Bes te m mi ngs p l an K l a a r ka m p - Mo le nst r a at , Ger k es k lo ost e r -S t ro o bo s
VAS T G ES T EL D
Be stemming s plan K laa rkamp-Molen s traa t, Gerkesklooster-Stroo bos
VASTGESTEL D
Inhoud
Toelichting + bijlagen Regels + bijlage Verbeelding
18 april 2013 Projectnummer 005.00.06.41.00
O v e r z i c h t s k a a r t
T o e l i c h t i n g
005.00.06.41.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
2
3
Inleiding
5
1.1
Aanleiding en doelstelling
5
1.2
Karakter van het plan
5
1.3
Plangebied
6
1.4
Leeswijzer
6
Planbeschrijving
9
2.1
Bestaande situatie
9
2.2
Toekomstige situatie
Beleid
5
15
3.1
Rijksbeleid
15
3.2
Provinciaal beleid
16
3.3
Regionaal beleid
17
3.3.1
Regionale woningbouwafspraken
18
3.3.2
Nieuwe woningbouwafspraken
19
3.4 4
11
Gemeentelijk beleid
19
Beperkingen
27
4.1
Geluidhinder
27
4.2
Hinder van bedrijvigheid
32
4.3
Externe veiligheid
33
4.4
Archeologische en cultuurhistorische waarden
36
4.5
Waterparagraaf
39
4.6
Ecologische waarden
40
4.6.1
Beschermde gebieden
40
4.6.2
Beschermde soorten
40
4.6.3
Resumerend
41
4.7
Luchtkwaliteit
41
4.8
Bodemkwaliteit
44
4.9
Parkeervoorzieningen
45
Juridische toelichting
47
5.1
Inleiding
47
5.2
Bestemmingsplanprocedure
49
5.3
Bestemmingen
50
005.00.06.41.00.toe
6
7
Inspraak en overleg
53
6.1
Inspraak
53
6.2
Overleg
53
Economische uitvoerbaarheid
Bijlagen
005.00.06.41.00.toe
55
I n l e i d i n g
1.1
Aanleiding en doelstelling Onderhavig bestemmingsplan is opgesteld voor een locatie in het dorp Gerkesklooster-Stroobos. Het betreft een locatie waarop in de huidige situatie het bedrijf De Haan Zonwering was gevestigd. Het betreffende bedrijf is gestopt en dat biedt ruimte voor een herontwikkeling voor de bouw van 15 appartementen, twee penthouses en twee bedrijfsruimtes van circa 100 m2.
1.2
Karakter van het plan Met onderhavig bestemmingsplan wordt voorzien in de beoogde ontwikkeling. Het plan is afgestemd op de systematiek van de actualiseringsplannen die de laatste jaren zijn vervaardigd en voldoet aan de wettelijke eisen zoals die zijn vastgelegd. Met het vaststellen van het voorliggende bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan Gerkesklooster-Stroobos, vastgesteld door de gemeenteraad op 25 september 1975 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 20 december 1976, gedeeltelijk herzien. Er is inmiddels een herziening van het bestemmingsplan Gerkesklooster–Stroobos opgesteld, in het kader van de actualiseringsplicht. Het voorliggende bestemmingsplan is passend binnen de plansystematiek van dit nieuwe bestemmingsplan, dat als voorontwerp reeds ter inzage heeft gelegen. Het nieuwe bestemmingsplan voor Gerkesklooster–Stroobos is een conserverend bestemmingsplan. Hierbinnen zijn geen nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Het voorliggende bestemmingsplan ziet op een nieuwe ontwikkeling in het gemengde gebied van Gerkesklooster–Stroobos. Om deze reden is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld. In aansluiting op het reeds opgestelde nieuwe bestemmingsplan voor Gerkesklooster–Stroobos, zijn de gronden die vallen binnen het voorliggende bestemmingsplan bestemd voor ‘Gemengd’. De voorliggende toelichting geeft een beschrijving van de voorgenomen ontwikkeling binnen het plangebied. De regels van het voorliggende bestemmingsplan zijn in aansluiting op het nieuwe bestemmingsplan voor Gerkesklooster–Stroobos opgesteld. Daarmee is in het voorliggende bestemmingsplan niet voorzien van een maatwerkregeling, maar een regeling die passend is binnen de gebiedsbenadering van het dorp Gerkesklooster–Stroobos. De voorgenomen ontwikkeling is passend binnen de gebiedsbenadering, het gemengd gebied.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
5
1.3
Plangebied De ligging van het plangebied is zowel op de topografische kaart voorafgaand aan deze toelichting als wel op de luchtfoto in figuur 1 en de situatiekaart in figuur 2 weergegeven. PLANBEGRENZING
Het plangebied ligt op de hoek Klaarkamp–Molenstraat en grenst verder aan een aantal aanliggende erven. De huidige situatie is te typeren als een gedateerd bedrijfsterrein dat als een storende plek kan worden beschouwd in het dorp. Het nieuwe plan beoogt dit te verbeteren. Aan de zuidkant van het plangebied ligt de Friese Streek. Deze straat ligt aan de oude loop van het Prinses Margrietkanaal. Achter de bebouwingswand aan de Friese Streek is in de loop der jaren bedrijfsbebouwing ontstaan. Die ontwikkeling kreeg ter plaatse van de Klaarkamp een vervolg met de aanleg van de gebouwen op de hoek met de Molenstraat. De bebouwing op deze percelen bestaat uit diverse bedrijfsgebouwen waarvan het gedeelte op de hoek met de Molenstraat plat is afgedekt. Aan de westzijde grenst het plangebied aan een aantal achtererven. Aan de oostkant ligt een openbaar pleintje waarop een muziekkoepel staat.
Figuur 1. Luchtfoto van plangebied (bron: Bing Maps, 2010)
1.4
Leeswijzer De toelichting is als volgt opgebouwd. Na deze inleiding is in hoofdstuk 2 ‘Planbeschrijving’ de huidige en nieuwe situatie verwoord. In hoofdstuk 3 is het beleidskader aan de orde gesteld, waarin relevant beleid van zowel Rijk,
6
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
provincie, de regio en de gemeente de revue passeren. In hoofdstuk 4 is ingegaan op de beperkingen die in en om het plangebied een rol spelen. In hoofdstuk 5 is een (juridische) toelichting op de regels gegeven. In hoofdstuk 6 zijn de resultaten van de inspraak en het overleg (ex artikel 3.1.1. Bro) opgenomen. In hoofdstuk 7, ten slotte, is de economische uitvoerbaarheid van het plan beschreven.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
7
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Bestaande situatie Gerkesklooster-Stroobos is een combinatie van het komdorp Gerkesklooster, dat op een terp is ontstaan nabij het klooster Klaarkamp, met het lintdorp Stroobos, dat is uitgegroeid tot een zelfstandig dorp. Het buurtschap Stroobos is van oorsprong ontstaan als bebouwingslint langs het Hoendiep. Vanaf de 20ste eeuw heeft een geleidelijke uitbreiding van Gerkesklooster in zuidelijke richting plaatsgevonden en is Stroobos vanaf de tweede helft van de 19de eeuw in westelijke richting langs het Knillesdjip richting Gerkesklooster gegroeid. De dorpen vormen thans één aaneengesloten geheel. Gerkesklooster betreft het westelijke deel en Stroobos het oostelijke deel van het tweelingdorp. In beide dorpen is geen duidelijke kern die historisch verklaard kan worden. KAARTBEELD 1850 EN 1914
KAARTBEELD 1965 EN 2004
Figuur 2. Topografische kaarten van het gebied uit diverse jaren
Tot 1993 werd Stroobos doorsneden door de grens met de gemeente Groote-
GESCHIEDENIS STROOBOS
gast, die tegelijk ook de grens met de provincie Groningen vormde. Inmiddels heeft een grenscorrectie plaatsgevonden en is het Groningse deel van Stroobos naar Achtkarspelen overgegaan en is daarmee in Friese handen gekomen. Deze situatie verklaart de ruimtelijke opbouw met een onbebouwd gebied ten westen van Sarabos en zuidwestelijk van De Lege Finne. Dit onbebouwde gebied is voor agrarische doeleinden in gebruik. Ruimtelijk gezien zijn de beide dorpen
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
9
overigens niet volledig van elkaar gescheiden, aangezien het kruispunt van de oost-westlopende route (Friese Streek-Hoendiep Noordzijde en Het BreedGroninger Streek) en de noord-zuidlopende route (Miedweg-Sarabos) elkaar raken. Situering Achtkarspelen is een uitgestrekte plattelandsgemeente in het noordoosten van de provincie Fryslân. In de gemeente komt een drietal verschillende landschapstypen voor, te weten het kustlandschap, het veenlandschap en het dekzand- en keileemlandschap. Het dorp Gerkesklooster-Stroobos ligt in de noordoosthoek van de gemeente. Dit is een kleigebied dat het typische karakter van de noordelijke wouden mist. Het gebied heeft een kleibovengrond, is opener en kent restanten van voormalige prielen en slenkbeddingen (microreliëf en slotenpatroon).
Figuur 3. Kaartbeeld Landschapstypenkaart (bron: Provinsje Fryslân, 2006/2010)
Het plangebied ligt geheel binnen het dorp. De bebouwing aan de Friese Streek vormt onderdeel van de 19e – 20e eeuwse lintbebouwing langs het water. Deze bebouwing vormt geen onderdeel van het plangebied. De achterliggende bedrijfsbebouwing maakt wel deel uit van het plangebied en wordt geheel verwijderd.
10
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Figuur 4. Foto’s van het plangebied (bron: Google Earth)
2.2
Toekomstige situatie In de nieuwe situatie wordt de bedrijfsbebouwing verwijderd en daar voor in de plaats komt een appartementengebouw in combinatie met twee bedrijfsunits. In deze bedrijfsunits kunnen zich bij voorbeeld een kapsalon of een zorgsteunpunt vestigen. Het erf wordt ingericht ten behoeve van parkeren en tuin. De belangrijkste bouwmassa wordt gevormd door het appartementencomplex met bedrijfsunits. Het hoofdgebouw is een samengesteld volume bestaande uit twee langgerekte delen die enigszins gedraaid ten opzichte van elkaar staan. Het middengebied wordt ingevuld met een atrium (oftewel een overkapte binnenruimte). Het hoofdgebouw houdt meer afstand ten opzichte van de belendingen dan de huidige bedrijfsgebouwen. Aan de zijde van de Molenstraat komen de koppen van de twee langgerekte volumes te liggen. Daarbij wordt een rooilijn aangehouden die evenwijdig met de straat loopt en net als de overige bebouwing, iets ten opzichte van elkaar verspringt. Tussen de beide delen komt een entree van het gebouw. De entree springt terug ten opzichte van de voorgevel zodat de koppen van de twee langgerekte volumes het beeld aan de straat bepalen. De hoofdentree bevindt zich aan de pleinzijde, uitgevoerd als doorgang in het bouwvolume, twee lagen hoog en uitmondend in het atrium. De tussenruimte tussen de beide bouwdelen is weliswaar transparant, maar niet gedacht als “hoofd”entree. Wel zijn er uitgangen gedacht. De twee langgerekte volumes zijn drie bouwlagen hoog. Op een deel van het volume wordt een 4e bouwlaag aangebracht ten behoeve van een tweetal penthouses. De positie van de 4e bouwlaag is zo gekozen dat deze vanaf de Mo-
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
11
lenstraat niet domineert. Aan de zijde van de Molenstraat blijft de meest merkbare bouwmassa daarmee beperkt tot 3 bouwlagen. Vanaf de hoek Molenstraat-Klaarkamp toont de oostelijke gevel eerst drie bouwlagen en daarna volgt het deel met vier bouwlagen om vervolgens weer terug te gaan naar drie bouwlagen. Het deel met vier bouwlagen accentueert de ligging aan het pleintje. De bebouwingsmassa is ten opzichte van de oude situatie duidelijk hoger doordat nu in drie en deels vier bouwlagen wordt gebouwd. Door de positie en compositie van bouwvolumes is er sprake van een zorgvuldige inpassing. Het bouwwerk komt op een ruime afstand van de achtererven aan de Friese Streek te liggen. In de tussenruimte wordt de toegang tot het erf gevonden en is ruimte voor groen. Op het erf worden verder parkeervoorzieningen aangebracht. Zowel in de vorm van deels overkapte parkeerplaatsen. Het plan voorziet in meeontworpen erfafscheidingen zodat naar de omliggende percelen nette randen ontstaan.
Figuur 5. Situatie (bron: De Twee)
12
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Figuur 6. Gevelopstanden (bron: De Twee)
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
13
B e l e i d
Voor zover relevant voor het plangebied is in dit hoofdstuk het beleidskader van het Rijk en provincie uiteengezet. Ook de gemeente heeft, al dan niet in regionaal verband, beleid ontwikkeld. Ook hier is in het kort aandacht aan besteed in dit hoofdstuk.
3.1
Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) Op 13 maart 2012 is de “Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte” (SVIR) van kracht geworden. De SVIR heeft diverse nota’s vervangen, zoals de Nota Ruimte en Nota Mobiliteit. Ook zijn met de SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken vervallen die zijn benoemd in de Agenda Landschap, Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In de SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. Dit betreft een nieuw, integraal kader dat de basis vormt voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt: ‐
Vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland.
‐
Verbeteren van de bereikbaarheid.
‐
Zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.
Het Rijk zet in op topsectoren zoals logistiek, water, hightech, creatieve industrie, chemie en voedsel en tuinbouw, waar de kracht van Nederland ligt ten opzichte van internationale concurrenten. De bereikbaarheid en mobiliteit van personen en goederen is daarbij van groot belang. Ontwikkelingen in leefbaarheid en veiligheid hangen sterk samen met bevolkingsgroei en in krimp. De veranderende behoeften op het gebied van wonen en werken leggen daarbij een extra druk op een markt waar de totale vraag afneemt: kwaliteit gaat voor kwantiteit. De ambitie is dat in 2040 de woon-werklocaties in steden en dorpen aansluiten op de kwalitatieve vraag en dat locaties voor transformatie en herstructurering zoveel mogelijk worden benut. Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in de SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio’s. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
15
hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.
3.2
Provinciaal beleid Streekplan Fryslân (2007) Op 13 december 2006 is door Provinciale Staten het “Streekplan Fryslân 2007: Om de kwaliteit fan de romte” vastgesteld. Het streekplan geeft de visie van Provinciale Staten op het ruimtelijk beleid van de provincie weer. Het streekplan vormt de basis van het provinciale beleid voor de periode 2006 tot 2016. Centraal in het streekplan staat het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’. Hiermee bedoelt de provincie dat in ruimtelijke plannen, in ontwerpen en in de uitvoering expliciet gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde worden toegevoegd aan de omgeving. Deze drie waarden waarborgen op de langere termijn een doelmatig gebruik en herkenbaarheid van de ruimte. Het betekent ook een ruimtelijke inrichting die bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. Bij een duurzame ontwikkeling wordt voorzien in de behoeften van de huidige generatie, zonder daarbij de behoeften van toekomstige generaties in gevaar te brengen. De provincie wil deze doelstellingen koppelen aan een krachtige sociaaleconomische ontwikkeling in een leefbare omgeving, waarbij tegelijkertijd wordt ingezet op de instandhouding en het verder ontwikkelen van aanwezige bodem-, water-, landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Vanuit deze doelstellingen kiest de provincie voor concentratie van wonen, werken en voorzieningen in stedelijke bundelingsgebieden. De provincie streeft naar het behoud van waardevolle gebouwen, de afbraak van beeldverstorende bebouwing en het afronden en opknappen van onsamenhangende bebouwing; dit door nieuwe vormen van wonen, werken, recreëren en verzorging in dergelijke bebouwing te stimuleren. In het streekplan valt Gerkesklooster-Stroobos onder de “overige kernen”. In de hiërarchie van het streekplan betreffen overige kernen de kleinste dorpen, zonder volwaardig voorzieningenniveau. Bij de toekomstige ontwikkeling van de provincie ligt de nadruk op de steden en de regionale centra, zoals Dokkum, Buitenpost en Surhuisterveen. In dorpen als Gerkesklooster-Stroobos zijn ontwikkelingen toegestaan, voor zover die passen bij de schaal en ruimtelijke karakteristiek van het dorp.
16
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Provinciale Verordening Romte Fryslân (15 juni 2011) Het Streekplan Fryslân uit 2007 heeft op basis van het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) de status van structuurvisie gekregen. Met de invoering van de Wro is de goedkeuringsbevoegdheid van bestemmingsplannen van de gemeente vervallen. De provincie heeft daarentegen wel de mogelijkheid gekregen om een provinciale verordening op te stellen. In 2010 heeft de Provinsje Fryslân derhalve het initiatief genomen om te komen tot de Provinciale Verordening Romte (PVR). Deze is op 15 juni 2011 vastgesteld en is per 1 augustus 2011 in werking getreden. In de PVR is aangegeven welk onderwerpen de provincie van provinciaal belang acht en op welke wijze de provinciale belangen moeten worden vertaald in gemeentelijke ruimtelijke plannen. Als daaraan niet wordt voldaan, zal de provincie een zienswijze indienen en eventueel een aanwijzing geven als onvoldoende aan die zienswijze tegemoet wordt gekomen. Het streekplanbeleid, zoals dat hiervoor is aangegeven, is in het kader van de verordening voorzien van concrete beleidsregels. Derde Waterhuishoudingsplan Fryslân 2010-2015 & Waterbeheerplan 2010-2015 Het “Derde Waterhuishoudingsplan Fryslân: Wiis Mei Wetter” geeft de doelen
WATERHUISHOUDINGSPLAN
weer die de provincie in de periode 2010-2015 wil bereiken. Het waterhuishoudingsplan staat centraal in de provinciale besluitvorming. Het Wetterskip Fryslân ontvangt dit provinciale plan als kader voor het waterbeheer in Fryslân. Het plan geeft eveneens de kaders aan voor het rioleringsbeheer van gemeenten en het eigen provinciale beleid. Het waterhuishoudingsplan is de verbindende schakel tussen het ruimtelijke en economische beleid van de provincie en het waterbeheer. Bovendien is het een structuurvisie voor het ruimtelijke beleid. Dit houdt in dat het plan, op de onderdelen die hierop betrekking hebben, dezelfde status heeft als het streekplan. De hoofddoelstelling voor het waterbeleid in Fryslân luidt als volgt: “Het hebben en houden van een veilige en bewoonbare provincie en het in stand houden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, zodat een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd”.
3.3
Regionaal beleid Regiovisie Noordoost-Fryslân (2003) De vier gemeenten in Noordoost-Fryslân (Achtkarspelen, Dantumadeel, Dongeradeel en Kollumerland c.a.) hebben in het NOFA-verband op 28 augustus 2003 de “Regiovisie Noordoost-Fryslân: Sterk op eigen wijze” vastgesteld voor de periode tot 2015. Dit heeft mede in reactie op de startnotitie voor het streekplan plaatsgevonden. Doel van deze visie was om tot een gezamenlijke visie te komen, die kan leiden tot versterking van de regio. Het gaat om een visie op
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
17
hoofdlijnen, die de koers voor de regio Noordoost-Fryslân aangeeft. De missie voor de regio is het behoud van de bestaande bevolking en werkgelegenheid. Noordoost-Fryslân heeft al veel te bieden, maar heeft ook potenties die nog ontwikkeld moeten worden. Door middel van samenwerking tussen de vier gemeenten wordt gestreefd naar de ontwikkeling van die potenties. De regiovisie richt zich op een sociaaleconomische ontwikkeling met behoud en versterking van kwaliteit. In de Regiovisie wordt aangegeven dat, ondanks de vele kwaliteiten van Noordoost-Fryslân, zoals de grote variatie in landschapstypen, voorzieningen en de vele woonkernen, de prestaties op sociaaleconomisch terrein achterblijven. Dit wordt mede veroorzaakt door een ongunstige productiestructuur, een traditionele samenstelling van de beroepsbevolking en de werkgelegenheid, en het onvoldoende profiteren van de recreatieve mogelijkheden die de regio te bieden heeft. Een achttal hoofdkoersen is omschreven: 1.
ontwikkeling als ‘woonregio’;
2.
koesteren van de bestaande bedrijvigheid;
3.
selectief uitbouwen van nieuwe economische dragers;
4.
ontwikkelen en uitbouwen van de recreatieve sector;
5.
selectief ontwikkelen van de landbouw;
6.
kennis- en innovatieoffensief;
7.
versterken van de zorgstructuren in de regio;
8.
benutten van landschappelijke kwaliteiten en behoud en versterking van natuur.
Concreet betekent dit voor de plattelandskernen dat er woningen gebouwd kunnen worden die beantwoorden aan de lokale behoefte. In de regio dienen echter ook nieuwe woonmilieus te worden toegevoegd, om nieuwe inwoners naar Noordoost Fryslân te trekken. Wat de voorzieningen in de plattelandskernen betreft wordt gestreefd naar instandhouding van het bestaande niveau. Het beleid richt zich onder andere op het behouden en versterken van de onderwijsvoorzieningen. Wat betreft de overige voorzieningen is het streven gericht op het behouden van de bestaande voorzieningen in de dorpen en steden. 3 . 3 . 1
Regionale woningbouwafspraken
De NOFA-gemeenten zijn op basis van de provinciale voorzet uit de “Notitie regionale woningbouwafspraken” overeengekomen dat uitgangspunt is dat gemeenten hun restrichtgetal behouden (opgeteld 1226). Het programma dat op basis van de prognoses aan dit richtgetal kan worden toegevoegd (te weten 53 woningen) wordt verdeeld op basis van het gemeentelijke aandeel in de regio. Dit heeft geresulteerd in de hierna getoonde verdeling.
18
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Tabel 1. Verdeling bouwruimte woningen in de regio Noordoost 2008-2016 Regio Noordoost
Restant
Aandeel
richtgetal
in regio
Extra ruimte
Basisruimte
1226
100%
53
1279
Achtkarspelen
418
32.7%
17
435
Dantumadiel
222
21.8%
12
234
Dongeradeel
394
30.5%
16
410
Kollumerland c.a.
192
15.0%
8
200
(peildatum 1-1-08) Totaal
De NOFA-gemeenten zijn verder overeengekomen dat voorkomen moet worden dat een deel van het regionale programma (dat wil zeggen buitenstedelijke woningbouwmogelijkheden) voor de regio verloren gaat op het moment dat woningbouwplannen niet voor 2016 worden gerealiseerd. Dit vraagt om een goede monitoring en zo nodig een herijking van de afspraken. Om die reden is afgesproken dat gezamenlijk, in aansluiting op de provinciale systematiek, een systeem zal worden ontwikkeld voor de monitoring van de ontwikkelingen op de woningmarkt. Verder is afgesproken dat een eerste herijking van de woningbouwafspraken in 2012 zal plaatsvinden. Dit traject loopt momenteel nog. Streven is om het contingent flexibel (gemeentegrensoverschrijdend) in te zetten om zo de markt optimaal te bedienen. 3 . 3 . 2
Nieuwe woningbouwafspraken
Op 11 juni 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de nieuwe woningbouwafspraken met de provincie en tussen de NOFA-gemeenten onderling. Belangrijk onderdeel van deze afspraken vormt het verschil in benadering van het buitenstedelijk en binnenstedelijk bouwen. Volgens de overeengekomen verdeelsleutel is voor Achtkarspelen een aantal te bouwen woningen van 435 beschikbaar voor de periode 2008 - 2016. Daarvan is 60% maximaal bestemd voor buitenstedelijke uitbreiding (261 woningen). Voor binnenstedelijk bouwen is gekozen voor het zogenaamde “plafondloos bouwen”, hetgeen betekent dat de gemeente ingeval van herstructurering en inbreiding de ruimte heeft om meer dan het resterende aandeel van 40% te bouwen. Het voorliggende plan voorziet in de bouw van 17 nieuwe woningen in binnenstedelijk gebied. In de volgende paragraaf wordt verder ingegaan op de volkshuisvestelijke onderbouwing.
3.4
Gemeentelijk beleid Structuurplan Achtkarspelen 1995-2010 (1999) Het “Structuurplan Achtkarspelen 1995-2010” is door de gemeenteraad vastgesteld op 28 oktober 1999. Het plan bevat het beleid met betrekking tot de ruimtelijke ontwikkeling van Achtkarspelen zoals dat het gemeentebestuur voor ogen staat. Voor de nog op te stellen bestemmingsplanherzieningen voor
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
19
de dorpen biedt het structuurplan een belangrijk toetsingskader. Naast een algemene, integrale ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor de gehele gemeente is deze visie uitgewerkt op het niveau van de verschillende dorpen. BEVOLKING EN
In het structuurplan is gesteld dat de uitbreidingsmogelijkheden van Gerkes-
WONINGBOUW
klooster-Stroobos beperkt zijn vanwege de natuurlijke barrière die het P.Mkanaal vormt en door de aanwezigheid van een aantal ingevolge de Wet geluidhinder gezoneerde bedrijven. Voor Gerkesklooster-Stroobos is aangegeven dat het gebied tussen Sarabos en De Oude Vaart als woningbouwlocatie voor de komende 15 jaar in aanmerking komt (De Lege Finne). Hierdoor wordt de relatie van het voormalige Groninger deel van Stroobos met de rest van het dorp versterkt. Het zogenaamd wonen aan het water zou op deze plek mogelijk kunnen worden gemaakt door de aanleg van een verbinding met De Oude Vaart. In Gerkesklooster is inbreiding mogelijk aan de Gauw. Bij nieuwbouw van woningen zal aandacht worden besteed aan de huisvestingssituatie voor ouderen en jongeren. Het gebied aan De Oude Vaart aan de noordoostkant van het dorp komt mogelijk in aanmerking voor realisatie van een aanlegplaats voor woonschepen.
BEDRIJVEN EN
Door de ligging in de kanaalzone in de gemeente komt Gerkesklooster-Stroobos
WERKGELEGENHEID
in aanmerking voor vestiging van grootschalige, watergebonden bedrijven. Langs De Friese Streek/Het Breed/De Groningerstreek zal ruimte moeten worden geboden aan kleinschalige ambachtelijke en dienstverlenende bedrijven. Voor uitbreiding van de bestaande bedrijven zullen waar mogelijk de planologische voorwaarden worden verruimd. Voorts streeft de gemeente waar mogelijk naar handhaving van het voorzieningenniveau.
RECREATIE EN LANDSCHAP
Het oostelijk deel van de landtong tussen P.M.-kanaal en Hoendiep wordt ontwikkeld als verblijfsrecreatieve voorziening (passantenhaven met camping). De gemeente staat positief ten opzichte van nieuwe kleinschalige recreatieve voorzieningen in of direct aansluitend aan het dorp, zeker wanneer deze de waterrecreatie kunnen ondersteunen. De mogelijkheden voor meer groen in of nabij de bebouwde kom worden onderzocht. Structuurvisie Achtkarspelen: Samen leven in Achtkarspelen (ontwerp) Momenteel wordt gewerkt aan een opvolger van het Structuurplan Achtkarspelen. De houdbaarheidsdatum van het structuurplan is verstreken. Tevens wil de gemeente graag beschikken over een structuurvisie volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het doel van de structuurvisie is een visie die vooruitblikt naar de komende 15 tot 20 jaar en die in het bijzonder de kernen in de gemeente als onderwerp heeft. Thans is een ontwerp structuurvisie gereed. In de visie wordt een koers uitgezet voor de thema’s samenleving, wonen, werken, voorzieningen, toerisme en recreatie, mobiliteit en natuur, landschap en milieu. Dit gebeurt in de vorm van doelstellingen per thema die zijn uitgewerkt in concrete beleidsuitgangspunten en projecten. Bij deze uitwerking zijn varianten opgenomen. De varianten hebben vooral te maken met de
20
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
mate waarin ingespeeld zou moeten worden op trends en ontwikkelingen die op de gemeente afkomen. In de structuurvisie is het onderhavige plangebied opgenomen als herontwikkelingslocatie. Het voorliggende plan sluit daarmee aan op de intenties van de structuurvisie. Volkshuisvestelijke onderbouwing Met het bestemmingsplan wordt de ontwikkeling van 15 Appartementen, 2 penthouses in de koopsector en commerciële ruimtes mogelijk gemaakt op de locatie “Klaarkamp” in Gerkesklooster-Stroobos. De doelgroep van de appartementen zijn medioren en senioren. De appartementen worden gerealiseerd in een prijsklasse van circa € 175.000 – 210.000 (bij voorkeur beneneden de € 200.000) met eventueel een uitschieter voor de grotere penthouses. Momenteel wordt de locatie geteisterd door leegstand en heeft een verpauperde aanblik. De locatie heeft een sterk negatieve uitstraling op de (woon)omgeving. Met de ontwikkeling zal de huidige bebouwing worden gesloopt en vervangen worden door een nieuw appartementengebouw. De uitstraling zal daardoor sterk verbeterd worden. Gemeentelijk beleid In de gemeentelijke Structuurvisie (Ontwerp, september 2012) is de locatie aangewezen als “studiegebied Voorzieningen en Wonen”. Er wordt gestreefd naar een opwaardering en worden mogelijkheden gezien voor voorzieningen in combinatie met wonen. Daarnaast wordt in de Structuurvisie het belang onderstreept dat er ook voor ouder wordende bewoners voldoende woningaanbod aanwezig is met waar ook nodig, zorg. Het beleid is erop gericht om ouderen in hun bestaande omgeving, zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. De nieuwe appartementen aan de Klaarkamp worden gericht gebouwd met het doel de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten. Demografie Gerkesklooster-Stroobos heeft bijna 1000 inwoners. In het dorp wonen relatief iets meer jongeren (tot 25 jaar) dan gemiddeld in de gemeente. Het aandeel ouderen ligt juist lager (CBS, 2011). Dit zou verklaard kunnen worden uit het feit dat in Gerkesklooster-Stroobos het aanbod (moderne) woningen die geschikt zijn voor ouderen, beperkt is. Ouderen verhuizen naar een andere kern waar zij wel een geschikte woning kunnen vinden. Ouderen willen wel graag in het dorp willen blijven wonen. De binding met het dorp is groot. Uit een enquête onder de inwoners van Gerkesklooster-Stroobos (2008) blijkt dat 76% van de respondenten al langer dan 20 jaar in het dorp woont. Mensen blijven graag hun hele levensloop in Gerkesklooster-Stroobos wonen. 56% van de respondenten geeft aan graag in het dorp te blijven wonen wanneer hiervoor een geschikte woning (appartement/ouderenwoning) beschikbaar is.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
21
Woningvoorraad Het dorp kent 435 woningen met nog eens 50 in het aangrenzende buitengebied. Het aandeel koopwoningen ligt in Gerkesklooster-Stroobos ruim boven het gemeentelijk gemiddelde. De gemiddelde woningwaarde is juist lager dan gemiddeld; € 164.000, ongeveer € 20.000 lager dan in kernen als Buitenpost en Surhuisterveen. De inkomensverdeling is gelijk aan het gemeentelijk gemiddelde (CBS, 2011). Als gekeken wordt naar de huidige woonvorm van de senioren in de regio Noordoost Fryslân dan blijkt dat de groep 70-plussers overwegend in een huurwoning woont. De woonvorm van de groep 55-70-jarigen is vergelijkbaar met de overige inwoners (ongeveer eenderde in een huurwoning en tweederde in een koopwoning). In de koopsector wonen in Noordoost relatief veel senioren in een vrijstaand koophuis (woningmarktanalyse NOFA, 2007). Wanneer deze senioren verhuizen, zal hun woning vrijkomen voor een gezin. Hun verhuizing draagt zo bij aan de gewenste doorstroming op de woningmarkt. Woningbehoefte Het woningtype waarin het plan voorziet, appartementen (met lift), is vooral in trek bij senioren. Hoewel de grootste vraag in de huursector ligt, wil nog altijd 13% van de verhuisgeneigde inwoners van 65 en ouder jaar in NO-Friesland graag een appartement in de koopsector. In Achtkarspelen ligt de vraag naar dit woningtype nog boven dit regionaal gemiddelde. Ook het aandeel 70plussers dat wil verhuizen is in Achtkarspelen is bovengemiddeld hoog, 20% van de woningzoekenden is ouder dan 70 (terwijl zij 14% van de bevolking uitmaken). Het aanbod van appartementen ligt in Achtkarspelen echter ruim onder het Friese gemiddelde. Wanneer vraag en aanbod tegen elkaar worden afgezet blijkt dat er zeker behoefte is aan appartementen (woningmarktanalyse NOFA, 2007). De verwachting is bovendien dat door de vergrijzing de vraag naar seniorenwoningen alleen maar zal toenemen. Wel moet worden opgemerkt dat in de praktijk blijkt dat de appartementenmarkt een lastige markt is waarbij een goede prijs/kwaliteit verhouding en de locatie zeer bepalende factoren zijn (woningmarktanalyse NOFA, 2007). Het is bij de ontwikkeling van dit woningtype van groot belang om aan te sluiten bij de vraag van de (potentiële) koper. Daarnaast woont de doelgroep nu nog vaak in een (duurdere) koopwoning. De eigenaren moeten daardoor eerst de eigen woning verkopen, voordat hun wens om een appartement te kopen, kan worden verwezenlijkt. Door de stagnerende verkoop wordt de vraag naar appartementen enigszins getemperd (woningmarktanalyse NOFA, 2007). Voor het plan is door de initiatiefnemer een nadere volkshuisvestelijke onderbouwing gemaakt (zie bijlage 1) door een enquête uit te voeren en een marktsituatiebeoordeling te maken. Uit de enquête blijkt dat de bewoners van Gerkesklooster-Stroobos graag in het dorp blijven wonen, daar al zeer lang wonen en een sterke dorpsbinding hebben en dat er behoefte is aan duurzame (zorg)appartementen.
22
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Woningcontingenten Met de realisatie van de appartementen worden 17 woningen toegevoegd aan de woningvoorraad. Voor deze toevoeging zijn geen contingenten benodigd omdat er sprake is van een binnenstedelijke locatie. Op dergelijke locaties kan plafondloos worden gebouwd. Conclusie Uit de woningmarktanalyse in de NOFA gemeenten (2007) blijkt dat er zeker vraag is naar appartementen (met lift) en door de vergrijzing zal de vraag naar seniorenwoningen de komende tijd alleen maar toenemen. In GerkeskloosterStroobos is het aanbod van dit woningtype vrijwel afwezig. De appartementen vormen daarom een welkome kwalitatieve toevoeging aan het woningaanbod van Gerkesklooster-Stroobos. Het biedt senioren de mogelijkheid om in het dorp te blijven wonen wanneer zij hun gezinswoning willen verruilen voor een levensloopbestendig appartement. De kopers van de appartementen zullen voornamelijk uit het dorp zelf komen. Hierdoor dragen de appartementen bij aan de gewenste doorstroming. Wel moet opgemerkt worden dat de appartementenmarkt een lastige markt is. Het is van groot belang om met de uitwerking van het plan aan te sluiten bij de wensen en eisen van de potentiële koper. Welstandsnota herziening (2010) De vier gemeenten in Noordoost-Fryslân hebben in 2004 gezamenlijk een welstandsnota opgesteld. Een herziening van de welstandsnota heeft plaatsgevonden vanaf 2008, welke is vastgesteld op 14 januari 2010. In de welstandsnota zijn voor de verschillende onderscheiden gebieden (met een ruimtelijke samenhang) welstandscriteria opgenomen. Hieraan worden bouwplannen getoetst in het kader van de welstandsbeoordeling. Binnen het dorp Gerkesklooster-Stroobos is een aantal van deze welstandsgebieden onderscheiden. Figuur 7 geeft daarvan een indruk. Alle onderscheiden welstandsgebieden in Gerkesklooster-Stroobos kennen een regulier ambitieniveau. Dergelijke gebieden zijn gericht op het handhaven en respecteren van de bestaande basiskwaliteiten. De gebieden zijn ingedeeld naar ruimtelijke karakteristiek. In de welstandsnota is voor elk aangeduid gebied een set welstandscriteria opgenomen. Ook zijn enkele locaties van een steraanduiding ‘(her)ontwikkelingsproject’ voorzien. Die duiding geldt ook voor de beoogde locatie van De Haan Zonwering. Deze ontwikkeling heeft een nieuw welstandskader nodig. Hier gelden de afspraken zoals opgenomen in paragraaf 2.5 van de Welstandsnota.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
23
Figuur 7. Kaartfragment Welstandsnota NOFA
Welstandscriteria bij (her)ontwikkelingsprojecten. In de welstandnota staan geen uitgewerkte welstandscriteria voor herontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Zonder concreet stedenbouwkundig plan kan dit niet opgesteld worden. Wel wordt er een procedurele en inhoudelijke benadering gehanteerd. WELSTANDSKADER
Gelet op de beoogde ontwikkeling en gerelateerd aan de vigerende welstandsnota, zijn voor deze ontwikkeling de criteria voor complexmatig bouwen van kracht, zoals opgenomen in bijlage 2. Vooroverleg over het bouwplan heeft plaatsgevonden en de welstandscommissie is van oordeel dat de ingediende plannen uitzicht bieden op een positieve welstandsadvisering. Prostitutiebeleid
PROSTITUTIEBELEID
Op 29 juni 2000 heeft de raad besloten om prostitutiebeleid vast te stellen en de APV te wijzigen door middel van het vaststellen van het hoofdstuk ‘Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.’. Vanuit het belang van openbare orde en ter bescherming van de kwaliteit van woon- en leefomgeving is er voor gekozen om ten aanzien van de exploitatie van seksinrichtingen te kiezen voor een restrictief beleid. Het maximum aantal vergunningen dat kan worden verleend is dan ook vastgesteld op één voor de hele gemeente. Verder is er voor gekozen om de straat- en raamprostitutie, daar deze indringende nadelige effecten op de openbare orde kunnen hebben, geheel onder de verbodsbepalingen van de APV te brengen. In de APV is voorts de mogelijkheid geopend voor B&W om gebieden of delen van de gemeente aan te wijzen waar het verboden is om een seksinrichting te exploiteren. De bebouwde kommen van alle dorpen van de gemeente zijn aangewezen als gebied waar vestiging van een seksinrichting verboden is.
24
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Achterliggende gedachte is dat de negatieve effecten van de vestiging van een seksinrichting (verkeersaantrekkende werking, mogelijke overlast) in het ‘buitengebied’ veel minder sterk ervaren zal worden.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
25
B e p e r k i n g e n
Ten behoeve van het bestemmingsplan is het noodzakelijk dat verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Ook in een dorp als Gerkesklooster-Stroobos komen functies voor die met elkaar in conflict kunnen komen. Dit zou afbreuk kunnen doen aan de bestaande kwaliteiten van het dorp. In dit hoofdstuk is daarom aandacht besteed aan de diverse beperkingen die in het plangebied kunnen voorkomen, te weten: geluidhinder, hinder van bedrijvigheid, externe veiligheid, archeologische waarden, waterparagraaf, ecologische waarden, luchtkwaliteit en bodemkwaliteit.
4.1
Geluidhinder De Wet geluidhinder (Wgh) dateert van 16 februari 1979 en is sindsdien mid-
WET- EN REGELGEVING
dels verschillende wetten diverse keren gewijzigd. De meest recente wijziging heeft plaatsgevonden bij besluit van 7 december 2006 (Staatsblad 2006 – 661). De inwerkingtreding heeft op 1 januari 2007 plaatsgevonden. Tevens is op 1 januari 2007 het “Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006” (Staatscourant 21 december 2006, nr. 249) in werking getreden. Het doel van de Wgh is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van geluidhinder in de toekomst. In de wet is onder andere bepaald dat de geluidsbelasting op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet hoger dan een in de wet bepaalde norm mag zijn. In veel gevallen is deze norm 48 dB. Wegverkeerslawaai In artikel 74 van de Wgh is aangegeven wanneer een weg zoneplichtig is. Elke weg heeft in principe een zone, behoudens: -
wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
Indien binnen een geluidszone nieuwe geluidsgevoelige objecten, zoals woningen, worden gerealiseerd, moet door middel van akoestisch onderzoek worden vastgesteld of aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder wordt voldaan. Binnen het plangebied wordt een nieuwe geluidsgevoelige functie mogelijk gemaakt. Aangezien de onderhavige locatie wordt ontsloten via 30 km/uur-gebieden en de invloedsfeer van wegen met een hoger snelheidsregime op ruimte afstand ligt, is nader akoestisch onderzoek in verband met wegverkeerslawaai niet aan de orde. Het plan mag uitvoerbaar worden verondersteld ten aanzien van het aspect wegverkeerslawaai.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
27
Industrielawaai Op grond van de Wgh dient bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan onder meer aandacht aan industrielawaai te worden besteed. Dit is met name het geval als een bestemmingsplan de mogelijkheid van de vestiging van een inrichting als bedoeld in artikel 40 juncto artikel 1 Wgh insluit. GELDENDE GELUIDSZONE
De vaststelling van de geldende geluidszone rondom het industrieterrein van Stroobos heeft op 12 september 1991 door de Kroon (nummer 91.008051) plaatsgevonden. Het industrieterrein Stroobos is een gezoneerd industrieterrein en verspreid over diverse locaties. De huidige geluidszone is een resultante van de samenvoeging van verschillende overlappende geluidszones. De bedrijven op de gezoneerde delen van het industrieterrein mogen cumulatief niet meer dan 50 dB(A) op de vastgestelde zonelijn van de geluidszone produceren. Binnen de zone moet worden gewaarborgd dat de geluidsbelasting op de woningen, die niet op het gezoneerde industrieterrein liggen, niet meer bedraagt dan 55 dB(A) dan wel overeenkomstig de vastgesteld maximaal toelaatbare geluidsbelastingen (MTG). Voor nieuwbouw bestaat op grond van de per 1 januari 2007 gewijzigde Wet Geluidhinder een mogelijkheid voor toekenning van een zogenaamde hogere geluidswaarde door de gemeente (artikel 47 Wgh en artikel 2.2 Besluit Geluidhinder). Het college van burgemeester en wethouders mag zich hierbij baseren op de eerder door de Minister van VROM vastgestelde maximale geluidsbelasting (MTG-waarden) voor de bestaande woningen aan de Friese Streek. Deze hogere grenswaarde is te verdedigen nu de provincie heeft aangegeven op korte termijn te komen tot een nieuwe milieuvergunning voor Barkmeijer en de geluidszone in het kader van de herziening van het bestemmingsplan ‘Gerkesklooster-Stroobos Dorp’ wordt aangepast. Akoestisch onderzoek
ONDERZOEK
Door het servicebureau “De Friese Wouden” is de huidige akoestische situatie betreffende het Industrieterrein Stroobos onderzocht. In de rapportage1 van het servicebureau zijn de resultaten van het actuele zonebeheersmodel (stand 1 april 2010) gepresenteerd. Hieruit blijkt dat het huidige industrieterrein voldoet aan de toetswaarden en dat overschrijdingen van de geluidszone zich niet voordoen. Omdat zich op het terrein nooit artikel 41 lid 3 Wgh bedrijven hebben gevestigd wordt het terrein verkleind waarop zich zogenaamde ‘grote lawaaimakers’ (voorheen ‘A-inrichtingen’ in de Wgh) mogen vestigen. In het onderzoek is daarvoor een advies over een aangepaste geluidszone afgegeven. Hiertoe zijn de contouren berekend voor een toekomstig afgeslankt gezoneerd industrieterrein. Op (delen van) gronden van een gezoneerd industrieterrein kan vestiging van ‘grote lawaaimakers’ worden toegestaan. Het gaat daarbij om bedrijven als bedoeld in artikel 41, lid 3 Wgh, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen 1
Servicebureau De Friese Wouden, “Akoestisch onderzoek “Zonering afgeslankt” industrieterrein Stroobos”, Drachten, november 2010.
28
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
veroorzaken. Deze bedrijven worden genoemd in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, dat op 1 maart 1993 in werking is getreden. Uit uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak in 2007 en 2008 is gebleken
ZONERINGEN
dat het op grond van de Wgh, zoals van toepassing tot 31 maart 2010, het ver-
DEZONERING
boden is om delen van industrieterreinen te zoneren waarop geen ‘grote lawaaimakers’ zijn toegestaan. Het provinciale beleid is er echter op gericht om bufferzones en aansluitende delen met kleinere bedrijven deel uit te laten (gaan) maken van een gezoneerd terrein. Dergelijk beleid is door de Afdeling bestuursrechtspraak als in strijd met de wet getypeerd. Een planologische interne zonering van een industrieterrein, waarbij ‘grote lawaaimakers’ zich feitelijk niet op bepaalde delen van het terrein kunnen vestigen, leidt tot een dezonering. Op 31 maart 2010 is de Crisis- en herstelwet (Chw) in werking getreden, waar-
WIJZIGINGEN VANWEGE
bij de begripsbepaling voor industrieterrein is gewijzigd. Met deze wijziging
CRISIS- EN HERSTELWET
wordt beoogd dat de gemeente in het bestemmingsplan de afbakening van een industrieterrein met een zekere beleidsvrijheid kan kiezen. Het bevoegd gezag heeft nu de keuze om voor gezoneerde industrieterreinen wel of geen bufferzones vast te leggen. Hierdoor is het mogelijk ook delen waarop zich geen ‘grote lawaaimakers’ kunnen vestigen (weer) deel van het gezoneerde gedeelte van het industrieterrein te laten uitmaken. Dit betreft een mogelijkheid en geen verplichting. De gemeente maakt gebruik van de door de Chw geboden mogelijkheden om het industrieterrein aan de Groningerstreek gezoneerd te bestemmen (oostelijk deel van de landtong). Het terreindeel aan de Hellingstraat, waar scheepswerf Barkmeijer gevestigd is (westelijk deel van de landtong), blijft gezoneerd industrieterrein. Het industrieterrein aan het Hoendiep Noordzijde, waar voorheen transportbedrijf Broersma gevestigd was, wordt een ‘nietgezoneerd’ bedrijventerrein. Deze verandering vormt geen bedreiging voor de bestaande bedrijven (houthandel, garage en kantoor voor financiële dienstverlening, pak- en vrieshuis) op het terrein. De huidige bedrijven die in het gebied van de-zonering zijn gevestigd, vallen niet in de categorieën van artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Het bedrijventerrein waarvoor de gemeente de bestemming wil veranderen in een ‘niet-gezoneerd’ bedrijventerrein, waarvoor geen geluidszone meer geldt, wordt in de nieuwe situatie niet meer meegeteld in het zonebeheersmodel. Hierdoor ontstaat er een kleinere geluidscontour van het resterende industrieterrein en kan het nieuwe gezoneerde industrieterrein ruimer voldoen aan de toetswaarden. Het toetsingskader voor punten met een reeds eerder vastgelegde MTG-waarde uit het saneringsplan blijft overigens ongewijzigd. De nieuwe berekende geluidscontour dient als basis voor de vast te stellen nieuwe geluidszone. De zonelijn van de nieuwe geluidszone is iets ruimer dan strikt noodzakelijk om de berekende 50 dB(A)-contour getrokken. Hierdoor kan
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
29
het industrieterrein ook voldoen aan de toetswaarden als bebouwing in de omgeving wordt gerealiseerd of gesloopt of als er in de toekomst meer verharding in de omgeving wordt aangelegd. In figuur 8 is een overzicht gegeven van het terrein met de beoogde dezonering, het gezoneerde industrieterrein en de ligging van de huidige en nieuwe zonegrens.
Figuur 8. Overzichtskaart met huidige en nieuwe zonegrens Gerkesklooster-Stroobos (bron: Servicebureau De Friese Wouden 2010) PLANOLOGISCHE REGELING
Het industrieterrein is onderdeel van het in ontwikkeling zijnde bestemmings-
VAN DE ZONE
plan Gerkesklooster-Stroobos. Daarin wordt de zonering op het industrieterrein en de dezonering van het terrein aan het Hoendiep Noordzijde geregeld. Vooruitlopend op deze herijking van de zonering, maakt het voorliggende bestemmingsplan gebruik van de mogelijkheid om een mogelijk noodzakelijke hogere geluidswaarde toe te passen in verband met de ontwikkeling van de beoogde woningbouw.
AKOESTISCH ONDERZOEK
Om te beoordelen of in het kader van het voorliggende bestemmingsplan het
LOCATIE DE HAAN
verlenen van een hogere waarde voor de woningbouw noodzakelijk is, is een
ZONWERING
akoestisch onderzoek uitgevoerd. Het akoestisch onderzoek is opgenomen in het advies “Geluidszones Gerkesklooster-Stroobos”, Servicebureau De Friese Wouden, d.d. 12 januari 2011. Dit advies is als bijlage 3 bij de voorliggende toelichting opgenomen.
30
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
De conclusies van dit advies is dat de geprojecteerde appartementen bij de berekeningen een waarde van 56 dB(A) voor 1 geveldeel opleverde. De oorzaak hiervan is de hoogte in combinatie met de reflectie van de appartementen. Door de ontwikkelaar is toegezegd dat het gedeelte geluiddoof wordt uitgevoerd, dat wil zeggen in de gevel bevinden zich geen te openen delen. Hierdoor vervalt de toets aan de maximaal mogelijke hogere waarde van 55 dB(A) voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen. Mede op basis van het genoemde advies zijn de plannen bijgesteld. De tekeningen zoals weergegeven in het voorliggende plan zijn opnieuw voor beoordeling voorgelegd. Dit heeft geresulteerd in het rapport Akoestisch onderzoek wegverkeer- en industrielawaai voor het plan 17 appartementen en 2 bedrijfsunits te Gerkesklooster (voormalige locatie De Haan), d.d. 9 november 2012. Dit rapport is als bijlage 4 bij de voorliggende toelichting opgenomen. Wegverkeerslawaai In dit rapport blijkt uit de berekeningen van de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeer op de zoneplichtige Friese Streek dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB in geen van de rekenpunten wordt overschreden. Industrielawaai Wat betreft het industrielawaai wordt op een aantal rekenpunten de Letmwaarde van 50 dB(A) overschreden. Bij één geveldeel wordt ook de etmaalwaarde van 55 dB(A) overschreden. Dat heeft te maken met reflecties in het gebouw. Veranderingen aan het gebouw zelf om deze effecten te verminderen en de resultaten te verlagen, leveren geen garantie voor de toekomst. Een kleine verandering bij de scheepswerf zou dan telkens een probleem kunnen zijn. Om dat probleem op te lossen, is door de projectontwikkelaar gekozen voor een geluiddove gevel. Voor deze gevel hoeft dan geen hogere waarde te worden vastgesteld. In de afbeelding hieronder is te zien voor welke delen van de gebouwen een hogere waarde moet worden vastgesteld (blauw) en welk geveldeel een geluiddove gevel moet worden (rode pijl).
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
31
Cumulatie artikel 110f Wgh. Ondanks dat er wel sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron, is geen onderzoek naar de effecten van de samenloop van verschillende geluidsbronnen (art 110f Wgh) nodig. Er is namelijk alleen maar sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde als gevolg van het industrielawaai. Sa m e n v a t t i n g Als gevolg van industrielawaai dient de gemeente voor bepaalde gevels een hogere waarde van 55 dB(A) vast te stellen. De gemeenteraad van Achtkarspelen heeft een coördinatiebesluit genomen zodat naast het voorliggende ontwerpbestemmingsplan een ontwerpbesluit hogere waarde tegelijkertijd in procedure zal gaan. Voor vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan dient het besluit hogere waarde te zijn genomen. Voor de gevel waarvoor een hogere geluidsbelasting dan 55 dB(A) geldt, dient het criterium geluiddove gevel te worden gehanteerd. In deze gevel mogen geen te openen delen worden opgenomen. Hierover is overeenstemming met de ontwikkelende partij bereikt. Het vereiste van de geluiddove gevel zal tot uitdrukking worden gebracht als voorwaarde in de omgevingsvergunning voor het bouwen, zodat bij verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen aan het voorliggende bestemmingsplan is voldaan. In geval van wegverkeerslawaai wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Gezien de maximaal vast te stellen hogere waarden en het criterium geluiddove gevel in het kader van industrielawaai en uitgaande van de als maximum berekende gecumuleerde grenswaarden van 53 dB als gevolg van het wegverkeer, kan met de basiseis van 20 dB geluidwering uit het bouwbesluit het maximale binnenniveau van zowel industrielawaai als wegverkeerslawaai in de appartementen worden gewaarborgd. CONCLUSIE
Van hinder van wegverkeerslawaai en industrielawaai is ten aanzien van de realisatie conform het hierboven gestelde geen sprake (met voorbehoud ten aanzien van aanvullende beoordeling). Het bestemmingsplan is op dit punt uitvoerbaar.
4.2
Hinder van bedrijvigheid WET- EN REGELGEVING
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) zijn bedrijven en instellingen verplicht te voldoen aan de eisen van een AMvB, dan wel een milieuvergunning te hebben voor de exploitatie van het bedrijf, waarbij rekening gehouden dient te worden met de omliggende woonbebouwing. Door middel van de milieuweten regelgeving wordt (milieu)hinder in woongebieden zo veel mogelijk voorkomen.
32
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Uit de geactualiseerde publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009) van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt de richtafstandenlijst voor milieubelastende activiteiten gehanteerd. Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de minimale afstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. De grootste afstand is bepalend. De genoemde maten zijn richtinggevend, maar met een goede motivering kan en mag hiervan worden afgeweken. In tabel 2 op de hiernavolgende pagina zijn de bedrijven en voorzieningen op-
ONDERZOEK
genomen die in of nabij het plangebied voorkomen. Tabel 2. Bedrijven en voorzieningen in de nabijheid van het plangebied met bijhorende milieucategorie en zoneringsafstand Adres
Omschrijving
Hellingstraat 10
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien
Milieu-
Zonerings-
categorie
afstand (m)
301, 3315-4
5.1
500
1091-6
4.2
300
SBI-code 2008
motoren >= 1 MW Groningerstreek 20
Veevoerfabrieken: mengvoeder, productiecapaciteit >= 100 ton/uur
De aanwezigheid van de bestaande bedrijvigheid in het dorp is aanvaardbaar
BESTAANDE BEDRIJVIGHEID
op grond van de thans verleende (milieu)vergunningen. Deze (milieu)vergun-
EN WONEN
ningen bieden ook de garantie dat problemen tussen bedrijvigheid en hindergevoelige objecten in de toekomst in voldoende mate zijn afgedekt. De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door (mi-
CONCLUSIE
lieu)hinder van bedrijven gehinderd. Dit aspect vormt dan ook geen belemmering voor uitvoering van het project.
4.3
Externe veiligheid In het vierde Nationale milieubeleidsplan (NMP4) zijn de lijnen uitgezet voor
WET- EN REGELGEVING
een vernieuwing van het externe veiligheidsbeleid. Deze vernieuwing gaat uit van de zogenaamde risicobenadering. Er wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico: -
Plaatsgebonden risico (PR): risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
-
Groepsrisico (GR): cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
33
Besluit externe veiligheid inrichtingen (2004) Het externe veiligheidsbeleid ten aanzien van inrichtingen is opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), dat in oktober 2004 in werking is getreden. Het Bevi is een AMvB die verbonden is aan de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening. Het Bevi is het eerste besluit dat de Richtlijn voor externe veiligheid wettelijk verankert. Daarmee heeft de wettelijke verankering van het 10-6 per jaar (1 op de 1.000.000) plaatsgebonden risiconiveau als grenswaarde of als richtwaarde plaatsgevonden. Voor het groepsrisico gelden, anders dan voor het plaatsgebonden risico, geen grenswaarden maar slechts oriënterende waarden. Ten aanzien van het groepsrisico is een maatschappelijke verantwoordingsplicht ingevoerd, wat inhoudt dat een belangenafweging moet plaatsvinden. Bij een toename van het groepsrisico moet ten opzichte van de oriëntatiewaarde gekeken worden naar alternatieven, zoals de rol van de brandweer en dergelijke. ONDERZOEK
De Provinsje Fryslân heeft in het kader van het Interprovinciaal Overleg (IPO) een zogenoemde risicokaart ontwikkeld. Op de risicokaart staan gegevens die met risico te maken hebben; verschillende risico-ontvangers en risicobronnen staan op de kaart aangegeven. Om na te gaan of voor het bestemmingsplan ook aandachtspunten op het vlak van de externe veiligheid aanwezig zijn, is de risicokaart geraadpleegd2. In figuur 9 is het voor het plangebied betreffende fragment van de risicokaart opgenomen. De op de risicokaart getoonde risico-ontvangers zijn kwetsbare objecten zoals gebouwen waarin zich veel mensen kunnen bevinden en gebouwen waar nietzelfredzame mensen aanwezig zijn (zieken, bejaarden, kinderen). Kwetsbare objecten staan op de risicokaart omdat ze extra aandacht verdienen in de buurt van risicobronnen. Daarnaast bestaat er een potentieel risico bij brand of instorting. In het plangebied zijn geen risico’s aangegeven. Risico-ontvangers in de omgeving van het plangebied zijn kinderdagverblijf Dolfijn aan de Molenstraat en christelijke basisschool De Claercamp aan Hoogstraten 16 (aantal aanwezigen 140 personen). Risicobronnen betreffen risicoveroorzakende bedrijven die gevaarlijke stoffen gebruiken of produceren of opslaan en ook het vervoer/transport van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen zijn in dit geval stoffen die een schadelijke invloed hebben op de gezondheid en het milieu.
2
34
Benaderbaar via www.risicokaart.nl.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Figuur 9. Detailkaart externe veiligheid (bron: Provinsje Fryslân, 2010)
Uit de risicokaart blijkt dat er geen risicobronnen binnen het plangebied liggen. Wel zijn in de nabijheid enkele zaken relevant: -
Een Bevi-inrichting met de opslag van ammoniak, te weten Heiploeg B.V. aan het Hoendiep Noordzijde 7 (NH3 1.550 kg). De PR 10-6-contour van de inrichtingen is op de terreingrens gelegen.
-
Bevi-inrichting met een ijswatersysteem met ammoniak, te weten Frico Cheese Gerkesklooster aan de Verlaatsterweg 26 (NH3 3.786 kg). De PR 10-6-contour van de inrichtingen is eveneens op de terreingrens gelegen.
-
Ongeval op het water vanwege het P.M.-kanaal als vaarroute.
-
Buisleiding Gasunie.
Jaarlijks vinden op het P.M.-kanaal 50.000 passages plaats. Vanwege de vele vaarbewegingen op de vaarroute bestaat er een kans op een ongeval op het water. Dit is een risico dat beperkt blijft tot de vaarroute zelf en niet van in-
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
35
vloed is op de rest van het plangebied. Hoewel het P.M.-kanaal niet als zodanig op de risicokaart is aangegeven, moet deze wel als risicobron in het kader van het transport van gevaarlijke stoffen worden beoordeeld. Informatie betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over de vaarwegen en de daarmee samenhangende risico’s is opgenomen in de “Risicoatlas Hoofdvaarwegen Nederland” (AVIV, 2003). Uit deze informatie blijkt dat het P.M.-kanaal geen risicozone buiten de oevers kent. Dit betekent dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over de vaarweg geacht mag worden niet tot een onaanvaardbaar gevarenrisico voor het plangebied te leiden. Aangezien onderhavig bestemmingsplan de ontwikkeling beoogt van appartementen op een nieuwe locatie die niet binnen de invloedssfeer van de genoemde risicobronnen ligt, zal toename van het groepsrisico niet aan de orde zijn. CONCLUSIE
Er mag worden vastgesteld dat er geen belemmeringen in het kader van externe veiligheid voor onderhavig bestemmingsplan zijn te verwachten.
4.4
Archeologische en cultuurhistorische waarden WET- EN REGELGEVING
Per 1 januari 2012 geldt door wijziging van artikel 3.1.6, tweede lid, onderdeel a, van het Besluit ruimtelijke ordening, dat cultuurhistorische waarden uitdrukkelijk dienen te worden meegewogen bij het vaststellen van bestemmingsplannen. Dat betekent dat gemeenten een analyse moeten verrichten van alle cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplangebied en daar conclusies aan verbinden die in het bestemmingsplan verankerd worden. Onderstaand wordt dit gedaan door allereerst de archeologische waarden en daarna de overige cultuurhistorische waarden te behandelen. Archeologie Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Met deze inwerkingtreding werd het Verdrag van Malta, dat op 16 april 1992 onder andere door Nederland is ondertekend, in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. Het Verdrag van Malta is gericht op het behouden van archeologische waarden in de bodem. Uitgangspunt hierbij is onder andere het uitvoeren van een onderzoek naar archeologische waarden in het plangebied voor het vaststellen van een bestemmingsplan. Ook het zogenoemde veroorzakerprincipe is een uitgangspunt van het Verdrag van Malta. Dit betekent dat diegene die mogelijke archeologische waarden in de bodem verstoort, financieel verantwoordelijk is voor voldoende onderzoek naar en het behoud van die archeologische waarden. Met de inwerkingtreding van de Wamz werd ook de Monumentwet 1988 (Monw) gewijzigd. Op grond van de Monw
36
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
moet in een bestemmingsplan (mogelijke) archeologische waarden in de bodem van het plangebied overwogen worden. In Nederland dient op basis van het verdrag van Malta in alle ruimtelijke plannen een archeologische paragraaf te worden opgenomen. Als handreiking hiertoe heeft de Provinsje Fryslân een cultuurhistorische waardenkaart (CHWkaart) opgezet. Op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE), onderdeel van
ONDERZOEK
de CHW-kaart, is informatie opgenomen over archeologische waarden. Op deze kaart is voor vrijwel de hele provincie per locatie aangegeven wat de archeologische verwachtingswaarden zijn. Daarbij worden twee verschillende perioden onderscheiden; de periode steentijd-bronstijd en de periode ijzertijd-middeleeuwen. Steentijd-bronstijd
Figuur 10. Fragment FAMKE-Kaart periode steentijd-bronstijd (bron: Provinsje Fryslân, 2010)
Het plangebied is op de cultuurhistorische waardenkaart (figuur 10) aangeduid
WAARDEN PERIODE
als ‘karterend onderzoek-3 (steentijd)’. In deze gebieden kunnen zich op enige
STEENTIJD-BRONSTIJD
diepte archeologische lagen uit de steentijd bevinden, die zijn afgedekt door een veen- of kleidek. Mochten zich hier archeologisch resten bevinden, dan zijn deze waarschijnlijk goed van kwaliteit. De provincie beveelt daarom aan om bij ingrepen van meer dan 5000 m² een karterend (boor)onderzoek uit te laten voeren, waarbij minimaal drie boringen per hectare worden gezet, met een minimum van drie boringen voor gebieden kleiner dan 1 ha.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
37
IJzertijd-middeleeuwen
Figuur 11. Fragment FAMKE-kaart periode ijzertijd-middeleeuwen (bron: Provinsje Fryslân, 2010) WAARDEN PERIODE
Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen (figuur 11) is het plangebied op de
IJZERTIJD-MIDDELEEUWEN
cultuurhistorische waardenkaart aangeduid als ‘Karterend onderzoek-1 (middeleeuwen)’. In dit gebied kunnen zich archeologische resten bevinden uit de periode midden-bronstijd - vroege middeleeuwen. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 500 m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren.
SITUATIE
Op grond van bovenstaande bevindingen is afgewogen of deze situatie zinvol beoordeeld kan worden. Dat blijkt niet het geval omdat in de huidige situatie sprake is van aanwezige bebouwing waaruit bovendien mag worden afgeleid dat de gronden ernstig geroerd zijn en derhalve van weinig archeologisch belang worden geacht. Wel blijft gelden dat als bij uitvoering van werkzaamheden alsnog archeologische sporen worden aangetroffen, hiervan conform de Wamz melding van zal worden gemaakt aan het bevoegd gezag. Cultuurhistorische waarden Wat overige cultuurhistorische aspecten betreft, is er geen sprake van bijzonderheden.
CONCLUSIE
Voorliggend bestemmingsplan leidt conform bovenstaande tot de conclusie dat het qua archeologisch en cultuurhistorische waarden uitvoerbaar wordt geacht.
38
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
4.5
Waterparagraaf Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening moet tijdens de (ruimtelijke) planvorming overleg worden gevoerd met betrokken waterschappen en moet onderzoek gedaan worden naar de gevolgen van de in het plan voorziene ontwikkelingen voor de waterhuishouding. Hiervoor wordt de zogenoemde watertoets uitgevoerd. Het doel van de watertoets is het waarborgen van waterhuishoudkundige belangen in ruimtelijke plannen. Het nationale waterbeleid is onder andere vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding, de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en de Kaderrichtlijn Water. Het uitgangspunt van dit beleid is het duurzaam beheer van het water. Meer bepaald het waarborgen van voldoende veiligheid en het beperken van de kans op wateroverlast. Dit ook met betrekking tot de gevolgen van ontwikkelingen als bodemdaling, klimaatverandering en zeespiegelstijging. Om het duurzaam beheer van het water te bereiken zijn in het Waterbeleid 21e eeuw de volgende drietrapsstrategieën verwoord voor: -
Waterkwantiteit: bij voorkeur het water vasthouden, anders bergen en pas als het niet anders kan afvoeren.
-
Waterkwaliteit: bij voorkeur het water schoonhouden, anders scheiden van schoon en vuil water en dan zuiveren.
Het waterschap is vaak de eerst verantwoordelijke voor het beheer van de (oppervlakte)waterhuishouding, zoals de aan- en afvoer van water, de beveiliging tegen hoog water en het peilbeheer. Het grondwater wordt beheerd door de provincie. Op 1 januari 2004 zijn door een fusie de Friese waterschappen samengevoegd tot een Wetterskip Fryslân. Het beleid van het Wetterskip is vastgelegd in het waterbeheerplan 2010-2015 (WBP) “Wiis mei wetter”, het waterhuishoudingsplan (WHP) “Wetter jout de romte kwaliteit” en in de Keur. In het WBP en WHP worden de drie hoofdthema's van beleid, te weten waterveiligheid, voldoende water en schoon water, uitgewerkt. De Keur is een verordening van het Wetterskip voor de bescherming van de werken in haar beheer. In de Keur zijn gebods- en verbodsbepalingen ten aanzien van de waterkwaliteit en -kwantiteit en waterkeringen opgenomen. Watertoets Het plan is via de digitale watertoets door het Wetterskip behandeld. Daarop is
DIGITALE WATERTOETS
een standaard advies afgegeven (zie bijlage 5). Bij de realisatie van het appartementengebouw in Gerkesklooster-Stroobos zal
CONCLUSIE
rekening worden gehouden met de adviezen van het Wetterskip. Voorgaande betekent dat dit bestemmingsplan niet door onoverkoombare gevolgen voor waterhuishouding wordt belemmerd.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
39
4.6
Ecologische waarden WET- EN REGELGEVING
De Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn met de inwerkingtreding van de Floraen faunawet (Ffw) op 1 april 2002 en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) op 1 oktober 2005 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. De Ffw is gericht op het beschermen en het behouden van de goede staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten en hun directe leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het zogenoemde ‘nee, tenzij-principe’. Dit betekent dat werkzaamheden en dergelijke in beginsel niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hier op grond van een vrijstelling of ontheffing van worden afgeweken. In de Ffw is onder andere bepaald dat eenieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten te handelen nadelige gevolgen kan hebben voor flora en fauna, gedwongen is dergelijk handelen of nalaten achterwege te laten. Dit voor zover dit in redelijkheid van hem kan worden gevraagd. Diegene moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid van hem kunnen worden gevraagd om die nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. De Nbw is gericht op het beschermen van (natuur)gebieden. Deze natuurgebieden betreffen onder andere de zogenoemde Speciale Beschermingzones op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Samen worden deze gebieden aangeduid als het Natura 2000-netwerk. Voor de bescherming van deze natuurgebieden is in de Nbw een uitgebreide wet- en regelgeving opgenomen. 4 . 6 . 1
Beschermde gebieden
Beschermde gebieden in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur liggen op ruime afstand van het plangebied en zijn hiervan gescheiden door bebouwing en infrastructuur. Ook ganzenfoerageergebieden en weidevogelgebieden liggen op voldoende afstand van het plangebied. Gezien de aard van de ingrepen zijn geen negatieve effecten op deze gebieden te verwachten. Voor deze activiteit is daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De activiteit is op het punt van natuur niet in strijd met het Streekplan Fryslân 2007. 4 . 6 . 2
Beschermde
soorten
De locatie is volledig bebouwd dan wel verhard. Uit beoordeling van de huidige situatie komt naar voren dat het plangebied zeer beperkte natuurwaarde kent. Voor de sloop van de aanwezige bebouwing is melding op basis van het Bouwbesluit 2012 voldoende. Mogelijke aanwezige natuurwaarden komen hierdoor
40
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
voor rekening en risico van de initiatiefnemer van de sloop. De algemeen wettelijke zorgplicht is van toepassing en dient door de initiatiefnemer in acht te worden genomen. 4 . 6 . 3
Resumerend
Voor wat betreft de ecologische waarden wordt het plan als uitvoerbaar aangemerkt.
4.7
Luchtkwaliteit Op 1 maart 1993 is de Wet Milieubeheer (Wm) in werking getreden. Onder an-
WET- EN REGELGEVING
dere de Europese regelgeving voor de luchtkwaliteit is met de inwerkingtreding van de wijziging van de Wm (onderdeel luchtkwaliteitseisen) op 15 november 2007 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. Uitgangspunt van de Wm is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Hierin is bepaald wanneer en hoe overschrijdingen van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit moeten worden behandeld. In het NSL worden ook nieuwe ontwikkelingen zoals plannen voor de bouw van woningen overwogen. Plannen die binnen het NSL passen, hoeven niet meer te worden beoordeeld aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Ook plannen die niet ‘in betekenende mate’ (nibm) gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit hoeven niet meer aan deze grenswaarden te worden beoordeeld. De eisen om te kunnen beoordelen of bij een plan sprake is van nibm, zijn vastgesteld in de algemene maatregel van bestuur (AMvB)-nibm. In de AMvB-nibm is bepaald dat na dat het NSL of een programma voor de regio is vastgesteld een grenswaarde van 3% afname van de luchtkwaliteit als nibm kan worden aangeduid. Dit betekent een toename van ten hoogste 1,2 microgram per m3 NO2 of PM10. Voor kleinere plannen heeft het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
ONDERZOEK
Ordening en Milieu samen met InfoMil de zogenoemde NIBM-tool ontwikkeld. Op basis hiervan wordt de toename van NO2 en PM10 vanwege het plan bepaald. Hierdoor kan eenvoudig worden bepaald of er sprake is van een ‘in betekenende mate’ afname van de luchtkwaliteit. In het plan is de bouw van 17 appartementen voorzien. Op basis van de uitgave 256 Verkeersgeneratie voorzieningen van het CROW mag gerekend worden met 6,4 vervoersbewegingen per werkdagetmaal per appartement. Voor doorrekening naar weekdagetmaalwaarde moet de factor 0,9 worden gehanteerd. Dat betekent in dit geval 17 x 6,4 x 0,9 = 98 (afgerond).
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
41
De bedrijfsunits die in het plan zijn voorzien, zijn niet doorberekend omdat ze opgevat zijn als alternatief voor de verkeerseffecten van de huidige bedrijfsfunctie. Voor de totale ontwikkeling van het plan kan gerekend worden met 98 motorvoertuigbewegingen per weekdag. Achtereenvolgens worden drie berekeningen op grond van de NIBM-tool, versie 8 juni 2011, weergegeven. Per figuur zal in het kort worden besproken welke resultaten zijn weergegeven.
Figuur 12. NIBM-tool ontwikkeling Gerkesklooster Stroobos
Uit de resultaten van de NIBM-tool in figuur 12 blijkt dat de te verwachten toename van NO2 en PM10 achtereenvolgens 0,06 en 0,03 microgram per m3 is. Dit is geen overschrijding van de grenswaarde van 1,2 microgram per m3. Dit betekent dat er sprake is van een niet ‘in betekenende mate’ toename van NO2 of PM10 vanwege het plan. De resultaten hebben betrekking op de situatie van 98 motorvoertuigbewegingen per dag. Een aanvullend onderzoek naar de luchtkwaliteit is dan ook niet noodzakelijk.
Figuur 13. NIBM-tool maximumberekening aantal voertuigbewegingen exclusief vrachtverkeer
42
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
Op grond van de NIBM-tool in figuur 13 is aangetoond dat pas sprake is van een overschrijding van de luchtkwaliteit indien meer dan 1.850 motorvoertuigen (exclusief vrachtwagens) op grond van de ontwikkelingen binnen een plangebied wordt verwacht.
Figuur 14. NIBM-tool maximumberekening aantal voertuigbewegingen inclusief vrachtverkeer
Op grond van de NIBM-tool in figuur 14 is uitgegaan van een aantal motorvoertuigbewegingen van 1.685 per dag. Bovendien is rekening gehouden met 0,5% aan vrachtverkeer. Aangetoond is dat geen overschrijding van de grenswaarde van 1,2 microgram per m3 plaatsvindt. Uitgaande van de geplande ontwikkeling als opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan kan worden gesteld dat de eerder genoemde maximum aantallen motorvoertuigbewegingen in figuur 13 en figuur 14 niet aannemelijk zijn. Geconcludeerd wordt dat de geplande ontwikkeling ruim binnen de grenswaarde ten aanzien van de luchtkwaliteit blijft. Het besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoe-
BESLUIT GEVOELIGE
ligheid voor fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ou-
BESTEMMINGEN
deren en zieken. Daartoe voorziet het besluit in zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Het Besluit gevoelige bestemmingen benadrukt het belang van een ‘goede ruimtelijke ordening’. Dat principe blijft onverkort gelden, en is dus niet vervangen door het besluit. Het besluit waarborgt dat mensen met een verhoogde gevoeligheid in specifieke (nieuwe) situaties niet worden geconfronteerd met een luchtkwaliteit die niet voldoet aan de grenswaarden. Het voorliggende plangebied ligt op een grotere afstand dan 300 meter van een rijksweg en ook op een grotere afstand dan 50 meter van een provinciale weg.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
43
CONCLUSIE
Van hinder van een te grote verslechtering van de luchtkwaliteit is ten aanzien van de realisatie van het geplande bouwplan geen sprake. Het bestemmingsplan is op dit punt uitvoerbaar.
4.8
Bodemkwaliteit WET- EN REGELGEVING
Op 1 april 2007 is de gewijzigde Woningwet (Ww) in werking getreden. In de Ww is bepaald dat door de gemeenteraad in de bouwverordening regels moeten worden opgenomen om het bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen. Deze regels hebben onder andere betrekking op het uitvoeren van een (bodem)onderzoek naar de aard en schaal van de verontreiniging van de bodem. Ook is bepaald dat het College van Burgemeester en Wethouders (B&W) een beslissing op een omgevingsvergunningaanvraag moeten aanhouden als blijkt dat de bodem is verontreinigd dan wel het vermoeden bestaat dat er sprake is van ernstige verontreiniging. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat in de toelichting op een bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden in de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat er onder meer inzicht verkregen moet worden in de noodzakelijke financiële investering van een (mogelijk noodzakelijke) bodemsanering. Een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is dus feitelijk een onderdeel van de onderzoeksverplichting van B&W en de gemeenteraad bij de voorbereiding van een bestemmingsplan. Hierbij moet worden opgemerkt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel moet worden voorkomen. Een bepaalde mate van bodemverontreiniging hoeft in veel gevallen niet direct een probleem op te leveren. In veel gevallen zal historisch onderzoek inzake de betreffende verdachte locatie kunnen uitwijzen of er voldoende aanleiding is om ook bodemonderzoek te laten uitvoeren. Met een oriënterend bodemonderzoek en/of een nader bodemonderzoek kan worden vastgesteld of inderdaad sprake is van bodemverontreiniging, en zo ja, in welke mate en van welke omvang. Op basis van een nader onderzoek kan de provincie bepalen of er een noodzaak is tot gedeeltelijke of gehele sanering van de locatie en of er beveiligingsmaatregelen moeten worden getroffen. Daarbij zal ook de huidige en/of toekomstige bestemming en het gebruik van de locatie een rol spelen uit welke saneringsvarianten kan worden gekozen.
ONDERZOEK
Het plangebied is onderworpen aan een verkennend bodemonderzoek opgesteld door WMR Rinsumageest BV (zie bijlage 6). Het rapport stelt dat hoewel er voor een aantal parameters licht verhoogde gehalten en/of concentraties zijn gemeten, er geen aanleiding is voor het uitvoeren van een aanvullend on-
44
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
derzoek. Tevens vormen de gemeten gehalten en concentraties geen milieuhygiënische belemmering voor de voorgenomen nieuwbouwplannen. De conclusies van het rapport worden gedeeld door de ambtelijke afdeling.
CONCLUSIE
Van hinder van mogelijke bodemverontreiniging is ten aanzien van de realisatie van het gebouw geen sprake. Het bestemmingsplan is op dit punt uitvoerbaar.
4.9
Parkeervoorzieningen De voorgenomen ontwikkeling brengt ook een vraag naar parkeerplaatsen met zich mee. Door middel van de normering volgens de Aanbevelingen Stedelijke Verkeersvoorzieningen (ASVV) van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (CROW) kan wanneer alle functies afzonderlijk zouden worden gerealiseerd de parkeerbehoefte worden voorspeld. Bij de berekening van het benodigde aantal parkeerplaatsen is uitgegaan van de CROW-norm. De CROW beschrijft zowel een minimum- als een maximumnorm. Voor elk van de functies is zowel de minimum- als de maximumnorm in de onderstaande tabel weergegeven. Tabel 3. Functies
Minimumnorm
Maximumnorm
Per woning (midden)
1,3
1,5
22,1 pp
excl. 0,3 pp per woning
excl. 0,3 pp per woning
5,1 pp
voor bezoekers
voor bezoekers
1,0
1,7
Minimaal voor plan
Per 100 m2 bvo bedrijfsunits
2 pp
(dienstverlening)
In het voorliggende plan is het parkeren voor bewoners op eigen erf geregeld middels 22 parkeerplaatsen. Daarnaast zijn er op eigen erf en in de openbare ruimte 19 parkeerplaatsen voor bezoekers geregeld. Dit laatste is in samenspraak met de gemeente tot stand gekomen. De totale capaciteit voor parkeren is daarmee ruimschoots voorzien. Van hinder vanwege de toenemende parkeerdruk is ten aanzien van de realisa-
CONCLUSIE
tie geen sprake. Het bestemmingsplan is op dit punt uitvoerbaar.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
45
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
De herstructurering van het huidige gemengde gebied naar een nieuwe inrichting is vastgelegd in bindende regels. In dit hoofdstuk worden de regels toegelicht.
5.1
Inleiding Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dit betekent dat het analoge bestemmingsplan ook digitaal beschikbaar is. In aansluiting op de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro), op 1 juli 2008 en de RO-standaarden, op 1 januari 2010, is bij het opstellen van het bestemmingsplan de nieuwe wet- en regelgeving toegepast. De RO-standaarden bestaan uit: de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008), de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke instrumenten 2008 (STRI2008) en de Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2008 (PRBP2008). De koppeling van de kaart, toelichting en regels (het bestemmingsplan) wordt
HET DIGITALE
in de nieuwe systematiek de verbeelding genoemd. De verbeelding is vervat in
BESTEMMINGSPLAN
een GML. De digitale verplichting, het bestemmingsplan vervat in een GML, is ingegaan op 1 januari 2010. Vanaf dat moment heeft het digitale plan voorrang op het analoge plan. In de Wro zijn de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling neergelegd, zodat deze niet meer opgenomen hoeven te worden in de regels. Na 1 oktober 2010 zijn deze regels neergelegd in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de uitsluiting van de aanvullende werking Bouwverordening onder de nieuwe Wro vervallen. Deze bepaling wordt niet meer opgenomen in de regels. In het Bro is een formulering opgenomen ten aanzien van de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht. Deze teksten zijn neergelegd in de regels. De regelingen hebben als gevolg dat het bestemmingsplan wat betreft de vorm en de inhoud enigszins kan afwijken van de tot nu toe gebruikelijke wijze van opstellen.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
47
De SVBP2008 bevat een aantal voorschriften, dat moeten worden opgevolgd. Voor de regels betekent dit onder meer dat niet meer wordt gesproken van voorschriften maar van regels. Tevens zijn er een aantal dwingend voorgeschreven begrippen, die worden neergelegd in het artikel aangaande begrippen. Ook schrijft de SVBP2008 voor op welke wijze er invulling moet worden gegeven aan de wijze van meten. Op grond van artikel 3.1.3 en artikel 3.1.6 van het Bro bestaat een bestemmingsplan uit: 1.
bestemmingen die bij of krachtens de Wro kunnen worden voorgeschreven;
2.
regels die bij of krachtens de Wro kunnen worden voorgeschreven;
3.
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
4.
wanneer nodig uitwerkings- en wijzigingsregels en afwijken bij een omgevingsvergunning.
Daarbij is een bestemmingsplan voorzien van een toelichting. Hierin is de gemaakte keuze van de bestemmingen uiteengezet en zijn de resultaten van de voor het bestemmingsplan uitgevoerde onderzoeken opgenomen. Ook de resultaten van het overleg op grond van artikel 3.1.1 van het Bro zijn in de toelichting opgenomen alsook de manier waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken is in deze toelichting uiteengezet. Daarbij zijn in de toelichting ook de inzichten in de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan opgenomen. ADDITIONELE
In het plan zijn de al dan niet in directe relatie met een bestemming staande
VOORZIENINGEN
voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, bermen, geluidwerende voorzieningen, centrale installaties ten behoeve van de energievoorziening, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing in de vorm van watergangen, duikers, waterkeringen en dergelijke in de bestemming begrepen, zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld.
CRITERIA BIJ NADERE EIS,
In de regels zijn criteria opgenomen die als toetsingskader dienen bij de in het
WIJZIGING EN AFWIJKEN BIJ
plan opgenomen nadere eisen, wijzigingsbevoegdheden en afwijkingen bij om-
OMGEVINGSVERGUNNING
gevingsvergunning. Het gaat dan met name om kwalitatieve criteria als de woonsituatie (onder andere privacy), de milieusituatie (onder andere hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking), de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid (onder andere voorkomen van onoverzichtelijke, onherkenbare en niet sociaal controleerbare ruimtelijke situaties), de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het straat- en bebouwingsbeeld. Bij dit laatste criterium moet worden gedacht aan een goede verhouding tussen bouwmassa en openbare ruimte, een goede hoogte-breedte-verhouding tussen bebouwing onderling, een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is. Afhankelijk van de betreffende bepaling met betrekking tot een afwijking bij omgevingsvergunning,
48
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
wijzigingsbevoegdheid of nadere eis zijn één of meer van deze criteria opgenomen. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) met
WET ALGEMENE BEPALINGEN
het bijbehorende Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden. De invoe-
OMGEVINGSRECHT
ring van de Wabo en het Bor heeft gevolgen voor het ruimtelijk omgevingsrecht zoals dat gold op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de inwerkingtreding van de Wabo is de Wro deels vervallen en opgegaan in de Wabo. In de Wabo en het Bor is de omgevingsvergunning geïntroduceerd en geregeld. In de omgevingsvergunning zijn de verschillende toestemmingen voor locatiegebonden activiteiten geïntegreerd, waarbij sprake zal zijn van een samenloop met andere locatiegebonden activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Ook de ontheffingen die in een bestemmingsplan zijn geregeld, zijn na 1 oktober 2010 vervangen door de omgevingsvergunning. Dit geldt ook voor de aanlegvergunning. Het algemene gebruiksverbod dat was opgenomen in artikel 7.10 Wro komt te vervallen en is vervangen door het algemene gebruiksverbod dat is opgenomen in artikel 2.1 Wabo. Voor een gebruik in strijd met een bestemmingsplan is een omgevingsvergunning vereist. Door de komst van de Wabo en het Bor is een aantal begrippen uit de Wro (onder andere ontheffing en aanlegvergunning) vervallen; deze begrippen worden ook in de RO-standaard SVBP2008 gebruikt. In september 2010 zijn er werkafspraken met betrekking tot de SVBP2008 gepubliceerd. Het voorliggende plan is aangepast aan de werkafspraak september 2010 SVBP2008. Zo wordt er niet meer gesproken over ontheffingen, maar over afwijkingen. De in het overgangsrecht genoemde bouwvergunning is vervangen door een omgevingsvergunning voor het bouwen.
5.2
Bestemmingsplanprocedure De bestemmingsplanprocedure is geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de procedure zijn de volgende fasen te onderscheiden: -
Voorbereidingsprocedure
Voor het opstellen van een voorontwerpbestemmingsplan verricht de gemeente onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, naar de bestaande toestand en naar mogelijke en wenselijke ontwikkelingen binnen een gemeente. Het voorontwerpbestemmingsplan wordt voor overleg gezonden aan de in artikel 3.1.1 van het Bro genoemde instanties. Bovendien wordt het voorontwerp ter inzage gelegd voor inspraak op de wijze zoals die in de gemeentelijke inspraakverordening is vastgelegd. De gemeente reageert vervolgens op het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en de inspraak door in de toelichting van het plan
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
49
op de gemaakte op- en aanmerkingen in te gaan en aan te geven welk standpunt de gemeente daarover inneemt. -
Vaststellingsprocedure
Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen en op de gemeentelijke website wordt het ontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kan een ieder zienswijzen omtrent het ontwerp naar voren brengen. Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd uiterlijk 12 weken na de termijn van terinzagelegging vast. -
Beroepsprocedure
Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Indien Gedeputeerde Staten of de VROM inspectie een zienswijze hebben ingediend die door de gemeenteraad niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, geschiedt bekendmaking en terinzagelegging uiterlijk 6 weken na vaststelling. Uiterlijk 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien het bestemmingsplan ongewijzigd is vastgesteld en er gehoor is gegeven aan zienswijzen van Gedeputeerde Staten en/of de VROM inspectie wordt het vaststellingsbesluit door de gemeenteraad uiterlijk 2 weken na vaststelling bekend gemaakt. Tevens wordt uiterlijk 2 weken na vaststelling het bestemmingsplan ter inzage gelegd.
5.3
Bestemmingen In deze paragraaf is in het kort aangeven welke doeleinden per bestemming worden nagestreefd. Bovendien is aangegeven op welke gronden de onderscheiden bestemmingen van toepassing zijn. In het bestemmingsplan is voorzien in één bestemming, te weten: -
Gemengd.
Gebiedsaanduiding: GEMENGD
geluidzone – industrie.
Deze bestemming biedt mogelijkheden voor functiemenging. Naast het wonen in de vorm van woningen en woongebouwen, zijn maatschappelijke instellingen, kantoren, dienstverlenende bedrijven en instellingen en bedrijven die zijn genoemd in de Staat van Bedrijven onder categorie 1 en 2 binnen de bestemming begrepen. Omdat het hier een ontwikkellocatie betreft, is de voorwaarde
50
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
dat de activiteiten dienen plaats te vinden op de bestaande plaats geschrapt. Binnen het plangebied, dat beperkt van omvang is, kunnen de genoemde functies worden gerealiseerd. Bovendien is getracht op deze wijze een flexibiliteit aangaande de inrichting en het gebruik van de gronden op basis van het voorliggende bestemmingsplan te waarborgen. Op basis van de voorliggende toelichting is beschreven dat nieuwe functies niet leiden tot een onaanvaardbare milieusituatie voor omwonenden. Ook zijn de milieu- en de verkeerssituatie in ogenschouw genomen. Hoofdgebouwen (dus zowel de woningen, woongebouwen, de gebouwen ten dienste van de overige voorzieningen en bedrijfs- en dienstwoningen) dienen binnen het in het bestemmingsvlak aangegeven bouwvlak te worden gebouwd. Eventueel kunnen gebouwen ten dienste van de overige voorzieningen ook buiten het bouwvlak worden gebouwd. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden voor de woningen en de percelen, waarop andere voorzieningen zijn gesitueerd, verschillende bepalingen, omdat aan de bedrijvigheid in het aanloopgebied meer bouwmogelijkheden worden toegekend. De gronden binnen de gebiedsaanduiding “geluidzone – industrie” stellen voor-
GELUIDZONE - INDUSTRIE
waarden aan de onderliggende bestemmingen. Voor de gronden binnen de aanduiding geldt dat de geluidsruimte voor industrie is beschermd en in stand gehouden moet worden. Tevens mag het aantal geluidsgevoelige objecten en geluidsgevoelige functies niet toenemen ten opzichte van het bestaande aantal. Ten behoeve van deze objecten en functies mag niet worden gebouwd. Dit is opgenomen in de bouwregels. Door middel van een afwijkingsmogelijkheid van de bouwregels kan hiervan worden afgeweken, mits is aangetoond door middel van een deskundigenverklaring dat met het oog op de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere grenswaarde.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
51
I n s p r a a k
e n
o v e r l e g
In het kader van de inspraakprocedure zijn de inwoners van GerkeskloosterStroobos en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om hun mening over het voorontwerpbestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat Gerkesklooster-Stroobos kenbaar te maken. Daarnaast is het voorontwerp in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro toegezonden aan diverse overlegpartners. In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de inspraak en het overleg vermeld. Op 15 november heeft, in samenwerking met de ontwikkelaar van het appartementengebouw, een informatiebijeenkomst plaatsgevonden in Dorpshuis Rehoboth.
6.1
Inspraak In overeenstemming met de Inspraakverordening Achtkarspelen is op het voorontwerpbestemmingsplan inspraak verleend. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 7 november tot en met 4 december 2012 ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de terinzagelegging van het voorontwerpbestemmingsplan zijn geen inspraakreacties ingediend.
6.2
Overleg In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1. Bro is het voorontwerpbestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos toegezonden aan Brandweer Fryslân, provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân en Gasunie. De ingekomen overlegreacties zijn als bijlage 7 bij de voorliggende toelichting opgenomen. Brandweer Fryslân In de brief van 26 november 2012 geeft Brandweer Fryslân aan dat in de nabijheid van het plangebied twee inrichtingen gelegen zijn met een ammoniakinstallatie. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat beide inrichtingen geen invloedsgebied hebben. Hiermee zijn deze inrichtingen niet relevant voor dit bestemmingsplan in het kader van externe veiligheid.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
53
Provincie Fryslân De Provincie Fryslân heeft in de brief van 5 december 2012 aangegeven dat de provinciale belangen op de juiste wijze in het bestemmingsplan zijn verwerkt en dat er verder geen aanleiding is tot het maken van opmerkingen. Wetterskip Fryslân Op 3 december 2012 is een mail ontvangen waarin het Wetterskip Fryslân aangeeft geen opmerkingen te hebben. Gasunie We hebben geen reactie gekregen van Gasunie en concluderen dat zij met het plan kunnen instemmen.
54
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
De kosten voor de bouw alsook de kosten voor de noodzakelijke onderzoeken voor het voorliggende bestemmingsplan zullen door de initiatiefnemer worden gedragen. De kosten voor de gemeente betreffen de gebruikelijke kosten voor de planbegeleiding. In het voorliggende bestemmingsplan is sprake van een bouwplan, namelijk het bouwen van een appartementengebouw met bedrijfsunits. De kosten die samenhangen met het opstellen en de onderzoeken van het bestemmingsplan, de uitvoering van het plan en eventuele planschadekosten op grond van artikel 6.1 van de Wro zullen door de initiatiefnemer worden gedragen. Dit wordt door de gemeente vastgelegd in een planschadeverhaalsovereenkomst. Op basis van deze overwegingen mag het plan economisch uitvoerbaar worden geacht. Dit betekent dat de uitvoering van het voorliggende bestemmingsplan niet door een onvoldoende economische uitvoerbaarheid wordt belemmerd.
005.00.06.41.00.toe - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013
55
B i j l a g e n
B i j l a g e
1 :
V o l k s h u i s v e s t e l i j k e o n d e r b o u w i n g
ONDERBOUWING VOLSHUISVESTINGSPROGRAMMA/MARKTVRAAG BOUWPLAN LOCATIE KLAARKAMP/FRIESE STREEK GERKESKLOOSTERSTROOBOS Deze notitie is bedoeld ter onderbouwing van de vraag in hoeverre er behoefte is aan koopappartementen in het tweelingdorp Gerkesklooster-Stroobos. Concreet heeft het betrekking op de bouwplannen die er zijn op de locatie “De Haan Zonwering” aan de Friese StreekKlaarkamp. Ten behoeve van deze locatie ligt er een bouwaanvraag voor de bouw van 15 appartementen, 2 penthouses en twee bedrijfsruimtes van ca. 100 m2. Inwoneraantal-bevolkingssamenstelling Gerkesklooster-Stroobos is een aan elkaar grenzend tweelingdorp met ca. 1131 inwoners. De dorpen liggen aan het Prinses Margrietkanaal/Van Starkenborghkanaal waarlangs diverse bedrijven gevestigd zijn (vaak scheepsbouw gerelateerd). Het dorp kent 472 woningen (zowel huur als koop). De leeftijdsopbouw in het dorp Stroobos en Gerkesklooster is als volgt (bron:cijfers gemeente Achtkarspelen): 0 - 19 jaar - 303 inwoners 20 - 49 jaar - 483 inwoners 50 - 89 jaar - 345 inwoners Enquete onder bevolking 2008 In 2008 is er een uitgebreide enquete onder de inwoners van beide dorpen gehouden naar wensen met betrekking tot wonen, werken, voorzieningen, woningbehoefte, klachten etc. Deze enquete had een respons van 30%.(van de 440 enqueteformulieren zijn 133 retour gezonden) Hieronder volgt een korte opsomming van de meest opvallende conclusies uit deze enquête: 1. 80% van de respondenten zit in de leeftijdscategorie van 40-99 jaar (doelgroep appartementen 2. 76% van de inwoners woont langer dan 20 jaar in het dorp (men is dus erg dorpsgebonden) 3. 77% van de respondenten beschikt over een koopwoning 4. Van degenen die een (andere) woning willen zoekt 68% een koopwoning 5. Van de zoekers zoekt 71% een koopwoning in de prijsklassen boven € 163.000.— 6. 55% van de respondenten wil bij verhuizing graag in eigen dorp blijven wonen 7. Bij bouw van appartementen/ouderenwoningen zegt 56% graag in dorp te blijven wonen Samenvattend zijn belangrijke conclusies dat a) bewoners van beide dorpen graag in het dorp blijven wonen b)daar al zeer lang wonen en een sterke dorpsbinding hebben en c) dat er ondermeer behoefte is aan duurzame (zorg)appartementen; Marktsituatie In het tweelingdorp zijn geen woningen/appartementen voor ouderen die voldoen aan de moderne eisen des tijd en die gericht gebouwd zijn met het doel de zelfredzaamheid van
ouderen te vergroten. Dit betekent dat inwoners die behoefte hebben aan een dergelijke woning/appartement genoodzaakt zijn te verhuizen naar grotere kernen als Surhuisterveen of Buitenpost. Het te bouwen hoogwaardige appartementencomplex voorziet, naast een geweldige upgrading van de kom van het dorp, in de bouw van 15 duurzame appartementen en 2 penthouses. De twee bedrijfsruimtes zijn bij uitstek geschikt voor bijvoorbeeld een kapsalon en een zorgpost (buurt-ouderenzorg) Op grond van de eerder genoemde cijfers is er voldoende reden aan te nemen dat binnen een periode van 1 of 2 jaar een acceptabel deel van de appartementen zal zijn verkocht aan met name plaatselijke bewoners. De inschatting is dat circa 90% van de kopers zich zal bevinden onder de bestaande inwoners. Verder zal er een enkeling wellicht terug komen naar het tweelingdorp vanwege vroegere binding of ouder-kindrelaties en zal er een enkele koper afkomstig zijn uit het omliggende agrarische gebied (ouderen die boerderij/bedrijf overdragen aan kinderen en binding met hun omgeving willen bewaren). Omdat een groot aantal inwoners van het tweelingdorp ouder dan 40 jaar is, over een eigen woning beschikt en er een duidelijke behoefte is om te verhuizen naar een koopwoning boven de € 163.000.--mag de conclusie zijn dat er in Gerkesklooster-Stroobos zeker behoefte is aan de bouw van een appartementecomplex. Zoals ook in de structuurvisie van de gemeente Achtkarspelen wordt aangegeven is het beleid van de gemeente erop gericht ouderen in hun bestaande omgeving zolang mogelijk zelfstandig te laten wonen. Daarbij is het van belang dat in kleinere dorpen dienstencentra of zorgposten functioneren en dat het woningaanbod ondermeer voorziet in de aanwezigheid van gelijkvloerse duurzame ouderenwoningen. Verder is het van belang dat de appartementen worden gerealiseerd in een prijsklasse van ca. € 175.000 – 210.000 (bij voorkeur beneneden de € 200.000.--) met eventueel een uitschieter voor de grotere penthouses. Van belang is dat de prijzen niet op een te hoog niveau komen te liggen omdat bewoners dan niet bereid zullen zijn in eigen dorp te investeren. Uiteindelijk zullen de appartementen na 5 of 10 jaar ook weer verkoopbaar moeten zijn. Het project is een unieke kans voor Gerkesklooster-Stroobos. De inwoners zullen zich hiervan bewust moeten zijn. Indien door de aanwezige plaatsgebonden ouderen de uitgesproken behoeften en wensen niet in daden wordt omgezet zal het project niet van de grond komen en zal het dorp nog vele jaren tegen een verouderde en verwaarloosde dorpskom moeten aankijken, die iedere andere vernieuwing van het dorp in de weg zal staan. Alleen al daarom dient deze kans met beide handen te worden aangegrepen en zou het de gemeente Achtkarspelen en de dorpen Gerkesklooster-Stroobos prijzen om de voortgang en realisatie van dit project op alle fronten te stimuleren. Kollum, 24 november 2011 VANDERSCHAAF&SCHIEVINK MAKELAARS
D.van der Schaaf, makelaar/taxateur.
B i j l a g e
2 :
W e l s t a n d s c r i t e r i a
Complexmatig bouwen (intensief en extensief) rondom het centrumgebied Gebiedsnummer: 14 Gebiedsnaam: Representatieve instellingen Foto’s
Gebiedskenmerken en criteria
Algemene gebiedsintentie: Ui
Plaatsing Locaties/zone in het lint: complex reageert op lint (bijvoorbeeld: groepering bouwvolumes reagerend op kenmerken lintbebouwing). Locaties in woonstraten: zoekt daarop aansluiting (bijvoorbeeld in rooilijn). Meer vrijliggende locaties: zelfstandige meer alzijdige uitstraling met representatieve delen als blikvanger. Aan- en uitbouwen, alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt. Zelstandige plek in woonstraat
Afstemming op rooilijn en toevoeging groene ruimte
Hoofdvorm De massa-opbouw is enkelvoudig tot samengesteld en kent een sterke individuele uitstraling. De gebouwen zijn kantig tot vloeiend opgezet. Met name in het lint en in de woonstraten wordt afstemming op de belendingen gezocht. Aan- en uitbouwen, alsmede bijgebouwen zijn ondergeschikt. Aanzichten Er is sprake van een duidelijke gerichtheid op de openbare ruimte, met een representatieve uitstraling. Er is sprake van een duidelijke en evenwichtige geleding van de naar de openbare ruimte gerichte gevels (bijvoorbeeld door gevelopeningen en/of accenten in de gevelcompositie).
Opmaak Zeer zorgvuldig samengestelde compositie van materialen. Bij bouwwerken als onderdeel van lint of woonstraat is het materiaalgebruik zorgvuldig afgestemd op de omgeving. Bij invulling van zelfstandige plekken draagt het materiaalgebruik bij aan de individuele uitstraling. Kleurkeuze is evenwichtige compositie van aardkleuren en lichtere tinten; geen felle en opvallende kleuren. In het lint: spel van volumes is vertrekpunt voor schaalvergroting Detaillering is eenvoudig tot sterk, maar zorgvuldig.
Overige Voor reclame-uitingen geldt bescheidenheid en afstemming op de vormgeving van het gebouw.
Re
Iv
Vrije ligging met sterke identiteit Ui= uitgangspunt, Re = respecteren en interpreteren, Iv = Incidenteel veranderbaar
B i j l a g e A d v i e s
3 : G e l u i d s z o n e s
G e r k e s k l o o s t e r - S t r o o b o s
!"# !
%"&""
%"&!
!"$
* '
( )*
'
*
! ""
"# $
%#& '
$
!"#
&'
&'
%
###
)
*+
+ (
(
X
!
!" /! !"#$$%%& '('&)* +,&-$."$
0 /!
0
!"
!
!&
(9$1 !!
!""!
!&
!"#$$%%& '(...
'4 1
5678
2& (34% (
% 1
B i j l a g e
4 :
A k o e s t i s c h d . d .
9
o n d e r z o e k
n o v e m b e r
2 0 1 2
Servicebureau De Friese Wouden
Achtkarspelen Heerenveen Ooststellingwerf Opsterland Smallingerland Tytsjerksteradiel Weststellingwerf
Akoestisch onderzoek wegverkeer- en industrielawaai voor het plan 17 appartementen en 2 bedrijfsunits te Gerkesklooster (voormalige locatie De Haan)
In opdracht van:
gemeente contactpersoon
Achtkarspelen de heer S. Noordbruis
Uitgevoerd door:
Servicebureau contactpersoon
ing. J. Dreijer / Dipl-Ing. H. Raetzer
Drachten, 9 november 2012
Postadres: Servicebureau “De Friese Wouden”, Postbus 229, 9200 AE Drachten. Bezoekadres: Van Knobelsdorffplein 10, Drachten. Telefoon: 0512-570316 E-mail:
[email protected] rek.nr. BNG 2850.24.108.
Inhoud 1.
Inleiding -
2.
Normstelling -
3.
Wet geluidhinder overgangsrecht wettelijk kader wegverkeerslawaai wettelijk kader industrielawaai cumulatie artikel 110f Wgh. reductie wegverkeer conform artikel 110g Wgh. / artikel 3.4 RMG2012 reductie banden conform artikel 3.5 RMG2012 Bouwbesluit 2012
Wegverkeerslawaai -
4.
situatie plan
wijze van onderzoek gegevens en uitgangspunten verkeersgegevens algemene uitgangspunten gevelbelasting ten gevolge van verkeer zoneplichtige Friese Streek toetsing Bouwbesluit
Industrielawaai -
geluidszone industrielawaai uitgangspunten resultaten ten gevolge van industrielawaai
5.
Cumulatie artikel 110f Wgh.
6.
Bespreking -
7.
wegverkeerslawaai industrielawaai cumulatie artikel 110f Wgh. toetsing Bouwbesluit / geluidwerende voorzieningen industrielawaai wegverkeerslawaai
Conclusie / advies
Bijlagen
1. 2. 3. 4. 5.
Plantekening / ligging rekenpunten / geluidszone Berekeningsresultaten wegverkeer jaar 2023 zoneplichtige Friese Streek Berekeningsresultaten wegverkeer jaar 2023 cumulatief alle wegen Berekeningsresultaten industrielawaai Rekenmodellen / invoergegevens
Servicebureau “De Friese Wouden”
1. Inleiding Op verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen is akoestisch onderzoek gedaan naar de hoogte van de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeer- en industrielawaai voor het plan 17 appartementen en 2 bedrijfsunits op de voormalige locatie De Haan te Gerkesklooster. De bouw van de woningen wordt mogelijk gemaakt door een partiële bestemmingsplanwijziging. De appartementen in het plan zijn voor wat betreft wegverkeerslawaai gelegen binnen de wettelijke geluidszone van alleen De Friese Streek. Daarnaast is het plan gelegen binnen de wettelijke geluidszone van het gezoneerde industrieterrein. De reden voor dit onderzoek is inzicht te krijgen of de voorkeursgrenswaarden op de appartementen worden overschreden en indien dat het geval is, welke mogelijkheden de gemeente heeft om de appartementen te kunnen realiseren.
situatie plan
9 november 2012
1
Servicebureau “De Friese Wouden”
2. Normstelling Wet geluidhinder In het staatsblad 267 jaar 2012 is een nieuwe wijziging van de Wet geluidhinder gepubliceerd. Deze wijziging van de Wgh. is per 1 juli 2012 van kracht geworden. Per 1 juli 2012 is ook het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 gewijzigd in het nieuwe Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 (RMG2012). Voor wegverkeerslawaai geldt de gevelbelasting Lden in dB (Europese dosismaat). Deze Lden is het resultaat van het gemiddelde van de berekende waarden in de dagperiode, de avondperiode en de nachtperiode e.e.a. berekend conform de richtlijn nr 2002/49/EG. Voor industrielawaai geldt dat de geluidsbelasting als etmaalwaarde (LEtm) in dB(A) wordt getoetst. Deze LEtm is het hoogste van de berekende waarden in de dagperiode, de avondperiode + 5 dB(A) en de nachtperiode + 10 dB(A). Overgangsrecht Wanneer een ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd vóór 1 juli 2012, moet de verdere procedure worden afgewikkeld volgens oude wetgeving (oude recht). Daarbij horen dan nog de besluiten, geluidwetgeving en het reken- en meetvoorschrift van vóór 1 juli 2012. Er is een overgangsperiode waarbinnen de gemeente nog een keus heeft tussen het “oude” recht en het “nieuwe” recht. Het “oude” recht kan na inwerkingtreding op 1 juli 2012 worden toegepast: • binnen 12 maanden ontwerp bestemmingsplan ter inzage (plus hogere waardebesluit) • binnen 3 maanden aanvraag omgevingsverguning ruimte (projectbesluit) verzoek vaststellen hogere waarde resultaten akoestisch onderzoek én beschrijving maatregelen bij: reconstructiebesluit aanleg weg buiten bestemmingsplanprocedure Op verzoek van de gemeente is de berekening van de gevelbelasting gedaan op basis van de nieuwe gewijzigde Wgh. en het daarop gebaseerde reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 (RMG2012). Wettelijk kader wegverkeerslawaai Een zoneplichtige weg heeft aan weerszijden conform artikel 74 Wgh. een wettelijke zonebreedte. Deze is zodanig bepaald dat er buiten de zone in het algemeen geen geluidsniveaus voorkomen van meer dan de voorkeurswaarde van 48 dB. De wegen waarvoor een 30 km-regime geldt zijn conform artikel 74 van de Wgh. zonevrij. Voor een zoneplichtige binnenstedelijke weg met één of twee rijstroken geldt een zonebreedte van 200 m. Voor een buitenstedelijke weg met één of twee rijstroken geldt een zonebreedte van 250 m. De afstand van de wettelijke zonebreedte is onafhankelijk van de verkeersintensiteit en verkeerssnelheid op de betrokken weg en het wegdektype ervan. Het ligt voor de hand dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor een weg met maar een verkeersintensiteit van 2.500 mvt/etmaal veel dichter bij de weg is gelegen dan voor een weg met een verkeersintensiteit van bijvoorbeeld 10.000 mvt/etmaal. De voorkeursgrenswaarde van nieuw te bouwen geluidsgevoelige bestemmingen binnen de zone van wegen is 48 dB. B&W kunnen overeenkomstig het “Besluit geluidhinder” (Stb. 2006, 532) een hogere waarde vaststellen, met dien verstande, dat deze, in de situatie van nieuw te bouwen woningen gelegen in een stedelijk gebied niet meer bedraagt dan maximaal 63 dB. 9 november 2012
2
Servicebureau “De Friese Wouden”
Voor woningen in buitenstedelijk gebied, waaronder ook het stedelijk gebied binnen de zone van snel(auto)wegen, bedraagt de maximaal vast te stellen hogere waarde 53 dB. Voor woningen die een geluidsbelasting ondervinden van meer dan de voorkeursgrenswaarde, is een aanvaardbare geluidsbelasting van 48 dB of lager op tenminste één gevel aan te bevelen. Bij geluidsbelastingen boven de 53 dB dienen de verblijfruimten alsmede de tot de woning behorende buitenruimte zoveel als mogelijk aan de zijde van de woning te worden gesitueerd waar niet de hoogste geluidsbelasting optreedt. Indien er een hogere waarde wordt vastgesteld, dienen voor wat betreft de geluidwering van de gevels zonodig maatregelen te worden getroffen, welke er voor zorg dragen dat de geluidsbelasting binnen de woning in het verblijfsgebied bij gesloten ramen niet meer bedraagt dan 33 dB. Wettelijk kader industrielawaai Het plan is gelegen binnen de wettelijke geluidszone van het gezoneerde industrieterrein. Voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen kan 55 dB(A) als maximale hogere waarde worden vastgesteld. De afwegingscriteria voor de motivering van hogere waarden werden onder de oude Wet geluidhinder via provinciaal beleid geregeld. De gemeente Achtkarspelen heeft conform de nieuwe Wet geluidhinder eigen beleid vastgesteld voor deze procedures. Voor bestemmingen die een geluidsbelasting ondervinden van meer dan 50 dB(A), dient op ten minste één gevel sprake te zijn van een aanvaardbare geluidsbelasting van 48 dB vanwege wegverkeerslawaai en van maximaal 50 dB(A) door het industrieterrein. Indien een hogere waarde wordt vastgesteld, dienen voor wat betreft de geluidwering van de gevels zonodig maatregelen te worden getroffen. Deze maatregelen dienen er voor te zorgen dat de geluidsbelasting bij gesloten ramen voor woningen ten hoogste 35 dB(A) mag bedragen. Cumulatie artikel 110f Wgh. Indien er sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron, dient conform art. 110f Wgh. onderzoek te worden gedaan naar de effecten van de samenloop van verschillende geluidsbronnen en dient te worden aangegeven op welke wijze met de samenloop rekening is gehouden bij eventueel te treffen maatregelen. Voor dat onderzoek is in het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 een rekenmethode opgenomen. Deze methode berekent de gecumuleerde geluidsbelasting, rekening houdend met de verschillen in dosiseffectrelaties van de verschillende geluidsbronnen. Met een op deze wijze gecumuleerde geluidsbelasting kan worden beoordeeld of dit niet zal leiden tot een onaanvaardbaar situatie. Over wat onaanvaardbaar is doet de Wgh. overigens geen uitspraak. De gemeente zal daarover zelf moeten oordelen. Sommige gemeenten hebben een “hogere waarden beleid” vastgesteld waarin ook grenswaarden zijn opgenomen voor de gecumuleerde geluidsbelasting. De gemeente Achtkarspelen heeft wel een hogere waarde beleid vastgesteld, maar daarin zijn geen grenswaarden opgenomen voor de gecumuleerde geluidsbelasting. Daarom is de beoordeling of de situatie wel of niet aanvaardbaar is, aan B&W. Zonder beleid kan een bepaalde keuze wel precedentwerking voor de toekomst opleveren.
9 november 2012
3
Servicebureau “De Friese Wouden”
Reductie wegverkeer conform artikel 110g Wgh. / artikel 3.4 RMG2012 Op grond van de verwachting dat de geluidsproductie van motorvoertuigen in de toekomst zal afnemen, mogen de berekende geluidsbelastingen op de gevels worden gereduceerd. De berekende geluidsbelastingen mogen worden gereduceerd met 2 dB bij wegen met een rijsnelheid van 70 km/uur en hoger en met 5 dB bij wegen met een rijsnelheid van minder dan 70 km/uur. Voor de toetsing aan de voorwaarden uit het Bouwbesluit bedraagt de reductie echter 0 dB. Reductie banden conform artikel 3.5 RMG2012 Bij de berekening van het geluidsniveau van een weg mag een aftrek worden toegepast vanwege stillere banden. Deze aftrek mag worden toegepast op de wegdekcorrectie en is afhankelijk van de representatieve snelheid van de lichte motorvoertuigen en het wegdek. De aftrek bedraagt in eerste instantie 2 dB in geval van lichte motorvoertuigen met een rijsnelheid van 70 km/uur en hoger. De aftrek bedraagt echter 1 dB ingeval de rijsnelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur en hoger is, en het wegdek bestaat uit een van de volgende wegdekken: o elementenverharding o Zeer Open Asfalt Beton o tweelaags Zeer Open Asfalt Beton, met uitzondering van tweelaags Zeer Open Asfalt Beton fijn. o uitgeborsteld beton o geoptimaliseerd uitgeborsteld beton o oppervlaktebewerking. Bouwbesluit 2012 Per 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 van kracht geworden. Enkele wijzigingen als gevolg van het nieuwe Bouwbesluit 2012 voor geluid van buiten voor nieuwbouw zijn: • Er worden geen eisen meer gesteld aan kantoorfuncties. • Er vindt alleen toetsing plaats voor verblijfgebieden. • Er geldt altijd een basiseis van 20 dB betreffende de minimale karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie voor een woonfunctie / gezondheidszorgfunctie / bijeenkomstfunctie kinderopvang / onderwijsfunctie. • Indien een hogere waarde is vastgesteld in het kader van de Wgh., is de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie van een verblijfsgebied niet kleiner dan het verschil tussen de hoogst toelaatbare geluidsbelasting voor industrie-, weg- of spoorweglawaai en 35 dB(A) bij industrielawaai, of 33 dB bij weg- of spoorweglawaai. Ingeval van een bedgebied 30 dB(A) industrielawaai en 28 dB bij weg- of spoorweglawaai. • Indien er geen hogere waarde is vastgesteld of de functies zijn gelegen aan een 30 km weg, geldt voor de karakteristieke geluidwering van de gevel alleen de basiseis van 20 dB. • Er wordt bij gebouwen met onderwijsfunctie geen verschil meer gemaakt in les/theorie-lokalen en theorievaklokalen. In beide gevallen bedraagt het binnenniveau 35 dB(A) bij industrielawaai en 33 dB bij weg- of spoorweglawaai. Voor wat betreft de toetsing van het plan aan het Bouwbesluit, is voor wat betreft het wegverkeer met name de gecumuleerde gevelbelasting als gevolg van verkeer op enerzijds de zoneplichtige wegen en anderzijds de 30 km van belang. Om dit inzichtelijk te maken zijn in onderhavig onderzoek de berekende geluidsbelastingen per weg opgeteld tot een cumulatieve Lden-waarde als gevolg van alleen het wegverkeer. 9 november 2012
4
Servicebureau “De Friese Wouden”
3. Wegverkeerslawaai Wijze van onderzoek Omdat er sprake is van een complexe berekening, is het onderzoek uitgevoerd met behulp van computerprogrammatuur Geomilieu 2.11 gebaseerd op RMG2012. In dit computerprogramma wordt de aftrek conform artikel 3.5 RMG2012 automatisch toegepast. Op verzoek van de gemeente is vanwege de planvorming voor de berekening uitgegaan van het maatgevend jaar 2023. (Conform het reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2012 geldt minimaal het tiende jaar na het akoestisch onderzoek). Gegevens en uitgangspunten Voor de berekening van de geluidsbelasting als gevolg van het wegverkeer is hetzelfde rekenmodel gehanteerd wat is gebruikt voor de berekening van de gevelbelasting als gevolg van het industrieterrein. Alle gebouwen, bodemgebieden en rekenpunten hebben dezelfde ligging, hoogten en waarneemhoogten. De gekozen rekenpunten zijn aangegeven op de computerplot in bijlage 1. Verkeergegevens De invoergegevens (werkdaggemiddelden) van de zoneplichtige weg zijn aangepast voor de situatie in het maatgevende jaar 2023. Voor de bepaling van de intensiteit in het maatgevende jaar 2023 is uitgegaan van een recente telling van de gemeente (oktober 2012; 2.635 mvt/etmaal). Rekening houdend met een jaarlijks stijgingspercentage van 1% en het extra verkeer vanuit het plan (222 mvt) is op de Friese Streek in 2023 uitgegaan van 3.190 mvt/etmaal. Omdat voor de 30 km wegen geen telgegevens beschikbaar zijn, is in dat geval gekozen voor een andere benadering. Op basis van de basiseis uit het Bouwbesluit (minimale karakteristieke geluidwering van 20 dB en een maximaal binnenniveau van 33 dB ) is zonder aanvullende gevelvoorzieningen een gevelbelasting van 53 dB nog geoorloofd. Indien op enkele maatgevende rekenpunten vervolgens de gecumuleerde waarde van 53 dB als gevolg van het totale wegverkeer als maximale grenswaarde wordt aangehouden, kan op basis daarvan de worst-case intensiteit op de 30 km wegen worden bepaald. Zonder geluidwerende voorzieningen mag de verkeersintensiteit op de betrokken 30 km wegen dan ook niet hoger zijn dan de worstcase intensiteit. Voor de Molenweg is een worstcase intensiteit van 1.200 mvt/etmaal aangehouden. Op de weg Klaarkamp betreft de worstcase intensiteit 1.000 mvt/etmaal. Voor de Friese Streek is uitgegaan van DAB als wegdekverharding en een maximumsnelheid van 50 km/uur. Dab is het referentiewegdek W0 uit de rekenmethode. Op de maatgevende 30 km wegen is uitgegaan van een klinkerverharding in keperverband (type 9A rekenmethode). Voor een overzicht van de in de berekening aangehouden verkeersgegevens wordt verwezen naar het overzicht in bijlage 5. Algemene uitgangspunten: - Bij de modellering is uitgegaan dat 0 m bodemmodelhoogte overeenkomt met 0 m + NAP. - 12 Rekenpunten en 1 extra rekenpunt in het rekenmodel t.b.v. cumulatie wegverkeer. - Waarneemhoogte rekenpunten; 1,5/4,5/7,5/10,5 m + maaiveld. - Invoer plan; digitale ondergrond en “definitief ontwerp”-tekeningen architectenbureau De Twee d.d. 27-02-2012.
9 november 2012
5
Servicebureau “De Friese Wouden”
-
Voor de berekeningen is de bodem, uitgezonderd de bodemgebieden, grotendeels zacht (aangehouden bodemfactor 0,8) en is uitgegaan van 1 reflectie. Reflectie en bodemfactoren conform rekenmodel.
Gevelbelasting ten gevolge van verkeer zoneplichtige Friese Streek In onderstaande tabel 1 zijn de berekeningsresultaten weergegeven voor de rekenpunten op maatgevende gevels van de appartementen. Het betreft de Lden-waarden ten gevolge van het verkeer op de zoneplichtige Friese Streek in het maatgevende jaar 2023 (berekeningsresultaten, zie bijlage 2). De getoonde dB-waarden zijn inclusief de aftrek artikel 110g Wgh. (5 dB bij wegen met een rijsnelheid van minder dan 70 km/uur). Tabel 1 t.g.v. zoneplichtige Friese Streek jaar 2023 punt APo1_A APo1_B APo1_C APo2_A APo2_B APo2_C APo3_A APo3_B APo3_C APo4_D APo5_A APo5_B APo5_C APo5_D APo6_A APo6_B APo6_C APw1_B APw1_C APw1o_B APw1o_C APw2_B APw2_C APw3_D APw4_B APw4_C APw4_D APw5_B APw5_C
omschrijving appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
hoogte 1,5 5 7,5 1,5 5 7,5 1,5 5 7,5 10,5 1,5 5 7,5 10,5 1,5 5 7,5 5 7,5 5 7,5 5 7,5 10,5 5 7,5 10,5 5 7,5
gevelbelasting Lden dB jaar 2023 Friese Streek 42 45 45 40 42 43 36 38 39 41 35 37 38 39 26 26 5 44 45 43 44 40 41 43 38 39 40 28 4
De resultaten zijn gereduceerd met 5 dB conform art. 110g Wgh.
Toetsing Bouwbesluit Ten behoeve van de toetsing van het plan aan het Bouwbesluit, zijn in onderstaande tabel 2 de gecumuleerde gevelbelastingen als gevolg van het wegverkeer in het jaar 2023 weergegeven in alle rekenpunten op de bijbehorende waarneemhoogten (uitgebreide berekeningsresultaten in bijlage 3). Het betreft dan de berekende gecumuleerde Lden-waarden van alle wegen (inclusief de 30 km wegen) gezamenlijk zonder de aftrek van artikel 110g Wgh. De getoonde waarden zijn derhalve de werkelijk berekende waarden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat op de 9 november 2012
6
Servicebureau “De Friese Wouden”
Molenweg is uitgegaan van een verkeersintensiteit van 1.200 mvt/etmaal en voor de weg Klaarkamp een intensiteit van 1.000 mvt/etmaal. In de tabel is te zien dat de gevelbelasting ten hoogste 53 dB bedraagt en dat als gevolg daarvan zonder extra geluidwerende gevelmaatregelen met de 20 dB basiseis uit het Bouwbesluit, een binnenniveau van 33 dB kan worden gewaarborgd. Tabel 2 t.g.v. Alle wegen cumulatief excl. aftrek 110g Wgh. punt 01_A 01_B 01_C APo1_A APo1_B APo1_C APo2_A APo2_B APo2_C APo3_A APo3_B APo3_C APo4_D APo5_A APo5_B APo5_C APo5_D APo6_A APo6_B APo6_C APw1_B APw1_C APw1o_B APw1o_C APw2_B APw2_C APw3_D APw4_B APw4_C APw4_D APw5_B APw5_C
omschrijving hoekpunt hoekpunt hoekpunt appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
9 november 2012
hoogte 1,5 4,5 7,5 1,5 5 7,5 1,5 5 7,5 1,5 5 7,5 10,5 1,5 5 7,5 10,5 1,5 5 7,5 5 7,5 5 7,5 5 7,5 10,5 5 7,5 10,5 5 7,5
gevelbelasting Lden dB jaar 2023 cumulatief alle wegen 53 53 53 50 52 52 45 47 48 52 52 52 47 51 52 52 52 52 53 53 50 51 49 50 46 47 48 46 47 48 53 53
7
Servicebureau “De Friese Wouden”
4. Industrielawaai Geluidszone industrielawaai Conform opdracht van het college van Burgemeester en Wethouders zijn de berekeningen uitgevoerd met het nieuwe concept-zonebeheersmodel. Daarin is de situatie gemodelleerd dat het gezoneerde industrieterrein en de geluidszone zijn verkleind. De bedrijven aan het Hoendiep nz (voorheen Broersma-locatie) maken geen deel meer uit van het nieuwe zonebeheersmodel. Alle appartementen liggen binnen de geluidszone van het industrieterrein. NB: Omdat de appartementen zowel binnen de bestaande als binnen de nieuwe geluidszone zijn geprojecteerd, is er geen verschil in de systematiek om deze nieuwe ‘geluidsgevoelige bestemmingen’ in de zin van de Wet geluidhinder te beoordelen. Uitgangspunten Voor de berekening van de resultaten voor de appartementen is het geactualiseerde zonebeheersmodel van het industrieterrein gehanteerd. Voor industrielawaai en de zonetoetsingen wordt in principe een beoordelingshoogte van 5 meter toegepast. Omdat de hinder ook op andere hoogtes wordt verwacht, zijn de andere relevante beoordelingshoogte ook berekend. Resultaten ten gevolge van industrielawaai In onderstaande tabel 3 zijn de resultaten weergegeven als gevolg van het industrielawaai voor de rekenpunten te hoogte van de gevels van het plan (gedetailleerde berekeningsresultaten zijn weergegeven in bijlage 4). Tabel 3 industrielawaai punt APo1_A APo1_B APo1_C APo2_A APo2_B APo2_C APo3_A APo3_B APo3_C APo4_D APo5_A APo5_B APo5_C APo5_D APo6_A APo6_B APo6_C APw1_B APw1_C APw1o_B APw1o_C APw2_B APw2_C APw3_D APw4_B APw4_C APw4_D APw5_B APw5_C
omschrijving hoogte appartementen 1,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 1,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 1,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 10,50 appartementen 1,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 10,50 appartementen 1,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 10,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50 appartementen 10,50 appartementen 5,00 appartementen 7,50
9 november 2012
etmaal 49 54 55 49 54 55 45 46 47 54 47 45 46 48 37 32 34 53 54 49 50 50 51 53 49 50 50 32 33
8
Servicebureau “De Friese Wouden”
De 50 dB(A) als gevolg van het industrieterrein wordt in een aantal rekenpunten overschreden. Bij de westelijke gevel van de oostelijke appartementen wordt ook de waarde van 55 dB(A) overschreden (punt Apo2). 5. Cumulatie artikel 110f Wgh. Alleen met betrekking tot industrielawaai wordt in een aantal rekenpunten de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) overschreden. Als gevolg van het wegverkeer wordt in geen van de rekenpunten de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden. Ondanks dat er wel sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron, kan het onderzoek naar de effecten van de samenloop van verschillende geluidsbronnen (art 110f Wgh.) achterwege worden gelaten. Alleen indien er voor alle geluidsbronnen (wegverkeer, railverkeer en industrielawaai) sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, kan de gecumuleerde geluidsbelasting (Lcum) worden berekend.
9 november 2012
9
Servicebureau “De Friese Wouden”
6. Bespreking Op verzoek van de gemeente is aan het Servicebureau gevraagd te onderzoeken of voor het nieuwbouwplan 17 appartementen en 2 bedrijfsunits in Gerkesklooster kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarden m.b.t. wegverkeer- en industrielawaai. Door de gemeente is aangegeven dat voor de realisatie van het plan een partiële herziening van het bestemmingsplan nodig is en dat hierbij aan de voorwaarden van de Wgh. moet worden voldaan. Wegverkeerslawaai Uit de berekeningen van de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeer op de zoneplichtige Friese Streek (tabel 1) blijkt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB in geen van de rekenpunten te worden overschreden. Industrielawaai De LEtm waarde van 50 dB(A) wordt op een aantal rekenpunten overschreden (tabel 3). Bij één geveldeel wordt ook de etmaalwaarde van 55 dB(A) overschreden. Dat heeft te maken met reflecties in het gebouw. Veranderingen aan het gebouw zelf om deze effecten te verminderen en de resultaten te verlagen, leveren geen garantie voor de toekomst. Een kleine verandering bij de scheepswerf zou dan telkens een probleem kunnen zijn. Om dat probleem op te lossen, is door de projectontwikkelaar gekozen voor een geluiddove gevel. Voor deze gevel hoeft dan geen hogere waarde te worden vastgesteld. In de afbeelding hiernaast is te zien voor welke delen van de gebouwen een hogere waarde moet worden vastgesteld (blauw) en welk geveldeel een geluiddove gevel moet worden (rode pijl).
Cumulatie artikel 110f Wgh. Ondanks dat er wel sprake is van blootstelling aan meer dan één geluidsbron is geen onderzoek naar de effecten van de samenloop van verschillende geluidsbronnen (art 110f Wgh.) nodig. Er is namelijk alleen maar sprake van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde als gevolg van het industrielawaai.
9 november 2012
10
Servicebureau “De Friese Wouden”
Toetsing Bouwbesluit / geluidwerende voorzieningen Industrielawaai In het kader van industrielawaai dient de gemeente op enkele rekenpunten een hogere waarde vast te stellen van 55 dB(A). Bovendien geldt vanwege een geluidsbelasting van 55,5 dB(A) voor één gevel het criterium geluiddoof. Voor alle geluidsgevoelige ruimten geldt een maximaal binnenniveau van 35 dB(A). Dit binnenniveau wordt gezien de hoogte van de geluidsbelasting met de basiseis uit het Bouwbesluit voldoende gewaarborgd waardoor als gevolg van industrielawaai geen extra geluidwerende gevelvoorzieningen nodig zijn. Wegverkeerslawaai In het kader van wegverkeerslawaai hoeven er geen hogere waarden te worden vastgesteld. Ondanks dat er geen hogere waarden worden vastgesteld zou het voor kunnen komen dat de gevelbelasting als gevolg van wegverkeer meer dan 53 dB bedraagt. Dit zou het geval kunnen zijn bij bijvoorbeeld cumulatie van meerdere wegen of als gevolg van 30 km wegen met een relatief hoge verkeersintensiteit. In onderhavig plan zou op basis van de berekening de verkeersintensiteit op de Molenweg minstens 1.200 mvt/etmaal moeten zijn en op de weg klaarkamp 1.000 mvt/etmaal. Pas als dat het geval is, wordt de grenswaarde van 53 dB overschreden en zouden mogelijk extra geluidswerende gevelvoorzieningen moeten worden aangebracht. Gezien de grootte van de wijk worden dergelijke hoge verkeersintensiteiten niet verwacht. De gevels van de appartementen behoeven dan ook in het kader van wegverkeerslawaai slechts te voldoen aan de basiseis uit het Bouwbesluit.
9 november 2012
11
Servicebureau “De Friese Wouden”
7. Conclusie / advies Als gevolg van industrielawaai dient de gemeente voor bepaalde gevels, zoals op de afbeelding op bladzijde 10 getoond, een hogere waarde van 55 dB(A) vast te stellen. Voor de gevel waarvoor een hogere geluidsbelasting dan 55 dB(A) geldt, dient het criterium geluiddove gevel te worden gehanteerd. In deze gevel mogen geen te openen delen worden opgenomen. Geadviseerd wordt om aan het zonebeheersmodel 4 toetspunten toe te voegen: - 2 voor de zuidgevels van de appartementen; - 2 voor de zuidgevels van de hoogste etage. In geval van wegverkeerslawaai wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde. Gezien de maximaal vast te stellen hogere waarden en het criterium geluiddove gevel in het kader van industrielawaai en uitgaande van de als maximum berekende gecumuleerde grenswaarden van 53 dB als gevolg van het wegverkeer, kan met de basiseis van 20 dB geluidwering uit het bouwbesluit het maximale binnenniveau van zowel industrielawaai als wegverkeerslawaai in de appartementen worden gewaarborgd.
9 november 2012
12
Bijlagen
Bijlage 1 plantekening / ligging rekenpunten / geluidszone
parkeren bezoekers
gemeentegrond
de bestaande parkeerplaatsen herindelen
s t raa n e l o M
amp
/b groen
Klaark
6.865
8.073
eiding erfsch
9.860 in.g940 eplant 7
eiding erfsch
7.353
7
g
4.211
4
6
ntin / bepla groen
1.737
1
5.247
3
2
5
t
4.536 7.924
6.010
groen / beplanting
1.458
bedrijfsunit
g
parkeren 4 nieuwe parkeerplaatsen aangelegd door de gemeente
2
vlucht
ingang
en
1
3.860 hoofd
3
mp
eiding erfsch
7.374
4
Klaarka
en
idin erfsche
vlucht
schelpen of grove korrel grind
4.786
bestrating voor de bedrijfsunit
Klaarkamp - de huidige loop van de klaarkamp blijft bestaan - het bestaande tegelpad opnieuw bestraten - nieuw tegelpad
450 ÷
3.556
11
12
14
52.225
46.579 54.840
6.000
10
13
15
17
16
52.225
310 ÷
eiding erfsch
voorstel peil van de woningen t.o.v. het midden van de Klaarkamp is 550 + mm
1.480
Atrium 20 ÷
uitstekende balcons ook t.p.v. de beganegrond
groen / beplanting erfscheiding
tsen 15 fie
9
n e r e k r Pa
50 ÷
Woonblok
8
idin erfsche g
en
1.480
3.000
3
6
1
bedrijfsunit
2
4 3 2
3 afvalcontainers in de grond - papier - groen - grijs
automatische deur
5
22 overdekte parkeerplaatsen voor auto's 1 overdekte berging voor fietsen 3 exstra parkeerplaatsen voor bezoek de te kiezen firma brengt ook de fundering aan die het systeem hoort
50 ÷
1.458
6.000
250 ÷
8.073 7.940
Woonblok
4.574
1.737
18
22
21
met
- 10 appartementen vlucht
6.000
3.000
7
6.000
20
19
schelpen of grove korrel grind
- 7 appartementen - 2 bedrijfsunits - bergingen
4.651
7.940 18.220
groen / beplanting
18.234
7.809
ingang beveiligde parkeerplaatsen bewoners
1
200 ÷
erfafscheiding
met
310 ÷
1
2
3
4
N
Klaarkamp
2.9
8.500
19
vluchten - ingang
250 ÷
idin erfsche
parkeren bezoekers
5
erfscheiding
W
O
groen / beplanting
g
bestaande uit : - horizontale vuren geimpregneerde planken 19 x 150 mm met een tussenruimte van 60 mm - hardhouten palen 60 x 60 mm lang 3 m1 h.o.h. 1000 mm - om en om de palen in een 1 m1 ø 200 mm pvc buis zetten en afstorten met beton - horizontale vuren geimpregneerde planken 19 x150 mm met tussenruimte van 60 mm
Peilen
550 ÷
erfscheiding
totale hoogte t.o.v. maaiveld 2000 mm
erfscheiding
Situatie !nieuw Kadastrale gemeente Sectie! ! ! Perceel no ! ! ! ! ! Adres ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !
Z
!Drogeham !A !1700, 1701, 1420, !1452, 1938 !Klaarkamp 3,5,7 !9873 RH Gerkesklooster !Friese Streek 11 !9872 PP Gerkesklooster
De Twee Menne Drent Kollum . woldringhstraat 8 . 9291 cs . 0511-452039 06-22667039 . m.
[email protected] . w. mennedrent.nl
André Hogenelst Groningen . rensumaheerd 37b . 9736 ab . 050-5279379 06-27145596 . m .
[email protected] . w. aha-architekt.nl Werk :
Opdrachtgever :
J.A. Smeeing In- en Verkoop Onr. Goed B.V.
Adres :
Soesterengweg 8, 3761 AV Soest
E-mail :
[email protected] / kantoor : Kollum
Web :
:
Werknummer:
Friese Streek
17 Appartementen 2 Bedrijfsunits te Gerkesklooster
Blad no : Onderwerp :
Friese Streek
10-797 7 Definitief Ontwerp Situatie / nieuw
Datum :
19-12-2011
Gewijzigd :
27-02-2012
Gewijzigd : Schaal :
1 : 200
LIGGING REKENPUNTEN
Servicebureau De Friese Wouden Bebouwingsgebied Bodemgebied Gebouw Scherm Toetspunt Weg
APo6 APw5
0m
20 m schaal = 1 : 500
583920
APo5 APw4
APo4 APw3
APo3
APw2
APw1o 583880
APo2APo101
APw1
583840
209840 Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [wegverkeer - gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen] , Geomilieu V2.11
209880
$%&"
$%#
!"
#
()
* '()
+ +
,
-$
Bijlage 2 Berekeningsresultaten wegverkeer jaar 2023 zoneplichtige Friese Streek
BEREKENINGSRESULTATEN WEGVERKEER JAAR 2023 t.g.v. Friese Streek INCLUSIEF aftrek art 110g Wgh. Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel gevelbelasting jaar 2023 LAeq totaalresultaten voor toetspunten friese streek Ja
Naam Toetspunt APo1_A APo1_B APo1_C APo2_A APo2_B
Omschrijving appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
Hoogte 1,50 5,00 7,50 1,50 5,00
Dag 40,7 43,1 43,8 38,3 40,7
Avond 36,7 39,0 39,7 34,2 36,7
Nacht 34,1 36,5 37,1 31,6 34,1
Lden 42,3 44,7 45,3 39,8 42,3
APo2_C APo3_A APo3_B APo3_C APo4_D
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 1,50 5,00 7,50 10,50
41,6 34,8 36,9 37,9 39,5
37,6 30,7 32,8 33,8 35,4
35,0 28,1 30,3 31,2 32,8
43,2 36,3 38,5 39,4 41,0
APo5_A APo5_B APo5_C APo5_D APo6_A
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
1,50 5,00 7,50 10,50 1,50
33,6 35,9 36,3 37,2 24,9
29,5 31,8 32,2 33,1 20,8
26,9 29,2 29,6 30,5 18,3
35,1 37,4 37,8 38,7 26,5
APo6_B APo6_C APw1_B APw1_C APw1o_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
5,00 7,50 5,00 7,50 5,00
24,7 3,8 42,6 43,8 41,9
20,6 -0,6 38,5 39,8 37,8
18,1 -2,9 36,0 37,2 35,2
26,3 5,3 44,2 45,4 43,4
APw1o_C APw2_B APw2_C APw3_D APw4_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 5,00 7,50 10,50 5,00
42,7 38,0 39,2 41,6 36,5
38,6 33,9 35,1 37,5 32,5
36,1 31,3 32,5 34,9 29,9
44,3 39,5 40,7 43,1 38,1
APw4_C APw4_D APw5_B APw5_C
appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 10,50 5,00 7,50
37,6 38,9 26,5 2,9
33,5 34,9 22,5 -1,7
30,9 32,3 19,9 -3,8
39,1 40,5 28,1 4,4
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.11
9-11-2012 14:22:24
Bijlage 3 Berekeningsresultaten wegverkeer jaar 2023 cumulatief alle wegen
BEREKENINGSRESULTATEN WEGVERKEER JAAR 2023 t.g.v. Alle wegen CUMULATIEF exclusief aftrek art 110g Wgh. Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Naam Toetspunt 01_A 01_B 01_C APo1_A APo1_B
Omschrijving hoekpunt hoekpunt hoekpunt appartementen appartementen
Hoogte 1,50 4,50 7,50 1,50 5,00
Dag 53,0 53,5 53,4 49,9 51,2
Avond 49,5 50,0 49,9 46,3 47,5
Nacht 40,8 41,7 41,9 40,4 42,4
Lden 52,7 53,3 53,3 50,3 51,9
APo1_C APo2_A APo2_B APo2_C APo3_A
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 1,50 5,00 7,50 1,50
51,5 43,4 45,9 46,8 52,1
47,7 39,4 41,8 42,7 48,6
42,9 36,7 39,1 40,0 39,7
52,2 44,9 47,4 48,3 51,8
APo3_B APo3_C APo4_D APo5_A APo5_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
5,00 7,50 10,50 1,50 5,00
52,7 52,6 45,4 51,7 52,3
49,2 49,1 41,4 48,3 48,9
40,6 40,8 38,1 39,2 40,1
52,4 52,4 46,6 51,4 52,1
APo5_C APo5_D APo6_A APo6_B APo6_C
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 10,50 1,50 5,00 7,50
52,3 52,0 52,9 53,4 53,3
48,7 48,5 49,5 49,9 49,8
40,1 40,1 39,8 40,2 40,0
52,0 51,8 52,4 52,9 52,8
APw1_B APw1_C APw1o_B APw1o_C APw2_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
5,00 7,50 5,00 7,50 5,00
48,7 49,7 48,4 49,0 44,7
44,8 45,8 44,5 45,1 40,8
41,2 42,4 40,6 41,4 36,8
49,9 51,0 49,4 50,1 45,7
APw2_C APw3_D APw4_B APw4_C APw4_D
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 10,50 5,00 7,50 10,50
45,7 46,8 45,7 46,3 47,0
41,8 42,8 42,0 42,6 43,2
37,9 40,0 36,2 37,1 38,2
46,7 48,3 46,1 46,8 47,6
APw5_B APw5_C
appartementen appartementen
5,00 7,50
53,7 53,6
50,2 50,1
40,5 40,3
53,2 53,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.11
9-11-2012 14:23:43
BEREKENINGSRESULTATEN WEGVERKEER JAAR 2023 t.g.v. alleen 30 km wegen exclusief aftrek art 110g Wgh. Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:
Resultatentabel gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen LAeq totaalresultaten voor toetspunten 30 km wegen Nee
Naam Toetspunt 01_A 01_B 01_C APo1_A APo1_B
Omschrijving hoekpunt hoekpunt hoekpunt appartementen appartementen
Hoogte 1,50 4,50 7,50 1,50 5,00
Dag 52,6 53,0 52,8 47,8 48,3
Avond 49,2 49,5 49,3 44,4 44,9
Nacht 39,5 39,7 39,5 34,6 35,1
Lden 52,2 52,5 52,3 47,4 47,9
APo1_C APo2_A APo2_B APo2_C APo3_A
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 1,50 5,00 7,50 1,50
48,2 29,2 31,2 32,0 51,8
44,7 25,8 27,7 28,3 48,4
35,0 16,0 17,9 18,5 38,6
47,7 28,8 30,7 31,4 51,3
APo3_B APo3_C APo4_D APo5_A APo5_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
5,00 7,50 10,50 1,50 5,00
52,3 52,1 38,2 51,5 52,0
48,8 48,7 34,4 48,1 48,6
39,0 38,9 24,6 38,3 38,8
51,8 51,7 37,6 51,0 51,6
APo5_C APo5_D APo6_A APo6_B APo6_C
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 10,50 1,50 5,00 7,50
51,9 51,5 52,8 53,4 53,3
48,4 48,1 49,4 49,9 49,8
38,7 38,3 39,7 40,1 40,0
51,4 51,1 52,4 52,9 52,8
APw1_B APw1_C APw1o_B APw1o_C APw2_B
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
5,00 7,50 5,00 7,50 5,00
42,2 42,3 43,0 43,3 39,7
38,8 38,9 39,6 39,8 36,3
29,0 29,1 29,8 30,0 26,5
41,7 41,8 42,6 42,8 39,3
APw2_C APw3_D APw4_B APw4_C APw4_D
appartementen appartementen appartementen appartementen appartementen
7,50 10,50 5,00 7,50 10,50
40,4 34,3 43,6 43,9 44,0
36,9 30,8 40,2 40,4 40,6
27,2 21,1 30,4 30,6 30,8
39,9 33,8 43,2 43,4 43,5
APw5_B APw5_C
appartementen appartementen
5,00 7,50
53,7 53,6
50,2 50,1
40,4 40,3
53,2 53,1
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V2.11
9-11-2012 14:24:23
Bijlage 4 Berekeningsresultaten industrielawaai
! $
# % & ' , , -3 , -5 , , -3
(& #!
) & & & & &
"
* ./ /. 4./ ./ /.
+ & 01.2 /2.4 /0.6 01. /0.
, , , , ,
-5 22-3 2-5 0-8
& & & & &
4./ ./ /. 4./ ./
//./ 00.7 06.0 04./ /0.
, , , , ,
//-3 /-5 /-8 6-
& & & & &
./ /. 4./ ./ ./
04. 0/.2 06.0 07. 24.
, 6-3 , 6-5 , -3 , -5 , -3
& & & & &
/. 4./ /. 4./ /.
2 .2 20. / .6 /2./ 01.
, -5 , -3 , -5 , 2-8 , 0-3
& & & & &
4./ /. 4./ ./ /.
/ . / . / . /2.0 07.4
, , , ,
& & & &
4./ ./ /. 4./
01./ / .0 2 .4 2 .7
0-5 0-8 /-3 /-5
3
!
9 )
Bijlage 5 Rekenmodellen / invoergegevens
REKENMODEL WEGVERKEER
Servicebureau De Friese Wouden Bebouwingsgebied Bodemgebied Gebouw Scherm Toetspunt Weg
0m
80 m schaal = 1 : 2000
584000
11
10
02
583800
209800 Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [wegverkeer - gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen] , Geomilieu V2.11
210000
INVOERGEGEVENS WEGVERKEER aftrek art 110g Wgh. Rapport: Model: Groep (hoofdgroep) friese streek
Groepsreducties gevelbelasting jaar 2023 Reductie Dag
Avond
Nacht
Sommatie Dag
Avond
Nacht
5,00
5,00
5,00
5,00
5,00
5,00
Geomilieu V2.11
9-11-2012 13:43:11
INVOERGEGEVENS WEGVEKEER WEGEN Model: Groep: Naam 01 02 03 10 11
gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Omschr. Verlaatsterweg 50 km dab Friese Streek 50 km dab Het breed 50 km dab klaarkamp 30km klinkers/keper molenstraat 30km klinkers/keper
Geomilieu V2.11
Wegdek W0 W0 W0 W9a W9a
V(LV(D)) 50 50 50 30 30
V(MV(D)) 50 50 50 30 30
V(ZV(D)) 50 50 50 30 30
Totaal aantal 3190,00 3190,00 3190,00 1000,00 1200,00
Type %Int(D) Verdeling 6,50 Verdeling 6,50 Verdeling 6,50 Verdeling 7,00 Verdeling 7,00
%Int(A) 2,80 2,80 2,80 3,80 3,80
%Int(N) 1,40 1,40 1,40 0,40 0,40
Hbron 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75
%LV(D) 91,00 91,00 91,00 98,00 98,00
%MV(D) 8,00 8,00 8,00 2,00 2,00
%ZV(D) 1,00 1,00 1,00 ---
%LV(A) 96,00 96,00 96,00 100,00 100,00
%MV(A) 3,00 3,00 3,00 ---
%ZV(A) 1,00 1,00 1,00 ---
9-11-2012 12:20:15
INVOERGEGEVENS WEGVEKEER WEGEN Model: Groep:
gevelbelasting jaar 2023 incl 30 km wegen (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012
Naam %LV(N) 01 92,00 02 92,00 03 92,00 10 100,00 11 100,00
%MV(N) 6,00 6,00 6,00 ---
Geomilieu V2.11
%ZV(N) 2,00 2,00 2,00 ---
LV(D) 188,69 188,69 188,69 68,60 82,32
MV(D) 16,59 16,59 16,59 1,40 1,68
ZV(D) 2,07 2,07 2,07 ---
LV(A) 85,75 85,75 85,75 38,00 45,60
MV(A) 2,68 2,68 2,68 ---
ZV(A) 0,89 0,89 0,89 ---
LV(N) 41,09 41,09 41,09 4,00 4,80
MV(N) 2,68 2,68 2,68 ---
ZV(N) Helling Hdef. 0,89 0 Eigen waarde 0,89 0 Eigen waarde 0,89 0 Eigen waarde -0 Eigen waarde -0 Eigen waarde
9-11-2012 12:20:15
INVOERGEGEVENS GEBOUWEN Model: Groep:
Naam a_west a_oost atrium 4el 4el
gevelbelasting jaar 2023 friese streek Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Omschr.
penthouse west penthouse oost
Geomilieu V2.11
X-1 209836,63 209851,03 209844,56 209836,63 209859,50
Y-1 583879,67 583936,29 583890,37 583898,41 583900,68
Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Hoogte 9,00 9,00 9,00 12,20 12,20
Opp. 414,68 447,93 454,23 157,18 157,86
Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80
Cp 0 dB 0 dB 0 dB 0 dB 0 dB
Zwevend False False False False False
Hdef. Eigen waarde Eigen waarde Eigen waarde Eigen waarde Eigen waarde
9-11-2012 13:41:30
INVOERGEGEVENS BODEMGEBIEDEN Model: Groep:
Naam 400 402 400
gevelbelasting jaar 2023 friese streek Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Omschr. Bestrating Bestrating Bestrating
Bf 0,00 0,00 0,00
Geomilieu V2.11
Opp. 1243,17 140,07 34,91
Omtrek 294,65 61,94 28,50
9-11-2012 13:42:28
! % +/ +/ +/ +/ +/
#
'
"
#
$
!
$
3 7 4
# # # # #
( 0122" 3 012 "77 0121"3 0123"46 0124"6
) 413113" 3 413117" 2 413106" 1 4130 "33 4130 "7
* 5 5 5 5 5
" " " " "
* "4 "4 "4
+
* 4" 4" 4"
,
* 6"4 6"4 6"4
-
"4
4"
6"4
+/ 2 +/ +/ +/ +/ 3
# # # # #
0142"0 0131"4 0177"26 0132"43 017 "11
413036"71 413160"0 41311 "1 413110"0 413101"3
5 5 5 5 5
" " " " "
"4
4" 4" 4" 4"
6"4 6"4 6"4 6"4
+/ 7 +/ 4
# #
0132"43 0131"30
4130 1"31 41303 "33
5 5
" "
*
.
"4 "4
"4 4" 4"
6"4 6"4
"4
B i j l a g e
5 :
W a t e r t o e t s
Code: 20120911-2-5385 Datum: 2012-09-11 Project: appartementengebouw Klaarkamp Gerkesklooster Gemeente: Achtkarspelen Aanvrager: Marije Streefkerk Organisatie: gemeente Achtkarspelen
Geachte heer/mevrouw Marije Streefkerk, Voor het plan appartementengebouw Klaarkamp Gerkesklooster heeft u een watertoets aangevraagd op www.dewatertoets.nl. Met de gegevens die u heeft opgegeven, is bepaald dat het plan een beperkte invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Hierdoor kan de korte procedure worden gevolgd voor de watertoets. Dit betekent dat de beperkte invloed van het plan kan worden opgevangen met standaard maatregelen. Deze maatregelen vindt u in het onderstaande standaard wateradvies dat u in de ruimtelijke onderbouwing van het plan kunt opnemen. U hoeft dan verder geen contact met ons op te nemen. Mochten er desondanks vragen zijn, dan kunt u contact opnemen via 058 292 2222 en vragen naar de contactpersoon voor uw gemeente. Via www.dewatertoets.nl hebben wij uw watertoets als een melding ontvangen. Wij archiveren deze melding. De watertoets is hiermee voor Wetterskip Fryslan afgerond. Met vriendelijke groet, Wetterskip Fryslan Postbus 36 8900 AA Leeuwarden T 058 292 2222 F 058 292 2223 E
[email protected]
Wateradvies korte procedure De initiatiefnemer heeft Wetterskip Fryslan geinformeerd over het plan appartementengebouw Klaarkamp Gerkesklooster via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan een zodanige invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen dat kan worden volstaan met een standaard wateradvies. In dit advies staan de maatregelen die Wetterskip Fryslân adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Het is een standaard advies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat niet alle punten gelden voor het plan appartementengebouw Klaarkamp Gerkesklooster. Probeer regenwater langzaam weg te laten lopen Regenwater dat op een verhard oppervlak valt, gaat sneller naar het riool of een sloot dan regenwater dat op onverhard oppervlak valt (zoals gras of een groenstrook). Wanneer opeens veel water in de riolen en sloten komt kan dit wateroverlast geven. Het is daarom belangrijk dat het regenwater langzaam wegloopt. Dit kan op verschillende manieren. Vang het regenwater eerst in een regenton op, gebruik grasstenen ('open bestrating') voor de bestrating en bestraat niet het hele perceel maar laat wat stukken open met gras of andere beplanting. Regenwater niet op het riool lozen Wij adviseren om regenwater direct op een sloot te lozen en niet op het vuilwaterriool. De rioolwaterzuivering wordt dan niet onnodig belast met schoon regenwater. Dit is uiteraard alleen mogelijk als er een sloot dicht bij het perceel ligt.
Gebruik schone bouwmaterialen, gebruik geen chemische onkruidbestrijding Regenwater dat op het plangebied valt, komt uiteindelijk altijd in het grondwater of in het oppervlaktewater. Voorkom watervervuiling door geen uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood te gebruiken. Deze materialen zijn een belangrijke bron voor de vervuiling van ons water. Ook adviseren wij om geen chemische middelen voor onkruidbestrijding te gebruiken. Vloeren minimaal een meter boven het grondwater Wij adviseren om het vloerpeil (bovenkant vloer) van woningen en andere bouwwerken minimaal een meter boven het grondwaterpeil aan te leggen. Hierdoor wordt grondwateroverlast voorkomen. Vergunningen die bij het waterschap moeten worden aangevraagd Voor sommige werkzaamheden of activiteiten is een watervergunning van het waterschap nodig of moet een melding worden gedaan. Voorbeelden zijn - het onttrekken en/of lozen van grondwater (bijvoorbeeld bronneringen), - het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater, - het toepassen van grond in een watergang, - het graven of dempen van sloten, - de aanleg van dammen of duikers. Meer informatie hierover is te vinden op onze website www.wetterskipfryslan.nl/waterwet. Koude- en warmteopslag Als sprake is van koude- en warmteopslag in de bodem wijzen wij u er op dat u hiervoor contact op dient te nemen met de provincie Fryslân. Een contactpersoon vindt u op www.wetterskipfryslan.nl bij het digitaal loket onder het kopje watertoets. © Digitale Watertoets – www.dewatertoets.nl Dit document is gegenereerd via de website www.dewatertoets.nl. Het document mag alleen worden gebruikt ten behoeve van het plan, dat in dit document is omschreven. De informatie in dit document is houdbaar tot maximaal 1 jaar, gerekend vanaf de genoemde datum in dit document.
B i j l a g e
6 :
V e r k e n n e n d b o d e m o n d e r z o e k
B i j l a g e
7 :
O v e r l e g r e a c t i e s
R e g e l s
005.00.06.41.00.rgl
I n h o u d s o p g a v e Hoofdstuk 1 Algemene regels Artikel 1
Begrippen
3
Artikel 2
Wijze van meten
9
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Gemengd
13
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4
Anti–dubbeltelregel
21
Artikel 5
Algemene aanduidingsregels
22
Artikel 6
Algemene afwijkingsregels
23
Artikel 7
Algemene procedureregels
25
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 8
Overgangsrecht
29
Artikel 9
Slotregel
30
Bijlage
005.00.06.41.00.rgl
H o o f d s t u k A l g e m e n e
005.00.06.41.00.rgl
1 r e g e l s
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: a.
het plan: Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos van de gemeente Achtkarspelen;
b.
het bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0059.BPGeStrKlaarkamp-VG01 met de bijbehorende regels en bijlage;
c.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
d.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
e.
aanbouw: een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
f.
aan-huis-verbonden beroep of bedrijf: een dienstverlenend beroep of bedrijf, dat in of bij een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
g.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
h.
bedrijfsgebouw: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
i.
bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
3
j.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
k.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
l.
bijgebouw: een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
m.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
n.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
o.
bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
p.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
q.
bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel;
r.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
s.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
t.
dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
4
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
u.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
v.
detailhandel in volumineuze goederen: detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van de verkoop van auto’s, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen;
w.
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlene nde instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf (en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen) en een seksinrichting;
x.
dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
y.
erf: een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;
z.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
aa.
geluidgevoelige functie: in een gebouw of op een terrein aanwezige functie(s) die maken dat een gebouw of een terrein als geluidgevoelig object wordt aangemerkt;
bb.
geluidgevoelig object: gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
5
cc.
geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidzone moet worden vastgesteld;
dd.
hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
ee.
hoofdgebouw: een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
ff.
horecabedrijf: een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
gg.
kampeermiddel: een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
hh.
kantoor: een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
ii.
maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, voorzieningen ten behoeve van kinderopvang, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
jj.
maatvoeringsvlak: een als zodanig aangegeven vlak ter plaatse van de aanduiding “maatvoeringsvlak” ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
6
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
kk.
mobiele en/of demontabel kampeermiddel: -
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
-
enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, op een (kleinschalig) kampeerterrein gedurende een periode ten hoogste 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
ll.
peil: 1. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: -
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: -
de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
mm. productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; nn.
prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
oo.
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
pp.
uitbouw: een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
qq.
vast kampeermiddel: een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
7
rr.
verkoop van goederen via internet: een vorm van detailhandel, dat vanuit een woonhuis wordt uitgeoefend, waarbij het woonhuis in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
ss.
voorkeursgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
tt.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
uu.
woongebouw: een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
8
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
de goothoogte van een bouwwerk : vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c.
de inhoud van een bouwwerk : tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk : vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e.
de oppervlakte van een bouwwerk : tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 2 Wijze van meten
9
H o o f d s t u k
2
B e s t e m m i n g s r e g e l s
005.00.06.41.00.rgl
Artikel 3 Gemengd
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
b.
gebouwen ten behoeve van het wonen, al dan niet in combinatie met: -
ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;
-
verkoop van goederen via internet;
gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, dienstverlenende bedrijven en/of instellingen en kantoren, bedrijven als genoemd onder categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage 1 ‘Staat van Bedrijven’, met de eventueel daarbij behorende bedrijfswoningen;
c.
aan- en uitbouwen en bijgebouwen,
met daaraan ondergeschikt: d.
wegen en paden;
e.
groenvoorzieningen;
f.
parkeervoorzieningen,
met de daarbij behorende: g.
tuinen, erven en terreinen;
h.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2
Bouwregels
a.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken kan uitsluitend worden verleend wanneer uit een deskundigenrapport blijkt dat de geluidbelasting op alle gevels inzake het wegverkeers- en industrielawaai niet hoger is dan de wettelijke normen als opgenomen in de Wet geluidhinder, dan wel dat de geluidbelasting op alle gevels krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning voldoende is verzekerd.
b.
Voor het bouwen van de in lid 3.1 onder a. en b. genoemde gebouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende regels: 1. het aantal (bedrijfs)woningen bedraagt ten hoogste het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”; 2. een (bedrijfs)woning dient uitsluitend binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 3 Gemengd
13
3. de bouwhoogte van een gebouw, inclusief inpandige (bedrijfs)woningen, mag niet meer bedragen dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)”; 4. in uitzondering op het gestelde onder 3. geldt dat de goot- en bouwhoogte van grondgebonden woningen niet meer dan respectievelijk 6 m en 11 m mag bedragen; 5. de dakhelling van grondgebonden woningen mag, met uitzondering van de bestaande plat afgedekte delen, niet minder dan 20° en niet meer dan 60° bedragen; 6. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 2,5 m bedragen. c.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de in lid 3.1 onder a. genoemde hoofdgebouwen in de vorm van woongebouwen gelden de volgende regels: -
aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, als onderdeel van en passend binnen de maatvoering van een woongebouw.
d.
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij de in lid 3.1 onder a. genoemde hoofdgebouwen in de vorm van grondgebonden woningen gelden de volgende regels: 1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend op meer dan 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel, dan wel achter het verlengde daarvan, worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen per woning mag niet meer dan 75 m² bedragen en voor bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 500 m² niet meer dan 100 m². Bij de berekening van de oppervlakte van aan- en uitbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen telt de oppervlakte van omgevingsvergunningvrije bouwwerken niet mee; 3. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen, met een maximum van 75 m; 4. ten hoogste 50% van het erf buiten het bouwvlak gelegen en voor zover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel dan wel achter het verlengde daarvan, mag worden bebouwd; 5. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 0,30 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen; de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 2,5 m bedragen; 6. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw is ten minste 1 m lager dan de bouwhoogte van een woning; de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen;
14
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 3 Gemengd
7. de dakhelling van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet minder dan 15˚ bedragen, tenzij deze gebouwen plat zijn afgedekt; 8. de afstand tussen vrijstaande bijgebouwen onderling en ten opzichte van een woning met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet minder dan 1 m bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is. e.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen; 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,5 m bedragen.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van de verkeerssituatie en een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de in lid 3.2 onder e genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.4
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: 1.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage 1 ‘Staat van Bedrijven’;
2.
het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor be-
3.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten be-
woning; hoeve van een garagebedrijf (en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen), horecabedrijf of een seksinrichting; 4.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering detailhandel voortvloeiend uit en ondergeschikt aan het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik en detailhandel in de vorm van verkoop van goederen via internet;
5.
in de in lid 3.1 sub a. genoemde gebouwen een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf uit te oefenen in strijd met de onderstaande regels: a. ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 3 Gemengd
15
maximum van 45 m² mag voor het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf worden aangewend; b. alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan; c. detailhandel is uitsluitend toegestaan voor zover ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik; d. horecabedrijven en seksinrichtingen zijn niet toegestaan; 6.
vanuit de in lid 3.1 sub a. genoemde gebouwen de verkoop van goederen via internet uit te oefenen in strijd met de onderstaande regels: a. ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 45 m², mag worden aangewend ten behoeve van de internetverkoop; b. alleen het gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer, is toegestaan; c. er geen fysiek klantencontact plaatsvindt; d. er geen afhaal van goederen plaatsvindt; e. er ter plaatse geen uitstalling van de koopwaar plaatsvindt; f. er geen reclame-uitingen bij de woning zijn toegestaan; g. de bevoorrading gebeurt in de dagperiode (07:00 - 19:00 uur);
7.
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor het in artikel 3.1 omschreven gebruik zonder dat uit een deskundigenrapport blijkt dat de geluidbelasting op alle gevels inzake het wegverkeersen industrielawaai niet hoger is dan de wettelijke normen als opgenomen in de Wet geluidhinder. De voorwaardelijke verplichting is niet van toe-passing op bestaand vergund gebruik.
3.5
Afwijken van de gebruiksregels
het bevoegd gezag kan, met inachtneming van de verkeerssituatie en de milieusituatie, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het bepaalde in lid 3.1 en lid 3.4 en toestaan dat maatschappelijke voorzieningen, dienstverlenende bedrijven en/of instellingen, kantoren of bedrijven die zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage 1 ‘Staat van Bedrijven’ of die naar de aard en/of de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen zijn, worden gevestigd.
16
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 3 Gemengd
3.6
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat de afmeting, situering en vorm van de aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd met dien verstande dat: a.
het bouwvlak ten hoogste met 20% wordt vergroot;
b.
de afstand van het bouwvlak tot de zijdelingse perceelgrens ten minste 2,5 m bedraagt, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is;
c.
de bouwregels van deze bestemming voor het overige onverkort van toepassing blijven;
d.
op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 3.6 is de procedure opgenomen in artikel 7 van toepassing.
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 3 Gemengd
17
H o o f d s t u k A l g e m e n e
005.00.06.41.00.rgl
3 r e g e l s
Artikel 4 Anti–dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 4 Anti–dubbeltelregel
21
Artikel 5 Algemene aanduidingsregels
5.1
Gebiedsaanduiding “geluidzone – industrie”
De gronden ter plaatse van de aanduiding “geluidzone – industrie” zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) en met het oog op de geluidbelasting vanwege een industrieterrein, tevens aangeduid voor: a.
de bescherming en instandhouding van de geluidruimte voor industrie;
b.
het toenemen van het aantal geluidgevoelige objecten en geluidgevoelige functies ten opzichte van het bestaande aantal.
5.1.2 Bouwregels In afwijking van het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen mogen in of op deze gronden geen geluidgevoelige objecten en geluidgevoelige functies worden gebouwd dan wel opgericht. 5.1.3 Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1.2 en toestaan dat geluidgevoelige objecten en geluidgevoelige functies worden gebouwd dan wel opgericht, mits is aangetoond door middel van een deskundigenverklaring dat met het oog op de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde dan wel een verkregen hogere waarde. 5.1.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden in het plan de aanduiding “geluidzone – industrie” wordt aangepast of ontnomen, indien de geluidsbelasting ten behoeve van een industrieterrein wijzigt of het betreffende bedrijf is beëindigd.
22
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 5 Algemene aanduidingsregels
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a.
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
b.
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
c.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
d.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 10 m;
e.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van antennemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 15 m, met dien verstande dat antennemasten uitsluitend op meer dan 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel, dan wel achter het verlengde daarvan, mogen worden gebouwd;
f.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van lichtmasten, antennemasten ten behoeve van mobiele telecommunicatie en/of sirenemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 40 m;
g.
het bepaalde in het plan ten aanzien van de oppervlakte van bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan en een grotere oppervlakte hebben dan is toegestaan in de regels, met dien verstande dat bij vervanging van bouwwerken met een grotere oppervlakte dan is toegestaan in de regels er ten hoogste 60% van de gesloopte oppervlakte aan bouwwerken mag worden teruggebouwd en de bouwregels van het overige onverkort van toepassing blijven;
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
23
h.
het bepaalde in het plan en toestaan dat gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen worden verhoogd dan wel gebouwd, mits de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
i.
het bepaalde in het plan ten aanzien van de dakhelling en toestaan dat afwijkende dakvormen als mansardedaken, gebogen dakvormen en platte daken worden gerealiseerd;
j.
het bepaalde in het plan ten aanzien van de oppervlakte van aan- en uitbouwen bij woningen, dienstwoningen en bedrijfswoningen en toestaan dat de oppervlakte van aan- en uitbouwen ten behoeve van gehandicapten en mindervaliden wordt vergroot met niet meer dan 25 m²;
k.
het bepaalde in het plan ten aanzien van de bouwhoogte van een aanen uitbouw en een aangebouwd bijgebouw en toestaan dat de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bij plat afgedekte hoofdgebouwen bestaande uit 1 bouwlaag ten hoogste gelijk is aan de hoogte van dat hoofdgebouw.
24
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Artikel 7 Algemene procedureregels
7.1
Nadere eisen
Op de voorbereiding van toepassen van nadere eisen op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de volgende procedure van toepassing: a.
een ontwerpbesluit tot nadere eis, waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijhorende stukken, gedurende 2 weken op het gemeentehuis ter inzage;
b.
Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, op de gemeentelijke website en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
c.
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
d.
gedurende de in sub a. genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot nadere eis.
7.2
Afwijken bij omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
7.3
Wijzigingsbevoegdheden
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 7 Algemene procedureregels
25
H o o f d s t u k O v e r g a n g s -
005.00.06.41.00.rgl
4 e n
s l o t r e g e l s
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1
Overgangsrecht bouwwerken
a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b.
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
c.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2
Overgangsrecht gebruik
a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c.
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 8 Overgangsrecht
29
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: ‘Regels van het bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos’. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ……………
30
005.00.06.41.00.rgl - Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos 18 april 2013 Artikel 9 Slotregel
B i j l a g e
S t a a t
v a n
B e d r i j v e n
01
01
-
014
016
4
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI2008 nummer
SBI1993
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
gebruik van charge-ovens
30
10
30
C
10
30
2
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30
C
0
30
2
10
10
30
10
30
2
10
10
30
0
30
2
0
0
10
0
10
1
10
0
30
0
30
2
VERVAARDIGING VAN 15
10, 11
-
VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
1581
1071
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1071
1
1593
1102
t/m
t/m
1595
1104
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij
VERVAARDIGING VAN KLEDING; 18
14
182
141
-
BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en toebehoren (excl. van leer) HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING
20
16
205
162902
-
ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN
22
58
221
581
-
MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
2222.6 18129 2223
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
0
0
10
0
10
1
10
10
30
10
30
2
10
10
30
10
30
2
30
10
30
10
30
2
2 D
2
Reproduktiebedrijven opgenomen 223
182
media
24
20
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken VERVAARDIGING VAN GLAS,
-
AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
234
0
Aardewerkfabrieken:
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28,
A
Kantoormachines- en
26
23
262,
232,
263 262, 263
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GELUID
STOF
33
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
-
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI2008 nummer
SBI1993
computerfabrieken incl. reparatie VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR.
26, 27, 31
33
316
293
33
26, 32, 33
33
26, 32, 33
MACHINES, APPARATEN EN -
BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
30
0
30
0
30
2
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN -
INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten
A
e.d. incl. reparatie
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
10
0
10
1
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
10
10
10
30
2
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
0
10
30
10
30
2
10
0
30
10
30
2
0
0
10
10
10
1
10
0
30
0
30
2
0
0
30
10
30
2
30
0
30
10
30
2
41, 42, 45
43
-
41, 42, 45
43
BOUWNIJVERHEID - aannemersbedrijven met
3
werkplaats: b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN;
50
45, 47
501, 502,
451, 452,
504
454
5020.4 45204
-
BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
B
5020.5 45205
Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en
503,
motorfietsonderdelen en -
504
453
505
473
0
Benzineservisestations:
505
473
3
- zonder LPG
accessoires
GROOTHANDEL EN 51
46
511
461
-
Handelsbemiddeling (kantoren)
HANDELSBEMIDDELING
5122
4622
Grth in bloemen en planten
5134
4634
Grth in dranken
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
0
0
10
0
10
1
10
10
30
0
30
2
0
0
30
0
30
2
10
0
30
0
30
2
10
10
30
0
30
2
Grth in suiker, chocolade en 5136
4636
suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en
5137
4637
specerijen
30
10
30
0
30
2
5138, 5139
4638, 4639
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
464,
Grth in overige
514
46733
consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
5156
4676
Grth in overige intermediaire
10
10
30
10
30
2
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI2008 nummer
SBI1993
goederen 519
466,
Overige grth (bedrijfsmeubels,
469
emballage, vakbenodigdheden e.d.
0
0
30
0
30
2
0
0
10
10
10
1
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. 52
47
527
952
64
53
641
531, 532
642
61
70
41, 68
-
PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
-
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten
0
0
30
C
0
30
2
A
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
C
0
10
1
A
Verhuur van en handel in onroerend goed
0
0
10
0
10
1
10
0
30
10
30
2
10
10
30
10
30
0
0
10
0
10
1
30
10
30
30
30
2
0
0
10
0
10
1
0
0
10
0
10
10
0
30
10
30
2
0
0
10
0
10
1
10
10
30
30
R
30
2
30
0
30
30
R
30
2
0
0
30
0
30
2
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, 71
77
711
7711
-
ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor roerende
714
772
goederen n.e.g.
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731
721
D
2
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
R
Maatschappij- en 732
722
geesteswetenschappelijk onderzoek
63, 69tm71, 73, 74, 74
77, 78, 80tm82
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
63, 69tm71, 73, 74, 74
77, 78, 80tm82
7481.3 74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
7484.4 82992
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
90
37, 38, 39
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 382
A7
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
96
-
9301.2 96012 9301.3 96013
OVERIGE DIENSTVERLENING Chemische wasserijen en ververijen
A
1
MILIEUDIENSTVERLENING
9002.2 382
93
C
D
Wasverzendinrichtingen
Colofon Opdrachtgever Gemeente Achtkarspelen Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Supervisie BügelHajema Adviseurs b.v. Projectnummer 005.00.06.41.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort
36
6 1
2 1
8 1
35
4 1
auw De G
0 1
8
38
6A
20
3
6
j eri rouw De B
34
29 27 21
school
Legenda
Plangebied
3a
9 1 3 1
1 1
Plangebied
5
3
Bestemmingen aat enstr Mol
Gemengd GD
amp aark Kl
9.5
24
6
4 1
6 1
8 1
geluidzone - industrie
7
0 1
2 1
Aanduidingen
8 12.5
bouwvlak
5 maatvoeringsvlak 17
6 1
9.5
3
1
Rehoboth
aarkamp Kl
8
9
0 1
2
B
E
maximale bouwhoogte (m)
maximum aantal wooneenheden
11
GD
13
19
15
21
23
25
27
Gemeente Achtkarspelen Bestemmingsplan Klaarkamp-Molenstraat, Gerkesklooster-Stroobos
Verbeelding
datum:
18.04.2013
schaal:
1 : 1000
BgelHajema Plek voor ideeºn
papierformaat: A3
18
20
status:
vastgesteld
projectnr.:
005.00.06.41.00
gezien:
JK
BgelHajema Adviseurs bv, Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu Balthasar Bekkerwei 76, 8914 BE Leeuwarden T
0 1
NL.IMRO.0059.BPGeStrKlaarkamp-VG01
E
[email protected] W
058 215 25 15
www.bugelhajema.nl
BNSP