Be s te m mi ng s p l an b e g r aa f p l a ats K la zie na ve e n
V AS T G ES T EL D
Be s te m mi ng s p l an b e g r aa f p l a ats K la zie na ve e n
V AS T G ES T EL D
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding
27 mei 2010 Projectnummer 095.00.07.10.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Emmen, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
095.00.07.10.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
2
3
4
5
Inleiding
9
1.1
Aanleiding
9
1.2
Ligging plangebied
9
1.3
Het huidige bestemmingsplan
9
1.4
Indeling toelichting
9
1.5
Onderzoeken
10
Ruimtelijk beleidskader
11
2.1
Rijk
11
2.2
Provincie
11
2.3
Gemeente
12
2.4
Conclusie
12
Planbeschrijving
15
3.1
Beschrijving van de huidige situatie
15
3.2
Beschrijving van de nieuwe situatie
19
Milieutechnische en ruimtelijke aandachtspunten
23
4.1
Wegverkeerslawaai
23
4.2
Luchtkwaliteit
23
4.3
Water
24
4.4
Bodem
26
4.5
Natuurwaarden
27
4.6
Cultuurhistorie en archeologie
28
4.7
Bedrijven en milieuhinder
29
4.8
Externe veiligheid
29
Juridische vormgeving
31
5.1
Algemeen
31
5.2
Opzet
31
5.3
Bestemming
32
5.4
Algemene regels en overgangs- en slotregels
32
5.5
Handhaving
32
6
Economische uitvoerbaarheid
33
7
Overleg
35
Bijlagen
095.00.07.10.00.toe
1
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding De capaciteit van de begraafplaats aan het Van Echtenskanaal NZ 114 in Klazienaveen is nagenoeg uitgeput. Op dit moment is er nog voor een periode van één of twee jaar ruimte om aan de behoefte te kunnen voldoen. De huidige begraafplaats biedt weinig tot geen mogelijkheden meer tot het ruimen van graven. De gemeente Emmen is daarom gestart met de voorbereidingen voor het uitbreiden van de begraafplaats in noordelijke richting. Voorliggende ruimtelijke onderbouwing biedt het planologisch-juridische kader tot het nemen van een projectbesluit om deze uitbreiding te kunnen realiseren.
1.2
Ligging plangebied De locatie ligt in de kern Klazienaveen. Het projectgebied grenst veelal aan de achtererven van woningen aan de omliggende straten. Deze zijn het Van Echtenskanaal NZ aan de zuidkant, de Brugstraat in het oosten, de Akkerdistel aan de noordkant en de Boterbloem aan de westzijde. De begraafplaats is geheel omgeven door groene zones.
1.3
Het huidige bestemmingsplan Het projectgebied maakt deel uit van het bestemmingsplan 'Klazienaveen, Noordwest', vastgesteld door de raad van de gemeente Emmen op 27 oktober 1986 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Drenthe op 3 maart 1987. In dat plan zijn de betreffende gronden bestemd als Begraafplaats, Groenvoorziening en Weg. De gemeente heeft in het kader van de voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats op 29 mei 2008 een voorbereidingsbesluit genomen.
1.4
Indeling toelichting In deze ruimtelijke onderbouwing wordt in hoofdstuk 2 het beleidskader geschetst en vindt een toetsing plaats aan het ruimtelijk beleid. Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van het project. In hoofdstuk 4 vindt een toets plaats aan de relevante milieuaspecten. Een toelichting op de regels wordt gegeven
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
9
in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid. Ten slotte komt in hoofdstuk 7 het overleg aan de orde.
1.5
Onderzoeken Ten behoeve van dit bestemmingsplan zijn de volgende onderzoeken uitgevoerd: -
archeologisch onderzoek door Synthegra Archeologie, d.d. 30 maart
-
bodemonderzoek door Tauw, d.d. 8 juni 2005;
-
ecologisch onderzoek door IVN-afdeling Emmen, d.d. 28 april 2008;
-
watertoets.
2006;
10
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
2
R u i m t e l i j k
b e l e i d s k a d e r
2.1
Rijk De Wet op de lijkbezorging geeft het juridische kader waarbinnen lijkbezorging
WET OP DE LIJKBEZOR-
dient plaats te vinden. Voor begraafplaatsen kent de wet bepalingen over de
GING
plaatsen waar mag worden begraven, de rechten en plichten ten aanzien van begraven, de ruiming van graven et cetera. De Inspectierichtlijn lijkbezorging (derde herziene druk, 1999) van de Inspectie
INSPECTIERICHTLIJN
van de Volksgezondheid voor Milieuhygiëne geeft enige aanvullende richtlijnen op het gebied van de inrichting, het technisch beheer en het onderhoud van begraafplaatsen. Deze publicatie is een richtlijn en geen wettelijk voorschrift. Volgens de richtlijn is het zaak via de ruimtelijke ordening er voor te zorgen dat begraafplaatsen en naastgelegen bestemmingen elkaar zo min mogelijk nadelig beïnvloeden. Om dit te bewerkstelligen, zou er naar moeten worden gestreefd dat eventuele geluidhinder niet meer bedraagt dan 45 dB(A). Wat betreft de effecten van de begraafplaats op de omgeving moet een visuele scheiding worden aangebracht voor privacy op en buiten de begraafplaats. Daarnaast adviseert de inspectie in de richtlijn een geohydrologische scheiding aan te brengen. Op grond van deze twee aspecten wordt in de richtlijn geadviseerd een afstand van 20 à 30 m tussen de begraafplaats en de meest nabijgelegen woningen in acht te nemen.
2.2
Provincie Een van de doelstellingen uit het Provinciaal Omgevingsplan II van de provincie
POP II
Drenthe (POP II) is een zuinig gebruik van de ruimte. De door de gemeente voorgestane benutting van de open ruimte aan de noordzijde van de begraafplaats past binnen dit beleid. Het POP II geeft voor het projectgebied geen specifieke waarden of belemmeringen aan.
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
11
2.3
Gemeente BEHOEFTEONDERZOEK
De capaciteit van de begraafplaats aan het Van Echtenskanaal NZ 114 in Klazienaveen is nagenoeg opgebruikt. De gemeente heeft een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden en capaciteit van de begraafplaatsen in de gemeente (Rapport Onderzoek Begraafplaatsen Gemeente Emmen d.d. maart 2007). Op basis van dit onderzoek blijkt dat er op de begraafplaats in Klazienaveen nog ruimte is voor een periode van tien jaar. Dit is gebaseerd op de ruimte die het vigerende bestemmingsplan biedt, namelijk ongeveer de helft van de geplande uitbreiding. Uitgaande van de begraafplaats zoals deze is aangelegd en in gebruik is, is er nog ruimte voor een periode van ongeveer twee jaar. Omdat voor een langere periode in de behoefte moet worden voorzien, geeft de gemeente er de voorkeur aan om in één keer een uitbreiding te realiseren voor het gehele gebied ten noorden van de huidige begraafplaats. Ook kostentechnisch is dit een betere optie. Omdat de begraafplaats ook op een aantal andere punten niet meer aan de eisen voldoet, is een inrichtingsplan gemaakt voor zowel de uitbreiding van de feitelijke begraafplaats en het urnenveld als voor een aantal andere zaken. De belangrijkste zijn een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen voor bezoekers, het maken van een inrit voor zakelijk gebruik aan de noordoostkant en het aanleggen van een verstrooibos aan de oostzijde. Door het realiseren van de uitbreiding van de begraafplaats wordt voorzien in een behoefte van ongeveer vijftig jaar. Daarbij is uitgegaan van begraven in twee lagen. Geohydrologisch onderzoek heeft uitgewezen dat dit mogelijk is.
2.4
Conclusie De uitbreiding zal visueel van de omgeving worden afgeschermd door het aanleggen van een beukenhaag van twee rijen dik. De afstand van de geplande beukenhaag tot meest nabijgelegen perceelgrens aan de achterzijde van de woningen aan de Akkerdistel bedraagt ongeveer 22 m. De afstand van deze haag tot de meest nabijgelegen achtergevel (van een bijgebouw) van deze woningen bedraagt ongeveer 30 m. Deze waarden komen overeen met de in de richtlijn genoemde afstand van 20 à 30 m. Daarbij moet worden opgemerkt dat er een vrijliggend fietspad ligt tussen de woningen en de toekomstige uitbreiding van de begraafplaats.
12
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
De conclusie is dat de uitbreiding van de begraafplaats mogelijk is. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan het ruimtelijk beleid van het Rijk, de provincie en de gemeente.
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
13
3
P l a n b e s c h r i j v i n g
3.1
Beschrijving van de huidige situatie De begraafplaats met de beoogde uitbreiding ligt in de kern van Klazienaveen.
LIGGING
Het gebied wordt omsloten door de woningen aan het Van Echtenskanaal NZ aan de zuidzijde, de bebouwing aan de Brugstraat aan de oostkant, het fietspad achter de woningen aan de Akkerdistel aan de noordkant en de waterpartij achter de woningen aan de Boterbloem aan de westzijde. De begraafplaats is omgeven door groene zones. De locatie waarop de uitbreiding van de grafvelden is gepland, is in haar geheel een grasgebied. Langs het genoemde fietspad staat een aantal moeraseiken. Aan de Boterbloem, vlakbij de kruising met het Van Echtenskanaal NZ, is de
HET PLANGEBIED
huidige hoofdingang. Vlakbij deze ingang ligt het rouwcentrum. Hier bevinden zich ook het urnenveld en een parkeerplaats. Vanaf het Van Echtenskanaal NZ loopt er een voetpad naar rouwcentrum. De oorspronkelijke toegang van de begraafplaats ligt aan het Van Echtenskanaal NZ tussen de huisnummers 121 en 123. Via een oprijlaan met aan weerszijden eikenbomen wordt een kleine parkeerplaats bereikt. De oprijlaan loopt na de poort door tot aan het de noordkant van de begraafplaats. Hier is een kleine parkeerplaats. Evenwijdig aan de eerstgenoemde laan loopt een tweede laan, met aan één zijde bomen. De structuur van de begraafplaats is orthogonaal. Van deze structuur wordt enigszins afgeweken bij het derde pad in noord-zuidrichting. Dit is het meest westelijk gelegen pad (zie foto).
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
15
De oorspronkelijke hoofdtoegang tot de begraafplaats
Bestaand parkeerterrein bij het rouwcentrum
16
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
Een beeld van de huidige situatie
Waterpartij ten westen van de begraafplaats
Het fietspad ten noorden van de uitbreidingslocatie
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
17
Uitbreidingslocatie en beukenhaag om bestaande begraafplaats
Luchtfoto
van
de
begraafplaats
met
omgeving
(bron:
gemeente
Emmen)
18
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
3.2
Beschrijving van de nieuwe situatie De bestaande begraafplaats blijft gehandhaafd en wordt uitgebreid met een aantal voorzieningen. Voor de uitbreiding zijn navolgende deelgebieden te onderscheiden. Deelgebied 1: uitbreiding van de grafvelden De uitbreiding van de grafvelden is gepland op een open perceel aan de noordzijde van de bestaande begraafplaats. De uitbreiding heeft een oppervlakte van ongeveer 12.500 m². Ongeveer 5.500 m² hiervan valt binnen de grenzen van het vigerende bestemmingsplan. Het andere deel heeft de bestemming Groenvoorziening. De uitbreiding wordt aan drie zijden voorzien van een beukenhaag van twee rijen dik (Fagus Sylvatica). Hieromheen wordt een nieuwe sloot met een breedte van 5 m aangelegd. Tussen de haag en de sloot wordt een schouwpad aangelegd.
De locatie voor de uitbreiding van de grafvelden. Het gedeelte binnen de rode lijnen ligt binnen de bestemming Begraafplaats in het vigerende bestemmingsplan.
De bestaande sloot op de grens van de bestaande begraafplaats en de uitbreiding blijft gehandhaafd. De meest oostelijk en meest westelijk gelegen wegen
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
19
op de begraafplaats zullen worden doorgetrokken naar het nieuwe gedeelte. Ter plaatse van de bestaande sloot zullen bruggen worden aangebracht. Deelgebied 2: het groengebied aan de oostzijde van de begraafplaats Dit deel heeft een oppervlakte van circa 10.500 m². De vigerende bestemming is Groenvoorzieningen. In het noordelijk gedeelte worden voorzieningen aangelegd voor onderhoud van de begraafplaats en voor de steenhouwer. Vanaf de parallelweg van de Brugstraat wordt hiervoor een toegangsweg aangelegd. Via deze ingang wordt de begraafplaats toegankelijk voor onderhoudsmedewerkers.
1 2
5
3 4
De deelgebieden waarop het projectbesluit betrekking heeft: 1. uitbreiding grafvelden (valt gedeeltelijk in het vigerende plan) 2. groengebied oostzijde 3. parkeerterrein 4. parkeervoorzieningen, voetpad en groen 5. uitbreiding urnenveld
Het gedeelte tussen de begraafplaats en de achterzijde van de woningen aan de Brugstraat heeft het karakter van een bosje en krijgt de functie van verstrooibos. Er wordt een halfverhard pad in aangelegd. In het midden komt een verhard pleintje met een gedenkmonument. Door middel van een brug over de sloot aan de oostkant van de begraafplaats is dit gebied bereikbaar. Aan de
20
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
zijde van de woningen komt een hekwerk met een hoogte van 2 m, begroeid met klimop. Deelgebied 3: de uitbreiding van de parkeerplaats aan het einde van de oprijlaan Dit gebied grenst aan de achterzijde van woningen aan de Brugstraat en het Van Echtenskanaal NZ. Het heeft een oppervlakte van ongeveer 2.750 m². De vigerende bestemming is Groenvoorzieningen. Er wordt een parkeerplaats aangelegd waarop 30 auto's kunnen worden geparkeerd. De parkeerplaats wordt ingebed in lage beplanting. Aan de zijde van de woningen komt een hekwerk met een hoogte van 2 m, begroeid met klimop. Deelgebied 4: de uitbreiding van de parkeervoorziening aan de Boterbloem Dit gedeelte heeft een oppervlakte van circa 500 m². De vigerende bestemmingen zijn Groenvoorzieningen en Weg (voetpad). Het wordt heringericht en biedt dan plaats aan zeven parkeervakken, haaks op de Boterbloem. Het bestaande voetpad zal worden verlegd. Verder komt er een strook met lage beplanting. Deelgebied 5: de uitbreiding van het urnenveld Dit deel biedt plaats aan een mogelijke uitbreiding van het urnenveld. De oppervlakte bedraagt ongeveer 600 m². De vigerende bestemmingen zijn Groenvoorzieningen en Weg. De bestaande parkeerplaats verdwijnt, maar haaks op de Boterbloem worden vier parkeervakken gerealiseerd. Verder wordt het gebied ingericht met lage beplanting.
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
21
4
M i l i e u t e c h n i s c h e e n
r u i m t e l i j k e
a a n d a c h t s p u n t e n
4.1
Wegverkeerslawaai Volgens de Wet geluidhinder is een begraafplaats geen geluidsgevoelige voorziening, zodat strikt genomen geen minimale afstand hoeft te worden aangehouden tot de as van het Van Echtenskanaal NZ, de Brugstraat, de Akkerdistel en de Boterbloem. De 'Inspectierichtlijn lijkbezorging' adviseert echter de maximale geluidsbelasting op begraafplaatsen niet meer dan 45 dB(A) (is 43 dB) te laten bedragen. Gezien de ruime afstanden van deze wegen mag worden verwacht dat het geluidsniveau voor de noordelijke uitbreiding in ieder geval onder de 45 dB(A) zal blijven.
4.2
Luchtkwaliteit Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmple-
NSL/NIBM
menteerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van de arbeidsplekken (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen, zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer aan deze normen te worden getoetst. De criteria om te kunnen beoordelen of een project een geval van nibm is, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. Enerzijds is de wet in werking getreden, anderzijds is er nog geen sprake van
INTERIM-PERIODE
een definitief vastgesteld NSL. Deze interim-periode zal naar verwachting tot en met medio 2009 duren. Tijdens deze periode geldt dat nieuwe projecten
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
23
moeten voldoen aan de grenswaarden. Het kabinet heeft gedurende de interim-periode een grens van 1% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 0,4 µg/m³ NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' betiteld en deze vastgelegd in de AMvB-nibm. Een verslechtering van de luchtkwaliteit van ten hoogste 1% sluit goed aan bij de uitspraken van de Raad van State. Voor de komende jaren wordt door het Milieu- en Natuurplanbureau een daling van de relevante achtergrondconcentraties van zowel PM10 (fijn stof) als NO2 met circa 0,4-0,6 µg/m³ per jaar verwacht als gevolg van (internationaal) bronbeleid. Uitgaande van het criterium van de Raad van State dat nieuwe ontwikkelingen niet mogen leiden tot het overschrijden van de grenswaarden of tot het niet tijdig dalen van de luchtverontreiniging tot beneden deze waarden, acht het kabinet projecten die 1% aan de bestaande concentraties toevoegen aanvaardbaar. De reden hiervoor is dat deze 1% binnen een jaar zal worden gecompenseerd door de trendmatige verbetering van de luchtkwaliteit, zodat per saldo geen verslechtering optreedt. Gebieden waar momenteel vrijwel geen grenswaarden worden overschreden, zullen waarschijnlijk niet worden aangewezen als NSL-gebied. Dit betreft mogelijk de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Zeeland. EFFECT UITBREIDING
De uitbreiding van de begraafplaats biedt uitsluitend de mogelijkheid tot het continueren van het gebruik van de begraafplaats. Toename van het verkeer is daarmee niet aan de orde. Voor kleinere ruimtelijke plannen en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging. Met behulp van deze rekentool is de toename van de stoffen NO2 en PM10 bepaald.
CONCLUSIE
Hieruit blijkt dat het plan de grens van 1% (een toename van 0,4 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project moet derhalve worden beschouwd als een nibm-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan daarmee achterwege blijven.
4.3
Water Op grond van artikel 3.1.6 uit het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is de weerslag van het overleg tussen de gemeente, de initiatiefnemer en het waterschap.
24
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
Het projectgebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Velt en Vecht.
WATERBEHEERPLAN VELT
Het bruto-oppervlak van de uitbreiding bedraagt circa 12.500 m².
EN VECHT
De visie en doelstellingen van het waterschap op de waterhuishouding zijn verwoord in het concept Waterbeheerplan 2009-2012 van het Waterschap Velt en Vecht. In de huidige situatie is er op de begraafplaats geen riolering aanwezig. Er zal
RIOLERING EN HEMELWA-
ook geen riolering worden aangelegd.
TERAFVOER
Om bodemvervuiling tegen te gaan, is het wenselijk om geen gebruik te maken van uitlogende materialen. Het verharde oppervlak neemt niet noemenswaardig toe. De uitbreiding van de begraafplaats heeft daarmee geen meetbare invloed op de waterhuishouding in het gebied. In de directe omgeving van het projectgebied zijn bij de gemeente geen gevallen van wateroverlast bekend. De watertoets voor dit bestemmingsplan is gevoerd door middel van overleg
WATERTOETS
tussen de gemeente en het waterschap. Het geohydrologisch onderzoek is aan het waterschap toegezonden. Het waterschap heeft op 20 juni 2008 per e-mail aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het plan. Dit e-mailbericht is toegevoegd aan de bijlagen. In het kader van het overleg op 12 mei 2009 heeft het waterschap op 12 mei
ONDERZOEK TAUW
2009 haar reactie gegeven waarin verwezen werd naar het Tauw rapport (kenmerk: R003-4391162MHU-lct-V02-nl). Hierover heeft het waterschap met de gemeente Emmen gesproken. Er is afgesproken om de waterhuishoudkundige aspecten uit het rapport van Tauw op te nemen in het bestemmingsplan. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport zijn in de volgende alinea's weergegeven. "Op basis van geohydrologische omstandigheden ter plaatse van de uitbreiding
CONCLUSIE EN AANBEVE-
van de begraafplaats Klazienaveen kan geconcludeerd worden dat voldaan
LINGEN TAUW-RAPPORT
wordt aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. De aanwezigheid van veen in de ondergrond leidt echter lokaal tot ondiep stagnerend grondwater. Om dit tegen te gaan wordt geadviseerd grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage en ophogen van het oostelijk deel van de toekomstige begraafplaats. Bij het toepassen van twee kisten in één graf wordt eveneens voldaan aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. Ook hiervoor wordt in verband met het veen in de ondergrond geadviseerd om grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage en ophogen van het ooste-
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
25
lijk deel van de toekomstige begraafplaats. De drainage dient echter dieper te worden aangelegd. De drainage dient te worden aangesloten op het riool door middel van een verzamelleiding naar het noordwestelijk gelegen bestaande rioolgemaal. Bij uitvoering dient beoordeeld te worden in hoeverre de capaciteit van dit gemaal voldoende is." In het rapport van Tauw zijn de wateraspecten voldoende belicht, wel staan er tekstueel onjuistheden in het rapport. Bij paragraaf 3.2 staat vermeld: “oostelijk deel (20,5 m +N.A.P.) en westelijk deel (21,5 m +N.A.P.)”. In het rapport staat beschreven dat het westelijk deel moet worden verhoogd. Dit moet zijn het oostelijk deel (zie N.A.P.-hoogten). Dit is in het vorenstaande citaat gecorrigeerd. Het waterschap adviseert met betrekking tot de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse van huidige begraafplaats, deze te laten aansluiten bij het nieuwe plan. WATERADVIES
Wanneer de voorgaande opmerkingen worden meegenomen in het bestemmingsplan, heeft Waterschap Velt en Vecht geen bezwaar.
4.4
Bodem De gemeente Emmen heeft voor de uitbreiding een verkennend bodemonderzoek laten uitvoeren door Tauw (Verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de begraafplaats te Klazienaveen, rapport nummer R001-43911162BWO-afrV01-NL d.d. 8 juni 2005). De conclusies en aanbevelingen uit dit onderzoek zijn hierna weergegeven. "Resumerend kan worden gesteld dat de bodem ter plaatse van de uitbreidingslocatie te Klazienaveen nagenoeg vrij is van verontreinigingen. In de mengmonsters van zowel de boven- als de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten. In het grondwater zijn maximaal licht verhoogde concentraties chroom en zink gemeten. De gemeten waarden zijn dusdanig dat, onzes inziens, geen risico's voor de volksgezondheid en het milieu zijn te verwachten. Als zodanig is er op basis van de onderhavige onderzoeksresultaten gezien, geen bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats te Klazienaveen. Eventuele vrijkomende grond (boven- en ondergrond) kan indicatief als schone grond worden beschouwd en is derhalve vrij toepasbaar. In algemene zin wordt opgemerkt dat het onderhavige onderzoek een algemeen beeld schetst van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Bij het
26
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
uitvoeren van grondverzet dient men dan ook alert te zijn op mogelijk plaatselijk voorkomende zintuiglijke afwijkingen."
4.5
Natuurwaarden De gemeente heeft ecologisch onderzoek laten uitvoeren door de IVN-afdeling Emmen (Rapport Ecologisch onderzoek inzake 'verklaring van geen bezwaar', IVN-afdeling Emmen d.d. 28 april 2008). De percelen om de huidige begraafplaats zijn onderzocht. De samenvatting en conclusies van dit onderzoek zijn hierna weergegeven. Voor de volledige tekst wordt verwezen naar het rapport. Conclusie veldbezoek Op basis van de onderzoeksresultaten inzake de aanwezige planten- en diersoorten en het ecologisch potentieel van het onderzoeksterrein hoeft geen ontheffing of vrijstelling van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Indien de aangetroffen zoogdieren namelijk vóór de werkzaamheden verjaagd worden, is voldaan aan de 'lichte toets'. Wel dient bij inrichting van de uitbreiding van de parkeerplaats (zuidoostelijk perceel) rekening te worden gehouden met het karakterbepalende aspect van de beide zomerlindes en de beuk. Gebiedsonderzoek De Natuurbeschermingswet 1998 richt zich specifiek op gebiedsbescherming. Daarbij
wordt
onderscheid
gemaakt
tussen
de
Vogel-
en
Habitat-
richtlijngebieden en natuurmonumenten, die buiten het kader van de VHRgebieden vallen. Middels raadpleging van het POP II Drenthe is nagegaan in hoeverre de ligging van het perceel in conflict komt met de Natuurbeschermingswet. De percelen liggen niet in de directe nabijheid van een speciale beschermingszone op grond van de Vogel- en Habitatrichtlijn en maken geen onderdeel uit van een beschermd natuurmonument. Wel loopt op een afstand van ca. 50 m de Verl. Hoogeveensche Vaart, maar de wisselwerking van dit watersysteem en de flora en fauna van het onderhavige terrein is echter te verwaarlozen. Geconcludeerd kan worden dat de percelen zowel buiten de bruto als de netto Ecologische Hoofdstructuur liggen. Eventuele compensatie van natuurwaarden in het kader van de Nota Ruimte is derhalve niet aan de orde. Verklaring Op grond van eigen waarneming en aanvullende informatie zijn op de onderhavige percelen geen bezwarende omstandigheden, zoals bedoeld in de Flora- en faunabeschermingswetgeving, aangetroffen om de uitbreiding van het kerkhof te Klazienaveen te realiseren. Wel zal het foerageergebied van algemeen voorkomende vogelsoorten en zoogdieren worden vernietigd, maar voor al deze soorten biedt de directe omgeving van het onderzoeksgebied voldoende alternatieven. Het realiseren van de uitbreiding van het kerkhof zal dus in het algemeen geen nadelige ge-
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
27
volgen hebben voor de flora en fauna ter plaatse, alsmede in de directe omgeving. Hierop verklaart ondergetekende op grond van de bevindingen van bovengenoemde mede IVN-leden, dat het realiseren van de uitbreiding van het kerkhof gezien de aanwezige flora & fauna geen bezwaar behoeft te ondervinden onder de voorwaarde dat de hieronder volgende beschermingsmaatregelen getroffen worden. Maatregelen en aanbevelingen Als mitigerende maatregel dienen een week voor de werkzaamheden de aanwezige kleine zoogdieren verjaagd te worden. In verband met de op de percelen aanwezige bomen en struiken dienen er geen werkzaamheden te beginnen in het broedseizoen (15 maart t/m 15 juli). Bij de planning en het realiseren van de uitbreiding van het kerkhof dient bij de werkzaamheden rekening te worden gehouden met de 3 waardevolle bomen op de uitbreiding van de parkeerplaats door beschermingsmaatregelen en inpassing van de bomen in de inrichting van de parkeervakken. Tevens verdient het aanbeveling het bosgedeelte onaangetast te laten, zodat de aanwezige flora en fauna geen schade ondervinden en de uitbreiding van de begraafplaats een goede landschappelijke aankleding behoudt."
4.6
Cultuurhistorie en archeologie Archeologische waarden dienen op grond van het Verdrag van Malta (1992) te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Een van de hulpmiddelen daarbij is de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Op de IKAW is het projectgebied niet gekarteerd; het aansluitende gebied geeft een middelhoge trefkans op archeologische waarden aan. Op de Archeologische Monumentenkaart (AMK) zijn geen waarden aan het projectgebied toegekend. De gemeente heeft door Synthegra Archeologie een onderzoek laten uitvoeren (Bureauonderzoek en karterend veldonderzoek Van Echtenskanaal NZ 114 te Klazienaveen, kenmerk HKR/ALG/SAZ/176039 d.d. 30 maart 2006). De conclusie en het advies zijn hierna weergegeven. “Conclusie In het kader van de voorgenomen uitbreiding van de begraafplaats in het plangebied Van Echtenskanaal NZ 114 te Klazienaveen is een archeologisch bureauonderzoek en karterend veldonderzoek uitgevoerd. Hiertoe zijn bestaande bronnen geraadpleegd en zijn in het kader van het veldonderzoek in totaal 45 boringen tot in het pleistocene zand uitgevoerd. In het plangebied worden op basis van het bureauonderzoek archeologische resten verwacht. Voor het gebied geldt een middelhoge verwachting voor
28
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
vindplaatsen uit het Paleolithicum tot en met het Neolithicum (oostelijk deel) en de Nieuwe Tijd (westelijk deel). De archeologische resten worden verwacht in de top van het dekzand. In het oostelijk deel van het plangebied is het bodemprofiel intact, er zijn geen aanwijzingen voor erosie van het dekzand. In het westelijk deel van het plangebied komen verstoringen voor. In geen van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Advies Tijdens het uitgevoerde onderzoek zijn geen archeologische resten aangetroffen. Er zijn daarmee geen (duidelijke) aanwijzingen gevonden dat er archeologische vindplaatsen in het plangebied aanwezig zijn. Een vervolgonderzoek wordt daarom niet nodig geacht. De resultaten van het onderzoek dienen getoetst te worden door het bevoegd gezag, dat op basis van het uitgebrachte advies een besluit zal nemen. Mochten er tijdens de geplande werkzaamheden toch aanwijzingen worden aangetroffen die duiden op (pre-)historische bewoningsactiviteiten dan geldt conform de Monumentenwet uit 1988 een meldingsplicht bij het bevoegd gezag."
4.7
Bedrijven en milieuhinder In de VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' is voor begraafplaatsen vanwege geluidsoverlast een minimale afstand van 10 m tot woningen aangegeven. De inspectie adviseert echter om uit te gaan van een richtlijn van ten minste 20 m. Ook aan die afstandsrichtlijn wordt voldaan. Voorts stelt de inspectie dat voorzieningen moeten worden getroffen die het zicht op de begraafplaats voorkomen. Aan deze eis wordt voldaan door het aanbrengen van een dubbele beukenhaag rondom de uitbreiding van de grafvelden.
4.8
Externe veiligheid Het Besluit externe veiligheid inrichtingen richt zich primair op inrichtingen als bedoeld in de Wet milieubeheer. Welke inrichtingen onder de werking van het besluit vallen, blijkt uit artikel 2, lid 1. Deze inrichtingen brengen risico's met zich mee voor de in de omgeving gelegen risicogevoelige objecten. In de directe nabijheid van het projectgebied zijn geen bedrijven aanwezig die onder de werking van het besluit vallen (bron: Risicokaart Drenthe).
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
29
Ook risico's ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen op wegen in de omgeving zijn niet aan de orde.
30
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
5
J u r i d i s c h e
v o r m g e v i n g
5.1
Algemeen De opzet van de regels is zodanig dat is aangesloten op nieuwe wettelijke regelingen, namelijk de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Tevens sluiten de regels aan bij de nieuwe eisen conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP 2008). Voor het voorliggende plan betekent dit het volgende. De term vrijstelling is gewijzigd in ontheffing. De strafbepaling en de gebruiksbepalingen zijn niet langer in het plan opgenomen, aangezien dit in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (artikel 7.10) is geregeld. De inleidende regels (begrippen en wijze van meten) sluiten aan bij de eisen van het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening. Dit geldt tevens voor de opzet van het overgangsrecht bouwwerken, het overgangsrecht gebruik en de antidubbeltelbepaling. Het bestemmingsplan is overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening vervat in: a.
een geometrische plaatsbepaling van het plangebied en van de daarin
b.
een beschrijving van de bestemming, waarbij de doeleinden worden
aangewezen bestemming; aangegeven.
5.2
Opzet Het bestemmingsplan is opgezet overeenkomstig de SVBP 2008. De standaard heeft betrekking op de presentatie van de verbeelding en de hoofdopzet van de regels. De SVBP is wat anders dan het IMRO. De SVBP is een presentatiemodel (hoe presenteert een gemeente of provincie de plannen). Het IMRO is een uitwisselingsmodel (hoe worden plannen digitaal uitgewisseld zonder informatieverlies).
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
31
5.3
Bestemming Het bestemmingsplan bestaat uit de bestemming Maatschappelijk. De voor ‘maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor een begraafplaats. Binnen de bestemming is de aanleg van groenvoorzieningen, water, verblijfsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen mogelijk. In de regels is opgenomen dat ter plaatse van de aanduidingen 'groen', 'water' en 'parkeerterrein' geen graven ten behoeve van de begraafplaats mogen worden gerealiseerd. Binnen de aanduiding 'groen' is ruimte voor een strooiveld. De gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd.
5.4
Algemene regels en overgangs- en slotregels Onder de algemene regels zijn opgenomen: -
anti-dubbeltelbepaling;
-
algemene ontheffingsregels.
In de overgangs- en slotregels is ten slotte het overgangsrecht voor bouwwerken en gebruik opgenomen.
5.5
Handhaving Bestemmingsplannen zijn bindend voor overheid en burger. Enerzijds kan de gemeentelijke overheid naleving van bestemmingsplannen afdwingen (optreden tegen strijdig gebruik en/of bebouwing). Anderzijds vormt het bestemmingsplan ook het juridisch kader voor burger waar deze uit kan afleiden wat zijn eigen bouw- en gebruiksmogelijkheden zijn, maar ook wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn van aangrenzende percelen en de directe omgeving. Het bestemmingsplan geeft immers de gewenste planologische situatie voor het betreffende gebied binnen de planperiode aan. De gemeente ontwikkelt een handhavingsbeleid. Er zal een nota worden vervaardigd waarin de specifieke onderdelen van handhaving aan de orde komen. De handhaafbaarheid van het plan wordt overigens ook bevorderd door de gedetailleerde planregeling. Totdat de handhavingsnota gereed is, ligt de prioriteit bij handhaving bouwen en handhaving milieu. Handhaving van het gebruik zal nader worden uitgewerkt in de beleidsnota.
32
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
6
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
De gronden voor de uitbreiding van de begraafplaats zijn in eigendom bij de gemeente Emmen. De kosten die zijn gemoeid met de realisering van de begraafplaats komen ten laste van de gemeente. Per 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening rust op de gemeente de verplichting tot het verhalen van kosten bij grondexploitatie via een exploitatieplan, tenzij kostenverhaal anderszins is verzekerd. De toepassing voor het afdwingbare kostenverhaal richt zich op bouwplannen. De definitie van wat onder een bouwplan wordt verstaan, is opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Uit dit artikel blijkt dat onder een bouwplan wordt verstaan de bouw van hoofdgebouwen van een oppervlakte van 1.000 m2 of meer. Bij het voorliggende bestemmingsplan is geen sprake van dergelijk bouwplan. Er hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden vastgesteld.
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
33
7
O v e r l e g
De gemeente heeft in het kader van de voorgenomen uitbreiding van de be-
VOORBEREIDINGSBESLUIT
graafplaats in Klazienaveen op 29 mei 2008 een voorbereidingsbesluit genomen. Tegen dit besluit is door een aantal bewoners van de woningen aan de Akkerdistel bezwaar aangetekend. Het voorbereidingsbesluit is genomen, omdat de gemeente voor de uitbreiding van het plan een artikel 19-procedure volgens de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) wilde voeren. Inmiddels is sinds juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van kracht. Voor het nemen van een projectbesluit is het nemen van een voorbereidingsbesluit niet noodzakelijk. Bezwaarmakers kunnen tijdens de procedure hun zienswijzen indienen. Op 28 augustus 2008 is er een informatiemiddag/-avond gehouden in Het Krui-
INFORMATIEBIJEENKOMST
denveld in Klazienaveen. De gemeente heeft tekeningen gepresenteerd waarop de plannen zijn weergegeven. Ongeveer 100 personen hebben deze bijeenkomst bezocht. Het verslag van deze bijeenkomst is toegevoegd aan de bijlagen. In kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorlig-
MAATSCHAPPELIJKE
gende bestemmingsplan op 21 april 2009 in overleg gebracht. Naast de provin-
HAALBAARHEID
cie Drenthe zijn de Inspectie VROM, IVN Natuurbehoud en het Waterschap Velt en Vecht geïnformeerd. De provincie Drenthe heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben. Het vooroverleg heeft geleid tot een reactie van het Waterschap Velt en Vecht. Naar aanleiding van deze reactie is paragraaf 4.3 (water) op enkele punten aangepast. De ingediende reacties zijn opgenomen in de Nota van Beantwoording. In deze nota is tevens het standpunt van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van de verschillende reacties opgenomen. Ter voldoening aan hetgeen hierover is bepaald, is in de Inspraakverordening voor eenieder een inloopbijeenkomst georganiseerd op 20 september 2007. Gedurende deze bijeenkomst kon men reacties op het voorontwerpbestemmingsplan geven. De ingediende reacties zijn opgenomen in de Nota van Beantwoording. In deze nota is tevens het standpunt van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van de verschillende reacties opgenomen. De nota maakt deel uit van het bestemmingsplan. Waar dit standpunt leidde tot aanpassingen van het bestemmingsplan, zijn de aanpassingen in het ontwerpbestemmingsplan verwerkt. Voor meer achter-
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
35
grondinformatie over de resultaten van de overlegreacties wordt naar voornoemde nota verwezen.
36
095.00.07.10.00.toe - Bestemmingsplan begraafplaats Klazienaveen - 27 mei 2010
B i j l a g e n
Verslag infomiddag/-avond over uitbreiding begraafplaats te Klazienaveen gehouden op 28 augustus 2008
De infomiddag is gehouden in het Kruidenveld van 16.00 uur tot 20.00 uur. Op de infopanelen zijn tekeningen gepresenteerd waarop de uitbreiding is aangegeven en hoe de gemeente denkt de uitbreiding er te laten uitzien. Er is gewerkt met rode en groene kaarten waarop de bewoners konden aangeven hoe zij over deze uitbreiding dachten. Er zijn niet veel kaarten ingevuld. Over het algemeen waren de reacties positief op de kaarten. De opkomst is ongeveer 100 personen geweest. De meeste bewoners hebben zich uitgebreid laten voorlichten. De meeste bewoners kwamen uit de directe omgeving van de begraafplaats. Veel bewoners hadden vragen over de parkeerproblemen in de directe omgeving. Veel vragen hadden betrekking op de mogelijkheden die op de begraafplaats aanwezig komen in verband met bijzetten en verstrooien van as. Enkele bewoners, die met de achtertuin tegen de begraafplaats liggen hadden bezwaren tegen de uitbreiding. De bezwaren richten zich vooral tegen de aantasting van de privacy. Er is door de gemeente aangegeven wat voor oplossingen zij hiervoor op de tekeningen heeft aangegeven. Deze oplossingen bestaan uit het aanleggen van een sloot met beplantingszone en haag. Deze bewoners waren het niet eens met deze oplossingen en bleven kritisch.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
3 augustus 2005
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Verantwoording
Projectleider
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen Gemeente Emmen ing. R. Rozenveld
Auteur(s)
ir. M.J.M. van Houten
Projectnummer
4391162
Aantal pagina's
25 (exclusief bijlagen) 3 augustus 2005
Titel Opdrachtgever
Datum Handtekening
Colofon Tauw bv Vestiging Assen Eemland 5 a Postbus 722 9400 AS Assen Telefoon (0592) 39 13 00 Fax (0592) 39 13 25
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd. In geval van een ontwerp is het de opdrachtgever niet toegestaan het ontwerp geheel of gedeeltelijk in herhaling uit te voeren zonder uitdrukkelijke toestemming van Tauw bv. De auteursrechten inzake dit document blijven berusten bij Tauw bv. Kw aliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw bv een hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem, dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN- EN- ISO 9001; VCA**-certificering voor veilig werken bij meet- en inspectieactiviteiten en bodemsaneringen, ook in risicogebieden railinfra.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
3\26
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Inhoud Verantwoording en colofon .....................................................................................................................3 1
Inleiding............................................................................................................................................7
2 2.1
Geohydrologische situatie ...........................................................................................................9 Ligging en maaiveldhoogte .............................................................................................................9
2.2 2.2.1 2.2.2 2.3
Bodemopbouw ..................................................................................................................................9 Regionaal ...........................................................................................................................................9 Lokaal ...............................................................................................................................................10 Grondwaterstanden ........................................................................................................................11
2.3.1 Regionaal .........................................................................................................................................11 2.3.2 Lokaal ...............................................................................................................................................12 2.4 Doorlatendheid verzadigde zone..................................................................................................14 2.5 2.6
Ont –en afwateringssituatie...........................................................................................................14 Schematisatie hydrologische situatie...........................................................................................15
3 3.1
Advies uitbreiding ........................................................................................................................17 Wet op de lijkbezorging .................................................................................................................17
3.2
Advies nieuwe begraafplaats ........................................................................................................18
4
Conclusies en aanbevelingen...................................................................................................23
5
Literatuur ........................................................................................................................................25
Bijlage(n)
1. 2. 3. 4.
Ligging TNO-boringen en TNO-peilbuis Kaart hoogtemetingen Boorbeschrijvingen TNO-boringen Boorprofielen Tauw-boringen
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
5\26
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
1 Inleiding De gemeente Emmen is voornemens de begraafplaats te Klazienaveen uit te breiden. Ten behoeve van de uitbreiding van de begraafplaats dient te worden voldaan aan de richtlijnen opgesteld door VROM die staan verwoord in de Wet op de lijkbezorging. Onderdeel hiervan is het uitvoeren van een geohydrologisch onderzoek. In hoofdstuk 2 wordt de geohydrologische situatie beschreven. Hierbij is onderscheid gemaakt in de regionale en de lokale situatie. Voor de regionale situatie is een beroep gedaan op bij TNO opgevraagde gegevens (grondboringen en peilbuizen) en gegevens uit de Grondwaterkaart van Nederland. De lokale gegevens zijn afgeleid uit door Tauw verricht veldwerk (plaatsen grondboringen en peilbuizen en verrichten doorlatendheidsmeting). Ook is door Tauw een milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd; de resultaten hiervan zijn niet opgenomen in deze rapportage. In hoofdstuk 3 wordt een advies gegeven met betrekking tot hydrologische inrichting van de uitbreidingslocatie. Hiertoe wordt eerst kort ingegaan op de richtlijnen in de Wet op de lijkbezorging. Vervolgens wordt aangegeven welke (hydrologische) maatregelen (eventueel) nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijnen.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
7\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
2 Geohydrologische situatie 2.1
Ligging en maaiveldhoogte
De ligging van de begraafplaats en de uitbreidingslocatie staan weergegeven in bijlage 1. De uitbreidingslocatie (circa 1,4 ha) is in juni 2005 (week 25) door Van Steenis geodesie ingemeten in hoogte ten opzichte van NAP. Hierbij zijn tevens de door Tauw geplaatste peilbuizen in hoogte ingemeten. De hoogtegegevens zijn weergegeven in bijlage 2. Uit de maaiveldhoogtemetingen blijkt dat er tussen het hoogste punt en het laagste punt een verschil zit van circa 1 meter. De maaiveldhoogte ligt tussen circa 21,5 (de oostrand) en 20,5 (de westrand) m +NAP; het maaiveld loopt dus af van oost naar west.
2.2
Bodemopbouw
2.2.1 Regionaal De regionale geohydrologische bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland [de Heer, 1989] en uit 8 bij TNO opgevraagde boringen (vari ërend in diepte van 2,5 tot 60 m –mv) en is weergegeven in tabel 2.1. De locatie van de TNO-boringen is opgenomen in bijlage 1; de boorbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 3.
Tabel 2.1 Regionale geohydrologisch bodemopbouw
Regionaal
Lokaal
Diepte (m +NAP)
Samenstelling
21 – 18
Fijn zand, leem, veen
Geohydrologische
Diepte (m –mv)
Samenstelling
0 – 0,5
Sterk humeus, zwak
eenheid Deklaag
lemig fijn zand, veen 0,5 – 2,0
Veen, matig zandige leem, matig lemig fijn zand
2,0 – 5,0 18 - - 8
Uiterst fijne zanden tot
Matig zandige leem
e
2 watervoerend pakket
uiterst grove zanden -8 - -12
Klei, leem, veen
2e scheidende laag
< - 12
Uiterst fijne zanden tot
3 watervoerend pakket
e
uiterst grove zanden
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
9\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Uit de regionale gegevens blijkt dat de deklaag een dikte heeft van circa 3 m en bestaat uit fijn zand, leem en veen. Hieronder bevinden zich zandige afzettingen behorend tot het geohydrologisch gezien 2e watervoerend pakket. Dit 2e watervoerend pakket bestaat e hoofdzakelijk uit (zeer) fijne zanden. Het 2 watervoerend pakket wordt op circa 28 m –mv (8 m – NAP) afgesloten door een scheidende laag bestaande uit klei, veen en leem. Deze laag heeft een dikte van circa 4 m. Hieronder bevind zich het 3e watervoerend pakket. Volgens de Bodemkaart van Nederland [Stiboka, 1978] bevinden zich ter plaatse van de locatie moerige podzolgrond met een veenkoloniaal dek en een moerige tussenlaag op zand (bodemcode iWp) en eerdveengrond (veenmosveen, bodemcode aVs). 2.2.2
Lokaal
De lokale bodemopbouw is afgeleid uit 20 op de locatie geplaatste boringen (14 tot 0,5 m –mv, 4 tot 2,0 m –mv, 1 tot 2,8 m –mv en 1 tot 5 m –mv) waarvan er twee zijn afgewerkt met een peilbuis (de twee diepere boringen tot 2,8 en 5,0 m –mv). De boorprofielen zijn opgenomen in bijlage 4. De lokale bodemopbouw is weergegeven in tabel 2.1. Uit de boringen blijkt dat ter plaatse van het oostelijk gedeelte van de uitbreidingslocatie (boringen 21 t/m 36) een laag veen voorkomt vanaf maaiveld tot circa 1,5 à 2 m –mv. Ter plaatse van de boringen 10 t/m 20, het westelijke gedeelte, komt tot circa 0,5 m –mv sterk humeus fijn zand voor. Vanaf circa 2 tot 5 m –mv bestaat de bodem uit matig zandige leem tot zwak/sterk lemig fijn zand.
10\25
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
2.3
Grondwaterstanden
2.3.1 Regionaal Bij TNO zijn de peilgegevens opgevraagd bij peilbuis B18C0033, gelegen op circa 250 m ten zuiden van de locatie (zie bijlage 1). De peilbuis heeft drie filters; de peilgegevens (1975-2005) van filter 1 (onderkant filter 13,5 m +NAP; 6,0 m –mv) en filter 2 (onderkant filter 8,5 m –NAP; 28,0 m -mv) zijn weergegeven in onderstaande grafiek.
Stijghoogten TNO-peilbuis B18C0033 filter 1
filter 2
18 17.8 17.6
stijghoogte (m NAP)
17.4 17.2 17 16.8 16.6 16.4 16.2 16 24/12/2004
25/12/2003
25/12/2002
25/12/2001
25/12/2000
26/12/1999
26/12/1998
26/12/1997
26/12/1996
27/12/1995
27/12/1994
27/12/1993
27/12/1992
28/12/1991
28/12/1990
28/12/1989
28/12/1988
29/12/1987
29/12/1986
29/12/1985
29/12/1984
30/12/1983
30/12/1982
30/12/1981
30/12/1980
31/12/1979
31/12/1978
31/12/1977
31/12/1976
01/01/1976
01/01/1975
Grafiek 2.1; Peilgegevens TNO-peilbuis B18C0033
De maaiveldhoogte ter plaatse van de peilbuis bedraagt 19,49 m +NAP. Uit de peilgegevens (1975-2005) kan het volgende worden afgeleid: • de stijghoogten fluctueren tussen 18,0 en 16,2 m +NAP (filter 1) en tussen 17,9 en 16,1 m +NAP (filter 2) • de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG) bedraagt 17,2 m +NAP (2,3 m –mv) in filter 1en 17,1 m +NAP in filter 2 (2,4 m –mv) • de gemiddelde grondwaterstand bedraagt in beide filters 16,7 m +NAP (2,8 m –mv)
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
11\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Gezien de korte afstand tot de locatie (circa 250 m), wordt verwacht dat de stijghoogten van het grondwater in het watervoerend pakket ter plaatse van de begraafplaats goed overeenkomen (zowel qua hoogte als qua fluctuatie) met de stijghoogten in peilbuis B18C0033. Ter plaatse van peilbuis B18C0033 komt volgens de boorbeschrijving geen slecht doorlatende leem - en/of veenlaag voor in de deklaag. De freatische grondwaterstand in de deklaag kan afwijken van de stijghoogte van het grondwater in het watervoerend pakket als gevolg van lokale invloeden zoals scheidende laagjes in de bodem (leem, veen) en lokale ont- en/of afwateringsmiddelen. De regionale stromingsrichting van het diepe grondwater in het watervoerend pakket is afgeleid uit stijghoogten (d.d. 28 april 1985) uit de Grondwaterkaart van Nederland [de Heer, 1989]. Hieruit blijkt dat het diepe grondwater in noordelijke richting stroomt. Het verhang van het grondwater in het watervoerend pakket bedraagt circa 1: 4.000. 2.3.2
Lokaal
Op de locatie zijn twee peilbuizen geplaatst, te weten peilbuis 10 met filterstelling 1,8 – 2,8 m –mv en peilbuis 30 met filterstelling 4,0 – 5,0 m –mv. De stijghoogten in de peilbuizen zijn gepeild op 24 mei 2005. De peilbuizen zijn tevens ingemeten in hoogte ten opzichte NAP. De gegevens zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Tabel 2.2 Stijghoogten en hoogte t.o.v. NAP
Peilbuisnr
Hoogte bovenkant
Grondwaterstand 24 Grondwaterstand
pb (m +NAP)
mei 2005
24 mei 2005
(m –bovenkant pb)
(m +NAP)
10
20,44
Niet gepeild
Niet gepeild
30
21,67
4,84
16,83
De stijghoogte in peilbuis 30 bedroeg op 24 mei 2005 16,83 m +NAP; de stijghoogte in peilbuis 10 is 24 mei 2005 niet gemeten.
12\25
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Om een vergelijk te kunnen maken met de stijghoogten in filter 1 van de TNO-peilbuis en de gemeten stijghoogten op 24 mei 2005 in de Tauw -peilbuis, zijn de stijghoogten van de TNO-peilbuis van de laatste meetdatum van mei en de eerste van juni vanaf 1985 weergegeven in onderstaande grafiek. In deze grafiek is ook de stijghoogten in de Tauw -peilbuis op 24 mei 2005 weergegeven.
Grondwaterstanden eind mei/begin juni B18C0033 + Tauw peilbuis 30 B18C0033-1
Tauw pb 30
17.2 17.1
17
16.9 16.8
16.7 16.6
16.5
16.4 16.3
16.2 27/12/2004
28/12/2003
28/12/2002
28/12/2001
28/12/2000
29/12/1999
29/12/1998
29/12/1997
29/12/1996
30/12/1995
30/12/1994
30/12/1993
30/12/1992
31/12/1991
31/12/1990
31/12/1989
31/12/1988
01/01/1988
01/01/1987
01/01/1986
01/01/1985
Grafiek 2.2; Stijghoogten TNO-peilbuis en Tauw-peilbuis
De onderkant van filter 1 van de TNO-peilbuis ligt op 6 m –mv; de onderkant van de Tauw-peilbuis ligt op 5 m –mv. Uit de grafiek kan worden afgeleid dat de gemeten stijghoogten in de Tauw-peilbuis op 24 mei 2005 goed binnen de range past van de gemeten stijghoogten in mei/juni vanaf 1980 van filter 1 van de TNO-peilbuis (de range ligt tussen 17,1 en 16,3 m +NAP). De gepeilde stijghoogte op 27 mei 2005 in de TNO-peilbuis is opgevraagd bij de beherende en waarnemende instantie (Provincie Drenthe); hieruit blijkt dat de stijghoogte op 27 mei 2005 16,83 m +NAP bedroeg. Dit is exact dezelfde stijghoogte als gemeten werd in de Tauw-peilbuis op 24 mei 2005. Op basis van deze informatie en het (zeer) geringe verhang van het grondwater in het watervoerend pakket (1: 4.000), wordt verwacht dat de GHG van het grondwater in het watervoerende pakket ter plaatse van peilbuis 30 goed overeenkomt met de GHG van filter 1 van de nabij gelegen TNO -peilbuis (17,2 m +NAP).
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
13\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Uitgaande van een maaiveldhoogte van 21,5 – 20,5 m +NAP komt dit neer op circa 3,3 tot 4,3 m –mv. De gemiddelde grondwaterstand wordt, op basis van de gemiddelde grondwaterstand van de TNO -peilbuis, verwacht op circa 16,7 m +NAP. Tijdens het plaatsen van de grondboringen (mei 2005) is ter plaatse van de boringen 10, 11, 20 en 21 het grondwater aangetroffen op 0,5 tot 1,0 m –mv. Ter plaatse van boring 30 (afgewerkt met een peilbuis) werd de grondwaterstand tijdens het plaatsen van de boring duidelijk dieper aangetroffen, te weten op 3,5 m –mv. Ter plaatse van boring 31 (2 m –mv) werd geen grondwater aangetroffen. Boringen 30 en 31 liggen op het hogere, oostelijke gedeelte van de locatie. De ondiepere freatische grondwaterstanden ter plaatse van de boringen 10, 11, 20 en 21 zijn waarschijnlijk het gevolg van stagnerend neerslagwater op locale ondo orlatende laagjes.
2.4
Doorlatendheid verzadigde zone
Ter bepaling van de horizontale doorlatendheid in de verzadigde zone (de zone onder de grondwaterstand) is in peilbuis 30 (filterstelling 4,0 – 5,0 m –mv) een doorlatendheidsproef uitgevoerd volgens de fall-head methode. Bij deze methode wordt de peilbuis gevuld met water en wordt vervolgens de leeglooptijd gemeten. Hierbij is vooral de waarde (hoogte waterstand in peilbuis versus leeglooptijd) halverwege de vooraf gemeten grondwaterstand van belang. Uit de proef is gebleken dat de horizontale doorlatendheid in de verzadigde zone ter plaatse van peilbuis 30 circa 0,1 – 0,3 m/dag bedraagt. Dit kan geclassificeerd worden als matig doorlatend. Deze matige doorlatendheid is in overeenstemming met de bodemopbouw ter plaatse van het filter (matig zandige leem). Gezien de bodemopbouw in de overige boringen wordt verwacht dat elders op het terrein soortgelijke matige doorlatendheden voorkomen.
2.5
Ont –en afwateringssituatie
Op circa 230 m ten zuiden van de uitbrei dingslocatie (circa 90 m ten zuiden van de bestaande begraafplaats) ligt het Van Echtenskanaal. Op een kaart met freatische grondwaterstanden (d.d. 28 april 1985) en polder - en boezempeilen uit de Grondwaterkaart van Nederland [de Heer, 1989] staat een kanaalpeil vermeld van 15,8 m +NAP. Rondom de huidige begraafplaats ligt een ringsloot. De sloot aan de noordzijde van de huidige begraafplaats, ter plaatse van de grens tussen de huidige begraafplaats en de uitbreidingslocatie, stond tijdens het veldwerk droog. De bodemhoogte van de sloot bedraagt hier circa 19,2 – 18,94 m +NAP. De slootbodem ligt (duidelijk) hoger dan de verwachte grondwaterstanden en de sloot voert dus alleen neerslagwater af. Ten noordwesten van de begraafplaats bevindt zich een rioolgemaal, dat (hoogstwaarschijnlijk) het drainagewater van de bestaande begraafplaats op het vuilwaterriool maalt .
14\25
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
2.6
Schematisatie hydrologische situatie
De hydrologische situatie ter plaatse van de begraafplaats kan als volgt schematisch worden weergegeven.
Maaiveldhoogte 20,5 - 21,5 m + NAP Drooglegging 1,5 à 2 m
Bodemhoogte sloot 18,94 - 19,2 m+ NAP
Ontwateringsdiepte 3 à 4 m
GHG 17,2 m + NAP
Gemiddelde grondwaterstand 16,7 m + NAP
Grafiek 2.3; Hydrologische situatie
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
15\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
3 Advies uitbreiding 3.1
Wet op de lijkbezorging
In het Thematisch Handboek Lijkbezorging [van der Putten et al., 1997] staat de wet- en regelgeving rond lijkbezorging en verwante onderwerpen beschreven. In de katern Begraving [van der Putten et al., 2000], dat deel uit maakt van het hoofdwerk Thematisch Handboek Lijkbezorging, wordt onder andere ingegaan op de technische aspecten en de inrichting van begraafplaatsen. Met betrekking tot de inrichting van begraafplaatsen kan hieruit het volgende worden afgeleid: • De graven moeten zich tenminste 30 cm boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) bevinden • Boven de (bovenste) kist of het (bovenste) omhulsel bevindt zich een laag grond van tenminste 65 cm Voorts wordt opgemerkt dat het bodemmateriaal van een begraafplaats bij voorkeur een zo groot luchthoudend poriënvolume bevat, dat een voldoende mate van gasdiffusie in de bodem is gewaarborgd. Een ongestoord bodemprofiel van zand - of zavelgrond is het meest geschikt. Gronden bestaande uit klei of leem zijn vanwege de geringe mate van doorlatendheid voor vloeistoffen niet geschikt. Onder en rond een begraafplaats dient, afhankelijk van de geohydrologische situatie ter plaatse, in de regel een ontwaterings- en afwateringssysteem aanwezig te zijn. Het doel hiervan is tweeledig: • zorgdragen voor de vere iste (grond)waterpeilbeheersing • waarborgen dat eventuele verontreiniging zich niet (ongecontroleerd) naar de omgeving kan verspreiden vi a het oppervlaktewater of het grondwater De geohydrologische situatie ter plaatse bepaalt het ontwaterings- en afwateringssysteem. In het algemeen zal dit in gebieden met een betrekkelijk hoge grondwaterstand (hoger dan circa 3,5 m –mv) een horizontaal drainagesysteem onder het terrein met een ringsloot of ringleiding rondom het terrein omvatten. In gebieden met een lagere grondwaterstand (dieper dan 3,5 m –mv) is een horizontaal drainagesysteem en/of een ringsloot niet noodzakelijk en bovendien niet mogelijk omdat drains in een onverzadigde zone en boven het grondwater niet werken. Drainwater van begraafplaatsen kan ongewenste stoffen bevatten. In die situatie kan het niet zonder meer overal worden geloosd. Het dient te worden verzameld en vervolgens bij voorkeur op de riolering te worden geloosd.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
17\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
3.2
Advies nieuwe begraafplaats
Op basis van de eisen van tenminste 0,65 m grond boven de kist en een ligging van tenminste 0,3 m boven de GHG en een kisthoogte van circa 0,5 m (aanname), mag de GHG niet meer dan 1,45 m –mv bedragen. Hierbij wordt uitgegaan van één kist. In onderstaande tabel is de benodigde ontwateringsdiepte (1,45 m –mv) weergegeven gerelateerd aan de gemeten maaiveldhoogtes (m NAP).
Tabel 3.1 benodigde ontwaterings diepte gerelateerd aan gemeten maaiveldhoogtes
Maaiveld
GHG
Gemiddelde grondwaterstand
Benodigde ontwateringsdiepte
m NAP
m NAP
m NAP
m NAP
21,5 – 20,5
17,2
16,7
20,05 – 19,05
Uit de tabel kan worden afgeleid dat de verwachte GHG op de locatie (17,2 m +NAP) circa 1,85 tot 2,85 m onder de benodigde ontwateringsdiepte van 20,05 – 19,05 m +NAP ligt. Op basis van deze gegevens kan geconcludeerd worden dat voldaan wordt aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. De aanwezigheid van veen in de ondergrond leidt echter lokaal tot ondiep stagnerend grondwater. Om dit tegen te gaan wordt geadviseerd grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage. Hierbij wordt voorgesteld het terrein op gelijke hoogte te brengen alvorens de drainage wordt geplaatst. Uit de hoogtemetingen van het terrein (bijlage 2) blijkt dat het oostelijke deel (20,5 m + NAP) van het terrein circa 1 meter hoger ligt dan het westelijk deel van het terrein (21,5 m + NAP). Het westelijke deel dient op te worden gehoogd tot 21,5 m + NAP Aanbevolen wordt de drains aan te leggen op circa 1, 7 m –mv. Bij een opbolling van 0,25 m wordt dan nog de benodigde ontwateringsdiepte van 1,45 m –mv gehaald. Om inzicht te krijgen in de drainageafstanden zijn berekeningen uitgevoerd met behulp van de formule van Hooghoudt. Bij de berekeningen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • specifieke afvoer: 0,009 m/dag (inclusief 2 mm kwel per dag) • K-waarde 0,1 – 0,3 m/dag • straal drain: 0,1 m • opbolling tussen drains: 0,25 m Uit de berekeningen blijkt dat een drainafstand van 5 - 10 m moet worden aangehouden. De drainage moet worden aangelegd in een sleuf, aangevuld met drainagezand.
18\25
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
De drainage dient aan te worden gesloten op het riool door middel van een verzamelleiding naar het noordwestelijk gelegen rioolgemaal. Bij uitvoering dient beoordeeld te worden in hoeverre de capaciteit van dit gemaal voldoende is. De grond(structuur)verbetering dient in principe tot draindiepte toe te worden gepas t. Opgemerkt dient te worden dat door het aanleggen van een drainagesleuf en het aanvullen van zand reeds een aanzienlijke grondstructuur verbetering plaatsvindt en horizontale toestroming wordt verbeterd door de gehele sleuf op te vullen met drainagezand.
Ophogen maaiveld tot 21,5 m + NAP
0,65 m.
0,55 m. Naar rioolgemaal 5 – 10 m. Bodemhoogte sloot
Aanleggen drains op diepte
18,94- 19,2 m+ NAP
20,05 m NAP om stagnerend grondwater af te voeren. Gemiddelde grondwaterstand 16,7 m + NAP
Grafiek 3.1; Schematisatie maatregelen
Alternatief: 2 kisten in 1 graf De geohydrologische omstandigheden bieden ruimte om twee kisten te stapelen. Hierbij dient een gronddekking van 65 cm op de bovenste kist aan te worden gehouden en 30 cm tussen de beide kisten. Voor de onderste kist geldt dat deze tenminste 30 cm boven de GHG moet liggen. Op basis van deze uitgangspunten bedraagt de benodigde ontwateringsdiepte 2,25 m -mv.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
19\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Tabel 3.1 benodigde ontwaterings diepte gerelateerd aan gemeten maaiveldhoogtes, bij toepassen dubbele kisten
Maaiveld
GHG
Gemiddelde grondwaterstand
Benodigde ontwateringsdiepte
m NAP
m NAP
m NAP
m NAP
21,5 – 20,5
17,2
16,7
19,25 – 18,25
Uit de tabel kan worden afgeleid dat de verwachte GHG op de locatie (17,2 m +NAP) circa 1 tot 2 m onder de benodigde ontwateringsdiepte van 20,05 – 19,05 m +NAP ligt. Op basis van deze gegevens kan geconcludeerd worden dat ook bij dubbele uitvoering voldaan wordt aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. Ook hier geldt weer dat de aanwezigheid van veen in de onder grond lokaal tot ondiep stagnerend grondwater leidt. Om dit tegen te gaan wordt geadviseerd grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage. Hierbij wordt voorgesteld het terrein op gelijke hoogte te brengen alvorens de drainage wordt geplaatst. Uit de hoogtemetingen van het terrein (bijlage 2) blijkt dat het oostelijke deel (20,5 m + NAP) van het terrein c irca 1 meter hoger ligt dan het westelijk deel van het terrein (21,5 m + NAP). Het westelijke deel dient op te worden gehoogd tot 21,5 m + NAP Aanbevolen wordt de drains aan te leggen op circa 2,5 m –mv (19 m + NAP). Bij een opbolling van 0,25 m wordt dan nog de benodigde ontwateringsdiepte van 2,25 m –mv gehaald. Uit de berekeningen blijkt dat een drainafstand van 5 - 10 m moet worden aangehouden. De drainage moet worden aangelegd in een sleuf, aangevuld met drainagezand. De drainage dient aan te worden gesloten op het riool door middel van een verzamelleiding naar het noordwestelijk gelegen bestaande rioolgemaal. Bij uitvoering dient beoordeeld te worden in hoeverre de capaciteit van dit gemaal voldoende is.
20\25
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
Ophogen maaiveld tot 21,5 m + NAP
0,65 m.
0,3 m. Aanleggen drains op diepte 19,25 m NAP om stagnerend grondwater af te voeren.
0,55 m. Naar rioolgemaal
5 – 10 m.
Gemiddelde grondwaterstand 16,7 m + NAP
Grafiek 3.2; Schematisatie maatregelen bij 2 kisten
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
21\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
4 Conclusies en aanbevelingen Op basis van geohydrologische omstandigheden ter plaatse van de uitbreiding van de begraafplaats Klazienaveen kan geconcludeerd worden dat voldaan wordt aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. De aanwezigheid van veen in de ondergrond leidt echter lokaal tot ondiep stagnerend grondwater. Om dit tegen te gaan wordt geadviseerd grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage en ophogen van het westelijk deel van de toekomstige begraafplaats. De drainage dient aan te worden gesloten op het riool. Bij het toepassen van twee kisten in één graf wordt eveneens voldaan aan de eisen uit de Wet op de Lijkbezorging. Ook hiervoor wordt in verband met veen in de ondergrond geadviseerd om grond(structuur)verbetering toe te passen in combinatie met het leggen van drainage en ophogen van het westelijk deel van de toekomstige begraafplaats. De drainage dient echter dieper te worden aangelegd. De drainage dient aan te worden gesloten op het riool door middel van een verzamelleiding naar het noordwestelijk gelegen bestaande rioolgemaal. Bij uitvoering dient beoordeeld te worden in hoeverre de capaciteit van dit gemaal voldoende is.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
23\25
Kenmerk R003-4391162MHU-lct-V02- NL
5 Literatuur [de Heer, 1989] Heer, ing. E. de, Grondwaterkaart van Nederland, kaartbladen Emmen/Ter Apel (17 Oost, 18 West). Dienst Grondwaterverkenning TNO, Delft/Oosterwolde. [Stiboka, 1978] Bodemkaart van Nederland 1:50.000, kaartbladen 17 West Emmen en 17 Oost Emmen. Wageningen, Stichting voor Bodemkartering. [van der Putten et al., 1997] Mr. W.G.H.M. van der Putten, mr. J.L. van Deventer-Klootwijk, drs. M. de Gee en W. Spaans, Thematisch Handboek Lijkbezorging. Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen. [van der Putten et al., 2000] Mr. W.G.H.M. van der Putten, Begraving. Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen.
Geohydrologisch advies uitbreiding begraafplaats Klazienaveen
25\25
Bijlage
1
Ligging TNO-boringen en TNO-peilbuis
Bijlage
2
Kaart hoogtemetingen
Bijlage
3
Boorbeschrijvingen TNO-boringen
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: 527-262-0001 X-coordinaat (m): 262621 Y-coordinaat (m): 527747 Coordinatensysteem: RD2000 Plaatsnaam: Emmen Provincie: Drenthe Kaartblad: 18C Bepaling locatie: GPS (Global Positioning System) Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): 20 Bepaling maaiveldhoogte: Onbekend Boormethode: Edelmanboring Einddiepte (meter beneden maaiveld): 4 Datum boring: 01/08/2000 Eigenaar: NITG-GI Uitvoerder: Grontmij ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Warkor, P. Organisatie beschrijver: Grontmij Beschrijvingsmethode: Standaard Boor Beschrijvingsmethode, versie 5.1 Nat/Droog beschreven: Nat sediment Datum laagbeschrijving: 01/08/2000 Kwaliteitcode beschrijving lithologie: A Deze boring bevat sublagen Onderkant laag (m -mv) LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) Onderkant laag (m beneden maaiveld) Hoofdgrondsoort 0 0.1 zand 0.1 0.3 zand 0.3 0.4 zand 0.4 0.65 veen 0.65 0.75 zand 0.75 0.85 zand 0.85 1.05 zand 1.05 1.5 zand 1.5 1.7 zand 1.7 1.85 zand 1.85 2.2 zand 2.2 3.25 zand 3.25 3.35 zand 3.35 4 zand
Sublaag ---------------------------
Zandmediaanklasse matig fijn matig fijn matig fijn --matig fijn matig fijn matig fijn matig fijn zeer fijn 1 matig fijn matig fijn matig fijn zeer fijn matig grof
Bijmenging klei ------mineraalarm ---------------------
Bijmenging silt zwak siltig zwak siltig zwak siltig --zwak siltig zwak siltig zwak siltig zwak siltig zwak siltig zwak siltig sterk siltig uiterst siltig zwak siltig zwak siltig
Bijmenging zand -----------------------------
Bijmenging grind ------------------sterk grindig ------matig grindig
Bijmenging humus matig humeus ------matig humeus matig humeus -----------------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: X-coordinaat (m): Y-coordinaat (m): Coordinatensysteem: Plaatsnaam: Provincie: Kaartblad: Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): Bepaling maaiveldhoogte: Boormethode: Einddiepte (meter beneden maaiveld): Datum boring: Eigenaar: Uitvoerder:
B18C0032 262760 527440 RD2000 Emmen Drenthe 18C Onbekend 19.87 Onbekend Straight-flushboring 53 01/10/1974 Onbekend Haitjema, R., Dedemsvaart
ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Organisatie beschrijver: Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Datum laagbeschrijving: Kwaliteitcode beschrijving lithologie:
LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.4 0.7 1.1 2.5 3.5 6.5 9 13 16 26.5 27 27.5 30.5 31 33 35 40.5 42.5 45 46 48.5 49 50.5 51
Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend C
Onderkant laag (m -mv) 0.4 0.7 1.1 2.5 3.5 6.5 9 13 16 26.5 27 27.5 30.5 31 33 35 40.5 42.5 45 46 48.5 49 50.5 51 53
Hoofdgrondsoort veen veen zand zand zand zand zand zand zand zand zand zand klei veen klei zand zand zand zand zand zand zand zand zand zand
Sublaag ---------------------------------------------------
Zandmediaanklasse ----matig fijn matig grof uiterst grof matig fijn matig fijn matig grof matig grof matig fijn zeer grof uiterst grof ------uiterst grof matig fijn matig grof matig fijn zeer grof matig fijn uiterst grof uiterst grof uiterst grof uiterst grof
Bijmenging klei ---------------------------------------------------
Bijmenging silt ------zwak siltig siltig zwak siltig ----siltig ---------------------------------
Bijmenging zand ---------------------------------------------------
Bijmenging grind ---------------------------------------------------
Bijmenging humus ---------------------------------------------------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: X-coordinaat (m): Y-coordinaat (m): Coordinatensysteem: Plaatsnaam: Provincie: Kaartblad: Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): Bepaling maaiveldhoogte: Boormethode: Einddiepte (meter beneden maaiveld): Datum boring: Eigenaar: Uitvoerder:
528-263-0001 263230 528380 RD2000 Onbekend Drenthe 18C Onbekend 20.1 Onbekend Handboring 2.5 27/06/1994 Onbekend Onbekend
ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Organisatie beschrijver: Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Datum laagbeschrijving: Kwaliteitcode beschrijving lithologie:
LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.4 0.7 1.1 2.4
Vries, S. de / Warkor, P. RGD Onbekend Onbekend Onbekend A
Onderkant laag (m -mv) 0.4 0.7 1.1 2.4 2.5
Hoofdgrondsoort zand zand zand leem zand
Sublaag -----------
Zandmediaanklasse --matig fijn matig fijn --matig fijn
Bijmenging klei -----------
Bijmenging silt -----------
Bijmenging zand zandig ---------
Bijmenging grind -----------
Bijmenging humus -----------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: X-coordinaat (m): Y-coordinaat (m): Coordinatensysteem: Plaatsnaam: Provincie: Kaartblad: Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): Bepaling maaiveldhoogte: Boormethode: Einddiepte (meter beneden maaiveld): Datum boring: Eigenaar: Uitvoerder:
528-262-0001 262600 528450 RD2000 Onbekend Drenthe 18C Onbekend 22.8 Onbekend Handboring 3 27/06/1994 Onbekend Onbekend
ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Organisatie beschrijver: Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Datum laagbeschrijving: Kwaliteitcode beschrijving lithologie:
LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.4 0.7 0.8 1 1.4 1.7 2.9
Vries, S. de / Warkor, P. RGD Onbekend Onbekend Onbekend A
Onderkant laag (m -mv) 0.4 0.7 0.8 1 1.4 1.7 2.9 3
Hoofdgrondsoort veen zand zand zand zand leem leem zand
Sublaag -----------------
Zandmediaanklasse --matig fijn matig fijn zeer fijn matig fijn ----matig fijn
Bijmenging klei -----------------
Bijmenging silt -----------------
Bijmenging zand -----------------
Bijmenging grind -----------------
Bijmenging humus --sterk humeus -------------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: 527-263-0002 X-coordinaat (m): 263157 Y-coordinaat (m): 527743 Coordinatensysteem: RD2000 Plaatsnaam: Emmen Provincie: Drenthe Kaartblad: 18C GPS (Global Positioning System) Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): 18.9 Bepaling maaiveldhoogte: Onbekend Boormethode: Edelmanboring Einddiepte (meter beneden maaiveld): 2.4 Datum boring: 01/08/2000 Eigenaar: NITG-GI Uitvoerder: Grontmij ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Warkor, P. Organisatie beschrijver: Grontmij Standaard Boor Beschrijvingsmethode, versie 5.1 Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Nat sediment Datum laagbeschrijving: 01/08/2000 Kwaliteitcode beschrijving lithologie: A Deze boring bevat sublagen Onderkant laag (m -mv) LITHOLOGIE LAGEN Onderkant laag (m beneden maaiveld) Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.3 0.3 0.55 0.55 0.65 0.65 0.95 0.95 0.98 0.98 1.05 1.05 1.3 1.3 1.5 1.5 1.7 1.7 1.9 1.9 2.4
Hoofdgrondsoort zand zand veen veen gyttja zand zand zand zand zand zand
Sublaag ---------------------
Zandmediaanklasse matig fijn matig fijn ------matig fijn matig fijn matig fijn 1 matig fijn matig fijn matig fijn
Bijmenging klei ----mineraalarm mineraalarm mineraalarm -------------
Bijmenging silt zwak siltig zwak siltig ------zwak siltig zwak siltig zwak siltig matig siltig uiterst siltig zwak siltig
Bijmenging zand Bijmenging grind --------------------------matig grindig --matig grindig -------------
Bijmenging humus ----------sterk humeus --matig humeus -------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: X-coordinaat (m): Y-coordinaat (m): Coordinatensysteem: Plaatsnaam: Provincie: Kaartblad: Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): Bepaling maaiveldhoogte: Boormethode: Einddiepte (meter beneden maaiveld): Datum boring: Eigenaar: Uitvoerder:
527-263-0001 263540 527340 RD2000 Onbekend Drenthe 18C Onbekend 17.2 Onbekend Handboring 4 28/06/1994 Onbekend Onbekend
ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Organisatie beschrijver: Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Datum laagbeschrijving: Kwaliteitcode beschrijving lithologie:
LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.4 0.8 1 1.2 2.4
Vries, S. de / Warkor, P. RGD Onbekend Onbekend Onbekend A
Onderkant laag (m -mv) 0.4 0.8 1 1.2 2.4 4
Hoofdgrondsoort veen veen zand zand zand zand
Sublaag -------------
Zandmediaanklasse ----matig grof matig fijn matig fijn matig fijn
Bijmenging klei -------------
Bijmenging silt -------------
Bijmenging zand zandig -----------
Bijmenging grind -------------
Bijmenging humus -------------
ALGEMENE GEGEVENS BORING NITG-nummer: 527-262-0002 X-coordinaat (m): 262245 Y-coordinaat (m): 527722 Coordinatensysteem: RD2000 Plaatsnaam: Emmen Provincie: Drenthe Kaartblad: 18C GPS (Global Positioning System) Bepaling locatie: Maaiveldhoogte (meter t.o.v. NAP): 20.6 Bepaling maaiveldhoogte: Onbekend Boormethode: Edelmanboring Einddiepte (meter beneden maaiveld): 2.6 Datum boring: 31/07/2000 Eigenaar: NITG-GI Uitvoerder: Grontmij ALGEMENE GEGEVENS LITHOLOGIE Beschrijver lagen: Warkor, P. Organisatie beschrijver: Grontmij Standaard Boor Beschrijvingsmethode, versie 5.1 Beschrijvingsmethode: Nat/Droog beschreven: Nat sediment Datum laagbeschrijving: 31/07/2000 Kwaliteitcode beschrijving lithologie: A
LITHOLOGIE LAGEN Bovenkant laag (m beneden maaiveld) 0 0.2 0.8 0.9 1.5 1.8 2
Onderkant laag (m -mv) 0.2 0.8 0.9 1.5 1.8 2 2.6
Hoofdgrondsoort zand zand zand zand zand zand zand
Sublaag ---------------
Zandmediaanklasse matig fijn matig fijn matig fijn matig fijn matig fijn matig fijn matig fijn
Bijmenging klei ---------------
Bijmenging silt zwak siltig zwak siltig zwak siltig zwak siltig zwak siltig sterk siltig sterk siltig
Bijmenging zand ---------------
Bijmenging grind --------matig grindig -----
Bijmenging humus matig humeus matig humeus -----------
Bijlage
4
Boorprofielen Tauw-boringen
10
11
12
13
14
0,00 t.o.v. MV veenbrokjes(2/fijn) wortels(2/fijn)
wortels(1/fijn) veenbrokjes(2/fijn)
wortels(2/fijn) veenbrokjes(3/fijn)
1
1
2
2
wortels(2/fijn) veenbrokjes(3/fijn) 1
wortels(2/fijn) veenbrokjes(3/fijn) 1
1
-1,00
-2,00
-3,00
-4,00
-5,00
Profielen conform NEN 5104
4391162 : Nieuw-Amsterdam/Klazienaveen, begraafpla
15
20
21
22
23
0,00 t.o.v. MV wortels(2/fijn) veenbrokjes(1/fijn)
wortels(2/fijn) veenbrokjes(3/fijn)
wortels(2/fijn) 1
1
1
1
1
planten(2/m.grof)
-1,00 planten(3/m.grof)
2
-2,00
2
-3,00
-4,00
-5,00
Profielen conform NEN 5104
4391162 : Nieuw-Amsterdam/Klazienaveen, begraafpla
24
25
26
30
31
0,00 t.o.v. MV wortels(2/fijn) 1
1
1
wortels(1/fijn) 1
1
planten(3/fijn)
-1,00 planten(3/fijn)
2
2
-2,00
-3,00
-4,00
-5,00
Profielen conform NEN 5104
4391162 : Nieuw-Amsterdam/Klazienaveen, begraafpla
32
33
34
35
36
0,00 t.o.v. MV
wortels(1/fijn)
wortels(1/fijn) 1
wortels(1/fijn) 1
wortels(1/fijn) 1
wortels(1/fijn) 1
1
-1,00
-2,00
-3,00
-4,00
-5,00
Profielen conform NEN 5104
4391162 : Nieuw-Amsterdam/Klazienaveen, begraafpla
Legenda boorprofielen
1
monsterpunt nummer
0,00 t.o.v. MV
klei kleiig
Indicatieve geurzone
klei zwak fijnzandig
1 = zeer licht 2 = licht 3 = matig 4 = sterk 5 = zeer sterk leem siltig
leem matig zandig
G:
1
monstercodering
-1,00 steekbusmonster grondwaterstand
fijn zand zandig
fijn zand sterk humeus
-2,00
Bijzonderheid matig grof zand
1 = zeer licht 2 = licht 3 = matig 4 = sterk 5 = zeer sterk
matig grof zand sterk humeus zwak kleiig
peilbuis bodemluchtmonster
-3,00 casing zeer grof zand
grind grindig
-4,00
filter
veen humeus
-5,00
arcering conform NEN 5104
RIS.2660
Rapport Onderzoek Begraafplaatsen Gemeente Emmen
Dienst Gebied maart 2007
INHOUDSOPGAVE Pagina 1 van 18
Vooraf………………………………………………………………………………………………………………... 3 Conclusies en Aanbevelingen.............................................................................................................................3
1 1.1
Conclusies en aanbevelingen............................................................................................................................3 Betreft het proces begraven een deugdelijk proces? .................................................................................3 Wat kan er verbeterd worden ....................................................................................................................3 Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? .........................................................................................4 Wat kunnen we leren van andere gemeentelijke begraafplaatsen?...........................................................4
Inleiding...............................................................................................................................................................5
2. 2.1 2.2 3.
Aanleiding van het onderzoek ..........................................................................................................................5 Uitvoering van het onderzoek ..........................................................................................................................5 Toekomstmogelijkheden begraafplaatsen Emmen..........................................................................................6
3.1 3.2 3.3 3.4 4.
Financieel perspectief en kostendekking..........................................................................................................6 Kostendekking begraafplaatsen........................................................................................................................7 Uitbesteding groenonderhoud ..........................................................................................................................7 Beschikbaarheid grafruimte..............................................................................................................................7 Financiële analyse begraafplaatsen...................................................................................................................9
4.1
4.2 5.
Algemeen..........................................................................................................................................................9 Kostendekking zonder het fonds begraven................................................................................................9 Ontwikkeling inkomsten grafrechten......................................................................................................10 Het fonds begraafplaatsen als instrument ...............................................................................................10 Ficitieve weergave resultaten bij correct gebruik fonds begraafplaatsen ...............................................11 Openstaande investeringsbudgetten begraafplaatsen..............................................................................11 Conclusies financiële situatie .........................................................................................................................12 Verbetering kostendekking begraafplaatsen..................................................................................................13
5.1
5.2 5.3
5.4
Verordening en tarieven .................................................................................................................................13 Kostendekking door wijzigen tarieven: de drie mogelijkheden..............................................................13 Overige kostendekkende maatregelen ....................................................................................................14 Verhogen kostendekking door ruimingen, inbreiding,bovengronds begraven...............................................14 Inrichting, Onderhoud en Beeldkwaliteit .......................................................................................................16 Groenonderhoud .....................................................................................................................................16 Schaalvergroting en kostenbesparende inrichting...................................................................................16 Administratieve processen en werkwijze .......................................................................................................17
Pagina 2 van 18
Vooraf Voor u ligt het rapport Onderzoek Begraafplaatsen van de gemeente Emmen. Uit de financiële resultaten van de afgelopen jaren is gebleken dat de kosten van het product begraafplaatsen behoorlijk gestegen zijn. Daarnaast is de indruk ontstaan dat de processen niet altijd zo effectief en efficiënt verlopen zoals ze zouden moeten lopen. Dit rapport gaat in op het proces van het begraven, waarbij de volgende vragen als leidraad hebben gediend: is het proces begraven een deugdelijk proces, wat kan er verbeterd worden, wat zijn de verwachtingen voor de toekomst en wat kunnen we leren van andere gemeentelijke begraafplaatsen? Separaat heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid van en het draagvlak voor bovengronds begraven. De uitkomsten van dat onderzoek en het daaraan verbonden advies zijn in deze notitie opgenomen.
1
Conclusies en Aanbevelingen
1.1
Conclusies en aanbevelingen
Is het proces begraven een deugdelijk proces? Uit het onderzoek is gebleken dat het proces begraven wordt uitgevoerd conform de beheersverordening begraven en de (jaarlijks vast te stellen) verordening op de lijkbezorging. Er is geconstateerd dat het proces effectiever en efficiënter kan worden uitgevoerd. Daarnaast behaalt het proces begraven niet de gestelde 100% kostendekkendheid. Om deze 100% kostendekkendheid te bereiken zullen diverse maatregelen moeten worden uitgewerkt en zullen er politieke keuzes over het te voeren begraafplaatsbeleid voor het komende decennium gemaakt moeten worden. 1. Het product begraafplaatsen heeft door de onttrekkingen uit het fonds begraven over de afgelopen 6 jaren een gemiddelde kostendekking van circa 90% behaald. Deze aanzienlijke onttrekkingen zijn echter nog maar een paar jaar vol te houden gezien het saldo van het fonds. Vanaf 2009 zal de dekkingsgraad bij gelijkblijvend beleid dalen tot circa 50 á 60%. 2. De kosten van het product begraven zijn in 2005 met circa 265.000 Euro toegenomen ten opzicht van 2004. 3. De inkomstenkant (begraafrechten en diensten) van het product begraven laat over de afgelopen jaren een stijgende tendens zien. 4. De taakstelling begraafplaatsen (om de tarieven kostendekkend te maken) voor 2005 van 135.000 Euro is weliswaar ingevuld, maar echter geheel aan het fonds begraven onttrokken. Wat kan er verbeterd worden? Een interviewronde en de gesprekken met de administratieve medewerkers en teamleider hebben diverse verbeterpunten opgeleverd. De volgende verbeterpunten voor het proces begraven zijn van toepassing: 1. De communicatie tussen het team begraafplaatsen en de gemeentelijke organisatie kan beter. 2. Bij het ontwerpen van nieuwe inrichtingsplannen dient meer rekening gehouden te worden met de bijbehorende kosten voor onderhoud en beheer dan tot noch toe is gebeurd. Tevens dient de specifieke kennis van de begraafplaatsbeheerder ter plaatse zwaarder meegewogen te worden. Bij het invoeren van nieuwe concepten voor begraafplaatsen dient een zorgvuldige kosten/batenafweging gemaakt te worden. 3. Delen van de administratie zouden door de begraafplaatsbeheerders (of één) zelf kunnen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld het up-to-date houden van de inwonerbestanden voor de begraafplaatssoftware. Hierdoor is een besparing op uren bij de administratie te realiseren.
Pagina 3 van 18
Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? 1. Om in de toekomst de onderhouds- en beheerskosten structureel terug te dringen zou het aantal begraafplaatsen binnen de gemeente Emmen moeten worden gereduceerd. Dit is een lange termijn maatregel. Wanneer nu de keuze hiervoor gemaakt wordt, dan zal het naar verwachting een aantal jaren duren voordat de resultaten hiervan te zien zullen zijn in een afname van de kostenkant. 2. In de komende 10 jaar zal er een structureel tekort aan grafruimte optreden bij een groot aantal begraafplaatsen (Wolfsbergen, Nieuw Amsterdam, Klazienaveen, Nieuw Weerdinge, Roswinkel, Veenoord en Weiteveen). De begraafplaats Schoonebeek is nu al vol. Wanneer niet wordt gekozen voor een strikt ruimingsbeleid of sluitingsbeleid, dan zal de gemeente Emmen het komende decennium aanzienlijk moeten investeren in nieuwe uitbreidingen. Niet alleen zijn hieraan hoge kosten gebonden, ook de beheers- en onderhoudskosten zullen toenemen door de uitbreidingen. 3. Uit het onderzoek naar Bovengronds Begraven, gehouden in Nieuw-Amsterdam blijkt het volgen van deze weg niet direct rendement oplevert. Er zou wellicht eerder gekeken kunnen worden naar het verbeteren van de begraafplaats in Veenoord. 4. Wanneer het huidige beleid ten aanzien van het gebruik van het fonds begraafplaatsen wordt voortgezet, dan zal het fonds rond 2009 zijn opgedroogd. Daarna zal het product begraafplaatsen (bij gelijkblijvende inkomsten en uitgaven) tegen een structureel tekort oplopen van 300.000 Euro tot (waarschijnlijker) 500.000 Euro per jaar. Wat kunnen we leren van andere gemeentelijke begraafplaatsen? 1. Een aantal gemeenten heeft onderzocht of de onderhoudswerkzaamheden (gedeeltelijke) konden worden uitbesteed. Hiervan zijn geen daadwerkelijk succesverhalen gevonden. 2. Uit een vergelijking voor de kostprijs van een (eigen) graf is naar voren gekomen dat de kostprijzen van de gemeente Emmen relatief laag zijn ten opzichte van andere gemeenten. 3. De kostprijs voor een graf in Emmen Stad is 2.282 Euro, de kostprijs voor een zelfde graf in de Emmense Buitendorpen is 1.391 Euro. Dit onderscheid wordt bij geen enkele onderzochte gemeente gemaakt. Het verdient aanbeveling om de kostprijzen voor de gehele gemeente gelijk te trekken (dus één tarief in de gehele gemeente). De inkomsten voor de gemeente kunnen hierdoor tot wel 160.000 Euro per jaar toenemen. 4. Veel gemeenten kiezen voor tariefverhogingen, omdat veel ander maatregelen het niveau van onderhoud verlagen en daardoor ook de beeldkwaliteit op de begraafplaatsen nadelig wordt beïnvloed. 5. Veel gemeenten hebben getracht om voor alle producten die in de verordening op de lijkbezorging worden vermeld kostendekkende tarieven te heffen. Diverse Emmense tarieven zijn (op onderdelen) niet kostendekkend. Zo kunnen bijvoorbeeld kosten in rekening worden gebracht voor het voorlopen van de begraafplaatsbeheerder bij begrafenissen. Ook kan er naar gelang de mate van onderhoudsintensiteit van bepaalde typen grafmonumenten (bv. witte steentjes) meer inkomsten worden geheven voor het onderhoud. 6. Diverse gemeenten doen aan inbreiding. Dit is een methode om meer grafoppervlak te creëren op ongebruikte groenstroken en gazons. 7. Diverse gemeenten kennen een strikt ruimingsbeleid voor hun begraafplaatsen. Indien een dergelijk beleid als speerpunt wordt ingezet zijn veel nieuwe investeringen in de vorm van het uitbreiden van begraafplaatsen te voorkomen. tevens verlaagt het de kosten voor onderhoud. De gemeente Emmen zou meer nadruk moeten leggen en actie ondernemen voor een strikt ruimingsbeleid. De genoemde maatregelen vereisen stuk voor stuk nadere uitwerking. Op politiek niveau moet aangegeven worden
2.
Inleiding
Pagina 4 van 18
2.1 Aanleiding van het onderzoek De gemeente Emmen is eigenaar van 21 begraafplaatsen en draagt zorg voor het beheer en onderhoud ervan. Van de 21 begraafplaatsen zijn er 7 begraafplaatsen (4 openbare en 3 Joodse) inmiddels gesloten. Op deze gesloten begraafplaatsen vindt alleen het noodzakelijke onderhoud plaats. Uit de financiële resultaten van de afgelopen jaren is gebleken dat het product begraafplaatsen van de dienst Gebied niet kostendekkend is geweest. Uit de behaalde resultaten blijkt dat de kosten een aanzienlijke stijging laten zien in 2005. Daarnaast is de veronderstelling dat de processen niet altijd zo effectief en efficiënt verlopen zoals ze zouden moeten lopen. Naar aanleiding van deze signalen is dit onderzoek opgestart. 2.2 Uitvoering van het onderzoek De kern van het onderzoek ligt bij een vijftal vragen: 1. Betreft het proces begraven een goed proces? 2. Zijn er verbeterpunten te herkennen? 3. Wat zijn de verwachtingen voor de toekomst? 4. Kunnen we leren van andere gemeenten? 5. Welke mogelijkheden zijn er om de kostendekking te verbeteren / maximaliseren? Om invulling te geven aan dit onderzoek zijn er gesprekken gevoerd met de taakgerelateerde afdelingen/ medewerkers van de begraafplaatsen. Zij hebben een belangrijke stem gekregen bij het bepalen van de onderzoeksonderwerpen uit de directe praktijksituatie en de bijbehorende processen. Onderdeel van het onderzoeksplan begraafplaatsen was een interviewronde met alle medewerkers van het team Begraven van de afdeling Emmen Buiten, dienst Gebied. Bij de bezoeken aan de begraafplaatsen is er een ronde gemaakt over de begraafplaats waar het gesprek plaats vond. Zo zijn de begraafplaatsen het Oeverse Bos, Klazienaveen, Veenoord en Emmercompascuum bezocht. De gedane bevindingen zijn verwerkt in deze rapportage. Voor een aantal uitgevoerde analyses en benchmarks zijn gegevens en documenten verzameld van andere gemeentelijke begraafplaatsen. Een deel hiervan was intern beschikbaar en een deel is via de internetsites van bewuste gemeenten gevonden. Op deze websites waren de online geplaatste (beheers)verordeningen lijkbezorging van alle in dit rapport genoemde gemeenten een bron van informatie.
Pagina 5 van 18
3.
Toekomstmogelijkheden begraafplaatsen Emmen
3.1 Financieel perspectief en kostendekking Veel gemeentelijke begraafplaatsen kosten meer geld dan dat ze opleveren. Zo ook binnen de gemeente Emmen. Het beheren van begraafplaatsen is een omvangrijke opdracht die binnen een gemeente nog vaak weinig aandacht geniet. Dat is jammer, want met goed verzorgde en goed beheerde begraafplaatsen verleen je een goede dienst aan de bewoners. De uitdaging waar Emmen voor staat is het behalen van een hogere mate van kostendekkendheid van de begraafplaatsen. Binnen de begroting is een taakstelling van 135.000 Euro (per jaar) ingeboekt op de inkomstenkant van het product begraafplaatsen. Deze taakstelling kan via verschillende methoden worden bereikt: de kosten voor beheer en onderhoud verlagen (uitgavenkant verminderen) of de inkomstenkant vergroten (bijvoorbeeld de tarieven verhogen). Uiteraard is een combinatie van beide oplossingsrichtingen ook mogelijk. Ter vergelijking is in onderstaande tabel een aantal begraafplaatsen en hun kostendekking opgenomen van verschillende gemeenten (bron: onderzoek gemeente Schouwen-Duiveland). Het was de opzet om hier een aantal gemeenten uit de regio ter vergelijking toe te voegen. Er zijn echter geen rapporten gevonden van omringende gemeenten (rond Emmen) met betrekking tot de kostendekking van hun begraafplaatsen. Tabel: Kostendekkendheid begraafplaatsen gemeenten Sch.Duiveland Aantal begraafplaatsen
Sluis
Borsele
Tholen
Goes
N-Beveland
19
11
13
8
9
5
Kosten begrafenis
2508
1282
1779
1341
2065
3182
Grafrechten
30 jr.
20 jr.
20 jr. 30 jr. / onbep.
30 jr.
onbep.
Kostendekking
58%
45%
90%
50%
90%
100%
Peiljaar
2002
2004
2002
2003
2003
2005
Wanneer we kijken naar de kostendekking van het product begraafplaatsen van de gemeente Emmen (onderhoud en beheer begraafplaatsen) dan heeft de gemeente een gemiddelde kostendekking bereikt van 90% over de laatste 6 jaar gezien. Bij de inkomstenkant zijn hierin wel de onttrekkingen en rentes meegenomen uit het fonds begraafplaatsen. Wanneer de huidige saldodaling van het fonds doorzet zal het fonds in 2009 opgedroogd zijn. Wanneer we de kostendekking berekenen over de afgelopen 6 jaar zonder deze gebruikte reserves, dan zouden we een dekkingspercentage behaald hebben van 65%. Wanneer we dit doorberekenen bij gelijkblijvende kosten voor beheer en onderhoud aan de begraafplaatsen zal dit vanaf medio 2010 tot een financieel tekort leiden van minimaal 300.000 Euro maar waarschijnlijker tot wel 500.000 per jaar. Wanneer we het percentage van kostendekking van Emmen vergelijken met andere gemeenten uit de tabel valt op dat zelfs zonder de inkomsten uit het fonds begraafplaatsen we een goede middenmotor zijn. Wanneer we naar de daadwerkelijk gerealiseerde kostendekking kijken, dan behaalt de gemeente Emmen zelfs zeer goede resultaten. Het blijkt trouwens ook dat veel gemeenten streven naar kostendekking van het proces begraven. Veelal komen de kosten voor het onderhoud (groen) van de begraafplaatsen structureel ten laste van de algemene reserves. Gezien het voorgaande en de dreiging van een aanzienlijk financieel tekort voor het product begraafplaatsen in de nabije toekomst, zullen ingrijpende keuzen gemaakt moeten worden. Gezien de wetgeving betreffende begraafplaatsen en (be)graven en de bijbehorende verordening, zullen een aantal keuzen snel moeten worden opgepakt. Dit aangezien maatregelen over wijzigingen in het beleid pas na meerdere jaren resultaat zullen opleveren (bv. door diverse wettelijk voorgeschreven termijnen). Pagina 6 van 18
3.2 Kostendekking begraafplaatsen Uit onderzoek blijkt dat diverse (zeer) ingrijpende maatregelen mogelijk zijn gericht op het kostendekkend krijgen van begraafplaatsen. Een ingrijpende maatregel zou zijn om bijvoorbeeld het aantal begraafplaatsen binnen de gemeente Emmen verminderen. Zoals de begraafplaats Emmen Oud aan de Hoofdstraat is gesloten, zouden meerdere begraafplaatsen kunnen sluiten. Hierbij wordt wel opgemerkt dat het onderhoud wel doorgang blijft vinden. Maar dit kan in principe beperkt blijven tot het hoogst noodzakelijke. Met deze maatregel kan de kostenkant worden verlaagd. Voor een keuze welke begraafplaatsen gesloten worden kunnen diverse criteria gelden, zoals: - dekking van de begraafplaatsen binnen de gemeente (evenwicht stad, kernen en dorpen), - dekking over de kwadranten - begraafplaatsen waar anders uitbreiding (en dus investeringen en kosten onderhoud) nodig zullen zijn om grafruimte te behouden, - financieel onrendabele of niet rendabel te krijgen begraafplaatsen - de hoeveelheid oude graven op de begraafplaatsen - de grote van begraafplaatsen, etc. Het gaat hierbij wel om maatregelen die door burgers als ingrijpend kunnen worden ervaren. 3.3 Uitbesteding groenonderhoud Een aantal gemeenten heeft onderzocht of het groenbeheer van begraafplaatsen compleet kon worden uitbesteed. Hierdoor zou een besparing kunnen worden gerealiseerd op de uren en middelen voor het groenonderhoud. Dit heeft wel nadelige gevolgen voor het beheer op de begraafplaatsen. Het dagelijkse toezicht op de begraafplaats wordt daarmee bemoeilijkt. Van deze maatregel zijn geen succesverhalen gevonden. In Emmen is de EMCO reeds betrokken bij het groenonderhoud op de begraafplaatsen. 3.4 Beschikbaarheid grafruimte In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de aanwezige en nog beschikbare graven binnen de gemeente Emmen. Voor een aantal begraafplaatsen moeten nog terreinen worden ingericht. Deze zijn in onderstaande berekeningen niet meegenomen. Tabel: overzicht bechikbare capaciteit begraafplaatsen Naam/plaats
Status van de begraafplaats
Aantal aanwezige graven
Aantal graven nog Aantal begr. beschikbaar per jaar
Ruimte voor: (jaar)
Emmen Emmen Oud Emmen Kerkhoflaan Emmen Wolfsbergen Emmen Oeverse Bos
gesloten / onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud
2664 7540 4320
45 281 4040
3 110 50
15 3 81
open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud open/onderhoud
3940 2160 3244 3146 2279 3297 2539 1766 535 1382 1270
365 378 345 230 1050 90 62 0 60 220 1100
20 10 35 25 7 25 8 3 10 30 10
18 38 10 9 150 4 8 0 6 7 110
Buitendorpen Emmercompascuum Erica Klazienaveen Nieuw Amsterdam Nieuw Dordrecht Nieuw Weerdinge Roswinkel Schoonebeek Veenoord Weiteveen Zwartemeer
Pagina 7 van 18
De tabel geeft aan bij welke begraafplaatsen in de nabije toekomst een graftekort zal optreden indien niet wordt overgegaan tot grafruimingen en / of investeringen voor uitbreidingen worden gepleegd. De maatregelen die verder in dit rapport zullen worden aangegeven, moeten er tot leiden dat in elk geval geen investeringen meer hoeven worden gedaan voor uitbreidingen van de begraafplaatsen waar ruimtegebrek zich voor zal gaan (kunnen) doen. In de tabel zien we dat de komende 10 jaar een structureel tekort aan grafruimte zal optreden bij een groot aantal begraafplaatsen: Wolfsbergen, Nieuw Amsterdam, Klazienaveen, Nieuw Weerdinge, Roswinkel, Veenoord en Weiteveen. De begraafplaats Schoonebeek is nu al vol. Voor Nieuw-Amsterdam en Klazienaveen zijn al voorbereidingskredieten aangevraagd (10-09-05) voor de uitbreiding van deze twee begraafplaatsen. Niet alleen drukken de investeringen op de kostenkant van het product begraafplaatsen, ook zullen op termijn meer kosten voor onderhoud en de inrichting van deze nieuwe terreinen gemaakt worden. Zelfs met deze twee uitbreidingen blijft de dreiging van een tekort aan grafoppervlak op een aantal begraafplaatsen aanwezig (bijvoorbeeld de gewilde begraafplaats de Wolfsbergen).
Pagina 8 van 18
4.
Financiële analyse begraafplaatsen
4.1 Algemeen Onderdeel van dit onderzoek is een analyse naar de financiële positie van het product begraafplaatsen. Tot 2004 waren alle baten en lasten van het product begraafplaatsen ondergebracht onder één fcl. Halverwege 2005 is het product verdeeld over twee fcl’s: onderhoud begraafplaatsen en beheer begraafplaatsen. Door deze omzetting is het moeilijk om een vergelijking te maken tussen de jaren 2000 t/m 2004 en het boekjaar 2005. De inkomsten en uitgaven van het product begraafplaatsen zijn in onderstaande tabel per jaar weergegeven. Om een eenduidig beeld weer te geven zijn de twee fcl’s van het jaar 2005 samengevoegd. Product begraafplaatsen 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Uitgaven
€
815.678
€
908.880
€
976.059
€
913.295
€
828.440
€
1.094.426
Inkomsten (incl rente+ ontrekking reserve)
€
766.536
€
862.778
€
931.776
€
777.924
€
669.086
€
1.029.371
Resultaat
€
% kostendekkendheid
49.142- €
46.102- €
44.283- €
94%
95%
95%
135.371- €
159.354- €
85%
65.055-
81%
94%
In bovenstaande tabel zijn de inkomsten inclusief de ontvangen rente en de (te hoge) onttrekking uit het fonds begraafplaatsen in 2005. Het percentage kostendekkendheid over 2005 geeft hierdoor een vertekend beeld van het daadwerkelijke percentage. Wat opvalt uit de cijfers, is de aanzienlijke stijging aan de kostenkant in 2005. De kosten waren in 2005 bijna 260.000 hoger dan in 2004. Kostendekking zonder het fonds begraven Wanneer we het huidige beleid ten aanzien van het gebruik van het fonds begraafplaatsen voorzetten, zal het fonds over enige jaren uitgeput zijn. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de financiële resultaten en kostendekkendheid zonder de rente van het fonds en zonder een onttrekking (teruggerekend tot 2001). Dit zou het volgende beeld hebben gegeven: Product begraafplaatsen 2000
2001
2002
2003
2004
2005
Uitgaven
€
815.678
€
908.880
€
976.059
€
913.295
€
828.440
€ 1.094.426
Inkomsten (excl rente, excl reserve)
€
610.240
€
497.382
€
670.104
€
578.985
€
582.727
€
Resultaat
€
205.438- €
% kostendekkendheid
75%
411.498- € 55%
305.955- € 69%
334.310- € 63%
245.713- € 70%
637.019 457.40758%
Uit bovenstaande gegevens zien we dat in 2005 het operationele resultaat meer dan 200.000 Euro minder is dan in 2004. Dit wordt grotendeels verklaard door de ingeboekte taakstelling van 135.00 Euro. Het mag duidelijk zijn dat wanneer het fonds begraafplaatsen niet meer kan worden ingezet dit zeer nadelige gevolgen heeft op de resultaten van het product begraven. Pagina 9 van 18
Ontwikkeling inkomsten grafrechten Een positiever beeld wordt verkregen wanneer we de inkomsten voor grafrechten en verleende diensten van de afgelopen jaren uiteen zetten. 2000 Inkomsten grafrechten
€
524.721
2001 €
492.747
2002 664.134
€
2003 €
573.742
2004 €
577.484
2005 €
631.948
De inkomstenkant van de begraafplaatsen laat over de laatste jaren een stijgende lijn zien (zie onderstaande grafiek). In de grafiek zijn de gerealiseerde inkomsten weergegeven. Tevens is een lineaire trendlijn toegevoegd. De trendlijn geeft een geleidelijke groei aan de inkomstenkant aan. Inkomsten derden
€ 700.000 € 600.000 € 500.000 € 400.000 € 300.000 € 200.000
Inkomsten grafrechten
€ 100.000
Lineair (Inkomsten grafrechten)
€2000
2001
2002
2003
2004
2005
Het fonds begraafplaatsen als instrument Een belangrijk instrument om tot een evenwichtige begroting te komen voor de lange termijn is het fonds begraafplaatsen. Het oorspronkelijke concept achter dit fonds is het creëren van stabiliteit aan de inkomstenkant van het onderhoud begraafplaatsen.en wel op twee manieren. Ten eerste levert het fonds jaarlijks een bedrag aan rente op en ten tweede kan elk jaar 1/30-ste van het fonds gebruikt worden voor het onderhoud op de begraafplaatsen. Dit 1/30-ste deel is gebaseerd op de uitgiftetermijn van grafrechten voor 30 jaar. In principe zou het fonds ook jaarlijks gevoed moeten worden. Ook hier wordt 1/30-ste gehanteerd van de jaarlijkse inkomsten aan grafrechten. Dit oorspronkelijke concept is al voor lange tijd niet meer in gebruik binnen de gemeente Emmen. Ter compensatie van de beperkte kostendekkendheid van het product begraafplaatsen wordt jaarlijks een bedrag fors groter dat de bedoelde 1/30-ste uit het fonds aangewend. Hierdoor worden de inkomsten structureel minder: immers een lager fondssaldo geeft ook een lagere uit te keren rentebedrag. De huidige handelswijze is duidelijk te herkennen in onderstaande grafiek: Ontwikkeling fonds begraven
€ 2.500.000
Saldo fonds Rente uit fonds
€ 2.000.000 € 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €2000
2001
2002
2003
2004
2005
Pagina 10 van 18
Wanneer we de huidige handelswijze blijven voortzetten met het fonds begraafplaatsen dan ziet de ontwikkeling van het fonds er als volgt uit: Toekomst fonds begraven huidig beleid
€ 2.500.000
Saldo fonds
€ 2.000.000
Rente uit fonds
€ 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Fictieve weergave resultaten bij correct gebruik fonds begraafplaatsen Om het concept achter het fonds begraafplaatsen en het nut voor de financiële kant van het product begraafplaatsen is in onderstaande tabel een scenario uitgewerkt waarin het fonds is aangewend zoals oorspronkelijk bedoeld. Uit dit scenario blijkt dat de onttrekking uit de algemene middelen 375.000 Euro hoger geweest zou zijn. Echter, het saldo van het fonds zou tegenwoordig 518.000 Euro meer bevatten. Over de afgelopen 6 jaren heeft de gemeente Emmen door het huidige beleid circa 200.000 Euro meer uitgegeven aan het product begraafplaatsen dan bij het voorgestelde beleid het geval was geweest. Daarnaast had de jaarlijkse rente nog boven de 100.000 Euro per jaar kunnen zijn. Dit had positieve gevolgen gehad aan de inkomstenkant van onderhoud begraafplaatsen voor de komende jaren. Het verdient aanbeveling om alsnog de voorgestelde werkwijze te herbevestigen. Scenario fonds
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Rente uit fonds
€
142.992
€
135.052
€
137.369
€
134.014
€
100.262
€
Beschikking uit fonds (1/30-ste)
€
72.218
€
69.811
€
67.484
€
65.234
€
63.060
€
60.958
Saldo fonds begraafplaatsen
€ 2.166.545
€ 1.891.798
€
1.828.738
Inkomsten voor onderhoud begr.pl.
€
825.450
€
702.244
€
874.957
€
778.234
€
746.049
€
800.304
Uitgaven
€
815.678
€
908.880
€
976.059
€
913.295
€
828.440
€
1.094.426
Resultaat
€
9.772
€
206.636- €
% Kostendekkendheid
101%
€ 2.094.327
77%
€ 2.024.516
€ 1.957.032
101.102- € 90%
135.061- € 85%
82.391- € 90%
102.327
294.12273%
NB. De rente uit het fonds en de beschikking uit het fonds zijn verwerkt in het tabje ‘Inkomsten voor onderhoud begr. pl.’. Openstaande investeringsbudgetten begraafplaatsen Gedurende het onderzoek is naar voren gekomen dat er nog een achttal investeringsbudgetten openstaan ten behoeve van de begraafplaatsen. Een aantal hiervan zijn al circa vijf á zes jaar oud en nog niet aangesproken of ten volle gebruikt.
Pagina 11 van 18
Het gaat om de volgende investeringsbudgetten: FCL invest. 70146 70757 70152 70165 70625 70632 70143
Objektomschrijving in Activa & O + #
Begraafplaats Meerd.bouwk.elementen Gereedschappen en onderkomens Graafmachine KMB 310 begr.plaatsen VVI'2003 begraafplaats. paden herstellen VVI2004 begraafplaats. Aanpass. Beplanting # Uitbr. Begr.plaats. Nw-Amst.+Kl.veen * Verv.vrachtwagen begraafplaats 2002 Totaal openstaande investeringen
€ € € € € € €
RestantKrediet 266.093 43.510 8.098 20.664 16.702
€
355.066
Toelichting tabel: & O + X # *
Fase 3 moet nog worden uitgevoerd en er wordt nog een waterloop gecreëerd. Dit budget is daarvoor bedoeld. Betreft een samenvoeging van de FCL’s 70148 en 70153 Bij de graafmachine hoort ook nog een spuitmachine. Deze wordt in 2007 aangeschaft. Op de begraafplaats Zwartemeer zijn nog aanpassingen nodig o.a. het lijkenhuisje dient te worden vervangen. Dit bedrag zal hiervoor worden ingezet. er is geen restantkrediet meer. Is meegenomen in het voertuigenplan
4.2 Conclusies financiële situatie Aan de inkomstenkant (begraafrechten en diensten) is een positief stijgende trend waar te nemen. De aanzienlijke stijging aan de kostenkant over het jaar 2005 ten opzichte van 2004 verdient aandacht. De extra lasten over 2005 zijn ontstaan door o.a.: - De ingeboekte taakstelling van 135.000 Euro, dit is een structurele last. Zonder verhoging van de begraaftarieven kan de taakstelling niet worden bereikt. - In 2005 is een aantal personeelsverblijven gerealiseerd op een deel van de begraafplaatsen. Deze lasten zijn terechtgekomen op de begroting begraafplaatsen. Het gaat om incidentele lasten. - Er is tussen 2004 en 2005 een verschil in de personele lasten van 263.082 Euro. Er lijkt dus veel meer personeel ingehuurd in 2005. Nader onderzoek wijst uit dat er structureel zaken op verkeerde budgetten werden geboekt. Zo is het onderhoud groen begraafplaatsen onderdeel van het budget “Stedelijk groen”. Echter de kosten voor het onderhoud groen (bijvoorbeeld het salaris van de groenmedewerker en de uren inzet van het EMCO-personeel) worden op het budget “Onderhoud begraafplaatsen” geboekt. De afspraken hieromtrent zijn onduidelijk. Het onderhoud groen specifiek op een begraafplaats zal meer kosten met zich meebrengen dan het onderhoud stedelijk groen. Het verdient aanbeveling om een deel van de personele lasten te boeken op het budget van stedelijk groen. (2/3e laten rusten op begraafplaatsen, 1/3e op openbaar groen)
Pagina 12 van 18
5.
Verbetering kostendekking begraafplaatsen
5.1 Verordening en tarieven Zoals in hoofdstuk 2 al genoemd is, zijn er twee methoden die bijdragen aan het verbeteren van de kostendekkendheid van begraafplaatsen. In deze paragraaf wordt één methode nader bekeken: het verhogen van de tarieven voor de begraafplaatsproducten. Deze tarieven voor de diverse producten van de begraafplaatsen worden jaarlijks vastgesteld in de gemeentelijke verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten. In onderstaande tabel is een vergelijking weergegeven van de kosten voor een enkel eigen graf, één laag diep. In de berekening zijn de kosten voor de graven rechtsreeks overgenomen uit de verordeningen van de betreffende gemeenten. In de totalen zijn de volgende kosten opgenomen: de uitgifte van grafrechten, het onderhoud aan het graf, het begraven zelf en de kosten voor administratie. De gemeente Emmen kent in haar verordening onderscheid tussen de kosten voor de uitgifte voor begraafrechten, het onderhoud en het delven van het graf tussen Emmen stad en de buitendorpen. In het overzicht zijn beide opties in het overzicht opgenomen. Wat opvalt, is dat de gemeente Coevorden in haar verordening geen kosten in rekening brengt voor het onderhoud van de graven gedurende de looptijd van de rechten (30 jaar). * **
Coevorden is momenteel bezig met een vooronderzoek naar mogelijke maatregelen om de begraafplaatsen kostendekkend te krijgen. Assen heeft voor een tweetal begraafplaatsen een aparte verordening met lagere tarieven.
Wanneer we het totaalbeeld aanschouwen, vallen de lage kosten/tarieven op voor een graf op de begraafplaatsen in de buitendorpen van Emmen. De kosten voor een eenvoudig eigen graf in de buitendorpen ligt ongeveer 800 Euro lager dan in de Stad Emmen. Vrijwel alle andere gemeenten kennen een dergelijk onderscheid niet (alleen Assen). Wanneer we kijken naar de tarieven van een vijftal gemeenten van de provincie Drenthe, dan zijn de tarieven van Emmen beduidend lager dan het gemiddelde. Een berekening ter illustratie om de invloed van de tarieven op de kostendekking in Emmen te laten zien: wanneer de tarieven voor stad en dorpen gelijk worden gezet, dan zou dit de inkomsten (uitgaand van de kostprijs voor eigen graven) kunnen verhogen met ongeveer 160.000 Euro op jaarbasis. (In de praktijk blijkt dat een groot deel van verhoging van de tarieven door burgers worden opgepakt via de overlijdensverzekering). Advies: het verdient aanbeveling om de tarieven voor Emmen Stad en de Buitendorpen gelijk te trekken. Het onderhoud van begraafplaatsen in de buitendorpen is duurder dan van de begraafplaatsen in de Stad. Zo spelen logistieke kosten een prominentere rol in de kostenstructuur in de Buitendorpen door de grotere afstanden (die veelal meerder keren afgelegd moeten worden voor een begrafenis). Daarnaast dragen de inrichtingen en structuur van de veelal oude begraafplaatsen in de Buitendorpen bij aan hogere kosten voor onderhoud. Ook de verdeling in het aantal begrafenissen tussen de stad en het buitengebied (50/50) is hiervan onderdeel. In de stad worden het aantal begrafenissen met relatief veel minder uren personeel uitgevoerd. De verordening kan daarnaast ook meer worden ingezet als stuurinstrument. In principe worden door de lage kosten burgers aangemoedigd om een graf te reserveren in een buitendorp, in plaats van in de stad Emmen. Maar gezien de financiële doelstellingen is dit wellicht niet gewenst. Kostendekking door wijzigen tarieven: de drie mogelijkheden Om tot een kostendekkende begroting (en uitvoering) te komen, is een verhoging van de begraaftarieven noodzakelijk. Hiervoor zijn een drietal mogelijkheden te bedenken: 1. Het gelijkstellen van de tarieven voor de stad Emmen en de buitengebieden. Een gemiddelde begrafenis in de stad Emmen kost nu ongeveer 2300 Euro, een begrafenis in het buitengebied kost ongeveer 1400 Euro. Wanneer beiden op 2300 Euro worden vastgelegd zullen de inkomsten circa 160.000 Euro stijgen. 2. De verschillen in tarieven voor de stad en de buitengebieden blijven behouden. Beide tarieven worden met Pagina 13 van 18
een x bedrag verhoogd om tot een gewenste verhoging van de inkomsten te komen. Circa 450 Euro extra op beide tarieven om tot een verhoging van 150.000 Euro aan inkomsten te komen. 3. De tarieven worden gelijkgesteld (naar 2.300 Euro) en er vindt nog een extra verhoging plaats over dit tarief. Dit is de meest extreme vorm van verhogen, maar biedt wel de mogelijkheid om het budget stedelijk groen te ontlasten van de kosten voor de begraafplaatsen. Eveneens wordt het product begraafplaatsen in één keer kostendekkend. Ook voor de komende jaren. Mogelijkheid 3 heeft als voordeel dat de tarieven dan voor langere tijd gehandhaafd kunnen blijven, behalve de jaarlijkse indexering. Overige kostendekkende maatregelen Wanneer het doel van 100% kostendekking bereikt moet worden, en de tarieven niet (teveel) mogen stijgen, moet er gekeken worden naar het verlagen van de kosten of het efficiënter en effectiever werken aan taken gerelateerd aan het product begraven. Dit is geen eenvoudige opgave. Een eventuele verlaging van de kosten gaat veelal gepaard met een verlaging van de serviceverlening en/of de mate van onderhoud op de begraafplaatsen. Dit is dan ook de reden dat veel gemeenten die het dekkingspercentage willen verhogen de tarieven verhogen. Andere mogelijke aanpassingen voor het verhogen van de dekking zijn: - een algemene verhoging van alle grafrechten en onderhoudsrechten (kan ook naast het gelijkstellen van de grafrechten tussen stad en buitendorpen) - het voorlopen tijdens een begrafenis door een gemeente ambtenaar wordt bij sommige gemeenten in rekening gebracht (bv. bij de gemeente Midden-Drenthe: 85 Euro) - niet alle onderhoudstaken voor de grafmonumenten zijn kostendekkend. Zo is bijvoorbeeld het schoonmaken/reinigen van de witte grindbakken op dat type graven een tijdrovend en kostbaar karwei. Het staat niet in verhouding tot een ‘gewone’ compleet van steen opgetrokken grafmonument. In feite zullen de kostprijzen voor onderhoud uit de verordening opnieuw tegen het ligt moeten worden herbezien. Er zijn gemeenten die een aanzienlijk hoger bedrag in rekening brengen voor graven met kiezelstenen (arbeidsintensief te onderhouden) van circa 15 Euro per jaar (dat is over 30 jaar 450 Euro extra inkomsten) per soortgelijk graf. - voor het afvoeren van grond van bijvoorbeeld een enkel of dubbeldiep graf of een enkele of dubbele grafkelder kunnen extra kosten in rekening gebracht worden. - het komt voor dat de begraafplaatsbeheerders voor een urnenbijzetting de bij te zetten urn persoonlijk afhalen bij het crematorium. Dit is geen wettelijke taak van de gemeente. Ook staan hier geen inkomsten tegenover in de verordening. In feite worden alleen voor de bijzetting van de urn zelf kosten in rekening gebracht. Voor het ophalen van urnenbussen bij de crematoria zou een kostendekkend tarief geheven kunnen worden (er worden nu geen kosten in rekening gebracht) of de activiteit zou geheel moeten komen te vervallen. - voor het verwijderen en afvoeren van afval dat steenhouwers achterlaten na plaatsing van een (urnen)monument zou een kostendekkend tarief geheven kunnen worden. Nadeel kan zijn dat er teveel administratieve handelingen gepleegd moeten worden, wat ook kosten met zich meebrengt. 5.2 Verhogen kostendekking door ruimingen en inbreiding Voor het garanderen van de begraaffunctie voor de lange termijn kan een aantal maatregelen worden uitgevoerd: inbreiding, ruiming, bovengronds begraven en uitbreiding van de bestaande begraafplaatsen en het aanleggen van nieuwe begraafplaatsen. De laatste twee opties verhouden zich niet met het door de gemeente Emmen gestelde doel van 100% kostendekking. Investeringen en uitbreidingen dragen wel bij aan het vergroten van het begraafoppervlak, maar zorgen ook voor een verhoging van de kostenkant (afschrijvingen en bijbehorende rente, verhoging onderhoudskosten). Inbreiding en ruiming echter kunnen een positieve bijdrage leveren aan de gewenste kostendekking.
Pagina 14 van 18
Inbreiding Diverse gemeenten in Nederland doen aan inbreiding. Bij inbreiding wordt ruimte binnen de begraafplaats benut voor grafruimte. In de meeste gevallen gaat het om groenstroken en gazons. Hierdoor wordt het oppervlak groen verkleind, en staan er extra inkomsten (grafrechten, etc.) tegenover. Vanuit het beeldkwaliteitperspectief is deze oplossing minder aantrekkelijk. Maar het is wel een keuze die gemaakt kan worden, die bijdraagt aan het verhogen van de kostendekking. Stringent ruimingsbeleid Op bijna alle begraafplaatsen in Emmen zijn graven voor onbepaalde tijd of voor eeuwig uitgegeven. Dit is een erfenis uit het verleden. Het is goed mogelijk om op die graven toch weer actuele rechten van toepassing te laten zijn waardoor ook de inkomsten weer kunnen worden gegenereerd. In de meeste verordeningen zijn voldoende openingen te vinden, en met goed juridisch afgedichte wijzigingen zijn veel rechten te actualiseren. De raad zal hierover een standpunt moeten innemen: ruimen of uitbreiden; dit met oog op begraafcapaciteit in de toekomst en de financiële besparingen die hiermee te bereiken zijn. Indien voor een stringent ruimingsbeleid wordt gekozen, zullen er diverse aanpassingen aan de (beheers)verordening gemaakt moeten worden. Tevens zullen extra uren ingezet moeten worden aan het ruimingsprogramma uitvoering te geven. Het zal een moeizaam proces worden, maar de opbrengsten kunnen aanzienlijk zijn. Door voldoende ruimte te creëren zullen uitbreidingen in principe niet meer nodig zijn. Er zullen geen grote investeringen meer nodig zijn. Ook zal een stringent ruimingsproces bijdragen in een naar verwachting aanzienlijke verlaging van de onderhoudskosten. Daarnaast kunnen er weer nieuwe inkomsten worden verwacht op de begraafplaatsen, immers: er is weer vrije ruimte om opnieuw te begraven. Bovengronds Begraven (een samenvatting uit het rapport) De begraafplaats in het dorp Nieuw-Amsterdam moet, om in de toekomst te kunnen voorzien in voldoende capaciteit, op korte termijn worden uitgebreid. Hiervoor is een gebied van ca. 0,5 ha beschikbaar. De grondslag van dit perceel en vooral de hoge grondwaterstand maken dat de aanleg van een begraafplaats met traditionele grondgraven alleen tegen zeer hoge kosten te realiseren is. Om die reden kan overwogen worden om over te gaan op bovengronds begraven. Omdat bovengronds begraven in sterke mate afwijkt van de traditionele manier van begraven die nu in Nieuw-Amsterdam gebruikelijk is, is het draagvlak hiervoor in Nieuw-Amsterdam gepeild. De kosten van bovengronds begraven zijn sterk afhankelijk van de aard van uitvoering en de omvang. De kosten liggen echter gemiddeld hoger dan van een traditioneel zand- of grondgraf. Ook zijn wand/galerijgraven gemiddeld duurder dan keldergraven omdat de wand/galerijgraven een fraaiere afwerking vragen. De uitkomsten van het – niet representatief- draagvlakonderzoek geven een gemêleerd beeld. Het is zeker niet zo dat bovengronds begraven in Nieuw-Amsterdam niet op draagvlak kan rekenen, 25% geeft aan te overwegen van bovengronds graven gebruik te zullen maken. Echter voor het grootste deel van de respondenten is op dit moment het realiseren van de uitbreiding met uitsluitend bovengrondse graven een stap te ver. Als aanvulling op het aanbod, mits goed vormgegeven, is het realiseren van bovengrondse graven in Nieuw-Amsterdam een mogelijkheid. Begraven op de begraafplaats in Veenoord is voor veel Nieuw-Amsterdammers een serieus alternatief voor een uitbreiding van de begraafplaats van Nieuw-Amsterdam met bovengrondse graven. Wel vindt men dat de inrichting van de begraafplaats van Veenoord aantrekkelijker moet worden. Aanbevelingen Uitbreiding van de begraafplaats in Nieuw-Amsterdam met uitsluitend bovengrondse graven lijkt op dit moment een stap te ver. Daarom wordt geadviseerd de capaciteitsuitbreiding te realiseren op de begraafplaats in Veenoord. De kosten die worden uitgespaard aan grondaankoop en inrichting kunnen gedeeltelijk worden gebruikt om de begraafplaats van Veenoord aantrekkelijker te maken. De begraafplaats in Nieuw-Amsterdam kent nog restcapaciteit. Door een zorgvuldig uitgiftebeleid kan deze worden gebruikt voor mensen voor wie begraven in Veenoord een onoverkomelijk probleem is. Andere mogelijkheden Er zijn voor de gemeente Emmen diverse opties waarmee extra inkomsten gegenereerd kunnen worden: - Wanneer de grafrechten verlopen, kunnen de kosten hiervoor bij verlenging opnieuw in rekening worden gebracht bij de eigenaar van het graf. Wanneer dit niet actief wordt opgepakt en er ook niet geruimd, dan .wordt er dus kosteloos gebruik gemaakt van een graf. Verlenging van grafrechten zou actief moeten Pagina 15 van 18
-
5.3
worden opgepakt. Hiervoor zal tijd vrijgemaakt moeten worden bij de administratie en zal de aanwezige administratievoorziening optimaal moeten worden ingezet. Ten aanzien van urnenplaatsing. Landelijk gezien worden steeds meer de urnenbijzettingen gerealiseerd. Urnentuinen zijn hiermee een goede investering. Er zijn gemeenten die taken uitvoeren (onderhoud graven zelf, reparaties, etc.) in opdracht van nabestaanden tegen een kostendekkend tarief. Dit kan extra inkomsten met zich meebrengen. Algemene graven na het verstrijken van de uitgiftetermijn ruimen. Een tegenwoordig algemeen gebruikte techniek voor het ruimen van graven is het zogenaamde schudden van graven. Dit houdt in dat de begraven stoffelijke overschotten door middel van trilling dieper de grond in wegzakken. Op die plek kan dan weer opnieuw worden begraven. Alle regels in de wet aangaande ruiming (artikel 31 Wlb) zijn op schudden van toepassing. Het schudden van graven is de oudste en eenvoudigste vorm voor het ruimen van graven. Inrichting, Onderhoud en Beeldkwaliteit
Groenonderhoud
Het (groen)onderhoud van de begraafplaatsen is de grootste kostenpost in de begroting van de begraafplaatsen. In de productraming wordt hiervoor 14.080 uren geraamd. De bijbehorende kosten zijn 491.074 Euro. Een verlaging van de onderhoudskosten heeft veelal tot gevolg dat het onderhoudsniveau of de beeldkwaliteit zal verminderen. Dit is een politiek/bestuurlijke keuze. Er zijn ook besparingen te behalen op de kosten voor onderhoud, door op een andere manier (planmatiger) met groenonderhoud om te gaan op de begraafplaatsen. Momenteel ligt aan het uit te voeren onderhoud geen onderhoudsplan of groenplan ten grondslag. Door voor elke begraafplaats een onderhoudsplan (groen) op te stellen kunnen besparingen gerealiseerd worden. De uren voor het onderhoud groen en het algemeen onderhoud kunnen aan de hand van de planning effectiever worden benut. Dit kan een reductie van uren personeel en middelen en de aankoop van (plant)materiaal opleveren. Tevens kan door een aanpassing van de Verordening op de Lijkbezorging op termijn de onderhoudskosten worden gereduceerd: heruitgave van verlopen grafrechten voor de maximale periode van 1 jaar opnemen in de Beheersverordening begraafplaatsen en de gemeentelijke verordening op de lijkbezorging. Na het verlopen van deze periode kan tot ruiming worden overgegaan. Dit bespaart uiteindelijk op de onderhoudskosten (relatie met het onderdeel stringent ruimingsbeleid). Schaalvergroting en kostenbesparende inrichting Emmen is in de jaren 50, 60 en 70 van een boerenbrinkdorp tot een ‘new town’ met stadse allure uitgegroeid. De bevolkingsgroei over deze periode heeft tot gevolg gehad dat de bestaande begraafplaatsen inmiddels hun capaciteit bereikt hebben. Uitbreiding van de aanwezige begraafplaatsen was uit ruimtegebrek sporadisch mogelijk. Besloten werd tot de aanleg van een groot begraafpark (het Oeverse Bos) om de Emmense begraafcapaciteit veilig te stellen voor de toekomst. Dit begraafpark is modern ingericht, met een onderhoudsvriendelijke inrichting (dus kostenbesparend). De vier bezochte begraafplaatsen lieten vanuit het totaalbeeld gezien een goed verzorgde en beheerde indruk achter (waaronder het Oeverse Bos). Op alle begraafplaatsen was het onderscheid tussen de oude delen van de begraafplaatsen en de ‘nieuwe’ delen direct waarneembaar. Deze variabele inrichting van de gemeentelijke begraafplaatsen maakt het onmogelijk om een eenduidig begraafproces in te richten. De oude delen van de begraafplaatsen maken het bijvoorbeeld onmogelijk om machinaal te graven. Ook zal op de oude delen het dichten van het graf handmatig moeten worden uitgevoerd. Dit kost aanzienlijk meer tijd dan het machinaal graven en het met een kiepkar dichten van een graf. Op het modern ingerichte begraafpark (het Oeverse Bos) en de nieuwe delen van de andere begraafplaatsen kan wel overal machinaal worden begraven. Een bijkomend probleem is dat een Pagina 16 van 18
efficiënte en eenduidige werkwijze voor het daadwerkelijk begraven en onderhoud voor een groot deel bemoeilijkt wordt door de inrichting van de oude delen van de begraafplaatsen. Zo bemoeilijken de smalle paden op de oude gedeeltes het machinaal begraven en het machinaal onderhoud. De nieuwe delen zijn vaak ruimer ingericht met minimale breedtes voor de paden. Ook bemoeilijken brede heggen de uit te voeren werkzaamheden op de begraafplaatsen. Deze te brede heggen zijn echter zowel op de oude als nieuwe delen te vinden. Het is een goede optie voor sommige begraafplaatsen om de grafbeplanting op oude grafvlakken te verwijderen en de ontruimde grafvakken onderhoudsvriendelijk(er) in te richten. Bij het inrichten en ontwerpen van de (toekomstige) begraafplaatsinrichtingen zal er meer aansluiting moeten worden gevonden bij een laag onderhoudskosten niveau (zoals het Oeverse Bos). Ook zouden in dit proces de ervaringen en kennis van de grafdelvers meer moeten worden meegenomen, in ieder geval meer dan tot heden het geval is geweest. Het team Inrichting (dienst Gebied, afdeling Inrichting & Beheer) draagt zorg voor het ontwerp van groen op en voor de inrichting van de begraafplaatsen. Op de begraafplaatsen valt te constateren dat bij de inrichting en bijbehorende groenontwerpen niet altijd rekening wordt gehouden met bovengenoemde bedrijfsmatige en kostenbesparende criteria. Hoewel de ontwerpen voldoen aan de eisen die er indertijd werden gesteld, zal een herbezinning over hoe we hier van nu af aan mee moeten omgaan noodzakelijk zijn. Er is een directe relatie tussen de inrichting van een begraafplaats en de te maken kosten voor onderhoud. Zo zijn bijvoorbeeld de tot op heden ongebruikte familiegraven op het Oeverse Bos te noemen. Er zijn kosten gemaakt voor het ontwerp en de aanleg van deze familiegraven, maar er staan tot op heden geen inkomsten tegenover. Of het achterliggende concept aanslaat bij de burgers valt nog steeds te bezien. Daarbij komen ook nog de extra kosten voor het jaarlijks onderhoud van het groen (de heggen) rondom deze graven. Een ander voorbeeld is de inrichting van de grafvelden op het Oeverse Bos, deze is niet efficiënt te noemen vanuit een bedrijfsmatig perspectief bekeken. Op hetzelfde oppervlak terrein kunnen met behoud van voldoende gazon (dit was een ontwerpcriterium) de hoeveelheid graven eenvoudig met 100 á 150 worden uitgebreid per grafveld. Inde verordening is tevens vermeld dat op het Oeverse Bos twee diep zal worden begraven. In de praktijk blijkt dit niet altijd te gebeuren en worden twee graven naast elkaar geplaatst (1 diep). Dit is uiteraard niet kosteneffectief. Voor hetzelfde (graf)oppervlak hadden dan meer inkomsten kunnen worden ontvangen. Advies: nader onderzoek naar de mogelijkheden om de bezettingsgraad per grafvlak op het Oeverse Bos te verhogen wordt dan ook aanbevolen. 5.4 Administratieve processen en werkwijze De gemeente Emmen kent een drietal uitvaartverzorgers die ongeveer 75% van de uitvaarten voor hun rekening nemen (Monuta, De Laatste Eer en Nieuw Amsterdam uit Coevorden). De overige 25% van de uitvaartverzorgers wordt ingevuld door kleinere ondernemingen (ook van buiten). Er zijn 3 personen binnen de gemeentelijke organisatie aangewezen als contactpersoon voor de begrafenissen en vragen hierover. Eén verantwoordelijke en een 1ste en 2de vervanging (bijvoorbeeld bij afwezigheid door andere taken, vakanties, roulerende weekenden of ziekte). De vervanging is noodzakelijk verdeeld over drie personen, aangezien er anders onvoldoende back-up is bij ziekte of vakanties. Daarnaast zijn zij verantwoordelijk voor de begraafplaatsadministratie. De drie contactpersonen begraafplaatsen onderhouden direct contact met de grafdelvers. Ze geven begrafenissen en eventuele aanvullende informatie door. Veel van dit contact verloopt telefonisch en via handgeschreven documenten. Daarnaast is op de begraafplaats het Oeverse Bos faxverkeer mogelijk. Deze werkwijze maakt het proces administratief en communicatief kwetsbaar. Gezien het bovenstaande, strekt het tot de aanbeveling om te investeren in het verbeteren van de communicatie tussen de verschillende partijen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden: - Investeren in communicatiemiddelen zoals computers en toegang tot internet (e-mail) en het netwerk van de gemeente. Hierdoor kunnen de (toekomstige) begraafplaatsbeheerders zelf in de begraafplaatsplanning Pagina 17 van 18
kijken en kan een deel van de communicatie via de mail verlopen. Een mogelijk voordeel hiervan is dat de begraafmachineplanning en de gewone planning eenvoudiger op elkaar af te stemmen zijn. Ook kunnen beheerders makkelijker onderling zo informatie uitwisselen. Daarnaast kan het WBU dan ingezet worden voor het registreren van uren en het organiseren van verlof en vakantiedagen. Wanneer gekozen wordt om de begraafplaatsbeheerders van computers te voorzien, wordt het ook mogelijk om in de toekomst de administratie verder te moderniseren met bijvoorbeeld een geautomatiseerd planningsysteem voor begrafenissen en bijzettingen waartoe ook uitvaartverzorgers en steenhouwers toegang kunnen krijgen. - Een deel van de administratieve taken plaatsen bij de begraafplaatsen zelf (bv. op het Oeverse Bos). Zo moet de basisadministratie wekelijks worden bijgehouden door diverse wijziging in het GBA (bv. verhuizingen). Dit wordt nu gedaan vanuit het team Beheer. Er kunnen beheerders die ook dit deel van administratie kunnen uitvoeren, worden ingezet. Daarnaast biedt dit mogelijkheden voor sneller administratief onderzoek die benodigd is voor het voorbereidingen van ruimingen. De dagelijkse communicatie vindt veelal plaats via de (mobiele) telefoon. Naast het gebruik van telefonie is op de begraafplaats het Oeverse Bos ook nog een fax aanwezig. De beheerders hebben nog niet de beschikking over een netwerkcomputer en geen toegang tot e-mail op de werkplek. Diverse werkgerelateerde mailstukken en poststukken worden naar de medewerkers thuis verzonden door de gemeentelijke organisatie. Op zich een praktische oplossing, maar niet de beste vorm van communicatie tussen werknemer en werkgever. In een afzonderlijke, inmiddels geaccordeerde, Collegenotitie is hierop ingegaan en de genoemde maatregelen worden uitgevoerd. Zie de bijlage.
Pagina 18 van 18