorpen was Woensel. Het vroegere zelfstandige Woensel bestond uit verschillende gehuchten. De middeleeuwse kern was De Oude Toren. De naam "Woensel" komt van Wodan, de godheid die door de Germaans-Frankische bewoners werd vereerd op het Begijnenbroek. Rond 1900 werden door "Eindhoven Vooruit", een voorloper van een woningcorporatie, twaalf arbeiderswoningen in twee rijen gebouwd. Van buurtvorming was nog geen sprake. De woningen werden gebouwd aan de reeds bestaande radialen. Vanaf 1920 werd het steeds drukker met bebouwing aan de radialen, terwijl zich daarachter een landelijk gebied uitstrekte met akkers en weiden. De behoefte aan een sterke stedelijke structuur groeide. De architecten Cuypers en Kooken kregen de opdracht een ontwerp voor een stad te maken, oftewel het maken van "een gezonde, mooie, praktisch aangelegde industriestad". Belangrijk element voor het ontwerpen van de hele stad Eindhoven was het "spinnenwebidee". Het annexatieproces om tot één sterke gemeente te komen, waarbij de vijf aanliggende dorpen, waaronder Woensel, samen gaan met Eindhoven, liet echter nog tien jaar op zich wachten en startte pas in 1929. Woensel werd een buitenwijk van Eindhoven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had met name het Fellenoordgebied met de spoorwegovergang veel te lijden van bombardementen. Dit gebied werd dan ook een belangrijk onderdeel van het wederopbouwplan waarbij voor een goede spoorwegverbinding veel moest worden gesloopt. In de wederopbouwplannen stond de wijkgedachte centraal. In de jaren zestig en zeventig richtte de aandacht van de gemeente zich vooral op het centrumgebied en de stadsontwikkeling. Daartussen lag een vergeten gebied dat werd gebruikt voor verkeersdoorbraken. Langs de Veldmaarschalk Montgomerylaan en de John F. Kennedylaan ontstond de "uitvalswegenarchitectuur" met hoge flats.
10
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
De wijk Dommelbeemd, waar het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 in valt, dankt zijn naam aan de voormalig hier gelegen beemden aan de rivier de Dommel. De wijk bestaat overwegend uit in de jaren 1965-1990 gerealiseerde woningen. De buurten Eckart en Vaartbroek zijn overwegend in de zestiger jaren gerealiseerd; de woongebieden Heesterakker en De Luytelaer overwegend in de zeventiger en tachtiger jaren. De naam van de buurt Eckart herrinnert aan het oude dorp Eckart. Eigenlijk lag deze op de plaats waar nu de buurten Oude Gracht en Luytelaer liggen. In de vijftiende eeuw had Eckart een eigen rechtspraak, omdat het een zelfstandige heerlijkheid was. Bij een herindeling van 1811 werd Eckart bij Nederwetten gevoegd, in 1821 werd het Woensels gebied. De Luytelaer, reeds in 1340 genoemd, is een oud deel van de gemeente Eckart. Waarschijnlijk komt het eerste deel van de naam van luttel, klein. Overigens is onzeker of de oude Luytelaer ook op de plaats lag waar nu de nieuwbouwbuurt uit 1972-1977 staat. De buurt Vaartbroek dankt zijn naam aan de (verafgelegen) hoeve Verrenbroec die al in 1368 vermeld werd. De naam is verbasterd tot Vaartbroek. In de huizentelling van 1736 was Vaartbroek een gehucht van 10 huizen, en daarmee destijds het kleinste van de 11 Woenselse gehuchten. De naam van de buurt Heesterakker tenslotte, komt van een oorspronkelijk met heesters afgezette akker die wat zuidelijker in de gemeente Eckart lag.
2.2
Stedenbouwkundige structuur
Opbouw Woensel is een van de vijf lobben die rond het centrum van Eindhoven zijn ontwikkeld. Deze lobben zijn te vergelijken met een bloem waarvan de blaadjes (de lobben) rondom het hart zijn geformeerd. De scheiding tussen de lobben is duidelijk waarneembaar en wordt gevormd door groengebieden of bedrijfsterreinen. Voor Woensel wordt de scheiding tussen de lobben gevormd door de westelijk en oostelijk gelegen groengebieden die vanuit het buitengebied lopen tot aan De Ring. De structuur van het stadsdeel Woensel wordt bepaald door de radiale- en tangentstructuur ("rasterstructuur") van Eindhoven. De radialen verdelen Woensel als het ware in 'taartpunten' en worden gevormd door de toegangswegen naar het centrum van Eindhoven zoals de John F. Kennedylaan, de Huizingalaan-Dr. Cuyperslaan en de Boschdijk. De taartpunten worden doorsneden door zogenaamde ringwegen waarvan De Ring de belangrijkste is. De
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
11
ringwegen verbinden de radiale wegen, die als spaken in een wiel naar het centrum lopen. Belangrijke ringwegen, naast de reeds genoemde Ring, zijn: Marathonloop-Hondsruglaan-Tempellaan en 1e Lieven De Keylaan-Winston ChurchilllaanSterrenlaan. Bij de opzet van het stadsdeel Woensel rond 1950 diende het toekomstige wonen van het 'Nieuwe Eindhoven' vormgegeven te worden. Het nieuwe stadsdeel ten noorden van de spoorbaan heeft een oppervlakte dat ongeveer 1/3 deel van de totale stadsoppervlakte bedraagt. Het uitbreidingsplan Woensel werd gezien als een grote sprong voorwaarts in de ontwikkeling van de stad. De uitvalsweg in noordelijke richting is een hoofdelement van het plan. De wijken en buurten zijn zelfstandige eenheden, ieder met een eigen centrum, en worden tussen de hoofdwegenstructuur gelegd. De invalswegen hebben een monumentaal en 'grootstedelijk' karakter door het brede profiel en de hoge woongebouwen daarlangs. Bij de hoofdopzet van het stadsdeel Woensel is gestreefd naar een duidelijke wijk- en buurtopbouw. De wijk Dommelbeemd is door middel van de oostwest lopende wegen, de Mirabelweg en Airbornelaan en de oude Dommelarm onderverdeeld in een viertal buurten. Centraal in de wijk gelegen, aan de wijkontsluitingswegen, ligt het winkelcentrum Vaartbroek. De kleinere buurtontsluitingswegen vormen samen een lus die de gehele wijk Dommelbeemd ontsluiten. Groen en water Bomenrijen en plantsoenen zijn vooral te vinden in de buurten uit de jaren '60/'70. De stroomwegen, met de bomen erlangs, zijn een groene binnenkomer in de stad. Ze lopen voor een deel parallel aan het plangebied en zullen worden behouden als groene beelddrager. Deze wegen worden echter steeds meer gedomineerd door het verkeer. Ook komt de uitstraling langs deze radialen niet overal even goed uit de verf door de kwaliteit van de bebouwing. Het Groenbeleidsplan 2001 waarin het strategisch beleidskader voor de groenstructuur van Eindhoven is opgenomen heeft als doel: 'het duurzaam veiligstellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met daarin passende functies en het bevorderen van een aantrekkelijke groene woon- en werkomgeving als karakteristieke kwaliteit voor Eindhoven'. Het plangebied grenst aan de oostzijde aan het buitengebied van Eindhoven met daarin het Dommeldal. Voor het plangebied zelf is met name de zone langs de oude Dommelarm van belang. Deze zone wordt op de kaart 'Ruimtelijke Strategieën als 'structureel stadsgroen' aangeduid. Deze categorie omvat de grotere elementen van de binnenstedelijke groenstructuur. Het gaat daarbij vooral om openbaar toegankelijke parken die een onderdeel vormen van de hoofdgroenstructuur. De functies zijn vooral de groene dooradering en geleding van de stad, intensieve recreatie en ontspanning, natuur en waterberging. Water speelt in toenemende mate een rol in de ordening en beheer van de ruimte. De systemen van grond- en oppervlaktewater gaan een belangrijkere rol spelen. Daarbij is onder meer van belang: 1. het langer vasthouden van gebiedseigen water door vertraging van de afvoer, met het oog op het bestrijden van verdroging en het voorkomen van wateroverlast benedenstrooms; 2. tegengaan van verdroging en handhaven van kwelsituaties door inzijging (infiltratie) naar het grondwater te bevorderen; 3. verhoging van de milieukwaliteit van water en waterbodems. Voor het groenbeleid is aandacht voor water vooral van belang omdat water in sterke mate de kwaliteit, de ruimtelijke verschijningsvorm en de gebruiksmogelijkheden van het groen bepaalt. Bereikbaarheid Voor het plangebied vormen de radialen een goede verbinding met de binnenstad en de regio. De bereikbaarheid van de verschillende buurten is mogelijk door de buurtontsluitingswegen. Er is een duidelijke hiërarchie aanwezig in de ontsluitingswegen, woonstraten en autovrije zones. De opzet van de buurten is zodanig dat deze niet uitnodigend is voor sluipverkeer.
2.3
De buurten
Het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 valt geheel in de wijk Dommelbeemd en betreft de buurten Heesterakker, Vaartbroek, Eckart en De Luytelaer.
12
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Heesterakker Heesterakker is de meest noordelijk gelegen woonbuurt van de wijk Dommelbeemd. De buurt wordt gescheiden van de buurt Vaartbroek door de Mirabelweg. Deze loopt over vrijwel de gehele breedte van de wijk Dommelbeemd. Deze weg is tevens een van de belangrijkste ontsluitingswegen van de buurt. Verder kent de buurt enigszins een radiaalontsluiting, gevormd door wegen als de Florencelaan, Venetiëstraat en Italiëlaan. Het is nog een redelijk jonge buurt. Deze buurt kent een diversiteit aan woningtypen. De gehele westzijde van de buurt bestaat uit patiowoningen die grotendeels met de rug liggen tegen de afrit van de John F. Kennedylaan. In het noordwesten van Heesterakker bevinden zich nog enkele vrijstaande woningen en deels geschakelde woningen. Het overgrote deel echter is rijenwoningen. Aan de zuidzijde van de weg Kruburg liggen enkele kleinere bedrijfspanden met een diversiteit aan bedrijfjes. Midden in Heesterakker zijn enkele maatschappelijke functies gesitueerd. In de groene as die vanuit de buurt Vaartbroek Heesterakker binnenkomt liggen een gemeenschapshuis en enkele scholen. Midden in het oostelijk deel van Heesterakker, aan de Livornostraat, ligt eveneens een school. Het oostelijk deel van Heesterakker, waarvan de straatnamen overigens vrijwel allemaal ontleend zijn aan Italiaanse steden, bestaat grotendeels uit rijenwoningen. In de bebouwingstructuur zijn duidelijk vele hofjes en binnenpleintjes te herkennen. Deze zijn veelal ingericht als parkeerplaatsen, een enkele keer in combinatie met een speelvoorziening. De oostzijde van Heesterakker grenst aan het buitengebied van Eindhoven. Vanuit de Italiëlaan is het natuurgebied rondom het Dommeldal goed toegankelijk. De nabijheid van de natuur geeft de buurt een extra kwaliteit. Vaartbroek Ten zuiden van de Mirabelweg begint de buurt Vaartbroek. Deze buurt is aan de oostzijde begrensd door het buitengebied en het Dommeldal, aan de zuidzijde door de Airbornelaan. De
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
13
westzijde wordt begrensd door de John F. Kennedylaan, en aan de noordzijde de Mirabelweg, Parallel aan de John F. Kennedylaan ligt een viertal grote flatgebouwen. Deze schermen de overige bebouwing van Vaartbroek af van de drukke John F. Kennedylaan. De straten Vaartbroek, Tarwelaan, De Stoutheuvel en Mirabelweg vormen een ring die de gehele buurt ontsluit. De meeste bebouwing in Vaartbroek bestaat uit rijenwoningen. De buurt kent vele hofjes en kleine lusstructuren. Deze zijn voor het langzaamverkeer onderling met elkaar verbonden. Langs deze verbindingen en in de hofjes komen kleine groenelementen voor. In de hofjes bevinden zich veelal extra parkeerplaatsen voor de buurt. Daarbij kent de buurt een groot aantal garageboxen. Aan de oostzijde van Vaartbroek komt wat meer geschakelde en vrijstaande bebouwing voor. In de zuidoosthoek van Vaartbroek liggen een vijftal, volledig in het groen, gesitueerde hofjes met vrijstaande woningen. De gehele oostzijde van de buurt grenst aan het buitengebied en is daarmee goed toegankelijk en geeft een bijzondere meerwaarde. Centraal in de buurt ligt in verticale richting een grote parkachtige groenstructuur, die de buurt als het ware in tweeën deelt. Ten zuiden van dit park ligt een groot langwerpig appartementengebouw dat gedeeltelijk over het park is gebouwd. Op de hoek van de Tarwelaan en De Stoutheuvel ligt het winkelcentrum Vaartbroek waarin onder andere een aantal supermarkten, diverse winkels, een sportschool, een jeugdhonk en een bibliotheek zijn gehuisvest. Behalve het winkelcentrum liggen hier ook nog een school, kerk en gemeenschapshuis. De locatie heeft dan ook een centrumfunctie voor de wijk Dommelbeemd. Eckart De buurt Eckart wordt aan de noordzijde begrensd door de Airbornelaan, de oostzijde wordt gevormd door de waterpartijen van de oude Dommelarm die diagonaal door de wijk Dommelbeemd liggen. De Sterrenlaan is de grens aan de zuidzijde en de westzijde wordt begrensd door de John F. Kennedylaan. Een opvallend element in de buurt Eckart is de bovengrondse hoogspanningsleiding die eveneens diagonaal door de buurt heen snijdt. Onder deze hoogspanningsleiding bevindt zich een langgerekte groenstructuur die door loopt tot in de omliggende buurten. De buurt wordt in noordzuid richting ontsloten via de Mercuriuslaan, een brede laan met middenberm die loopt van de Airbornelaan tot aan de Sterrenlaan. De Planetenlaan en de Firmamentlaan zorgen verder voor de ontsluiting naar de naastgelegen buurt De Luytelaer. Voor de rest kent Eckart een sterk rechthoekig opgezet stratenpatroon. In de strook langs het water bevinden zich een aantal functies, zo ligt er in de noordoost punt van Eckart een sporthal en een bedrijfsverzamelgebouw. Zuidelijker, aan de Weegschaalstraat ligt een centrum voor begeleid wonen. Aan de Orionstraat en in de nabijheid hiervan liggen een buurthuis, gezondheidscentrum, een kerk en een aantal supermarkten. Aan de Planetenlaan ligt nog een basisschool, maar verder bestaat Eckart voor het grootste deel uit wonen. De bebouwing van Eckart bestaat voornamelijk uit rijenwoningen. Op een aantal plaatsen worden de rijen onderbroken door een appartementengebouw. Op de hoek van de Mercuriuslaan en de Firmamentlaan staat een groot appartementengebouw dat als landmark fungeert voor de buurt. In het westen van Eckart ligt langs de op- en afritten van de John F. Kennedylaan een aantal appartementengebouwen.
14
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
De buurt kent vele garageboxen die mede het straatbeeld bepalen. In Eckart is veel gebruik gemaakt van hofjes en doodlopende straten, mede hierdoor ontstaan verkeersluwe woonstraten. In de hofjes, maar ook langs de straten is buurtgroen aanwezig al dan niet in combinatie met speelvoorzieningen. De Luytelaer In de driehoek, gevormd door de dode Dommelarm, de Kosmoslaan en de Sterrenlaan, ligt de buurt De Luytelaer. Het is een woonbuurt zonder verdere bijzondere functies. Er bevindt zich een aantal verschillende woningtypen, patiowoningen, bungalows, villa's, van vrijstaande tot geschakelde varianten. De Luytelaer wordt doorsneden door de bovengrondse hoogspanningsleiding die vanuit de naastgelegen buurt Eckart de buurt binnenkomt. De inrichting onder de leiding bestaat uit groenvoorzieningen. De hoogspanningsleiding is een opvallend element in de buurt. Aan de noord-west en de noord-oostkant van de buurt kent De Luytelaer, mede door de ligging aan het water, een sterk groen en parkachtig karakter. Deze buurt wordt via de Planetenlaan, de Firmamentlaan en de Kosmoslaan ontsloten. De Luytelaer kent verder een speels opgezet stratenpatroon en wijkt daarmee af van de overige buurten van Dommelbeemd. Het stratenpatroon bestaat voornamelijk uit lusstructuren en gedeelten waar met hofjes is gewerkt.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
15
3 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader
3.1
Inleiding
De reden dat het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" wordt gemaakt, is gelegen in het feit dat het thans geldende bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost " te globaal van opzet is en te weinig rechtszekerheid biedt. Bovendien is dat plan verouderd. Met het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007 " wordt uitsluitend beoogd het leggen (met enige flexibiliteit) van een actuele planologische regeling over de bestaande situatie en het beheren van de bestaande situatie. Uitsluitend beleid en projecten waaromtrent besluitvorming heeft plaatsgevonden, worden in dit plan meegenomen. Met het nieuwe bestemmingsplan wordt beoogd voor de komende jaren een adequaat planologisch kader voor het gebied te geven. Aanpassingen zijn alleen toelaatbaar als de nieuwe ontwikkelingen de bestaande structuur niet aantasten en zo mogelijk verbeteren. Omdat het plangebied nagenoeg helemaal is ingevuld, zal het daarbij veelal gaan om aanpassingen van geringe aard. In het plangebied is geen uitbreiding van het aantal woningen, uitbreiding van detailhandel of uitbreiding van maatschappelijke voorzieningen van enige omvang gepland. Doel van het nieuwe plan is vooral het behouden van de bestaande ruimtelijke structuur zoals die wordt gevormd door bouwvlakken, bouwhoogten, straten en groenelementen.
3.2
Provinciaal en regionaal beleid
Het plangebied is zowel in het Streekplan (2002), als in het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (2004) met het Uitwerkingsplan Zuidoost Brabant (2005) aangeduid als “bestaand stedelijk gebied”. Het bestaand stedelijk gebied vervult een belangrijke rol voor het accommoderen van de stedelijke ruimtevraag. Stedelijke herstructurerings- en intensiveringprocessen zijn in beginsel overal binnen het het bestaand stedelijk gebied mogelijk. Uiteraard moet hierbij worden aangesloten op de kwaliteiten en mogelijkheden van dat stedelijk gebied. Ontwikkeling van een duidelijke stedelijke hoofdstructuur en verbindingen van het centrumgebied met de verschillende stedelijke knooppunten is wezenlijk. Het is ook van belang een goede visie te hebben op waardevolle groenstructuren in het stedelijk gebied. De groenstructuur is belangrijk voor de leefbaarheid en kwaliteit van het stedelijk gebied. Het beleid voor het bestaand stedelijk gebied, opgenomen in het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (2004), heeft vooral tot doel om een betere benutting van de kansen van dat stedelijk gebied te stimuleren. Het betreft, met uitzondering van het beleid voor de stedelijk groene dragers, geen beleid gericht op het uitsluiten van ontwikkelingen. Voorts valt het plangebied op grond van het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven, binnen de aanduiding bestaand stedelijk gebied, onder de categorie "Beheer en intensivering". Dit zijn die delen in het stedelijk gebied, waar het beleid nu en in de toekomst gericht is op het beheer van de bestaande kwaliteiten. Intensivering van het ruimtegebruik en aanpassing van het stedelijk gebied, waar dat vanwege bestaande ruimtelijke kwaliteiten mogelijk en verantwoord is, kan nodig zijn. Dit zal niet snel leiden tot een totaal andere structuur of functie van stadsdelen en/of wijken.
3.3
Volkshuisvesting
De raad heeft op 6 juni 2004 deel 1 (“Visie”) van het Beleidsplan wonen vastgesteld. Er wordt in de Woonvisie een verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit, van aanbod naar vraag en van overheid naar markt geconstateerd. De grote verscheidenheid aan kwaliteitswensen van de woonconsument naar woning en woonmilieu staat centraal. De woonconsument vraagt meer dan in het verleden naar kwaliteit en is ook bereid daarvoor een flink bedrag te betalen. In Eindhoven is er een duidelijke vraag naar stedelijk wonen in de vooroorlogse woonwijken nabij 16
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
het centrum. Ook naar de groenstedelijke woonmilieus is veel vraag. Daarentegen staan de naoorlogse wijken binnen de stad onder druk. Daar is in principe een over-aanbod aan woningen te vinden, waarbij het vooral gaat om goedkope en middeldure huurwoningen waar mensen per saldo uit zouden willen verhuizen. Dit beeld komt ook terug in het soort woningen dat men zoekt. Er is een vraag naar vrijstaande woningen en twee-onder-een-kappers. Ook is er vraag naar appartementen. Beide "uiteinden" van de woningtypologie staan in de belangstelling van de consument. De gewone standaard eengezinswoning in een rij wordt veel minder gevraagd. Per saldo wil de woonconsument deze woning uit en doorstromen naar een kwalitatief meer aantrekkelijke woning (waardoor de naoorlogse wijken met veel van dit soort woningen onder druk staan). Door intensivering van de nieuwbouw, met name in de marktsector en een voortzetting van de wijkvernieuwing kan de kwaliteit en variatie van woningen en woonmilieus in Eindhoven duurzaam worden vergroot. Wat de integrale wijkvernieuwing betreft zullen naast de vooroorlogse woonmilieus, waarvoor een gezamenlijk vernieuwingsprogramma met de corporaties is ontwikkeld, ook een aantal eenzijdig opgebouwde naoorlogse woonmilieus('45-'65) de aandacht vragen. Op stedelijk niveau is het noodzakelijk dat er jaarlijks voldoende woningen worden gebouwd als antwoord op de natuurlijke groei, “huishoudensverdunning” en migratie. Stagnatie betekent dat de druk op de woningmarkt toeneemt waardoor de prijzen (te) hoog blijven. Mensen met een smallere beurs, waaronder veel starters, zijn hierdoor niet meer in staat om een woning te kopen. Naast dit kwantitatieve aspect staat de kwaliteit en verscheidenheid van woning en woonmilieu centraal. Voor het in opkomst zijnde centrumstedelijk wonen wil en kan de stad haar unieke positie in de regio en daarbuiten nog meer gaan uitbuiten. Eindhoven vormt met de omliggende gemeenten een stedelijk netwerk. De unieke regionale functie van Eindhoven gecombineerd met het toenemend aantal internationale contacten vanuit het bedrijfsleven, universiteit / hogeschool, onderzoeks- en kennisinstellingen maken dit noodzakelijk. Mede door de internationalisering is bijvoorbeeld de groep van “shortstayers” (mensen uit onderwijs en bedrijfsleven die voor korte tijd in Eindhoven verblijven), op de woningmarkt een factor van strategisch belang geworden. Wat groenstedelijke woonmilieus betreft moet Eindhoven de op veel plaatsen nog bijna “dorpse” woonkwaliteit koesteren respectievelijk via wijkvernieuwing versterken. Juist daarin onderscheidt de stad zich als vestigingsplaats van de Randstad. Op wijkniveau moet een gedifferentieerd aanbod van woonmilieus aanwezig zijn. Het behoud en de versterking van de herkenbaarheid / identiteit van ieder stadsdeel zal ertoe bijdragen dat de binding wordt vergroot. Het zorgdragen voor een levensloopbestendig stadsdeel draagt ook hiertoe bij. Op wijk- en buurtniveau wordt gestreefd naar homogene buurten in heterogene wijken. Op buurtniveau is een meer homogeen woonmilieu vanuit sociaal oogpunt zelfs wenselijk. Dit laat onverlet dat op het schaalniveau van de woning er een differentiatie naar verschijningvorm / architectuur, indeling woningplattegrond, woninggrootte, uitrustingsniveau, eengezins/meergezins, eigendomsvorm en prijsklasse moet plaatsvinden. De zeggenschap van de woonconsument moet hierbij meer centraal gaan staan. Voor senioren (eventueel met zorgbehoefte) en mensen met een functiebeperking is het van groot belang dat zij in hun eigen buurt en in ieder geval in hun eigen wijk kunnen blijven wonen. Bijvoorbeeld in zogenaamde woonservicezones. Naast de fysieke ingrepen in de woningvoorraad en omgeving dienen ook sociale en wijkeconomische maatregelen de binding aan de wijk/buurt en de zorg voor het publieke domein te vergroten. Gelijktijdig neemt hierdoor het gevoel van onveiligheid af, en verbetert het draagvlak voor voorzieningen. Voor het stimuleren van de wijkeconomie en het verlevendigen van de buurten door functiemenging wordt onder meer ingezet op het bouwen van meer woon-werkcombinaties.
3.4
Cultuurhistorische waarden
Archeologie vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
17
Het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg staat in het teken van het behoud en het beheer van het archeologisch erfgoed. Op gelijke voet staat het streven naar het gebruik van het archeologisch erfgoed als inspiratiebron voor de ruimtelijke inrichting. Dit beleid geldt voor alle cultuurhistorische waarden, dat wil zeggen voor zowel archeologische als voor historisch-geografische en historisch-bouwkundige waarden. Het rijksbeleid is mede gebaseerd op het Verdrag van Malta (1992). Het beleid van de provincie Noord-Brabant sluit aan op het nationale beleid voor de archeologische monumentenzorg. Zo is als essentieel element opgenomen dat in ruimtelijke planvorming rekening gehouden dient te worden met het archeologisch erfgoed. Voor archeologisch waardevolle terreinen en voor gebieden met een (middel)hoge verwachtingswaarde voor archeologisch erfgoed moeten bij voorgenomen ruimtelijke activiteiten de archeologische waarden door middel van een vooronderzoek in kaart worden gebracht. Gestreefd moet worden naar behoud ter plaatse door middel van inpassing. Alleen in het uiterste geval, als behoud ter plaatse niet mogelijk is, kan worden overgegaan tot archeologische opgravingen. De veroorzaker van de verstoring is verantwoordelijk voor de kosten die nodig zijn om de archeologische informatie die in de bodem ligt opgeslagen, veilig te stellen. De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het archeologisch beleidsplan uit 1999. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise. In het beleidsplan wordt geconstateerd dat de laatste vijf decennia meer dan 60 % van het gemeentelijk bodemarchief verloren is gegaan, terwijl het archief fundamentele gegevens herbergt over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen nagenoeg ontbreken. Voor de vroegste geschiedenis van de stad zijn we zelfs volledig aangewezen op de archeologische ondergrond. De stadsbranden van 1486 en 1554 hebben de middeleeuwse stadsarchieven vrijwel compleet verwoest. Overigens bevinden zich in de gemeente Eindhoven ook archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd. Aansluitend op het Verdrag van Malta is in het gemeentelijke beleid opgenomen dat plannen met betrekking tot de ruimtelijke ordening structureel en in een vroeg stadium worden getoetst op archeologische waarden. Belangrijke instrumenten zijn op rijksniveau de Archeologische Monumentenkaart (AMK, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 2003) en de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek 2005) en op provinciaal niveau de Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Brabant. Op de AMK staan terreinen waarvan bekend is dat ze daadwerkelijk een archeologische waarde hebben. Voor een deel zijn de archeologische monumenten beschermd ex artikel 3 van de Monumentenwet 1988. Voor een deel betreft het archeologische monumenten waarvoor deze bescherming (nog) niet gerealiseerd is, maar waarvoor wel een planologische bescherming noodzakelijk is. Op de IKAW en de CHW staan gebieden met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde, gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde en gebieden waar geen verwachtingswaarde van bekend is. Deze laatste categorie betreft veelal stads- en dorpskernen. Deze terreinen zijn echter archiefplaatsen bij uitstek van de bewoningsgeschiedenis van Noord-Brabant en verdienen het om op lokaal niveau beschermd te worden. In 1999 zijn het Archeologisch Beleidsplan en de Archeologische Verwachtingskaart van de gemeente Eindhoven vastgesteld. De gemeentelijke Archeologische Verwachtingskaart is actueler en gedetailleerder dan de rijks- en provinciale kaarten. Het beleid van de gemeente Eindhoven is uit te gaan van de gemeentelijke verwachtingskaart. Alle terreinen die op deze kaart zijn opgenomen hebben een hoge archeologische verwachtingswaarde. Toets Toetsing van de AMK, IKAW en gemeentelijke Archeologische Verwachtingskaart laat zien dat een klein gedeelte van het plangebied bekende en verwachte archeologische waarden heeft. Het betreft het gebied tussen de Romeweg en de oostgrens van het plangebied. Volgens de IKAW bestaat voor dit gebied een middelhoge trefkans op archeologische waarden. Tevens is een gedeelte hiervan volgens de AMK aangemerkt als terrein met een hoge archeologische waarde. Het betreft een gedeelte van het AMK-terrein met monumentnummer 5219. Op de gemeentelijke kaart is het hele gebied tussen de Romeweg en de oostelijke plangrens aangemerkt als archeologische verwachtingsgebied. Het valt onder het grotere verwachtingsgebied A07, Heesterakker.
18
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Het gebied ten oosten van de Romeweg ligt op een relatief hooggelegen zandkop aan de Dommel. Begin jaren 70 van de 20e eeuw is op deze plek een kleinschalig archeologisch onderzoek uitgevoerd door amateur-archeologen. Daarbij zijn nederzettingssporen uit de nieuwe steentijd, ijzertijd, Romeinse tijd en middeleeuwen gevonden. Het gebied tussen de Romeweg en de oostelijke plangrens is op de plankaart opgenomen als archeologisch waardevol gebied. Door middel van een dubbelbestemming met bijbehorend aanlegvergunningvereiste in de voorschriften, worden de archeologische waarden beschermd.
3.5
Verkeer
Gemotoriseerd verkeer In het kader van Duurzaam veilig heeft het gemeentebestuur de wegencategorisering vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
19
vastgesteld en daarmee impliciet de verblijfsgebieden. De wegen met een verkeersfunctie, de zogenaamde gebiedsontsluitingswegen, zijn primair bedoeld voor de afwikkeling van het verkeer en moeten daarop als zodanig worden ingericht. Alle overige wegen zijn onderdeel van het verblijfsgebied ook wel de erftoegangswegen of 30km/uur-zones. De afwikkeling van het autoverkeer, uitvalroutes van hulpdiensten, openbaar vervoer routes en stedelijke fietsroutes leggen beperkingen op aan het inrichten tot verblijfsgebied. In Woensel Noord-Oost liggen de volgende gebiedsontsluitingswegen: Ÿ John F. Kennedylaan Ÿ Viaduct Airbornelaan Ÿ Airbornelaan De John F. Kennedylaan loopt vanaf het centrum van Eindhoven naar de aansluiting op het Rijkswegennet (stroomweg) in de gemeente Son en Breugel. Aan de zuidkant wordt het gebied ontsloten door de Sterrenlaan. Aan de noordkant wordt het gebied ontsloten door de Eindhovenseweg. Beide wegen zijn gebiedsontsluitingswegen voor het plangebied. Auto parkeren De parkeernormen zijn gebaseerd op de normen van het CROW. De nota Parkeerbeleid is bij besluit van 22 mei 2007 herzien. Bij uitbreiding van een woning of een andere functie dient bezien te worden ofd aan de uitgangspunten en normen van het gemeentelijk parkeerbeleid wordt voldaan. Het bestemmingsplan voorziet in beginsel niet in uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen in het openbaar gebied. Het gemeentebestuur heeft besloten nieuwe parkeernormen vast te stellen en tevens een overgangsregeling in het leven te roepen waarbij bestaande bouwinitiatieven nog maximaal een jaar na publicatiedatum de tijd krijgen een bouwvergunning te krijgen op basis van de bestaande parkeernormen. Voor de vaststelling wordt een paraplubestemmingsplan voorbereid voor heel Eindhoven. Openbaar vervoer Op bijgevoegd kaartje is de meest actuele buslijn aangegeven. De bestemmingen “verkeersdoeleinden” en “verkeers- en verblijfsdoeleinden” liggen zodanig op deze routes dat er voldoende ruimte is voor het openbaar vervoer. Zoals eerder gesteld behoren de wegen met een verblijfsfunctie, waar het openbaar vervoer gebruik van maakt, zodanig te worden ingericht dat er geen overlast ontstaat voor het openbaar vervoer. Wijzigingen van busroutes zijn alleen mogelijk over routes die voldoende ruimte (kunnen) bieden en onder voorwaarden van verkeersveiligheid en leefbaarheid (geluid, luchtkwaliteit, barrièrewerking).
20
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Fietsverkeer De gemeente Eindhoven wil het gebruik van de fiets stimuleren. Hiertoe heeft zij een fietsroutenetwerk vastgesteld. Dit bestaat uit primaire stedelijke, uit regionale fietsroutes en uit secundaire fietsroutes. Op een primaire fietsroute moet een fietser in principe non-stop en comfortabel kunnen fietsen. Hiervoor gelden hoge kwaliteitseisen zoals brede, vrijliggende fietspaden in asfalt en voorrang op het kruisende verkeer. De secundaire fietsroutes in Eindhoven hebben geen specifieke inrichtingseisen. Toch is het mogelijk om ook hier speciale fietsvoorzieningen aan te brengen voor het stimuleren van het fietsgebruik. Routes kunnen wijzigen mits dit bijdraagt aan het stimuleren van het fietsgebruik. Er moet een aantoonbare verbetering voor de fiets zijn. De gemeente kent naast primaire- en secundaire feitsroutes ook nog een zogenaamde sternet fietsroute. Een sternet fietsroute is zowel stedelijk als regionaal van belang. De gemeenteraad heeft op 6 juni 2006 de fietsnota vastgesteld. In deze fietsnota zijn sternet fietsroutes aangeduid. Door het plangebied van het bestemmingsplan Woensel Noord Oost 2007 loopt een sternet fietsroute. Het gaat om de fietsroute Dommelbeemd die loopt van Eindhoven naar Son. De ligging van deze route is niet exact opgenomen in de fietsnota. Daarom is in het onderhavige bestemmingsplan alleen op de plankaart de aanduiding sternet fietsroute opgenomen. De sternet fietsroute loopt globaal langs de Oude Gracht, Firmamentlaan, Mercuriuslaan, Orionstraat, Grote Beerlaan, Den Ouden Dries, Boekweitstraat, Amandelpark, Lokert, Venetiëstraat, Florencelaan, Heerenweg en sluit aan op de Eindhovenseweg. De haalbaarheid van de route is momenteel onderwerp van studie. Hierbij wordt de fysieke haalbaarheid, maar ook de maatschappelijke haalbaarheid onderzocht. Het gemeentebestuur streeft er naar om medio 2008 een plan van aanpak voor burgerparticipatie vast te stellen. Voor de aanleg van de sternet fietsroute zal te zijner tijd een bestemmingsplanherziening opgesteld moeten worden. De secundaire fietsroutes zijn de routes langs: Ÿ de Dommel; Ÿ Anconalaan, Italiëlaan, Vaartbroek, Tarwelaan, Peterselieweg; Ÿ Oberonstraat, Planetenlaan, Poolsterlaan, Firmamentlaan, Soeterbeekseweg;
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
21
Ÿ Ÿ
22
Airbornelaan; Goudrenetsraat, De Kulder, Gemberstraat.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
23
Fietsparkeren De gemeenteraad heeft in 2006 bij het vaststellen van de Fietsnota besloten de door het CROW opgestelde 'Leidraad fietsparkeren' als uitgangspunt te hanteren voor stallingvoorzieningen. Deze eis heeft aan belang gewonnen nu in het Bouwbesluit geen berging voor de fiets verplicht is. De leidraad mag hiervoor gehanteerd worden om voldoende stallingcapaciteit voor fietsen bij bouwplannen te garanderen.
3.6
Groen
De gemeenteraad heeft op 5 november 2001 het Groenbeleidsplan 2001 vastgesteld. Dit beleidsplan geeft de hoofdlijnen weer van het gemeentelijke groenbeleid. Het is de richtinggevende basis voor een gebiedsgerichte planontwikkeling op lagere schaalniveaus. Gestreefd wordt naar een opwaardering van de groene ruimte in de stedelijke gebieden. Er wordt voorts ingespeeld op de toenemende behoefte om de natuur sterker te laten doorklinken in het ruimtelijke beleid. Gestreefd wordt naar een stad met een hoogwaardig groen woon- en werkklimaat. De in het groenbeleidsplan uitgezette strategieën en typologieën zijn verder uitgewerkt in onder meer de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde nota "Overdraagbaarheid openbaar groen". Het groen dat in deze nota is aangemerkt als "structureel groen op stedelijk niveau" en " structureel groen op wijk- en buurtniveau" is in het voorliggende plan nagenoeg altijd expliciet voorzien van de bestemming "Groenvoorzieningen".
24
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Het (openbaar) groen met bomen dat onderdeel uitmaakt van de (hoofdwegen) c.q. onderdeel vormen van het wegprofiel, is opgenomen binnen de onderscheiden verkeersbestemmingen. De bestemming Groenvoorzieningen omvat niet uitsluitend het openbaar groen. Ook het particuliere groen, in het byzonder de groenelementen die van wezenlijk belang zijn als schakel in de groenstructuur van de stad, wijk of buurt hebben de bestemming Groenvoorzieningen. De speelvoorzieningen in het plangebied zijn opgenomen in het aanwezige openbare groen. In het bestemmingsvoorschrift voor "Groenvoorzieningen" is dit juridisch vastgelegd.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
25
De westelijke grenslijn, de John F. Kennedylaan staat aangeduid als groene beelddrager op stedelijk niveau en dient behouden dan wel versterkt te worden. De oostzijde van de wijk wordt begrensd door multifunctioneel groen en door natuur, dat overgaat in een ecologische verbindingszone die langs de Dommel loopt. Natuurontwikkeling staat hier centraal. De straten Citrushof, Meloenstraat en het Advocadohof worden vanuit het groenbeleidsplan aangeduid als stad, groen beeldbepalend. Een stedelijk gebied met een uitgesproken groen karakter die bovendien aansluit bij de hoofdgroenstructuur en deze daardoor versterkt. Binnen de wijk zelf vormt het Amandelpark in het noordelijk deel een belangrijke groen beleving. In het zuidelijk deel vormt het kruis van twee groene assen de belangrijkste groen beleving. Vanuit het groenbeleidsplan krijgt de schuine as met waterpartijen de stempel structureel stadsgroen omdat deze een belangrijke verbinding vormt met het landschap. De middenberm op de Mercuriuslaan moet gehandhaafd blijven: het is een belangrijke ontsluitingsweg die door de hele buurt wordt gebruikt. Een ontsluitingsweg met een groene middenberm geeft een wijk groener en ruimtelijker karakter. De Mercuriuslaan is het visitekaartje van de wijk. Daarnaast kent de middenberm een boomstructuur die op wijkniveau belangrijk is.
3.7
Maatschappelijke voorzieningen
De bestaande maatschappelijke voorzieningen betreffen onder meer medische voorzieningen , vormen van beschermd wonen, maar ook sportvoorzieningen, kerken en scholen. In Eckart is aan de Orionstraat 3 het gezondheidscentrum Orion gevestigd. Voor met name zorgbehoevende senioren en mensen met een functiebeperking is het van groot belang dat zij in hun eigen buurt en in ieder geval in hun eigen wijk kunnen blijven voor medische voorzieningen. In Vaartbroek is een gezondheidscentrum gevestigd aan de Airbornelaan. Diverse dienstverleners gaan hier samen onder één dak; huisartsen, apotheek, Zuidzorg, fysiotherapie, logopedie, podotherapie verloskundigenpraktijk, huistherapie, psycholoog, oefentherapieMensendieck en acupunctuur. De zorgverleners noemen dit gezondheidscentrum het "kloppend hart" van Woensel Noord.
26
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Het adres Tarwelaan 54, in de Amandelpoort, is een ontmoetingscentrum (steunpunt) voor ouderen. In het gebouw van de Andromedaplaats wonen vijfenvijftig-plussers. Op de begane grond is een huisartsenpraktijk en een bank gevestigd.
De stichting MEARE biedt ondersteuning aan mensen met een verstandelijk handicap. Vanuit MEARE is aan Spicapad 14 een woonbegeleidingscentrum gevestigd waarin gehandicapten zelfstandig wonen. Er zijn drie buurt- en gemeenschapshuizen in dit plangebied. Opvallend in het plangebied is het hoge aantal kerken: het Kerkgenootschap Lectorium Rosicrucianum, de Gereformeerde Kerk, de Corporation of the Presiding Bishop of the Church of Jesus Christ of Latter en de Mattheuskerk. De gemeente Eindhoven streeft ernaar om op korte termijn te komen tot een situatie waarin tenminste het basisonderwijs, het peuterwerk en de kinderopvang wordt aangeboden in een zogenaamd Spilcentrum. Er ontstaat dan voor kinderen van 0 tot 12 jaar een aantrekkelijke voorziening waarin spelen en leren worden geïntegreerd. Het Spilcentrum is een voorziening op wijk-/buurtniveau, waarin alle voorzieningen zoveel mogelijk onder een dak zijn samen gebracht en waarbij er samenwerking is tussen alle instellingen die zich bezighouden met consultatiezorg, jeugdgezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, jeugdverlening en volwasseneducatie. Momenteel wordt gekeken welke school en locatie in aanmerking komt voor het Spilcentrumconcept. Behalve de vier basisscholen is in dit plangebied ook de International Secondary Education aan de Venetiëstraat gevestigd.
3.8
Sport en recreatie
Sporthallen en recreatieve sportvelden zijn bestemd als maatschappelijke doeleinden. In het plangebied ligt sporthal Eckart aan de Weegschaalstraat. Veronapad 1 is een gymzaal die onderdeel uitmaakt van de basisschool De Handreiking. Aan de Tarwelaan 54 is sportschool Desvan Fitness Studio gevestigd . Op het adres Dadelstraat 80 is ook een sportschool gevestigd. Direkt buiten het plangebied ligt het Gemeentelijk Sportpark Bokt.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
27
3.9
Detailhandel
Het gemeentelijk beleid betreffende detailhandel is beschreven in de detailhandelsnota "Tenminste houdbaar tot 2010" die op 19 december 2006 door de raad is vastgesteld. In de nota wordt aangegeven welke winkelcentra perspectief hebben en welke, om diverse redenen, weinig perspectief hebben. In de nota staat hoe de komende jaren met deze centra wordt omgegaan. De nadruk ligt op de structuurbepalende winkelcentra. Deze winkelcentra zijn bestemd voor "Centrumdoeleinden". Binnen het plangebied bevinden zich twee winkelconcentraties. Eén daarvan is het winkelcentrum Vaartbroek. Dit winkelcentrum telt een groot aantal winkels. De renovatie is voor een groot deel gerealiseerd. De ontwikkeling van het oostelijk deel van het winkelcentrum is in een voorbereidend stadium. Elke maandagmiddag is weekmarkt aan de Wijnpeerstraat achter het winkelcentrum. Het winkelcentrum Eckart heeft ook een groot aanbod in de voedings- en genotmiddelensfeer en is daarmee een uitstekende buurtverzorgende voorziening. Het winkelcentrum voorziet in de dagelijkse boodschappen van de bewoners van wijk Eckart. De aanwezigheid van een adequaat aanbod van dagelijkse voorzieningen is een essentieel element in een kwalitatief hoogwaardig leefklimaat van een wijk, zeker omdat deze wijk een groot aantal oudere inwoners heeft.
Bij de tankstations aan de John F. Kennedylaan vindt, naast de verkoop van motorbrandstoffen, ook detailhandel in aanverwante artikelen en andere goederen plaats. Deze detailhandelsvormen vinden hier van oudsher plaats en hebben niet geleid tot ontwrichting van de detailhandelsstructuur in de omgeving. Het aanbod en de beperkte omvang van artikelen zijn geen bedreiging voor de detailhandel in de omgeving. Overigens is door de beperkte ruimte ter plaatse uitbreiding van de detailhandelsfunctie uitgesloten. Het op kleine schaal aanbieden van branchevreemde goederen bij onderhavig tankstation is aanvaardbaar. De tankstations hebben de bestemming "verkooppunt van motorbrandstoffen".
3.10
Horeca
De raad heeft op 19 april 2004 het Horecabeleidsplan vastgesteld. Het algemene beleid is voor wat betreft de woonwijken gericht op handhaving en beperkte uitbreiding van de bestaande horeca. De bestaande horeca in het plangebied (buiten die in de centrumgebieden en buiten die bij maatschappelijke voorzieningen of detailhandel) zal worden bestemd voor “Horecadoeleinden”. Deze bestemming zal daar waar mogelijk in beginsel voorzien in een geringe uitbreidingsmogelijkheid. Het bestemmingsplan voorziet conform het Horecabeleidsplan niet in nieuwe horecavestigingen. 28
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Er zal binnen de conserverende horecabestemming door middel van een categorisering (middels een “lijst van horeca-activiteiten”) onderscheid tussen de verschillende vormen van horeca worden gemaakt naar potentiële milieuhinder/overlast. In principe zal slechts horeca worden toegestaan uit categorie 1 als vermeld in de genoemde lijst; er zal uitsluitend horeca uit een hogere categorie worden toegestaan als daar ten tijde van het van kracht worden van het plan reeds sprake van was. De in deze lijst vermelde vormen van horeca zijn merendeels ook terug te vinden in de horecatypering zoals vermeld in het Horecabeleidsplan, zij het dat de benadering daar meer van economische aard is. In dit bestemmingsplan gaat het om een conserverende regeling van ruimtelijke aard voor specifieke locaties. Binnen de bestemming “Centrumdoeleinden” is ook horeca toegestaan. Deze is beperkt tot en met categorie 1 ingevolge de “Lijst van horeca-activiteiten”. Binnen de bestemming “Maatschappelijke doeleinden” is horeca uitsluitend toegestaan ter ondersteuning van de desbetreffende functies. Dat wil (zoals vermeld in het gemeentelijke Horecabeleidsplan) zeggen dat de openingstijden van de horeca-activiteit niet ruimer mogen zijn dan die van de hoofdactiviteit, dat de horecavoorziening geen eigen toegang mag hebben en dat er geen separate reclame-uitingen zijn toegestaan.
3.11
Bedrijvigheid
Binnen het plangebied zijn uitsluitend bedrijven toegestaan behorend tot de milieucategorie 1 of 2 van de bedrijvenlijst VNG brochure of bedfijven die qua milieubelasting daarmee gelijk gesteld kunnen worden. Bestaande bedrijven behorend tot de milieucategorie 3 zijn eveneens toegestaan. Bedrijven behorend tot een andere milieucategorie dan toegestaan zijn slechts mogelijk via een vrijstellingsprocedure. Bij de in voorkomende gevallen te maken afweging wordt voornoemde VNG brochure gebruikt, en de op dat moment geldende relevante milieuwet- en regelgeving en het lokale milieubeleid. De Kruburg is het enige bedrijventerrein dat in het plangebied aanwezig is. De bedrijven zijn uitsluitend ten dienste van industrie, handel en nijverheid.
Het bedrijvencentrum De Ring aan de Weegschaalstraat 3 heeft een kantoorfunctie. Hier worden gestoffeerde kantoorunits verhuurd.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
29
3.12
Kabels, leidingen en overige belemmeringen
Ruimtelijk relevante leidingen en straalpaden worden op de plankaart en in de planvoorschriften geregeld. In de regel betreft dit de hoofdtransportleidingen voor gas, brandstof en leidingen voor het vervoer van risicovolle stoffen en bovengrondse en ondergrondse hoogspanningsleidingen. De ruimtelijke relevante leidingen worden in het bestemmingsplan als een medebestemming opgenomen.
Dwars door het plangebied, het gedeelte ten zuiden van de Airbornelaan, loopt door de buurten De Luytelaer en Eckart het tracé van een bovengrondse hoogspanningsleiding. Het tracé van deze hoogspanningsleiding is bepalend voor de stedenbouwkundige structuur van de wijk. Ten behoeve van dit leidingtracé is op de plankaart de dubbelbestemming "Leidingen" gelegd. Het plangebied is gelegen in het radarverstoringsgebied (RVG) van een radar, die is geplaatst op de vliegbasis Volkel. Teneinde het ongestoord functioneren van deze radar te waarborgen, dient binnen deze zone van 15 Nautische mijl (27,8 km) voor ieder obstakel hoger dan 65 meter + NAP, berekend te worden of er een storing plaats vindt. Een verzoek om te berekenen of er een verstoring plaats vindt, dient gedaan te worden bij het Ministerie van Defensie, Dienst Vastgoed Defensie, te Tilburg.
30
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
4
Milieuparagraaf
4.1
Inleiding
Milieu is een aspect dat in belangrijke mate bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving (wonen, werken, recreëren en natuur). Dit is in relatie tot het toekennen van functies aan een gebied van belang. Door een goede ordening van verschillende functies en voldoende ruimtelijke scheiding tussen functies met verschillende kwaliteiten wordt een belangrijk basisniveau voor een goed en geordend leefklimaat gegeven. In deze paragraaf wordt de feitelijke milieusituatie van het plangebied vanuit twee verschillende invalshoeken toegelicht. Enerzijds gaat het om het garanderen van voldoende ruimtelijke scheiding tussen woonomgeving en bedrijvigheid, door het beperken van de zwaarte van bedrijven ten aanzien van mogelijke milieu emissies (zonering). Anderzijds gaat het om garanties die een aantasting van de leefomgeving op het vlak van de milieuthema's lucht, geluid, externe veiligheid en bodem beperken c.q. voorkomen. Daartoe heeft een toetsing van de feitelijke situatie aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving plaatsgevonden.
4.2
Leefomgeving en bedrijvigheid
Voor behoud en verbetering van de kwaliteit van de woonomgeving is een juiste afstemming tussen bedrijvigheid en wonen noodzakelijk. Voor deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de brochure “Bedrijven en milieuzonering” van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (2e druk 2001) waarin een lijst is opgenomen van nagenoeg alle bedrijfstypen en hun milieukenmerken (bedrijvenlijst). Daarin worden bedrijfsactiviteiten ingedeeld in een zestal categorieën met toenemende potentiële milieu emissies. De lijsten van bedrijfsactiviteiten die voor de bestemmingsplannen in het kader van het actualisatieproject worden samengesteld, zijn ontleend aan voornoemde lijst van de VNG. Bij de samenstelling van de “Lijst van bedrijfsactiviteiten” is primair als uitgangspunt genomen, dat daarin slechts dienen te worden opgenomen "bedrijven in enge zin". Activiteiten zoals detailhandel, horeca, kantoren, sport-/recreatie-inrichtingen (zoals een sportschool, een zwembad etc), onderwijs- en andere maatschappelijke instellingen, alsmede dienstverlenende instellingen/beroepen, zoals kapsalons, artsenpraktijken advocatenkantoren etc. zijn van deze lijst geschrapt. De reden hiervan is dat dergelijke functies in de bestemmingsplannen anders dan voor "bedrijfsactiviteiten" worden bestemd. Verder zijn uitgezonderd bedrijven die niet in het plangebied zijn gewenst (voor woongebieden kan in dat verband bijvoorbeeld worden gedacht aan agrarische bedrijfsactiviteiten). Vervolgens wordt een selectie gemaakt van de bedrijven behorende tot de voor het plangebied al dan niet met vrijstelling toelaatbaar geachte milieucategorieën (voor het onderhavige plangebied maximaal categorie 2). Met deze selecties is uiteindelijk voor het onderhavige bestemmingsplan een “Lijst van bedrijfsactiviteiten” op maat samengesteld. Lijst van bedrijfsactiviteiten Binnen het plangebied zijn uitsluitend bedrijven toegestaan behorend tot de milieucategorie 1 of 2 of die qua milieubelasting daarmee gelijk gesteld kunnen worden. Daarnaast ook bedrijven categorie 3 toegestaan, voorzover bestaand. Bedrijven die niet voorkomen in deze lijst van bedrijfsactiviteiten, maar die qua milieubelasting wel hiermee gelijk gesteld kunnen worden, zijn slechts mogelijk via een vrijstellingsprocedure. Bij de in voorkomende gevallen te maken afweging wordt voornoemde VNG brochure gebruikt, en de op dat moment geldende relevante milieuwet- en regelgeving en het lokale milieubeleid. Bij de inventarisatie van de bedrijven binnen het plangebied zijn alle onder de Wet milieubeheer vallende bedrijven bezocht en beoordeeld op de toegelaten milieucategorie. Naar aanleiding van dit onderzoek is vastgesteld, dat in een situatie sprake is van een afwijking ten aanzien van de voorgeschreven milieucategorieën 1 en 2. Het betreft het bedrijf Vishandel Van Es-Grootveld (inrichting ten behoeve van de opslag van vis voor de marktverkoop) aan de Kruburg 7. De omschrijving van de bedrijfsactiviteit valt in milieucategorie 4. Gelet op de feitelijke activiteiten kan echter worden gesteld dat het bedrijf qua milieubelasting gelijk gesteld kan worden aan milieucategorie 2.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
31
4.3
Geluid
De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Luchtvaartwet. Het betreft normen voor industrielawaai, weg- en railverkeerslawaai en luchtvaartlawaai. Er wordt uitgegaan van voorkeursgrenswaarden, waarvan met ontheffing tot een bepaalde maximale hoogte mag worden afgeweken. De belangrijkste bronnen die geluidsoverlast kunnen veroorzaken zijn wegverkeer, railverkeer, industrie / bedrijven en vliegverkeer. a. Wegverkeer Het plangebied is gelegen in de geluidszones van de John F. Kennedylaan, de Sterrenlaan, de Airbornelaan en de Tempellaan. In het kader van “Duurzaam Veilig” zijn alle overige wegen in en nabij het plangebied 30 km per uur wegen geworden. Deze wegen hebben volgens de Wet geluidhinder geen zone, zodat deze verder buiten beschouwing kunnen blijven. De Wet geluidhinder maakt onderscheid tussen zogenaamde bestaande situaties en nieuwe situaties. Ingevolge het hoofdstuk “bestaande situaties” van de Wet geluidhinder behoeft voor de aanwezige geluidsgevoelige bebouwing geen nieuw akoestisch onderzoek te worden ingesteld. In het plangebied is geen sprake van “nieuwe situaties”. Bovendien maakt de Wet geluidhinder onderscheid tussen geluidgevoelige en niet-geluidgevoelige bestemmingen. In het plangebied worden geen nieuwe geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd, zodat ook om deze reden geen nader akoestisch onderzoek hoeft te worden ingesteld. Reconstructies van wegen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, die leiden tot een toename van de geluidbelasting met 2 dB(A) of meer, worden niet toegestaan. b. Railverkeer Het plangebied is niet gelegen in de zone van een spoorweg, zodat geen nader akoestisch onderzoek hoeft te worden ingesteld. c. Industrielawaai In of nabij het plangebied is geen zoneringsplichtig bedrijf gevestigd. Het bestemmingsplan maakt ook niet de vestiging van een zoneringsplichtig bedrijf mogelijk. d. Luchtvaartlawaai Het plangebied is niet gelegen binnen de 35 Kosteneenhedenlijn rondom vliegbasis Eindhoven.
4.4
Luchtkwaliteit
Wet luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Met deze wet zijn luchtkwaliteitseisen verankerd in de Wet milieubeheer. Op de beoordeling van luchtkwaliteit is niet alleen de Wet milieubeheer van toepassing, maar ook het Besluit “niet in betekende mate bijdragen” en drie regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen (NIBM), de Regeling beoordeling luchtkwaliteit en de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). De Wet luchtkwaliteit vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Afhankelijk van de projectfase kan dit besluit – voortvloeiend uit het overgangsrecht - echter van belang blijven bij de beoordeling van luchtkwaliteit. Voor het onderhavig project speelt het Besluit luchtkwaliteit 2005 geen rol meer. Er is een andere wijze van toetsing van bouw- en bestemmingsplannen opgenomen. Zo dient te worden onderzocht of een project 'in betekenende' mate van invloed is op de luchtkwaliteit. In het Besluit NIBM en de Regeling NIBM zijn handvatten aangereikt om te bepalen of een project niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Op dit moment (voorafgaande aan inwerkingtreding van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit, NSL) is het begrip “niet in betekenende mate” gedefinieerd als een bijdrage die maximaal 1% (tijdelijk) of 3 % (na inwerkintreding NSL) bedraagt van de grenswaarde voor stikstofdioxide en fijn stof. De mate van schaalgrootte waaronder niet hoeft te worden getoetst (de vertaling van bovengenoemde 1% norm naar concrete bouwprojecten), bedraagt 500 woningen bij één ontsluitingsweg. Voor het ontwikkelen van kantoorlocaties geldt een schaalgrootte van 33.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij één ontsluitingsweg. De Regeling NIBM benoemt tevens categorieën van gevallen die niet in betekenende mate bijdragen aan luchtverontreiniging. Als een project in één van deze categorieën valt of voldoet aan de 32
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
gestelde criteria voor de schaalgrootte van het plan (500 woningen of 33.000 m2 kantooroppervlakte) dan hoeft er niet te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen. De begrippen goede ruimtelijke ordening en blootstelling van kwetsbare groepen blijven van belang. Voor wat betreft de bescherming van kwetsbare groepen zal nog aanvullende wetgeving (Besluit gevoelige bestemmingen) van kracht worden. Situaties waar de luchtkwaliteitnormen worden overschreden zullen integraal worden aangepakt met maatregelpakketten voor probleemgebieden. Er worden op drie bestuurslagen maatregelen genomen, namelijk door het rijk, provincie en gemeenten (Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit, NSL). Samenvattend vormt de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: • er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; • een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging; • een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL. Beoordeling plan Het betreft een conserverend bestemmingsplan waarin geen ontwikkelingslocaties zijn opgenomen. Luchtkwaliteit plangebied In verband met een goede ruimtelijke ordening wordt de luchtkwaliteitssituatie in het plangebied in grote lijnen beoordeeld. Hiervoor wordt verwezen naar het luchtonderzoek dat is opgesteld ten behoeve van het bestemmingsplan Woensel Noord Oost 2007. Conclusie In november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Volgens deze wet is sprake van een plan dat niet in betekenende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Het betreft een conserverend bestemmingsplan. Het plan hoeft niet meer te worden getoetst aan de luchtkwaliteitsnormen
4.5
Externe veiligheid
Het externe veiligheid beleid is gericht op het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten alsmede het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen, activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, de zelfredzaamheid te bevorderen en de calamiteitenbestrijding te optimaliseren. De (deels nog in voorbereiding zijnde) wetgeving onderscheidt normen voor het: Plaatsgebonden Risico (PR): Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde (PR 10-6 per jaar) die niet mag worden overschreden ten aanzien van “kwetsbare objecten”, alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6 per jaar) ten aanzien van “beperkt kwetsbare objecten”; Groepsrisico (GR): Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. De gestelde norm is een oriënterende waarde waarvan gemotiveerd mag worden afgeweken. Ten aanzien van bedrijven is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; oktober 2004) van toepassing. Ten aanzien van transport is de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke stoffen van toepassing (augustus 2004). a. Bedrijven Binnen het plangebied In het plangebied zijn drie gasdruk-, meet- en regelstations gelegen. Het betreffen stations aan de Orionstraat, Sonseweg en de Venetiëlaan/Udinestraat . Op basis van het Besluit voorzieningen vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
33
en installaties milieubeheer kan worden geconcludeerd dat er voor wat betreft de gasdruk-, meet- en regelstations aan de Orionstraat en de Sonseweg geen knelpunten bestaan met betrekking tot de afstandseisen. Het gasdruk-, meet- en regelstation aan de Venetiëlaan/Udinestraat voldoet nog niet volledig aan het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer. Er is inmiddels een procedure in gang gezet zodat ook dit station aan het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer zal gaan voldoen. Buiten het plangebied In de nabijheid van het plangebied zijn drie risicovolle bedrijven gelegen. 1. Benzineservicestation met LPG, Eindhovenseweg 37 (Gulf). Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen en de daaraan verbonden regeling kan worden geconcludeerd dat het invloedsgebied niet tot over het plangebied reikt. 2. Opslag , 1 m 3 propaan, Bokt 16 (St. Jorisgilde). Het invloedsgebied reikt niet tot over het plangebied. 3. Opslag gevaarlijke stoffen, Esp 310 (Van Eck Ongediertebestrijding BV) Het invloedsgebied reikt niet tot over het plangebied. b. Transport Wegverkeer Over de John F. Kennedylaan, de Tempellaan en de Eindhovenseweg welke zijn gelegen aan de rand van het plangebied, vindt in beperkte mate bestemmings- en transitotransport plaats van gevaarlijke stoffen ten behoeve van de risicovolle bedrijven binnen het plangebied. Tevens vindt hierover bestemmingsverkeer plaats van gevaarlijke stoffen voor risicovolle bedrijven elders in de stad. Over de Sterrenlaan, welke eveneens is gelegen aan de rand van het plangebied, zal voornamelijk bestemmingsverkeer plaatsvinden voor risicovolle bedrijven in met name de gemeente Nuenen c.a. Op basis van het rapport “Transport Gevaarlijke Stoffen door de gemeente Eindhoven: Royal HasKoning d.d. 6 oktober 2006, Rapportnummer 9R8954/R00001/901866/DenB” kan worden geconcludeerd dat voor wat betreft het plaatsgebonden risico de grens- en richtwaarde niet worden overschreden en dat voor wat betreft het groepsrisico de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Railverkeer, waterwegen en buisleidingen Het plangebied wordt niet doorkruist door een spoorlijn en ligt eveneens niet in het invloedsgebied van een spoorlijn.
4.6
Bodem
Het (industriële) verleden van Eindhoven heeft zijn sporen in de bodem nagelaten. In de afgelopen jaren heeft op zeer veel locaties in Eindhoven om diverse redenen milieukundig bodemonderzoek plaatsgevonden, bijvoorbeeld in het kader van het verlenen van bouwvergunningen of in het kader van de aan- of verkoop van locaties. In het bodeminformatiesysteem van de gemeente zijn de gegevens van alle bekende bodemonderzoeken opgenomen. Op diverse locaties in Eindhoven zijn verontreinigingen aangetroffen. Het komt echter zelden voor dat er als gevolg van bodemverontreiniging sprake is van risico's voor de gezondheid van mensen. Dergelijke locaties zijn op dit moment binnen het plangebied dan ook niet bekend. Wel zijn binnen het plangebied de volgende locaties bekend waar sprake is (geweest) van een ernstig geval van bodemverontreiniging: Ÿ Wijngaardplein Ÿ John F. Kennedylaan 9 De percelen waar bovengenoemde gevallen van bodemverontreiniging zich bevinden hebben een aantekening in het kadaster. Nadere informatie over deze ernstige gevallen van bodemverontreiniging is te verkrijgen bij de Milieudienst Regio Eindhoven (tel. 040-2594609). Hoewel er binnen het plangebied dus geen gevallen van bodemverontreiniging bekend zijn die 34
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
een risico voor de gezondheid vormen, kan er in sommige gevallen toch sprake zijn van beperkingen in het gebruik of extra kosten die gemaakt moeten worden als grond moet worden afgevoerd. Het verdient dan ook sterk aanbeveling om bij grondtransacties, bouwactiviteiten of grondverzet vooraf het bodeminformatiesysteem van de gemeente te raadplegen bij de Milieudienst Regio Eindhoven. In sommige gevallen zal het uitvoeren van een bodemonderzoek noodzakelijk zijn. Dit geldt bijvoorbeeld bij het aanvragen van sommige bouwvergunningen en bij het afvoeren van vrijkomende partijen grond.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
35
5
Waterparagraaf
5.1
Inleiding
Met deze waterparagraaf wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 12, lid 2, onder c, van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985. Deze waterparagraaf is tot stand gekomen met een werkwijze volgens de Handreiking Watertoets. Er wordt gewerkt op basis van documenten die zijn vastgelegd met instemming van het Waterschap De Dommel en de Provincie Noord-Brabant (Gemeentelijk rioleringsplan) of zelfs mede worden ondertekend door deze partijen (Waterplan). Daarbij kan allereerst worden opgemerkt dat bij het onderhavige bestemmingsplan de bestaande situatie als uitgangspunt wordt genomen en dat er derhalve weinig speelruimte is voor aanpassingen aan het watersysteem. De nadruk zal liggen op de uitgangspunten voor het beheer.
5.2
Gemeentelijk beleid
Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) (vastgesteld door gemeenteraad in oktober 2006) Het huidige GRP is opgesteld voor de periode 2007 tot en met 2010. Het GRP bevat de geplande activiteiten voor het beheer en onderhoud van het rioolstelsel en bevat maatregelen ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit en het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel. Deze maatregelen bestaan vooral uit het afkoppelen van verhard oppervlak waarbij het regenwater gescheiden van afvalwater wordt ingezameld, zoveel mogelijk wordt geborgen en afgevoerd naar het oppervlaktewater. In het nieuwe GRP is geanticipeerd op de Wet Gemeentelijke Watertaken die naar verwachting in 2007 van kracht wordt. Met de Wet Gemeentelijke Watertaken wordt de verbrede rioolheffing geïntroduceerd. Dit betekent dat naast de rioleringszorg ook de gemeentelijke grondwaterzorg en hemelwaterzorg in het GRP is opgenomen. Waterplan Het Waterplan is een plan dat is opgesteld door de gemeente Eindhoven, waterschap De Dommel, provincie Noord Brabant en waterleidingbedrijf BrabantWater. Het plan omvat drie delen. Het “Visiedocument” (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 januari 2004) geeft het gezamenlijk streefbeeld van de waterpartijen weer. Het deel “Taken en Bevoegdheden” regelt de (verdeling van de) verantwoordelijkheden voor het stedelijk water tussen de vier waterpartijen. Het deel “Maatregelen” geeft de projecten weer die de komende jaren uitgevoerd worden. Deze projecten zijn ingedeeld naar de vier thema's (programmalijnen) van het Visiedocument. Het gehele Waterplan is bestuurlijk bekrachtigd met een convenant in januari 2006. Éen van de belangrijkste doelstellingen uit het Waterplan is het realiseren van een waternetwerk in de stad. Aanpak grondwateroverlast In april 2000 heeft de gemeenteraad het beleid vastgelegd voor de gebieden met grondwateroverlast. Maatregelen zijn voorzien bij een aantal geselecteerde gebieden (clusters) met overlast in ondiepe kelders en kruipruimten die veroorzaakt wordt doordat het grondwaterpeil in winterperioden hoger komt dan 1 meter onder het maaiveld.
36
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
5.3
Beleid waterschap en provincie
Het Waterschap De Dommel heeft Waterbeheersplan 2001-2004 “Door water gedreven” vastgesteld waarin de activiteiten en doelstellingen van het Waterschap zijn opgenomen. Voorts geeft het Waterschap in de beleidsnota “Samen werken aan stedelijk water 2000” en de kadernota Stedelijk Water “Water om op te bouwen 2006” inzicht in hoe het stedelijk waterbeheer verder inhoud zal worden gegeven. In de Inrichtingsvisies geeft het Waterschap voor de stroomgebieden de geplande ontwikkelingen weer, dit dient voor het Waterschap als toetsingskader voor de plannen die door derden in het stroomgebied worden opgesteld (waterhuishouding en ecosysteem). Tenslotte is de Keur oppervlaktewateren 2005 van belang. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven wanneer een vergunning of melding verplicht is voor ingrepen in de waterhuishouding. Verder zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen keurbeschermingsgebieden, attentiegebieden en overige gebieden. Met deze beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met vergunning- en ontheffingverlening. De provincie Noord-Brabant onderscheidt drie lagen voor beleidsafwegingen in ruimtelijke planvorming, de onderste laag is het bodem-watersysteem. De provincie Noord-Brabant heeft het provinciaal Waterhuishoudingsplan (partiële herziening 2003-2006) vastgesteld. Van belang zijn met name de thema's: water in bebouwd gebied, het verbeteren van de waterkwaliteit en de inrichting van waterlopen. De provincie is ook het bevoegd gezag voor het verlenen van vergunningen voor de onttrekking van grondwater. Daarnaast is in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water een deelstroomgebiedsvisie voor Oost-Brabant opgesteld die de gebieden aangeeft waar o.a. ruimte voor waterberging gezocht wordt of benodigd is.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
37
5.4
Situering plangebied vanuit de waterhuishouding
Het plangebied ligt in het noord-oosten van de gemeente Eindhoven en wordt globaal begrensd door de John F. Kennedylaan aan de westzijde,de Eindhovenseweg en de Anconalaan in het noorden, een groenstrook vanaf de Italiëlaan tot aan de Citrushof en de Kosmoslaan in het oosten, de zuidzijde wordt gevormd Sterrenlaan.
38
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
5.5
Beschrijving watersysteem plangebied
De opbouw van de bodem is van invloed op de karakteristiek van het watersysteem. In het plangebied treft men een toplaag aan die sterk is geroerd door de stedelijke ontwikkelingen (waaronder door de aanleg van wegen en gebouwen). Een watersysteem kent verscheidene waterstromen (met verschillende kwantiteit en kwaliteit), vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
39
aan de hand daarvan wordt het watersysteem van dit plangebied beschreven. Daarbij wordt over de grens van het plangebied gekeken. In het plangebied is een deel van het oppervlaktewater Oude Gracht gelegen alsmede de twee vijvers tussen de opritten van de John F. Kennedylaan ter hoogte van de Tempellaan en Eindhovenseweg . Regenwater Het regenwater dat op daken en wegen valt, stroomt overwegend af naar de riolering. De riolering in dit gebied is een gemengd rioolstelsel waarbij regenwater en afvalwater wordt gemengd en gezamenlijk afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Van Oldenbarneveltlaan. Overig regenwater infiltreert, afhankelijk van de doorlatendheid, in de bodem. Verdamping wordt in dit plan buiten beschouwing gelaten. Grondwater De maaiveldhoogten in het plangebied variëren van ca. 18 a 19 m. + N.A.P in het zuid westen tot ca. 15 m. + N.A.P. in het oosten richting het Dommeldal. Voeding van het grondwater in het plangebied geschiedt door infiltratie van regenwater en door toestroming vanuit het regionaal watersysteem. De ontwatering van het gebied geschiedt door ondergrondse afstroming naar oppervlaktewater. Daarnaast is het plangebied onderdeel van het regionaal systeem: zoals grondwater het gebied instroomt, zo stroomt grondwater het gebied ook uit. De stromingsrichting in het gebied is van zuidwest naar noordoost in de richting van de Dommel. Onttrekkingen van grondwater in dit gebied zijn niet bekend. Oppervlaktewater In het plangebied is (een deel van) de Oude Gracht gelegen. Dit oppervlaktewater staat in verbinding met de Dommel. Het peil (streefpeil is ca. 13,60 + N.A.P.) van dit oppervlaktewater wordt gereguleerd door het waterschap De Dommel middels een pomp ter hoogte van de Kosmoslaan en een schuif ter plaatse van de Amazonelaan (buiten dit plangebied). Voorts zijn in het noordwesten tussen de op- en afritten van de John F. Kennedylaan ter hoogte van de Eindhovenseweg, twee vijvers gelegen. Deze dienen mede voor de opvang van het regenwater van ( een gedeelte van) de John F. Kennedylaan. Deze vijvers worden middels een pompgemaal op peil gehouden. Drinkwater en B-water Drinkwater wordt geleverd door het bedrijf BrabantWater. Er wordt geen B-water geleverd. Afvalwater Alle panden in het plangebied zijn aangesloten op de riolering. De panden lozen hun afvalwater op het gemengde rioolstel dat afvoert naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Van Oldenbarneveltlaan.
5.6
Toekomstige situatie van het watersysteem
Op dit moment zijn geen maatregelen in dit plangebied gepland die invloed hebben op het watersysteem. Wel wordt net buiten het plangebied aan de oostkant van de Kosmoslaan een bergbezinkbassin aangelegd om de vuiluitworp uit het gemengde rioolstelsel via de overstort op het oppervlaktewater te verminderen. Bij nieuwe ontwikkelingen dient het principe “waterneutraal bouwen” te worden gehanteerd. Dat wil zeggen dat bij herstructureringen of zogenaamde inbreidingen regenwater dient te worden geborgen en geleidelijk te worden afgevoerd. Een tweede principe dat wordt gehanteerd is het voorkomen van verontreiniging van schoon oppervlakte water.
40
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
6
Juridische vormgeving
6.1
Algemeen
Het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" is te typeren als een gedetailleerd plan. De methodiek van het bestemmingsplan is gebaseerd op de standaard aanbevelingen van het NIROV voor kaart en voorschriften (NIROV-rapport "Op de digitale leest" uitgave juni 2003). Waar dat noodzakelijk is, worden de plankaart en -voorschriften in afwijking van de standaard specifiek toegesneden op de feitelijke situatie in het onderhavige plangebied.
6.2
Planmethodiek
Er is gekozen voor een gedetailleerde kaart, waarop de bestemmingen zijn aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouw- en gebruiksvoorschriften gekoppeld die direct inzichtelijk maken welke ontwikkelingen zijn toegestaan. Plankaart en -voorschriften bieden een directe bouwtitel voor bebouwing en gebruik. Deze wijze van bestemmen is gekozen vanwege de geconstateerde tekortkomingen in de tot nu toe gehanteerde globale planmethodiek.
6.3
Plankaart
Op de plankaart hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis ingevolge het voorliggende plan, indien en voor zover deze in de voorschriften daaraan wordt gegeven. Soms heeft een aanduiding juridisch gezien geen enkele betekenis en is uitsluitend op de plankaart aangegeven ten behoeve van de leesbaarheid van de kaart (bijvoorbeeld topografische gegevens) dan wel in verband met de “attentiewaarde”. De bestemmingen en de aanduidingen zijn verklaard in het op de plankaart opgenomen renvooi.
6.4
Planvoorschriften
In de begripsbepalingen (artikel 1) wordt een omschrijving gegeven van de in de voorschriften gehanteerde begrippen. Als gebruikte begrippen niet in deze lijst voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het dagelijks taalgebruik. In het artikel over de wijze van meten (artikel 2) worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd. De voorschriften bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht. Bestemming “Woondoeleinden” (artikel 3) Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen gronden met woningen en de bijbehorende voor- en achtererven (al dan niet met ondergeschikte beroeps- of bedrijfsuitoefening aan huis; zie ook hiernavolgende). In de voorschriften is onderscheid gemaakt tussen enerzijds hoofdgebouwen en anderzijds bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen. Het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, wordt beschouwd als het hoofdgebouw. Bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen zijn in architectonisch opzicht te onderscheiden van, en ondergeschikt aan, het hoofdgebouw. Op de plankaart zijn bouwvlakken aangegeven waarbinnen de hoofdgebouwen moeten worden gebouwd. Binnen een bouwvlak geldt geen beperking ten aanzien van het oppervlak dat mag worden bebouwd. De bouwvlakken mogen dus volledig worden benut.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
41
Bij “grondgebonden woningen” (niet-gestapelde woningen) in stroken is in beginsel uitgegaan van een diepte van het bouwvlak van 12 m vanaf de voorgevel(rooilijn). Daarbij dient de resterende achtertuin een diepte van minimaal 10 m te hebben. Indien deze minimale diepte in de gegeven situatie niet mogelijk is, is voor het bouwvlak een diepte van 10 m aangehouden. Indien ook dan een ontoereikende diepte van de achtertuin resteert, is een diepte van het bouwvlak overeenkomstig de bestaande situatie aangegeven. Er is gekozen voor standaardisering van de diepte van het bouwvlak met het oog op rechtsgelijkheid. Veel “grondgebonden woningen” hebben een bestaande diepte van 8 tot 10 m. Mogelijkheden tot uitbreiding van hoofdbebouwing naar 12 m is substantieel en praktisch. Wel dient de achtertuin een minimale dieptemaat van 10 m te behouden opdat deze niet verwordt tot een slecht bezonde binnenplaats. Bij de bepaling van de minimaal te behouden tuindiepte worden reeds in de tuin gerealiseerde bijgebouwen buiten beschouwing gelaten. Bij het vaststellen van een woningdiepte van 12 m wordt er van uitgegaan dat dit een aantal voordelen heeft ten opzichte van het vastleggen van de bestaande achtergevelrooilijn: 1. er is meer rechtsgelijkheid: woningen die aan de achterzijde nog niet zijn uitgebreid kunnen alsnog worden uitgebreid en gelijkgetrokken worden met de reeds uitgebreide woningen; 2. relatief kleine woningen kunnen qua ruimtebehoefte aan de norm worden aangepast; 3. de bestaande achtergevelrooilijn hoeft niet te worden vastgelegd. Voor sommige woningen is het bepalen van de achtergevelrooilijn moeilijk. Bij vrijstaande woningen op relatief ruime kavels is als diepte van het bouwvlak in beginsel een maat van 15 m aangehouden. Voor minimaal resterende diepte van de achtertuinen bestaan dezelfde uitgangspunten als bovenstaand zijn verwoord. Bij meergezinswoningen in middelhoog- en hoogbouw is voor de bepaling van het bouwvlak de bestaande situatie aangehouden. Van deze bebouwing is veelal iedere gevel beeldbepalend. Geen uitbreiding mogelijk aan voorgevel De voorzijde van woningen bepaalt in hoge mate het straatbeeld evenals de onderlinge samenhang van de gevels en het straatmeubilair. Een rommelig gevelbeeld zal afbreuk doen aan de belevingswaarde van het straatbeeld. Daarom zal bij een goed stedenbouwkundig plan altijd worden uitgegaan van een helder en evenwichtig gevelbeeld zodat de gevels van de afzonderlijke woningen gezamenlijk een aantrekkelijk ensemble opleveren. Daarbij dient ook samenhang te ontstaan tussen de afmetingen van het profiel van de openbare ruimte en de gevelhoogten en gevelbreedten. Bij substantiële uitbreidingsmogelijkheden aan de voorgevels van bebouwing, dus de gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, bestaat het risico dat de bestaande ruimtelijke kwaliteit van het desbetreffende openbare gebied verstoord wordt. Dit is zeker het geval indien bij individuele gebouwen de voorgevels worden gewijzigd zonder dat sprake is van samenhang met de aanliggende gevels. Het ensemble van de gevels kan dan door een individuele gevelaanpassing is negatieve zin veranderd worden. Om deze ongewenste situatie te voorkomen wordt het in het kader van het vigerende bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt substantiële uitbreidingen aan de voorgevels te doen. Voor de achtergevels, dus de gevels die veelal niet zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, geldt de bovenstaande beperking niet. Een substantiële uitbreiding aan deze gevels is wel mogelijk omdat deze gevel niet beeldbepalend is voor de openbare ruimte. Uiteraard zal in het kader van de bouwvergunning altijd gecontroleerd dienen te worden of een substantiële uitbreiding van de achtergevel bouwtechnisch en esthetisch verantwoord is. Bepaling situering bijgebouwen en garages Om te waarborgen dat de bebouwing aan de openbare ruimte voldoende esthetische kwaliteit behoudt wordt gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen hoofd- en bijgebouwen c.q. hoofdgebouwen en garages. Dit onderscheid wordt geconcretiseerd door bijgebouwen gelegen aan de openbare ruimte, zoals garages e.d., terug te leggen ten opzichte van de hoofdgebouwen. Hierdoor vallen de hoofdgebouwen extra op en de bijgebouwen, die doorgaans esthetisch minder aantrekkelijk zijn, vallen minder op. De bijgebouwen en garages dienen minimaal 3 m terug te liggen ten opzichte van de voorgevel
42
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
(de gevel die aan de openbare ruimte ligt). De afstand tussen de afzonderlijke hoofdbebouwing dient dan wel minimaal 3 m te zijn. Bij een kleinere afstand dan 3 m is het onderscheidend beeld van de afzonderlijke hoofdgebouwen dermate gering dat de terugliggende bijgebouwen en garages geen toegevoegde esthetische waarde meer creëren. Daarnaast is een bijgebouw van minder dan 3 m tussen twee hoofdgebouwen van ondergeschikt belang zodat het terugleggen van minimaal 3 m ten opzichte van de voorgevel geen verbeterd beeld oplevert. In dat geval mogen de bijgebouwen in het verlengde van de voorgevel liggen. Garages van minder dan 3 m breed zijn in functionele zin niet breed genoeg en vervallen in bovengenoemde situatie. Concreet betekent dit voor de plankaart dat het vlak 'te bebouwen erven', aan de zijde van de openbare ruimte, tussen de hoofdbebouwing 3 m terugligt ten opzichte van de voorgevelrooilijn. De onderlinge afstand tussen de hoofdgebouwen dient dan wel minimaal 3 m te zijn. Indien dit niet het geval is, ligt het vlak 'te bebouwen erven" voor zowel hoofdbebouwing als bijgebouwen in dezelfde lijn. Bijgebouwen aan kopgevels Bijgebouwen dienen binnen de denkbeeldige lijn te vallen die in het verlengde ligt van de kopgevel van een hoekwoning. De hoekwoning maakt deel uit van een bouwblok dat gevormd wordt door meerdere woningen. Specifiek aan een hoekwoning is dat deze aan twee zijden aan de openbare weg ligt. De entree van de woning ligt vaak aan dezelfde openbare weg als de entrees van de naastgelegen woningen. Door de tweezijdige ligging aan de openbare weg bepaalt de hoekwoning voor een belangrijk deel de esthetische uitstraling van het gehele bouwblok. Bijgebouwen die tegen de kopgevel worden gebouwd kunnen deze uitstraling verstoren. Er dient dus zeer zorgvuldig te worden omgegaan met bijgebouwen die buiten het gevelvlak van de kopgevels vallen. Gezien het bovenstaande wordt er voor gekozen om de reeds bestaande bijgebouwen die buiten het kopgevelvlak liggen positief te bestemmen en binnen het vlak 'te bebouwen erven' op te nemen. Voor de overige gevallen wordt het vlak 'te bebouwen erven' bepaald door de denkbeeldige lijn, die in het verlengde ligt van de kopgevel, als grens te nemen. Bebouwingspercentage 'te bebouwen erven' Door bij grondgebonden woningen een maximale woningdiepte toe te staan van 12 m ontstaat de mogelijkheid het vlak 'te bebouwen erven' extra te bebouwen. Om te voorkomen dat het vlak 'te bebouwen erven' volledig volgebouwd wordt met hoofd- en bijgebouwen is een maximaal bebouwingspercentage van 65% opgenomen. Dit resulteert in de mogelijkheid dat bij relatief kleine percelen met een beperkt vlak 'te bebouwen erven' minder dan de genormeerde oppervlakte van 75 m2 aan bijgebouwen, uitbouwen en aanbouwen kan worden gerealiseerd. Ingeval van grotere bouwpercelen van 500m2 en groter geldt een maximum van 100 m2 en 50%. Vaak staan op dergelijke grote kavels vrijstaande woningen. Bij deze woningen wordt een woningdiepte van 15 m toegestaan. Bij dergelijke grote kavels zal de genormeerde oppervlakte van 100 m2 niet onder druk komen te staan. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen voorzover binnen het bouwvlak gerealiseerd, worden niet in mindering gebracht op de in het voorgaande genoemde maten en percentages. De gronden met de aanduiding “te bebouwen erven” zijn primair gelegen aan de achterzijde van de hoofdbebouwing. In de gevallen waarin reeds sprake is van bijgebouwen, uitbouwen en aanbouwen aan de voorzijde/straatzijde dan wel de kopse zijde van de woning, zijn deze eveneens meegenomen binnen de begrenzing “te bebouwen erven”. Het voorgaande geldt in beginsel niet voor carports; deze blijven in dit verband buiten beschouwing. Er is gekozen voor een uniform beeld in die zin dat de qua omvang grootste bebouwing in de vorm van bijgebouwen, uitbouwen en aanbouwen aan de voorzijde/straatzijde van de woning (carports buiten beschouwing latend) bepalend is geweest voor de begrenzing van de “te bebouwen erven” aan de voorzijde van het gehele desbetreffende blok woningen. Slechts in die gevallen dat dit zou leiden tot een uit stedenbouwkundig oogpunt onaanvaardbare situatie, is uitgegaan van de per woning in het desbetreffende blok aan de straatzijde dan wel kopse zijde bestaande situatie. Bouwhoogte De maximale (goot)bouwhoogte is in beginsel bepaald op “als bestaand” (ten tijde van de ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan). Dit betreft de bestaande (maximale) hoogte per hoofdgebouw (in casu per woning c.q. woongebouw). Er kan dus binnen een bouwvlak sprake zijn van verschillende maximale bouwhoogten. Aan huis-gebonden-beroepen
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
43
Het gebruik van ruimten voor aan huis verbonden beroepen is binnen de woonbestemming toegestaan (tot maximaal 50 m2 ). Met een vrijstelling is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan huis gebonden beroepen. In een aantal gevallen is middels een specifieke aanduiding/ regeling extra praktijkruimte toegestaan met dien verstande dat de bestaande opppervlakte niet mag worden vergroot. Tevens is het na vrijstelling onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor kleinschalige bedrijvigheid. Indien sprake is van beroeps- c.q. bedrijfsuitoefening aan huis dan is deze meegenomen in de bestemming “Woondoeleinden”. Bestemming "Woondoeleinden I" ( artikel 4) Deze bestemming is specifiek bedoeld voor het woongebouw aan de Andromedaplaats, waarin op de begane grond de ABN/AMRO bank is gevestigd. Bestemming “Garageboxen” (artikel 5) In verband met de specifieke verschijningsvorm is voor solitair staande garageboxen een aparte bestemming opgenomen. Bestemming “Bedrijfsdoeleinden” (artikel 6) Deze bestemming, zoals aangeduid aan de Kruburg, is toegekend aan de gronden en opstallen van de bestaande bedrijven in het plangebied tot ten hoogste categorie 2 als bedoeld in de bij deze voorschriften behorende “Lijst van bedrijfsactiviteiten”. Deze lijst is gebaseerd op de VNG-brochure “Bedrijven en milieuzonering”. Aan de Kruburg 7 is het bedrijf Vishandel van Es-Grootveld gevestigd. De omschrijving van de bedrijfsactiviteit valt in milieucategorie 4. Gelet op de feitelijke activiteiten kan echter worden vastgesteld dat het bedrijf qua milieubelasting gelijk kan worden gesteld aan milieucategorie 2. Bedrijven die ingevolge de Wet geluidhinder geluidszoneringsplichtig zijn, zijn uitgesloten. Prostitutiebedrijven en seksinrichtingen alsmede detailhandel zijn eveneens uitgesloten. Bepaalde vormen van detailhandel zijn middels vrijstelling toegelaten. Er kan ook vrijstelling worden verleend ten behoeve van bedrijven die niet voorkomen op de “Lijst van bedrijfsactiviteiten” doch die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die wel zijn genoemd. Voorts zijn er binnen deze bestemming ook kantoorfuncties toegestaan. De grenzen van de bouwvlakken zijn dusdanig op de plankaart gezet dat enige uitbreiding van de bebouwing mogelijk is. Bestemming “Maatschappelijke doeleinden” (artikel 7) Het betreft hier een “verzamelbestemming” ten behoeve van medische, sociaal-culturele, religieuze, educatieve en openbare dienstverlenende (non-profit) instellingen en voorzieningen ten behoeve van sport. Concreet gaat het hier om voorzieningen als kerken, scholen, buurtcentra, sporthallen, bejaardenhuizen, welzijnsvoorzieningen, medische (groeps)praktijken e.d. al dan niet in combinatie met (boven)woningen. Gekozen is voor een flexibele regeling, zodat uitwisseling van alle functies die passen binnen de omschrijving mogelijk is. De grenzen van de bouwvlakken zijn dusdanig op de plankaart gezet en/of er is gekozen voor een dusdanig maximaal bebouwingspercentage en/of een dusdanige maximale hoogte dat enige uitbreiding van de bebouwing mogelijk is. Binnen de bestemming “Maatschappelijke doeleinden” is horeca uitsluitend toegestaan ondergeschikt aan dan wel ter ondersteuning van de desbetreffende maatschappelijke functie(s). Dat wil (zoals vermeld in het gemeentelijke Horecabeleidsplan) zeggen dat de openingstijden van de horeca-activiteit niet ruimer mogen zijn dan die van de hoofdactiviteit, dat de horecavoorziening geen eigen toegang mag hebben en dat er geen separate reclame-uitingen zijn toegestaan. Bestemming “Centrumdoeleinden” (artikel 8) Deze bestemming is gelegd op de buurtsteunpunten en winkelstrips. De bestemming beperkt zich niet alleen tot winkels. Naast detailhandel zijn ook dienstverlenende bedrijven en instellingen alsmede woningen toegelaten. Het gaat dan om kantoren of bedrijven met een publiekgerichte functie die in hoofdzaak zijn gericht op het ter plaatse bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van personen, zoals makelaarskantoren, adviesbureaus, reisbureaus en banken. Binnen de bestemming “Centrumdoeleinden” is ook horeca toegestaan. Deze is beperkt tot en met categorie 1 ingevolge de “Lijst van horeca-activiteiten”. Detailhandel, horeca en dienstverlening zijn uitsluitend op de begane grond toegestaan. De grenzen van de bouwvlakken zijn ook voor deze bestemming dusdanig op de plankaart gezet en de maximale bebouwingspercentages en hoogtes zijn zo gekozen dat slechts een incidentele uitbreiding van een individuele voorziening plaatselijk mogelijk is. Bestemming “Kantoren” (artikel 9)
44
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Deze bestemming is gelegd op specifieke kantoorvestigingen waarbij sprake is van meer dan beroepsuitoefening aan huis. De grenzen van de bouwvlakken zijn ook in dit geval dusdanig op de plankaart gezet dat enige uitbreiding van de bebouwing mogelijk is. Kantoren die zijn gelegen in centrum-/concentratiegebied, zijn meegenomen in de bestemming “Centrumdoeleinden” (zie voorgaande). Bestemming “Verkeersdoeleinden” (artikel 10) Deze bestemming is geprojecteerd op de wegen die primair gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer. Bestemming “Verkeers- en verblijfsdoeleinden” (artikel 11) Het gaat bij deze bestemming om de wegen die primair dienen c.q. zullen dienen voor de ontsluiting van de aangrenzende of nabijgelegen gronden, zoals winkelerven, pleinen, woonstraten, woonerven en paden. Ook is deze bestemming bedoeld voor de parkeerterreinen en voor de groenstrookjes die een onderdeel zijn van de straatinrichting. Bestemming “Verkooppunt van motorbrandstoffen” (artikel 12) Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen tankstations, al dan niet met LPG-functie waar deze bestaand zijn, en voor zover dit mogelijk is vanuit het oogpunt van externe veiligheid en milieuhinder. Bestemming “Nutsdoeleinden” (artikel 13) Deze bestemming geeft een regeling voor gebouwen voor nutsvoorzieningen die vanwege de omvang niet vergunningsvrij kunnen worden opgericht, met daarbij behorende wegen, paden en groenvoorzieningen. Bestemming “Groenvoorzieningen” (artikel 14) Het groen dat in de uitwerking van het gemeentelijke Groenbeleidsplan is aangemerkt als “structureel groen op stedelijk niveau” en “structureel groen op wijk- en buurtniveau” is in het voorliggende plan expliciet voorzien van de bestemming “Groenvoorzieningen”. Deze bestemming omvat ook kleinere waterpartijen. Bestemming “Water” (artikel 15) Binnen deze bestemming vallen de grotere oppervlaktewateren c.q. die oppervlaktewateren die een functie hebben in het watersysteem. Bestemming "Leidingen" (artikel 16) De bestemming leidingen is een dubbelbestemming voor de in het plangebied voorkomende electriciteitshoogspanningsleiding. Bestemming "Archeologisch verwachtingsgebied" (artikel 17) Op de gronden binnen het plangebied die volgens de cultuurhistorische waardenkaart zijn aangewezen als gebieden met een archeologische waarde is de bestemming archeologisch waardevol gebied gelegd. Dit betreft een dubbelbestemming. Onder de aanvullende bepalingen zijn opgenomen de algemene vrijstellingsbevoegdheid, anti-dubbeltelbepaling, overgangsbepalingen en slotbepaling. Voorts zijn aanduidingen opgenomen voor: 1. Extra praktijkruimte: voor panden met deze aanduiding (p) is extra praktijkruimte toegestaan, met dien verstande dat de bestaande situatie niet mag worden vergroot. 2. Dierenweide: uitsluitend voorzover op kaart aangeduid met (dw) is een dierenweide toegestaan. 3. Sternet fietsroute: momenteel is de exacte ligging van deze route door het plangebied nog niet bekend. Derhalve is volstaan met een aanduiding op de plankaart.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
45
7
Handhaving
7.1
Algemeen
Politiek en samenleving onderkennen steeds nadrukkelijker de cruciale rol van handhaving bij het met elkaar verbinden van werkelijkheid en regels. Met dit groeiend besef van het belang van handhaving en de jurisprudentie in het bestuursrecht waarin steeds meer de beginselplicht tot handhaven is uitgesproken, wordt de noodzaak van een handhavingsbeleid benadrukt. De beleidsmatige grondslag voor de handhavingstaak van de gemeente Eindhoven is neergelegd in de Gemeentebrede handhavingnota gemeente Eindhoven, door de raad vastgesteld op 5 november 2001. In deze nota zijn de doelstellingen en de uitgangspunten van het handhavingsbeleid geformuleerd. In de inleiding van deze toelichting is reeds vermeld, dat een belangrijke reden tot actualisatie van bestemmingsplannen lag in het feit, dat de meeste bestemmingsplannen die volgens het “mengkraanmodel” zijn gemaakt, onvoldoende rechtszekerheid bieden. In het kort komt het erop neer dat de planvoorschriften onvoldoende mogelijkheden bieden om aan gewenste ontwikkelingen mee te werken en om handhavend op te treden tegen ongewenste ontwikkelingen. In het laatstelijk in 2001gehouden onderzoek van de Inspectie VROM naar de uitvoering van de ruimtelijke regelgeving is onder meer gewezen op deze tekortkomingen en de noodzaak van handhaafbare bestemmingsplannen. Een eerste vereiste voor een goede handhaving is een handhaafbaar bestemmingsplan. Bij het ontwikkelen van de standaardvoorschriften voor het stedelijk gebied van Eindhoven is daarom gekozen voor een zo helder mogelijke juridische methodiek. De voorschriften zijn zo geredigeerd, dat deze in de toetsingspraktijk goed hanteerbaar zijn. Planvoorschriften dienen duidelijke normen te bevatten die niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn en tevens actueel en controleerbaar zijn. Teneinde hieraan te voldoen is er bij de actualisatie van bestemmingsplannen voor gekozen om de planvoorschriften zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij landelijk ontwikkelde standaardwerken zoals “Op de digitale leest” van het NIROV. Verder zijn de voorschriften aangepast aan de meest recente jurisprudentie en wetgeving (bijv. Woningwet). Dit biedt voldoende garanties voor de rechtszekerheid en de flexibiliteit van de nieuwe bestemmingsplannen. Tevens wordt hiermede voldaan aan het in het handhavingsbeleid geformuleerde uitgangspunt dat normstellingen handhaafbaar dienen te zijn. In het voorliggende bestemmingsplan is het actuele ruimtelijk beleid van Eindhoven vastgelegd, toegespitst op het plangebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch toetsingskader voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze kwaliteit voor de planperiode te kunnen garanderen is vereist, dat in de praktijk de planvoorschriften strikt worden toegepast en gehandhaafd. Goede voorlichting en informatievoorziening dragen bij aan een verbetering in de naleving van de bestemmingsplannen. In het bijzonder wordt daaraan in de inspraakfase van de bestemmingsplanprocedure de nodige aandacht besteed. Het voornemen bestaat om de plicht tot actualisatie van bestemmingsplannen en de beginselplicht tot handhaving van de ruimtelijke regelgeving wettelijk te verankeren. Met het project actualisatie bestemmingsplannen en de daaruit voortvloeiende handhavingtrajecten wordt daarop vooruitgelopen. Standaard vindt bij de voorbereiding van een planherziening in het kader van deze actualisatie een inventarisatie plaats van het plangebied. Deze inventarisatie, gebaseerd op de beschikbare actuele gegevensbestanden en gegevens van opnames ter plaatse, vormt het startpunt voor handhavingactiviteiten op het gebied van de ruimtelijke en bouwregelgeving alsmede op het gebied van de milieu- en brandveiligheid-regelgeving. Met de gebiedsinventarisatie wordt dus nieuw werk gegenereerd, namelijk milieuvergunningen- en brandveiligheidscontroles en ook een actieve controle op situaties die strijdig zijn met de ruimtelijke regelgeving en bouwregelgeving. De planning van deze handhavingactiviteiten wordt afgestemd op de planning voor de actualisatie van bestemmingsplannen om vervolgens te kunnen worden opgenomen in de gemeentebrede handhavingprogramma's.
46
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
In de uitgangspunten van het gemeentelijke handhavingsbeleid is bepaald, dat handhaving elke handeling van de gemeente betreft, die erop gericht is de naleving van rechtsregels te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Overtredingen die in het kader van de actualisatie van bestemmingsplannen worden geconstateerd, worden conform de bestaande handhavingprotocollen behandeld. De handhavingprocedures zijn in deze protocollen gestandaardiseerd en geüniformeerd. In dit verband kan worden verwezen naar het voorgaande onder 4.2. Door de handhaving standaard in de bestemmingsplancyclus op te nemen, zal de ruimtelijke kwaliteit van het grondgebied van Eindhoven beter gewaarborgd worden voor de toekomst.
7.2
Handhaving voorliggend plan
Leidend motief bij de toekenning van de bestemmingen is het antwoord op de vraag of de desbetreffende functie ter plaatse in ruimtelijk opzicht acceptabel is (ongeacht of een en ander in overeenstemming is met de voorgaande (nu nog vigerende) bestemmingsplannen en/of een en ander functioneert in overeenstemming met andere regelgeving, bijvoorbeeld milieuwetgeving, winkelsluitingswet, bouwverordening, algemene plaatselijk verordening etc.) Er zal dus in een aantal gevallen sprake kunnen zijn van het met het voorliggende plan legaliseren van situaties die niet conform de nu nog geldende bestemmingsplannen zijn, maar uit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening aanvaardbaar zijn. Dit zal betekenen dat in deze situaties te zijner tijd niet meer zal kunnen worden opgetreden op basis van het voorliggende bestemmingsplan. Opgemerkt kan worden dat het in nagenoeg alle gevallen bedrijven betreft waarvan het bestaan bij de gemeente bekend is. De plicht tot handhaving van andere regelgeving (bijvoorbeeld milieuwetgeving) ter zake blijft uiteraard onverkort van kracht. Er is in het voorliggende plan slechts aandacht voor handhaving in geval van het met dit bestemmingsplan wegbestemmen van momenteel bestaande functies, dus als er sprake is van het om redenen van een de goede ruimtelijke ordening toekennen van een bestemming die niet conform de bestaande situatie is. Dergelijke gevallen doen zich – voorzover uit onderzoek gebleken – met het voorliggende plan niet voor. Wel zal aan de bedrijven die - blijkens de in het voorgaande onder 4.2 (“Leefomgeving en bedrijvigheid”) vermelde specifieke onderzoeken naar de milieusituaties ter plaatse - in aanmerking komen voor een vrijstelling ex artikel 7.4.3. onder a, (vrijstelling voor bedrijven in een hogere milieucategorie dan in beginsel ter plaatse toegestaan) - zonodig onder voorwaarden - een vrijstelling moeten worden verleend.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
47
8
Financiële aspecten
Het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" is een conserverend plan waarin de bestaande situatie wordt geconsolideerd en geen ontwikkelingen zijn voorzien die in financiële zin consequenties hebben voor de gemeente. Het regulier beheer en onderhoud van de openbare ruimte en de daarbij behorende kwaliteitsverbeteringen wordt bekostigd via de jaarlijkse onderhoudsbudgetten.
48
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
9
Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid
9.1
Overleg ex artikel 10 Bro 1985
Het voorontwerp bestemmingsplan " Woensel Noord-Oost 2007" is op grond van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 voorgelegd aan de aangewezen instanties. In het onderstaande overzicht zijn de reacties samengevat en is in de laatste kolom de reactie van het college van burgemeester en wethouders opgenomen. Instantie
Inhoud advies (samenvatting)
Provincie Noord Brabant Dienstadvies directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving d.d.23 aug. 2007 07ink28078
Algemeen Het advies van de Directie RoH bevat de volgende opmerkingen: Het plangebied is zowel in het Streekplan (2002) als in het Regionaal Structuurplan regio Eindhoven (2004) en het Uitwerkingsplan Zuidoost Brabant (2005) aangeduid als “bestaand stedelijk gebied”. In de plantoelichting is geen aandacht besteed aan provinciaal of regionaal beleid. Hoewel het hier een conserverend plan betreft, vraagt de directie in het vastgestelde plan aandacht voor het provinciaal en regionaal beleid ( Cat. III). Waterparagraaf In de plantoelichting is een uitgebreide waterparagraaf opgenomen. Het betreft een conserverend plan waarin weinig speelruimte is voor aanpassingen aan het watersysteem. De directie wijst erop dat in het vastgestelde plan tot uiting moet komen op welke wijze over de wateraspecten overleg is gevoerd en afstemming heeft plaatsgevonden met de betrokken waterbeheerders (waterschap, provincie). Aangegeven moet worden welke opmerkingen/ adviezen in het kader van dit overleg/afstemming door de betrokken waterbeheerders zijn gemaakt, waarbij een afschrift van de adviezen als bijlage bij de plantoelichting wordt gevoegd. En op welke wijze met deze opmerkingen/adviezen in het plan rekening is gehouden. Ingeval de gemeente afwijkt van het door de waterbeheerder(s) gegeven watertoets dient de motivering hiervoor aangegeven te worden (Cat. II).
Standpunt college van burgemeester en wethouders Algemeen De plantoelichting is hierop aangepast (zie paragraaf 3.2 Provinciaal en regionaal beleid).
Waterparagraaf Waterschap de Dommel heeft bij brief d.d. 5 juli 2007 laten weten in te stemmen met het voorontwerp bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007.
Voorschriften Binnen de bestemming Centrumdoeleinden worden Voorschriften ook woningen toegestaan. Omdat een nadere Het voorschrift Centrumdoeleinden is hierop detaillering van de bestemming ontbreekt, zoals aangepast. wel het geval is in het voorontwerpplan “Limbeek – Woenselse Watermolen 2007”, wordt woningbouw mogelijk gemaakt op locaties waar momenteel niet gewoond wordt. Onduidelijk is of nadelige ontwikkelingen, bijvoorbeeld doordat voorbij wordt gegaan aan de Wet geluidhinder, op deze manier voldoende voorkomen kunnen worden (Cat. II). In deze fase van het planproces is door de directie niet onderzocht of de gedetailleerde regelgeving en bestemmingen op correcte wijze zijn vertaald. De directie benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft om zorg te dragen voor een adequate juridische regelgeving.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
49
Provinciale Planologische Commissie Postbus 90151 5200 MC 's-Hertogenbosch d.d. 20 juni 2007 07ink21111 Waterschap De Dommel Postbus 10.001 5280 DA Boxtel d.d. 5 juli 2007 07ink23093 DirectoraatGeneraal Rijkswaterstaat Postbus 90157 5200 MJ 's Hertogenbosch Rijksdienst voor de Monumentenzorg Postbus 1001 3700 BA Zeist Ministerie van Defensie, eerstaanwezend ingenieur directeur directie zuid Postbus 412 5000 AK Tilburg d.d. 28 juni 2007 07ink21802 Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten Postbus 1600 3800 BP Amersfoort d.d. 20 juni 2007 07ink20615 Samenwerkingsverband regio Eindhoven (SRE) Postbus 986 2500 AZ Eindhoven d.d. 30 mei 2007
9.2
Het waterschap deelt mede in te stemmen met het voorontwerp bestemmingsplan.
Ter kennisgeving aangenomen.
De directie Rijkswaterstaat deelt mede dat een Ter kennisgeving aangenomen. eventuele reactie via de PPC zal worden ingebracht
De rijksdienst heeft geen opmerkingen.
Ter kennisgeving aangenomen.
Ten aanzien van paragraaf 3.11 van de Toelichting De plantoelichting (thans 3.12) is hierop aangepast. wordt het volgende opgemerkt: De IHCS waarborgt de vliegveiligheid en is gelegen op een hoogte van 65 meter boven NAP in plaats van een 45 meter. Het vermelden van het Instrumental Landing System (ILS) in de toelichting wordt aanbevolen. Het radarverstoringsgebied van vliegbasis Volkel heeft een straal van 15 nautische mijl en een hoogte van 65 meter boven NAP in plaats van 45 meter. In onderhavige plangebied speelt geen rijksbelang Ter kennisgeving aangenomen. op het gebied van archeologie.
De SRE heeft t.a.v. dit plan geen opmerkingen.
Ter kennisgeving aangenomen.
Overig overlegorgaan
Instantie
50
De provinciale planologische commissie (PPC) Zie reactie hiervoor. adviseert overeenkomstig het advies van de Directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving (ROH) van 23 augustus 2007.
Inhoud reactie/advies (samenvatting)
Standpunt college van burgemeester en wethouders
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
NRE Infra Ontwikkeling BV Postbus 2438 5613 CM Eindhoven d.d. 31 augustus 2007 07ink28363
N.V. Nederlandse Gasunie Kantoor Waddinxveen Postbus 444 2740 AK Waddinxveen d.d. 21 december 2006 06ink40763 Essent N.V. Postbus 856 5201 AW 's-Hertogenbosch 28-02-06 06ink07832
NRE merkt op dat binnen het plangebied voor In dit plan zijn geen ruimtelijk relevante het gasnetwerk een gastransportnet ( 8 bar) hoofdgastransportleidingen, dan wel andere aanwezig is. hoofdtransportleidingen aanwezig. Gaarne ziet NRE opgenomen de mogelijkheid voor het oprichten van bouwwerken welke bestemd zijn voor energievoorziening in de vorm van een gebouw ten behoeve van de elektriciteit- dan wel gasvoorziening bestemd voor distributiedoeleinden zonder dat daarvoor een specifieke locatie voor wordt aangewezen. In eerder correspondentie heeft u aangegeven dat dergelijke bouwwerken vergunningsvrij zijn. Doch gaat het ons om de vaststelling van de functie van bovengenoemde gebouwen. Het bestemmingsplan moet ten allen tijde Netwerkbedrijven de mogelijkheid geven een bouwwerk op te kunnen richten om het openbare energienet in stand te kunnen houden. In het bestemmingsplan moet rekening gehouden worden dat er voldoende , doch 1,8 meter vrije en opneembare ruimte is, bijvoorbeeld trottoirs, voor de aanleg en onderhoud van openbare distributienetten .
Binnen het plangebied zijn geen leidingen of stations van de Gasunie aanwezig.
In het plan bevindt zich de 150 kV bovengrondse hoogspanningslijn Eindhoven Noord-Oost met een belemmerende strook van 2x20 meter. Deze lijn is op de plankaart en in de voorschriften aangegeven.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Het college blijft bij haar eerder ingenomen standpunt dat het bestemmingsplan niet in een regeling voor vergunningsvrije bouwwerken dient te voorzien. De plankaart is immers niet bedoeld als "overzichtskaart". Onderhavig bestemmingsplan geeft een weergave van de huidige situatie en voorziet niet concreet in toekomstige ontwikkelingen. Het bouwen van gebouwen ten behoeve van op het openbaar net aangesloten nutsvoorzieningen is ingevolge het Besluit vergunningsvrije en licht bouwvergunningplichtige bouwwerken (BBLB) vergunningsvrij in het geval van bouwwerken lager dan 3 meter en met een oppervlakte van minder dan 15 m2 . Voor dergelijke bouwwerken blijft het bestemmingsplan buiten toepassing (zie artikel 20 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening). Alle overige nutsvoorzieningen met een hoogte van meer dan 3 meter en/of met een oppervlakte van meer dan 15 m2 zijn wel expliciet bestemd voor "Nutsdoeleinden". De "algemene vrijstellingsbevoegdheid" (artikel 20) is uitgebreid met een vrijstellingsregeling ten behoeve van de realisering van (onder meer) nutsvoorzieningen. Deze mogelijkheid volstaat om een goede ruimtelijke afweging te maken in het geval dat er nieuwe nutsgebouwen dienen te worden gerealiseerd. Ter kennisgeving aangenomen.
Ter kennisgeving aangenomen.
51
Wijkraad Vaartbroek Heesterakker - Bokt de heer ing. P. Haans Secretaris Postbus 90150 5600 RB Eindhoven d.d. 9 juli 2007 07ink23435
1. Algemeen: De wijkraad heeft alleen dat gedeelte van het bestemmingsplan besproken dat binnen het wijkraadsgebied valt.
Ad 1. Algemeen: Ter kennisgeving aangenomen.
2. Opmerkingen betreffende de toelichting: 2.1 Het plangebied - Het plangebied is gewijzigd ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan: Eindhovenseweg en Sterrenlaan zitten nu niet in het plan. Aan welk bestemmingsplan worden deze straten toegevoegd. - “Eckhart” moet zijn “Eckart”.
Ad 2. Opmerkingen betreffende de toelichting: Ad 2.1 Het plangebied - De Eindhovenseweg is voor een klein deel toegevoegd aan het voorontwerp bestemmingsplan “Blixembosch 2007” en voor een groot deel aan het bestemmingsplan “Bokt West”. De Sterrenlaan is toegevoegd aan het bestemmingsplan Oude Gracht 2006. - De plantoelichting is hierop aangepast.
2.2 Groen en water Laatste alinea: wordt hier o.a. mee bedoeld het aan te leggen bergbezinkbassin aan de Kosmoslaan?
Ad 2.2 Groen en water Hiermee wordt inderdaad het bergbezinkbassin bedoeld. Dit valt echter buiten het plangebied.
2.3 Heesterakker “gemeenschapshuis” moet zijn “wijkgebouw”.
Ad 2.3 Heesterakker De plantoelichting is hierop aangepast.
3.1 Inleiding Derde alinea: In het gebied Vaartbroek zijn wel degelijk uitbreidingen van enige omvang gepland: het Winkelcentrum Vaartbroek-Oost zal worden gesloopt en herbouwd.
Ad 3.1 Inleiding Bedoeld wordt dat onderhavig bestemmingsplan daar geen directe bouwtitel voor geeft. De ontwikkeling Vaartbroek Oost, ten oosten van het winkelcentrum, is in een voorbereidend stadium. Dergelijke projecten worden eerst opgenomen in het bestemmingsplan wanneer er bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden.
3.2 Volkshuisvesting Laatste alinea: Niet alleen voor zorgbehoevende maar ook voor 'normale” senioren is het van belang dat ze in hun eigen buurt kunnen blijven wonen. - Waar zijn de “woonservicezones” en wat wordt er onder verstaan?
Ad 3.2 Volkshuisvesting De plantoelichting is hierop aangepast.
- Hoe is de stand van zaken met de plannen voor de sloop van de sterk verouderde bejaardenwoningen aan de Sonseweg en met de herbouw ervan?
Er is nog niet bekend wanneer de sloop zal plaatsvinden.
3.4 Verkeer - Autoparkeren: de geactualiseerde norm is nu vastgesteld op 1,7 parkeerplaats per woning. - Fietsverkeer: de route zoals beschreven bestaat nog niet. Dit aangeven op de plankaart.
Ad 3.4 Verkeer - De plantoelichting is hierop geactualiseerd;
3.5 Groen - Niet alleen de Mercuriuslaan is een visitekaartje van de wijk in dit plangebied, maar ook de Airbornelaan vanaf het viaduct tot de kruising met de Suikerpeerstraat/
Ad 3.5 Groen Het Groenbeleidsplan 2001 is als uitgangspunt genomen bij het opstellen van de Groenparagraaf. - De aansluiting vanaf de John F. Kennedylaan staat niet in het Groenbeleidsplan en wordt dus ook niet als
Een woonservicezone is een wijk/gebied waarin een samenhangend pakket van wonen, zorg en welzijn is of wordt gerealiseerd. In de tweede helft van 2008 wordt actief geïnventariseerd welke services de woonservicezone moet bieden.
- Er hebben inleidende studies plaatsgevonden voor de aanleg van een sternet fietspad. Deze hebben geleid tot de voorlopige conclusie dat er aanvullend onderzoek moet plaatsvinden. Dit aanvullende onderzoek betreft zowel de haalbaarheidsvraag (is aanleg van een dergelijk fietspad haalbaar op dit tracé), als de vraag waar het fietspad dan exact zal komen te liggen. Kortom: het is onzeker of aanleg plaats zal plaatsvinden en indien aanleg plaats zal vinden is momenteel ook nog niet zeker waar het voorziene fietspad exact wordt geprojecteerd. In het voorgaande bestemmingsplan Woensel Noord Oost werd echter al planologisch rekening gehouden met het fietspad. Er is daarom voor gekozen het fietspad in dit plan op de plankaart op te nemen middels een aanduiding. - De manier van stallen van fietsen wordt niet in een - Fietsverkeer: kan het “lock 'n go” systeem bestemmingsplan geregeld. Uw vraag is doorgegeven ook opgenomen worden voor het parkeren aan de betreffende beleidsmedewerker. U wordt van fietsen bij het Winkelcentrum Vaartbroek? hierover apart geïnformeerd.
52
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Mercuriuslaan en de Suikerpeerstraat;
zodanig benoemd.
- waarom zijn de Italiëlaan, Frambozenstraat, Aardbeistraat en Kroezelstraat vervallen als “groene ader” t.o.v. het vigerend bestemmingsplan.
- Alle groenelementen die aangegeven zijn op het kaartbeeld behorende bij het Groenbeleidsplan 2001 zijn overgenomen op de plankaart. Genoemde route staat niet expliciet aangegeven op het kaartbeeld behorende bij het Groenbeleidsplan 2001.
3.8 Detailhandel Ad 3.8 Detailhandel Winkelconcentraties. In de beschrijving wordt De toelichting is hierop aangepast. het winkelcentrum “Vaartbroek” ondergewaardeerd t.o.v. “Eckart”. “Vaartbroek” heeft 3x zoveel winkels als “Eckart”. 3.11 Straalpad Het straalpad dat door de wijk loopt: 2x 200 m breed, is niet genoemd. In dit straalpad gold een maximale bebouwingshoogte van 20 m. Als dit straalpad met zijn maximale bebouwingshoogte vervalt, vervalt ook de juridische zekerheid van de bewoners in deze zone.
Ad 3.11 Straalpad Gezien de bouwvoorschriften waarin steeds een maximale bouwhoogte wordt aangegeven die in geen enkel geval boven de 20 meter uitkomt, is de rechtszekerheid van de bewoners gewaarborgd.
4.3 Geluid - “Plangebied”. Ons inziens moet hier de Airbornelaan aan toegevoegd worden - In het plangebied is in de praktijk nog geen 30 km zone.
Ad 4.3 Geluid -De toelichting is hierop aangepast.
4.4 Luchtkwaliteit Vijfde zin “grenswaarde” 2010. Wat zijn de waarden zoals die gelden vóór 2010?
Ad 4.4 Luchtkwaliteit Hier wordt gerefereerd aan een wettelijke grenswaarde (Besluit luchtkwaliteit 2005). Er is geen grenswaarde vastgesteld voor de periode vóór 2010.
4..5 Externe veiligheid Binnen het plangebied. - Benzinestations John F. Kennedylaan toevoegen. - Gasdruk-, meet- en regelstattion Venetiëstraat: Voldoet nog niet aan besluit “voorzieningen en installaties milieubeheer”; Installatie staat nog niet op de plankaart; Installatie Esperenkamp wordt niet genoemd.
Ad 4.5 Externe veilgheid Installaties met een oppervlakte van minder dan 15 m2 zijn bouwvergunningsvrij en worden derhalve niet genoemd of opgenomen op de plankaart.
3. Opmerkingen betreffende de plankaart: A. Pleinfunctie: De Wijkraad is van mening dat de pleinfunctie zoals beschreven in het vigerend bestemmingsplan gehandhaafd moet blijven.
Ad 3. Opmerkingen betreffende de plankaart: Ad A. Pleinfunctie: Met de bestemming Verkeers- en Verblijfsdoeleinden zijn de pleinen niet wegbestemd. De bestemmingsomschrijving van Verkeers- en Verblijfsdoeleinden bevat immers ook pleinen (artikel 11.1 onder b).
B. Groenvlakken Bariplein: Op de nieuwe tekening zijn de bestaande groenvlakken verdwenen. Onze mening is dat die gehandhaafd moeten blijven.
Ad B. Groenvlakken Bariplein: Met de bestemming Verkeers- en Verblijfsdoeleinden zijn de groenvlakken niet wegbestemd. De bestemmingsomschrijving van Verkeers- en Verblijfsdoeleinden bevat immers ook groenvoorzieningen (artikel 11.1 onder e).
C. Hoogteaanduidingen: Op de nieuwe kaart zijn de hoogteaanduidingen verdwenen. De wijkraad is van mening dat dit toch een belangrijk onderdeel is en dus moet blijven.
Ad C. Hoogteaanduidingen: De maximale bouwhoogte is geregeld in de voorschriften (als bestaand).
D. Uitrit benzinestation John F. Kennedylaan: Moet in “bruin” worden aangegeven.
Ad D. Uitrit benzinestation John F. Kennedylaan: Bruin is de kleur voor Maatschappelijke doeleinden. Aangezien dit gemeente-eigendom betreft en deze uitrit als zodanig onderdeel uitmaakt van de John F. Kennedylaan, is hier de bestemming Verkeersdoeleinden gelegd.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
- In het bestemmingsplan wordt gerefereerd aan het betreffende besluit van de raad tot aanwijzing van de betreffende 30 km-zones.
53
E. Rooilijn “de Koppele” 775-781: Niet consequent.
F. Italiëlaan 103: Rooilijn conform garage.
54
Ad E. Rooilijn de Koppele 775-781: De lijn “te bebouwen erven” is ten opzichte van de voorgevels consequent 3 meter teruggelegd. Om te waarborgen dat de bebouwing aan de openbare ruimte voldoende esthetische kwaliteit behoudt wordt gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen hoofden bijgebouwen c.q. hoofdgebouwen en garages. Dit onderscheid wordt geconcretiseerd door bijgebouwen gelegen aan de openbare ruimte, zoals garages e.d., terug te leggen ten opzichte van de hoofdgebouwen. Hierdoor vallen de hoofdgebouwen extra op en de bijgebouwen, die doorgaans esthetisch minder aantrekkelijk zijn, vallen minder op. Ad F. Italiëlaan 103: De plankaart is hierop aangepast.
G. Esperenkamp 46: Rooilijn conform garage.
Ad G. Esperenkamp 46: De garage op dit perceel ligt binnen de aanduiding te-bebouwen-erven.
H. Gemberstraat 39-43: Rooilijn conform garage.
Ad H. Gemberstraat 39-43: Gemberstraat 39: de garage op dit perceel ligt binnen de aanduiding te-bebouwen-erven. Gemberstraat 43: de garage op dit perceel ligt binnen de aanduiding te-bebouwen-erven;
I. Italiëlaan 119-121: Rooilijn aanpassen.
Ad I. Italiëlaan 119-121: De lijn “te bebouwen erven” is ten opzichte van de voorgevels 3 meter teruggelegd. Om te waarborgen dat de bebouwing aan de openbare ruimte voldoende esthetische kwaliteit behoudt wordt gekozen voor een duidelijk onderscheid tussen hoofden bijgebouwen c.q. hoofdgebouwen en garages. Dit onderscheid wordt geconcretiseerd door bijgebouwen gelegen aan de openbare ruimte, zoals garages e.d., terug te leggen ten opzichte van de hoofdgebouwen. Hierdoor vallen de hoofdgebouwen extra op en de bijgebouwen, die doorgaans esthetisch minder aantrekkelijk zijn, vallen minder op.
J. Waarom langs flats geen rooilijnen?
Ad J. Waarom langs flats geen rooilijnen? De aanduiding te-bebouwen-erven is niet om flats gelegd, omdat daar geen aan-, uitbouwen of bijgebouwen mogen worden gerealiseerd.
K. Esperenkamp 21: Strook van 3 meter naast dit adres moet bestemming “woondoeleinden” i.p.v. “groenvoorzieningen” hebben.
Ad K. Esperenkamp 21: De plankaart is hierop aangepast.
L. Doorsteken structurele fietspaden: De doorsteken vanuit de Koppele naar de John F. Kennedylaan moeten grijs zijn i.p.v. groen (4X).
Ad L. Doorsteken structurele fietspaden: Met de bestemming Groenvoorzieningen zijn de 'doorsteken' niet wegbestemd. De bestemmingsomschrijving van Groenvoorzieningen bevat immers ook paden (artikel 14.1 onder c).
M. Solitaire Groenelementen: Deze zijn verdwenen van de plankaart.
Ad M. Solitaire groenelementen: Met de bestemming Verkeers- en Verblijfsdoeleinden zijn de solitaire groenelementen niet wegbestemd. De bestemmingsomschrijving van Verkeers- en Verblijfsdoeleinden bevat immers ook groenvoorzieningen (artikel 11.1 onder e).
N. Dierenweide: De begrenzing van de dierenweide staat aan de oostzijde onjuist op de plankaart.
Ad N. Dierenweide: De plankaart is hierop aangepast.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
9.3
Inspraak
Bij besluit van 29 mei 2007 is het voorontwerp bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 vrijgegeven voor inspraak en het wettelijk vooroverleg. Het voorontwerp heeft in het kader van de inspraak conform de Inspraakverordening gemeente Eindhoven 2006 gedurende zes weken, vanaf donderdag 7 juni 2007 tot en met 18 juli 2007, ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is men in de gelegenheid gesteld om een reactie ten aanzien van het voorontwerp in te dienen. Bekendmaking van de ter inzage legging en van de mogelijkheid om een reactie in te dienen is op de gebruikelijke wijze middels een gemeentelijke advertentie in het plaatselijke weekblad Groot Eindhoven bekend gemaakt. Het voorontwerp heeft gedurende genoemde termijn ter inzage gelegen bij het KlantenContactCentrum van het Stadskantoor en de info balie van de sector Bouw- en Woningtoezicht van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer. Daarnaast kon het voorontwerp digitaal worden geraadpleegd via de gemeentelijke website. Men is daarbij ook in de gelegenheid om digitaal inspraakreacties kenbaar te maken. Op dinsdag 26 juni 2007 heeft er een inloopavond plaats gevonden waarbij men kon worden geïnformeerd omtrent het voorontwerp en het digitale traject van het plan. Uitnodigingen voor de inloopavond zijn in het plangebied huis aan huis bezorgd. De presentielijst is op de inloopavond door 95 bezoekers getekend. Ten aanzien van het voorontwerp zijn de volgende reacties, zowel schriftelijk als per mail, ontvangen. NAAM
SAMENVATTING INSPRAAKREACTIE
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
STANDPUNT BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
55
Dhr. A. Bremer Poolsterlaan 7 5632 AM Eindhoven 10 juni 2007 mail 07ink19432 19 juli 2007 mail 07ink24256 en 07ink24252
Inspreker maakt bezwaar tegen de 'te bebouwen erven'-grens rondom zijn woning waardoor hij wordt beperkt in de mogelijkheid tot het uitbreiden van zijn woning.
De aanduiding te-bebouwen-erven is consequent en conform de systematiek toegepast. De voorzijde van woningen bepaalt in hoge mate het straatbeeld evenals de onderlinge samenhang van de gevels en het straatmeubilair. Een rommelig gevelbeeld zal afbreuk doen aan de belevingswaarde van het straatbeeld. Daarom zal bij een goed stedenbouwkundig plan altijd worden uitgegaan van een helder en evenwichtig gevelbeeld zodat de gevels van de afzonderlijke woningen gezamenlijk een aantrekkelijk ensemble opleveren. Daarbij dient ook samenhang te ontstaan tussen de afmetingen van het profiel van de openbare ruimte en de gevelhoogten en gevelbreedten. Bij substantiële uitbreidingsmogelijkheden aan de voorgevels van bebouwing, dus de gevels die zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, bestaat het risico dat de bestaande ruimtelijke kwaliteit van het desbetreffende openbare gebied verstoord wordt. Dit is zeker het geval indien bij individuele gebouwen de voorgevels worden gewijzigd zonder dat sprake is van samenhang met de aanliggende gevels. Het ensemble van de gevels kan dan door een individuele gevelaanpassing is negatieve zin veranderd worden. Om deze ongewenste situatie te voorkomen wordt het in het kader van dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt substantiële uitbreidingen aan de voorgevels te realiseren.
Inspreker merkt op dat zijn perceel binnen het gebied 'dubbelbestemming leidingen' ligt. Hierdoor wordt hij beperkt in de mogelijkheid tot het uitbreiden van zijn woning.
Essent Netwerk B.V. is als netbeheerder in de zin van artikel 11 van de Elektriciteitswet verantwoordelijk voor de continuïteit van het transport van elektriciteit. Om deze verantwoordelijkheid inhoud te geven is het beleid erop gericht om binnen de belemmerende strook van de 150 kV bovengrondse hoogspanningslijn activiteiten te voorkomen die gevaar kunnen opleveren voor de continuïteit van transport van elektriciteit. Binnen de dubbelbestemming kan alleen met vrijstelling gebouwd worden, waarbij de leidingbeheerder advies geeft. Een bestemmingsplan biedt geen regeling voor onderhoud van bijvoorbeeld groen. Uw klacht is doorgegeven aan het betreffende stadsdeelkantoor. U wordt hier apart over geïnformeerd. Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van de heer A. Bremer (zie hiervoor).
Dhr. A. Roosendaal Venuslaan 265 5632 HG Eindhoven 20 juni 2007 mail 07ink20610
Inspreker merkt op dat de begroeiing naast het fietspad aan de John F. Kennedylaan vanaf de Sterrenlaan tot ongeveer 200 meter in noordelijke richting een opknapbeurt nodig heeft.
Dhr. G. Brouwer Luytelaer 17 5632 BE Eindhoven 28 juni 2007 brief O7ink21651
Inspreker constateert dat ter plaatse van zijn perceel de te-bebouwen-erven grens de uitbreidingsmogelijkheden van zijn woning beperkt. Te meer daar in gelijke situaties reeds uitbreidingen zijn vergund en gerealiseerd.
56
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Dhr. A. Nicia Citrushof 11 5632 XN Eindhoven 28 juni 2007 brief 07ink21643
Dhr. R. Hoitsma Firmamentlaan 27 5632 AA Eindhoven 28 juni 2007 brief 07ink21633
Mevr. S. van Helmond e.a. Grote Beerlaan 1b 5632 DN Eindhoven 30 juni 2007 brief 07ink23046
Inspreker verzoekt om de te-bebouwen-erven grens van zijn perceel als volgt te wijzigen: - oprekken aan de rechterzijde van de woning, grenzend aan de groenstrook; - oprekken aan de achterzijde van de woning, grenzend aan de groenstrook; Inspreker heeft een kaartbeeld bijgevoegd ter verduidelijking. Bovengenoemde wijzigingen zijn besproken met de heer P. van de Port, stedenbouwkundige. Het gebied Citrushof/Avocadohof bestaat uit vier soortgelijke hofjes met in totaal vijf identieke groenstroken van drie meter breed tussen de woningen. Inspreker verzoekt de te-bebouwen-erven grens van zijn perceel op identieke wijze aan te duiden zoals bij de andere vier groenstroken Inspreker constateert dat de bestemming Verkeersdoeleinden op de Airbornelaan ligt tot aan de aansluiting op de Kosmoslaan. De sluiproute Airbornelaan – Kosmoslaan zal hiermee volgens inspreker niet ophouden te bestaan. Inspreker vreest voor een herhaling van de afsluiting van de Kosmoslaan in 2005, teneinde de sluiproute te blokkeren. Als gevolg daarvan zal het verkeer weer door de straat van inspreker rijden. Inspreker verzoekt dan ook om op het gedeelte van de Airbornelaan tussen kruispunt Airbornelaan/Mercuriuslaan en de aansluiting op de Kosmoslaan de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden te leggen
De plankaart is hierop aangepast.
De bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden wordt gelegd op wegen die dienen c.q. zullen dienen voor de ontsluiting van de aangrenzende of nabijgelegen gronden, zoals winkelerven, pleinen, woonstraten, woonerven en paden. Daarnaast is deze bestemming bedoeld voor de parkeerterreinen en groenstroken die onderdeel uitmaken van de straatinrichting. De Airbornelaan is een weg die primair gericht is op de afwikkeling van het doorgaande verkeer en valt dus niet onder Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Met het onderhavige bestemmingsplan wordt de bestaande situatie vastgelegd. Een bestemmingsplanwijziging zoals inspreker die voorstelt is planologisch niet mogelijk. Mede namens de bewoners van Grote Artikel 7 regelt dat gebouwen binnen Beerlaan 1A -1J, Antareslaan 2-14, een op de plankaart aangeduid Meteoorstraat 1-21, maakt inspreker bouwvlak worden gebouwd. bezwaar tegen de Het bebouwingspercentage mag 100 uitbreidingsmogelijkheden die het bedragen, tenzij op de plankaart een nieuwe bestemmingsplan biedt voor het ander percentage staat aangeduid. bestaande schoolgebouw aan de Onderhavig bestemmingsplan beoogt de Planetenlaan 28 bestaande situatie zoveel mogelijk vast (bebouwingspercentage 80). te leggen. Inspreker vreest dat in de toekomst een Op de plankaart is per abuis een ander gebouw geplaatst wordt, wat bebouwingspercentage van 80 grote invloed zal hebben op het woon- aangeduid. Dat percentage is, gelet op en leefgenot van omwonenden. de huidige bebouwing, te hoog. Het huidige schoolgebouw beslaat De plankaart is hierop aangepast. slechts 60% van het bouwvlak. Inspreker vreest bij een mogelijke uitbreiding van het gebouw met name voor vermindering van het daglicht, minder privacy, meer geluidsoverlast en voor een nog gevaarlijkere verkeerssituatie.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
57
Dhr. T. van Helden Uranuslaan 11 5632 AJ Eindhoven 2 juli 2007 brief 07ink21976
Dhr. T.J.W. Dobbelaar Aquariuslaan 44 5632 BD Eindhoven 2 en 3 juli 2007, 2 mails 07ink21900 en 07ink22086
58
Inspreker verwijst naar de bestemming verkeersdoeleinden die op de Airbornelaan is gelegd. De Kosmoslaan heeft de bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden. Volgens inspreker is dit niet conform de feitelijke situatie. Het doorgaande verkeer gaat over de Kosmoslaan naar de Sterrenlaan richting Nuenen. De afsluiting van de Kosmoslaan in 2005 is voor alle partijen niet in goede aarden gevallen (“eens maar nooit weer”). Inspreker stelt dan ook voor om de bestemming Verkeersdoeleinden ook op de Kosmoslaan te leggen.
De Kosmoslaan maakt deel uit van een 30 km/uur-zone, als zodanig aangewezen door de gemeenteraad. De bestemming Verkeers- en verblijfsdoeleinden is derhalve de juiste bestemming voor deze laan.
Voorts verwijst inspreker naar de bebouwingsgrenzen in het gebied “De Luytelaer”. In het vigerende bestemmingsplan worden de bebouwingsgrenzen aangegeven door een lijn die bijvoorbeeld op 4 meter evenwijdig aan de perceelsgrens aan de openbare weg loopt. In onderhavig plan ligt de bebouwingslijn, op enkele uitzonderingen na, strak om de bestaande bebouwing heen. Dit geeft onnodige beperkingen voor gewenste wijzigingen van de bebouwing in de toekomst. Inspreker is het niet eens met de begrenzing van de aanduiding van de te-bebouwen-erven ter plaatse van perceel Aquariuslaan 42. Volgens het vigerende bestemmingsplan ligt de bouwgrenslijn op vier meter vanaf de stoeprand. In de situatie zoals deze is weergegeven in onderhavig bestemmingsplan zou de eigenaar van pand Aquariuslaan 42 bijvoorbeeld een garage mogen bouwen tegen de erfgrens van inspreker en op één meter van de stoeprand af. Inspreker heeft een bestaande aanbouw aan de voorzijde en vreest voor zijn uitzicht en het algehele aanzicht dat zou kunnen ontstaan. Inspreker stelt dat de te-bebouwen-erven grens terug moet worden gelegd naar minstens 4 meter vanaf de stoeprand.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van de heer A. Bremer.
De inspreker vreest terecht voor het algehele aanzicht en voor zijn uitzicht door de gelegde te-bouwen-erven lijn. Om hieraan tegemoet te komen ligt de lijn evenwijdig aan de stoeprand, ter hoogte van de uiterste hoekpunten van de bijgebouwen, zoals tussen nummer 46 en 48 is gedaan. Tussen deze hoekpunten wordt een rechte lijn getrokken, evenwijdig met de stoeprand, waardoor een gelijksoortige oplossing ontstaat als bij de buren.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Mevr. S. van Helmond e.a. Grote Beerlaan 1B 5632 DN Eindhoven 18 juli 2007 brief 07ink24195
Mede namens de bewoners (handtekeningenlijst) maakt inspreker bezwaar tegen de locatie van de sternet fietsroute Dommelbeemd ter hoogte van de Grote Beerlaan en de Orionstraat. Uitgangspunten van insprekers: behoud van alle groen aan de Grote Beerlaan en de Orionstraat; behoud van veilige leef- en speelomgeving voor ons en onze (buurt)kinderen; behoud van een veilige route van en naar school voor (buurt)kinderen; behoud van het rustgevende karakter van onze buurt; behoud van de woonkwaliteit door behoud van groen en veiligheid voor de deur.
Op 6 juni 2006 heeft de gemeenteraad de Fietsnota vastgesteld. Deze nota beschrijft het wenselijke regionale net van zogenaamde non-stop fietsroutes en het net van plaatselijk doorgaande fietsroutes. De non-stoproutes (sternet fietsroutes) hebben als doel de fietser verkeersveiligheid, comfort en zo weinig mogelijk oponthoud in reistijd te geven. Aan deze routes worden dan ook hoge kwaliteitseisen gesteld. Een sternet fietsroute wordt gezien als een stedelijk en regionaal belangrijke route voor het stimuleren van het fietsgebruik. De haalbaarheid van de sternet fietsroute de Dommelbeemd is momenteel onderwerp van studie. Hierbij wordt de fysieke haalbaarheid, maar ook de maatschappelijke haalbaarheid onderzocht. Naar verwachting wordt medio 2008 een plan van aanpak voor burgerparticipatie ter vaststelling aangeboden aan het college van b & w. Dat houdt in dat het pad er alleen komt na overleg met de omwonenden en overige belanghebbenden zoals het trefpunt groen Eindhoven en de Fietsersbond. De sternet fietsroute is op de plankaart aangeduid. De daadwerkelijke aanleg is slechts mogelijk na een planherziening.
Bezwaren van insprekers: De fietsroute op de schets in de Fietsroute Dommelbeemd bestaat niet: Toelichting (paragraaf 3.5) is de Op pagina 21 van de plantoelichting gewenste route. wordt de primaire fietsroute Dommelbeemd genoemd die op het kaartbeeld op pagina 22 is aangegeven. Volgens inspreker loopt daar geen fietsroute zoals ingetekend. De reactie van inspreker inzake mogelijk Aantasting groen uitzicht: verlies van uitzicht op groen kan worden Volgens inspreker kan een gepland meegenomen in het kader van de fietspad alleen gerealiseerd worden burgerparticipatie. daar waar nu sprake is van groen. Het I uitzicht van de bewoners op groen gaat zo verloren. Aantasting groen staat haaks op groenbeleid gemeente Eindhoven: Inspreker verwijst naar het Groenbeleidsplan 2001 en Stadsdeelplan Woensel Noord, deel 2 (januari 2003), waarin het belang van het stadsgroen benadrukt wordt. Met de komst van een sternet fietsroute zal volgens inspreker een groot deel van de 'groene long' door de wijk verdwijnen. Dit zou haaks staan op het groenbeleid van de gemeente Eindhoven om “negatieve externe effecten” tegen te gaan, om in de wijk “te streven naar uitbreiding van het groenareaal” en “het openbare groen hetzelfde beschermingsniveau te geven als de hoofdgroenstructuur”. Daarnaast zal het groen dat zal verdwijnen volgens inspreker de “herkenbaarheid (identiteit) van de stad” ernstig aantasten en dat staat volgens inspreker haaks op de stelling dat “de beeldkwaliteit van het groen beter overeen dient te komen met het wensbeeld van de bewoners…”.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Naar verwachting medio 2008 zal een plan van aanpak voor burgerparticipatie ter vaststelling worden aangeboden aan het college van b & w. Dat houdt in dat het fietspad er alleen komt na overleg met de omwonenden en overige belanghebbenden zoals het trefpunt groen Eindhoven en de Fietsersbond.
59
Veiligheid direct aanwonende en spelende kinderen: Het fietspad is gepland langs een speeltuin voor kleine kinderen en langs een groengebied dat medio 2007 heringericht zal worden als recreatief gebied. Dit zal de veiligheid van de wijk niet gunstig beïnvloeden volgens insprekers. Voorstellen voor alternatieve fietsroutes: Heerenweg, Florencelaan, Stoutheuvel, Suikerpeerstraat, Mercuriuslaan, Muzenlaan, enz. Fietspad langs de John F. Kennedylaan.
Dhr. E. Drijver Orionstraat 14 5632 DD Eindhoven 10 juli 2007 mail 07ink23027 Dhr. R.A.P. van Lierop Grote Beerlaan 60 5632 DP Eindhoven 10 juli 2007 mail 07ink23025 Mevr. J. van Luxemborg Orionstraat 8 5632 DD Eindhoven 10 juli 2007 mail 07ink23024 Dhr. J.J. A. Teisman Grote Beerlaan 20 5632 DP Eindhoven 10 juli 2007 mail 07ink23022 Mevr. H. Simonse Orionstraat 4 5632 DD Eindhoven 10 uli 2007 mail 07ink23194 Mevr. I.M. Hoogeslag Grote Beerlaan 1 E 5632 DN Eindhoven 12 juli 2007 brief 07ink23431 Dhr. D.R. Camerik Grote Beerlaan 1J 5632 DN Eindhoven 11 juli 2007 brief 07ink23271 Mevr. M.H.J. Claessen-Claessen Grote Beerlaan10 5632DP Eindhoven 11 juli 2007 brief 07ink23272 Dhr. G. Teerink Grote Beerlaan 13 5632DN Eindhoven 11 juli 2007 brief 07ink23276 Mevr. H.M.C.K. van Rossum Grote Beerlaan17 5632DN Eindhoven 11 juli 2007 brief 07ink23274 Dhr. W. Bouwman Grote Beerlaan 26 5632DP Eindhoven 13 juli 2007 brief 07ink23600
60
De reactie van inspreker inzake mogelijke alternatieve fietsroutes kan worden meegewogen in het kader van de burgerparticipatie.
De reactie van inspreker inzake mogelijke alternatieve fietsroutes kan worden meegewogen in het kader van de burgerparticipatie.
Inspreker concludeert dat er goedkope en veilige alternatieve routes zijn die niet ten koste gaan van groen, veiligheid en woonkwaliteit. Inspreker sluit zich aan bij de reactie van Verwezen wordt naar het standpunt op mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Dhr. A. Bergman Grote Beerlaan 44 5632DP Eindhoven 13 juli 2007 brief 07ink23597 Dhr. B. Janssen en Mevr. L. Peels Grote Beerlaan 46 5632DP Eindhoven 13 juli 2007 brief 07ink23594 Dhr. J. Verbeek Grote Beerlaan 28 5632DP Eindhoven 16 juli 2007 brief 07ink23736 Dhr. D.A.J. Sillacus en Mevr. H.J. Pietersma e.a. Lokert 15 5632 PK Eindhoven 12 juli 2007 brief 07ink23531 Dhr. T. Hofstra en Mevr. B. van der Zwaag Lokert 33 5632 PK Eindhoven 12 en 19 juli 2007 brief 07ink23531 en 07ink24186 Mevr. M. Hofman Lokert 1 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24273 Dhr. M. Theunissen Lokert 1 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24276 Dhr. O. Lion Lokert 5 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24277 Mevr. H. Lion-Wolda Lokert 5 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24279 Fam. Manders Lokert 7 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24280 Mevr. H.E. Koorn Lokert 11 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24281 Dhr. J. Gooren en Mevr. I. Hol Lokert 29 5632 PK Eindhoven 28 juni 2007 brief 07ink21657
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers sluiten zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers sluiten zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers sluiten zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers sluiten zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers maken bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute om de volgende redenen: - de groenvoorziening (speelterrein) in de straat zou moeten wijken; - het fietspad voor de ingang van de Louis Buelens school zou onverantwoord zijn; - het fietspad door het Amandelpark zou het park qua oppervlakte kleiner maken.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
61
Dhr. G. Schröder Lokert 27 5632 PK Eindhoven 26 juni 2007 brief O7ink21638
Dhr. H. van Dijk Lokert 51 5623 PK Eindhoven 28 juni 2007 en 19 juli 2007 brief 07ink21648 en 07ink24299
Mevr. B. van der Zwaag Lokert 33 5623 PK Eindhoven 28 juni 2007 brief 07ink21641
Dhr. T.C.P. Koorn Lokert 11 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24282
Mevr. K. Schleenstein Lokert 11 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24283 Dhr. F.R. Bouter Lokert 13 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24285
62
Inspreker maakt bezwaar tegen de voor zijn woning langs geplande sternet fietsroute. Inspreker stelt dat er te weinig ruimte is voor een dergelijke fietsroute. Bovendien zal de fietsroute voor veel overlast zorgen volgens inspreker. De straat waar inspreker woont grenst aan een parkje waar de kinderen van inspreker spelen. Aangezien dit de enige groenvoorziening is, verbaasd inspreker zich over de hier geplande fietsroute. Het Amandelpark is net opgeknapt. Inspreker stelt dat de veiligheid van de buurt erop achteruit zal gaan, vooral als brommers gebruik zullen maken van de fietsroute. Inspreker heeft een aantal vragen naar aanleiding van het kaartbeeld op pagina 21 van de plantoelichting: -Geeft het kaartbeeld de huidige situatie weer, of betreft het een wensbeeld? -Wat is de status van de busverbinding die op het kaartbeeld voor de woning van inspreker loopt? -Wat is de status van de sternet fietsroute die op het kaartbeeld is aangeduid in de nabijheid van de woning van inspreker? -Wat is de verdere procedure? Kan ik nog reageren/bezwaar maken als er inderdaad een busverbinding voor mijn woning gerealiseerd wordt? Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute voor de woningen aan Lokert. Inspreker maakt zich zorgen over overlast die het fietspad volgens inspreker met zich mee zal brengen, vooral door brommers. De kinderen van inspreker spelen op de groenstrook voor de woningen. Inspreker stelt dat er al drie goede routes vanuit Son naar het centrum van Eindhoven lopen, te weten de John F. Kennedylaan, Stoutheuvel en de Dommelroute. Nu rijden er al vaak brommers met hoge snelheid voorbij. Inspreker maakt zich zorgen dat de hekjes die geplaatst zijn om brommers te hinderen, verwijderd zullen worden met de komst van een fietsroute. Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute, omdat er volgens inspreker sprake zal zijn van waardedaling van zijn woning. Inspreker vraagt zich af wie dat gaat betalen. Inspreker stelt dat hij liever een groen uitzicht heeft. Tenslotte vraagt inspreker zich af hoeveel vraag er is naar een dergelijke fietsroute. Inspreker stelt dat door de komst van een fietspad het uitzicht zal verminderen en de waarde van de woning van inspreker zal dalen.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Het kaartbeeld is een wensbeeld van de toekomstige situatie . De busroute is op de schets in de Toelichting ( paragraaf 3.5) aangepast.
De schets is aangepast. Lokert is niet opgenomen in de busroute. Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Inspreker heeft terzijnertijd de mogelijkheid om een verzoek in te dienen bij de gemeente voor het toekennen van planschade ( ex art. 49 WRO).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Het kaartbeeld geeft de toekomstige situatie weer.
Inspreker maakt bezwaar tegen de Verwezen wordt naar het standpunt op sternet fietsroute die langs de woning de reactie van mevrouw S. van Helmond van inspreker gepland is. Inspreker (zie hiervoor). benadrukt dat hij destijds gekozen heeft voor rust en groen.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Mevr. W.R.M. Bouter-Tammer Lokert 13 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24286 Dhr. J. Schröder Lokert 27 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24287
Dhr. J.W.G. Gooren Lokert 29 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24288 Mevr. H.M. Niessen-van de Berg Lokert 37 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24289
Dhr. L.J.S. Niessen Lokert 37 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24292
Dhr. J.A.M.P. van den Berk Lokert 41 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24293
Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute. Inspreker heeft destijds bewust gekozen voor een woning met een groen uitzicht en wil dit niet kwijt. Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute omdat er volgens inspreker sprake zal zijn van: -daling van het woongenot in de wijk wanneer groen verdwijnt; -aantasting veilige speel- en leefomgeving voor kinderen; -waardedaling van de woningen; Volgens inspreker zijn er genoeg bestaande alternatieven. In de afgelopen 10 jaar zijn er maatregelen getroffen die een alternatieve route mogelijk maken (veiligere oversteek ter hoogte van het Stedelijk College en een 30 km-zone in de wijk Heesterakker). Inspreker wijst op de negatieve invloed die de geplande sternet fietsroute op het woongenot van inspreker zal hebben, wat volgens inspreker een aanzienlijke waardevermindering van zijn woning tot gevolg zal hebben. Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute omdat er volgens inspreker sprake zal zijn van: -aantasting veilige speel- en leefomgeving voor kinderen; -aantasting veilige omgeving voor schoolgaande kinderen; -aantasting woongenot door het verdwijnen van groenstrook en bomenkap; aantasting van het woongenot door veel fiets- en brommerverkeer voor het huis van inspreker langs; -waardedaling van de woning van inspreker; Inspreker merkt ten slotte op dat er al zo weinig groen is in de buurt. Inspreker is tegen de aanleg van een sternet fietsroute omdat er volgens inspreker sprake zal zijn van: aantasting van een veilige speel- en leefomgeving; minder groen door bomenkap; waardedaling van het huis van inspreker; Inspreker is het er niet mee eens dat een primair fietspad door zoveel woonwijken is gepland. Inspreker is tegen de aanleg van een fietspad langs Lokert 1 tot en met 37 omdat er volgens inspreker sprake zal zijn van: Een verhoogd veiligheidsrisico spelende kinderen; aantasting van de groenstrook; aantasting van de privacy van de bewoners; een eventuele waardevermindering van de woningen.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor). Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
63
Dhr. E.J. van der Heiden Lokert 43 5632PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24295
Mevr. W.J.H. Burger Lokert 43 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24294 Mevr. H. Neynens Lokert 45 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24296 Dhr. J. Neynens Lokert 45 5632PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24297 Dhr. R. Weimann Lokert 47 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24298
Dhr. H. van der Elst Venetiëstraat 45 5632 RM Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24302
Dhr. J. van Velzen Venetiëstraat 49 5632 RM Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24303
64
Inspreker is het niet eens met de Verwezen wordt naar het standpunt op mogelijke aanleg van een fietspad door de reactie van mevrouw S. van Helmond de Lokert in Eindhoven. Naar de mening (zie hiervoor). van inspreker zijn er betere alternatieven, zoals bijvoorbeeld een 'snel' fietspad langs de John F. Kennedylaan. Inspreker stelt dat het woon- en leefcomfort onder druk komen te staan. De verdwijning van bomen en ander groen zal het aanzicht van de wijk/straat aantasten. Volgens inspreker lijkt het een typisch geval van “beslissen over iets in plaats van overleggen met iemand.” BLANCO
Volgens inspreker komt de geplande sternet fietsroute de leefbaarheid van de wijk niet ten goede. Bovendien zal er volgens inspreker sprake zijn van waardedaling van de woningen. Volgens inspreker komt de geplande sternet fietsroute de leefbaarheid van de wijk niet ten goede. Bovendien zal er volgens inspreker sprake zijn van waardedaling van de woningen. Inspreker maakt bezwaar tegen de geplande sternet fietsroute. Naar de mening van inspreker zijn er genoeg alternatieven. Inspreker is tegen het kappen van bomen en het verwijderen van groenstroken. Volgens inspreker komt de veiligheid van kinderen zwaar in het geding, aangezien de groenstroken de enige mogelijkheid bieden om veilig te spelen. Brommers die gebruik zullen maken van de fietsroute zullen lawaai en extra gevaar met zich meebrengen voor kinderen en andere bewoners. Inspreker heeft zijn huis gekocht om rustig te wonen en vreest nu voor een drukke weg voor zijn huis. Inspreker geeft een opsomming van zijn bezwaren tegen de geplande sternet fietsroute ter hoogte van ISSE (internationale school): -verkeersonveilige situatie in combinatie met het fietspad en de aldaar vaak stilstaande bus (die kan vaak niet parkeren); -fietsers rijden de oprit van inspreker op om het schoolterrein op te gaan; -de weg is veel te smal voor een breed fietspad. Inspreker merkt op dat de gebruikers van fietspad Dommelbeemd grotendeels uit schoolgaande jeugd bestaat. Inspreker pleit voor een meer logische, doeltreffendere aansluiting op het bestaande fietspad langs de Dommel.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor). Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hierboven). Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Dhr. F.T.M. van der Haghen Busweg 49 5632 PP Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24304
Mevr. W.H.M. van der Haghen-Vervoort Busweg 49 5632 PP Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24306
Mevrouw S.F. Lee J. Vermeerstraat 35 5642 KE Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24308 Mevrouw W. v/d Pennen Salderes 136 5682 EW Best 19 juli 2007 brief 07ink24310 Mevrouw G. v/d Dries Leeuwenborchweide 47 5709 SB Helmond 19 juli 2007 brief 07ink24309 De heer S. de Jong Kruisakker 23 5625 SB Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24312 De heer H.F.J. de Vries en mevrouw A. de Vries – v/d Heijden Florencelaan 42 5632 PT Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24313 Dhr. M. Verheijen en Mevr. L. Gielen Lokert 25 5632 PK Eindhoven 17 juli 2007 brief 07ink23874
Inspreker geeft een opsomming van zijn bezwaren tegen de geplande sternet fietsroute: -jonge wijk, men woont hier voor de rust; -rustige weg; dat wil inspreker zo houden; -mogelijke waardevermindering van het huis van inspreker; -er zal sluipverkeer ontstaan over het pleintje busweg en over Kruburg; -er zal verkeersoverlast ontstaan; -inspreker vraagt zich af hoe het gemotoriseerd verkeer geregeld zal worden als het pad door de busweg wordt aangelegd? Inspreker geeft een opsomming van haar bezwaren tegen de geplande sternet fietsroute: er zal een onveilige verkeerssituatie ontstaan; er zullen veel sluiproutes in omgeving ontstaan; mogelijke waardevermindering van de woning van inspreker; minder speelgelegenheid voor kinderen. De kinderen van inspreker zitten op basisschool Louis Buelens. Inspreker vindt de geplande sternet fietsroute onveilig voor haar kinderen (brommers en scooters). Inspreker is leerkracht van basisschool Louis Buelens en geeft te kennen dat zij geen fietspad wenst.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Inspreker sluit zich aan bij de inspraakreactie van mevrouw W. v/d Pennen.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Inspreker is leerkracht en acht de geplande sternet fietsroute levensgevaarlijk voor de leerlingen van de basisschool Louis Buelens.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor). Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Insprekers achten de geplande sternet Verwezen wordt naar het standpunt op fietsroute zinloos en onveilig . Het de reactie van mevrouw S. van Helmond centrum van Eindhoven is naar de mening (zie hiervoor). van insprekers goed te bereiken via het fietspad langs de John F. Kennedylaan. Insprekers hebben bezwaar tegen de Verwezen wordt naar het standpunt op sternet fietsroute voor zover deze over de reactie van mevrouw S. van Helmond de Lokert is gepland. (zie hiervoor). Insprekers geven de volgende redenen hiervoor: De groenstrook aan de Lokert is een veld waar veel kinderen gebruik van maken. Een fietspad waar ook brommers gebruik van zullen gaan maken, vormt een bedreiging van de veiligheid van de kinderen; De aanwezigheid van de groenstrook aan de Lokert is belangrijk, omdat de huizen aan de Lokert kleine achtertuinen hebben; Met de aanleg van de fietsroute zal (een deel van) de bomen en struiken moeten verdwijnen, waarmee het woongenot van insprekers achteruit zal gaan; Insprekers hebben destijds bewust gekozen voor een huis aan de Lokert vanwege de rustige ligging. Een fietspad zal tot meer verkeerslawaai leiden.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
65
Dhr. A.A.B. Thepass Orionstraat 18 5632 DD Eindhoven 17 juli 2007 brief 07ink23879
Mevr. C. Pfaff-Rocha Lokert 3 5632PK Eindhoven 17 juli 2007 brief 07ink 23869
Dhr. E. Rocha Lokert 3 5632PK Eindhoven 17 juli 2007 brief 07ink 23863
Mevr. F.W. de Haas-de Jong Lokert 31 5632PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink 24181 Albert Heijn B.V. De heer/mevrouw R. Burgering Postbus 3000 1500 HA Zaandam 19 juli 2007 brief 07ink24176
Dhr. R.A. Grimm Grote Beerlaan 12 5632 DP Eindhoven 18 juli 2007 brief 07ink23998
66
De geplande sternet fietsroute zal een verergering van de verkeersproblemen betekenen die nu al spelen bijvoorbeeld bij het achteruit uitrijden van parkeerplaatsen aan de Orionstraat ter hoogte van winkelcentrum “Eckart” en Gezondheidscentrum “Orion”. Inspreker vindt het geen goed plan dat de sternet fietsroute door de wijken Heesterakker en Eckart is gepland. Inspreker vraagt om een herziening van onderhavig bestemmingsplan. Door de geplande sternet fietsroute zal een groenstrook verdwijnen. Dit betekent volgens inspreker een achteruitgang van het woonmilieu. Inspreker geeft als reden op dat de veiligheid van de kinderen van inspreker voor het huis niet meer gegarandeerd kan worden en dat de waarde van de woning van inspreker aanzienlijk zal dalen door de realisering van de geplande sternet fietsroute. Inspreker vraagt om een andere oplossing voor de geplande sternet fietsroute. Inspreker geeft als reden op dat de veiligheid van kinderen niet meer gegarandeerd kan worden en dat de waarde van de woning van inspreker aanzienlijk zal dalen door de realisering van de geplande sternet fietsroute. Inspreker sluit geheel aan bij de inspraakreactie van 18 juli 2007 opgesteld door bewoners van De Lokert.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Namens Ahold Vastgoed B.V. en Albert Heijn B.V. De nieuwe sternet fietsroute lijkt duidelijk over, dan wel langs het parkeerterrein aan de Orionstraat (langs de Albert Heijn supermarkt) te lopen. Deze situatie is naar de mening van inspreker onwenselijk om de volgende redenen: de laad- en lossituatie: de vrachtwagens die onze winkels bevoorraden steken vanuit de Orionstraat achteruit onze losruimte in. Dit kan tot gevaarlijke situaties leiden, aangezien fietsers het pad van de vrachtwagens kunnen kruisen; Er zullen mogelijk een aantal parkeerplaatsen komen te vervallen; De fietsers zullen mogelijk een sluiproute kiezen over het parkeerterrein; Het winkelend publiek kan hinder ondervinden van de fietsroute; De toegankelijkheid van het parkeerterrein komt mogelijk in gedrang; De bereikbaarheid van het winkelcentrum zal mogelijk afnemen. Inspreker verzoekt om de vaststelling van een alternatieve fietsroute die niet via de Orionstraat loopt. Inspreker is zeer positief over de geplande sternet fietsroute. Daarnaast vraagt inspreker zich af waarom het bestaande fietspad langs de John F. Kennedylaan niet verbeterd wordt. Het asfalt is in slechte staat.
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond en het aanvullende standpunt op de reactie van de heer T.C.P. Koorn (zie hiervoor).
Verwezen wordt naar het standpunt op de reactie van mevrouw S. van Helmond (zie hiervoor).
Een bestemmingsplan biedt geen regeling voor onderhoud van bijvoorbeeld fietspaden. Uw klacht is doorgegeven aan het betreffende stadsdeelkantoor. U wordt hier apart over geïnformeerd.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Dhr. C.J. van Zwet Aquariuslaan 65 5632 BB Eindhoven 18 juli 2007 brief 07ink23999
Dhr. F. Roozenboom en Mevr. M.E. Zandbergen Vaartbroek 99 5632XC Eindhoven 19 juli 2007 mail 07ink 24242
Inspreker vraagt zich af welke rechter de bestemmingsplannen van de gemeente Eindhoven gedetailleerder wil, ter bescherming van de rechten van de burger.
De rechter, in dit geval in hoogste instantie de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, eist in het kader van onder meer het beginsel van rechtszekerheid dat het voor burgers in ieder geval duidelijk is wat op grond van het bestemmingsplan op de gronden in het plangebied is toegestaan, danwel wat op de gronden niet is toegestaan.
Inspreker is van mening dat hoe meer bepalingen een bestemmingsplan bevat, hoe beklemmender, hoe minder ruimte er is voor inspraak en hoe meer macht de ontwerper heeft.
Een gedetailleerd bestemmingsplan geeft meer duidelijkheid en rechtszekerheid dan een globaal bestemmingsplan. Met onderhavig bestemmingsplan is de bestaande situatie vastgelegd.
Inspreker merkt op dat het hoofdstuk Inspraak van de toelichting niet is ingevuld en pleit voor een inspraakprocedure.
Onderhavig tabel zal worden geplaatst onder hoofdstuk 9 van de plantoelichting. U heeft bij deze gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het indienen van een inspraakreactie in het kader van de voorontwerpprocedure. De volgende mogelijkheid is de zienswijzenprocedure in de ontwerpfase van het bestemmingsplan.
Het voorschrift Groenvoorzieningen Inspreker wil een ruimere definiëring van (artikel 14) geeft een nadere bijvoorbeeld “groene zone”. detaillering van de door u genoemde 'groene zone'. Deze zone is reeds ingevuld. Met onderhavig bestemmingsplan wordt de bestaande situatie vastgelegd. In de plantoelichting kunt u een beschrijving vinden van het gemeentelijke groenbeleid in het algemeen en een korte beschrijving van de door u bedoelde groene zone in het bijzonder (paragraaf 3.5). Artikel 3.1, sub f: naast het maximum Hoofdgebouwen mogen uitsluitend aan vloeroppervlakte voor een binnen het op de plankaart aangeduide aan-huis-verbonden-beroep, dient er bouwvlak worden opgericht. In lid 3.2.1 ook een maximum percentage aan onder d is aangegeven dat het vloeroppervlakte van de woning en bebouwingspercentage voor het bijgebouwen opgenomen te worden hoofdgebouw 100 mag bedragen. (bijvoorbeeld 40%); Voor aan-, uitbouwen en bijgebouwen is De aanduiding “te bebouwen erven” is een regeling in lid 3.2.2 opgenomen, op de plankaart niet terug te vinden; waarin maximale oppervlaktematen worden gegeven. De lijn te bebouwen erven is weergegeven met een rode lijn. Artikel 3.2.4, lid 1: in dit lid komen Binnen de te bebouwen erven grens zijn stedenbouw en uitzicht niet terug, zoals de voorwaarden soepeler dan wel het geval is in de leden 2 en 3; daarbuiten. Artikel 4.3.4: ook hier geen maximum percentages voor vloeroppervlakte van de woning en bijgebouwen opgenomen;
Zie het antwoord op de eerste opmerking;
Artikel 3.5: twee weken ter inzage legging is te kort; vier weken is redelijker.
Het betreft hier een procedure waarvoor geen wettelijke termijn is vastgelegd. Onnodig lange procedures dienen vermeden te worden. Gezien de aard en de omvang van de belangen die over het algemeen zijn gemoeid met een dergelijke vrijstelling, is een termijn van twee weken niet onredelijk.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
67
Het bestuur van de vereniging Luytelaer Belang t.a.v. Dhr. P. Schalkwijk Firmamentlaan 26 5632 AB Eindhoven 19 juli 2007 mail 07ink 24239
Dhr. W.J. Dekker Tweelingenlaan 31 5632 AW Eindhoven 18 juli 2007 mail 07ink 24167
68
Namens het bestuur van de vereniging Luytelaer Belang. Sinds de afsluiting van de Kosmoslaan in 2005 (die weer ongedaan is gemaakt) zijn de Firmamentlaan en de Poolsterlaan drukker geworden. Bovendien is er sprake van te hard rijden en asociaal verkeersgedrag. Insprekers stellen voor om ter waarborging van de stelling dat de Kosmoslaan nooit meer mag worden afgesloten voor personenautoverkeer, een extra bestemming wordt opgenomen voor de openbare weg Kosmoslaan: “Verkeers- en verblijfsdoeleinden 2”. Aan de bestemmingsomschrijving dient dan vervolgens toegevoegd te worden: “woonstraten, met dien verstande dat de woonstraat niet voor langsrijdend personenautoverkeer mag worden afgesloten.” Een dergelijke bepaling kan ook aan de gebruiksvoorschriften toegevoegd worden, of anderszins geformuleerd worden. Deze bepaling is nadrukkelijk niet bedoeld voor vrachtverkeer. Volgens insprekers zal een dergelijke aanpassing de rechtszekerheid van de leden van vereniging Luytelaer Belang vergroten. Bovendien is de gemeente volgens insprekers moreel verplicht om een dergelijke tegemoetkoming te realiseren. Dit vanwege de nog steeds merkbare gevolgen van de afsluiting van de Kosmoslaan in 2005. Sinds de afsluiting van de Kosmoslaan in 2005 (die weer ongedaan is gemaakt) zijn de Firmamentlaan en de Poolsterlaan drukker geworden. Bovendien is er sprake van te hard rijden en asociaal verkeersgedrag. Insprekers stellen voor om ter waarborging van de stelling dat de Kosmoslaan nooit meer mag worden afgesloten voor personenautoverkeer, een extra bestemming wordt opgenomen voor de openbare weg Kososlaan: “Verkeers- en verblijfsdoeleinden 2”. Aan de bestemmingsomschrijving dient dan vervolgens toegevoegd te worden: “woonstraten, met dien verstande dat de woonstraat niet voor langsrijdend personenautoverkeer mag worden afgesloten.” Een dergelijke bepaling kan ook aan de gebruiksvoorschriften toegevoegd worden, of anderszins geformuleerd worden. Volgens insprekers zal een dergelijke aanpassing de rechtszekerheid van insprekers vergroten. Bovendien is de gemeente volgens insprekers moreel verplicht om een dergelijke tegemoetkoming te realiseren. Dit vanwege de nog steeds merkbare gevolgen van de afsluiting van de Kosmoslaan in 2005.
Een bestemmingsplan biedt geen regeling voor verkeerssituaties. Verkeersoverlast is een probleem dat niet met een bestemmingsplan kan worden opgelost. De gemeente is gestart met de ontwikkeling van een verkeerscirculatieplan voor Woensel noordoost. Dit plan is uitsluitend gericht op het voorkomen van sluipverkeer door het gebied. Er is nog geen kant en klaar plan. Het plan moet in overleg met de belangstellenden tot stand komen. Uit de officiële stukken (verslag van de vergadering van 29 november 2007) blijkt dat u als overlegpartner betrokken bent bij de ontwikkeling van het verkeerscirculatieplan.
Een bestemmingsplan biedt geen regeling voor verkeerssituaties. Verkeersoverlast is een probleem dat niet met een bestemmingsplan kan worden opgelost. De gemeente is gestart met de ontwikkeling van een verkeerscirculatieplan voor Woensel noordoost. Dit plan is uitsluitend gericht op het voorkomen van sluipverkeer door het gebied. Er is nog geen kant en klaar plan. Het plan moet in overleg met de belangstellenden tot stand komen. Uit de officiële stukken (verslag van de vergadering van 29 november 2007) blijkt dat u als overlegpartner betrokken bent bij de ontwikkeling van het verkeerscirculatieplan.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Mevr. I. Dekker- van der Velde Tweelingenlaan 31 5632 AW Eindhoven 18 juli 2007 mail 07ink 24164
Dhr. A. Verhagen e.a. De Stoutheuvel 105 5632 MX Eindhoven 18 juli 2007 brief 07ink24170
Dhr. T.J.G. de Haas Lokert 31 5632 PK Eindhoven 19 juli 2007 brief 07ink24190
Mevr. J.M.E. de Bruijne-Menheere Luytelaer 25 5632 BE Eindhoven 19 juli 2007 mail 07ink24328 Dhr. H.J. van Steenbergen Kosmoslaan 21 5632 AT Eindhoven 24 juli 2007 07ink24596
Inspreker verzoekt om een extra voorgevelrooilijn voor de 24 twee-onder-één-kap woningen tussen de Tweelingenlaan en de Firmamentlaan gelegen, zodat achter die lijn aan-, uitbouwen of bijgebouwen kunnen worden gerealiseerd zonder dat daarvoor een vrijstellingsprocedure hoeft te worden doorlopen.
De voorgevellijn kan voor de 24 twee-onder-één kap woningen gelegen tussen de Tweelingenlaan en de Firmamentlaan niet verlegd worden. De 24 woningen vormen samen een stedenbouwkundig ensemble, met name met hun voorgevels, gericht op het openbare gebied. Hun onderlinge samenhang geeft een evenwichtig gevelbeeld. De ruimtelijke kwaliteit van het openbare gebied kan verstoord worden, wanneer voor elke gevel afzonderlijk uitbreiding mogelijk is. Het risico is te groot dat de samanhang verloren gaat. Insprekers hebben bezwaar tegen de Parkeeroverlast is een probleem dat bedrijfsactiviteiten aan de Kruburg. niet met een bestemmingsplan regeling De bedrijven veroorzaken kan worden opgelost. Uw klacht is parkeeroverlast voor insprekers. Vrijwel doorgegeven aan het betreffende alle werkdagen worden de meeste stadsdeelkantoor. U wordt hier apart parkeerplaatsen voor de woningen over geïnformeerd. Stoutheuvel 105 tot en met 113 in beslag genomen door medewerkers of klanten van de bedrijven. Daarnaast wordt het zicht vanuit genoemde woningen meestal belemmerd door geparkeerde bestelbussen. Tenslotte veroorzaken de geparkeerde auto's en bestelbussen een onoverzichtelijke en gevaarlijke situatie bij het afrijden van de opritten. Inspreker geeft de volgende aanvulling Verwezen wordt naar het standpunt op op de reactie van bewoners van De de reactie van mevrouw S. van Helmond Lokert d.d. 18 juli 2007: (zie hiervoor). Het gehele tracé van de beoogde primaire fietsroute tussen Son en het centrum van Eindhoven dient inzichtelijk te zijn. Het lijkt voor de hand liggend dat deze route aansluit op de recent gerealiseerde passage onder de Rondweg ter hoogte van Fontys Hogeschool en het sportterrein van de TU/e. Gelet op passages van andere oost-west verbindingen (Sterrenlaan), alsmede aanwezige waterpartijen gelegen in de noord-zuid verbindingen (Eckart, Luytelaar en Oude Gracht), zal er altijd een afbuiging in het tracé moeten worden gerealiseerd aan de oostelijke, dan wel westelijke zijde van de denkbeeldige middenas. Deze afbuiging kan direct bij binnenkomst van de bebouwde kom van Eindhoven gerealiseerd worden, waarmee een logische lijn gevolgd wordt en er geen noodzaak zal ontstaan om dat geforceerd elders te realiseren. Herinrichting van straten als de Stoutheuvel of de Vaartbroek naar 30 km-zone, laat wellicht voldoende ruimte om zowel planologisch als financieel een effectief alternatief te bieden voor het bestaande plan. De strook bestemd als De plankaart is hierop aangepast. Groenvoorzieningen ter hoogte van adres Luytelaer 25 is 25 jaar geleden, in verband met het gebruik van de oprit naar de garage, aangekocht door inspreker. Graag correctie. Inspreker verzoekt om een aanduiding Bestaande situatie is vastgelegd. “extra praktijkruimte toegestaan” op Aanduiding geldt voor meer dan 75 perceel Kosmoslaan 21, aangezien de m2. bestaande praktijkruimte een Vrijstellingsmogelijkheid ex. artikel oppervlakte van 75 m2 beslaat, 3.4.3 geldt voor toekomstige gevallen. waarvoor ten tijde van de bouw toestemming is gegeven.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
69
Voorschriften Bijlagen: Bijlage 1. Lijst van bedrijfsactiviteiten Bijlage 2. Lijst van horecaactiviteiten
Artikel 1
Begripsbepalingen
1. het plan: het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 van de gemeente Eindhoven; 2. de plankaart: de plankaart, tekeningnummer 76517 deel uitmakend van het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007; 3. aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 4. aan-huis-verbonden beroep: een vrij beroep , dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt tevens verstaan het enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf alsmede detailhandel via internet zonder opslag en/of verkoop aan huis, dat in of bij een woongebouw wordt uitgevoerd, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is . Onder vrije beroepen worden in dit plan verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen. 5. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
70
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
6. bebouwingspercentage: een op de plankaart of in de voorschriften aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 7. beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte: de totale oppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; 8. bestaand: bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de ter inzage legging van het bestemmingsplan als ontwerp; bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het desbetreffende gebruiksverbod; bij verkeersdoeleinden: de ligging van, en het aantal rijbanen ten tijde van de ter inzage legging van het bestemmingsplan als ontwerp. 9. bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 10. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 11. bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 12. bouwvlak: een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop (hoofd)gebouwen zijn toegelaten; 13. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 14. cultuurhistorische waarde: de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of gebied; 15. dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 16. detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 17. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
71
72
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
18. dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden; 19. dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 20. erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal; 21. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 22. geluidsgevoelige functies: bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 23. geluidsgevoelige gebouwen: gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 24. geluidszoneringsplichtige inrichting: een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; 25. hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 26. hoofdgebouw: een gebouw dat, op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; 27. horecabedrijf: een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie; 28. kantoor: een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; 29. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten: het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (niet zijnde prostitutie);
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
73
74
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
30. lijst van bedrijfsactiviteiten: de bedrijvenlijst ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG zoals opgenomen in bijlage 1 ("Lijst van bedrijfsactiviteiten") behorende bij deze voorschriften; 31. lijst van horeca-activiteiten lijst met onderverdeling van horeca-activiteiten naar mate van mogelijke overlast voor de omgeving zoals opgenomen in bijlage 2 ("Lijst van horeca-activiteiten") behorende bij deze voorschriften; 32. maatschappelijke voorzieningen: educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening; 33. peil: 0.30 m boven de kruin van de weg; 34. productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 35. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 36. risicovolle inrichting: 1. een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; 2. een Amvb-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet Milieubeheer regels gelden met betrekking tot minimaal aan te houden afstanden bij de opslag en/ of het gebruik van gevaarlijke stoffen. 37. seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden; onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 38. uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 39. verkoopvloeroppervlakte: de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; 40. voorkeursgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 41.
winkel:
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
75
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel; 42. woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend; 43. woongebouw: een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; 44. woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw, niet zijnde een woning, dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
76
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 2
Wijze van meten
2.1 meetvoorschriften Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel gemeten aan de zijde van de weg waaraan het bouwwerk is/wordt opgericht; dakkapellen worden in dit verband buiten beschouwing gelaten; 2. de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 3. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van kleine bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen gemeten aan de zijde van de weg waaraan het bouwwerk is/wordt opgericht; 4. de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerks gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.2 ondergeschikte bouwdelen Bij de toepassing van de bouw- en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen danwel de overschrijding van de grens van de aanduiding "te bebouwen erven" niet meer dan 1 meter bedraagt.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
77
Artikel 3 3.1
Woondoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor woondoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen; c. d. e. f. g.
met de daarbijbehorende: tuinen, erven en water; parkeervoorzieningen, paden e.d ; bouwwerken, geen gebouwen zijnde;` met dien verstande dat: de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep niet meer dan 50 m² mag bedragen; ter plaatse van de aanduiding 'extra praktijkruimte' op de plankaart meer dan 75 m² vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep is toegestaan, met dien verstande dat de bestaande oppervlakte niet mag worden vergroot;
3.2
Bouwvoorschriften
3.2.1. hoofdgebouwen Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. als hoofdgebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd; b. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; c. de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; d. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven. 3.2.2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen: a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd op de gronden die op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding "te bebouwen erven"; b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag per bouwperceel niet meer bedragen dan: 75 m² met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 65 % van de oppervlakte van het bouwperceel voor zover op de plankaart aangeduid als "te bebouwen erven" en voor zover gelegen buiten het op de plankaart aangeduide bouwvlak; 100 m² bij een bouwperceel groter dan 500 m², met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50 % van de oppervlakte van het bouwperceel voor zover op de plankaart aangeduid als "te bebouwen erven" en voorzover gelegen buiten het op de plankaart aangeduide bouwvlak; c. de oppervlakten van aan- en uitbouwen en bijgebouwen voorzover die binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" zijn gebouwd, worden niet in mindering gebracht op de in dit lid genoemde oppervlaktematen en percentages; d. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het hoofdgebouwen en de nokhoogte niet hoger mag zijn dan 4,5 `m. 3.2.3. Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. erf- en terreinafscheidingen mogen uitsluitend worden gebouwd op gronden die gelegen zijn binnen de op de plankaart aangegeven aanduiding "te bebouwen erven" met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 2 m mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 3.2.4. 78
Vrijstelling bebouwingsvoorschriften vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor wat betreft: 1. de in artikel 3.2.2onder d genoemde goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen, indien zulks wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van de aan-/uitbouw of het bijgebouw bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw. 2. het bouwen van aan-, uitbouwen en bijgebouwen , met overschrijding van de te bouwen erven grens mits: a.daartegen uit oogpunt van stedenbouw geen bezwaar bestaat; b.daartegen uit oogpunt van verkeersveiligheid geen bezwaar bestaat; c.het uitzicht vanuit naburige woningen niet onevenredig wordt aangetast; d.de goothoogte, gemeten vanaf aansluitend terrein, ten hoogste 3,5 meter bedraagt; 3. het bouwen van erf- en terreinafscheidingen met overschrijding van de te bebouwen erven grens mits: a. daartegen uit het oogpunt van stedenbouw geen bezwaar bestaat; b. daartegen uit het oogpunt van verkeerssveiligheid geen bezwaar bestaat; c. het uitzicht vanuit naburige woningen niet onevenredig wordt aangetast; d. de bouwhoogte, gemeten vanaf aansluitend terrein, ten hoogte van 2 meter bedraagt. 3.2.5. Vrijstelling erf- en terreinafscheidingen Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen voor wat betreft het bepaalde in artikel 3.2.3onder a, en bepalen dat ook buiten de op de plankaart aangegeven aanduiding "te bebouwen erven" tot een hoogte van 2 m erf- en terreinafscheidingen mogen worden opgericht, onder de volgende voorwaarden: a. de verkeersveiligheid mag niet nadelig worden beïnvloed; b. de stedenbouwkundige opbouw, met name bepaald door de aanliggende voorgevels van woningen, van het straatbeeld mag niet onevenredig worden verstoord. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.4
Gebruiksvoorschriften
3.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 3.4.2. Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.4.1wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. 3.4.3. Vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 3.4.1en toestaan dat in combinatie met het wonen: de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 of voor een aan-huis-verbonden beroep tot een beroepsvloeroppervlakte van maximaal 75 m2, mits: a. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden; b. het niet betreft geluidszoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen; c. het niet betreft seksinrichtingen, kapsalons en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten; d. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens een woonachtig in het desbetreffende pand; e. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
79
3.4.4. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 3.4.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 3.5
Procedurebepaling
Bij het nemen van een beslissing omtrent vrijstelling als bedoeld in 3.2.4 3.2.5en 3.4.3 nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het ontwerp-besluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerp-besluit. 3.6
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 3.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
80
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 4
Woondoeleinden I
4.1 Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor woondoeleinden I aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woongebouwen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep; b. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen in de vorm van sociaal-medische voorzieningen uitsluitend op de begane grond: c. gebouwen ten behoeve van dienstverlenende bedrijven e/o instellingen uitsluitend op de begane grond; met de daarbij behorende: d. e. f.
tuinen, erven en water; parkeervoorzieningen, paden e.d ; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Nadere detaillering bestemming De beroepsvloeroppervlakte ten behoeve van een aan huis-verbonden-beroep mag niet meer bedragen dan 50 m2; 4.3
Bouwvoorschriften
4.3.1. Gebouwen Voor het bouwen van de in lid 4.1 genoemde gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; b. de maximale goothoogte en maximale bouwhoogte: als bestaand. 4.3.2. Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
4.4 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 4.5
Gebruiksvoorschriften
4.5.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 4.5.2. Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 4.5.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. 4.5.3. Vrijstellingsbevoegsheid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 4.5.1 en toestaan dat in combinatie met het wonen: De woningen worden gebruikt voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 of voor een aan huis gebonden beroep tot een vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
81
beroepsvloeroppervlakte van maximaal 75 m2, mits: a. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden; b. het niet betreft geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen; c. het niet betreft seksinrichtingen, kapsalons en/of detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten. d. de activiteiten geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren; e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens een woonachtig in het desbetreffende pand; 4.5.4. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 4.5.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
4.6 Procedurebepaling Bij het nemen van een beslissing omtrent vrijstelling als bedoeld in 4.5.3 nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het ontwerp-besluit, ligt met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de in lid 1 genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerp-besluit.
4.7 Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in lid 4.5.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° , van de Wet op de Economische delicten .
82
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 5 5.1
Garageboxen
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor garageboxen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen voor de stalling van auto's en andere voertuigen, alsmede voor de berging van huisraad; b. 5.2
met de daarbijbehorende: bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften
5.2.1. Gebouw De maximale bouwhoogte van een gebouw: als bestaand. 5.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de hoogte maximaal 2 m mag bedragen. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 5.4
Gebruiksvoorschriften
5.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 5.4.2. Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 5.4.1 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik voor zelfstandige bewoning; b. het gebruik ten behoeve van een seksinrichting; c. het gebruik voor de uitoefening van enige tak van handel of bedrijfsmatige activiteit. 5.4.3. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 5.4.1 indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 5.5
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 5.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
83
Artikel 6 6.1
Bedrijfsdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van : 1. bedrijven genoemd in de "lijst van bedrijfsactiviteiten" (behorende tot de categorieën 1 of 2) met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen of risicovolle inrichtingen; 2. bedrijven genoemd in de Lijst van bedrijfsactiviteiten behorende tot de categorieën 3 met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen uitsluitend voorzover bestaand; 3. productiegebonden detailhandel deel uitmakende van bedrijven vermeld onder sub 1, met uitzondering van detailhandel in voedings – en genotmiddelen; met de daarbijbehorende: b. dienstwoningen, voorzover bestaand; c. tuinen, erven en terreinen; d. parkeervoorzieningen; e. groenvoorzieningen; f. wegen, straten en paden; g. water; h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2
Bouwvoorschriften
6.2.1. Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; b. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven. 6.2.2. Dienstwoningen a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; productiegebonden detailhandel deel uitmakende van bedrijven vermeld onder a, met uitzondering van detailhandel in voedings – en genotmiddelen; met de daarbijbehorende: b. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw: als bestaand. 6.2.3. Aan- en bijgebouwen bij (dienst)woningen Voor het bouwen van aan- en bijgebouwen en uitbouwen bij een (dienst)woning gelden de volgende bepalingen: a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen bij een (dienst)woning mag per woning niet meer bedragen dan 75 m2 ; b. de goothoogte van aan- en bijgebouwen of uitbouwen mag per (dienst)woning niet meer bedragen dan 3,5 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- en bijgebouw of uitbouw niet meer mag bedragen dan de goothoogte van het bijbehorende hoofdgebouw. c. indien het dak is/wordt uitgevoerd in de vorm van een kap mag de bouwhoogte maximaal 4,5 m bedragen. 6.2.4. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 6.3
84
Nadere eisen
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 6.4
Gebruiksvoorschriften
6.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 6.4.2. Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals vermeld in lid 6.4.1wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bedrijfsgebouwen voor bewoning anders dan als dienstwoning; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan vermeld in lid 6.1sub b; c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. 6.4.3. Vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 6.4.1 en tevens bedrijven toestaan, die niet voorkomen in de "lijst van bedrijfsactiviteiten" of op grond van deze lijst jo. deze voorschriften niet zijn toegestaan doch die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in "lijst van bedrijfsactiviteiten" (onder de categorieën 1 en 2), mits het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen of risicovolle inrichtingen betreft; 6.4.4. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 6.4.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 6.5
Procedurebepaling
Bij het nemen van een beslissing omtrent vrijstelling als vermeld in lid 6.4.3 nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het ontwerp-besluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerp-besluit. 6.6
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 6.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
85
Artikel 7 7.1
Maatschappelijke doeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen; b. c. d. e. f. g. h. i. j. 7.2
met daarbij behorende: horecavoorzieningen, detailhandelsvoorzieningen en dienstverlenende bedrijven uitsluitend voor zover ten dienste van de maatschappelijke voorziening; wegen en paden; parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; tuinen, erven en terreinen; water; nutsvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften
7.2.1. Hoofdgebouwen Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; b. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven. 7.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 7.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 7.4
Gebruiksvoorschriften
7.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 7.4.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 7.4.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 7.5
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 7.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van 86
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
87
Artikel 8
8.1
Centrumdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor centrumdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van detailhandel, uitsluitend op de begane grond, tenzij bestaande detailhandel op de verdieping aanwezig is; b. horecabedrijven in ten hoogste categorie 1 als aangegeven in de bij deze voorschriften behorende "lijst van horeca-activiteiten", uitsluitend op de begane grond, tenzij bestaande horeca op de verdieping aanwezig is; c. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, uitsluitend op de begane grond, tenzij bestaande dienstverlening op de verdieping aanwezig is; d. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond, tenzij bestaande maatschappelijke voorzieningen op de verdieping aanwezig zijn; e. woningen, met uitzondering van de begane grond, tenzij (een) bestaande woning(en) reeds op de begane grond aanwezig is/zijn; f. g. h. i. j. k. l.
met daarbij behorende: parkeervoorzieningen; wegen en paden; water; groenvoorzieningen; tuinen en erven; nutsvoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
8.2 Nadere detaillering bestemmingsplannen Nieuwe woningen zijn slechts toegestaan, indien en voor zover de voorkeursgrenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder niet wordt overschreden en indien sprake is van overschrijding daarvan door het bevoegd gezag ontheffing is verleend. 8.3
Bouwvoorschriften
8.3.1. Gebouwen Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; b. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; c. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven. 8.3.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 8.4
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 8.5 88
Gebruiksvoorschriften vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
8.5.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 8.5.2. Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 8.5.1wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. 8.5.3. Vrijstellingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 8.1onder b, en tevens horecabedrijven toestaan die niet worden vermeld onder categorie 1 in de "lijst van horeca-activiteiten" en/of worden vermeld in een hogere categorie doch die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de horecabedrijven die zijn genoemd onder categorie 1 van de "lijst van horeca-activiteiten". 8.5.4. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 8.5.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 8.6
Procedurebepaling
Bij het nemen van een beslissing omtrent vrijstelling als vermeld in lid 8.5.3nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het ontwerp-besluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. 8.7
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 8.5.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
89
Artikel 9 9.1
Kantoren
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor kantoren aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van kantoren; b. c. d. e. f. 9.2
met daaraan ondergeschikt: wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; tuinen, erven en terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; Bouwvoorschriften
9.2.1. Gebouwen Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: 1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; 2. de maximale bouwhoogte en de maximale goothoogte van een gebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; 3. het bebouwingspercentage mag 100 bedragen, tenzij op de plankaart anders is aangegeven. 9.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen: a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen; b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 9.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. sociale veiligheid; c. de verkeersveiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 9.4
Gebruiksvoorschriften
9.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 9.4.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 9.4.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 9.5
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 9.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2o, van de Wet op de economische delicten.
90
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 10 10.1
Verkeersdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor verkeersdoeleinden aangewezen gronden zijn met handhaving van het bestaande wegprofiel bestemd voor: a. wegen en straten; b. voet- en rijwielpaden; waarbij gestreefd wordt naar een inrichting hoofdzakelijk gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer; c. d. e. f.
met daarbij behorende: parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; water; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10.2
Bouwvoorschriften
10.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 10.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet meer dan 10 m mag bedragen. 10.3
Gebruiksvoorschriften
10.3.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 10.3.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 10.3.1indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 10.4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 10.3.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
91
Artikel 1 1 11.1
Verkeers- en verblijfsdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor verkeers - en verblijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonstraten; b. pleinen; c. paden; d. e. f. g. h.
met daarbij behorende: parkeervoorzieningen; groenvoorzieningen; speelvoorzieningen; water; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
11.2
Bouwvoorschriften
11.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 11.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen geldt dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer niet dan 4 m mag bedragen. 11.3
Gebruiksvoorschriften
11.3.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 11.3.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 11.3.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 11.4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 11.3.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
92
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 12 12.1
Verkooppunt van motorbrandstoffen
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor verkooppunt van motorbrandstoffen zijn bestemd voor: a. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van LPG (tenzij ten tijde van het van kracht worden van dit plan reeds LPG wordt verkocht en de doorzet niet meer dan 1.000 m3 per jaar bedraagt), met bijbehorend detailhandelsverkooppunt en overige bijbehorende voorzieningen; b. open terreinen, waaronder begrepen parkeergelegenheid; c. water; d. geluidwerende voorzieningen; e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2
Bouwvoorschriften
12.2.1. Gebouwen 1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangeduide "bouwvlak" worden gebouwd; 2. de maximale bouwhoogte van een hoofdgebouw: als bestaand, tenzij op de plankaart anders is aangegeven; 12.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m, met uitzondering van reclamezuilen waarvan de bouwhoogte niet meer dan 15 m mag bedragen en een overkapping waarvan de bouwhoogte niet meer dan 5.50 m mag bedragen;
12.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 12.4
Gebruiksvoorschriften
12.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 12.4.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 12.4.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 12.5
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 12.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
93
Artikel 13 13.1
Nutsdoeleinden
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor nutsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, masten ten behoeve van communicatie, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen; b. c. d.
met daarbij behorende: ontsluitingswegen; terreinen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2
Bouwvoorschriften
13.2.1. Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de hoogte van een gebouw niet meer dan 5 m mag bedragen. 13.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde De maximale hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde: als bestaand. 13.3
Gebruiksvoorschriften
13.3.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 13.3.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 13.3.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 13.4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 13.3.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
94
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 14 14.1
Groenvoorzieningen
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor groenvoorzieningen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. bermen en beplanting; c. paden; d. speelvoorzieningen; e. waterlopen, waterpartijen en waterberging; f. g. h. i.
met daarbij behorende: verhardingen; parkeervoorzieningen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding op de plankaart "dierenweide toegestaan" een dierenweide is toegestaan.
14.2
Bouwvoorschriften
14.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van de op de plankaart aangeduide lokatie "dierenweide toegestaan" waar maximaal 90 m² aan gebouwen mag worden opgericht met een maximale hoogte van 3 meter. 14.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen. 14.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeven van: a. een samenhangend straat - en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid c. de sociale veiligheid; d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 14.4
Gebruiksvoorschriften
14.4.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 14.4.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 14.4.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 14.5
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in 14.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
95
Artikel 15 15.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor water aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterberging; b. waterhuishouding; c. waterlopen; d.
met de daarbijbehorende: bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
15.2
Bouwvoorschriften
15.2.1. Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 15.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen geldt dat de hoogte niet meer dan 4 m mag bedragen. 15.3
Gebruiksvoorschriften
15.3.1. Gebruiksverbod Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. 15.3.2. Vrijstelling voor meest doelmatig gebruik Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 15.3.1 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. 15.4
Aanlegvergunning
15.4.1. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het dempen van water; b. het vergraven van oevers; c. het verleggen van water; d. het herprofileren van waterlopen. 15.4.2. Uitzondering aanlegvergunningvereiste Het in lid 15.4.1vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. de aanleg van ecologische oevers betreft; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 15.4.3. Criteria verlening aanlegvergunningvereiste De in lid 15.4.1genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien er geen sprake is van een onevenredige aantasting van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de waterkwantiteit en de waterkwaliteit. 15.4.4. Advies Burgemeester en wethouders verlenen de vergunning slechts nadat advies is ingewonnen bij de waterbeheerder met betrekking tot de vraag of door de ingreep het waterhuishoudkundig belang niet onevenredig wordt aangetast. 15.5
96
Procedurebepaling
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Bij het nemen van een beslissing omtrent de verlening van een aanlegvergunning als bedoeld in 15.4nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het ontwerpbesluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit. 15.6
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 15.3.1en 15.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
97
Artikel 16 16.1
Leidingen
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart als dubbelbestemming leidingen aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende basisbestemming tevens bestemd voor: a. bovengrondse hoogspanningsleiding; b.
met daarbij behorende: bouwwerken geen gebouw zijnde.
16.2
Bouwvoorschriften
Op of in deze dubbelbestemming begrepen gronden zijn uitsluitend toegestaan bouwwerken ten dienste van de leidingen. 16.3
Vrijstelling bouwvoorschriften
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leiding, vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 16.2 en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende basisbestemmingen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende leidingbeheerder. Bij het bouwen zijn de voorschriften van de betreffende basisbestemming van toepassing. 16.4
Aanlegvergunning
16.4.1. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden op de voor dubbelbestemming leidingen aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen; b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m; c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren; d. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte. 16.4.2. Uitzonderingen op het vergunningvereiste De onder 16.4.1vervatte vergunningvereiste geldt niet voor werken en werkzaamheden: a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend; b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren; c. welke betreffen het normale onderhoud van leidingen. 16.4.3. Criteria verlening aanlegvergunningvereiste De onder 16.4.1genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien door de genoemde werken en werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet wordt aangetast; dienaangaande vragen burgemeester en wethouders advies van de betreffende leidingbeheerder. 16.5
Procedurebepaling
Bij het nemen van een beslissing omtrent een aanlegvergunning als bedoeld in 16.4.1nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het verzoek ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het ontwerpbesluit.
98
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
16.6
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 16.4.1wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° , van de Wet op de Economische delicten .
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
99
Artikel 17 17.1
Archeologisch verwachtingsgebied
Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart als dubbelbestemming aangewezen gronden zijn, naast de voor de aldaar voorkomende onderliggende basisbestemming, tevens bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden;
17.2
Bouwvoorschriften
Bouwverbod Op de voor archeologisch verwachtingsgebied aangewezen gronden is het niet toegestaan om te bouwen, met uitzondering van: ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen waarbij de bestaande oppervakte van het gebouw, gelegen op minder dan 1 meter boven peil, in generlei opzicht wordt vergroot of veranderd; onder verbouwen wordt hier verstaan het bouwkundig veranderen van (een deel) van het gebouw en/of (een van) de daartoe behorende gevels; onder nieuwbouw wordt hier verstaan het geheel of nagenoeg geheel vernieuwen van een gebouw, waarbij de situering, bouwhoogte en bouwmassa geheel of nagenoeg geheel overeenkomen met het gesloopte gebouw;
17.3
Aanlegvergunning
17.3.1. Aanlegvergunningvereiste Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Archeologisch verwachtingsgebied' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het graven, verbreden, verdiepen en dempen van sloten, vijvers en andere wateren; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en bomen; d. het rooien van diepwortelende beplantingen en bomen, waarbij de stobben worden verwijderd; e. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt het aanleggen van drainage, diepwoelen, mengen van grond, diepploegen en ontginnen; f. het aanbrengen van ondergrondse transportleidingen en de daarmee verband houdende constructies; g. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand; h. het aanbrengen van verhardingen; i. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze voorwerpen in de grond drijven. 17.3.2. Uitzonderingen aanlegvergunningvereiste Het in lid 17.3.1vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke die: a. van ondergeschikte betekenis zijn dan wel behoren tot het normale onderhoud; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 17.3.3. Criteria verlening aanlegvergunningvereiste a. De werken en werkzaamheden als vermeld in lid 17.3.1zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de archeologische waarden ontstaan of kunnen ontstaan. b. Indien het om zwaarwegende redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel of gedeeltelijk ter plekke te behouden, wordt aan de aanlegvergunning het voorschrift verbonden dat voorafgaand aan het uitvoeren van de werken en/of werkzaamheden een archeologische opgraving zal plaatsvinden. c. over het verzoek wordt advies ingewonnen bij de gemeentelijke archeoloog; 100
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
17.4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 17.2 en lid 17.3.1 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2° , van de Wet op de Economische delicten .
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
101
Artikel 18
Anti-dubbeltelbepaling
Geen gebouw of complex van bouwwerken mag worden gebouwd, indien daardoor een ander bouwwerk of complex van bouwwerken met het daarbij behorende bouwperceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het plan.
102
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 19
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9, lid 2, van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. b. c. d. e. f.
de richtlijnen voor de verlening van vrijstelling van de stedenbouwkundige bepalingen; de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; het bouwen bij hoogspanningslijnen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen; de ruimte tussen bouwwerken.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
103
Artikel 20 Algemene vrijstellingsbevoegdheid 20.1
Vrijstelling
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, vrijstelling verlenen van: a. b. c.
d.
e. f.
de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages; de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de bouwvlakken c.q. te bebouwen erven worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen niet meer mag bedragen dan 2 m; de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot niet meer dan 20 m; de bestemmingsbepalingen met het oog op de realisering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en liftkappen,mits: 1.de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 10 m² bedraagt: 2.de bouwhoogte niet meer dan 1,10 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.
20.2
Procedurebepaling
Bij het nemen van een beslissing omtrent vrijstelling als bedoeld in dit artikel nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht: a. het verzoek tot vrijstelling ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; b. van de ter inzage legging wordt tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze kennisgegeven; c. de kennisgeving houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij het college van burgemeester en wethouders zienswijzen indienen tegen het voornemen om vrijstelling te verlenen.
104
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
Artikel 21 21.1
Overgangsbepalingen
Overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken
Bouwwerken, welke op het tijdstip van de eerste ter inzage legging van het ontwerp van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot: a. b.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.
21.2
Overgangsbepaling ten aanzien van het gebruik
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan, mag worden voortgezet, zolang en voor zover de strijdigheid van dat gebruik ten opzichte van het gebruik overeenkomstig de bestemmingen in dit plan, naar de aard en omvang niet wordt vergroot. 21.3 1. 2.
Uitzonderingen op het overgangsrecht
Lid 21.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Lid 21.2 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
21.4
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in lid 21.2 wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
105
Artikel 22 Slotbepaling Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel: Voorschriften deel uitmakende van het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" van de gemeente Eindhoven.
106
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
107
Bijlagen bij de voorschriften
108
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
109
Bijlage 1.
Lijst van bedrijfsactiviteiten
Lijst van bedrijfsactiviteiten bij de voorschriften van het bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 SBI
OMSCHRIJVING
CAT.
15 1593 t/m 1595
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN Vervaardiging van wijn, cider e.d.
2
18 182
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer)
2
20 205
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkateliers
2
22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media
1 2 1 2 2 2 1
33 33
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN Werkplaatsen voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.
2
36 362 363
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN (NIET ELDERS GENOEMD) Vervaardiging van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenwerkplaatsen
2 2
50 5020.4 5020.5 503, 504
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
1 2 2
51 511
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren)
1
52 527
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
1
55 5552
LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Cateringbedrijven
2
60 6022
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven, taxistandplaatsen
2
61, 62 61, 62
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
1
63 6322, 6323 633 634
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
1 1 1
64 641 642 642
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven TV- en radiozendstations (zie ook tabel 2: “Opslagen en installaties” onder “zendinstallaties”)
65, 66, 67 65, 66, 67
FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
2
70 70
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed
1
71 711 714
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor roerende goederen voorzover niet elders genoemd
2 2
110
2 1 2
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
72 72
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
1
73 731 732
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
2 1
74 74 7481.3 7484.4
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
1 2 1
75 75
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN Openbaar bestuur (kantoren e.d.)
2
91 9111
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)
2
92 921, 922 9234 9234.1 9251, 9252 9262
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) Muziek- en balletscholen Dansscholen Bibliotheken, musea, ateliers, e.d. Sportscholen, gymnastiekzalen
2 2 2 1 2
9304 9305
OVERIG Badhuizen en sauna-baden Persoonlijke dienstverlening voor zover niet elders genoemd
2 1
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven
111
Bijlage 2. Lijst van horecaactiviteiten Lijst van horeca-activiteiten bij de voorschriften van het bestemmingsplan "Woensel Noord-Oost 2007" Categorie
Omschrijving / Typologie
1.
Maaltijdverstrekkers: cafetaria, snackbar, automatieken lunchroom, ijssalons, kiosk pannenkoekenhuis, shoarmazaak, poffertjeszaak creperie restaurant Drankverstrekkers café, bar, nachtclub tearoom, koffiehuis Multifunctioneel horecabedrijf Vermaak, ontspanning en discotheken snooker- of biljartcentrum casino of amusementhal bowling- of kegelcentrum, lasergamecentrum bioscoop discotheek, dancing Logiesverstrekkend hotel motel pension Ontmoetingscentra / Maatschappelijke instellingen
2. 3. 4.
5.
6.
112
Horeca subcategorie 1a 1a 1a 1b 2a 2b 3 4a 4a 4a 4a 4b 5 5 5
vastgesteld bestemmingsplan Woensel Noord-Oost 2007 Gemeente Eindhoven