Bes te m mi ngs p l an Ro u veen , pa r tië le he rzi eni ng T ri ang e l lo c ati e
VAS T G ES T EL D
Bes te m mi ngs p l an Ro u veen , pa r tië le he rzi eni ng T ri ang e l lo c ati e
VAS T G ES T EL D
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels en bijlagen Verbeelding
10 maart 2015 Projectnummer 243.50.50.00.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Staphorst, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
243.50.50.00.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
2
Beleid
3
4
9 11
2.1
Rijk
11
2.2
Provincie
11
2.3
Gemeente
13
Planbeschrijving
19
3.1
Huidige situatie
19
3.2
Toekomstige situatie
20
3.3
Juridische vormgeving
22
Toets aan wet- en regelgeving
25
4.1
Wegverkeerslawaai
25
4.2
Luchtkwaliteit
27
4.3
Wet milieubeheer
28
4.4
Externe veiligheid
28
4.5
Water
29
4.6
Bodem
30
4.7
Ecologie
31
4.8
Archeologie
32
5
Economische uitvoerbaarheid
33
6
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
35
243.50.50.00.00.toe
1
I n l e i d i n g
De gemeente wil in samenwerking met Bouwbedrijf Salverda (hierna te noe-
AANLEIDING
men 'initiatiefnemer') een woonservicegebied in Rouveen ontwikkelen. Dat vraagt om woningbouw dat voldoet aan specifieke zorgbehoeftes en om een zeker zorg- en welzijnsaanbod in de directe omgeving. De voormalige schoollocatie ‘De Triangel’ is een geschikte plek voor dit woonservicegebied1. Hier zullen 64 woningen worden gerealiseerd, waarvan 36 zorg-. 4 twee-onder-eenkap-, 6 rijtjes- en 18 starterswoningen. Tevens komt er een wijksteunpunt in het gebied. Voorliggend bestemmingsplan biedt het planologisch-juridische kader voor deze herontwikkeling tot woonservicegebied. Leidend voor dit plan is het stedenbouwkundig ontwerp van Architectenbureau 19 Het Atelier, dat nog nader wordt uitgewerkt met omwonenden, potentiële kopers en huurders. Het ontwerp is het resultaat van onderlinge afspraken tussen de gemeente Staphorst, De Stouwe (zorgaanbieder), De Vechthorst (sociale woningbouw) en Salvderda.
Afbeelding 1. Huidige situatie vanaf de zuidwestkant
Het plangebied ligt grotendeels braak. Alleen de sporthal herinnert nog aan de
HUIDIGE (PLANOLOGISCHE)
basisschool die op de hoek van de Goudenregenstraat en Korte Kerkweg stond.
SITUATIE
Op de meeste plekken groeit gras. Er is ook een houtwal met sloot aanwezig, op de voormalige zuidgrens van de schoollocatie. Het plangebied maakt op dit moment deel uit van het bestemmingsplan Rouveen (vastgesteld op 30 mei 1
Zie paragraaf 2.3 voor het gemeentelijk beleid inzake de woonservicegebieden.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
9
2006) en het bestemmingsplan Multifunctionele Combischool Rouveen en zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen’ (vastgesteld 21 april 2010). De beoogde woningbouw is op grond van de bestemmingen in deze plannen niet toegestaan, waardoor een partiële herziening noodzakelijk is. LEESWIJZER
Het volgende hoofdstuk gaat in op het ruimtelijk beleid van het Rijk, de provincie en gemeente. Hoofdstuk 3 laat zien op welke wijze het plangebied wordt ingericht en hoe dat juridisch is geregeld. In hoofdstuk 4 wordt verslag gedaan van de toets aan allerlei wet- en regelgeving (onder andere op het gebied van natuur en milieu). In de laatste twee hoofdstukken komen achtereenvolgens de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan aan bod.
10
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
2
B e l e i d
2.1
Rijk De komende periode zal in het teken staan van de ophanden zijnde decentrali-
DECENTRALISATIES
saties, te weten: de transitie jeugdzorg, transitie AWBZ/Wmo en de Participatiewet. Wat betreft de AWBZ/Wmo en de Participatiewet zijn er (nog) onzekerheden over de huidige wetsvoorstellen aanwezig, omdat deze nog moeten worden behandeld in de Tweede en Eerste kamer. De intentie ligt er om deze wetten met ingang van 2015 te laten ingaan. De gemeenschappelijke deler tussen de drie decentralisaties is dat de transities plaatsvinden met een forse korting in budget en dat men verwacht dat efficiency kan worden gevonden in het lokaal aanbieden van zorg- en dienstverlening. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is meer inzet op preventie om duurdere zorg te kunnen voorkomen. De komende jaren zal steeds meer zorg buiten de muren van een zorgorganisa-
WONEN – WELZIJN – ZORG
tie (lees: verzorgingshuizen en verpleeghuizen) worden geleverd. Dit heeft te maken met de ontwikkeling rondom het scheiden van wonen en zorg. De bedoeling is dat burgers langer zelfstandig blijven wonen en thuis de benodigde zorg en ondersteuning ontvangen. Financieel betekent dit dat burgers ‘het wonen’ zelf bekostigen en de benodigde zorg en/of ondersteuning kunnen ontvangen vanuit de AWBZ of de Wmo. De overdracht van taken vindt plaats in een periode waarin men op zoek is naar nieuwe verhoudingen tussen de overheid en de samenleving. Het beleid is erop gericht burgers meer eigen verantwoordelijkheid te geven bij de invulling van hun leven.
2.2
Provincie De Omgevingsvisie Overijssel vormt het provinciale richtsnoer voor de ontwik-
OMGEVINGSVISIE EN
keling van de fysieke leefomgeving tot 2030. Provinciale Staten hebben deze
OMGEVINGSVERORDENING
visie op 1 juli 2009 vastgesteld en op 3 juli 2013 geactualiseerd. De Omgevingsvisie heeft de gecombineerde status van structuurvisie, regionaal waterplan, milieubeleidsplan, provinciaal verkeer- en vervoersplan en bodemvisie. Bepaalde beleidsregels uit de Omgevingsvisie zijn juridisch vastgelegd in de Omgevingsverordening Overijssel 2009 (geactualiseerde versie, 12 september 2013). In de Omgevingsvisie formuleert de provincie ambities en doelstellingen van provinciaal belang. Daarbij wordt een sterke nadruk gelegd op duurzaamheid
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
11
en ruimtelijke kwaliteit. De Omgevingsvisie bevat een overzicht van de thema's die van provinciaal belang worden geacht. Aan elk van deze thema's koppelt de provincie ambities en beleidsregels. Voor het onderhavige plangebied zijn van belang: Woonomgeving
Aantrekkelijke en gevarieerde woonmilieus met een voldoende en flexibel woningaanbod, dat voorziet in de vraag.
Concentreren van de bovenlokale vraag naar woningen en voorzieningen in stedelijke netwerken. Dit sluit aan bij de ambitie om zowel de kwaliteit van het landschap als de draagkracht van steden in stand te kunnen houden. Vanwege de leefbaarheid van dorpen is het belangrijk dat gemeenten buiten de stedelijke netwerken woningen voor de lokale behoefte realiseren en een basisniveau aan voorzieningen behouden.
De provincie maakt met de gemeenten prestatieafspraken over diverse facetten van de woonopgave.
Gemeenten dienen hun bestemmingsplannen te baseren op een woonvisie of structuurvisie waarin staat hoe zij het woningbouwprogramma invullen.
(Binnen)steden en landschap
Versterken identiteit en onderlinge diversiteit van landschappen en dorpen.
Behoud en versterken cultureel erfgoed (monumenten, industrieel en agrarisch erfgoed).
Watersysteem en klimaat
Watersystemen met goede ecologische en chemische kwaliteit, die voor de lange termijn klimaatbestendig en veilig zijn.
Veiligheid en gezondheid
Zorgen voor waterveiligheid, externe veiligheid en verkeersveiligheid.
Zorgen voor een gezond leefmilieu.
Bieden van bescherming tegen wateroverlast.
Energie
Bevorderen van duurzame energieopwekking (biomassa, wind, zon, bodem).
Bevorderen van energiebesparing (in bebouwde omgeving).
Bij de sturing van het ruimtelijke beleid vraagt de provincie van zichzelf en van gemeenten een manier van werken waarbij eerst wordt gekeken of een ontwikkeling wenselijk is, vervolgens waar deze moet plaatsvinden en ten slotte hoe de ontwikkeling stedenbouwkundig en landschappelijk kan worden ingepast. Met deze wijze van werken denkt de provincie zoveel mogelijk recht te kunnen doen aan de doelstellingen van duurzaamheid en ruimtelijke kwali-
12
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
teit. In dit sturingsmodel speelt de zogeheten SER-ladder een belangrijke rol. Deze komt er kort gezegd op neer dat eerst de mogelijkheden van herstructureren/transformeren van bestaande woon-/werkmilieus (bedrijventerreinen, woonwijken, voorzieningen) moeten worden benut, voordat wordt overgegaan tot uitbreiding. Wat dat betreft past de herinrichting van de Triangellocatie, zoals met dit bestemmingsplan wordt beoogd, goed binnen het provinciaal beleid. Op de kaart ontwikkelingsperspectieven van de Omgevingsvisie is het plangebied aangeduid als ‘woonwijk’ en ‘mixlandschap’. Beide bieden ruimte voor woningbouwontwikkeling, aangezien er sprake is van een maatschappelijk belang en de ruimtelijke kwaliteit versterkt wordt (zie hoofdstuk 3). De overige kaarten geven geen specifieke waarden of belemmeringen voor het plangebied aan. Prestatieafspraken Wonen Staphorst–Overijssel 2010–2015 Op 16 december 2009 zijn door de gemeente Staphorst en de provincie prestatieafspraken vastgelegd omtrent het wonen voor de periode 2010-2015. De gemeente en de provincie beschouwen dit afsprakenkader als een werkdocument dat de gewenste resultaten vastlegt voor het wonen in de gemeente Staphorst. De provincie gaat voor de gemeente Staphorst uit van een toename van de woningvoorraad met 326 woningen voor de periode 2010-2014. In deze aantallen is de toename van woningen voor bijzondere doelgroepen (conform definitie CBS) niet meegenomen. In een lokale woon- of structuurvisie kan van dit aantal worden afgeweken als er sluitende verdelingsafspraken zijn gemaakt met buurgemeenten die mogelijkheden geven voor een afwijkend aantal. In de zogeheten midterm-review 2012 van de prestatieafspraken is aangegeven dat de provincie voor het Uitvoeringsplan Woonservicegebieden Gemeente Staphorst (april 2011, zie navolgende paragraaf) € 160.000,-- heeft gereserveerd. Deze middelen zijn door de gemeente gekoppeld aan acht programma’s. Afhankelijk van de voortgang van deze programma’s zal de provincie de gereserveerde gelden betaalbaar stellen.
2.3
Gemeente Binnen de prestatieafspraken Wonen 2010-2014 met de provincie Overijssel is
UITVOERINGSPLAN WOON-
als gezamenlijke doelstelling overeengekomen dat voor 1 januari 2015 tenmin-
SERVICEGEBIEDEN
ste 50% van de huishoudens van de gemeente Staphorst in enigerlei vorm van een woonservicegebied woont. Een woonservicegebied is een vastgesteld gebied binnen de gemeente waar een breed scala aan voorzieningen en diensten wordt aangeboden op het gebied van wonen, zorg, welzijn en algemene voorzieningen. Het accent ligt hierbij op zorg en wonen voor senioren. Doel is huishoudens in staat te stellen zo lang mogelijk in hun eigen woning te kunnen
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
13
blijven wonen, ook als de noodzaak van zorgvoorzieningen toeneemt. In het zogeheten Uitvoeringsplan Woonservicegebieden Gemeente Staphorst (april 2011) is aangegeven op welke wijze en waar woonservicegebieden binnen de gemeente Staphorst invulling moeten krijgen. Door maatschappelijke ontwikkelingen, zoals vergrijzing, het langer zelfstandig wonen van mensen (met een zorgbehoefte) en extramuralisering, is binnen de gemeente Staphorst een groeiende vraag naar zorg gerelateerde woonvormen. Aangezien het aanbod op dit punt achterblijft bij de vraag, vertrekken er jaarlijks senioren uit de gemeente. Dit is een ongewenste situatie, zowel voor het welzijn van de vertrekkers als voor de draagkracht van de gemeente. De gemeente stimuleert daarom de ontwikkeling van woonservicegebieden. In het uitvoeringsplan is aangegeven dat verdeeld over de gemeentelijke kernen een netwerk van woonzorggebieden moet gaan ontstaan. Het plangebied (Korte Kerkweg) geldt als een van de schakels in dit netwerk om ervoor te zorgen dat in 2015 tenminste 50% van de huishoudens per kern in een woonservicegebied wonen.
Afbeelding 2. Structuurvisie Rouveen -Zuid STRUCTUURVISIE
Voor het gebied tussen de Korte Kerkweg, de Stadsweg, de Oude Rijksweg en de Goudenregenstraat is in april 2009 de Structuurvisie Rouveen-Zuid vastgesteld. Daarin is het zuidelijk deel van het plangebied aangeduid als ‘gebouwen met een bijzondere (woon)functie’. Voor dit gebied is – in samenhang met het aangrenzende MFC-terrein – een afzonderlijk bestemmingsplan opgesteld. Het gaat om het bestemmingsplan ‘Multifunctionele Combischool Rouveen en
14
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen’ (vastgesteld 21 april 2010). De MFC is gerealiseerd. Voor de zorgwoningen geldt inmiddels een ander programma. Ook de met de structuurvisie beoogde invulling is niet meer actueel. In het volgende hoofdstuk wordt het nieuwe stedenbouwkundig ontwerp toegelicht. Dit ontwerp evenwel sluit goed aan bij de hoofdprincipes van de structuurvisie. De gemeente Staphorst heeft op d.d. 13 september 2011 de Woonvisie 2011+
WOONVISIE 2011+
vastgesteld. De ondertitel luidt: 'Inspelen op de vraag van bewoners'. De Woonvisie geeft de visie van de gemeente tot circa 2015, met een doorkijk tot 2020. In tegenstelling tot veel andere gemeenten in Overijssel zal de bevolking van de gemeente Staphorst in de komende decennia nog in omvang toenemen. Momenteel wonen er ruim 16.100 personen in de gemeente en in 2030 is dit naar verwachting met ruim 2.500 personen toegenomen. Het meest belangrijk voor het opstellen van de Woonvisie is de periode tot 2020 en dan specifiek de eerste vijf jaar. In deze periode zal de bevolking met bijna 600 personen toenemen. Op basis van de Woonvisie 2011+ dient minimaal 25% van de te bouwen woningen binnen de gemeente bestemd te zijn voor starters. Verder dient 75% van de koopwoningen in de categorie tot € 200.000,-- een prijs van ten hoogste € 175.000,-- te hebben. Om in de lokale woningbehoefte te voorzien, wil de gemeente in de periode 2010-2014 420 nieuwe woningen bouwen. Dat betekent een gemiddelde van ruim 80 woningen per jaar. Bij een dergelijk aantal nieuwe woningen is het mogelijk te voorkomen dat starters en ouderen noodgedwongen uit Staphorst vertrekken. In de Prestatieafspraken die de gemeente heeft afgesloten met de provincie is een aantal van 326 woningen overeengekomen. In de gemeentelijke woonvisie wordt uitgegaan van circa 100 woningen voor de kern Rouveen in de periode 2011–2015. Daarnaast is aangegeven dat er in Rouveen behoefte is aan ongeveer 40 zorgwoningen. In totaal dus 140 woningen. Vanwege de afspraken met de provincie over het woningbouwprogramma heeft de gemeente besloten om de uitgifte van Rouveen West IV voorlopig op te schorten. Er zijn op dit moment ongeveer 70 kavels binnen Rouveen West IV verkocht. Vanuit de Triangellocatie komen daar 28 koopwoningen bij. Dit maakt een totaal van ongeveer 100 woningen. Daarnaast worden binnen de Triangellocatie 36 zorgwoningen gebouwd, waardoor het totaal voor Rouveen uitkomt op 136 en daarmee binnen de met de provincie afgesproken aantallen blijft. Gelet op de concrete interesse voor de woningen binnen het plangebied en de relatief hoge vraag naar starterswoningen in het algemeen, kan worden gesteld dat onderhavig plan aansluit bij de actuele behoefte/vraag. Op de Triangellocatie worden, zoals gezegd, 64 woningen gebouwd. Hieronder staan de prijzen van de verschillende woningen weergegeven, zoals genoemd op de koopavond:
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
15
WELSTANDSNOTA
-
tussenwoning 4,8 beuk: v.a. € 145.000,--;
-
eindwoning 4, 8 beuk: v.a. € 160.000,--;
-
tussenwoning 5,4 beuk: v.a. € 165.000,--;
-
eindwoning 5,4 beuk: v.a. € 180.000,--.
In november 2013 heeft de gemeenteraad de Welstandsnota Staphorst vastgesteld. Hiermee wil de gemeente de ontwikkeling van een goede en passende architectuur stimuleren. Dit betekent niet dat bij nieuwbouw de bestaande architectuur moet worden gekopieerd. Wel dienen de nieuwe ontwikkelingen op een vanzelfsprekende manier te reageren op de oorspronkelijke karakteristieken van de streek. Het kan daarbij gaan om eigenschappen van de omringende
bebouwing,
de
structuur
van
de
openbare
ruimte
en
de
stedenbouwkundige of landschappelijke context. Doel is het bevestigen van het 'streekeigen' handschrift. Hoewel het plangebied geen deel uitmaakt van de welstandsgebieden die in de welstandsnota zijn aangewezen, zijn deze algemene uitgangspunten -evenals de zogenaamde 'sneltoetscriteria' betrokken bij het opgestelde stedenbouwkundig ontwerp. De welstandsnota heeft alleen betrekking op bestaande gebieden. Voor grootschalige projecten en nieuwbouw kiest de gemeente voor de opstelling van beeldkwaliteitsplannen. In samenhang met en als aanvulling op de welstandsnota is daarom het beeldkwaliteitsplan ‘Landelijk wonen Rouveen’ (concept juli 2014) voor het plangebied opgesteld. Deze is als integrale bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd (bijlage 1) en wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Daarmee gaat dit beeldkwaliteitsplan onderdeel uitmaken van de welstandsnota. VIGERENDE BESTEMMINGS-
Zoals gezegd in de inleiding, maakt het plangebied op dit moment deel uit van
PLANNEN
het bestemmingsplan Rouveen (vastgesteld op 30 mei 2006) en het bestemmingsplan Multifunctionele Combischool Rouveen en zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen (vastgesteld 21 april 2010). Eerstgenoemd plan heeft betrekking op de voormalige schoollocatie, dat is bestemd als Maatschappelijke doeleinden. Voor de percelen direct ten zuiden daarvan geldt laatstgenoemd plan, waarin de bestemming Maatschappelijk is opgenomen. Beide plannen worden – voor zover betrekking hebbend op het plangebied – dus herzien.
16
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
Afbeelding 3. Uitsnede bestemmingsplan Rouveen
Afbeelding 4. Uitsnede bestemmingsplan Multifunctionele Comb ischool Rouveen en zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen
Onderhavig bestemmingsplan sluit qua bouw- en goothoogte goed aan bij de bestemmingsplannen die voor de omgeving van het plangebied van kracht zijn. Voor het omliggende woongebied gelden goothoogtes variërend van 3,5 - 6 m en een bouwhoogte van 10 m. Op 22 februari 2005 heeft de gemeenteraad het Groenbeleidsplan 2005-2015
GROENBELEIDSPLAN
vastgesteld. De visie achter dit groenbeleidsplan is: ‘Ter versterking van het authentieke karakter van de gemeente Staphorst streven naar een kwantitatief en kwalitatief goede groenvoorziening. Met als doel het groen een karakteristiek en structureel onderdeel te laten zijn van de openbare ruimte. Hierbij moet aandacht zijn voor: de identiteit en herkenbaarheid van kernen, straten, landschappen en dergelijke; leefbaarheid en veiligheid van woon- en werkge-
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
17
bieden; recreatief gebruik en beleving van natuurwaarden in de openbare ruimte; efficiënte werkwijzen en kostenbeheersing'. De bomenrij langs de Korte Kerkweg maakt onderdeel uit van het structureel groen van Rouveen. In het volgende hoofdstuk komt de groene inrichting van het plangebied aan de orde.
18
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
3
P l a n b e s c h r i j v i n g
3.1
Huidige situatie2 Het plangebied grenst enerzijds aan de bestaande bebouwing aan de Korte Kerkweg en de Goudenregenstraat, anderzijds aan het open landschap. Een landschap dat ontwikkeld is als slagenlandschap, een hoofdstructuur die de hele streek kenmerkt. De locatie is de voormalige locatie van de Hervormde basisschool Rouveen ‘De Triangel’, dat iets verder aan de Korte Kerkweg een nieuwe plek heeft gekregen. De nieuwe school omsluit de zuidzijde het plangebied. De omgeving van het plangebied is divers van opbouw, bouwstijlen en materialisatie. De toekomstige bebouwing sluit aan op verschillende typologieën van bebouwing. Aan de overzijde van de Korte Kerkweg en de Goudenregenstraat wordt de bebouwing gevormd door hoofdzakelijk vrijstaande woningen van één laag met kap. Over het algemeen uitgevoerd in geel of rood metselwerk met donkere dakpannen. De naastgelegen bebouwing aan de Goudenregenstraat kenmerkt zich door vrijstaande woningen aan kleine hofjes met één a twee lagen met kap. De woningen zijn vaak uitgevoerd in rood metselwerk met donkere dakpannen. Aan de zuidzijde van het plangebied grenst de toekomstige bebouwing aan de nieuwe combischool, bestaande uit 1 laag met kap en een duidelijk lijnenspel in de daklijnen. Het kleurgebruik bestaat uit rood metselwerk gecombineerd met houten delen en zwarte pannen die worden doorgetrokken op de gevel. De vormgeving van de school sluit aan op zijn ligging in het slagenlandschap en doet aan als een moderne vertaling van een boerderij in het landschap. De toekomstige bebouwing zal zorgvuldig een plek moeten krijgen binnen deze bestaande kaders en kenmerken van de omliggende bebouwing.
2
De tekst van dit hoofdstuk is grotendeels ontleend aan het beeldkwaliteitsplan ‘Landelijk wonen Rouveen’ (19 Het Atelier, juni 2014).
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
19
Afbeelding 5. Locatie vanaf Korte Kerkweg
3.2
Toekomstige situatie Het stedenbouwkundig plan sluit aan op de belangrijkste uitgangspunten van de locatie, het slagenlanschap, de bebouwing aan de Korte Kerkweg en Goudenregenstraat, de hofjesstructuur van de naastgelegen bebouwing aan de Goudenregenstraat en de school aan de zuidzijde. Hieronder is een afbeelding van het conceptontwerp opgenomen. Dit conceptontwerp verschaft een goede indruk van de boogde inrichting, maar geldt niet als blauwdruk. Het plan kan op onderdelen nog worden aangepast als dat gewenst blijkt te zijn. Zie hiervoor paragraaf 3.3. Het stedenbouwkundig plan bestaat in basis uit een woonhof en een randbebouwing, die aansluit op de omgeving. Aan de Korte Kerkweg, de Goudenregenstraat
liggen
de
koopwoningen,
variërend
van
starterswoningen,
eengezinswoningen en twee-onder-een-kapwoningen. Zij vormen samen met de bestaande overliggende bebouwing het straatbeeld van deze straten. In de Goudenregenstraat wordt de kenmerkende hofstructuur nog eenmaal herhaald. Aan de achterzijde van de koopwoningen liggen groene parkeerhoven, ontsloten vanaf de Korte Kerkweg en Goudenregenstraat. Het parkeren is daarmee aan het straatbeeld onttrokken; bewoners kunnen vlakbij hun woning parkeren. De bebouwing aan de Korte Kerkweg en de Goudenregenstraat voegt zich op natuurlijke wijze in het straatbeeld. De voormalige gymzaal had een bouwhoogte van twee lagen en ook elders in Rouveen is er een afwisseling van verschillende bouwhoogtes in een straatbeeld te zien. Aan de Goudenregenstraat vormen de kopgevels van de rijblokken een onderdeel van het straatbeeld. Op deze wijze voegen zij zich qua maat en schaal goed in de omgeving. Op deze wijze krijgt het plangebied een dorpse uitstraling met zeer gevarieerde goot- en kaphoogtes.
20
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
Afbeelding 6. Stedenbouwkundig conceptontwerp
Centraal in het plan ligt de groene woonhof. Rondom dit groene hof liggen de woningen bedoeld voor wonen en zorg. Een omsloten, rustige en veilige omgeving waarin bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Het hof is bereikbaar via de entree aan de Korte Kerkweg. Een entree die langs het zorgcentrum loopt. Vanaf hier is er een ruime inkijk in de woonhof. De bebouwing aan het hofje is kleinschalig met één laag met kap. In het hofje is een korte ontsluitingsweg voor bestemmingsverkeer en éénzijdig parkeren aangelegd; deze wordt omsloten door de groenstructuur. Om aan te sluiten op het slagenlandschap, ligt de bebouwing aan het open landschap en de nieuwe school in lijn met de ‘slag’ in dit open landschap. Deze visuele aansluiting op de ‘slag’ in het landschap wordt versterkt door de rij bomen die voor de bebouwing staat. De toekomstige bewoners in het ‘Landelijk wonen in Rouveen’ wonen door deze opzet in een kleinschalige, rustige en sfeervolle woonomgeving, ingepast op zijn locatie. Het programma voor het plangebied is als volgt:
36 zorgwoningen
4 twee-onder-een-kapwoningen
6 rijtjeswoningen
18 starterswoningen
In de wijk komt ook een wijksteunpunt, bestaande uit ruimtes voor zorg- en welzijnsfuncties en aanverwante functies. De exacte locatie van het wijksteunpunt is nog niet bekend.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
21
De ontsluiting van het plangebied vindt plaats via de Goudenregenstraat, dan wel de Korte Kerkweg. De ontsluiting aan de Korte Kerkweg zal een gelijkwaardige kruising worden. Het fiets- en voetpad zal uitsluitend fietsers en voetgangers toestaan, snorfietsen zullen hier worden uitgesloten. PARKEREN
Als parkeernorm is uitgegaan van 1,8 parkeerplaats voor de starters-, rijtjes en twee-onder-een-kapwoningen en 0,8 voor de zorgwoningen. Voor de twee onder-een-kapwoningen geldt dat minstens een parkeerplaats op eigen erf moet worden aangelegd. Binnen het plangebied dienen minimaal 79 parkeerplaatsen aangelegd te worden, vier van deze parkeerplaatsen worden op eigen erf gerealiseerd. In het openbaar gebied zullen derhalve 75 parkeerplaatsen worden aangelegd om aan de parkeernorm te voldoen.
3.3
Juridische vormgeving In dit onderdeel van de toelichting wordt ingegaan op de vormgeving van de verbeelding en de regels. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bevat de regeling voor de opzet en de inhoud van een bestemmingsplan. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is deze regeling verder uitgewerkt. Het bestemmingsplan bestaat uit: -
een verbeelding van het bestemmingsplangebied waarin alle bestemmingen van de gronden worden aangewezen;
-
de regels waarin de bestemmingen worden beschreven en waarbij per bestemming het doel wordt of de doeleinden worden genoemd.
Bij het bestemmingsplan hoort een toelichting. Dit bestemmingsplan gaat uit van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 (SVBP 2012). Met deze standaard worden de regels en de verbeelding zodanig opgebouwd en ingericht dat bestemmingsplannen goed met elkaar kunnen worden vergeleken. Daarnaast zijn in dit bestemmingsplan de begrippen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gehanteerd. Bestemmingsregeling Om flexibiliteit te bieden, is gekozen voor een globale regeling. Hiervoor is gekozen om in te kunnen spelen op de wensen uit te markt, zonder dat er extra procedures hoeven te worden doorlopen. Het bestemmingsplan is niet voorzien van bouwvlakken waarbinnen mag worden gebouwd en ook is er geen maximum oppervlakte voor de hoofdgebouwen bepaald. Wel dient er een minimale afstand tot de perceelgrenzen te worden aangehouden.
22
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
Het bestemmingsplan kent twee bestemmingen: Groen en Wonen. Aan de zuidrand van de woningbouwlocatie wordt het vanuit landschappelijk oogpunt van belang geacht de groenstrook te behouden. Derhalve is ervoor gekozen een groenbestemming op deze gronden te leggen. In de woonbestemmingen is onderscheid gemaakt tussen de zelfstandige woningen en de woningen die gecombineerd zullen worden met zorg. De percelen van de zelfstandige woningen zullen groter zijn en hier kunnen ook grotere bijgebouwen worden toegestaan. Ook is de mogelijkheid opgenomen om bij deze woningen aan huis verbonden beroepen uit te oefenen. Dit zijn beroepen die door de bewoner van een woning worden uitgeoefend. Het betreft dienstverlenende beroepen, die traditioneel onder de zogenaamde vrije beroepen vallen, zoals huisarts en architect, maar daarnaast ook een kapper, een schoonheidsspecialist, hondentrimmer en naar aard en ruimtelijke uitstraling daaraan gelijk te stellen beroepen. De gemeente Staphorst kiest hier uitdrukkelijk voor een ruime uitleg. De woning moet wel in overwegende mate haar woonfunctie behouden en het aan huis verbonden beroep moet een ruimtelijke uitstraling of uitwerking hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie. Voor het beroep aan huis mag ten hoogste 30% van het vloeroppervlak van de woning worden gebruikt tot ten hoogste 30 m². Eventueel kan bij een omgevingsvergunning worden afgeweken van de gebruiksregels ten behoeve van aan huis gebonden bedrijfsactiviteiten. In de regels zijn hiervoor afwegingscriteria opgenomen. Het blijven kleinschalige activiteiten; een winkel wordt hier niet onder begrepen, maar incidentele verkoop van bijvoorbeeld zelfgemaakte goederen zou wel tot de mogelijkheden behoren.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
23
To e t s
a a n
w e t -
4
e n
r e g e l g e v i n g
4.1
Wegverkeerslawaai In artikel 74 van de Wet geluidhinder is bepaald dat zich langs alle wegen een
ZONES
geluidszone bevindt, uitgezonderd: -
de wegen die zijn gelegen binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
de wegen waarop een maximumsnelheid geldt van 30 km/uur.
De naast het plangebied gelegen Korte Kerkweg en Goudenregenstraat hebben een maximumsnelheid van 30 km/uur. Deze wegen zijn dus formeel vrijgesteld van akoestisch onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder. Aangezien beide wegen een ontsluitingsfunctie voor het omliggende woongebied en enkele maatschappelijke voorzieningen vervult, is - in het kader van “een goede ruimtelijke ordening” – besloten om toch een akoestisch onderzoek uit te voeren. Er zijn geen verkeersgegevens van de Korte Kerkweg en Goudenregenstraat
INTENSITEITEN
beschikbaar. Daarom is aan de hand van CROW-publicatie 317 “Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie” (oktober 2012) de verkeersintensiteiten op beide wegen bepaald. Voor de Korte Kerkweg en Goudenregenstraat wordt respectievelijk een verkeersintensiteit van ongeveer 850 en 550 mvt/etmaal aangehouden. Berekend is de geluidsbelasting van de meest nabij gelegen woningen (zie af-
BEREKENINGEN EN CON-
beelding 5 en tabel 1). De berekeningen zijn inclusief een aftrek van 5 dB(A)
CLUSIE
op grond van artikel 110g van de Wet geluidhinder. De rekenbladen zijn aan de bijlagen toegevoegd (bijlage 2). Uit de berekening blijkt dat de geluidsbelasting op de woningen ten gevolge van verkeer op beide wegen maximaal 48 dB bedraagt. Dit betekent dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB dus niet wordt overschreden. In de zin van de Wet geluidhinder is daarmee geen sprake van geluidhinder.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
25
Afbeelding 7. Waarneempunten Tabel 1. Geluidsbelasting per waarneempunt Waarneempunt
Korte Kerkweg 1e bouwlaag
26
Goudenregenstraat
2e bouwlaag
1e bouwlaag
2e bouwlaag
1 2
43 47
44 48
3 4
46 42
46 42
5
42
42
6 7
46 43
46 43
8
43
43
9 10
46 42
46 42
11
41
42
12 13
46 48
46 48
39
39
14 15
43 37
43 39
46 43
46 43
16
35
37
46
47
17 18
nvt nvt
nvt nvt
42 41
42 42
19
nvt
nvt
47
48
20 21
nvt nvt
nvt nvt
46 45
46 46
22 23
nvt nvt
nvt nvt
48 43
48 43
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
4.2
Luchtkwaliteit Nederland heeft de regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van arbeidsplaatsen (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing) en locaties die niet openbaar toegankelijk zijn. In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) staat wanneer
NSL/NIBM
en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de zogeheten AMvB-nibm. Bepaald is dat een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot het realiseren van 63 woningen, waarvan 36 zorg-, 4 twee-onder-een-kap-, 6 rijtjes- en 18 starterswoningen. Op basis van de CROW-publicatie nr. 317 ‘Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie’ (8 oktober 2012) is de volgende verkeersgeneratie berekend: Tabel 2. Verkeersgeneratie type woning
aantal
zorgwoning rijenwoning
36 6
2.6 ritten/etmaal 7.4 ritten/etmaal
94 ritten/etmaal 44 ritten/etmaal
4
7.8 ritten/etmaal
31 ritten/etmaal
kap starterswoning
18
5.6 ritten/etmaal
totaal
64
twee-onder-een-
verkeersgeneratie/woning
totaal
101 ritten/etmaal 270 ritten/etmaal
De totale verkeersgeneratie bedraagt 270 ritten per etmaal. Voor kleinere plannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het
NSL/NIBM
ministerie van Infrastructuur en Milieu de nibm-tool (mei 2014) ontwikkeld. Met deze tool kan op eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan luchtverontreiniging. Voor het bestemmingsplan gaat het om de volgende toename van de stoffen NO2 en PM10:
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
27
Worst-case berekening voor de bijdrage van het extra verkeer als gevolg van een plan op de luchtkwaliteit Extra verkeer als gevolg van het plan Extra voertuigbewegingen (weekdaggemiddelde)
270
Aandeel vrachtverkeer
2.0%
NO2 in μg/m3
0.30
3
0.06
Maximale bijdrage extra verkeer
PM10 in μg/m Grens voor "Niet In Betekenende Mate" in μg/m
3
1.2
Conclusie De bijdrage van het extra verkeer is niet in betekenende mate; geen nader onderzoek nodig
Uit vorenstaande tabel blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het gaat hier dus om een nibmproject. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan dan ook achterwege blijven.
4.3
Wet milieubeheer De woningen binnen het plangebied liggen niet binnen ‘milieuzones’ van bedrijven of inrichtingen. Het dichtstbijzijnde gebouw waarvoor een zone geldt, betreft de Multifunctionele Combischool ten zuiden van het plangebied. Voor scholen gaat de VNG-handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ uit van een afstand van 30 m omwille van geluidhinder. De afstand van de gevel van de dichtstbijzijnde nieuwbouwwoning tot de gevel (en het plein) van de school bedraagt ten minste deze afstand. Ook op dit punt is derhalve geen sprake van een milieu hygiënisch conflict. Binnen het plangebied komt ook een wijksteunpunt met ruimtes ten behoeve van zorg- en welzijnsfuncties en hiermee vergelijkbare functies. De locatie is nog niet bekend, maar wordt zo gekozen dat de overlast zo min mogelijk zal zijn en in ieder binnen de wettelijke grenzen blijft.
4.4
Externe veiligheid INRICHTINGEN
In de directe nabijheid van het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen vallen (bron: Risicokaart Overijssel) of anderszins een extern veiligheidsrisico met zich meebrengen.
TRANSPORT
Het plangebied ligt niet binnen de risicozones van aardgastransportleidingen of van (spoor)wegen die zijn aangewezen voor het transport van gevaarlijke stoffen
28
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
4.5
Water Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf te worden opgenomen. Deze doet verslag van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. De paragraaf is het resultaat van overleg tussen de gemeente en het waterschap. Het plangebied is gelegen in het beheergebied van het Waterschap Groot Salland. Het Waterschap Groot Salland heeft voor het beheergebied een waterbeheersplan opgesteld. Het waterschap streeft naar een veerkrachtig watersysteem. Dit betekent dat: -
de veerkracht van het watersysteem wordt behouden of is hersteld en de verschillende gebiedsfuncties hierop zijn afgestemd;
-
water een belangrijke plek krijgt in de gebiedsinrichting. Ruimtelijke plannen zijn 'doordrenkt' met water;
-
water mede ordenend is voor de inrichting van een gebied. Voor het oplossen van knelpunten zoekt het waterschap, in samenwerking met andere partijen, naar een duurzame oplossing;
-
oplossingen in het watersysteem voldoen aan alle kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen.
Het zuidelijk deel van het plangebied behoort tot het gebied van de Structuurvisie Rouveen-Zuid (zie paragraaf 2.3). Deze structuurvisie bevat ook enkele uitgangspunten voor de waterhuishouding. Voor Rouveen-Zuid geldt: -
het (huishoudelijk) afvalwater wordt via een gescheiden rioleringssysteem afgevoerd;
-
voor het hemelwater is oppervlakkige afvoer en infiltreren in de bodem het uitgangspunt.
Door een dergelijke opzet wordt de rioolwaterzuiveringsinstallatie zo min mogelijk belast en worden vervuilende riooloverstorten bij hevige neerslag voorkomen. Als infiltratie van hemelwater niet mogelijk blijkt, is lozing op het oppervlaktewater via een bodempassage gewenst. Een ondiepe berging (een soort wadi) zou wellicht als bodempassage kunnen fungeren voordat het overtollige hemelwater op oppervlaktewater wordt geloosd. Op 11 juni 2014 is er een overleg geweest tussen de gemeente Staphorst, initiatiefnemer en het waterschap. Tijdens dat overleg zijn afspraken gemaakt over de invulling van het watertoetsproces. Vervolgens is het voorontwerp van dit bestemmingsplan op 21 juni 2014 aangemeld via www.dewatertoets.nl. Het waterschap heeft op 25 juni 2014 per e-mail aangegeven dat voor dit plan de normale procedure moet worden doorlopen. Naar aanleiding daarvan is overleg gevoerd over de inhoud en uitwerking van deze paragraaf.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
29
Er is binnen het plangebied geen sprake van een toename in verharding. Het noordelijk deel bestaat uit een oude schoollocatie dat voor de sloop geheel verhard was. Voor het zuidelijk deel is het bestemmingsplan Multifunctionele Combischool Rouveen en zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen (vastgesteld 21 april 2010) van kracht. Op grond van dit plan mag een bebouwd oppervlak van circa 3.500 m2 worden gerealiseerd. Het huidig stedenbouwkundig ontwerp gaat voor dit deel van het plangebied uit van ‘slechts’ 1.400 m2. Aangezien er reeds compenserende maatregelen zijn getroffen voor die 3.500 m2, is het niet noodzakelijk om aanvullende maatregelen op dit punt te treffen. Er wordt een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Daarbij wordt het hemelwater dat afstroomt van verharde oppervlakten afgevoerd op een wadi aan de zuidkant van het plangebied. De gemeente en het waterschap zullen nog nadere afspraken maken over de dimensionering daarvan. De betreffende strook is bestemd als Groen, zodat hier geen gebouwen kunnen worden gebouwd. In de regels is daarnaast expliciet opgenomen dat dit groen mede bestemd is voor water. De gemeente stelt op dit moment een rioleringsplan op (in overleg met het waterschap). Daarin zijn onder meer de volgende uitgangspunten opgenomen: -
Het regenwater (RWA) van de daken en de bestrating wordt geïnfiltreerd (indien mogelijk middels IT-riool) in de bodem en/of afgevoerd op de wadi in het plan en/of op het regenwaterstelsel in de Goudenregenstraat en het fietspad tussen de MFC en het plangebied (e.e.a. in overleg met het waterschap).
-
Het vuilwater (DWA riool) wordt geloosd op het vuilwaterstelsel in de Goudenregenstraat, Korte Kerkweg of het fietspad tussen MFC en plangebied.
4.6
Bodem Bij nieuwe ruimtelijke plannen dient te worden onderzocht of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van de bodem. Uitgangspunt daarbij is dat een eventuele aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico mag opleveren voor de gebruikers van de bodem en de bodemkwaliteit niet verslechterd door grondverzet. Sigma Bouw & Milieu heeft in oktober 2014 een verkennend bodemonderzoek binnen het plangebied uitgevoerd. In het rapport Verkennend milieukundig bodemonderzoek volgens NEN-5740, Goudenregenstraat nr. 2-4 te Rouveen (9 oktober 2014) wordt het volgende geconcludeerd: “Op basis van de resultaten van het verkennend bodemonderzoek blijkt dat de locatie niet vrij is van bodemverontreiniging. De grond en het grondwater ter plaatse van de onderzoekslocatie bevat plaatselijk verontreinigingen t.o.v. de achtergrondwaarde resp. de streefwaarde. De plaatselijk verhoogd gemeten
30
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
verontreinigingen overschrijden de tussenwaarde niet en geven daardoor geen formele aanleiding tot het instellen van een nader onderzoek. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er beïnvloeding van de bodemkwaliteit heeft plaatsgevonden. Op basis van de chemische onderzoeksresultaten
zijn
er
uit
milieuhygiënische
overwegingen
in
relatie
tot
de
bodemkwaliteit, naar onze mening, geen belemmeringen ten aanzien van de geplande nieuwbouw op de onderzoekslocatie.” Indien grond van het plangebied moet worden afgevoerd, zal deze worden verwerkt conform de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. De mogelijkheden op dit punt zullen worden vastgesteld na overleg met de betrokken overheidsinstanties. Voor verdere details van het bodemonderzoek wordt verwezen naar de bijlagen.
4.7
Ecologie Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. In juni 2014 is daarom een ecologische inventarisatie binnen het plangebied uitgevoerd. De rapportage3 daarvan is als bijlage opgenomen (bijlage 4). Het volgende wordt geconcludeerd: “Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat het gymnastiekgebouw geschikt is als verblijfplaats voor vleermuizen. Indien verblijfplaatsen aanwezig zijn, is voor de sloop van het gebouw een ontheffing van de Flora- en faunawet vereist.” Het gymnastiekgebouw zal voor de vaststelling van dit bestemmingsplan gesloopt zijn, waarbij aandacht wordt besteed aan het al dan niet aanwezig zijn van vleermuizen. Er wordt dan ook geen nader onderzoek uitgevoerd in het kader van dit bestemmingsplan. Uit de ecologische inventarisatie komt ten aanzien van de gebiedsbescherming naar voren dat er geen noodzaak bestaat een voortoets in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of een analyse van natuurwaarden in het kader van het provinciaal ruimtelijk natuurbeleid uit te voeren. Voor het plan is geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. Het plan is daarnaast wat betreft het aspect natuur niet in strijd met de Omgevingsverordening Overijssel.
3
‘Ecologische inventarisatie Woningbouw voormalige Triangelschool te Rouveen’, 27 juni 2014.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
31
4.8
Archeologie Archeologische waarden dienen op grond van de Monumentenwet 1988 te worden meegewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Aangezien de gronden van de voormalige Triangellocatie volledig geroerd zijn en voor het overige deel van het plangebied door de provinciaal archeoloog is aangegeven dat er geen waarden zijn te verwachten 4, is archeologisch veldonderzoek niet noodzakelijk.
4
Dit advies van de provinciaal archeoloog maakt deel uit van het bestemmingsplan Multifunctionele Combischool Rouveen en zorgwoningen aan de Korte Kerkweg te Rouveen (vastgesteld 21 april 2010).
32
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
5
E c o n o m i s c h e
u i t v o e r b a a r h e i d
De kosten verbonden aan de realisatie van dit bestemmingsplan komen geheel voor rekening van de initiatiefnemer. De gemeente zal met de initiatiefnemer een anterieure overeenkomst sluiten, zoals bedoeld in artikel 6.41 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), en daarin ook het planschadeverhaal betrekken. Bij de verkoop en overdracht van de gronden worden nadere afspraken gemaakt.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
33
6
M a a t s c h a p p e l i j k e
u i t v o e r b a a r h e i d
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 6 augustus voor de duur van zes weken ter inzage gelegen. Daarnaast is het plan, in het kader van artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening (Br), ter beoordeling aan betrokken instanties voorgelegd. De gemeente heeft een inspraakreactie en drie overlegreacties ontvangen. In de bijgevoegde Reactienota vooroverleg en inspraak voorontwerp Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie zijn deze reacties samengevat en van commentaar voorzien. Het plan is op één punt aangepast. De woningbouwaantallen op basis van het gemeentelijk woningbouwprogramma zijn nader onderbouwd op verzoek van de provincie Overijssel.
243.50.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Rouveen, partiële herziening Triangellocatie 10 maart 2015
35