Be s te m mi ng s p l an B ui te ng e b ie d - P a r tië le He r zie ni ng T r e kwe g 3 , A ug s b uu r t
VASTGESTELD
Be s te m mi ng s p l an B ui te ng e b ie d - P a r tië le He r zie ni ng T r e kwe g 3 , A ug s b uu r t
VASTGESTELD
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels en bijlage Plankaart Separaat bijgevoegd: Verkennend en aanvullend bodemonderzoek
8 oktober 2009 Projectnummer 120.00.01.40.00
T o e l i c h t i n g
120.00.01.40.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
5
2
Planbeschrijving
7
2.1
Omgeving
7
2.2
Het plangebied
8
3
4
Beleid 3.1
Inleiding
9
3.2
Provinciaal beleid
9
3.2.1
Beleid
9
3.2.2
Initiatief
11
Milieuaspecten
15
4.1
Wegverkeerslawaai
15
4.2
Bodem
16
4.3
Archeologie
16
4.4
Water
18
4.5
Externe veiligheid
20
4.6
Ecologie
4.7 5
9
21
4.6.1
Algemeen
4.6.2
Soortenbescherming
21
4.6.3
Gebiedsbescherming
23
4.6.4
Conclusie
23
Overige aspecten
21
23
Juridische vormgeving
25
5.1
Algemeen
25
5.2
Bestemmingsregels
27
6
Economische uitvoerbaarheid
29
7
Inspraak en overleg
31
7.1
Inspraak
31
7.2
Overleg
31
Bijlagen
120.00.01.40.00.toe
1
I n l e i d i n g
Op het perceel Trekweg 3 in het buurtschap Augsbuurt (ten zuidwesten van
AANLEIDING
Kollum) bevindt zich een voormalig agrarisch bedrijf. De eigenaar van het perceel wil de bestaande bebouwing slopen en hier een landhuis met koetshuis bouwen. Zowel het landhuis als het koetshuis zal dienst doen als woning. De eigenaar heeft een detacheringbureau. Indien hij kan voldoen aan de voorwaarden die daarvoor gelden, kan dit worden aangemerkt als aan huis verbonden beroep.
Figuur 1.
Luchtfoto van perceel Trekweg 3 (Bron: Google Earth)
Het perceel aan de Trekweg 3 (hierna te noemen 'plangebied') heeft in het
BESTEMMINGSPLAN
vigerende bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld door de gemeenteraad op 12 december 1985 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 8 april 1987) de bestemming 'Agrarisch gebied van landschappelijke waarde, Elzensingelgebied, kategorie A (agrarisch bedrijf)’. Deze gronden zijn bestemd voor de bewerking en/of beweiding van cultuurgrond alsmede voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf. Gebouwen en andere bouwwerken dienen binnen een op de kaart aangegeven bebouwingsvlak te worden opgericht. Het bouwen van een woning anders dan ten behoeve van een agrarisch bedrijf is in strijd met bovenstaande. De gewenste ontwikkeling past niet binnen de op deze bestemming van toepas-
DOEL
sing zijnde voorschriften. De activiteiten die op het perceel gaan plaatsvinden kunnen niet worden aangemerkt als agrarisch bedrijf. Om de ontwikkeling bij
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
5
recht realiseerbaar te maken, dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld. Het voorliggende plan voorziet hierin. LEESWIJZER
In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de planbeschrijving. In hoofdstuk 3 komt het relevante provinciaal beleid aan bod en wordt aangegeven waarom het initiatief passend is in dit provinciaal beleid. Hoofdstuk 4 is gewijd aan milieuhygiënische aspecten. In hoofdstuk 5 komt de juridische vormgeving aan bod en in de laatste twee hoofdstukken komen de economische uitvoerbaarheid ex artikel 3.1.6 Bro en het overleg ex artikel 3.1.1 Bro aan bod.
6
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
2
P l a n b e s c h r i j v i n g
2.1
Omgeving Het plangebied ligt aan de zuidwestzijde van de Trekweg. Ter plaatse is sprake van een kleine cluster van bebouwing, zowel agrarische bebouwing als woonbebouwing. Dit buurtschap is plaatselijk beter bekend als Augsbuurt-Lytsewâld. Ten noorden en oosten van het plangebied bevinden zich twee agrarische bedrijven. De Trekweg volgend naar het zuiden komt men nog enkele woningen en een klein kerkje tegen; de kern van Augsbuurt-Lytsewâld. De Trekweg ontleent zijn naam aan de Trekvaart, die aan de noordoostzijde van de weg loopt. Het perceel Trekweg 3 bevindt zich op zo'n 700 meter afstand ten zuiden van de kern Kollum. Ten noorden van het plangebied, op ongeveer 250 meter afstand, ligt een overslagstation voor huisafval van de gemeente Kollumerland c.a.
Figuur 2.
De ligging van het plangebied (Bron: ANWB Topografische Atlas Friesland, 2004)
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
7
2.2
Het plangebied In het plangebied bevindt zich momenteel een boerderij. De boerderij ligt op ongeveer 11 meter afstand van (de as van) de Trekweg. De eigenaar wil deze boerderij met opstallen afbreken en een nieuwe vrijstaand landhuis met koetshuis realiseren, waarbij de afstand van de woning tot (de as van) de weg zal toenemen tot 37 meter. Bij het landhuis wordt een koetshuis gebouwd, dat eveneens dienst zal doen als woning. De nieuwe woningen zullen net als de bestaande bebouwing worden ontsloten via de Trekweg.
8
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
3
B e l e i d
3.1
Inleiding In navolgende paragraaf wordt ingegaan op het relevante provinciaal beleid. Tevens wordt aangegeven waarom het initiatief passend is binnen dit beleid.
3.2
Provinciaal beleid 3 . 2 . 1
Beleid
In december 2006 hebben Provinciale Staten het nieuwe Streekplan Fryslân 2007 “Om de kwaliteit fan de romte” vastgesteld. Een streekplan vormt de schakel tussen het abstracte rijksbeleid en het concrete gemeentelijke beleid. In het streekplan wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de provincie aangegeven. Daarnaast is het streekplan toetsingskader voor gemeentelijk ruimtelijk beleid, zoals bij de provinciale beoordeling van bestemmingsplannen. Het streekplan is dus zowel sturend en ontwikkelingsgericht, als toetsend. Ten aanzien van functies in het landelijk gebied geeft de provincie aan dat dit
FUNCTIES IN HET
gebied primair bedoeld is voor functies die een ruimtelijk-functionele relatie
LANDELIJK GEBIED
hebben met het landelijk gebied. Het gaat dan vooral om de functies landbouw, recreatie, natuur en waterberging en bestaande woon- en werkfuncties en voorzieningen. Voor andere nieuwe functies, waaronder nieuwe woningen, stelt de provincie de randvoorwaarde dat ruimte moet worden gezocht in of aansluitend aan een kern en dat een goede landschappelijke inpassing gewaarborgd is. Van deze beleidslijn kan worden afgeweken wanneer er sprake is van kwaliteitsarrangementen of wanneer het niet mogelijk is de bedoelde functie in of bij een kern te plaatsen. De locatie zal in zulke specifieke situaties steeds zorgvuldig gekozen moet worden door zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande bebouwingsconcentraties en bebouwde objecten in het landelijk gebied. Ten aanzien van kwaliteitsarrangementen hanteert de provincie de volgende
KWALITEITSARRANGEMENTEN
algemene principes: -
Ruimtelijke kwaliteitsverbetering staat voorop. De functies passen gezien hun aard, schaal en uitstraling in de karakteristiek van het landelijk gebied en voegen daaraan nieuwe kwaliteiten toe. Dit kan per landschapstype verschillen.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
9
-
Kwaliteitsarrangementen dragen bij aan de vitaliteit van het platteland.
-
Er is een zichtbare koppeling tussen de sociaal-economische functie en de ruimtelijke kwaliteitsverbetering.
-
Extra woningbouw als onderdeel van kwaliteitsarrangementen past binnen de provinciale beleidskaders. Gemeenten reserveren hiervoor voldoende woningbouwcapaciteit. Bij uitzondering de provincie bij knelpunten de vrij beschikbare woningbouwruimte in als het gaat om zeer bijzondere projecten, met een maximum per gemeente.
-
Kwaliteitsarrangementen hebben in relatie tot het onderliggende wegennet geen onaanvaardbare verkeersaantrekkende werking en veroorzaken geen extra milieubelasting.
-
Kwaliteitsarrangementen leveren geen beperking op voor de ontwikke-
-
Gemeenten stellen hoge eisen aan beeldkwaliteit. Ook is er aandacht
lingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving. voor erfgoed, zowel als te behouden factor als inspiratiebron voor ontwikkeling. HERGEBRUIK VRIJKOMENDE
Hergebruik van vrijkomende (agrarische) bebouwing wordt als kwaliteitsarran-
AGRARISCHE BEBOUWING
gement aangemerkt. De provincie zet in op het in stand houden van beeldbepalende gebouwen in het landschap, het verwijderen van beeldverstorende bebouwing, het behouden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit van bebouwing en omgeving en het behoud van de sociaal-economische vitaliteit van het platteland. De provincie heeft een aantal criteria voor functies, bebouwing en sloop opgesteld. De functie wonen, zoals die in onderhavig plan is beoogd, acht de provincie passend als vervangende functie. Ten aanzien van bebouwing acht de provincie sloop van het voormalige boerderijgebouw met aanpalende bebouwing in combinatie met de herbouw van een woning of woon(zorg)gebouw aanvaardbaar, wanneer de bouwtechnische en functionele staat van de boerderij zodanig slecht is dat zinvol hergebruik daarvan niet langer haalbaar is. Ten aanzien van sloop heeft de provincie het volgende aangegeven: In onze “ruimte voor ruimte”-regeling gaan wij uit van de verhouding van één extra bouwtitel voor een (vrijstaande) woning per sloop van in totaal: • 1.000 m² aan (agrarische) bebouwing of 3.000 m² aan kassen wanneer compenserende woningbouw plaatsvindt in bestaande bebouwingslinten- of clusters in het landelijk gebied; • 1.500 m² aan (agrarische) bebouwing of 5.000 m² aan kassen wanneer compenserende woningbouw bij uitzondering plaatsvindt op bestaande solitaire percelen in het landelijk gebied.
10
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
3 . 2 . 2
Initiatief
Het bouwplan bestaat, zoals in paragraaf 2.2 aangegeven, uit de bouw van een landhuis met een daaraan verbonden koetshuis. De schoonouders van de initiatiefnemer komen in het koetshuis inwonen. De woningen zijn functioneel aan elkaar verbonden en zijn te beschouwen als twee halve vrijstaande woningen, aangezien er geen sprake is van gedeeld eigendom. Er is dus sprake van inwoning (kangaroe) in plaats van twee losse woningen. Ruimte voor ruimte De provincie heeft in haar overlegreactie ex artikel 3.1.1 Wro (zie ook paragraaf 7.2) aangegeven dat er 1.500 m² aan beeldverstorende bebouwing gesloopt zou moeten worden, aangezien ze het beschouwt als een solitair perceel. Naar mening van de gemeente is er echter sprake van een bebouwingslint. Aan de Trekweg in Augsbuurt liggen de bouwkavels langs een vaart op geringe afstand van elkaar en is het perceel Trekweg 3 duidelijk geen solitair perceel. Een bebouwingslint is een lijnvormige verzameling van gebouwen langs een weg en/of vaart in het landelijk gebied met geringe afstanden tussen de bouwkavels, zo is in het streekplan aangegeven. Op het perceel Trekweg 3 is 1.010 m² (agrarische) beeldverstorende bebouwing verwijderd. De bestaande bebouwing was in dusdanig slechte bouwtechnische en functionele staat dat zinvol en verantwoord hergebruik niet haalbaar was. Er is één woning verwijderd, dus er mag bij recht één woning worden teruggebouwd. Mits de gemeente een contingent beschikbaar stelt, wat hier het geval is, is het toegestaan bij sloop één extra woning te bouwen ter compensatie. Deze woonruimte dient te passen binnen de landschappelijke omgeving en het bestaande bebouwingscluster langs de Trekweg. Dit komt er op neer dat er in totaal twee woningen op het perceel Trekweg 3 gebouwd mogen worden. Hierbij kan worden opgemerkt dat in de gemeentelijke Uitgangspuntennota voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied toegestaan wordt dat de bestemming van een agrarisch bedrijf - wanneer de bedrijfsmatige agrarische hoofdfunctie geheel is beëindigd - wordt gewijzigd (via een wijzigingsprocedure) in een woonboerderij indien al op het bedrijf werd gewoond, met een maximum van twee woningen1. Dit komt erop neer dat wanneer de oude boerderij er nog zou staan, er ook een mogelijkheid was twee woningen te realiseren.
1
Eén woning is altijd toegestaan; twee woningen is toegestaan indien dit milieutechnisch
geen bezwaar oplevert en de gemeente het noodzakelijke woningcontingent beschikbaar heeft.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
11
Ruimtelijke kwaliteit Er is duidelijk sprake van een toevoeging van ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing en de omgeving. Niet alleen door het verwijderen van ‘beeldverstorende bebouwing’, maar tevens door de bouw van het landhuis met koetshuis, passend in de omgeving. In het collegebesluit van 3 maart 2009 met betrekking tot het ingediende bouwplan heeft het college aangegeven dat het koetshuis de (ondergeschikte) uitstraling van een bijgebouw dient te behouden.
Figuur 3.
Aanzicht van het landhuis met koetshuis vanaf de Trekweg
Verder zal de nieuwe bebouwing zich op een afstand van minimaal 37 meter van de weg bevinden in verband met geluidcontouren. Dit in tegenstelling tot de oude boerderij, die zich tegen de weg aan bevond. Dit is een kwalitatieve verbetering van de woonlocatie wat betreft hinder en ruimte, maar ook van het aanzicht van de Trekweg. Conclusie Het slopen van de agrarische bebouwing en het bouwen van een landhuis met koetshuis, dat als kangaroewoning zal worden benut, is passend binnen het provinciaal beleid aangaande vrijkomende bebouwing. Bovendien past het initiatief prima binnen het beleid dat de gemeente voorstaat voor het buitengebied en dat op korte termijn in het bestemmingsplan Buitengebied zal worden vastgelegd.
12
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
Figuur 4.
Situering van het landhuis met koetshuis
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
13
4
M i l i e u a s p e c t e n
Om een volledig beeld te geven van de milieuaspecten ten gevolge van het voorliggende plan, is er op verschillende terreinen onderzoek verricht. In dit hoofdstuk zullen de resultaten van diverse onderzoeken worden weergegeven, waaronder geluids-, bodemkundig, hydrologisch en ecologisch onderzoek.
4.1
Wegverkeerslawaai Op 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden. Het
NIEUWE SITUATIES
doel van deze Wet is het terugdringen van hinder als gevolg van geluid en het voorkomen van geluidhinder in de toekomst. In de wet is onder meer bepaald dat de "geluidsbelasting" op gevels van woningen en andere geluidsgevoelige objecten niet hoger dan een in de wet bepaalde norm mag zijn. In veel gevallen, zo ook in dit geval, is deze norm 48 dB. In een besluit met betrekking tot de Wet geluidhinder is bepaald dat de verplichting geldt om voor nieuwe situaties langs wegen een geluidsonderzoek te verrichten. Van een nieuwe situatie wordt gesproken wanneer een weg of geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd. Middels een geluidsonderzoek moet worden aangetoond dat er door de realisering van een nieuwe weg of de bouw van nieuwe woningen (of andere geluidsgevoelige bestemmingen) geen onaanvaardbare geluidhinder optreedt. De wet bepaalt dat elke weg in principe een zone heeft waarbinnen het geluidsniveau moet worden getoetst, behoudens: -
wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur.
Voor het bouwen van woningen of een ander geluidsgevoelig object buiten de zone is een geluidsonderzoek niet verplicht. Daarbinnen geldt die verplichting wel. De twee te bouwen woningen worden op een grotere afstand van de Trekweg gerealiseerd dan de voormalige woning. De Trekweg is in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied aangemerkt onder categorie C. Voor dergelijke wegen geldt een bebouwingsvrije zone van 25 meter (geconcludeerd kan worden dat de bestaande situatie niet aan deze norm voldoet).
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
15
Voor het plan is 30 augustus 2007 een geluidsonderzoek uitgevoerd door de Milieuadviesdienst om vast te stellen waar de 48 dB geluidcontour van de Trekweg gelegen is. Daarbij is uitgegaan van verkeerstellingen van de provincie Fryslân in 2006. Omdat de verdeling naar voertuigcategorieën in deze tellingen niet bepaald is, is hiervoor uitgegaan van de verdeling zoals deze gebleken is uit de tellingen voor de geluidniveaukaart (die nog uitgaat van de norm van 50 dB(A) op basis van de Wet geluidhinder van vóór 1 januari 2007). Uit de berekening is gebleken dat de 48 dB contour gelegen is op 37 meter vanuit de as van de weg, in het jaar 2017. De geluidsberekeningen zijn als bijlage 1 bij deze toelichting opgenomen. Het landhuis is op 37 meter vanuit de as van de weg geplaatst en voldoet derhalve volledig aan het bepaalde in de Wet geluidhinder. Het koetshuis ligt op nog grotere afstand van de Trekweg en ook deze woning voldoet derhalve aan het bepaalde in de Wet geluidhinder.
4.2
Bodem Om inzicht te verkrijgen in de kwaliteit van de bodem (grond en grondwater) is op 26 juni 2008 een verkennend en aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd door Oranjewoud (‘Verkennend en aanvullend bodemonderzoek Trekweg 3 te Augsbuurt’, rapportnummer 16546-184673). Hieruit blijkt dat bij een boring een sterk verhoogde gehalte aan arseen en koper is aangetroffen. Omdat het verontreinigde gedeelte kleiner is dan 25 m³ is sanering niet noodzakelijk. De eigenaar heeft echter de verontreiniging onder milieukundige begeleiding laten verwijderen. Het overige terrein is schoon. Het grondwater is niet verontreinigd. Geconcludeerd kan worden dat wat betreft de grond en het grondwater er geen beperkingen gelden voor het gebruik van de locatie, voor de woonfunctie.
4.3
Archeologie FAMKE
De provincie Fryslân heeft een cultuurhistorische advieskaart uitgebracht: FAMKE, de Friese Archeologische Monumenten Kaart Extra.
STEENTIJD-BRONSTIJD
Voor de periode steentijd-bronstijd geeft deze kaart voor Trekweg 3 weer dat een karterend onderzoek 2 moet worden uitgevoerd indien ingrepen van 2500 m² en groter worden voorbereid. Hierbij dienen minimaal zes boringen per hectare te worden gezet, met een minimum van zes boringen voor gebieden kleiner dan een hectare. Navolgende fragment geeft de FAMKE-kaart voor het perceel weer.
16
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
Figuur 5.
Fragment FAMKE steentijd-bronstijd (Bron: Provincie Fryslân)
Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen geeft deze kaart het volgende weer
IJZERTIJD-MIDDELEEUWEN
voor Trekweg 3 en omgeving: Het advies voor het plangebied luidt Karterend onderzoek 2 en 3. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van respectievelijk meer dan 2500 m² en 5000 m² een historisch en karterend onderzoek te verrichten.
Figuur 6.
Fragment FAMKE ijzertijd-middeleeuwen (Bron: Provincie Fryslân)
De partiële herziening betreft een functiewijziging van een agrarisch bedrijf naar een woonfunctie. De bestaande bebouwing wordt gesloopt en er worden twee nieuwe woningen met bijgebouw gerealiseerd. De oppervlakte van deze nieuwbouw is echter veel kleiner dan deze 2500 m², respectievelijk 5000 m². Een archeologisch onderzoek voor het onderhavige perceel is derhalve achterwege gebleven.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
17
4.4
Water Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst “Waterbeleid 21e eeuw” dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient uiteengezet te worden wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets die sinds 1 november 2003 is verankerd in Besluit ruimtelijke ordening. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Door middel van de watertoets wordt in een vroegtijdig stadium aandacht besteed aan het wateraspect. NATIONAAL BELEID
In het nationale waterbeleid, vastgelegd in onder meer de Vierde Nota Waterhuishouding (1998), de adviezen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw en de Europese Kaderrichtlijn water staat het duurzaam omgaan met water centraal: het waarborgen van voldoende veiligheid en het zo klein mogelijk houden van de kans op wateroverlast. Dit moet mede gezien worden in het kader van de problematiek met betrekking tot ontwikkelingen als klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelstijging. Hiervoor is de trits ‘vasthouden – bergen – afvoeren’ maatgevend. Kort gezegd betekent dit dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt zo nodig het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en pas als vasthouden en bergen te weinig opleveren wordt het water afgevoerd. Uitgangspunten in dit verband zijn: -
geen afwenteling van problemen naar andere compartimenten in ruimte en tijd;
-
zoveel mogelijk gebiedseigen water vasthouden en de inlaat van gebiedsvreemd water zoveel mogelijk beperken;
-
beperking van overlast door (grond)water of tekort aan water.
Naast de waterkwantiteit heeft duurzaam omgaan met water ook betrekking op de waterkwaliteit. Hierbij staat de trits ‘schoonhouden – scheiden – zuiveren’ centraal. Bij schoonhouden, scheiden en zuiveren gaat het erom dat het water zo veel mogelijk schoon wordt gehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod. Uitgangspunten in dit verband zijn:
18
-
vervuiling waar mogelijk bij de bron aanpakken;
-
voorkomen van verspreiding van verontreinigingen;
-
benutten van schoon water.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
Het beleidsdoel duurzaam omgaan met water dient niet alleen in waterbeheerplannen te worden uitgewerkt, maar er dient ook in de ruimtelijke ordening, waaronder de bestemmingsplannen, rekening mee te worden gehouden. Afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordening kan door: -
het bieden van ruimte voor water in verband met veiligheid, wateroverlast en zoetwaterbeheer;
-
water als ordenend principe in de functietoekenning;
-
kansen benutten die water biedt voor de vergroting van de belevingswaarde en functiecombinaties (bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden van voormalige waterlinies);
-
randvoorwaarden aan de inrichting en het beheer op basis van water (bijvoorbeeld kruipruimteloos bouwen, zodat de grondwaterstand hoog kan blijven);
-
effecten op waterkwaliteit meewegen bij besluitvorming in de ruimtelijke ordening.
Per 1 januari 2004 zijn de Friese waterschappen gefuseerd tot één Wetterskip
BELEID WETTERSKIP
Fryslân. Het beleid van het waterschap is neergelegd in het Waterbeheerplan en in de Keur. De zes voormalige Friese waterschappen hebben samen een Integraal Waterbeheerplan (IWBP) opgesteld. Het bestaat uit een algemeen deel en zeven deelplannen voor afzonderlijke gebieden. In het Integraal Waterbeheerplan geven de voormalige waterschappen aan hoe zij de komende jaren hun doelstellingen van het integraal waterbeheer willen bereiken. Daarbij wordt aandacht besteed aan ondermeer veiligheid, afwatering, peilbeheer, oevers, eutrofiëring, emissies, waterbodems en onderhoud. De keur is een verordening die strekt tot bescherming van de werken in beheer bij het waterschap. De keur bevat een stelsel van gebods- en verbodsbepalingen ten aanzien van de waterkeringen, waterkwaliteit en de waterkwantiteit. Het Wetterskip geeft aan dat het toevoegen van verhard oppervlak en het dempen van bestaand water dient te worden gecompenseerd. Het verharde oppervlak dient voor 9% te worden gecompenseerd met water. Wanneer bestaand water wordt gedempt, dient dit voor 100% te worden gecompenseerd. In het plangebied zijn geen bestaande sloten gedempt. Alle gebouwen op het
RELATIE MET HET
perceel zijn gesloopt. Tevens zal er geen nieuwe grootschalige verharding
PLANGEBIED
worden gerealiseerd. Een compensatie in het realiseren van oppervlaktewater wordt dan ook onnodig geacht. Geconcludeerd kan worden dat bij de sloop van de agrarische bebouwing en de daarvoor in de plaats zijnde nieuwbouw geen sprake is van een toename van het verhard oppervlak. Voor de waterhuishoudkundige situatie is geen sprake van een negatief effect.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
19
Ten aanzien van het aspect Riolering en Waterkwaliteit moet worden opgemerkt, dat het perceel niet is aangesloten op de riolering, evenmin als de nabijgelegen woningen. Het dichtstbijzijnde riool is ruim 750 meter verderop en het is onwaarschijnlijk dat dit hier te zijner tijd op aangesloten zal worden. In de bouwverordening van de Gemeente Kollumerland c.a. staat in artikel 2.7.5 dat het bij een nieuwe woning verplicht is te lozen op minimaal een IBA Klasse 2 of gelijkwaardigs met certificaat. Een Watertoets vooruitlopend op het normale overleg ex artikel 3.1.1 Bro, waarin het Wetterskip ook om een reactie wordt gevraagd, is achterwege gebleven. De bestemmingswijziging van agrarisch bouwperceel naar de bestemming wonen geeft namelijk een aanzienlijke reductie van bouwmogelijkheden.
4.5
Externe veiligheid Uit de Risicokaart van provincie Fryslân blijkt dat in de nabijheid van het plangebied geen activiteiten plaats vinden of functies aanwezig zijn die een belemmering kunnen vormen voor de woonfunctie in het plangebied. Dit is weergegeven in navolgende figuur.
Figuur 7.
Detail Risicokaart Augsbuurt en omgeving, het plangebied is rood omcirkeld (Bron: Provincie Fryslân)
20
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
4.6
Ecologie 4 . 6 . 1
Algemeen
Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige natuurwaarden in het plangebied. Tevens is gekeken naar effecten op beschermde gebieden in de omgeving. Het doel hiervan is om na te gaan of een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en/of in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 of de Ecologische Hoofdstructuur, oriënterend of aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Het projectgebied is hiertoe op 11 maart 2009 bezocht door de heer drs. R.G. Meijer (ecoloog, BügelHajema Adviseurs).
Figuur 8.
Situatie van het plangebied in maart 2009
4 . 6 . 2
Soortenbescherming
De website van Het Natuurloket2 (km-hok 206-286, d.d. 10 maart 2009) geeft weinig informatie. De directe omgeving is alleen op broedvogels onderzocht. Er is een beschermde en een soort van de rode lijst aangetroffen. Op basis van eerdere onderzoeken in deze omgeving komen grutto en tureluur hiervoor in aanmerking. Dit zijn geen soorten die normaliter voorkomen in gebieden zoals het kleinschalige en voorheen bebouwde plangebied en erf. Uit eerder door BügelHajema uitgevoerde onderzoeken blijkt dat beschermde planten als brede waterpest, gewone dotterbloem, gewone vogelmelk, kamgras, krabbenscheer, moerasbasterdwederik, wateraardbei, waterdrieblad en zwanenbloem in de buurt van het plangebied voorkomen. Ondanks de vergravingen is de tabel 1-soort gewone dotterbloem in het plangebied aangetroffen.
2
Het Natuurloket is een onafhankelijke informatiemakelaar die gegevens over beschermde soorten toegankelijk maakt. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databanken van talloze organisaties, verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Het Natuurloket bezit zelf geen gegevens. Het Natuurloket is een initiatief van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de organisaties binnen de VOFF (www.natuurloket.nl).
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
21
Van voornoemde soorten kunnen zwanenbloem en gewone vogelmelk in het plangebied voorkomen, krabbenscheer komt zeker niet voor en het voorkomen van de resterende soorten is niet waarschijnlijk, omdat het omringende gebied intensief gebruikt landbouwgebied betreft. Voor de tabel 1-soorten gewone dotterbloem, gewone vogelmelk en zwanenbloem geldt een landelijke vrijstelling. In het uurhok 06-36 waarin het plangebied ligt, zijn 8 strikt beschermde vleermuissoorten en 4 licht beschermde amfibiesoorten (gewone pad, groene kikkercomplex, bruine kikker en kleine watersalamander) waargenomen. Aan de zuidoostelijke kant van Kollum is in 2005 een kraamkolonie van 90 dieren meervleermuis ontdekt. Deze kolonieplaats ligt op 700 meter van het plangebied. Hoewel de vliegrichting van deze kolonie op het Lauwersmeer is gericht, kan niet worden uitgesloten dat het aangrenzende deel van de Stroobosser Trekvaart en het plangebied voor deze soort of andere soorten vleermuizen van betekenis is. De braakliggende grond en de poelvorming in de achtergebleven kuil dragen het risico op vestiging van de genoemde amfibieën en de streng beschermde rugstreeppad. In het plangebied zijn in de huidige situatie waarschijnlijk geen beschermde soorten en zeker geen potentiële verblijfplaatsen in gebouwen aanwezig. Door de beoogde landschappelijke inrichting van het plangebied zullen in de eindsituatie geen negatieve effecten op beschermde soorten optreden. De bouw- en aanlegfase is mogelijk wel kritisch. Ten aanzien van vogels dient er gedurende de werkzaamheden rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Met betrekking tot broedvogels is de norm dat geen verbodsbepalingen worden overtreden als buiten het broedseizoen wordt gewerkt of de werkzaamheden ruim voor het broedseizoen worden begonnen en continu voortduren. Voor de laatstgenoemde optie zou in ieder geval het opgaand groen buiten het broedseizoen moeten worden verwijderd. Dat kan in 2009 niet meer en is waarschijnlijk ook een ongewenste vernietiging van de aanwezige landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Wanneer de werkzaamheden voor het broedseizoen worden gestart en continu voortduren, kunnen broedvogels een rustigere broedplaats (op enige afstand) zoeken, zodat ze niet door de werkzaamheden worden gestoord. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Voor de meeste vogels geldt dat het broedseizoen van ongeveer 15 maart tot 15 juli loopt. De eerste maanden van deze periode zijn ook van belang voor de voortplanting van amfibieën. Indien er binnen 15 km van Augsbuurt rugstreeppad aanwezig is, verdient het aanbeveling de kale grond af te dekken of het plangebied met gedeeltelijk ingegraven rasters of plaatmateriaal te isoleren. Deze maatregelen kunnen de vestiging van rugstreeppad voorkomen.
22
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
4 . 6 . 3
Gebiedsbescherming
Het meest nabijgelegen beschermde gebied uit de Natuurbeschermingswet 1998 is het Natura 2000-gebied Lauwersmeer, op een afstand van 5,4 kilometer. Andere door de Natuurbeschermingswet 1998 beschermde gebieden liggen op 18 tot 19 kilometer afstand, zoals Alde Feanen, Groote Wielen of Leekstermeer. Het meest nabijgelegen gebied dat tot de Ecologische Hoofdstructuur behoort betreft twee gebieden die bestaan uit weiland, sloten, kleinschalig landschap, houtsingels en moeras. Beide gebieden liggen op 3 kilometer afstand en ten opzichte van het plangebied, respectievelijk aan de andere kant van Kollum en Buitenpost. Aangezien het plan in essentie het vervangen van bebouwing betekent, zijn op deze afstanden geen directe, indirecte of externe effecten op de instandhoudingsdoelen van genoemde beschermde natuurgebieden te verwachten. Voor deze activiteit lijkt daarom geen vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De activiteit lijkt op het punt van de Ecologische Hoofdstructuur niet in strijd met het Streekplan Fryslân. Beide conclusies dienen namens het College van Gedeputeerde Staten van Fryslân worden bevestigd. De uitgevoerde inventarisatie geeft geen aanleiding tot verder onderzoek. 4 . 6 . 4
Conclusie
Uit de ecologische inventarisatie is naar voren gekomen dat er geen noodzaak bestaat voor een vooronderzoek in het kader van de Flora- en faunawet en waarschijnlijk geen vergunning nodig is voor de Natuurbeschermingswet 1998 dan wel de Ecologische Hoofdstructuur. Het plan mag op het gebied van ecologie dan ook uitvoerbaar worden geacht.
4.7
Overige aspecten Andere aspecten zoals hinder van bedrijven en voorzieningen, verkeersaspecten en luchtkwaliteit behoeven gelet op de functie en de situering daarvan geen verdere toelichting. De afstand ten opzichte van omliggende (agrarische) bedrijven is voldoende. Aangezien de wijziging van het perceel geen noemenswaardige wijzigingen in de verkeersaantrekking zal bewerkstelligen, zijn er geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit te verwachten.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
23
5
J u r i d i s c h e
v o r m g e v i n g
5.1
Algemeen In aansluiting op de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) op juli 2008 en de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008), gepland op 1 juli 2009, is bij het opstellen van het bestemmingsplan de nieuwe wet- en regelgeving toegepast. Dit houdt onder andere in dat in de Wet ruimtelijke ordening de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling is neergelegd, zodat deze niet meer opgenomen hoeft te worden in de planregels. Tevens is de uitsluiting van de aanvullende werking Bouwverordening onder de nieuwe Wro vervallen. Deze bepaling wordt niet meer opgenomen in de planregels. De SVBP2008 bevat een aantal voorschriften dat moet worden opgevolgd. Voor de planregels betekent dit ondermeer dat niet meer wordt gesproken van voorschriften maar van regels. Tevens zijn er een aantal dwingend voorgeschreven begripsbepalingen, die worden neergelegd in het artikel aangaande begrippen. Ook schrijft de SVBP2008 voor op welke wijze er invulling moet worden gegeven aan de wijze van meten. In het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening is een formulering opgenomen ten aanzien van de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht. Deze teksten zijn neergelegd in de planregels. De nieuwe regelingen hebben als gevolg dat het bestemmingsplan wat betreft de vorm en de inhoud enigszins kan afwijken van de tot nu toe gebruikelijke wijze van opstellen. De bestemmingsplanprocedure is geregeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro)
PROCEDURE
en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In de procedure zijn verschillende fasen te onderscheiden: -
Voorbereidingsprocedure
Voor het opstellen van een voorontwerp-bestemmingsplan verricht de gemeente onderzoek naar de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, naar de bestaande toestand en naar mogelijke en wenselijke ontwikkelingen binnen een gemeente. Het voorontwerp-bestemmingsplan wordt voor overleg gezonden aan de in artikel 3.1.1 van het Bro genoemde instanties. Bovendien wordt het ontwerp ter inzage gelegd voor inspraak op de wijze zoals die in de gemeentelijke inspraakverordening is vastgelegd. De gemeente reageert vervolgens op het overleg ex artikel 3.1.1 Bro en de inspraak door in de toelichting van het
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
25
plan op de gemaakte op- en aanmerkingen in te gaan en aan te geven welk standpunt de gemeente daarover inneemt. -
Vaststellingsprocedure
Na aankondiging in de Staatscourant en in één of meer plaatselijke dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen wordt het ontwerp-bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze periode kan een ieder zienswijzen omtrent het ontwerp naar voren brengen. Na afloop van de termijn van de terinzagelegging stelt de gemeenteraad het bestemmingsplan al dan niet gewijzigd uiterlijk 12 weken na de termijn van terinzagelegging vast. -
Beroepsprocedure
Na de vaststelling van het bestemmingsplan maakt de gemeenteraad het vaststellingsbesluit bekend en legt het vastgestelde bestemmingsplan ter inzage. Indien Gedeputeerde Staten of de VROM inspectie een zienswijze hebben ingediend die door de gemeenteraad niet volledig is overgenomen of indien de gemeenteraad het bestemmingsplan gewijzigd heeft vastgesteld, geschiedt bekendmaking en terinzagelegging uiterlijk 6 weken na vaststelling. Uiterlijk 6 weken na bekendmaking van het vaststellingsbesluit kan er beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien het bestemmingsplan ongewijzigd is vastgesteld en er gehoor is gegeven aan zienswijzen van Gedeputeerde Staten en/of de VROM inspectie wordt het vaststellingsbesluit door de gemeenteraad uiterlijk twee weken na vaststelling bekend gemaakt. Tevens wordt uiterlijk twee weken na vaststelling het bestemmingplan ter inzage gelegd. INHOUD BESTEMMINGSPLAN
Juridische vormgeving
Op grond van artikel 3.1.3 Bro moet een bestemmingsplan worden vervat in: 1.
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
2.
bij of krachtens wet kunnen bestemmingen worden voorgeschreven;
3.
bij of krachtens wet kunnen regels worden voorgeschreven;
4.
voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en ontheffingsbepalingen.
Daarnaast dient een dergelijk plan vergezeld te gaan van een toelichting (artikel 3.1.6 Bro), waarin de aan het plan ten grondslag liggende gedachten, de uitkomsten van het onderzoek, de uitkomsten van het overleg en de rapportering van de inspraak zijn vermeld. ADDITIONELE
In het plan zijn de al dan niet in directe relatie met een bestemming staande
VOORZIENINGEN
voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, verhardingen, bermen, geluidswerende voorzieningen, centrale installaties ten behoeve van de energievoorziening, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing in de vorm van watergangen, duikers, waterkeringen en dergelijke bij de bestemming inbegrepen zonder dat dit uitdrukkelijk is vermeld.
26
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
5.2
Bestemmingsregels Ten behoeve van een aantrekkelijk bebouwingsbeeld is het wenselijk om op de
TUIN
voorerven weinig bebouwing toe te staan. De bouw van erfscheidingen en andere “bouwwerken geen gebouwen zijnde” is mogelijk, evenals vergunningsvrije bouwwerken bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken. Het perceel waarop de beide woningen zijn gesitueerd, is bestemd voor “wo-
WONEN
nen”. De regels omtrent bebouwing en gebruik zijn afgestemd op de bepalingen zoals die voor woningen in het buitengebied gelden en die in deze facetregeling zijn opgenomen. Aan de straatzijde van het perceel is een tuinbestemming opgenomen. Bij de bestemming Wonen is de situering van hoofdgebouwen aangegeven door een bouwvlak. In de regels is de afstand tot de afstand tot de zijdelingse perceelgrens aangegeven. De aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen dienen in het bouwvlak, dan wel in het gebied voorzien van de aanduiding 'erf' te worden gebouwd. De maximale bouwmaten van beide woningen zijn in de planregels aangegeven.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
27
6
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
De kosten die samenhangen met de realisatie van de woningen komen voor rekening van de initiatiefnemer. De gemeente zal hierover met de initiatiefnemer een exploitatieovereenkomst afsluiten. De kosten van grondexploitatie zijn met andere woorden anderszins verzekerd en om die reden kan worden afgezien van het opstellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro. Derhalve kan het plan als economisch haalbaar worden bestempeld.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
29
I n s p r a a k
7
e n
o v e r l e g
7.1
Inspraak Met ingang van 9 april 2009 heeft het voorontwerpbestemmingsplan partiële herziening Trekweg 3 te Augsbuurt gedurende zes weken voor de inspraak ter inzage gelegen. Gedurende voornoemde termijn is geen schriftelijke reactie ontvangen.
7.2
Overleg Op 3 april 2009 is het voorontwerp van de partiële herziening Trekweg 3 te Augsbuurt aan de diverse overleginstanties verzonden. Een schriftelijke reactie is ontvangen van: 1.
Commissie van Overleg van de Provincie Fryslân;
2.
Wetterskip Fryslân;
3.
VROM Inspectie.
VROM Inspectie heeft aangegeven geen opmerkingen te hebben met betrekking tot het toegestuurde plan. De overlegreacties zijn als bijlage 2 bij deze toelichting opgenomen.
Ad 1. Commissie van Overleg van de provincie Fryslân Opmerking CvO merkt op dat in de toelichting geen verwijzing wordt gemaakt naar de het Streekplan opgenomen Ruimte voor Ruimte regeling, tevens ontbreekt de motivering waarom de Gemeente Kollumerland c.a. van deze regeling gebruik wil maken. Tevens merkt CvO op dat ze op basis van de toelichting niet kunnen concluderen of het op deze locatie mogelijk is om een gesloopt agrarisch bedrijf te vervangen door twee woningen, gezien het volgende:
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
31
-
In het Streekplan staat dat compenserende woningbouw bij voorkeur dient plaats te vinden in de bestaande bebouwingslinten en clusters in het landelijk gebied. Daarvan is op de betreffende locatie geen sprake.
-
Compensatie op een solitair bestaand bouwperceel in het landelijk gebied kan bij uitzondering aanvaardbaar zijn. Dit zal nadrukkelijk gemotiveerd moeten worden vanuit een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse, waarbij woningbouw goed aansluit bij het ruimtelijke bebouwingspatroon op het perceel.
-
Bovendien geldt voor de betreffende locatie dat minimaal 1500m² aan beeldverstorende bebouwing gesloopt moet zijn om in aanmerking te komen voor een extra bouwtitel.
-
Op basis van de afbeeldingen en de tekst kan niet geconcludeerd worden dat het op deze locatie gaat om een aanzienlijke verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en dat de norm van 1500 m² niet kan worden gehaald.
Reactie Het bestemmingsplan is naar aanleiding van de opmerking van CvO aangepast. Er is een nieuw hoofdstuk in het plan opgenomen waar wordt ingegaan op het relevante provinciaal beleid (hoofdstuk 3). Uit dit hoofdstuk blijkt dat de bouw van het landhuis met koetshuis op de plek van een voormalig agrarisch bedrijf prima past binnen dit beleid.
Ad 2. Wetterskip Fryslân Opmerking In het plan staat aangegeven dat er water gerealiseerd wordt. Voor alle ingrepen in de waterhuishouding moet tijdig een ontheffing van het keur worden aangevraagd. Reactie In dit plan wordt geen water gerealiseerd. De passage waar staat aangegeven dat er water gerealiseerd wordt, zal worden aangepast. Opmerking Verzoek om in het plan aandacht te besteden aan het aspect riolering en waterkwaliteit. Reactie Ten aanzien van het aspect Riolering en Waterkwaliteit moet worden opgemerkt, dat het perceel niet is aangesloten op de riolering, evenmin als de nabijgelegen woningen. Het dichtstbijzijnde riool is ruim 750 meter verderop en het is onwaarschijnlijk dat dit hier te zijner tijd op aangesloten zal worden.
32
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
In de bouwverordening van de Gemeente Kollumerland c.a. staat in artikel 2.7.5 dat het bij een nieuwe woning verplicht is te lozen op minimaal een IBA Klasse 2 of gelijkwaardigs met certificaat.
120.00.01.40.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009
33
B i j l a g e n
B i j l a g e
1 :
G e l u i d s b e r e k e n i n g e n
B i j l a g e
2 :
O v e r l e g r e a c t i e s
Daya Klees Van:
Daya Klees
Verzonden: woensdag 22 april 2009 13:51 Aan:
'
[email protected]'
Onderwerp: Bestemmingsplan Munnekezijl en Trekweg 3 Augsbuurt - Gemeente Kollumerland
! " #
"$ %&"' ' %( ) *+ ,
"- + ,
, "
# ! ". ". '/0 " $ 1 "" &"'"/ $+!1& " $ "
231 1 "" 2 40/%%56/7(% 84"9 " : % (&(0!!1
4-6-2009
R e g e l s
120.00.01.40.00.rgl
I n h o u d s o p g a v e Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
3
Artikel 2
Wijze van meten
6
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Tuin
Artikel 4
Wonen - 1
9 11
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5
Anti-dubbeltelregel
17
Artikel 6
Algemene ontheffingsregel
18
Artikel 7
Procedureregels
19
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 8
Overgangsrecht
23
Artikel 9
Slotregel
24
Bijlage
120.00.01.40.00.rgl
H o o f d s t u k I n l e i d e n d e
120.00.01.40.00.rgl
1 r e g e l s
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: a.
het plan: het bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Trekweg 3 Augsbuurt van de gemeente Kollumerland c.a.;
b.
het bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0079.PhBgTrekweg3Au09-Oh01 met de bijbehorende regels en bijlage;
c.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de planregels regels worden gesteld ten aanzien van gebruik en/of bebouwen van deze gronden;
d.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
e.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
f.
beroep/bedrijf aan huis: een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
g.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
h.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
i.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, als mede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen van een standplaats;
j.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 1 Begrippen
3
k.
bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
l.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
m.
bouwperceelsgrens: een grens van een bouwperceel;
n.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
o.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
p.
dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
q.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik, of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
r.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
s.
hoofdgebouw: een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmeting, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met uitzondering van ondergeschikte bebouwing;
t.
kampeermiddel: een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of ten dele
4
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 1 Begrippen
blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; u.
onderbouw: een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 m boven peil is gelegen;
v.
ondergeschikte bebouwing: -
ondergeschikte gebouwen of delen van gebouwen;
-
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overkapping en niet of slechts gedeeltelijk met wanden is omsloten;
w.
ondergeschikte gebouwen of delen van gebouwen: -
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte dan wel als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
-
een op zichzelfstaand gebouw, dat gelet op de bestemming en door zijn ligging en/of architectonische verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
x.
peil: 1.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst, de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2.
voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
y.
prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
z.
seksinrichting: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
aa.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 1 Begrippen
5
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat minimaal 70% van de totale gootlengte de in de bouwregels aangegeven maximale goothoogte dient te hebben;
c.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk: Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e.
de oppervlakte van een gebouw: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f.
afstanden: afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot erfafscheidingen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen van bouwwerken worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 m bedraagt.
6
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 2 Wijze van meten
H o o f d s t u k
2
B e s t e m m i n g s r e g e l s
120.00.01.40.00.rgl
Artikel 3 Tuin
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
tuinen;
b.
wegen en paden;
c.
groenvoorzieningen;
d.
parkeervoorzieningen;
e.
water.
3.2
Bouwregels
a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd met uitzondering van: -
erkers tot een breedte van 50% van de breedte van de gevel van
-
bestaande ondergeschikte bebouwing.
het hoofdgebouw en met een maximale diepte van 1,5 meter;
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1.
de bouwhoogte voor vlaggenmasten bedraagt niet meer dan 8 meter;
2.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5,5 m.
3.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 3 Tuin
9
3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 7.10 Wet ruimtelijke ordening en met de gronden en gebouwen als bedoeld in lid 3.1 wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
10
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 3 Tuin
Artikel 4 Wonen - 1
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen -1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen, al dan niet in combinatie met een beroep / bedrijf aan huis zoals genoemd in bijlage: Lijst van toegestane beroepen en bedrijven aan huis;
b.
groenvoorzieningen;
c.
openbare nutsvoorzieningen;
d.
in- en uitritten en voetpaden;
e.
water.
De uitoefening van een beroep / bedrijf aan huis is uitsluitend toegestaan voorzover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk wordt gedaan aan het woonmilieu. Dit betekent dat: -
de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin primair moet blijven;
-
uitsluitend zeer beperkte reclame-uitingen zijn toegestaan;
-
parkeren op eigen erf moet plaatsvinden;
-
geen sprake mag zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking;
-
geen buitenopslag van goederen plaats mag vinden;
-
de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep / bedrijf aan huis, voorzover de oppervlakte hiervan ten hoogste 50% van de oppervlakte van het hoofdgebouw, vermeerderd met het oppervlak van aan het hoofdgebouw gebouwde ondergeschikte gebouwen bedraagt, met een maximum van 45 m².
4.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten behoeve van wonen gelden de volgende regels: 1.
de hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat het hoofdgebouw in de voorste bouwgrens dient te worden gebouwd en de maximale bouwdiepte 15 meter bedraagt;
2.
het aantal woningen binnen het bouwvlak bedraagt ten hoogste 1;
3.
de goothoogte respectievelijk bouwhoogte bedraagt ten hoogste 4 m respectievelijk 9 m;
4.
de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt ten minste 3 m.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 4 Wonen - 1
11
b.
Voor het bouwen van ondergeschikte bebouwing ten behoeve van wonen gelden de volgende regels: 1.
ondergeschikte bebouwing wordt gebouwd binnen een bouwvlak
2.
ondergeschikte bebouwing wordt ten minste 3 m achter (de lijn
dan wel op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'erf'; welke kan worden getrokken in het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw gebouwd; 3.
de goothoogte van ondergeschikte bebouwing bedraagt ten hoogste 3 m, dan wel ten hoogste 25 cm boven de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw, voor zover aan dit hoofdgebouw wordt gebouwd;
4.
de bouwhoogte van ondergeschikte bebouwing bedraagt ten hoog-
5.
de gezamenlijke oppervlakte van ondergeschikte bebouwing be-
ste 6 m; draagt: -
ten hoogste 100 m² per bouwperceel, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd, of:
-
ten hoogste 10% van de oppervlakte van het bouwperceel, met een maximum van 150 m² per bouwperceel, met dien verstande dat niet meer dan 50% van het bouwperceel wordt bebouwd.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1.
de bouwhoogte voor vlaggenmasten bedraagt niet meer dan 8 meter;
2.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 5,5 m.
4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van bouwwerken met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
4.4
Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van: a.
het bepaalde in lid 4.2, sub a onder 1, ten behoeve van het bouwen achter de voorste bouwgrens;
12
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 4 Wonen - 1
b.
het bepaalde in lid 4.2, sub b onder 1, ten behoeve van het bouwen van ondergeschikte bebouwing buiten het bouwvlak en buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'erf',
waarbij geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
4.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen: -
het gebruiken of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kam-
-
het gebruik van vrijstaande ondergeschikte gebouwen voor bewoning;
-
het gebruik van vrijstaande onderschikte gebouwen voor een beroep /
-
niet-permanente bewoning;
-
het stallen van vlieg-, vaar- en voertuigen, anders dan ten behoeve van
peermiddelen;
bedrijf aan huis;
het woongenot; -
detailhandelsactiviteiten bij een beroep / bedrijf aan huis, anders dan direct voortvloeiend uit het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik;
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en gebouwen ten behoeve van seksinrichtingen.
4.6
Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.1 voor de vestiging van beroepen / bedrijven aan huis die niet zijn genoemd in de bijlage: Lijst van toegestane beroepen en bedrijven aan huis, mits deze beroepen / bedrijven aan huis naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat kunnen worden gelijkgesteld met de aan beroepen / bedrijven aan huis die wel zijn genoemd.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 4 Wonen - 1
13
H o o f d s t u k A l g e m e n e
120.00.01.40.00.rgl
3 r e g e l s
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
17
Artikel 6 Algemene ontheffingsregel
6.a
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van: 1.
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, teneinde deze bij de definitieve uitmeting van het plan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie;
2.
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geeft;
3.
het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen of aanduidingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
4.
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes, waarvan
5.
het bepaalde in het plan en toestaan dat openbare nutsgebouw-
de bouwhoogte ten hoogste 25 m mag bedragen; tjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: -
de inhoud per gebouwtje niet meer dan 100 m³ en de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
-
de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 15 m bedraagt.
6.b
De onder 6.a bedoelde ontheffingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
18
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de bezonnings- en privacysituatie.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 6 Algemene ontheffingsregel
Artikel 7 Procedureregels
Procedureregels ontheffingsregels en nadere eisen 7.1
Een ontwerp-besluit tot ontheffing en nadere eisen waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijbehorende stukken, gedurende 2 weken ter secretarie ter inzage.
7.2
Het college van Burgemeester en Wethouders maakt de terinzagelegging te voren in één of meer dag-, nieuws- of huis- aan-huisbladen, of op een andere geschikte wijze bekend.
7.3
De bekendmaking houdt mededeling in van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen voor een ieder.
7.4
Gedurende de in lid 7.1 genoemde termijn kan een ieder bij het College van Burgemeester en Wethouders mondeling en schriftelijk zienswijzen indienen tegen het ontwerp-besluit.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 7 Procedureregels
19
H o o f d s t u k O v e r g a n g s -
120.00.01.40.00.rgl
4 e n
s l o t r e g e l s
Artikel 8 Overgangsrecht
8.1
Overgangsrecht bouwwerken
a.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2.
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
b.
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in sub a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
c.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2
Overgangsrecht gebruik
a.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
b.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
c.
Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d.
Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 8 Overgangsrecht
23
Artikel 9 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Trekweg 3, Augsbuurt”. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 oktober 2009.
de raadsgriffier,
24
120.00.01.40.00.rgl - Bestemmingsplan Buitengebied - Partiële Herziening Trekweg 3, Augsbuurt - 8 oktober 2009 Artikel 9 Slotregel
B i j l a g e
Lij st van toegestan e beroepen en bedrij ven aan hui s
Uitoefening van (para-)medische beroepen, waaronder: -
Individuele praktijk voor huisarts, psychiater, psycholoog, fysiotherapie of bewegingsleer, voedingsleer, mondhygiëne, tandheelkunde, logopedie, enzovoort;
-
Individuele praktijk dierenarts.
Kledingmakerij: -
(Maat)kledingmakerij en kledingverstelbedrijf;
-
Woningstoffeerderij.
Kantoorfunctie ten behoeve van bedrijvigheid die elders wordt uigeoefend, zoals: -
Schoonmaakbedrijf, schoorsteenveegbedrijf, glazenwasserij, maar ook ten behoeve van bijvoorbeeld een groothandelsbedrijf.
Reparatiebedrijfjes, waaronder: -
Schoen-/lederwarenreparatiebedrijf;
-
Uurwerkreparatiebedrijf;
-
Goud- en zilverwerkreparatiebedrijf;
-
Reparatie van kleine (elektrische) gebruiksgoederen;
-
Reparatie van muziekinstrumenten.
In ieder geval zijn autoreparatiebedrijven uitgezonderd. Advies- en ontwerpbureaus, waaronder individuele praktijk voor: -
Reclame ontwerp;
-
Grafisch ontwerp;
-
Architect.
(Zakelijke) dienstverlening, waaronder individuele praktijk voor: -
Notaris;
-
Advocaat;
-
Accountant;
-
Assurantie-/verzekeringsbemiddeling;
-
Exploitatie en handel in onroerende zaken.
Overige dienstverlening: -
Kappersbedrijf;
-
Schoonheidssalon;
-
Pedicure.
Onderwijs: -
Autorijschool.
Onderwijs niet in te delen naar specificatie, mits zonder werkplaats of laboratorium.
Colofon Opdrachtgever Gemeente Kollumerland c.a. Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs Projectleiding BügelHajema Adviseurs Projectnummer 120.00.01.40.00
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort