Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Enschedesestraat 58a V A S T G E S T E L D

Be s te m mi ng s p l an B ui te ng e b ie d , pa r tië le he rzi e ni ng E ns c he de s e st r aa t 5 8 a

V AS T G ES T EL D

Be s te m mi ng s p l an B ui te ng e b ie d , pa r tië le he rzi e ni ng E ns c he de s e st r aa t 5 8 a

V AS T G ES T EL D

Inhoud

Toelichting Regels Verbeelding

11 mei 2010 Projectnummer 136.13.50.00.00

O v e r z i c h t s k a a r t

Gemeente Losser, bron: Topografische Dienst

T o e l i c h t i n g

136.13.50.00.00.toe

I n h o u d s o p g a v e

1

Inleiding

2

Beleid

3

4

9 11

2.1

Provinciaal beleid

11

2.2

Gemeentelijk beleid

11

Planbeschrijving

13

3.1

Inleiding

13

3.2

Bestaande situatie

14

3.3

Nieuwe situatie

16

Milieutechnische en ruimtelijke aandachtspunten

17

4.1

Bodem

17

4.2

Archeologie

17

4.3

Water

17

4.4

Natuurwaarden

18

4.5

Luchtkwaliteit

18

4.6

Geluidhinder van wegverkeer

19

4.7

Milieuzonering

19

4.8

Externe veiligheid

20

4.9

Kabels en leidingen

21

5

Juridische vormgeving

23

6

Economische uitvoerbaarheid

25

7

Inspraak en overleg

27

7.1

Inspraak

27

7.2

Overleg

27

136.13.50.00.00.toe

1

I n l e i d i n g

In 2003 heeft Kindercentrum Columbus Junior het gebouw aan de Enschede-

AANLEIDING

sestraat 58a in Losser in gebruik genomen. Dit werd mogelijk gemaakt voor een periode van vijf jaar op basis van een tijdelijke ontheffing (artikel 17 van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening). Omdat de termijn van de ontheffing is verstreken, is het voorliggende bestemmingsplan opgesteld. Het gaat om het legaliseren van de bestaande situatie. De gemeente is bereid om onder voorwaarden aan het plan mee te werken. Het plangebied ligt aan Enschedesestraat, ongeveer 300 m ten westen van de

PLANGEBIED

bebouwde kom van Losser. Langs deze weg komt verspreid liggende lintbebouwing voor. De locatie maakt deel uit van een van deze stukken lintbebouwing. Aan de zuidzijde grenst de locatie aan de Enschedesestraat. Aan de oosten westkant liggen woningen en in het noorden ligt agrarisch gebied. Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente

VIGEREND BESTEMMINGS-

Losser, partiële herziening 1991, vastgesteld door de raad in 1992 en goedge-

PLAN

keurd door Gedeputeerde Staten in 1993. Op grond van dit vigerende plan heeft het plangebied de bestemming Bedrijfsdoeleinden met de aanduiding 'opslag en groothandel toegestaan'. Het volgende hoofdstuk gaat in op het relevante provinciale beleid en het

OPBOUW VAN DE TOE-

gemeentelijke beleid. In hoofdstuk 3 staat de bestaande situatie beschreven.

LICHTING

In hoofdstuk 4, de planbeschrijving, wordt ingegaan op de toekomstige inrichting van het plangebied. Vervolgens komen in hoofdstuk 5 de externe effecten aan bod, zoals de gevolgen voor milieu, flora en fauna, archeologie en water. In het daaropvolgende hoofdstuk komt de juridische vormgeving aan de orde. De hoofdstukken 7 en 8 gaan in op de economische uitvoerbaarheid van het plan en de resultaten van de inspraak en het overleg.

136.13.50.00.00.toe - Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Enschedesestraat 58a - 11 mei 2010

9

2

B e l e i d

2.1

Provinciaal beleid Het provinciale beleid voor de leefomgeving is vastgelegd in de Omgevingsvisie 2009 van de provincie Overijssel. De Omgevingsvisie 2009 is in juli 2009 vastgesteld. Bij de ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de

RANDVOORWAARDEN BIJ

omgeving, zoals natuur, landschap, water en milieu. De nadruk ligt op duur-

RUIMTELIJKE ONTWIKKE-

zaam ruimtegebruik. Het plangebied ligt in het buitengebied, even ten westen van de bebouwde

LINGEN

OMGEVINGSVISIE 2009

kom van Losser. In de Omgevingsvisie 2009 wordt de zone waarin het plangebied ligt, aangeduid als ontwikkelingsperspectief 3: 'Buitengebied accent veelzijdige gebruiksruimte'. In dit ontwikkelingsperspectief is sprake van verweving van functies. Aan de ene kant zijn melkveehouderij en akkerbouw belangrijke vormen van landgebruik. Aan de andere kant biedt het gebied ruimte voor het gebruik voor landschap, natuur, milieubescherming, cultuurhistorie, recreatie, wonen en andere bedrijvigheid. Ook hier staat de kwaliteitsambitie 'Voortbouwen aan de kenmerkende structuren van de agrarische cultuurlandschappen' voorop. Het buitengebied wordt ook als bron van welvaart genoemd. In de afgelopen decennia hebben tal van niet-agrarische bedrijven een plaats gevonden in het buitengebied, grotendeels in voormalige agrarische gebouwen. Op dit moment is circa 40 procent van de bedrijven in het buitengebied niet-agrarisch. De conclusie is dat het voortzetten van het huidige gebruik van de locatie als

CONCLUSIE

kinderopvang past binnen het provinciale beleid.

2.2

Gemeentelijk beleid In de gemeentelijke welstandsnota worden de bestaande kenmerken en kwali-

WELSTANDSNOTA

teiten van Losser als uitgangspunt en toetssteen bij nieuwe ontwikkelingen gehanteerd. Het beleid richt zich op het handhaven en (wanneer er bij een stedenbouwkundige situatie of bestemmingsplan aanleiding voor is) het versterken van de ruimtelijke kwaliteit, wat betreft zowel de structuur als de bebouwingskenmerken. Tevens richt het beleid zich op het voorkomen en terugdringen van storende elementen in het straatbeeld.


11

In de welstandsnota wordt het plangebied tot deelgebied 3 gerekend: Heideen broekontginningslandschap. Deze invalswegen zijn een markant onderdeel van de kern. De individuele woningen zijn op de wegen georiënteerd, dateren uit verschillende perioden en hebben een uiteenlopende vormgeving. Bij nieuwbouw dient te worden gestreefd naar kleinschaligheid en een gevarieerd straatbeeld. Bij bijzondere plekken zoals bij rotondes is een grootschaliger en eenduidiger beeld mogelijk.

12


3

P l a n b e s c h r i j v i n g

3.1

Inleiding Kindercentrum Columbus Junior is een opvangvoorziening met meerdere locaties in Oldenzaal, Losser en Overdinkel. Hier worden overdag kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar. Sinds oktober 2003 heeft het bedrijf een vestiging in een gebouw aan Enschedesestraat 58a in Losser. Ter plaatse van het plangebied geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur. De locatie ligt ongeveer 300 m ten westen van de bebouwde kom. Er rust een bestemming Bedrijfsdoeleinden op het gebouw. Columbus Junior huurt het gebouw van de familie B. Mulder, die naast de locatie woont op nummer 60. Omdat ervan is uitgegaan dat het verblijf op de locatie definitief zou worden, zijn er ook de nodige investeringen gedaan. In 2003 heeft Kindercentrum Columbus Junior het gebouw aan de Enschedesestraat 58a in Losser in gebruik genomen. Dit werd mogelijk gemaakt voor een periode van vijf jaar op basis van een tijdelijke ontheffing volgens artikel 17 van de toenmalige Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). De gemeente heeft hieraan medewerking verleend, omdat in 2003 sprake was van een gebrek aan locaties voor kinderopvang en mede omdat de verwachting was dat binnen deze periode van vijf jaar een definitieve oplossing voor het kindercentrum zou worden gevonden, bijvoorbeeld in de vorm van vrijkomende schoollokalen. Dit is niet het geval gebleken. In 2008 bleek dat de vrijstellingsperiode van vijf jaar zou worden overschreden. Het kindercentrum heeft toen een verzoek voor vrijstelling van het bestemmingsplan volgens artikel 19 WRO ingediend. Wegens zienswijzen van een aantal bewoners uit de buurt was de gemeente in eerste instantie niet van plan hieraan medewerking te verlenen. Na een bezwarenprocedure heeft het gemeentebestuur alsnog besloten een legalisatieprocedure te starten. Inmiddels was op 1 juli 2008 de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) van kracht geworden. Deze wet kent geen vrijstellingsprocedure volgens artikel 19 uit de vorige wet. Om deze reden is besloten voorliggend bestemmingsplan op stellen.


13

3.2

Bestaande situatie De locatie ligt op een perceel met een bedrijfsbestemming. Groothandel en opslag zijn hier toegestaan. Tot 1985 werd het gebouw gebruikt als café. Daarna heeft de familie B. Mulder het gebouw gekocht. Tot 2003 was er onder meer een kantoor met opslag van een groothandel in brandblussystemen op de locatie gevestigd. De vrijstellingstermijn van vijf jaar is verlopen. Dat betekent dat het gebruik van het gebouw als kindercentrum sinds 2008 formeel gezien niet legaal meer is.

Ligging van de locatie aan de Enschedesestraat 58a in Losser (bron: Google Earth)

Het plangebied ligt aan Enschedesestraat, de N732, ongeveer 300 m ten westen van de bebouwde kom van Losser. Langs deze weg komen verschillende stukken lintbebouwing voor. De locatie maakt deel uit van zo'n stuk lintbebouwing. Aan de zuidzijde grenst de locatie aan de Enschedesestraat. Aan de oosten westkant liggen woningen en in het noorden ligt agrarisch gebied. Het gebouw waarin het kindercentrum is gevestigd, is opgebouwd uit baksteen met deels houten en deels aluminium kozijnen. Het bestaat uit één bouwlaag met een plat dak. De lengte bedraagt circa 40 m, de breedte is circa 8 m. De oostgevel, aan de zijde van nummer 58, staat op een afstand van 0,5 m uit de perceelgrens en is nagenoeg geheel gesloten. In deze gevel bevindt zich een

14


geïsoleerde deur, die mag worden gehandhaafd. Dit is vastgelegd in de koopovereenkomst uit 1985. Verder heeft de eigenaar van het gebouw het recht om kabels en leidingen aan te leggen en te onderhouden tot een afstand van 100 cm uit deze gevel. Aan de westkant van het gebouw is de buitenruimte ingericht als speelplaats. Het buitenspelen vindt niet plaats aan de voor- en achterzijde van het gebouw. In het gebouw kunnen maximaal 50 kinderen worden opgevangen in de leeftijd van 0 tot 13 jaar, in de vorm van een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Het kindercentrum is open op werkdagen van 7.00 uur tot 19.00 uur. Tussen het gebouw en de naastgelegen woning ligt een verharde inrit. Deze dient ter ontsluiting van zowel het kindercentrum en de schuur die erachter ligt als de woning op nummer 60. Zowel 's ochtends als 's avonds zijn er maximaal 40 voertuigbewegingen door auto's voor het halen en brengen van kinderen. Parkeren vindt plaats op eigen terrein. Op eigen terrein zijn zeven à acht

PARKEREN

plaatsen beschikbaar. Als dit niet toereikend is, kan gebruik worden gemaakt van de parkeerplaatsen langs de Enschedesestraat. Het aantal parkeerplaatsen aan de Enschedesestraat ter plaatse bedraagt drie stuks aan de zijde van het kindercentrum en ruim tien stuks aan de overzijde van de weg.

Opnamen van het gebouw en de speelplaats


15

3.3

Nieuwe situatie In fysiek opzicht en qua gebruik zijn er in vergelijking met de bestaande situatie geen wijzigingen. De locatie en het gebouw behouden hun huidige vorm en indeling en functie als kindercentrum. De wijziging betreft uitsluitend de planologische regeling.

De locatie, gezien vanaf de Enschedesestraat

In het verleden zijn er bezwaren gemaakt tegen de vestiging van het kindercentrum op de huidige plek. Bij het verlenen van de tijdelijke vrijstelling in 2003 zijn er afspraken gemaakt dat het buitenspelen niet voor en achter het gebouw van de kinderopvang zou plaatsvinden. BORGEN VAN DE

Inmiddels is de periode van vrijstelling verlopen en is er sprake van een situa-

GEMAAKTE AFSPRAKEN

tie waarin de gemeente handhavend zou kunnen optreden, omdat het gebruik van de gronden als kindercentrum strijdig is met het vigerende bestemmingsplan. De afspraken die zijn gemaakt voor het verlenen van de tijdelijke vrijstelling worden in het voorliggende bestemmingsplan geborgd. Op de verbeelding is ten westen van het gebouw een vlak aangegeven waar buitenspelen is toegestaan.

16


4

M i l i e u t e c h n i s c h e e n

r u i m t e l i j k e

a a n d a c h t s p u n t e n

4.1

Bodem Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Onderzoek is niet nodig.

4.2

Archeologie Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Onderzoek is niet nodig.

4.3

Water Op grond van artikel 3.1.6 uit het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf worden opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishoudkundige situatie. Deze paragraaf is de weerslag van het overleg tussen de gemeente, de initiatiefnemer en het waterschap. Het bestemmingsplangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap

WATERSCHAP REGGE EN

Regge en Dinkel. Het beleid van dit waterschap is neergelegd in het Waterbe-

DINKEL

heerplan 2002-2005: 'Water beheren, ruimte creëren'. De vuilwaterafvoer en de hemelwaterafvoer van het pand zijn aangesloten op

RIOLERING EN HEMELWA-

de riolering. Ter plaatse ligt een gemengd stelsel.

TERAFVOER

Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Het bestemmingsplan is voorgelegd aan Waterschap Regge en Dinkel. Het wa-

WATERTOETS

terschap heeft geen bezwaren tegen het plan.


17

4.4

Natuurwaarden Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Onderzoek is niet nodig.

4.5

Luchtkwaliteit INLEIDING

Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing).

NSL/NIBM

Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (nibm) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van nibm, zijn vastgelegd in de AMvB-nibm. In de AMvB-nibm is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m³ NO2 of PM10) als 'niet in betekenende mate' wordt beschouwd.

BESTEMMINGSPLAN

Het bestemmingsplan dient om de huidige situatie, die al bijna zes jaar bestaat, te legaliseren. Dit betekent dat het aantal voertuigbewegingen per etmaal niet verandert. Het plan moet daarom worden beschouwd als een nibmproject. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan daarmee achterwege blijven.

18


4.6

Geluidhinder van wegverkeer Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Akoestisch onderzoek is daarmee niet nodig.

4.7

Milieuzonering Een goede ruimtelijke ordening voorziet in het voorkomen van voorzienbare hinder en gevaar door milieubelastende activiteiten. Het hinderonderzoek richt zich op hinder in de vorm van geur, geluid, stof en gevaar vanwege bedrijven in de omgeving. De mogelijke hinder vanwege omliggende bedrijven wordt inzichtelijk gemaakt door gebruik te maken van de aanbevolen richtafstanden uit de publicatie Bedrijven en Milieuzonering (VNG, 2009). Het plan omvat het legaliseren van een kinderdagverblijf annex kinderopvang op de locatie. Aan weerszijden grenst de locatie aan woningen. Ook aan de overzijde van de Enschedesestraat staat een woning. Aan de achterzijde grenst de locatie aan een schuur met daarachter agrarisch gebied. De locatie ligt in een stuk lintbebouwing aan de Enschedesestraat, de N372, die de hoofdverbinding vormt tussen Losser en Enschede. In 2008 passeerden hier op werkdagen 5.800 motorvoertuigen per etmaal (bron: Verkeersintensiteiten motorvoertuigen, Provincie Overijssel, 2009). De vigerende bestemming van de locatie is Bedrijfsdoeleinden. Groothandel en opslag zijn hier toegestaan. Dit houdt in dat bedrijven van de milieucategorie 2 hier zijn toegestaan. Ter plaatse van de locatie is sprake van een gemengd gebied. Een gemengd gebied wordt omschreven als een gebied met een matige tot sterke functiemenging. In de uitgave van de VNG worden expliciet genoemd 'lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid' en 'gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen'. In gebieden met functiemenging wordt niet gewerkt met richtafstanden. De toelaatbaarheid van milieubelastende functies in deze gebieden wordt beoordeeld aan de hand van drie ruimtelijk relevante milieucategorieën: -

categorie A: toelaatbaar aanpandig aan woningen;

-

categorie B: toelaatbaar indien bouwkundig afgescheiden van woningen;

-

categorie C: toelaatbaar indien gesitueerd langs een hoofdweg.

Volgens de tabel Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging valt Kinderop-

CONCLUSIE

vang in categorie B. Het gebouw voldoet ook aan het criterium 'toelaatbaar indien bouwkundig afgescheiden van woningen'. Omdat de locatie langs een


19

hoofdweg ligt, zijn hier bedrijven tot en met categorie C toegestaan. De meeste vormen van groothandel vallen hieronder. Vestiging van kinderopvang in het bestaande bedrijfsgebouw met bijbehorende buitenspeelplaats levert geen belemmeringen op. Ook voortzetting van bedrijfsactiviteiten die volgens het vigerende plan mogelijk zijn, voldoet aan de richtlijnen van Bedrijven en Milieuzonering.

4.8

Externe veiligheid INRICHTINGEN

In oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. Dit besluit geeft grenswaarden voor nieuwe en bestaande situaties ten aanzien van het plaatsgebonden risico van inrichtingen waarin bepaalde gevaarlijke stoffen worden gebruikt, opgeslagen of geproduceerd. Daarnaast gaat het Besluit externe veiligheid inrichtingen in op het groepsrisico. Hierbij gaat het om de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang slachtoffer wordt van een ongeval in een inrichting. Op 13 februari 2009 is het gewijzigde Besluit externe veiligheid inrichtingen in werking getreden. Deze wijzigingen betreffen een uitbreiding van de lijst met (beperkt) kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen. Ook is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in het Besluit externe veiligheid inrichtingen doorgevoerd. Om te bepalen of in de nabijheid van het plangebied risicovolle inrichtingen liggen die een beperking opleveren voor de nieuwe ontwikkeling, is de risicokaart van de provincie Overijssel geraadpleegd. De navolgende figuur betreft een uitsnede van deze kaart. Zoals de risicokaart laat zien, zijn in de omgeving van het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig. De conclusie luidt dat het onderwerp externe veiligheid rond inrichtingen geen belemmeringen oplevert.

VERVOER VAN GEVAARLIJ-

In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen wegen waarover

KE STOFFEN

een dusdanig groot transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt dat belemmeringen optreden voor de nieuwe ontwikkeling. De N372 wordt niet genoemd in de Risicoatlas Wegverkeer. Spoorlijnen en waterwegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, zijn niet aanwezig in de nabijheid van het plangebied. Het vervoer van gevaarlijke stoffen levert geen belemmeringen voor de nieuwe ontwikkeling.

20


De locatie aangeduid op de risicokaart (paarse cirkel)). De meest nabijgelegen aardgasleiding (rood aangeduid) lig op een afstand van circa 300 m van het plangebied verwijderd. Het lpg-tankstation ligt op een afstand van circa 560 m

De risicokaart geeft ook de ligging van de buisleidingen weer. In de nabije

BUISLEIDINGEN

omgeving van het plangebied zijn geen risicovolle buisleidingen aanwezig waardoor ook dit onderwerp geen belemmeringen oplevert.

4.9

Kabels en leidingen Er zijn geen nuts- en buisleidingen in de vorm van hoofdgastransportleidingen en hoogspanningsleidingen in of nabij het plangebied aanwezig die een belemmering vormen.


21

5

J u r i d i s c h e

v o r m g e v i n g

Het beleid en de planuitgangspunten zoals verwoord in de voorgaande hoofdstukken, hebben in de regels van dit plan hun juridische vertaling gekregen in de vorm van een bestemming. Het juridische systeem en de gelegde bestemmingen worden in dit hoofdstuk beschreven en toegelicht. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de gronden in het plangebied en is juridisch bindend. De wijze waarop deze regeling kan worden vormgegeven, wordt in grote lijnen bepaald door de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het bijbehorende Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Zoals reeds in de inleiding is vermeld, voorziet het voorliggende plan in een gepaste regeling voor het te realiseren kindercentrum. Uitgangspunt is door het stellen van heldere regels en een duidelijke verbeelding, een zo goed mogelijke handhaafbaarheid te realiseren. De toetsingscriteria in de regels vormen een toetsingsgrond voor bouw- en aanlegvergunningen, ontheffingen en nadere eisen. Het plangebied heeft in de regels van voorliggend bestemmingsplan de bestemming Bedrijf gekregen. Deze wijze van bestemmen sluit aan bij de ’Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008’, de verplichte standaard voor het opstellen van bestemmingsplannen. De bestemming is zodanig opgesteld dat zowel de bestaande bedrijfsvoering als de toekomstige functie van kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang is toegestaan.


23

6

E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d

Op de locatie vinden geen ingrepen plaats. Het bestemmingsplan dient om de bestaande situatie te legaliseren. Aan het bestemmingsplan zijn in beginsel geen kosten voor de gemeente verbonden, afgezien van de kosten van het ambtelijk apparaat voor de begeleiding, planologische en juridische beoordeling van het bestemmingsplan, alsmede de gerechtelijke procedures. Daarnaast kunnen planschadevergoedingskosten uit dit plan voortvloeien. Deze

PLANSCHADE

zijn op voorhand niet uit te sluiten. De gemeente zal daarom met de initiatiefnemer in de te sluiten anterieure overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 6.41 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), ook de mogelijke planschade betrekken.


25

I n s p r a a k

7

e n

o v e r l e g

7.1

Inspraak Het ontwerpbestemmingsplan heeft vanaf 5 november 2009 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Hierop zijn twee zienswijzen ingediend. De reactie van de gemeente op deze zienswijzen is verwoord in de 'Responsnota ingediende zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Enschedesestraat 58a te Losser'. Naar aanleiding van de ingediende zienswijzen is het bestemmingsplan op een aantal onderdelen aangepast. De wijziging heeft betrekking op een beperktere begrenzing op de plankaart van de bestemming Bedrijf. Daarnaast zijn de reacties van de provincie en het waterschap in de toelichting verwerkt. In de toelichting is ook de voorgeschiedenis van de vestiging van het kindercentrum aan de Enschedesestraat 58a aangepast.

7.2

Overleg Het voorontwerpbestemmingsplan is toegestuurd aan de relevante overlegpartners. Hiervan hebben de provincie Overijssel en Waterschap gereageerd. De provincie heeft aangegeven dat zij geen bewaar heeft tegen het bestemmingsplan. Het waterschap heeft positief gereageerd, omdat de kinderopvang beperkt blijft tot de bestaande bebouwing en er geen uitbreidingsmogelijkheden in het plan zijn opgenomen.


27

Bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Enschedesestraat 58a V A S T G E S T E L D

Recommend Documents