Be st emming s plan T e r Bo rch , plan van u itwe rkin g ho t el en tran sf erium K ranen bu rg Zu id
VASTG EST EL D
Be st emming s plan T e r Bo rch , plan van u itwe rkin g ho t el en tran sf erium K ranen bu rg Zu id
VASTG EST EL D
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding
13 januari 2015 Projectnummer 247.00.10.37.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Tynaarlo, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
247.00.10.37.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
2
Inleiding
9
1.1
Aanleiding en doel
9
1.2
Leeswijzer
9
Planbeschrijving
11
2.1
Voorgeschiedenis
11
2.2
Huidige situatie plangebied
11
2.3
Toekomstige situatie
12
3
Beleid
4
Onderzoeken
19
4.1
Milieuzonering
19
4.2
Verkeerslawaai
19
4.3
Luchtkwaliteit
20
4.4
Externe veiligheid
21
4.5
Waterparagraaf
23
4.6
Archeologie en cultuurhistorie
24
4.7
Flora en fauna
27
4.7.1
Soortbescherming
28
4.7.2
Gebiedsbescherming
31
4.7.3
Conclusie
32
5
17
4.8
Bodem
33
4.9
Duurzaamheid
34
4.10
Vormvrije m.e.r.
34
4.10.1
35
De milieugevolgen
Juridische vormgeving
37
5.1
Algemeen
37
5.2
Bestemmingen
37
5.3
Algemene regels
39
6
Economische uitvoerbaarheid
41
7
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
43
Bijlagen
247.00.10.37.00.toe
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding en doel De gemeente Tynaarlo heeft in 1999 besloten tot de aanleg van de woonwijk Ter Borch, welke westelijk gelegen is van Eelderwolde. Om het gehele gebied te ontwikkelen, is het bestemmingsplan Ter Borch opgesteld, dat uiteindelijk in 2006 onherroepelijk is geworden. Aan de noordzijde van de woonwijk Ter Borch ligt het gebied Kranenburg Zuid. Voor dit gebied is een ontwikkeling voorzien als een bedrijvenlocatie met een transferium. Het gebied Kranenburg Zuid is in het bestemmingsplan Ter Borch bestemd als “Uit te werken ontwikkelingszone A7”. Het voorliggende bestemmingsplan is een uitwerking van deze bestemming. In 2015 zal voor het gehele gebied Kranenburg Zuid een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld. Dit uitwerkingsplan voorziet in de realisatie van een hotel en een uitbreiding van het naastgelegen transferium in het westelijke deel van Kranenburg Zuid. De realisatie van deze functies past binnen de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Ter Borch.
1.2
Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt het gebied Kranenburg Zuid beschreven en wordt aangegeven wat toekomstige situatie zal zijn. In hoofdstuk 3 staat beschreven welke beleidsmatige aspecten relevant zijn voor het onderhavig plan. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitgevoerde onderzoeken. Hoofdstuk 5 verwoordt de juridische vormgeving van het onderhavige uitwerkingsplan. Ten slotte komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid in de hoofdstukken 6 en 7 aan de orde.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
9
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Voorgeschiedenis In het bestemmingsplan Ter Borch is Kranenburg Zuid opgenomen als een ontwikkelingsgebied voor hoogwaardige bedrijvigheid. Het gebied past in de ontwikkeling van het stedelijk netwerk van Groningen en staat daardoor in feite los van de woonwijk Ter Borch. De eerste aanzet voor Kranenburg Zuid is gegeven in de Regiovisie GroningenAssen 2030. Hierin is omschreven dat de versterking van de regio GroningenAssen vraagt dat onder andere langs en bij de regionale hoofdwegenstructuur nieuwe bedrijfsterreinen worden ontwikkeld. Daarbij is onder andere gedacht aan de westzijde van de stad Groningen. In het POP van de provincie Groningen (2000) was een ontwikkeling aan de westzijde van de stad langs de A7 aangegeven, inclusief een transferium op de aansluiting Hoogkerk-Peizermade op de A7. In de actualisatie van de regiovisie 2003 werd deze benadering verder uitgewerkt in de vorm van de ontwikkeling van het plan Westpoort ten westen van Hoogkerk en de realisatie van een transferium naast Kranenburg Zuid ten zuiden van de A7. In het bestemmingsplan Ter Borch is de status van de A7-zone opnieuw aan de orde gesteld door het vastleggen van de bestemming “Uit te werken ontwikkelingszone A7”.
2.2
Huidige situatie plangebied Het gebied Kranenburg Zuid ligt ten zuiden van de A7 ingeklemd door het transferium Hoogkerk-Peizermade aan de westzijde en het volkstuincomplex Bruilwering aan de oostzijde. Het gebied wordt aan de zuidzijde begrensd door de nog aan te leggen Borchsingel en de Woldsloot. Zoals in de inleiding staat vermeld omvat het plangebied het westelijke deel van Kranenburg Zuid. Het plangebied ligt naast het transferium HoogkerkPeizermade. Het Omgelegde Eelderdiep doorsnijdt het plangebied. Het plangebied is in gebruik als grasland.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
11
Luchtfoto plangebied
Het transferium Hoogkerk-Peizermade is in 2011 geopend en beoogd de doorstroming op het knooppunt A7/N372 (Roden-Peize-Hoogkerk, ter plekke geheten Groningerweg) te verbeteren. Het transferium heeft een capaciteit van 600 parkeerplaatsen. Het transferium wordt vooral gebruikt door forenzen en dagtoeristen. Zij parkeren de auto op het transferium en reizen vervolgens per bus verder.
2.3
Toekomstige situatie HOTEL
Het horecaconcern Van der Valk is voornemens om in het plangebied een duurzaam 4*- hotel met vergader- en congresfaciliteiten te realiseren. Het hotel is gesitueerd aan de noordoostzijde van het Omgelegde Eelderdiep. Deze waterloop wordt in het kader van het planvoornemen plaatselijk verbreed. Aan de waterzijde kunnen terrassen worden aangelegd. Het hotel omvat circa 130 kamers, circa 700 m2 aan restaurant en brasserie en circa 700 m2 zaalruimte. De bouwhoogte van het hotel is 25 m. Het bestemmingsplan maakt een uitbreiding van het hotel mogelijk.
12
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
Inrichting van het plangebied (indicatief)
Voor de bezoekers van het hotel worden circa 226 parkeerplaatsen aangelegd ten zuiden van het Omgelegde Eelderdiep. Via een nog te realiseren brug kan het hotel worden bereikt. Het personeel van het hotel parkeert aan de noordzijde. Hier wordt ook een voorziening voor de bevoorrading van het hotel gerealiseerd. Berekening parkeerbehoefte Programma Restaurant 730 m2 2
Zalen 712 m
Normstelling
Aantal parkeerplaatsen
13 pp per 100 m2
56
2
55
1 pp per kamer
125
13 pp per 100 m
Hotelkamers 125 Totaal
236
Reeds bij de aanleg van het huidige transferium was een uitbreiding in ooste-
UITBREIDING TRANSFERIUM
lijke richting beoogd. Met voorliggende bestemmingsplan wordt deze uitbreiding planologisch mogelijk gemaakt. De uitbreiding van het transferium voorziet in circa 450 parkeerplaatsen. De uitbreiding van het transferium wordt aangesloten op de rotonde, die al voor het huidige transferium werd aangelegd. Wat betreft vormgeving en inrichting van de openbare ruimte wordt aangesloten bij het huidige transferium. Kranenburg Zuid is opgezet als weerspiegeling van de kantorenlocatie Kranen-
RUIMTELIJKE INPASSING
burg Noord. Hierbij hoort een stevige en stedelijke uitstraling. Het bestemmingsplan Ter Borch voorzag daarom in de zone langs de A7 in forse bebouwing (maximaal 25 m hoog) die in hoogte en bouwmassa afgebouwd dient te worden naar een zone van maximaal twee bouwlagen aan de zuidzijde van de be-
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
13
stemming die grenst aan de woongebieden. De hoogte, bouwmassa en het ontwerp van het hotel voorzien in deze gewenste stedelijke uitstraling. Het transferium ligt tegen de A7, maar bevindt zich ook nabij het natuurgebied Peizermaden. Begin dit jaar is de aanleg van de zogenaamde Groene-Blauwe Buffer afgerond. Dit project is uitgevoerd door de bestuurscommissie Peize, in opdracht van de provincie Drenthe. Aanleiding voor dit plan was dat in en rond de streek Peizermade in de afgelopen jaren een groot aantal plannen is ontwikkeld en uitgevoerd. Genoemd kunnen worden de waterberging en natuurontwikkeling de Onlanden, het transferium Hoogkerk, de wijk Ter Borch en de herinrichting van de provinciale weg N372. De bewoners van Peizermade hebben aangegeven graag ter compensatie van al deze voorzieningen een groene buffer te zien tussen Peizermade (oostzijde) en de stad Groningen. Het inrichtingsplan voor het gebied is door de Bestuurscommissie Peize in nauwe samenwerking met de bewoners van Peizermade, de Vereniging Natuurmonumenten, het waterschap Noorderzijlvest, de Dienst Landelijk Gebied en de gemeenten Noordenveld, Groningen en Tynaarlo opgesteld. De Vereniging Natuurmonumenten participeert in het toekomstige beheer van het gebied. Met de realisatie van de Groene-Blauwe Buffer is nieuwe natuur aangelegd in combinatie met dagrecreatieve voorzieningen voor wandelaars, fietsers en kanoërs. Het gebied maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. In het gebied van de Groene-Blauwe Buffer zijn kavelsloten verbreed en waterkanten met natuurvriendelijke oevers gecreëerd. Evenwijdig aan de verkavelingsstructuur/sloten zijn houtsingels aangelegd. Het gebied is in “kamers” verdeeld. Een wandel- of struinroute leidt de bezoeker van kamer naar kamer. Bosjes zorgen voor afwisseling in open en besloten delen. In het plan is rekening gehouden met een aantal belangrijke zichtassen en zichtpunten. Vanaf het transferium komt een fietsroute eerst langs de nieuw aan te leggen ontsluitingsweg naar de wijk Ter Borch. Al snel kunnen de fietsers de route via de Madijk vervolgen, zodat men los van de weg fietst met meer beleving van de groene buffer. De fietsroute blijft echter aan de rand van de buffer. Door de buffer komt alleen een wandelroute. Het gebied zal zich grotendeels spontaan en door middel van beheer gaan ontwikkelen. Alleen de hoofdstructuur van watergangen en opgaande beplanting wordt aangelegd. Voor het overige geldt dat door de juiste condities te scheppen (grond- en waterpeilen en afgraven voedselrijke toplaag) beoogde vegetaties tot ontwikkeling kunnen komen. In het noordelijk deel van de Groene-Blauwe buffer is geen grond afgegraven, maar is de grond verschraald door maaien en afvoeren. In het zuiden is aangesloten op de sfeer van het Stadspark met bosjes en grasvelden. Daar kan bijvoorbeeld een speelweide en/of picknickplek worden gesitueerd. Het zuidelijk deel bestaat verder uit een moeraszone waarvoor de gronden circa 10 cm zijn afgegraven. De Groene-Blauwe Buffer bevat voorzieningen voor wandelaars, fietsers en kanoërs. Om de aantrekkelijkheid te vergroten wordt gestreefd naar een afwisseling van het gebied. Vanuit Peizermade en Ter Borch kan een ommetje worden gemaakt.
14
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
Bij de inrichting van het transferium zullen maatregelen worden genomen om eventuele lichthinder van koplampen van auto’s op de Groene-Blauwe Buffer te voorkomen. Aan de rand worden op strategische plekken groenvoorzieningen (hagen) aangebracht. Ook zullen bomen de Borchsingel begeleiden en aanvullend zorgen voor een natuurlijke overgang. Bij de nadere uitwerking van de inrichting zullen voorts de uitgangspunten van het Landschapsontwikkelingsplan worden gehanteerd. Welstandsnota Het plangebied maakt deel uit van het welstandsgebied 14 Bedrijventerreinen en/of kantoorparken in de gemeentelijke welstandsnota (2013).
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
15
3
B e l e i d
Het bestemmingsplan Ter Borch voorziet reeds in de realisatie van een hotel,
parkeerterrein en uitbreiding van het transferium in het plangebied Kranenburg Zuid. Het onderhavige plan betreft de uitwerking van het globale bestemmingsplan Ter Borch (zie hoofdstuk 2). Het rijksbeleid (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte) heeft geen betrekking op de specifieke bouwregels. Het rijksbeleid staat de uitvoering van dit bestemmingsplan niet in de weg. Het provinciaal beleid is vastgelegd in de Omgevingsvisie Drenthe. Over de realisatie van bedrijfsbebouwing in het gebied Kranenburg Zuid heeft de provincie in het kader van het moederplan al verschillende beoordelingsmomenten gehad. Zij heeft er mee ingestemd, dat bedrijvigheid (onder andere in de vorm van een hotel en transferium) op deze locatie acceptabel is. Ze heeft het gebied in de omgevingsverordening ook aangewezen als stedelijk gebied. Dit bestemmingsplan is in overeenstemming met de gemaakte afspraken. In de toelichting van het vigerende bestemmingsplan Ter Borch is het planologische kader omschreven. Voorliggend uitwerkingsplan is ook getoetst aan het gemeentelijk beleid. Er zijn de afgelopen jaren geen nieuwe beleidsmatige aspecten vastgesteld die voor onderhavig plan relevant zijn.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
17
4
O n d e r z o e k e n
Bij het opstellen van het bestemmingsplan Ter Borch zijn er onderzoeken uitgevoerd op het vlak van onder andere milieuzonering, ecologie, geluid, archeologie, luchtkwaliteit, water en externe veiligheid.
Ten behoeve van het onderhavige plan zijn enkele onderzoeken geactualiseerd. Voor de overzichtelijkheid zullen alle onderzoeksaspecten in dit hoofdstuk aan bod komen.
4.1
Milieuzonering In de omgeving van het plangebied bevinden zich geen bedrijven met een milieuzone die potentieel invloed zou kunnen hebben op de ontwikkeling van het plangebied. Andersom maakt het bestemmingsplan geen milieuhinderlijke activiteiten mogelijk. De afstand van het plangebied tot de dichtst bijgelegen woning bedraagt circa 160 m.
4.2
Verkeerslawaai In het kader van de Wet geluidhinder bevinden zich langs alle wegen geluidzones, met uitzondering van woonerven en wegen waar een maximumsnelheid van 30 km/uur geldt. Indien geluidgevoelige gebouwen binnen een geluidzone van een weg worden geprojecteerd, dient akoestisch onderzoek te worden ingesteld. Een hotel is geen geluidsgevoelige functie. Een akoestisch onderzoek kan derhalve achterwege blijven. Het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van het hotel en de uitbreiding van het transferium is te verwaarlozen ten opzichte van het aantal bestaande verkeersbewegingen op naastgelegen rijksweg A7, de N372 tussen Peize en Groningen en de toekomstige wijkontsluitingsweg Borchsingel. Het plan zal niet bijdragen aan een substantieel hogere geluidsproductie van deze wegen. De uitbreiding van het transferium en de parkeerplaatsen van het hotel liggen circa 160 m tot circa 250 m van de dichtstbijzijnde woning aan de Groningerweg. Het geluid afkomstig van deze parkeerplaatsen gaat op in het wegverkeerslawaai van de A7 en de N372. Ook geluid afkomstig van het hotel,
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
19
bijvoorbeeld laden en lossen zal bij de woningen aan de Groningerweg verwaarloosbaar zijn en opgaan in het achtergrondniveau.
4.3
Luchtkwaliteit Sinds mei 2008 is er een nieuwe EU-richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa. Deze nieuwe richtlijn vervangt de tot dan toe geldende EU-richtlijnen betreffende de luchtkwaliteit (behalve de 4e dochterrichtlijn). Ten opzichte van de vorige regelgeving zijn onder andere de volgende zaken gewijzigd: -
die locaties waarop de regelgeving van toepassing is;
-
de definitie van natuurlijke bronnen;
-
mogelijkheden tot uitstel.
De Nederlandse regelgeving voor de luchtkwaliteit is aan deze nieuwe richtlijn aangepast. Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en locaties waartoe leden van het publiek gewoonlijk geen toegang hebben. Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 μg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd. De luchtkwaliteit ter plaatse voldoet ruimschoots aan de grenswaarden zoals die zijn vastgelegd in bijlage 2 bij de Wet Milieubeheer (Grootschalige Concentratie- en Depositiekaarten 2013, RIVM).
20
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
Het transferium is een parkeer- en overstapplaats en trekt als zodanig geen extra verkeer aan. Het extra stoppen, optrekken en manoeuvreren levert geen substantiële bijdrage. Met behulp van de nibm-tool kan worden bepaald dat met de maximaal mogelijke hoeveelheid verkeersbewegingen ten gevolge van het hotel van 250 personenauto’s en 25 vrachtwagens per dag, de bijdrage ‘niet in betekenende mate’ is. Een hotel is ook geen gevoelige bestemming als bedoeld in het Besluitgevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) zodat geen verder onderzoek naar de luchtkwaliteit noodzakelijk is.
4.4
Externe veiligheid Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) richt zich, zoals uit de naam
INRICHTINGEN
reeds blijkt, primair op inrichtingen die risico's met zich meebrengen voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. Het besluit onderscheidt twee categorieën risicogevoelige objecten, namelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Dit onderscheid is gebaseerd op maatschappelijke opvattingen over de groepen mensen die in het bijzonder moeten worden beschermd en op gegevens, zoals het aantal personen en de verblijfstijd van groepen mensen. Het besluit geeft waarden voor het risico dat toelaatbaar wordt geacht voor deze objecten. Hierbij worden twee vormen van risico onderscheiden: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Op de navolgende afbeelding is een uitsnede van de risicokaart weergegeven.
Uitsnede risicokaart (bron: Professionele risicokaart)
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
21
Uit deze kaart blijkt dat er geen risicovolle inrichtingen nabij het plangebied gelegen zijn. BUISLEIDINGEN
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) met de bijbehorende Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) omvat de regelgeving op het gebied van buisleidingen waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoerd. In deze regelgeving is bepaald dat de belemmeringenstrook (4 m bij buisleidingen met een druk tot en met 40 Bar en 5 m bij overige buisleidingen), de plaatsgebonden risicocontour (10-6) en het invloedsgebied van het groepsrisico in acht dienen te worden gehouden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Uit de risicokaart blijkt dat op ruim 900 m van het plangebied een aardgastransportleiding aanwezig is. Het invloedsgebied van deze buisleiding ligt ver weg van het plangebied en een risicoberekening van het groepsrisico dient niet te worden uitgevoerd.
TRANSPORTROUTES VAN
Zoals bij inrichtingen het Bevi voorwaarden stelt aan de omgang met externe
GEVAARLIJKE STOFFEN
veiligheid, zo zijn bij vervoer van gevaarlijke stoffen deze voorwaarden opgenomen in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRNVGS). De cRNVGS is een uitwerking van de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en bepaalt dat ruimtelijke plannen moeten worden getoetst aan de norm voor het plaatsgebonden risico en de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De circulaire wordt vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen. De nieuwe wetgeving is van toepassing op de rijksinfrastructuur die onderdeel uitmaakt van de Basisnetten Weg, Water en Spoor. Hierbij wordt vastgehouden aan de volgende zaken: -
vaste afstanden voor het plaatsgebonden risico;
-
vaste invoergegevens voor de berekening van het groepsrisico;
-
aanwijzing plasbrandaandachtsgebieden (PAG).
De Rijksweg A7 is aangewezen als een transportroute van gevaarlijke stoffen. Door de RUD is een CAROLA-berekening (Onderzoek Externe Veiligheid – Risicoanalyse Bestemmingsplan “Ter Borch” betreft Ontwikkeling bedrijventerrein Kranenburg Zuid, 1 september 2014) uitgevoerd. De berekening is als bijlage opgenomen. Hieronder zijn de belangrijkste conclusies weergegeven. Voor de Rijksweg A7 bedraagt de afstand van het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar 0 m wat betekent dat het plaatsgebonden risico op de weg ligt. Binnen deze 10-6 risicocontouren bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten en conform de wetgeving (Besluit externe veiligheid buisleidingen) zijn er dus geen knelpunten (saneringsgevallen).
22
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
De ruimtelijke situatie leidt tot een toename van het groepsrisico en is en blijft onder de oriënterende waarde. Het groepsrisico (t.o.v. fN-curve) voor de Rijksweg A7 en beide situaties (met en zonder (uitbreiding) Hotel van de Valk) ligt dus onder de oriëntatiewaarde. Er is dus sprake van een acceptabele situatie qua groepsrisico. Conform het Besluit externe veiligheid buisleidingen dient in dit geval invulling
VERANTWOORDINGS-
te worden gegeven aan de verantwoordingsplicht van het groepsrisico GR. Het
PLICHT GROEPSRISICO
betreft in dit geval een herziening van het bestemmingsplan. Doordat het groepsrisico onder de oriëntatiewaarde blijft en het groepsrisico wel toeneemt door het besluit kan in dit geval worden volstaan met een lichte verantwoording van het groepsrisico. Risico’s In de bestaande situatie ligt het GR ruim onder de oriënterende waarde. Met de nieuwe Hotel van de Valk en de uitbreiding van Hotel van de Valk blijft de GR dus onder de oriënterende waarde van het GR. Ruimtelijke onderbouwing Deze wordt opgesteld in het kader van de bestemmingsplanprocedure en wordt hier verder niet behandeld. Milieumaatregelen ter beperking van het groepsrisico Omdat het groepsrisico onder de oriënterende waarde van het GR blijft zijn gezien de toekomstige situatie geen milieumaatregelen noodzakelijk. Maatregelen voor zelfredzaamheid en hulpverlening De Veiligheidsregio Drenthe zal inhoudelijk in haar advies dit item uiteenzetten.
4.5
Waterparagraaf In een gezamenlijke projectgroep, bestaande uit de gemeente Tynaarlo, de gemeente Groningen, de provincie Drenthe, het Waterschap Noorderzijlvest en de bureaus BügelHajema Adviseurs en Tauw is in 2000 invulling gegeven aan de waterhuishouding van het plangebied Ter Borch. De hoofdlijnen van de waterhuishouding van Ter Borch zijn uitgewerkt ten behoeve van het stedenbouwkundig ontwerp. Daarnaast zijn de hydrologische effecten van de aanleg van Ter Borch op de omgeving in kaart gebracht (rapport Waterhuishouding Ter Borch - Tauw, november 2000). Medio 2003 is door de Commissie Afstemming Ruimtelijke Plannen (provincie Drenthe) een aantal kanttekeningen geplaatst bij de geplande waterhuishouding. Deze opmerkingen zijn later onderschreven door de MER-commissie, het Waterschap Noorderzijlvest en de Vereniging Natuurmonumenten.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
23
In overleg met het Waterschap Noorderzijlvest, de Vereniging Natuurmonumenten en de provincie Drenthe is een aantal aanvullende modelscenario's doorgerekend. In het voorjaar van 2004 zijn de berekeningsresultaten door de genoemde partijen besproken en zijn vijf te nemen mitigerende maatregelen overeengekomen (rapport Waterhuishouding Ter Borch - Aanvullende scenarioberekeningen - Tauw, maart 2004). De waterhuishouding van het plan zal vanwege het onderhavige bestemmingsplan niet wijzigen ten opzichte van het globale bestemmingsplan Ter Borch. In het plangebied ligt Omgelegde Eelderdiep. Deze watergang heeft de bestemming Water gekregen. Er wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Het schone afstromende water van de parkeerplaats/transferium en het hotelterrein kan worden afgevoerd naar het Omgelegde Eelderdiep. Het Omgelegde Eelderdiep wordt deels verbreed met als doel compensatie voor de toename van het verhard oppervlak. Het Omgelegde Eelderdiep (dat nu de naam Oude Havensloot heeft vanwege de afdamming ter plaatse van de ontsluitingsweg Ter Borch) is boezemwater. Het vervolg van deze watergang (thans Gesloten Eelderdiep genaamd), na de vaste dam, is géén boezemwater meer. Het waterpeil in de boezem (3e schil Electraboezem) heeft een streefpeil van -0.93 m NAP. In extreme situatie kan de waterstand stijgen tot 0.00 m NAP. Bij de uitwerking van het plan is de afwerkhoogte van het maaiveld een aandachtspunt. Conform het advies van het waterschap wordt het hotelterrein op een hoogte van +0.50 m NAP gebracht zodat een fysieke waterkering overbodig is. Het parkeerterrein ten zuiden van het Omgelegde Eelderdiep komt te liggen op -0,20 m NAP oplopend naar 0,00 m NAP voor het transferium. Advies Waterschap Het Waterschap Noorderzijlvest heeft aangegeven in te kunnen stemmen met het plan. De door het waterschap aangedragen informatie en adviezen zijn in bovenstaande paragraaf verwerkt. De Keur is van toepassing op zowel water als waterkering. De beheer- en onderhoudsaspecten van bijvoorbeeld een vijver, terras, beschoeiing etc. worden vastgelegd in een te verlenen watervergunning op grond van de Keur.
4.6
Archeologie en cultuurhistorie ARCHEOLOGIE
Voor het gehele plangebied Ter Borch heeft een verkennend archeologisch onderzoek plaatsgevonden. De werkmethode en de uitkomsten van het onderzoek zijn geformuleerd in het rapport Ter Borch, Een verkennend Archeolo-
24
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
gisch Onderzoek te Eelderwolde, juli 2002. In het rapport zijn de gebruikte methoden en technieken en de resultaten besproken. In mei 2013 heeft de gemeenteraad de Structuurvisie Archeologie vastgesteld. Het plangebied heeft op de beleidskaart van de gemeente Tynaarlo twee waarderingen: -
een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische waarden;
-
een hoge tot middelhoge verwachting het aantreffen van archeologische waarden.
Voor de gronden met een hoge tot middelhoge verwachting is een inventariserend bodemonderzoek vereist indien de geplande bodemverstoringen een grotere oppervlakte heeft dan 1.000 m2 en dieper is dan 30 cm. Voor het gehele gebied Kranenburg Zuid is een bureauonderzoek en een karterend en waarderend veldonderzoek uitgevoerd (RAAP, 8 mei 2012, rapport 4031). Naast het onderhavig plangebied is een vindplaats aangetroffen. De waarde van deze vindplaats wordt middels een proefsleuvenonderzoek bepaald. Er zijn op basis van voornoemd onderzoek geen archeologische waarden aangetroffen in onderhavig plangebied. Het bestemmingsplan is uitvoerbaar wat betreft het aspect archeologie. Op grond van artikel 3.6.1 Bro dient per 1 januari 2012 in de toelichting van
CULTUURHISTORIE
het bestemmingsplan een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden rekening is gehouden. De gemeente heeft ten behoeve van het aspect cultuurhistorie de ontwerpStructuurvisie Cultuurhistorie 2014-2024 opgesteld. Het doel van deze visie is het borgen van cultuurhistorisch erfgoed. De gemeente heeft het waarborgen van het erfgoed en de ruimtelijke identiteit van Tynaarlo samengevat in één centrale boodschap: de gemeente wil historische structuren en karakteristieken herkenbaar houden, de kwaliteit bewaken en de historische gelaagdheid in acht nemen. Op de (historische) kaarten van 1830 en 1850 valt de sterke tegenstelling in de historische verkaveling op. De grens werd gevormd door de historische noordelijke waterloop Onlandsche dijk. Ten noorden was het gebied in verticale richting blokvormig verkaveld terwijl de verkaveling ten zuiden een horizontale strookvormige verkaveling laat zien.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
25
Situatie 1830
Situatie 1850
De waterloop ten noorden van de Woldsloot is een aftakking van het Eelderdiep en het is samen met de Woldsloot het oudste structurerende element in dit plangebied. De historische waterloop met de dijk en de Woldsloot lopen parallel aan elkaar en komen bij Bruilweering samen en vormen het deel in oostelijke richting dat overgaat in de Onlandsche dijk. Deze boog na Bruilweering af in zuidelijke richting, nu Tochtsloot en Piccardthofplas. De huidige
26
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
Woldsloot is ook op de kaart van 1830 al aanwezig, deze waterloop stamt mogelijk uit de 15de eeuw. De Bruilweering, bestaande uit een zandpad en schelpenpad is een historische laanstructuur met prominente beuken. Het vormt een verbinding tussen het Stadspark van Groningen en Peizermade. Deze verbinding is ontstaan tussen 1905 (op het Bonnenblad nog niet aanwezig) en 1935. Het plangebied was vooral landbouwgebied. Pas in de eerste helft van de twintigste eeuw is in dit gebied een boerderij gebouwd. Deze is in 2000 gesloopt. De boerderij kent geen voorganger. De boerderijplaats is nog herkenbaar in het landschap, maar vertegenwoordigd geen grote historische waarde. In beide delen is de verkaveling sterk gewijzigd en zijn de kavels vergroot. Dit gebied is in de Structuurvisie Cultuurhistorie 2014-2024 aangeduid als Groningse veenontginning (Ag): blokvormige kavels, afwisselend bouw- en grasland zonder bebouwing. Het gebied is landschappelijk gewaardeerd met een laaggemiddelde waarde door de sterke wijziging van de verkaveling en de aanleg van de Rijksweg A7. Het beleid in algemene zin is cultuurhistorie meewegen en als inspiratiebron gebruiken voor de verdere uitwerking bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij de planontwikkeling van het gebied Kranenburg Zuid zijn de volgende aspecten vanuit cultuurhistorisch oogpunt van belang: -
De huidige Woldsloot en de resten van de oorspronkelijke waterloop (overgaand in Onlandse dijk) behouden als structurerend element;
-
Onderzoeken of de oorspronkelijke waterloop (overgaand in Onlandse dijk) als cultuurhistorische element geaccentueerd kan worden;
-
Het slotenpatroon als inspiratiebron te benutten voor verdere uitwerking;
-
Bruilweering inclusief fietspad (verbinding met het Stadspark behouden) - als begrenzing - in stand houden;
-
Onderzoeken of het mogelijk is de oude tegenstelling in verkavelingsvorm te behouden of naar te verwijzen in de nieuwe plannen.
Het voorliggende plan respecteert de bestaande waterlopen, zoals het Omgelegde Eelderdiep. De overige aanbevelingen zijn vanwege de ligging van het plangebied en de aard van de ontwikkeling niet relevant, maar worden bij de verdere ontwikkeling van Kranenburg Zuid betrokken.
4.7
Flora en fauna Voor het plan is het conform artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) noodzakelijk aandacht te besteden aan de natuurwet en –regelgeving. Er dient onder meer aangegeven te worden of er als gevolg van het plan vergun-
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
27
ningen of ontheffingen noodzakelijk zijn, en zo ja, of deze verkregen kunnen worden. Relevante regelgeving op dit gebied zijn de Flora- en faunawet (Ffw), de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw 1998) en de Omgevingsvisie Drenthe en de bijbehorende Provinciale omgevingsverordening Drenthe. Het plan ligt in een gebied waar de laatste jaren veel ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Er zijn in het kader van deze ontwikkelingen verschillende ecologische onderzoeken uitgevoerd. Relevante onderzoekrapportages zijn: a.
BügelHajema Adviseurs, Advies Flora- en faunawet bestemmingsplan Ter Borch, projectnummer 247.00.10.30.01, Zuidlaren/Assen 8 oktober 2003.
b.
BügelHajema Adviseurs, Advies Natuurwaarden Groene Buffer Peizermade, projectnummer 247.50.50.00.00, Assen 9 oktober 2012.
c.
Koeman en Bijkerk BV, Naderonderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet: Bestemmingsplan Ter Borch, gemeente Tynaarlo, rapportnummer 2004-063, Assen 30 juli 2004.
d.
Koeman en Bijkerk BV, Toetsing Flora- en faunawet in verband met de voorgenomen aanleg van een ontsluitingsweg tussen de Bruilweering en het transferium bij Hoogkerk, rapportnummer 2011-027, Assen 28 april 2011.
e.
Koeman en Bijkerk BV, Toetsing Flora- en faunawet in verband met het ‘bouwrijp maken Transferium Hoogkerk’, gemeente Groningen, rapportnummer 2007-063, Assen 28 september 2007.
f.
Koeman en Bijkerk BV, Toetsing in verband met bestemmingsplan Ter Borch, gemeente Tynaarlo, rapportnummer 2007-059, Assen 9 juli 2007.
In 2014 is het ecologisch onderzoek voor het huidige plangebied geactualiseerd door een ecoloog van BügelHajema Adviseurs, door middel van een verkennend veldbezoek en een bureauonderzoek. Daarnaast is voor enkele soorten aanvullende onderzoek uitgevoerd. De resultaten van de onderzoeken worden hieronder weergegeven. De rapportage van het ecologisch onderzoek is bijgevoegd. 4 . 7 . 1
Soortbescherming FLORA- EN FAUNAWET
Achter de Ffw staat het idee van de zorgplicht voor in het wild levende beschermde dieren en planten en hun leefomgeving. Beschermde soorten worden opgesomd in de ‘lijsten beschermde inheemse planten- en diersoorten’. De Algemene Maatregel van Bestuur ex artikel 75 van de Ffw van 23 februari 2005, kent een driedeling voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten, hierna te noemen: licht beschermd, middelzwaar beschermd en streng beschermd. De inheemse vogelsoorten hebben een eigen afwijkend beschermingsregime;
ze
vallen
zowel
onder
het
middelzware
als
strenge
beschermingsregime.
28
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
Met betrekking tot de bescherming van nestplaatsen van vogels worden vogelsoorten in twee groepen in gedeeld. Bij de groep waar verreweg de meeste vogelsoorten in vallen is de nestplaats alleen beschermd ten tijde van het gebruik als broedplaats (broedseizoen). Het aantal vogelsoorten in de andere groep is beperkt, maar heeft onder meer betrekking op buizerd. Van deze laatste groep is de nestplaats het gehele jaarrond beschermd, ook als deze tijdelijk niet in gebruik is (zowel binnen als buiten het broedseizoen). Ten aanzien van de aanwezigheid van beschermde soorten is naast het afge-
INVENTARISATIE
legde veldbezoek (d.d. 14 maart 2014) en het raadplegen van onderzoek rapportages, via Quickscanhulp.nl
(© NDFF - quickscanhulp.nl 18-03-2014
15:45:46) soortinformatie uit de Nationale Database Flora en Fauna (NDFF) opgevraagd. Uit de verkregen opgave blijkt dat in een straal van 1 kilometer rond het plangebied de laatste vijf jaar verschillende op basis van de Ffw middelzwaar en streng beschermde soorten zijn geregistreerd. Binnen het plangebied wordt de aanwezigheid van verschillende op basis van de Ffw licht beschermde soorten verwacht. Het betreft onder meer aardmuis, bastaardkikker, bosmuis, bruine kikker, bunzing, gewone bosspitsmuis, gewone pad, haas, hermelijn, huisspitsmuis, kleine watersalamander, meerkikker, mol (groot aantal molshopen aanwezig), ree (vijf exemplaren waargenomen), veldmuis (verschillende gangenstelsels waargenomen), vos, wezel, woelrat en zwanenbloem. Verder vormt het plangebied een geschikt broedgebied voor vogels. Alle inheemse vogelsoorten zijn streng beschermd. Het plangebied vormt in de huidige situatie niet meer zoals voorheen een waardevol weidevogelgebied. Tijdens het veldbezoek werd onder meer fazant, graspieper, merel, nijlgans, rietgors, scholekster en watersnip, winterkoning waargenomen. Het betreft hier soorten die behoren tot de groep waarvan de nestplaats allen beschermd is ten tijde van het gebruik als broedplaats (broedseizoen). Tijdens het veldbezoek werd ook een territoriaal paar buizerds waargenomen ter plaatse van het voormalige agrarische erf, dat centraal in het plangebied is gelegen. Van het voormalige agrarische erf resteert de omliggende boombeplanting (windsingel). De opgaande beplanting vormt samen met de omliggende verruigde graslanden een geschikt broedgebied voor buizerd. In één van de bomen was tevens een deel van een potentieel (in aanbouw zijnde) buizerdnest aanwezig. Buizerd behoort, in tegenstelling tot de hiervoor genoemde vogelsoorten, tot de groep waarvan de nestplaats jaarrond is beschermd. Op basis van de NDFF komt eveneens de aanwezigheid van buizerd uit de omgeving naar voren. Het plangebied vormt een onder deel van het leefgebied van vleermuizen. Alle vleermuissoorten zijn streng beschermd. Binnen het plangebied zijn geen bomen aanwezig die voor vleermuizen geschikt zijn als verblijfplaats. Binnen het plangebied zijn daarnaast geen gebouwen aanwezig. Vleermuizen foerageren tot op verschillende kilometers afstand van hun verblijfplaats. In de omgeving is relatief veel soortgelijk foerageergebied als het plangebied aanwezig. Op
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
29
basis van eerdere onderzoeken zijn geen belangrijke vliegroutes door het plangebied aangetroffen. Onder meer gezien de ontwikkeling van het aangrenzende Transferium Hoogkerk en de ligging van de rijksweg A7, ligt het ook niet in de verwachting dat het plangebied op dit punt in waarde is toegenomen. In 2011 zijn in het Omgelegde Eelderdiep, als mede in een parallel lopende sloot, exemplaren van de middelzwaar beschermde kleine modderkruiper aangevangen (Koeman en Bijkerk BV, 2007). De sloten aan de oostzijde van het Omgelegde Eeldediep staan in openverbinding met de watergangen waarin de soort is aangetroffen. Op basis van de NDFF komt daarnaast naar voren dat recent de streng beschermde grote modderkruiper in de omgeving is aangetroffen. De kavelsloten in het plangebied zijn aan het dichtgroeien (zijn niet recentelijk geschoond) en worden daarmee geschikter als leefgebied voor grote modderkruiper. Van de streng beschermde waterspitsmuis zijn met name waarnemingen bekend rond het Leekstermeer en het Peizerdiep. Het Peizerdiep is landelijk gezien zelfs een belangrijk leefgebied voor waterspitsmuis. Het Omgelegde Eelderdiep staat in openverbinding met het Eelderdiep en het Eelderdiep mondt uit op het Peizerdiep. Waterspitsmuis komt voor in en langs schoon, niet te voedselrijk water met een behoorlijk ontwikkelde watervegetatie en ruig begroeide oevers. Hoewel waterspitsmuizen sterk gebonden zijn aan wateren kunnen ze in een straal van 500 m van het water aangetroffen worden. In 2004 is onder meer voor het betreffende plangebied aanvullend onderzoek (Longworth inloopvallen) uitgevoerd naar de aanwezigheid van waterspitsmuis (Koeman en Bijkerk BV, 2004). De soort is hierbij niet aangetroffen. De vangperiode is echter uitgevoerd in een niet-optimale periode. Uit het onderzoek komt naar voren dat de aanwezigheid van waterspitsmuis niet geheel kan worden uitgesloten. Aangegeven wordt dat de meeste sloten echter te weinig hoog-opgaande oeverbegroeiing hebben. In de tussentijd is de vegetatie in de sloten en langs de oevers echter sterk verruigd. Het plangebied is daarmee in potentie geschikter geworden voor waterspitsmuis. TOETSING
Op basis van de actualisatie is naar voren gekomen dat de natuurwaarden door een veranderend gebruik van de gronden zijn gewijzigd. De volgende aspecten zijn in dit kader relevant. -
Gezien de aard van het plan, kunnen verbodsovertredingen ten aanzien van vogelsoorten waarvan de nestplaats jaarrond beschermd is, beschermde vissoorten en de beschermde waterspitsmuis niet op voorhand worden uitgesloten. Aanvullend onderzoek is nodig om de functie van het plangebied voor deze soort(groepen) vast te stellen.
-
Voor de overige vogelsoorten, de soorten waarvan de nestplaats alleen beschermd is ten tijde van het gebruik als broedplaats (broedseizoen), geldt in het gehele gebied dat wanneer werkzaamheden tijdens het broedseizoen worden uitgevoerd, er in gebruik zijnde nesten van vogels kunnen worden verstoord en vernietigd. Het is verboden nesten van vogels (indien nog in functie) te verstoren of te vernietigen (artikel 11 en 12 van de Ffw). Met betrekking tot de planning en uitvoering van de werkzaamheden dient daarom rekening te worden gehouden met het
30
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
broedseizoen. De Ffw kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het is van belang of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen ongeveer van 15 maart tot 15 juli duurt. -
Als gevolg van de beoogde ontwikkelingen zal het foerageergebied van voorkomende vleermuizen veranderen, waarbij de waarde zal afnemen. Gezien de aard van het omliggende gebied, waarbij van belang is dat het ten zuidwesten gelegen gebied een belangrijke natuurdoelstelling heeft gekregen, worden echter geen negatieve effecten op vleermuizen verwacht.
-
Verder zullen als gevolg van de beoogde ruimtelijke ontwikkelingen verblijfplaatsen van een aantal licht beschermde diersoorten worden vernield en/of verwijderd (artikel 11 Ffw). Ook kunnen bij de werkzaamheden exemplaren van een aantal licht beschermde planten- en diersoorten worden vernield en/of verwijderd (artikel 8 Ffw), dan wel worden verwond en/of gedood (artikel 9 Ffw). Deze soorten worden niet in hun voortbestaan bedreigd en vallen bij ruimtelijke ontwikkelingen in de vrijstellingsregeling. Voor deze soorten hoeft dan ook geen ontheffing te worden aangevraagd. Wel geldt voor deze soorten de algemene zorgplicht van de Ffw.
Er is aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de soorten buizerd, waterspitsmuis
AANVULLEND ONDERZOEK
en kleine en grote modderkruiper. Uit dit onderzoek komt het volgende naar voren. -
Er is geen vaste nestplaats van buizerd aangetroffen.
-
Waterspitsmuis en de grote modderkruiper zijn niet aangetroffen in het plangebied.
-
Kleine modderkruiper is wel aangetroffen. Dit betreft een middelzwaar beschermde soort. Omdat de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd conform een gedragscode geldt voor een vrijstelling van de verbodsbepaling van de Flora- en faunawet.
4 . 7 . 2
Gebiedsbescherming
In de Nbw 1998 is de bescherming van specifieke (natuur)gebieden geregeld. In
NATUURBESCHERMINGS-
de Nbw 1998 zijn ook de bepalingen vanuit de Europese Vogelrichtlijn en Habi-
WET 1998
tatrichtlijn verwerkt. Onder de Nbw 1998 worden drie typen gebieden aangewezen en beschermd: Natura 2000-gebieden, Beschermde Natuurmonumenten en Wetlands. Verder is deze wet de basis voor het Natuurbeleidsplan waarin het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is opgenomen. De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen
ECOLOGISCHE HOOFD-
belangrijke natuurgebieden in Nederland en vormt de basis voor het nationale
STRUCTUUR
natuurbeleid. De begrenzing en ruimtelijke bescherming van de provinciale EHS is voor provincie Drenthe uitgewerkt in de Omgevingsvisie Drenthe en de
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
31
bijbehorende Provinciale omgevingsverordening Drenthe (provinciaal ruimtelijk natuurbeleid). INVENTARISATIE
Het plangebied is geen onderdeel van en grenst niet aan een beschermd gebied in het kader van de Nbw 1998. Op een afstand van ruim 1 kilometer ten westen van het plangebied ligt het Natura 2000-gebied Leekstermeergebied. Het Leekstermeergebied is op 30 december 2010 door de staatssecretaris van het voormalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie definitief aangewezen als Natura 2000-gebied. Er is voor het gebied nog geen definitief beheerplan vastgesteld. Verder ligt het Natura 2000-gebied Zuidlaardermeergebied op een afstand van ruim 6,5 km. Het plangebied vormt daarnaast geen onderdeel van en grenst niet aan een gebied dat is aangewezen als EHS. Op enige afstand ten zuidwesten zijn wel dergelijke gebieden gelegen (zie onderstaande afbeelding).
Detail van EHS kaart 2013 (bron: Provincie Drenthe, PS vastgesteld op 6 juni 2013) TOETSING
Gezien de natuurwaarde van het plangebied, de ligging van het plangebied ten opzichte van beschermde gebieden en de aard van het plan kunnen negatieve effecten op beschermde gebieden op voorhand worden uitgesloten. 4 . 7 . 3
Conclusie
Op basis van de actualisatie is voor de soortenbescherming en de gebiedsbescherming een voldoende beeld ontstaan. Het plan is uitvoerbaar op grond van de Flora- en faunawet. Voor het plan is geen vergunning op grond van de Nbw 1998 nodig en het plan is op het punt van EHS niet in strijd met de Provinciale omgevingsverordening Drenthe.
32
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
4.8
Bodem Bodemvervuiling kan een rol spelen bij de totstandkoming van nieuwe ontwikkelingen. De tijd dat elke vervuiling moest worden aangepakt, ligt achter ons. Belangrijkste criterium hierbij is of de vervuiling zodanig is dat er sprake is van risico's voor gezondheid of milieu. In de praktijk blijken er vrijwel nooit risico's te zijn voor de gezondheid van mensen. Milieurisico's (verspreiding en ecologie) komen wel voor, maar meestal gaat het erom dat eventuele vervuilingen afstemming vereisen met bepaalde ontwikkelingen. Op dit moment is er sprake van een omslag van saneren naar beheren en behoeven alleen de zogeheten ‘ernstige vervuilingen’ in meer of mindere mate aangepakt te worden. De maatregelen worden daarbij afgestemd op de functie. Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit ten minste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is, waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het beleid gaat uit van het principe dat de bodem geschikt dient te zijn voor de beoogde functie. De gewenste functie bepaalt als het ware de gewenste bodemkwaliteit. Ter plaatse van Kranenburg Zuid is door MUG Ingenieursbureau een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Tijdens de veldwerkzaamheden zijn zintuigelijk geen waarnemingen gedaan die kunnen duiden op een bodemverontreiniging. Er zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen. Op basis van de analyseresultaten van de grond concludeert MUG dat alle onderzochte parameters zijn gemeten in gehalten beneden de betreffende achtergrondwaarden. In het grondwater zijn licht verhoogde concentraties aan nikkel, kobalt en/of barium gemeten. De gemeten concentraties zijn van dien aard dat er volgens de Wet bodembescherming geen nader bodemonderzoek noodzakelijk is. De gemeten concentraties vormen geen gevaar voor de volksgezondheid en het milieu. Op basis van voornoemde bevinden kan worden geconcludeerd dat er geen bezwaren zijn tegen de voorgenomen ontwikkeling.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
33
4.9
Duurzaamheid Artikel 3.1.6 Bro schrijft voor dat voor bestemmingsplannen de ‘ladder voor duurzame verstedelijking’ wordt toegepast. De ladder voor duurzame verstedelijking betekent dat allereerst de regionale behoefte aangetoond dient te worden. Vervolgens is de tweede trede aan de orde: kan deze vraag in bestaand stedelijk gebied worden opgevangen. De primaire functie die dit bestemmingsplan mogelijk maakt is een hotel. De regio betreft de Stad Groningen. Uit de statistische jaargegevens blijkt dat het aantal hotelovernachtingen in de Stad Groningen in de periode 2009-2013 is gegroeid van 227.000 tot ruim 270.000. In het Ruimtelijke Beleidskader hotelsector Groningen heeft de gemeenteraad van Groningen de ambitie vastgelegd dat het hotelaanbod moet worden versterkt. Aangegeven wordt dat er vanuit de zakelijke en de congresmarkt vraag is naar luxe accommodaties. In dit rapport wordt het gebied nabij het bestaande transferium genoemd als vestigingslocatie. Onderhavig plan voorziet in de hierboven geschetste behoefte naar een luxe accommodatie voor de zakelijke en congresmarkt. De hotelsector is een groeiende markt. In de regio Stad Groningen is geen planologische ruimte beschikbaar voor een hotel op een andere locatie.
4.10
Vormvrije m.e.r. Inleiding Per 1 april 2011 is het Besluit milieueffectrapportage gewijzigd. Eén van de belangrijkste wijzigingen in het Besluit is de invoering van een vormvrije m.e.r.-beoordeling voor activiteiten die genoemd worden in het Besluit milieueffectrapportage (kolom 1 van de D-lijst), maar onder de daar genoemde drempelwaarden liggen. Een stedelijk ontwikkelingsproject staat omschreven het Besluit onder D 11.2). De voorgenomen ontwikkeling (realisatie van een hotel en uitbreiding van een transferium) blijft weliswaar ruim onder de aangegeven drempelwaarden (kolom 2), maar op grond van de nieuwe wetgeving is alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling noodzakelijk. In dat kader is een vormvrije m.e.r.-beoordeling gemaakt, waarin in principe voor alle milieuaspecten moet worden nagegaan of er sprake kan zijn van belangrijke nadelige milieugevolgen. Deze maakt onderdeel uit van de toelichting van het bestemmingsplan (artikel 2, lid 5 van het Besluit milieueffectrapportage).
34
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
4 . 1 0 . 1
De milieugevolgen
Lucht en geluid De gedeeltelijke invulling van Kranenburg Zuid zal door haar aard en omvang geen belangrijke negatieve gevolgen hebben in de zin van hinder (lucht, geluid). Het aantal verkeersbewegingen ten gevolge van het hotel is te verwaarlozen. Het transferium is een parkeer- en overstapplaats en trekt als zodanig geen extra verkeer aan. Met behulp van de nibm-tool is berekend dat de bijdrage van het hotel aan de luchtkwaliteit ‘niet in betekenende mate’ is. De algemene conclusie is daarom dat het plan op zich geen gevolgen zal hebben voor de (kans op) hinder door verkeer en geluid en voor de luchtkwaliteit. Water De waterstructuur zal met het plan niet wijzigen. Het plan is voorgelegd aan het waterschap en akkoord bevonden. Ecologie Ten behoeve van de realisatie van de ontwikkeling is ecologisch onderzoek uitgevoerd. Op dit punt zijn er geen belangrijke negatieve gevolgen voor het plan of het milieu. Bodem Ten behoeve van de realisatie van de ontwikkeling is bodemonderzoek uitgevoerd om de kwaliteit van de bodem en het grondwater in beeld te brengen. Op dit punt zijn er geen belangrijke negatieve gevolgen voor het plan of het milieu. Archeologie en cultuurhistorie Met inachtneming van de gestelde voorwaarden worden geen belangrijke negatieve gevolgen voor archeologie en cultuurhistorie verwacht. Externe veiligheid Nabij het plangebied is een transportroute van gevaarlijke stoffen gelegen. Het groepsrisico blijft onder de oriënterende waarde. Op dit punt zijn er geen belangrijke negatieve gevolgen voor het plan. De plaats van de voorgenomen ontwikkeling De ontwikkeling van Kranenburg Zuid is middels het bestemmingsplan Ter Borch vastgelegd. De plaats van de bedrijfsbebouwing staat niet meer ter discussie. Conclusie De voorgenomen uitbreiding kan worden aangemerkt als een stedelijk ontwikkelingsproject zoals omschreven in het Besluit milieueffectrapportage onder D 11.2. De realisatie van een hotel en uitbreiding van een transferium blijft
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
35
weliswaar onder de aangegeven drempelwaarden uit kolom 2, maar op grond van de nieuwe wetgeving is alsnog een vormvrije m.e.r.-beoordeling noodzakelijk. De conclusie van de m.e.r.-beoordeling is dat het plan op zich en in samenhang met andere plannen geen belangrijke negatieve gevolgen zal hebben voor de kenmerken van het gebied zelf en voor het woon- en leefmilieu in de omgeving. De overall-conclusie is op grond hiervan dat geen belangrijke nadelige milieugevolgen worden verwacht en dat het opstellen van een MER niet noodzakelijk wordt geacht.
36
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
5
J u r i d i s c h e v o r m g e v i n g
5.1
Algemeen Een bestemmingsplan kan een rechtstreekse bouwtitel hebben, maar er kan ook gekozen worden voor een bestemmingsplan met uitwerkingsplicht. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast met daarin een uitwerkingsplicht met daarbij uitwerkingsregels. Hiermee geeft de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders de plicht mee op tijdens de duur van het bestemmingsplan een uitwerkingsplan op te stellen binnen de kaders van de uitwerkingsregels. Een dergelijk bestemmingsplan (moederplan) moet eerst worden uitgewerkt voordat er omgevingsvergunningen voor het bouwen kunnen worden verleend. Het uitwerkingsplan gaat deel uit maken van het moederplan. Het voorliggende plan is een uitwerking van het bestemmingsplan Ter Borch. Het uitwerkingsplan bestaat uit een verbeelding met regels en gaat vergezeld van een toelichting. De verbeelding en de regels vormen het juridisch bindende deel van het plan. De verbeelding heeft de rol van visualisering van de bestemmingen. De regels regelen de gebruiksmogelijkheden van de gronden, de bouwmogelijkheden en de gebruiksmogelijkheden van de aanwezige en/of op te richten bebouwing. De toelichting heeft weliswaar geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de weergave en onderbouwing van het plan en bij de uitleg van de verbeelding en regels. In de volgende twee paragrafen wordt de systematiek van de regels uiteengezet en wordt een uitleg per bestemming gegeven. De opbouw van het uitwerkingsplan is conform SVBP 2012. De regels van dit bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangsen slotregels aan de orde komen.
5.2
Bestemmingen Het plangebied heeft op grond van het moederplan Ter Borch de bestemming “Uit te werken ontwikkelingszone A7”. Dit bestemmingsplan kan ter plaatse worden uitgewerkt voor de volgende functies:
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
37
a.
informatie-technologische, (bio)medisch-technologische en overige kennisintensieve bedrijvigheid alsmede andere bedrijven behorende tot de categorieën 1 t/m 3, of naar aard en invloed daarmee gelijk te stellen bedrijven, van de bij deze voorschriften opgenomen Staat van bedrijven;
b.
transferium, waaronder naast gebruikelijke verkeers- en verblijfsvoorzieningen mede worden begrepen voorzieningen ten behoeve van het openbaar vervoer en eventueel voor informatievoorzieningen, kleinschalige kaartverkoop en verkoop van etenswaren, dranken en/of lectuur in de vorm van een kiosk, stalling en/of verhuur van vervoermiddelen, een benzineverkoop- en servicepunt, een hotel en/of een restaurant alsmede een andere horecavoorziening, niet zijnde discotheken, dancings of nachtclubs;
c.
kantoren;
d.
kinderopvang en overige maatschappelijke voorzieningen, met uitzondering van ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere gezondheidsgebouwen als bedoeld in de Wet geluidhinder;
e.
verkeers- en verblijfsdoeleinden, waaronder wegen, voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, bermen, groenvoorzieningen, water en beplantingen begrepen;
f.
openbare nutsvoorzieningen;
g.
groenvoorzieningen.
Gelet op planontwikkeling zoals beschreven in hoofdstuk 2 is er voor gekozen om – in lijn met de uitwerkingsregels - de volgende twee bestemmingen te hanteren in voorliggend uitwerkingsplan. Bedrijventerrein Het grootste gedeelte van het plangebied is bestemd voor Bedrijventerrein. Binnen het aangegeven bouwvlak is het toegestaan een hotel te bouwen. Voor het bouwvlak geldt een maximum bebouwingspercentage van 50%. Daarnaast zijn binnen de bestemming een transferium, parkeervoorzieningen, de wegen voor intern verkeer, groenvoorzieningen, water, speelvoorzieningen en dergelijke toegestaan. De bestemming kent twee afwijkingsmogelijkheden voor de realisatie van reclame-uitingen; een reclame-uiting kan solitair worden geplaatst dan wel op of aan een gebouw. In het laatste geval dient de reclame-uiting te worden opgevat als een bijbehorend bouwwerk. De reclame-uiting dient overigens altijd een relatie te hebben met de functie van het op het bouwperceel aanwezige gebouw. Water De waterstructuur binnen het plangebied is bestemd als Water. Binnen deze bestemming zijn bruggen en groenvoorzieningen tevens toegestaan. Ook een of meerdere terrassen op of nabij de waterkering zijn toegestaan, mits hiervoor toestemming van het waterschap is verkregen.
38
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
5.3
Algemene regels In dit hoofdstuk zijn een anti-dubbeltelregel, de algemene afwijkingsregels en de overige regels opgenomen. In de algemene afwijkingsregels is een aantal bepalingen opgenomen die het mogelijk maken om het plan op ondergeschikte punten aan te passen.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
39
6
E c o n o m i s c h e
u i t v o e r b a a r h e i d
Het plangebied maakt onderdeel uit van het complex Ter Borch. Voor dit complex is een exploitatieopzet opgesteld met een geprognosticeerd positief eindresultaat voor zowel dit planonderdeel als het totale complex Ter Borch. De kosten voor de realisatie van dit gebied worden derhalve gedekt uit de verkoopopbrengsten van bouwgrond. De gemeente heeft alle gronden in eigendom waarop volgens artikel 6.2.1 van het Besluit Ruimtelijke ordening aangewezen bouwplan wordt gerealiseerd. Het kostenverhaal is hiermee verzekerd en het opstellen van een exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening is niet nodig. Ook voor gronden die door de gemeente worden verkocht aan projectontwikkelaars is het opstellen van een exploitatieplan niet nodig, omdat door middel van een overeenkomst het kostenverhaal is verzekerd.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
41
7
M a a t s c h a p p e l i j k e
u i t v o e r b a a r h e i d
Op de voorbereiding van een uitwerking is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing met dien verstande dat burgemeester en wethouders binnen acht weken na afloop van de termijn van terinzageligging omtrent de uitwerking besluiten. Op dinsdag 16 september zijn het waterschap Noorderzijlvest, de provincie Drenthe, Rijkswaterstaat directie Noord Nederland, de gemeente Groningen en de gemeente Noordenveld per email op de hoogte gesteld van de start van de procedure van het ontwerp-bestemmingsplan “Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid”. Het ontwerpbestemmingplan “Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid”, heeft vanaf 19 september gedurende zes weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn, konden belanghebbenden schriftelijk dan wel mondeling zienswijzen over het uitwerkingsplan indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Tynaarlo. Een persoon heeft een zienswijze (bezwaarschrift) ingediend. In bijgevoegde notitie bij ontwerp-bestemmingsplan “Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid” worden de ingekomen reacties en zienswijze besproken.
247.00.10.37.00.toe - Bestemmingsplan Ter Borch, plan van uitwerking hotel en transferium Kranenburg Zuid - 13 januari 2015
43
Colofon Opdrachtgever Gemeente Tynaarlo Contactpersoon De heer B. Dijkstra
Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs Projectleiding De heer J. van Brussel BügelHajema Adviseurs Projectnummer 247.00.10.37.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Vaart nz 48-50 Postbus 274 9400 AG Assen T 0592 316 206 F 0592 314 035 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort