Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis VOORONTWERP
Datum:
13 oktober 2015
Bes te m mi ngs p l an Mee rs ta d -M id de n , uit we r ki ngs p l an Te rs l uis
VOO R ON TW E R P
Inhoud
Toelichting en bijlagen Regels Verbeelding
13 oktober 2015 Projectnummer 231.12.02.61.00
O v e r z i c h t s k a a r t
Gemeente Slochteren, bron: Topografische Dienst
T o e l i c h t i n g
231.12.02.61.00.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
2
Beleid
3
4
9 13
2.1
Provincie
13
2.2
Gemeente
14
Planbeschrijving
17
3.1
Locatiekeuze
17
3.2
Stedenbouwkundige opzet
20
3.3
Juridisch kader en vormgeving
25
Toets aan wet- en regelgeving
31
4.1
Wet geluidhinder
31
4.2
Wet milieubeheer
33
4.3
Externe veiligheid
34
4.4
Bodem
34
4.4.1
Bodemkwaliteit
34
4.4.2
Grondverzet
35
4.4.3
Bodemtoets
35
4.4.4
Plangebied
36
4.5
Luchtkwaliteit
36
4.6
Ecologie
36
4.7
Archeologie
37
4.8
Water
38
5
Economische uitvoerbaarheid
39
6
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
41
231.12.02.61.00.toe
1
I n l e i d i n g
In het gebied tussen Harkstede, Slochteren en de stad Groningen verrijst 'Meer-
MEERSTAD
stad' (zie navolgende afbeelding). Hiermee wordt door de gemeenten Groningen en Slochteren ingespeeld op de regionale behoefte voor wonen, werken en recreëren. Het hart van de plannen voor Meerstad wordt gevormd door het Woldmeer. Voor de ontwikkeling van Meerstad is het Masterplan Meerstad Groningen opgesteld (september 2005). Dit plan geeft in hoofdlijnen aan wat waar komt. De concrete uitwerking vindt plaats in bestemmingsplannen. Het Masterplan voorziet in de ontwikkeling van een gebied dat overeenkomt met het huidige oppervlak van de stad Groningen. De bestaande (boerderij)bebouwing en de oude linten van de dorpen Engelbert, Middelbert en Harkstede zijn grotendeels ingepast binnen het stedenbouwkundig ontwerp voor het gebied. Volgens het Masterplan zal twee derde van Meerstad uit water en natuur bestaan en een derde uit bebouwing. Vanwege de lange looptijd van 25 jaar of meer wordt de planvorming flexibel benaderd. De ontwikkelstrategie wordt van tijd tot tijd bijgesteld, laatstelijk eind 2011. In de ontwikkelstrategie van december 2011 is het verwachte aantal woningen naar beneden bijgesteld naar circa 6.500. Het Masterplan blijft basisprincipe voor de inrichting van het gebied.
Meerstad: ligging en begrenzing
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
9
BESTEMMINGSPLAN
In 2007 is het eerste bestemmingsplan vastgesteld; het bestemmingsplan Meer-
MEERSTAD-MIDDEN
stad-Midden. Dit plan heeft betrekking op het gebied ten zuiden van het Slochterdiep, globaal genomen tussen de Borgweg en de Hoofdweg, de bebouwde kom van Harkstede en het natuurgebied Rijpma. Ook de NAM-locatie 'Eemskanaal' hoort hierbij, evenals de hoofdontsluitingen voor Meerstad op de A7 en het Euvelgunnetracé. In het bestemmingsplan Meerstad-Midden zijn enkele uit te werken bestemmingen opgenomen. Deze bestemmingen kunnen worden uitgewerkt in uitwerkingsplannen. Voor een gedeelte van de bestemming Woongebied (uit te werken) is onderhavig uitwerkingsplan opgesteld.
Het plangebied als onderdeel van het bestemmingsplan Meerstad-Midden
Onderhavig uitwerkingsplan volgt de juridisch-planologische regeling voor de eerdere fasen van Meeroevers op: -
het bestemmingsplan Meerstad-Midden;
-
het bestemmingsplan Meerstad-Midden, partiële herziening 2011;
-
het bestemmingsplan Meerstad-Midden, partiële herziening 2015;
-
uitwerkingsplan Meeroevers I (op 28 december 2010 in werking getreden);
-
uitwerkingsplan Meeroevers II/a (op 6 december 2011 in werking getreden);
-
een uitwerkingsplan voor een tijdelijke school in Meeroevers (in werking getreden 13 maart 2012);
-
een uitwerkingsplan voor de Hoofdweg 189 (in werking getreden 26 oktober 2012);
-
uitwerkingsplan Meeroevers I, correctie verbeelding waterwoningen (in werking getreden 15 maart 2013);
10
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
-
uitwerkingsplan vaarverbinding Woldmeer-Slochterdiep (in werking getreden 19 april 2013);1
-
uitwerkingsplan
Meeroevers
II/b
vlek
14
(in
werking
getreden
15 maart 2013); -
uitwerkingsplan Meeroevers II/b, vlek 15 en 16 (in werking op 19 december 2013);
-
uitwerkingsplan
Meeroevers
II/b,
vlek
16b
(in
werking
op
20 maart 2014); -
uitwerkingsplan Meeroevers III, vlek 17-19 (in werking op 18 december 2015).
Uit de bovenstaande opsomming van vigerende (uitwerkings)plannen blijkt dat
VAN MEEROEVERS NAAR
de ontwikkeling van Meerstad-Midden tot nu toe vooral betrekking had op
TERSLUIS
‘Meeroevers’. Dit was een logische keuze. Met Meeroevers kon het beoogde imago van Meerstad direct goed worden neergezet; uiteenlopende woonmilieus die (in)direct aan het water zijn gelegen, op korte afstand van de stad Groningen. Daarnaast kon de ambitie om tegelijkertijd met de eerste woningen voorzieningen te ontwikkelen hier gestalte krijgen. Meeroevers is echter vrijwel geheel uitgegeven. Met de huidige verkoopsnelheid is eind 2015 de plancapaciteit van Meeroevers benut. Alle kavels of gebieden die eigendom zijn van Bureau Meerstad zijn dan bebouwd, in verkoop of in aanbouw. De nog resterende onbebouwde delen van Meeroevers zijn eigendom van ontwikkelaars en wachten op hun initiatief. Bureau Meerstad moet voldoende plancapaciteit bieden vanaf 2016/2017, gericht op de actuele marktvraag. Daarom is gezocht naar een nieuwe locatie buiten Meeroevers. Op basis van de huidige marktontwikkelingen moet de eerstvolgende locatie ruimte bieden aan tenminste 300 woningen. Er is gekozen voor ‘Tersluis’. Dit gebied biedt van alle potentiele locaties (zie paragraaf 3.1) de beste kansen als woningbouwlocatie voor de komende jaren. Tersluis leent zich voor een breed palet aan woonsferen en kan de vraag naar wonen aan het water de komende jaren goed bedienen. Infrastructuur ligt er al en de omgeving van de Sluis is gereed, waardoor de kosten voor bouwrijp maken relatief gering zijn. Binnen Tersluis kan in lijn met het Masterplan Meerstad (september 2005), de Groenstructuurvisie Meerstad (december 2005), het bestemmingsplan Meerstad-Midden (december 2007) en de Ontwikkelstrategie 2011 in de komende jaren verder gewerkt worden aan de ‘Meerstad belofte’. Tersluis ligt aan het Woldmeer, langs het Slochterdiep en aan de vaarverbin-
PLANGEBIED
ding met de Sluis. Aan de westzijde grenst het gebied aan de uitloper van het Wijkpark met haven en horecavoorziening (zie ook de overzichtskaart). Het vigerend planologisch regime voor het plangebied is, zoals hierboven is aangegeven, het bestemmingsplan Meerstad-Midden (en de partiële herziening daarvan d.d. 27 oktober 2011). Dit plan is op 20 december 2007 vastgesteld, op 31 1
Deze uitwerking is grotendeels uitgevoerd op een klein gedeelte na. Dit gebiedje is daarom opnieuw meegenomen en uitgewerkt in onderhavig bestemmingsplan (als Wonen en Water).
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
11
juli 2008 (gedeeltelijk) goedgekeurd en op 25 september in werking getreden. Op 23 juni 2010 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak uitspraak gedaan over dit bestemmingsplan. Het plan is daarmee in hoofdzaak onherroepelijk geworden2. LEESWIJZER
In het volgende hoofdstuk is het ruimtelijk beleid op provinciaal en gemeentelijk niveau beschreven. In hoofdstuk 3 is vervolgens ingegaan op de toekomstige inrichting van het plangebied en de wijze waarop dat juridisch is geregeld. Hoofdstuk 4 is gewijd aan milieuhygiënische aspecten. In de laatste twee hoofdstukken komen de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid aan bod.
2
Er is goedkeuring onthouden aan punten die geen betrekking hebben op het uitwerkingsgebied.
12
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
2
B e l e i d
2.1
Provincie Het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 (17 juni 2009) bevat het richtinggevend ruimtelijk beleid voor de provincie Groningen.3 Hoofddoelstelling van dit Omgevingsplan is “duurzame ontwikkeling - voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien.” Dit is uitgewerkt in drie centrale uitgangspunten: -
werken aan een duurzame leefomgeving;
-
eigen karakter handhaven en versterken;
-
sterke steden en een vitaal platteland.
Onderhavig plangebied is op de overzichtskaart van het Omgevingsplan aangeduid als 'Gebiedsontwikkeling Meerstad'. De provincie typeert Meerstad als een complex en grootschalig project van bovenregionale betekenis, waar met de bouw van 10.000 woningen een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan de gewenste concentratie van de woningbouw in de stad Groningen. 4 Daarnaast is aangegeven dat Meerstad de ontwikkeling van natuur en recreatie binnen het deelgebied 'Midden-Groningen' kan bevorderen. In het Omgevingsplan is Meerstad ook aangewezen als zoeklocatie voor noodberging bij wateroverlast. Het watersysteem van Meerstad zal zodanig worden vormgegeven dat het geschikt is als noodwaterberging. Ook wordt bij de inrichting van het gebied en het bouwen van woningen rekening gehouden met hoge waterstanden. Tijdens de planperiode zal echter nog geen daadwerkelijke noodwaterberging plaatsvinden, omdat het watersysteem en de waterkwaliteit zich eerst moeten stabiliseren. Medio 2008 heeft de provincie het bestemmingsplan Meerstad-Midden goedgekeurd (zie inleiding). Op dat moment was het Omgevingsplan nog niet van kracht. Bij het vaststellen van het Omgevingsplan 2009-2013 is rekening gehouden met de ontwikkeling van Meerstad. Er mag daarom van worden uitgegaan dat met dit uitwerkingsplan aan de centrale uitgangspunten van het provinciaal beleid wordt voldaan.
3
4
Het Provinciaal Omgevingsplan wordt op dit moment vernieuwd, maar is nog niet vastgesteld. Inmiddels is de woningbouwopgave gereduceerd tot 6.500 woningen.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
13
In de regio Groningen-Assen vindt op basis van de Regiovisie Groningen-Assen 2030 periodiek afstemming plaats tussen provincies en gemeenten over onder meer de woningbouw in de regio. Deze woningbouwafspraken worden neergelegd in planningslijsten. De woningbouw in Meerstad, en dus de woningbouw ook in deze uitwerking, is opgenomen in de vastgestelde planningslijsten als onderdeel van de nieuwbouwruimte voor de gemeente Groningen.
2.2
Gemeente BESTEMMINGSPLAN
Het gemeentelijk beleidskader voor het plangebied is verwoord in het be-
MEERSTAD-MIDDEN
stemmingsplan Meerstad-Midden (zie inleiding). Op dit punt wordt dan ook volstaan met een verwijzing naar de toelichting van dit plan (hoofdstuk 3 en 4). Het plangebied valt binnen het gebied dat in het bestemmingsplan MeerstadMidden is aangeduid als ‘deelgebied 1’. Voor dit deelgebied zijn enkele bindende marges voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen aangegeven. Zo zijn per functie minimale en/of maximale oppervlaktepercentages aangegeven. Voor het aantal te bouwen woningen, de woningdichtheid en de bebouwingskarakteristieken zijn aantallen, dan wel hoogtes voorgeschreven. Doeleinden
Deelgebied 1
Wonen en woon-werkcombinaties
55-80%
Bedrijfsdoeleinden Horeca en detailhandel
T T
Natuurdoeleinden
T
Wijkgroenvoorzieningen Water
15-25% 5-25%
Recreatieve doeleinden en sportdoeleinden De op de kaart aangeduide buurt- en wijkontsluitingen
max. 25% max. 10%
Niet met name genoemde en met (T) gemarkeerde doeleinden tezamen Aantal woningen
max. 25% 1.130-2.600
Woningdichtheid
≥ 10
De marges in deze tabel gelden voor het gehele deelgebied. Aangezien dit uitwerkingsplan betrekking heeft op een gedeelte van deelgebied 1 (andere delen worden opgenomen in uitwerkingsplannen voor volgende fasen), kan het dus zijn dat individuele percentages afwijken. Bureau Meerstad monitort bij het opstellen van elk ruimtelijk (deel)plan, de percentages. Zo wordt gewaarborgd dat elk deelgebied uiteindelijk aan alle uitwerkingsregels voldoet. Voor de functies die in dit uitwerkingsplan – en de eerdere uitwerkingsplannen binnen deelgebied 1 - zijn opgenomen en de bijbehorende oppervlaktes wordt verwezen naar de tabellen in de bijlagen.
14
WELSTANDSNOTA
In 2015 heeft de gemeente Slochteren een nieuwe Welstandsnota opgesteld.
SLOCHTEREN
Deze nota is van toepassing op Meerstad en daarmee ook op Tersluis. De wel-
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
standsnota gaat uit van een gebiedsgewijze opzet waarbij de welstandscriteria zijn afgestemd op de aard van het desbetreffende gebied. De nota voorziet niet in welstandcriteria voor nog te ontwikkelen gebieden. Daarin kan alsnog worden voorzien door voor deze gebieden een aanvulling op de welstandsnota vast te stellen. ‘Tersluis’ is zo'n ontwikkelingslocatie waarvoor het wenselijk is de welstandsnota aan te vullen. Inmiddels is het Beeldkwaliteitsplan Tersluis opgesteld (Bureau Meerstad, 15 september 2015). Onderhavig uitwerkingsplan is afgestemd op dit beeldkwaliteitsplan (bkp). In het bkp zijn op basis van het stedenbouwkundig ontwerp zogenaamde gebiedsgerichte welstandscriteria ten behoeve van de welstandstoetsing opgenomen. Op sommige punten is de ruimte in het uitwerkingsplan bewust ruim gehouden, met het oogmerk deze door het bkp nader te laten invullen. Het uitwerkingsplan kent weliswaar eindbestemmingen, maar kan gelet op de vereiste flexibiliteit qua kaartbeeld niet heel gedetailleerd zijn. De woningmarkt maakt het namelijk noodzakelijk flexibel op ontwikkelingen te kunnen inspelen, waardoor de bouwstroken, c.q. kavels nog niet definitief bepaald kunnen worden. Een minder gedetailleerd kaartbeeld in het uitwerkingsplan betekent ook dat het beeldkwaliteitsplan een grotere rol heeft in het op microniveau reguleren van de bebouwing. Het uitwerkingsplan geeft weliswaar de uiterste marges voor bebouwingshoogte, -oppervlakte en dergelijke maar het is zeer wel mogelijk dat deze marges niet overal benut kunnen worden, omdat de welstandscriteria in dit bkp een lagere hoogte, kleinere oppervlakte of een bepaalde situering voorschrijven. Zo regelt dit uitwerkingsplan bijvoorbeeld geen kapvorm. Waar wel een specifieke kapvorm nodig wordt geacht, blijkt dat uit het bkp. Het volgende hoofdstuk volgt in hoofdlijnen de opzet van dit bkp en gaat ook in op het stedenbouwkundig ontwerp.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
15
3
P l a n b e s c h r i j v i n g
3.1
Locatiekeuze Binnen of buiten Meerstad-Midden? In 2009 is gestart met de ontwikkeling van Meeroevers. Op die locatie was de bodem het meest geschikt om water te maken. Daarnaast was het gebied grotendeels in eigendom, terwijl ook de gunstige ligging ten opzichte van de Stad Groningen een belangrijke rol in de locatiekeuze speelde. In Meeroevers kon een nieuw woonmilieu aan het water worden aangeboden en daar was en is behoefte aan (zie inleiding). De ontwikkelstrategie van 2011 heeft Meeroevers dan ook als vertrekpunt. Met het Woldmeer, de vaarverbinding, het parkgebied achter Klein Harkstede en rondom het uitstroomgebied en de groene radialen is veel extra waarde gecreëerd in de ruime omgeving van Meeroevers. Ook de verbreding van het Slochterdiep draagt daaraan bij (in 2014 in uitvoering bij het waterschap). Van deze waarde kan de eerstvolgende locatie goed profiteren. Buiten Meerstad-Midden is nog niet geïnvesteerd in kwaliteitsgroei. Ontwikkelingen op de markt geven geen aanleiding om buiten Meerstad-Midden te zoeken naar een nieuwe locatie. Hierna komen potentiele locaties binnen Meerstad-Midden aan bod. De Wierden
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
17
Voor de Wierden, het laatste gedeelte van Meeroevers is het grondwerk grotendeels gereed. Het gebied grenst direct aan Meeroevers en ligt naast de school. Op de Wierden rust echter een planologische beperking: binnen een 300 m brede zone rondom Grunopark mag vooralsnog niet worden gebouwd. Tevens bevindt zich boven de Wierden een hoogspanningsleiding. Binnen een ruime zone aan weerszijden van deze leiding mogen geen woningen worden gerealiseerd. De hinderzone en hoogspanningsleiding laten maar een klein deel van de Wierden over waarin wél zonder beperkingen kan worden gebouwd. Dat gebied ligt ongunstig ten opzichte van het Woldmeer. De potenties zijn zo beperkt dat woningbouw op de Wierden op korte termijn niet als reële optie wordt gezien. Achter Klein Harkstede
Het gebied achter Klein Harkstede ligt naast Meeroevers, langs de nieuwe hoofdontsluiting. Aan de noord- en westzijde van dit plandeel liggen landschappelijke parkzones: het uitstroomgebied en een park tussen de bestaande kern Klein Harkstede en het Meerstadgebied. Met een woningbouw ontwikkeling achter Klein Harkstede kan direct worden aangesloten op Meeroevers. De grondslag in dit deelgebied is echter slecht: er bevindt zich veel veen tot diep in de ondergrond. De huidige markt vraagt bovendien om wonen aan en nabij het water. Graven van water is op deze locatie –juist vanwege de grondslag- zeer kostbaar. Op langere termijn biedt de locatie wel goede potentie voor allerlei vormen van wonen in het groen. Verder zijn er in het afgelopen jaar achter Klein Harkstede gronddepots aangelegd: gronden die vrijkwamen bij het uitbreiden van het Woldmeer liggen er in te klinken. Ze kunnen worden verwerkt in het gebied en helpen er de wagrondslag te verbeteren. Dat kost ongeveer twee jaar. Eerder bouwen kan wel, maar vraagt om het verwijderen van de gronddepots en het versneld verbeteren van de grondslag.
18
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
Westelijk van de Sluis
Het gebied ten westen van de nieuwe Sluis en de vaarverbinding (‘Tersluis’) biedt kansen om een grote diversiteit aan woonmilieus te realiseren: het ligt deels aan of in het Woldmeer, het ligt langs het Slochterdiep en het ligt aan de vaarverbinding en naast de Sluis. De huidige markt vraagt om watergerelateerd wonen en daar leent dit gebied zich goed voor. De infrastructuur die is aangelegd om de Sluis bereikbaar te maken en de woningen ten oosten van de Sluis bereikbaar te houden, kan ook dienen om Tersluis te ontsluiten. De kosten om dit gebied klaar te maken voor woningbouw zijn daarmee relatief laag. De relatief lage kosten en goede potentie voor een breed palet aan (watergerelateerd) wonen, maken dit een geschikte locatie. Tersluis ligt op de noordoever van het Woldmeer, op enige afstand van Meeroevers. Een geslaagde ontwikkeling van Tersluis vraagt niet alleen om inrichting van de buurt zelf, maar ook om een ruimtelijke en landschappelijke inbedding van de buurt. Een perspectief op de context van Tersluis is van belang voor kopers. Net als (al dan niet tijdelijke) inrichtingsmaatregelen vooral in het gebied tussen Tersluis en Meeroevers. In lijn met de ontwikkelstrategie 2011 blijft Meerstad koersen op het bouwen van woningen en gelijktijdig het bouwen aan een kwaliteitsimpuls van het gebied rondom die woningen. Oostelijk van de Sluis Het gebied ten oosten van de Sluis (‘Tersluis-oost’) biedt net als Tersluis de potentie tot het realiseren van een grote diversiteit aan woonmilieus. De mogelijkheden voor landschappelijk en/of watergerelateerd wonen zijn er groot. Het gebied grenst direct aan de natuur in de Harksteder Broeklanden. Het is fors groter dan Tersluis en biedt kansen voor milieus met tuinen direct aan het water. De ligging op grotere afstand van Meeroevers en het lint langs de Hoofdweg maakt het als eerstvolgende locatie minder geschikt. Ook zijn de investeringen in infrastructuur er hoger dan op andere locaties.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
19
3.2
Stedenbouwkundige opzet Drie karakters: groen, dorp en water De ruimtelijke opbouw rondom het westelijk deel van het Woldmeer laat consequent drie sferen zien. Aan en op het meer is het water de kwalitatieve drager. Er wordt aan gewoond, maar ook het nieuwe wijkpark is sterk gericht op het meer. Daar omheen bevindt zich een dorpse, intiemere en compacte schil van woonbebouwing. Dat is in Meeroevers zo, dat is rondom de Sluis zo en kan ook op dezelfde wijze doorgroeien achter klein Harkstede. En dat leidt tot andere woonmilieus met eigen kwaliteiten: smallere straten, intieme hofjes en een iets compactere opzet. De buitenste schil rondom het Woldmeer is landschappelijker en groener van aard. De landerijen en het Ervenpad van Meeroevers maken er deel van uit, het uitstroomgebied langs de Borgsloot en de landschappelijke lijst langs het Slochterdiep. Ook die zone kent haar eigen woonsfeer en openbare ruimten. Van sferen naar buurten Tersluis heeft aan alle zijden bijzondere kwaliteiten. Die dragen bij aan woonkwaliteit langs de randen en dringen door tot diep in de buurt door de uitstekende groene verbindingen vanuit het hart van de wijk. Woningen langs de westrand van Tersluis liggen direct aan de haven, of direct aan het groen in het wijkpark of de radiaal. De landschappelijke lijst geeft het noordelijk deel van Tersluis een eigen identiteit. Sluis, brug en vaarverbinding liggen aan de basis van de eigen kwaliteit langs de oostelijke rand van de nieuwe buurt. Het Woldmeer máákt de kwaliteit in het zuidelijk deel van Sluis. De drie sferen zijn vertaald naar drie buurttypes, elk met een onderscheiden karakter. De drie buurten zijn hieronder kort getypeerd. Voor verdere details
20
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
en verbijzonderingen binnen de buurten wordt verwezen naar bijgevoegd beeldkwaliteitsplan.
De drie sferen van Meerstad-Midden
De drie buurten
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
21
Impressie groen wonen
Groen wonen Langs de noordrand wordt een informele, landschappelijke groenzone gerealiseerd. De dijk –voorzien van wandelpad- vormt een continue element langs een afwisselend palet van houtwallen, natte bloemrijke graslanden, bomen en waterlopen. Het landschap verbindt de ecologische kerngebieden en de Harksteder Broeklanden met het uitstroommoeras langs de Borgsloot en het groen langs het Eemskanaal. Deze ‘roege diek’ geeft de noordrand van de buurt een eigen karakter. De brede groene woonstraten sluiten direct aan op deze landschappelijke lijst. De uitstraling is landelijk en informeel: de hoeveelheid groen oppervlak is gemaximaliseerd, zonder trottoir en parkeren in het gras. Het meer landelijk karakter is ook terug te vinden in de bebouwing: waar in het hart van de wijk alle woningen een bakstenen gevel hebben, zijn hier ook woningen met een houten gevel te vinden. Verbijzonderingen binnen het ‘groene wonen’ zijn ‘de Wierde’ en de dijkwoningen. De Wierde brengt de oude polderkwaliteit tot in het hart van de wijk. De dijkwoningen liggen aan het Slochterdiep met zicht ver over de polder, versterken de zichtbaarheid van de wijk vanaf de overzijde van het kanaal. Dorps wonen De noord- en zuidrand van de wijk ontlenen hun kwaliteit aan respectievelijk de landschappelijke lijst en het Woldmeer. Om ook het tussengebied, waar de woningdichtheid het hoogste is, een eigen kwaliteit te geven is gekozen om hier een meer dorpse sfeer te maken: intiem, kleinschalig met smalle straatjes en groentjes. In dit deel van de wijk zijn alle gevels zorgvuldig op elkaar afgestemd (materialenpalet) zodat voldoende eenheid in het straatbeeld ontstaat. Twee speciale plekken – de Sluis aan de oostzijde en de haven aan de westzijde – zorgen ervoor dat bijzondere kwaliteit altijd dichtbij is en versterken de dorpse sfeer. De uitstraling van de straten is wat formeler: rijbaan, trottoir en
22
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
parkeren overwegend in klinkers. Rond de Sluis en de haven wordt het dorpseen meer publieke gevoel versterkt doordat woningen direct aan plein of straat staan.
Impressie dorps wonen
Impressie waterwonen
Waterwonen De vraag naar kavels met (achter)tuin direct aan het water is groot en daar speelt het plan op in. Het biedt ruimte aan veel verschillende waterkavels: op schiereilanden aan het Woldmeer, rond de haven, aan een vaart. Ook biedt het plan veel ruimte voor wonen óp het water. Het plan bevat locaties voor woon-
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
23
arken, in verschillende segmenten op de koppen van de eilanden en aan de vaart. Compacte straten en diepe voortuinen geven de eilanden een zeer groen maar ook privaat karakter. Vanaf de weg wordt het Woldmeer ervaren doordat openingen tussen de tuinen links en rechts een blik op het water toelaten. Parkeren gebeurt grotendeels op eigen terrein of in het gras langs de weg. Een meer landelijk karakter en luxe is terug te vinden in de bebouwing: waar in het hart van de wijk alle woningen een bakstenen gevel hebben, zijn hier ook woningen met een houten gevel en/of rieten dak te vinden.
Stedenbouwkundig ontwerp (verkaveling indicatief)
24
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
Tersluis vanuit vogelperspectief (indicat ieve visualisatie)
Duurzaamheid Tersluis krijgt net als Meeroevers geen gasnetwerk. De woningen krijgen geen gasaansluiting. Dit betekent dat voor verwarming en dergelijke alternatieve energiebronnen moeten worden aangesproken. Alle woningen zijn voldoende op de zon gericht om gebruik te kunnen maken van passieve en actieve zonneenergie. Een belangrijk ontwerpuitgangspunt van Tersluis is de dooradering van de natuur op verschillende schaalniveaus. Het gaat hierbij om het creëren van goede leefomstandigheden en verbindingen voor planten en dieren, maar ook om het beleefbaar maken van de natuur voor de bewoners, van natuur rond het huis tot grote aaneengesloten natuurgebieden. In en om de woning zijn veel mogelijkheden om goede leefomstandigheden voor planten en dieren te creëren. Daarbij valt te denken aan gevelbeplanting, nestkasten en vogelhuisjes, kruidentuintjes, begroeide schuurtjes en gevelstenen met nestmogelijkheden voor vogels en vleermuizen. Bureau Meerstad stelt de aanleg van nestvoorzieningen in de gevel in het grootste deel van Tersluis verplicht. Dit zal privaatrechtelijk worden vastgelegd.
3.3
Juridisch kader en vormgeving Het beeldkwaliteitsplan (zie vorige paragraaf) geeft een volledige visie op de
BEELDKWALITEITSPLAN
gewenste stedenbouwkundige kwaliteit in het plangebied, alsmede van de eisen die in de toekomst worden gesteld aan het welstandstoezicht. Voor zover het beeldkwaliteitsplan betrekking heeft op ‘een goede ruimtelijke ordening’ is dit vertaald in dit uitwerkingsplan. Harde normen uit het beeldkwaliteitsplan (zoals bouwhoogten en goothoogten of de plaats van bepaalde gebouwen) zijn als bouwregels opgenomen. Als de norm afhankelijk is van de toekomstige situering of om nadere afweging vraagt, kan deze via een nadere eisen-
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
25
regeling of via het binnenplans afwijken met een omgevingsvergunning5 worden afgewogen. JURIDISCHE OPZET
Dit plan is, zoals aangegeven, de elfde uitwerking van het bestemmingsplan Meerstad-Midden (moederplan). De uitwerking geldt voor de bestemming Woongebied (uit te werken) die in artikel 4 van het bestemmingsplan Meerstad-Midden (het moederplan) is opgenomen. De juridische opzet van dit plan vertoont veel gelijkenis met de uitwerkingsplannen voor de eerdere fasen van Meeroevers.
GEWIJZIGDE WRO
Het bestemmingsplan Meerstad-Midden is voor de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro, 1 juli 2008), ter visie gelegd (en vastgesteld) 6. Dat betekent dat dit plan volgens de oude eisen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) tot stand is gekomen. Dit uitwerkingsplan komt onder de nieuwe Wro tot stand. Dit heeft gevolgen voor de terminologie en de procedures. Zo wordt in het moederplan bijvoorbeeld gesproken over artikel 11 WRO. Dit is in de Wro van 1 juli 2008 vervangen door artikel 3.6 Wro. Ook zijn diverse termen als vrijstelling en voorschriften in de Wro vervangen door respectievelijk ontheffing en regels. Tot 1 juli 2009 gold de oude WRO nog steeds voor uitwerkingsplannen, maar na deze datum zijn de eisen van de nieuwe Wro van toepassing. Dit geldt niet voor de nieuwe standaardiserings- en digitaliseringseisen die sinds 1 januari 2010 van kracht zijn geworden (zie artikel 8.1.3 van het Besluit ruimtelijke ordening). Er is wel geprobeerd om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de nieuwe standaard, maar dat lukt niet volledig doordat de betreffende dubbelbestemmingen niet bestaan in de nieuwe standaard.
WABO
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht geworden. De Wabo heeft ook weer een nieuwe terminologie geïntroduceerd. Deze is in dit plan opgenomen. In de Wabo staat de omgevingsvergunning centraal. In de omgevingsvergunning worden zeer veel toestemmingen uit het omgevingsrecht geïntegreerd, waaronder de voormalige bouwvergunning en afwijking van het bestemmingsplan (voorheen ‘ontheffing’ en daarvoor ‘vrijstelling’ genaamd), maar ook de kapvergunning en sloopvergunning. Kort gezegd komt het er op neer dat nu met één procedure al die toestemmingen kunnen worden verkregen. De proceduretijd kan daarmee behoorlijk worden verkort. De inhoud van de toestemmingen en de voorwaarden die daarvoor golden veranderen echter niet. Het bestemmingsplan, in dit geval het uitwerkingsplan, is net als voorheen toetsingskader voor een te verlenen vergunning.
5
Artikel 2.1, sub c juncto 2.12 lid 1, sub a onder 1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
6
26
In juli 2015 is een partiële herziening van het moederplan vastgesteld maar die wijzigt de juridische status van het plan niet.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
Dit uitwerkingsplan is zo opgesteld dat het zelfstandig leesbaar is. Dit betekent
ZELFSTANDIG LEESBAAR
dat niet wordt verwezen naar de van toepassing zijnde voorschriften uit het moederplan, maar dat deze zijn overgenomen in de regels van dit plan. Het merendeel van de uitwerkingsregels heeft een vertaling gekregen in de verbeelding. Andere regels zijn wel uitgewerkt, maar zijn alleen indirect uit dit plan af te leiden, omdat zij betrekking hebben op een minimum- of maximumpercentage, op aantallen of op de uitvoering die na vaststelling zal plaatsvinden. Tot slot zijn er uitwerkingsregels die niet in dit deelgebied van toepassing zijn, omdat bepaalde functies niet in dit gebied voorkomen. Bij het opstellen van dit plan is rekening gehouden met toekomstige uitwerkingen die nog moeten plaatsvinden, zodat ook in die plannen van uitwerking reële uitvoering kan worden gegeven aan de uitwerkingsregels van artikel 4 en volgende. De regels van het moederplan geven de vrijheid om binnen de deelgebieden verschillende uitwerkingen op te stellen. De Wro biedt bovendien de vrijheid om uitwerkingen bij te stellen of opnieuw vast te stellen bij gewijzigde inzichten. De bestemming Woongebied uit te werken uit het moederplan gaat uit van de
BESTEMMINGEN
hoofdfunctie wonen, maar geeft ook de mogelijkheid voor het bestemmen van allerlei andere functies binnen het plangebied. Dit uitwerkingsplan heeft hoofdzakelijk betrekking op de functie wonen en daaraan ondergeschikte bedrijvigheid, groenvoorzieningen, water en verkeer. Er zijn vijf hoofdbestemmingen opgenomen: Gemengd, Groen, Verkeer, Water, Woongebied en Woongebied - Waterwoningen. Hierna wordt op elke bestemming afzonderlijk ingegaan. De bestemmingen zijn net als de definities van artikel 1 in alfabetische volgorde opgenomen. Gemengd Deze bestemming is gegeven aan de plek van het toekomstig informatiecentrum Meerstad. Ter plaatse zou ook een havenkantoortje of een clubhuisfunctie
mogelijk
moeten
zijn
en
kan
op
termijn
eventueel
ook
een
horecabestemming worden gerealiseerd . De zwaarste horecacategorie (disco’s e.d.) is hier wel van uitgesloten in verband met de ligging nabij het woongebied. Andere lichte kantoorachtige of maatschappelijke functies kunnen eventueel ter plaatse worden toegestaan met een omgevingsvergunning mits de parkeerdruk ter plaatse niet te groot wordt. Groen De bestemming Groen betreft de gangbare groenbestemming die ook in eerdere uitwerkingsplannen is gehanteerd. Deze bestemming is gelegd op met name structurerend groen en belangrijke oevers. Andere stukken groen zijn in de bestemming Woongebied opgenomen.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
27
Verkeer De bestemming Verkeer is toegekend aan een groot deel van de wegen waarvan op dit moment bekend is dat die ter plekke zullen worden aangelegd. Alleen enkele buurtontsluitingen en overige wegen en paden zijn opgenomen in de bestemming Woongebied. Bij de opzet van dit plan is overigens - in verband met een goede ruimtelijke ordening - rekening gehouden met afstanden van woningen tot de as van de verschillende 30-km wegen. In paragraaf 4.1 is een nadere toelichting opgenomen ten aanzien van het wegverkeerslawaai. Daarin wordt ook een relatie gelegd met de in het plan opgenomen zonering ‘geluidzone - weg 1 en 2’. Voor deze gebieden is een regeling opgenomen in artikel 13.3. Op grond daarvan kunnen de bouweisen (t.a.v. geluidisolatie) worden gereguleerd. Water In de bestemming water vallen nieuwe delen van het Woldmeer, van de vaarverbinding tussen het Slochterdiep en het Woldmeer, van (de oevers van) het Slochterdiep en de zogenaamde “vaart” tussen het vasteland van Tersluis en de eilanden. Deze bestemming komt ongeveer overeen met de bestemming Water uit eerdere uitwerkingsplannen en het moederplan. Vooralsnog zijn er geen plannen om steigers toe te staan bij de woningen. Woningen op de eilanden die aan het water liggen kunnen langs hun eigen perceel aanleggen zonder steiger, en woningen in Tersluis zonder waterkant kunnen terecht in de haven. Mocht het beleid echter wijzigen, dan voorziet de bestemming in een afwijkingsmogelijkheid. Voor steigers geldt overigens de Keur van het waterschap. Daarin staat nu nog een vergunningplicht voor steigers. In de toekomst wordt die vervangen door algemene regels. Binnen de bestemming zijn daarnaast in het algemeen bouwwerken, zoals bruggen e.d. toegestaan. Binnen de bestemming Water ligt ook een haven waar diverse havengebonden activiteiten zijn toegestaan. De haven is met een aparte aanduiding afgebakend en is ook wat betreft het aantal ligplaatsen aan een maximum gesteld. Woongebied De bestemming Woongebied zijn de gebieden waar woningen, tuinen en erven, alsmede woonstraten, fiets- en wandelpaden, parkeerplaatsen en ondergeschikte groen- en watervoorzieningen kunnen worden gerealiseerd. De meeste regels van de bestemming Woongebied zijn afgestemd op het beeldkwaliteitsplan Tersluis en behoeven daarom hier geen nadere toelichting. De bestemmingsregeling voor het totale gebied is relatief globaal van opzet, met dien verstande dat de belangrijkste ruimtelijke uitgangspunten uit het beeldkwaliteitsplan vertaald zijn in de regels. Hieronder worden enkele belangrijke regels toegelicht. Omdat er nog kan worden geschoven met de exacte plaats van de woningen zijn in de verbeelding geen bouwvlakken en woningaantallen opgenomen. De ligging van de woningen is in de bouwregels gerelateerd aan de ligging van de weg, aan perceelgrenzen en overige bestemmingen. In het hele gebied zijn bij
28
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
recht vrijstaande en twee-aaneen-gebouwde woningen toegestaan. Buiten het eiland geldt dat ook voor rijenwoningen. In de regeling zijn enkele bepalingen voor de positionering van voorgevels opgenomen. De woningen aan het Slochterdiep worden met de voorgevels niet aan de straat georiënteerd, maar aan het Slochterdiep (op de dijk). De woningen op de wierde oriënteren zich naar buiten. Het college heeft de bevoegdheid om in bepaalde gevallen meerdere gevels als voorgevel aan te wijzen. Dat heeft onder meer consequenties voor de positie van bijgebouwen. Voor specifieke situaties zijn daarom uitzonderingen (middels afwijkingsbevoegdheid) mogelijk. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer de positionering van bijgebouwen op hoekkavels de gebruikswaarde van de tuin ernstig beperkt. Aan huis verbonden bedrijven (zie de definitie in artikel 1 voor de exacte omschrijving) zijn bij recht toegestaan. Andere bedrijven aan huis (zoals een kapper of een fietsenmaker) zijn niet rechtstreeks toegestaan. In verband met de mogelijkheid van overlast vragen dergelijke vormen van bedrijvigheid om een nadere afweging. De nadere eisenregeling in de bestemming Woongebied is bedoeld voor het aanpassen van bouwplannen ten behoeve van een goede afstemming op de omgeving of om variatie in het bebouwings- en/of straatbeeld te scheppen. De regeling dient ter aanvulling op de globale opzet. Het beeldkwaliteitsplan speelt bij dit alles een leidende rol. Woongebied – Waterwoningen Het gebied voor waterwoningen heeft een aparte bestemming met eigen regels. Waterwoningen zijn gedefinieerd in artikel 1. Het betreft een woning gebouwd op de bodem van het water of op een drijvende fundering die doormiddel van een sputpaal is verankerd met de waterbodem waardoor er niet mee kan worden gevaren en deze woningen als onroerende zaak kunnen worden beschouwd. Deze woningen zijn via steigers verbonden met de wal. De bouwmassa van deze woningen is afhankelijk van de ligging in het plangebied (zie het Beeldkwaliteitsplan). De bouwhoogte van waterwoningen en gebouwen die in het water liggen in het algemeen wordt, vanwege mogelijke fluctuaties in het waterpeil, bepaald aan de hand van het waterpeil. Waterstaat - Waterkering Deze dubbelbestemming komt niet uit het moederplan maar hoort te liggen op dijken met een waterkerende functie, zoals die langs het Slochterdiep. Algemene regels Onder deze titel zijn diverse standaardregels opgenomen. Overige regels Het bestemmingsplan kent verder enkele aanvullende regelingen ten aanzien van welstand om duidelijk te maken binnen welke grenzen, ook vanuit arti-
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
29
kel 12 Woningwet, eisen aan bouw- en goothoogten mogen worden gesteld. Verder zijn regels (anti-dubbeltelregel en overgangsrecht) opgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening, die overigens nagenoeg overeenkomen met het moederplan. In de overige regels zijn ook de hogere grenswaarden met betrekking tot de Wet geluidhinder nader vormgegeven, overeenkomstig het bij het moederplan behorende besluit hogere grenswaarden (zie paragraaf 4.1).
30
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
To e t s
a a n
w e t -
4
e n
r e g e l g e v i n g
In dit hoofdstuk wordt aandacht gegeven aan milieueisen en andere ruimtelijk relevante wet- en regelgeving.
4.1
Wet geluidhinder In 2015 is het Bestemmingsplan Meerstad-Midden, Partiële Herziening 2015 in werking getreden. In de betreffende herziening is uitgebreid gemotiveerd waarom een aanpassing van het geluidvoorschrift uit het bestemmingsplan Meerstad-Midden noodzakelijk was voor een bredere afweging ten aanzien van de stedenbouwkundige invulling. In het Stedenbouwkundig ontwerp voor Tersluis, die vertaald is in het voorliggende Uitwerkingsplan, zijn de nieuwe regels toegepast. Adviesbureau WMA heeft een akoestisch onderzoek verricht naar de verwachte geluidsbelasting op de gevels van woningen binnen Tersluis.7 Daarbij is gekeken naar de 1e en 2e lijns bebouwing langs de Hoofdontsluitingsweg, naar de 1e lijns bebouwing langs het Slochterdiep en naar de situatie rond de drukkere 30 km/uur-wegen binnen het plangebied. WMA komt tot de volgende conclusies: “Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat bij uitvoering van het stedenbouwkundig ontwerp de geluidsbelasting op de 1e lijns bebouwing overal voldoet aan de uiterste grenswaarde van 58 dB. De afstand ten opzichte van de hoofdontsluitingsweg is voldoende groot. Uit het onderzoek is gebleken dat een groot deel van de 2e lijns bebouwing binnen de 48 dB geluidszone ligt indien er geen rekening gehouden wordt met de afschermende werking van de 1e lijns bebouwing. De 1e lijns bebouwing geeft afscherming voor geluid maar de mate waarin is afhankelijk van het stedenbouwkundig ontwerp. Een aaneengesloten bebouwing geeft een goede afscherming en naarmate er meer onderbrekingen voorkomen tussen de bebouwing wordt de afscherming minder. Indien de afstanden aangehouden worden van het stedenbouwkundig ontwerp komt de geluidsbelasting op de 2e lijns bebouwing niet boven de 53 dB uit. Bij uitzondering komt de geluidsbelasting boven de 48 dB uit. Uit het onderzoek is gebleken dat de meerkosten tot en met een geluidsbelasting van 53 dB in Lden incl. aftrek nihil zijn. Tot en met een geluidsbelasting 7
Akoestisch onderzoek Wegverkeer Tersluis t.b.v. het Uitwerkingsplan Bestemmingsplan Meerstad-Midden. WMA, 5 oktober 2015.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
31
van 58 dB in Lden incl. aftrek zijn de meerkosten tevens zeer beperkt. Pas boven de 58 dB lopen de kosten per dB wat meer op maar ten opzichte van de totale bouwsom blijven de isolatiekosten beperkt. Dit geeft mogelijkheden om voor de vaststelling van de hogere grenswaarde te gaan werken met een systematiek die wat grofmaziger van aard is dan de vaststelling van een exacte geluidwaarde per woning, geveldeel en hoogte. Er kan gewerkt worden met een systeem van zones en geluidsklassen. Deze is voldoende robuust voor de juridische zekerheid maar geeft ook ruimte aan de gewenste flexibilisering. De afstanden van de woningen ten opzichte van de 30 km/uur wegen zijn voldoende groot om aan de voorkeurswaarde van 48 dB te voldoen. Uit het onderzoek is gebleken dat als gevolg van het verkeer op het Slochterdiep de geluidsbelasting boven de voorkeurswaarde van 48 dB uitkomt op de geplande woningen. De geluidsbelasting blijft beneden de maximale waarde. Geadviseerd wordt een hogere grenswaarde van 53 dB vast te stellen voor de 1e lijns bebouwing langs het Slochterdiep.”
Geluidscontour Hoofdontsluitingsweg
De aanbeveling van WMA om te werken met een systeem van zones en geluidsklassen is overgenomen. Er zijn drie aanduidingen in de verbeelding opgenomen:
32
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
geluidszone – weg 1: het gaat hier om de zone van 48-53 dB. Voor deze woningen kan een beroep worden gedaan de Beschikking hogere grenswaarden geluid Meerstad-Midden d.d. 20 november 2007. Met deze beschikking is het toegestaan dat maximaal 1084 woningen en andere geluidsgevoelige objecten binnen Meerstad-Midden een geluidsbelasting mogen ontvangen van meer dan de voorkeurswaarde van 48 dB. Dit is als uitwerkingsvoorschrift opgenomen in het bestemmingsplan MeerstadMidden.
geluidszone - weg 2: dit is de zone die direct aan de hoofdontsluitingsweg grenst en waarvoor een maximale geluidsbelasting van 53-58 dB geldt. Voor de woningen binnen dit gebied wordt een ontheffing tot 58 dB aangevraagd. Deze geluidsbelasting wordt aanvaardbaar geacht. Het gaat om enkele tientallen woningen. Het exacte aantal wordt pas duidelijk bij de definitieve uitwerking van het stedenbouwkundig ontwerp.
Het gebied dat is aangeduid als ‘geluidszone – weg 1’ zal overigens kleiner uitvallen zodra er 1e lijns bebouwing binnen ‘geluidszone – weg 2’ gerealiseerd wordt. Deze bebouwing zorgt namelijk voor afscherming van geluid. Zie hiervoor de zonekaartjes in het geluidsrapport. Voor de overige woningen binnen het plangebied kan ten slotte worden aangegeven dat aan de grenswaarde van 48 dB voor geluidsgevoelige bebouwing uit de Wet geluidhinder kan worden voldaan.
Geluidscontour Slochterdiep
4.2
Wet milieubeheer Rondom het plangebied is een aantal bedrijven gevestigd die op grond van de Wet milieubeheer over een hinderzone beschikken. Aangezien de nieuwe woningen buiten deze zones worden gebouwd, is hier geen sprake van een conflictsituatie.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
33
4.3
Externe veiligheid Het plangebied valt niet binnen de invloedssfeer van inrichtingen die onder het Besluit externe veiligheid (Bevi) vallen. Ook is het plangebied niet gelegen binnen de effectafstand van transportroutes voor gevaarlijke stoffen of van aardsgastransportleidingen dan wel andere gevaarlijke inrichtingen (Risicokaart).
Uitsnede Risicokaart (Bron: Risicokaart.nl)
4.4
Bodem 4 . 4 . 1
Bodemkwaliteit
De aanwezige milieuhygiënische bodemkwaliteit behoort te passen bij het huidige of het toekomstige gebruik van de bodem. De bodemkwaliteit mag geen onaanvaardbare risico’s opleveren voor de gebruikers van de bodem. Bovendien mag door menselijk handelen de bodemkwaliteit niet verslechteren (zorgplicht). Informatie over uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen is te vinden op de Bodeminformatiekaart (www.provinciegroningen.nl). Op deze Bodeminformatiekaart staat ook informatie over verdachte locaties. Een locatie is verdacht als er in het verleden (bedrijfs)activiteiten zijn uitgevoerd die misschien tot een bodemverontreiniging hebben geleid. Op deze locaties is nog geen bodemonderzoek verricht, zodat niet bekend is of er een verontreiniging aanwezig is of niet. Onder verdachte locaties vallen ook sloot-
34
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
dempingen, kavelpaden en dammen. Deze drie categorieën staan echter niet op de bodeminformatiekaart. Voor de onverdachte percelen in de gemeente Slochteren is de diffuse bodemkwaliteit vastgelegd in de Regionale Bodemkwaliteitskaart provincie Groningen (vastgesteld in februari 2014).
Uitsnede bodeminformatiekaart (Bron : provinciegroningen.nl) 4 . 4 . 2
Grondverzet
De regels voor hergebruik van grond, bouwstoffen en baggerspecie vallen onder het Besluit bodemkwaliteit. De gemeente Slochteren heeft op basis daarvan de regels voor hergebruik van grond vastgelegd in de Regionale Nota bodembeheer provincie Groningen en de Regionale Bodemkwaliteitskaart provincie Groningen (in werking getreden op 27 februari 2014). Nieuwe toepassingen van grond en bouwstoffen moet de initiatiefnemer (laten) melden via het landelijk Meldpunt bodemkwaliteit. De perceelseigenaar is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor de bodemkwaliteit van zijn perceel. 4 . 4 . 3
Bodemtoets
De gemeente voert een bodemtoets uit naar aanleiding van plannen van een initiatiefnemer. Voor diverse activiteiten dienen initiatiefnemers bij de gemeente na te gaan of een actueel bodemonderzoek ingediend moet worden of niet. Die activiteiten kunnen zijn: nieuwbouw en uitbreiding van woningen, verbouw van vrijkomende agrarische bebouwing tot woning, verandering of
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
35
beëindiging van bedrijfsactiviteiten, vestiging van nieuwe bedrijven of bij sloop- of graafwerkzaamheden. Uit de bodemtoets komt naar voren of er voldoende informatie beschikbaar is om te kunnen veronderstellen of de aanwezige kwaliteit van de bodem voldoet aan de gestelde normen voor die activiteiten. Indien nodig, zal milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd worden. 4 . 4 . 4
Plangebied
De bodeminformatiekaart bevat informatie over een groot deel van het plangebied (zie afbeelding hierboven). Dit gebied is op de provinciale kaart van een paarse aanduiding voorzien, wat wil zeggen dat er reeds bodemonderzoek heeft plaats gebonden en dat er geen vervolgonderzoek nodig is. Het Slochterdiep heeft een oranje aanduiding op de bodeminformatiekaart. Hier is op termijn wel nader bodemonderzoek gewenst.
4.5
Luchtkwaliteit De Wet milieubeheer geeft aan dat voor een ruimtelijk plan zorgvuldig moet worden gekeken naar de luchtkwaliteit en dat de normstelling, zoals deze is opgenomen in de Wet milieubeheer, in acht moet worden genomen. Er is een luchtkwaliteitsonderzoek verricht door Adviesbureau WMA. Uit dit onderzoek blijkt dat de “concentraties in de lucht van de verschillende stoffen in het plangebied en langs de wegen in de nabije omgeving ruim onder de normen van de Wet milieubeheer blijven. De verkeerstoename zal geen overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen veroorzaken in en om het plangebied. De luchtkwaliteit zal geen belemmering vormen voor realisatie van het plan. De concentraties van de meeste stoffen in de lucht zullen naar verwachting dalen als gevolg van Europese en landelijke beleidsmaatregelen, zoals vanwege verscherpte emissie-eisen aan motorvoertuigen. Zelfs als er rekening wordt gehouden met het extra verkeer als gevolg van het plan nemen de concentraties van de meeste stoffen hierdoor af ten opzichte van de huidige situatie.” Voor de verdere details van dit onderzoek wordt verwezen naar de bijgevoegde rapportage Onderzoek Luchtkwaliteit Tersluis Meerstad (WMA, 15 september 2015).
4.6
Ecologie Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en
36
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
de Flora- en faunawet (Ffw). Ecologisch onderzoek8 heeft het volgende uitgewezen: “Voor de aanwezige streng beschermde Heikikker is reeds een ontheffing verkregen (FF/75C/2012/0330). De ontheffing is nog geldig tot 31 december 2016. Voor de overige aanwezige soorten bestaat geen noodzaak tot het aanvragen van ontheffingen in het kader van de Flora- en faunawet. Wel blijft voor alle soorten de algemene zorgplicht gelden. Bij verstoring van dieren tijdens de werkzaamheden moeten deze daarom de gelegenheid krijgen te vluchten naar een nieuwe leefomgeving. Voor de vogels die zijn aangetroffen geldt dat de nesten buiten het broedseizoen niet van belang zijn voor de instandhouding van de soort. Indien bij de werkzaamheden eventueel aanwezige nesten worden ontzien, is het derhalve niet nodig ontheffing aan te vragen. In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen Natura 2000gebieden of gebieden die deel uitmaken van de EHS waarop de ingreep een negatief effect zou kunnen hebben.”
4.7
Archeologie Archeologische (verwachtings)waarden dienen op grond van de Monumentenwet 1988 te worden mee gewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen is door RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V. een bureauonderzoek uitgevoerd9. Dit heeft geleid tot een archeologische kwaliteitskaart waarop is aangegeven waar archeologische resten kunnen worden verwacht en welke kwaliteit deze mogelijk zullen hebben. Ten behoeve van het bestemmingsplan Meerstad-Midden is door ARC in drie fases een Inventariserend Veld Onderzoek (IVO) uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn door de betrokken gemeenten, de provincie en de voormalige Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) beoordeelt. Dit heeft er toe geleid dat de gebieden met een hoge archeologische (verwachtings)waarde op de verbeelding van het bestemmingsplan zijn overgenomen. Het gebied Meerstad-Midden is nader onderzocht door middel van een verkennend megabooronderzoek10, teneinde eventuele waarden en de omvang daarvan vast te stellen. Dit heeft geleid tot een kaart waarop gebieden zijn aangegeven waar nader proefsleuvenonderzoek is aanbevolen. De resultaten 8
Toetsing Flora- en faunawet in verband met de voorgenomen ontwikkelingen in het gebied Meerstad, Groningen. Koeman en Bijkerk, 1 oktober 2014.
9
Plangebied Meerstad. Gemeenten Groningen cultuurhistorisch onderzoek. RAAP, januari 2002.
10
Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van megaboringen in
en
Slochteren.
Inventariserend
Deelplan 1 van het projectgebied Meerstad te Harkstede, gemeente Slochteren (Gr). ARC 2007-60, 22 november 2007.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
37
van deze onderzoeken.11 De resultaten van deze onderzoeken zijn opgenomen in het selectiebesluit van 1 november 2011. In het bestemmingsplan MeerstadMidden is een dubbelbestemming Archeologische Beschermingsgebieden aan gebieden met (mogelijke) archeologische waarden toegekend. Een daarvan is opgenomen in het plangebied van dit uitwerkingsplan. In het selectiebesluit is een en ander vastgelegd. Van dit gebied is de dubbelbestemming (de aanduiding archeologische beschermingszone) reeds verwijderd in uitwerkingsplan vaarverbinding Woldmeer-Slochterdiep, omdat er geen archeologische waarden zijn aangetroffen. Dit betekent dat er in het kader van dit uitwerkingsplan geen nadere regels (aanlegvergunningstelsel) of andere eisen hoeven te worden gesteld.
4.8
Water OVERLEG
Ten behoeve van het Masterplan Meerstad Groningen en het bestemmingsplan Meerstad-Midden heeft veelvuldig overleg plaatsgevonden met het Waterschap Hunze en Aa's over de (toekomstige) waterhuishoudkundige situatie binnen Meerstad. Deze paragraaf vat de belangrijkste afspraken samen. Voor een uitgebreide beschrijving van het (toekomstige) watersysteem wordt verwezen naar de bijlagen waarin de 'waterparagraaf' uit het bestemmingsplan MeerstadMidden integraal is overgenomen.
WATERSTRUCTUURVISIE
Vooruitlopend op het bestemmingsplan Meerstad-Midden is een waterstructuurvisie12 opgesteld, welke is overgenomen in het MER. De Commissie m.e.r. heeft hierbij enkele kanttekeningen geplaatst, waarna de verwachte interne en externe fosfaatbelastingnormen zijn bijgesteld. Ook is afgesproken dat het zogenaamde 'PCLake' metamodel (voor zover mogelijk en beschikbaar) als extra toetsingsinstrument zal worden ingezet.
WATERONTHEFFING
Voor aanpassingen in het watersysteem is een watervergunning door Waterschap Hunze en Aa's verleend.
11
Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad fase 1, deelgebied B te Harkstede gemeente Slochteren (Gr.), ARCRapporten 2008-132, 16 oktober 2008. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven in het plangebied Meerstad te Ruischerbrug, gemeente Slochteren (Gr.) fase 1, ARC-Publicaties
12
38
194, Groningen 2008. Waterstructuurvisie Meerstad. Royal Haskoning, januari 2005.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
5
E c o n o m i s c h e
u i t v o e r b a a r h e i d
Tersluis maakt deel uit van de grondexploitatie Meerstad. Binnen Tersluis worden circa 400 woningen gerealiseerd. De benodigde gronden zijn in eigendom van de GEM Meerstad. De gemeente Groningen is eigenaar van 100% van de aandelen van de GEM Meerstad CV. Uit de jaarrekening 2014 van de gemeente Groningen blijkt dat met een bijdrage in dat jaar van € 14,5 mln.de grondexploitatie sluitend is geworden. Daarmee is voor de gemeente Slochteren de economische uitvoerbaarheid aangetoond.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
39
6
M a a t s c h a p p e l i j k e
u i t v o e r b a a r h e i d
Dit voorontwerpbestemmingsplan zal in het kader van de inspraak ter inzage worden gelegd. Tevens wordt het plan ter beoordeling toegezonden aan betrokken instanties. De uitkomsten van inspraak en overleg worden te zijner tijd in dit hoofdstuk opgenomen.
231.12.02.61.00.toe - Bestemmingsplan Meerstad-Midden, uitwerkingsplan Tersluis 13 oktober 2015
41
B i j l a g e n 1.
Percentage- en oppervlaktetabel
1.
Percentage- en oppervlaktetabel