Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 Gemeente Uden
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 Gemeente Uden
Toelichting Bijlagen Regels Bijlagen Verbeelding Schaal 1:1.000 Datum: April 2013 Vastgesteld: 3 april 2013 Projectgegevens: TOE05-0251945-01A REG05-0251945-01A TEK05-0251945-01A SVB04-0251945-01A Identificatienummer: NL.IMRO.0856.BPVluchtoord2013-VA01
Postbus 435 – 5240 AK Rosmalen T (073) 523 39 00 – F (073) 523 39 99 E
[email protected] – I www.croonenadviseurs.nl
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Inhoud 1
Inleiding 1.1 Aanleiding en doel 1.2 Plangebied 1.3 Geldende bestemmingsplannen 1.4 Bij het plan behorende stukken 1.5 Leeswijzer
1 1 1 2 2 2
2
Beleidskader 2.1 Provinciaal beleid 2.2 Gemeentelijk beleid
3 3 6
3
Planbeschrijving 3.1 Ontstaansgeschiedenis 3.2 Ruimtelijke structuur 3.3 Functionele structuur
11 11 11 14
4
Milieuhygiënische en planologische verantwoording 4.1 Verkeerslawaai 4.2 Hinder militair vliegveld Volkel 4.3 Bedrijven en milieuzonering 4.4 Externe veiligheid 4.5 Geur 4.6 Luchtkwaliteit 4.7 Kabels en leidingen 4.8 Bodem 4.9 Waterhuishouding 4.10 Archeologie en cultuurhistorie 4.11 Natuur 4.12 Duurzaam bouwen
21 21 21 24 26 29 30 30 31 31 33 34 35
5
Het bestemmingsplan 5.1 Het juridische plan 5.2 Bestemmingen 5.3 Algemene regels
37 37 37 41
6
Financiële haalbaarheid
43
7
Procedures 7.1 Vooroverleg 7.2 Inspraak 7.3 Tervisielegging en vaststelling
45 45 45 45
Croonen Adviseurs
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Bijlagen: Bijlage 1 Bijlage 2
Gemeente Uden
Nota van inspraak en vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 Raadsvoorstel en Raadsbesluit inclusief ‘Nota van zienswijzen en ambtelijke aanpassingen Ontwerpbestemmingplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’
Belgenlaan Rondweg
Landerlaan
Westwijk Industrielaan
Vluchtoord
Oostwijk
Lange Lange Goorstraat
Begrenzing plangebied
Croonen Adviseurs
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
1 Inleiding 1.1
Aanleiding en doel Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het bedrijventerrein Vluchtoord, dat aan de noordoostzijde van de kern Uden ligt. Enkele percelen aan de Lange Goorstraat, waar recent een drietal kermisbedrijven is gevestigd, zijn ook opgenomen in het plangebied, net als de bosstrook tussen het bedrijventerrein en de Landerlaan. Voor het grootste gedeelte van het plangebied vigeert het bestemmingsplan ‘Vluchtoord’, dat is vastgesteld op 27 juni 1996. Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening moet elke gemeente op 1 juli 2013 beschikken over actuele bestemmingsplannen, die niet ouder zijn dan 10 jaar. Om deze reden is herziening van het juridisch-planologisch regime voor bedrijventerrein Vluchtoord noodzakelijk. Daarnaast biedt het opstellen van een nieuw bestemmingsplan de mogelijkheid om het huidige beleid van provincie en gemeente van een juridisch-planologisch kader te voorzien. De geldende rechten zijn daarbij zoveel mogelijk gerespecteerd. Het doel van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ is het bieden van een eenduidige en uniforme juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bebouwing binnen het plangebied. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter, waarbij de bestaande situatie is vastgelegd. De juridische regeling is zodanig flexibel dat beperkte aanpassingen en wijzigingen van functies (rechtstreeks dan wel via een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid) mogelijk zijn. Nieuwe ontwikkelingen zijn niet opgenomen. Het bestemmingsplan sluit aan bij de actuele juridische en planologische situatie en voldoet aan de vormvereisten van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008).
1.2
Plangebied Het bedrijventerrein Vluchtoord ligt ten noordoosten van de kern Uden. In het westen vormt de Industrielaan een scherpe scheiding tussen het bedrijventerrein en de woongebieden van Uden. In het noorden, oosten en zuiden grenst het bedrijventerrein aan het halfopen landschap, dat bestaat uit een afwisseling van agrarische en beboste percelen. Naast het bedrijventerrein, maken ook een aantal bospercelen en twee woonpercelen aan de Landerlaan deel uit van het plangebied. De kermisbedrijven tussen het bedrijventerrein en de Lange Goorstraat (met tussenliggende groenstroken) zijn ook opgenomen binnen de planbegrenzing. De noordelijke grens van het plangebied wordt gevormd door de Rondweg; de oostelijke grens door de Landerlaan. In het zuiden ligt de plangrens deels op de achterzijde van de bedrijfspercelen aan de Oostwijk/Vluchtoord en deels op de Lange Goorstraat. De westelijke plangrens wordt gevormd door de Industrielaan.
Croonen Adviseurs
1
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
1.3
Gemeente Uden
Geldende bestemmingsplannen Voor het plangebied van dit bestemmingsplan gelden diverse bestemmingsplannen. Daarnaast is in de loop der jaren een aantal ontwikkelingen mogelijk gemaakt door middel van vrijstelling. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ vervangt alle geldende bestemmingsplannen. In onderstaande tabel zijn de bestemmingsplannen opgenomen met daarbij de data van vaststelling en (indien van toepassing) goedkeuring. Bestemmingsplan
1.4
Vaststelling
Goedkeuring
Bedrijventerrein Vluchtoord
27 juni 1996
20 januari 1997
Lange Goorstraat, Uden
25 juni 2009
-
Buitengebied
30 juni 1983
7 mei 1985
Bij het plan behorende stukken Dit bestemmingsplan bestaat uit drie delen: een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en regels vormen het juridisch bindende deel van het bestemmingsplan. De toelichting bevat een motivatie en verantwoording van de keuzes die in het bestemmingsplan zijn gemaakt. Daarnaast zijn in de toelichting onder andere het geldend beleid en diverse milieuaspecten beschreven.
1.5
Leeswijzer In hoofdstuk 2 van de toelichting wordt ingegaan op het relevante provinciale en gemeentelijk beleid. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving gegeven van de ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied en de gemaakte keuzes. In hoofdstuk 4 wordt de milieuhygiënische en planologische verantwoording uiteengezet. De plansystematiek en de verschillende bestemmingen van het plan worden toegelicht in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de financiële uitvoerbaarheid en hoofdstuk 7 bevat een overzicht van de doorlopen procedures.
Croonen Adviseurs
2
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
2 Beleidskader In dit hoofdstuk is het beleid dat van belang is voor dit bestemmingsplan kort samengevat. Het provinciale en gemeentelijke beleid is richtinggevend voor het bestemmingsplan.
2.1
Provinciaal beleid
2.1.1
Structuurvisie Provincie Noord-Brabant Op 1 oktober 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) voor de provincie Noord-Brabant vastgesteld. De SVRO bevat de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie Noord-Brabant en vormt de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. Eén van deze instrumenten is de provinciale verordening. De SVRO gaat in op de ruimtelijke kwaliteiten van de provincie Noord-Brabant. Mens, markt en milieu zijn binnen de provincie in evenwicht. Daarom kiest de provincie in haar ruimtelijke beleid tot 2025 voor de verdere ontwikkeling van gevarieerde en aantrekkelijke woon-, werk- en leefmilieus en voor een kennisinnovatieve economie met als basis een klimaatbestendig en duurzaam Brabant. Het principe van behoud en ontwikkeling van het landschap is in de structuurvisie de ‘rode’ draad die de ruimtelijke ontwikkelingen stuurt. De provincie wil het contrastrijke Brabantse landschap herkenbaar houden en verder versterken. Binnen de stedelijke structuur worden twee ontwikkelingsperspectieven onderscheiden: — stedelijk concentratiegebied (stedelijke regio’s): in het stedelijk concentratiegebied, inclusief de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking, wordt de bovenlokale verstedelijkingsbehoefte opgevangen. Enerzijds om de steden voldoende draagvlak te geven voor hun functie als economische en culturele motor, anderzijds om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan; — overig stedelijk gebied (landelijke regio’s): het overig stedelijk gebied, met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking, voorziet in de opvang van de lokale verstedelijkingsbehoefte. Grootschalige verstedelijking is ongewenst en voor woningbouw geldt het principe ‘bouwen voor migratiesaldo-nul’. De provincie wil de veroudering van werklocaties voorkomen door bedrijventerreinen kwalitatief 'up to date' te houden en de herstructurering van verouderde terreinen te bevorderen. Een deel van de ruimtebehoefte kan worden gerealiseerd door herstructurering van verouderde werklocaties en intensivering van het ruimtegebruik op bestaande en nieuw aan te leggen terreinen.
Croonen Adviseurs
3
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Daarbij wil de provincie dat gemeenten terughoudend omgaan met de transformatie van verouderde bedrijventerreinen naar woningbouwlocaties, om te voorkomen dat in de toekomst te weinig ruimte beschikbaar is voor bedrijvigheid. De bestaande terreinen hebben vaak een multimodale ontsluiting en zijn (ook) belangrijk om de vraag in het traditionele/functionele segment en startende ondernemingen te accommoderen. Relatie beleid en bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ betreft een conserverend bestemmingsplan binnen het stedelijk concentratiegebied. De bestaande situatie is positief bestemd, met inachtneming van de geldende rechten. De bedrijfsbestemming is gehandhaafd en door het opnemen van een flexibele regeling hebben bedrijven op het eigen perceel de mogelijkheid om het ruimtegebruik te intensiveren. Daarmee wordt aangesloten op de doelstellingen zoals geformuleerd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. 2.1.2
Verordening Ruimte In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen rijk, provincies en gemeenten. De provincie kan door middel van een planologische verordening regels formuleren waarmee gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening moeten houden. De provincie Noord-Brabant heeft hiertoe de Verordening Ruimte opgesteld. Fase 1 van de verordening is vastgesteld op 23 april 2010 en is in werking getreden op 1 juni 2010. Fase 2 van de verordening is vastgesteld in december 2010 en in werking getreden op 1 maart 2011. Vanaf die datum is sprake van één provinciale Verordening Ruimte, waaraan gemeentelijke bestemmingsplannen worden getoetst. De Verordening Ruimte wordt periodiek herzien. Een belangrijk onderdeel van de Verordening Ruimte is de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast bevat de verordening regels voor onder meer stedelijke ontwikkelingen, ontwikkelingen in het landelijk gebied en de bescherming van de ecologische hoofdstructuur. Stedelijke ontwikkelingen dienen, in lijn met het beleid van de SVRO, in principe plaats te vinden binnen het bestaand stedelijk gebied of binnen een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. Deze gebieden zijn in de Verordening Ruimte begrensd, waarbij onderscheid is gemaakt tussen het stedelijk concentratiegebied en het landelijk gebied. Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt volledig binnen het bestaand stedelijk gebied en binnen het stedelijk concentratiegebied. In hoofdstuk 3 van de Verordening Ruimte zijn regels opgenomen voor bestaande en nieuwe bedrijventerreinen. In de toelichting van een bestemmingsplan voor een bestaand bedrijventerrein moet verantwoording worden afgelegd over de mogelijkheden voor herstructurering, zorgvuldig ruimtegebruik en het tegengaan van oneigenlijk ruimtegebruik, in relatie tot de afspraken die op regionaal niveau zijn gemaakt over de ontwikkeling van nieuwe of de uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen en kantoorlocaties. In de Verordening Ruimte is daarnaast vastgelegd welke vormen van ruimtegebruik de provincie beschouwt als ‘oneigenlijk’ ruimtegebruik op bedrijventerreinen.
Croonen Adviseurs
4
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Onder oneigenlijk ruimtegebruik op middelzware en zware bedrijventerreinen wordt verstaan het gebruik voor: — bedrijfswoningen; — bedrijfsmatige uitoefening van administratieve diensten, detailhandel, horeca, maatschappelijke voorzieningen en leisurevoorzieningen (tenzij deze direct verband houden met één of meer op het desbetreffende terrein gelegen bedrijven en zoveel mogelijk geclusterd zijn gesitueerd); — bedrijven behorend tot de milieucategorie 1 en 2, met uitzondering van bedrijven met een bouwperceel van meer dan 5.000 m2. In de Verordening Ruimte zijn de ecologische hoofdstructuur (EHS) en de groenblauwe mantel begrensd. Binnen het plangebied komen geen gebieden voor die een status hebben als EHS of deel uitmaken groenblauwe mantel. Nabij het plangebied komen deze gebieden wel voor: zowel aan de noord-, oost- als zuidzijde bevinden zich percelen die deel uitmaken van de EHS. De percelen rondom de EHS zijn aangewezen als groenblauwe mantel. Conform de Verordening Ruimte dienen bestemmingsplannen die liggen in de ecologische hoofdstructuur of in de groenblauwe mantel regels te bevatten die strekken tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en/of van de landschappelijke waarden en kenmerken van de gebieden.
Bestaand stedelijk gebied (stedelijk concentratiegebied)
Ecologische hoofdstructuur
Zoekgebied verstedelijking (stedelijk concentratiegebied)
Groenblauwe mantel
Kaartbeelden Verordening Ruimte: stedelijke ontwikkeling (links) en natuur en landschap (rechts)
Relatie beleid en bestemmingsplan Het gehele plangebied van dit bestemmingsplan is op de kaart Stedelijke Ontwikkeling behorende bij de Verordening Ruimte aangeduid als ‘bestaand stedelijk gebied: stedelijk concentratiegebied‘. Nieuwe stedelijke ontwikkelingen dienen in principe plaats te vinden in bestaand stedelijk gebied of in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
Croonen Adviseurs
5
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Op het bedrijventerrein Vluchtoord zijn, overeenkomstig het geldende bestemmingsplan, lichte en middelzware bedrijven toegestaan, tot maximaal milieucategorie 3.2. Hoewel de vestiging van zwaardere bedrijven in theorie mogelijk is (met name centraal op het bedrijventerrein) wordt het vanwege de mogelijke hinder naar de omringende woongebieden, vanwege het representatieve karakter van het terrein en vanwege de aanwezigheid van bedrijfswoningen niet wenselijk geacht om bedrijven in milieucategorie 4 of 5 toe te staan. Vluchtoord is een lokaal bedrijventerrein dat geschikt is voor de opvang van bedrijven uit de woonkernen van de gemeente Uden; bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 zijn dan ook toegestaan. Om te voorkomen dat ook kleine bedrijven zich op het bedrijventerrein kunnen vestigen, is een minimale oppervlakte voor het bouwperceel van 1.000 m2 opgenomen. Bestaande bedrijfswoningen zijn aangeduid; nieuwe bedrijfswoningen worden overeenkomstig het provinciale beleid niet toegestaan. Ook de nieuwvestiging van detailhandel en van zelfstandige kantoren wordt niet mogelijk gemaakt. Uitzondering is detailhandel in auto's en motorfietsen; voor de vestiging van deze vormen van detailhandel is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen. De bestaande detailhandelsvestigingen zijn aangeduid, waarbij per locatie is aangegeven welke vorm van detailhandel is toegestaan. De bestaande zelfstandige kantoren zijn aangeduid als ‘kantoor’ of als 'specifieke vorm van kantoor - kantoor op verdieping'. In het zuidwesten van het plangebied is een kart- en recreatiecentrum gevestigd. Voor deze locatie is een specifieke bestemming opgenomen. Het plangebied ligt buiten de gebieden die zijn aangewezen als ecologische hoofdstructuur of als groenblauwe mantel. Er hoeven dan ook geen regels opgenomen te worden ter bescherming van de ecologische en landschappelijke waarden. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en heeft derhalve ook geen gevolgen voor de EHS-gebieden die in de directe omgeving van het plangebied liggen.
2.2
Gemeentelijk beleid
2.2.1
Interim Structuurvisie 2009-2015 De Interim Structuurvisie is een gemeentelijke structuurvisie die bestaat uit: — een flexibele component, het programma, en; — een meer duurzame component, het ruimtelijk structuurbeeld. Het ruimtelijk structuurbeeld is de samenhangende visie van de gemeente op de ruimtelijke structuur van het hele gemeentelijk grondgebied, dat wil zeggen alle kernen, de bedrijventerreinen en het buitengebied. Het gaat daarbij om stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten en om kwaliteiten die bijvoorbeeld te maken hebben met water, cultuurhistorie, natuur, milieu en verkeer en vervoer. Het ruimtelijk structuurbeeld is gericht op de lange termijn. Naast de duurzame component, in de vorm van het ruimtelijk structuurbeeld, bevat de Interim Structuurvisie ook een tijdelijke/flexibele component, het programma. Het programma is gericht op een periode van circa 10 jaar en wordt zowel kwantitatief als kwalitatief benaderd.
Croonen Adviseurs
6
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Het gaat daarbij bijvoorbeeld niet zozeer om de vraag hoeveel woningen moeten worden gebouwd, maar vooral om vragen als: wat voor woningen moeten voor wie worden gebouwd in welke woonmilieus. Op basis van de lagenbenadering zijn het ruimtelijk structuurbeeld en de ambities van de gemeente Uden vertaald naar de ruimtelijke ontwikkelingen in beleid en projecten in Uden voor de komende jaren. Relatie beleid en bestemmingsplan Vluchtoord is in de structuurvisie omschreven als een bedrijventerrein dat vooral bedoeld voor representatieve en schone bedrijven. Veelal betreft het kleinschalige bedrijven met bedrijfswoningen. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ sluit hierop aan door bedrijvigheid in de lichtere milieucategorieën (tot maximaal milieucategorie 3.2) mogelijk te maken. Door het opnemen van een minimale en maximale bouwperceelsgrootte wordt voorkomen dat kleine of zeer grote bedrijven zich op Vluchtoord vestigen. Herstructurering van Vluchtoord is in de structuurvisie als ambitie in laag 3 (occupatielaag) genoemd. Dit bestemmingsplan betreft een conserverend bestemmingsplan; een mogelijke toekomstige herstructurering maakt geen onderdeel uit van het bestemmingsplan. Wel bieden de bestemmingsplanregels voldoende mogelijkheden voor ontwikkelingen op de bedrijfskavels (bijvoorbeeld door het toevoegen/intensiveren van de bebouwing) of voor een eventuele herinrichting van het openbaar gebied. 2.2.2
Strategie bedrijventerreinen De gemeente Uden heeft een bedrijventerreinenstrategie ontwikkeld voor zowel de bestaande als de nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen (rapport 29 februari 2008). In de nota ‘Strategie bedrijventerreinen’ is voor Vluchtoord aangegeven dat het een aantrekkelijke vestigingslocatie is voor bedrijven. De ligging en bereikbaarheid zijn goed en ook de beeldkwaliteit is van een goed niveau. De aanwezigheid van (bedrijfs)woningen op het bedrijventerrein zorgt niet voor beperkingen, aangezien bedrijven in maximaal milieucategorie 3.2 zijn toegestaan. Als het onderhouds- en beheerniveau op het terrein op peil worden gehouden, heeft het terrein voldoende toekomstwaarde. Op Vluchtoord is een aantal bedrijfsverzamelgebouwen voor starters aanwezig. Deze functie zou geïntensiveerd kunnen worden. Een uitwerkingsplan voor betere benutting is beschikbaar. Relatie beleid en bestemmingsplan Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ sluit aan op de bedrijventerreinstrategie. De juridische regeling is erop gericht om de bestaande situatie te handhaven, waarbij bedrijven (overeenkomstig het geldende bestemmingsplan) op het eigen perceel nog mogelijkheden hebben voor aanpassing of intensivering van de bebouwing. De maximale milieucategorie (milieucategorie 3.2) is in dit bestemmingsplan gehandhaafd. Voor nieuwvestiging van bedrijfsverzamelgebouwen is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
Croonen Adviseurs
7
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
2.2.3
Gemeente Uden
Beleidsvisie volumineuze en grootschalige detailhandel In opdracht van het Intergemeentelijk Bureau Economie (IBE) is een beleidsvisie volumineuze en grootschalige detailhandel ontwikkeld (vastgesteld in december 2008). De visie richt zich op de gemeenten Veghel, Uden en Schijndel. Op basis van een analyse van de bestaande situatie, beleidsontwikkelingen en trends is ruimtelijk beleid geformuleerd voor volumineuze en grootschalige detailhandel. De kern van het beleid is hierna weergegeven. Het streven is erop gericht om op wijk- en dorpsniveau een adequaat winkelvoorzieningenniveau te handhaven voor de vestiging van grootschalige winkels (> 1.000 m2 winkelvloeroppervlak). Volumineuze detailhandel past vaak niet binnen reguliere winkelconcentraties waardoor ruimte moet worden geboden voor de vestiging van volumineuze detailhandel buiten deze traditionele winkelgebieden. Het zuidelijk deel van de Industrielaan in Uden (ter hoogte van het bedrijventerrein Loopkant-Liessent) wordt gezien als een goede locatie voor een groot cluster van woonwinkels in het lage- en middensegment van de markt en als de belangrijkste vestigingslocatie voor winkels in de branche wooninrichting. Doe-het-zelf zaken worden bij voorkeur gevestigd op perifere zichtlocaties met een goede autobereikbaarheid. Afhankelijk van de aard en het assortiment zijn tuincentra met name gevestigd in de kernrandzones of op zichtlocaties met een goede autobereikbaarheid. Relatie beleid en bestemmingsplan Het bedrijventerrein Vluchtoord is niet aangewezen als een geschikte locatie voor volumineuze of grootschalige detailhandel. Het bestemmingsplan 'Vluchtoord 2013' staat nieuwvestiging van detailhandel dan ook niet toe, met uitzondering van perifere detailhandel, waarvoor een afwijkingsbevoegdheid is opgenomen. Daarnaast is ondergeschikte productiegebonden detailhandel zonder showroom toegestaan. De bestaande detailhandelsvestigingen zijn aangeduid op de verbeelding, waarbij per aanduiding is aangegeven welke vorm van detailhandel is toegestaan.
2.2.4
Welstand In 2009 is de welstandsnota voor de gemeente Uden vastgesteld. Doel van de nota is het versoberen en vereenvoudigen van het welstandsbeleid, wat heeft geresulteerd in de aanwijzing van een groot deel van het plangebied als welstandsvrij gebied. Alleen die delen van Uden die ook cultuurhistorische waarde bezitten, worden nog getoetst op welstand. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om voor toekomstige ontwikkelingen op de meest representatieve plekken van Uden een beeldkwaliteitplan op te stellen. In het beeldkwaliteitplan worden naast architectonische aspecten tevens ruimtelijke randvoorwaarden opgenomen, zoals stedenbouwkundige aspecten en de inrichting van de openbare ruimte. Na vaststelling van het beeldkwaliteitplan wordt vervolgens in de welstandsnota het betreffende gebied opgenomen als een ensemble. Ensembles zijn gebieden met een duidelijk eigen karakteristiek.
Croonen Adviseurs
8
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Vervolgens zijn per ensemble criteria geformuleerd aan de hand waarvan de concrete welstandsbeoordeling plaats zal vinden. Relatie beleid en bestemmingsplan Voor de bedrijfskavels van de kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat is een beeldkwaliteitplan van toepassing. Bouwaanvragen voor deze kavels worden zowel getoetst aan het bestemmingsplan als aan het beeldkwaliteitplan. Voor het overige deel van het plangebied geldt geen beeldkwaliteitplan. 2.2.5
Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan Uden In het Gemeentelijke Verkeers- en Vervoersplan Uden (oktober 2003) is het verkeersen vervoerbeleid van de gemeente beschreven. De grootste kansen om de mobiliteitsvraag in Uden op een zo duurzaam mogelijke wijze te faciliteren en tegelijkertijd de leefbaarheid te verbeteren, liggen in het stimuleren van het fietsgebruik in Uden. Het netwerk voor het autoverkeer in Uden is in de huidige situatie zeer fijnmazig. Kleine, versnipperde verblijfsgebieden zijn hiervan het gevolg, terwijl een structuur met minder gebiedsontsluitingswegen, en dus grotere verblijfsgebieden, het verkeer nog prima blijkt te kunnen verwerken. Een aantal gebiedsontsluitingswegen zal daarom moeten worden heringericht tot erftoegangsweg, waarmee de verkeersveiligheid op en leefbaarheid rond deze wegen verbeterd wordt. Relatie beleid en bestemmingsplan In het GVVP is geen beleid opgenomen dat specifiek op dit bestemmingsplan van toepassing is. Alle wegen binnen het plangebied zijn bestemd als ‘Verkeer’ en alleen de structurele groenvoorzieningen zijn bestemd als ‘Groen’. Hierdoor is herinrichting van de openbare ruimte mogelijk binnen de kaders van het bestemmingsplan.
2.2.6
Nota Openbare Ruimte De Nota Openbare Ruimte is vastgesteld in 2008 en dient als handvat voor zowel de ontwerper als de beheerder om tot een functionele, duurzaam beheerbare en kenmerkende buitenruimte te komen. In de nota zijn met betrekking tot werkgebieden, waaronder Vluchtoord valt, de volgende kenmerken opgenomen: — inrichting: eenvormige profielen, een rijweg van asfalt met fietssuggestiestroken, trottoirs en bermen met sierheesters en bomen; — gebruiksintensiteit is relatief hoog, enerzijds door personeel en anderzijds door bezoekers; — beheerkwaliteit is ook relatief hoog hetgeen het wat onrustige karakter van de werkgebieden niet versterkt. Voorts zijn de volgende aanbevelingen opgenomen: — de rustige, éénvormige inrichting met groene bermen zonder parkeren handhaven en daar waar nodig verbeteren; — overgangen privé naar openbaar zoveel mogelijk uniform; — zicht beperken vanaf openbare weg naar de terreinen en parkeerplaatsen;
Croonen Adviseurs
9
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
— onderzoek naar wijzigen sierheesters in beplantingssoort die beter past bij het buitengebied of bedrijventerrein; — beleid formuleren betreffende reclame-uitingen, ten behoeve van rustig beeld met hoge kwaliteit; — beeld verbeteren vanaf de rondweg bij de zuidelijke waterpartij; — beheerkwaliteit kan qua functionaliteit van het gebied wel lager, echter van belang is dat dit zonder veel gevolgen voor de beleving plaatsvindt, met name waar bezoekers bepalend zijn (woonwinkels, doe-het-zelf en dergelijke). Relatie beleid en bestemmingsplan De wegen binnen het plangebied hebben de bestemming ‘Verkeer’ gekregen. Daar waar het aanwezige groen van belang is voor de uitstraling van het openbare gebied heeft dit de bestemming ‘Groen’ gekregen, onder andere langs de Industrielaan. In het plangebied is sprake van een vrij eenduidige inrichting van de openbare ruimte, die past bij het beeld van het bedrijventerrein. 2.2.7
Overig beleid Naast het bovengenoemde beleid zijn ook de onderstaande beleidsregels van toepassing voor dit bestemmingsplan. Omdat deze beleidsregels veelal concrete voorstellen geven voor bestemmingsplanregelingen zijn deze niet beschreven in dit hoofdstuk, maar zijn ze direct vertaald in de regels van het bestemmingsplan. Het betreft de volgende beleidsregels: — ondergronds bouwen; — bijwoning in het kader van mantelzorg; — erfafscheidingen; — bijgebouwen hoekpercelen en overkappingen; — uitwegen; — in-/uitrittenbeleid; — aan huis toegelaten beroepen en activiteiten; — jongerenontmoetingsplaatsen; — antennebeleid; — nutsvoorzieningen; — prostitutiebeleid; — ondergrondse containering; — evenementenbeleid. Het (gemeentelijk) beleid dat een relatie heeft met de in hoofdstuk 4 beschreven milieu- en omgevingsaspecten is aangehaald in dat hoofdstuk.
Croonen Adviseurs
10
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
3 Planbeschrijving 3.1
Ontstaansgeschiedenis Uden is ontstaan uit een aantal agrarische buurtschappen, die in het begin van de 19e eeuw verspreid in het agrarische landschap lagen. Vanaf halverwege de 19e eeuw heeft een verdichting plaatsgevonden langs de verbindende wegen tussen deze buurtschappen. In 1873 werd de spoorlijn tussen Boxtel en Duitsland aangelegd waarna er steeds meer bedrijvigheid rondom het station gevestigd werd. In het begin van de 20e eeuw maakte het plangebied van dit bestemmingsplan deel uit van het heidegebied van de Schaijksche Heide. Rond de buurtschappen en langs de aanwezige waterlopen was het heidegebied in deze periode reeds in cultuur gebracht, in de vorm van weilanden en akkergronden. Vanaf de jaren ‘20 van de vorige eeuw breidde de dorpsbebouwing van Uden zich verder uit langs secundaire wegen en werden tussenruimtes opgevuld. Tot de Tweede Wereldoorlog blijft de ontwikkeling van Uden echter beperkt. Pas na de Tweede Wereldoorlog wordt de kern wezenlijk verder uitgebreid. Met de aanleg van de Rondweg en de Industrielaan ontstaan strakke grenzen rondom Uden. De ruimtes binnen de Rondweg worden grotendeels ingevuld met planmatige woningbouw, waarbij de voormalige buurtschappen worden opgenomen in de nieuwe woonbuurten. Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw zijn ten oosten van de Industrielaan bedrijventerreinen ontwikkeld: in het zuiden de bedrijventerreinen Loopkant-Liessent, Goorkens en (zeer recent) Hoogveld en in het noorden het bedrijventerrein Vluchtoord. Bedrijventerrein Vluchtoord is vanaf de tweede helft van de jaren ’90 van de vorige eeuw gerealiseerd als representatieve bedrijfslocatie, bestemd voor bedrijven in de lichte en middelzware milieucategorieën (maximaal milieucategorie 3). Door de planmatige ontwikkeling van Vluchtoord hebben de structuren van het oorspronkelijk agrarische gebied plaatsgemaakt voor een rationele structuur die is gericht op een optimale ontsluiting van de bedrijfskavels. In de huidige situatie is de oorspronkelijke structuur van het gebied dan ook niet meer herkenbaar. De randen van het bedrijventerrein, die bestaan uit ruime groen- en bosstroken, vormen een strikte scheiding tussen het bedrijventerrein en het buitengebied.
3.2
Ruimtelijke structuur
3.2.1
Ruimtelijke structuur Bedrijventerrein Vluchtoord heeft een netto oppervlakte van circa 22 hectare en wordt door de Industrielaan gescheiden van de woongebieden in Uden. Het bedrijventerrein heeft hierdoor een enigszins solitaire ligging, wat nog wordt versterkt door de groen- en bosstroken die Vluchtoord aan drie zijden (west, zuid en oost) omringen. Het bedrijventerrein wordt ontsloten via twee aansluitingen op de Industrielaan, aan de westzijde van het plangebied. Tussen de Industrielaan en de bedrijfspercelen op Vluchtoord ligt een brede groenstrook, die ook een functie heeft voor de waterberging.
Croonen Adviseurs
11
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
In zuidelijke richting gaat deze groenstrook over in een bebost perceel, dat de bebouwing van kart- en recreatiecentrum Traxx scheidt van de Industrielaan. De bedrijven die aan de westzijde van het bedrijventerrein zijn gesitueerd, zijn rechtstreeks zichtbaar vanaf de Industrielaan. Naast bedrijven hebben zich op deze zichtlocatie ook een autodealer en een keukenzaak gevestigd. De meest noordelijke percelen op Vluchtoord zijn zichtbaar vanaf de Rondweg. Op deze percelen zijn twee grootschalige bedrijven gevestigd. De bedrijven staan op relatief grote afstand van de Rondweg, aangezien tussen de Rondweg en de bedrijfspercelen de Belgenlaan ligt, met bermen die deels een groene invulling hebben. Vluchtoord is inmiddels grotendeels bebouwd, met bedrijfsgebouwen van verschillende grootte en uitstraling. De bedrijven zijn georiënteerd op de interne ontsluitingswegen Vluchtoord, Oostwijk en Westwijk, waarbij in een aantal gevallen vóór de bedrijfsbebouwing of in de bedrijfsbebouwing een bedrijfswoning is gesitueerd. Tussen de bebouwde percelen zijn nog enkele onbebouwde bedrijfskavels aanwezig. Op enkele locaties zijn kantoorpanden gesitueerd. In de zuidwestelijke hoek van het plangebied is kart-/recreatiecentrum Traxx gesitueerd. De bebouwing van Traxx wordt van de bedrijfskavels op Vluchtoord gescheiden door de Vluchtoord en de Vluchtoordweg en neemt daarmee een bijzondere plek in binnen de ruimtelijke structuur van het bedrijventerrein. Het oostelijk deel van het plangebied wordt gevormd door een brede bosstrook die tussen bedrijventerrein Vluchtoord en de Landerlaan ligt. De bosstrook wordt doorsneden door een langzaam-verkeerspad dat de Vluchtoord rechtstreeks met de Landerlaan verbindt. In deze bosstrook zijn twee woonkavels gesitueerd, die worden omringd door een open gebied dat wordt gebruikt als tuin en ten behoeve van hobbymatig agrarisch gebruik. Op beide woonpercelen is een vrijstaande woning met een aantal vrijstaande bijgebouwen aanwezig. Aan de lange Goorstraat zijn recent drie bedrijfskavels ontwikkeld ten behoeve van kermisbedrijven, waar opslag en reparatie van kermisattracties plaatsvindt. De bedrijfspercelen zijn ieder circa 2.500 m2 groot en zijn ingepast in de bosstrook die de zuidgrens van bedrijventerrein Vluchtoord vormt. De bebouwde percelen worden van elkaar gescheiden door brede groenstroken met afschermend groen. Ontsluiting van de percelen vindt plaats vanaf de Lange Goorstraat. In de groenstrook langs deze weg is per bedrijfsperceel één inrit aanwezig. De bebouwing op de percelen bestaat uit één bedrijfshal en één vrijstaande bedrijfswoning per bedrijfsperceel. De situering van de gebouwen is zodanig dat aan alle zijden rond de bebouwing ruimte overblijft. 3.2.2
Bebouwing Het bebouwingsbeeld van Vluchtoord kenmerkt zich door plat afgedekte bedrijfshallen met een hoogte van tussen de 6 en 12 meter, op enkele locaties afgewisseld met kleinschaligere bebouwing in de vorm van vrijstaande bedrijfswoningen.
Croonen Adviseurs
12
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
De grootste bedrijfshallen zijn gesitueerd in het noordelijk deel van het bedrijventerrein, op de percelen aan de Belgenlaan. Verder is op in het plangebied sprake van een mix van grotere en kleinere gebouwen, waaronder enkele kantoorpanden. Langs de oostelijke rand van het plangebied komen met name kleinschaligere bedrijfshallen voor. De percelen zijn over het algemeen relatief dicht bebouwd. Op het bedrijventerrein zijn veel panden nagenoeg in dezelfde rooilijn gebouwd. Door deze situering is sprake van een eenduidig straatbeeld, wat nog wordt versterkt door de aanwezigheid van bomen en groene bermen in de straatprofielen. Het bedrijventerrein heeft hierdoor over het algemeen een representatieve en aantrekkelijke uitstraling. De hoogste gebouwen bevinden zich langs de westelijke en noordelijke rand van Vluchtoord. Deze panden zijn zichtbaar vanaf de Industrielaan en de Rondweg en hebben een hoogte van maximaal 12 meter. Het betreft zowel de bedrijfspanden op Vluchtoord als kartcentrum Traxx, dat zich qua bouwmassa voegt tussen de bedrijfsgebouwen. De overige panden op het terrein zijn met een bouwhoogte van maximaal 10 meter wat lager dan de gebouwen aan de randen van het terrein. De bebouwing op de percelen van de kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat bestaat uit één bedrijfshal en één bedrijfswoning per perceel. De bedrijfshallen hebben een goot- en bouwhoogte van maximaal 4,5 respectievelijk 6 meter. De bedrijfswoningen hebben een goot- en bouwhoogte van maximaal 5 respectievelijk 8 meter. 3.2.3
Ontsluiting en parkeren Bedrijventerrein Vluchtoord wordt ontsloten via de Industrielaan. De Industrielaan sluit in noordelijke richting aan op de Rondweg, die een directe verbinding vormt met de A50. In zuidelijke richting sluit de Industrielaan aan op de N264, die ook een directe verbinding vormt met de A50. In zuidelijke richting vormt de Vluchtoordweg een verbinding met de Lange Goorstraat en (via de Ariekesweg) met de Industrielaan. Er zijn vanaf bedrijventerrein Vluchtoord geen rechtstreekse verbindingen voor gemotoriseerd verkeer met de Rondweg ten noorden van het plangebied en de Landerlaan ten oosten van het plangebied. Vanaf de Vluchtoord is de Landerlaan via een fietspad wel bereikbaar voor langzaam verkeer. Langs het noordelijk deel van Vluchtoord, parallel aan de Rondweg, ligt een vrijliggend fietspad. Parkeren vindt op het bedrijventerrein plaats op eigen terrein. In het openbaar gebied is beperkt parkeergelegenheid aanwezig. In het noordoostelijk deel van het plangebied, ten noorden van het bedrijfsperceel Vluchtoord 2, ligt een vrachtwagenparkeerplaats in combinatie met parkeergelegenheid voor een aantal personenauto’s. Deze parkeerplaats is gesitueerd onder het tracé van de hoogspanningsverbinding die het plangebied doorkruist. Vrachtwagens die niet in de bebouwde kom van Uden mogen parkeren, worden verwezen naar deze parkeerplaats. Op bedrijventerrein Vluchtoord is sprake van een parkeerprobleem, wat er onder andere toe leidt dat wordt geparkeerd in de (groene) bermen van de wegen. Op dit moment wordt, los van het bestemmingsplan, bezien welke mogelijkheden er zijn om de parkeerproblematiek aan te pakken.
Croonen Adviseurs
13
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Hierbij kan worden gedacht aan oplossingen op de bedrijfspercelen, oplossingen in de openbare ruimte of een combinatie daarvan. Het bestemmingsplan biedt zowel binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ als binnen de bestemming ‘Verkeer’ mogelijkheden om parkeergelegenheid te realiseren. Doordat de groene bermen van de wegen op het bedrijventerrein zijn opgenomen in de bestemming ‘Verkeer’ biedt het plan de mogelijkheid om, indien gewenst, (delen van) deze groene bermen om te zetten naar parkeerplaatsen. Hiermee biedt het bestemmingsplan maximale flexibiliteit ten aanzien van het oplossen van de parkeerproblematiek. Om ervoor te zorgen dat bij eventuele ontwikkelingen de parkeerproblematiek niet wordt vergroot, is in de algemene gebruiksregels van het bestemmingsplan een parkeerregeling opgenomen. De nota parkeernormen is als bijlage bij de regels gevoegd. 3.2.4
Groen en water Bedrijventerrein Vluchtoord is aan drie zijden voorzien van een groene omkadering. De oostelijke en zuidelijke grens van het bedrijventerrein worden gevormd door een groen/-bosstrook, die de overgang markeren tussen het bedrijventerrein en het buitengebied. De kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat zijn, net als het naastgelegen dierenpension (dat buiten de plangrens staat), gesitueerd in de zuidelijke bosstrook. In het zuiden grenst het plangebied aan de Hoevense Ramen, waar een voormalige vuilnisbelt als recreatiegebied wordt ingericht. In het oosten en noorden grenst het bedrijventerrein aan het halfopen agrarische landschap. Langs de westelijke grens van Vluchtoord liggen brede groenstroken tussen de Industrielaan en de weg Vluchtoord. In de groenstroken zijn waterpartijen aanwezig. In tegenstelling tot de bosstroken ten oosten en zuiden van het bedrijventerrein, hebben de groenstroken een open karakter. Op het bedrijventerrein zelf komt groen voor in de straatprofielen. Over het hele bedrijventerrein is sprake van een eenduidig straatprofiel, waarbij de rijbaan aan weerszijden wordt geflankeerd door een groene berm waarin bomen staan. De groene bermen worden doorsneden door de inritten van de bedrijfspercelen. De groene berm langs het noordelijk deel van de weg Vluchtoord is breder dan de overige bermen, zodat hier ruimte is voor de masten van de hoogspanningsverbinding. Deze hoogspanningsverbinding komt uit in het transformatorstation dat direct ten noordoosten van het plangebied (aan de oostzijde van de Landerlaan) ligt.
3.3
Functionele structuur In het plangebied zijn met name bedrijven gevestigd. Daarnaast komen in het plangebied enkele burgerwoningen voor (aan de Landerlaan) en bevindt zich in de zuidwestelijke hoek van bedrijventerrein Vluchtoord het kart/-recreatiecentrum Traxx. Op het bedrijventerrein zijn een aantal detailhandelsvestigingen en zelfstandige kantoren aanwezig. In de volgende paragrafen wordt aandacht besteed aan de verschillende functies binnen het plangebied. Per functie is kort aangegeven welke uitgangspunten zijn gehanteerd (cursieve tekst) voor de wijze van bestemmen in dit bestemmingsplan.
Croonen Adviseurs
14
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Deze uitgangspunten vloeien deels voort uit het provinciaal en gemeentelijk beleid (zie hoofdstuk 2) en deels uit de analyse van de bestaande situatie (zie paragrafen 3.1 en 3.2). Daarnaast zijn zoveel mogelijk de geldende rechten uit het bestemmingsplan ‘Vluchtoord’ overgenomen. 3.3.1
Bedrijven Het plangebied bestaat hoofdzakelijk uit bedrijven. Het merendeel van de bedrijven bevindt zich op het bedrijventerrein Vluchtoord. De kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat zijn gesitueerd in de bosstrook tussen het bedrijventerrein en het gebied van de Hoevense Ramen. Zowel op het bedrijventerrein als bij de kermisbedrijven zijn bedrijfswoningen aanwezig. Daarnaast is op een aantal locaties op Vluchtoord een bedrijfsverzamelgebouw gesitueerd: een gebouw dat qua ruimtelijke uitstraling overeenkomt met een bedrijfsgebouw maar waarin drie of meer afzonderlijke bedrijven zijn gevestigd. Deze bedrijfsverzamelgebouwen voldoen aan een vraag uit de markt voor kleine bedrijfsruimtes, die bijvoorbeeld door startende ondernemingen kunnen worden gebruikt. De bedrijfspercelen op Vluchtoord zijn opgenomen in de bestemming ‘Bedrijventerrein’. Op grond van het geldende bestemmingsplan en het beoogde representatieve karakter van Vluchtoord is ervoor gekozen om binnen deze bestemming bedrijven in maximaal milieucategorie 3.2 toe te staan. Zwaardere bedrijvigheid (milieucategorie 4 of 5) is op Vluchtoord niet gewenst, enerzijds omdat dit afbreuk zou kunnen doen aan het karakter van het bedrijventerrein, anderzijds omdat zwaardere bedrijvigheid van invloed zou kunnen zijn op de omgeving van het bedrijventerrein: de woongebieden aan de westzijde van de Industrielaan en de bosstroken aan de oost- en zuidzijde van het plangebied. Binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ is de vestiging van bedrijven in milieucategorie 1 t/m 3.2 algemeen toegestaan, mits de bedrijven voorkomen op de staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage bij de regels). De vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen (de zogenaamde ‘grote lawaaimakers’) en risicovolle inrichtingen is niet toegestaan. Binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’ zijn grote bouwvlakken opgenomen, die overeenkomen met de bouwvlakken uit het geldende bestemmingsplan. In de regels is bepaald dat de bouwpercelen voor maximaal 80% mogen worden bebouwd. Per bouwvlak is een maximale bouwhoogte opgenomen. Langs de randen van het bedrijventerrein aan de zijde van de Industrielaan en de Rondweg is de maximale bouwhoogte 12 meter. Op het overige deel van het bedrijventerrein geldt, overeenkomstig het geldende bestemmingsplan, een maximale bouwhoogte van 10 meter. Om te voorkomen dat (te) forse bebouwing van de bedrijfspercelen ertoe leidt dat op eigen terrein te weinig ruimte is voor de opvang van de parkeerbehoefte is in de algemene gebruiksregels een regeling opgenomen met betrekking tot parkeren. Deze regeling maakt het mogelijk om bij nieuwbouw of functiewijziging te toetsen aan de parkeernormen die als bijlage bij de regels zijn opgenomen. Het extra aantal parkeerplaatsen dat nodig is ten gevolge van de uitbreiding of functiewijziging moet daarbij op eigen terrein worden opgevangen.
Croonen Adviseurs
15
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
In het kader van het streven naar zuinig ruimtegebruik is voor de bedrijfspercelen een minimum bebouwingspercentage van 50% voorgeschreven. Voor percelen waar in de huidige situatie minder bebouwing aanwezig is dan 50%, geldt het bestaande bebouwingspercentage als minimaal toelaatbaar. Uitzondering zijn de braakliggende percelen (waar nog helemaal geen bebouwing aanwezig is): hiervoor geldt een minimum bebouwingspercentage van 50%. In de regels zijn, overeenkomstig het geldende bestemmingsplan, voorwaarden opgenomen voor de minimale en maximale grootte van een bouwperceel. Door het opnemen van een minimale perceelsgrootte (1.000 m2) wordt versnippering van het bedrijventerrein voorkomen. Door het opnemen van een maximale perceelsgrootte (8.000 m2) wordt voorkomen dat het karakter van het bedrijventerrein ingrijpend zou kunnen veranderen door de vestiging van één of meerdere (zeer) grote bedrijven. De noordelijke rand van het bedrijventerrein wordt gekenmerkt door de grotere bedrijfspercelen aan de Belgenlaan. Deze percelen zijn in de huidige situatie reeds groter dan 8.000 m2. Om die reden geldt de maximale perceelsgrootte van 8.000 m2 niet voor dit gedeelte van het bedrijventerrein. De bestaande bedrijfswoningen zijn positief bestemd door middel van de aanduiding ‘bedrijfswoning’. Nieuwvestiging van bedrijfswoningen is, overeenkomstig het provinciaal beleid, niet toegestaan. In de regels is bepaald dat de inhoud van bedrijfswoningen maximaal 650 m3 mag bedragen. Dit komt overeen met de gemeentelijke standaard in de nieuwe bestemmingsplannen en is iets meer dan in het geldende bestemmingsplan was toegestaan (600 m3). Hierdoor is beperkte uitbreiding van de bedrijfswoningen mogelijk, maar worden uitwassen in de vorm van zeer grote woningen op het bedrijventerrein voorkomen. Ook voor de bedrijfsverzamelgebouwen is een aanduiding opgenomen. In de regels is bepaald dat sprake is van een bedrijfsverzamelgebouw als in één bedrijfsgebouw drie of meer bedrijven zijn gevestigd. Een pand waarin twee bedrijven zijn gevestigd, wordt niet aangemerkt als een bedrijfsverzamelgebouw. Splitsen van een bedrijfspand in twee delen, bijvoorbeeld ten behoeve van de verhuur van een gedeelte van de bebouwing aan een ander bedrijf, is dus mogelijk. Splitsing in drie of meer eenheden is niet rechtstreeks toegestaan. Via afwijking kunnen op het bedrijventerrein nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen worden toegestaan. Hierbij dient te worden getoetst of de parkeerbehoefte kan worden opgevangen. Ongebreidelde uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen (en een mogelijk daarmee gepaard gaande parkeerproblematiek) wordt op deze wijze voorkomen. Voor de kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat is de bestemming uit het geldende bestemmingsplan ‘Lange Goorstraat, Uden’ overgenomen. Dit betekent dat op de bedrijfspercelen bouwvlakken zijn opgenomen die volledig (bouwvlak voor de bedrijfshal) of voor maximaal 70% (bouwvlak voor de bedrijfswoning) mogen worden bebouwd. De maximale goot- en bouwhoogte zijn per bouwvlak aangegeven.
Croonen Adviseurs
16
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
3.3.2
Gemeente Uden
Detailhandel Op een aantal locaties in het plangebied zijn detailhandelsvestigingen gesitueerd. Het meest in het oog springend zijn de autohandel aan de Vluchtoord 35 en de keukenzaak aan de Vluchtoord 39. Verspreid over het bedrijventerrein bevindt zich daarnaast een aantal bedrijven waarbij ook (productiegebonden) detailhandel plaatsvindt. De detailhandel die op Vluchtoord voorkomt (waaronder detailhandel in auto's, auto-onderdelen en - accessoires, keukens, kunststof kozijnen en diverse vormen van productiegebonden detailhandel) is positief bestemd. Zowel de volumineuze detailhandel als de productiegebonden detailhandel is passend op een bedrijventerrein als Vluchtoord. Uitbreiding van het detailhandelsaanbod op bedrijventerrein Vluchtoord is op dit moment echter niet voorzien. Voor de nieuwvestiging van volumineuze detailhandel vormt bedrijventerrein Loopkant-Liessent een logischere keuze, gezien de concentratie van detailhandel die daar in de huidige situatie al aanwezig is. Dit beleid is als zodanig opgenomen in de gemeentelijke beleidsvisie volumineuze en grootschalige detailhandel. De detailhandelsvestigingen op Vluchtoord zijn in het bestemmingsplan positief bestemd door middel van aanduidingen die de huidige vorm van detailhandel toestaan. Nieuwvestiging van perifere detailhandel is via afwijking toegestaan. Daarnaast is ondergeschikte productiegebonden detailhandel zonder showroom toegestaan. Nieuwvestiging van andere vormen van detailhandel is niet mogelijk gemaakt.
3.3.3
Kantoren Op bedrijventerrein Vluchtoord is een beperkt aantal zelfstandige kantoren gevestigd. Daarnaast zijn bij veel bedrijven ondersteunende kantooractiviteiten aanwezig. De zelfstandige kantoren op Vluchtoord zijn positief bestemd door middel van de aanduiding ‘kantoor’ binnen de bestemming ‘Bedrijventerrein’. De kantoren op het perceel Vluchtoord 5 bevinden zich op de verdieping en zijn aangeduid als 'specifieke vorm van kantoor - kantoor op verdieping'. In de regels is bepaald dat kantoren ter plaatse van deze aanduiding uitsluitend op de verdieping zijn toegestaan. Nieuwvestiging van zelfstandige kantoren is, overeenkomstig het provinciaal beleid, niet toegestaan. Kantoren als onderdeel van de bedrijfsactiviteiten zijn wel toegestaan.
3.3.4
Recreatie (Traxx) Traxx is oorspronkelijk gerealiseerd als kartcentrum. In de afgelopen jaren heeft Traxx zich ontwikkeld tot een recreatie-inrichting, waar naast het kartcentrum ook ruimte is voor onder meer laserschieten en horeca (in de vorm van een restaurant en zaalverhuur voor feesten). Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan is Traxx opgenomen in de bestemming ‘Gemengd’. Op het perceel is een bouwvlak opgenomen dat volledig mag worden bebouwd tot een hoogte van maximaal 12 meter. Het bouwvlak ligt, conform het geldende plan, strak rond de bestaande bebouwing.
Croonen Adviseurs
17
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Door deze wijze van bestemmen wordt voorkomen dat de parkeerplaatsen rond het leisurecentrum worden bebouwd. In de regels is bepaald welke functies op dit perceel zijn toegestaan. Naast bedrijven in de milieucategorieën 1 t/m 3.2 (overeenkomstig het overig deel van Vluchtoord), is een recreatie-inrichting (waaronder in ieder geval wordt verstaan een inpandige kartbaan en laserschietbaan) toegestaan. In de begrippen (artikel 1 van de regels) is aangegeven wat wordt verstaan onder een recreatie-inrichting. Met het begrip is aangesloten bij het begrip in het geldende bestemmingsplan. Daarnaast is horeca toegestaan binnen deze bestemming. 3.3.5
Wonen In het plangebied komen twee woonpercelen voor. Op beide percelen is een vrijstaande woning met bijgebouwen gesitueerd. De gronden rondom de woningen zijn in gebruik als tuin. Beide woonpercelen zijn opgenomen in de bestemming ‘Wonen’. De voortuinen van de woningen (de gronden gelegen voor de voorgevellijn van de woning) zijn bestemd als ‘Tuin’. Ook de gronden tussen de woningen hebben deze bestemming gekregen. Ingevolge het geldende bestemmingsplan is hier geen bebouwing toegestaan. Vanwege het karakter van het gebied is bebouwing van deze gebieden ook niet gewenst. Binnen de bestemming ‘Tuin’ zijn uitsluitend erkers en bouwwerken, geen gebouwen zijnde (onder voorwaarden) toegestaan. Op de verbeelding zijn ruime bouwvlakken opgenomen met een aanduiding ‘gevellijn’. In de regels is vastgelegd dat woningen binnen het bouwvlak gebouwd moeten worden en dat de voorgevel van de woning zich uitsluitend mag richten naar de op de verbeelding opgenomen gevellijn. Hiermee kunnen ongewenste situaties, zoals uitbouwen voor de bestaande voorgevel over de volledige hoogte, worden voorkomen. De voorgevelrooilijn mag wel (onder voorwaarden) worden overschreden door erkers. Nieuwbouw van woningen, anders dan ter vervanging van de bestaande woningen, is niet toegestaan. Op de verbeelding zijn per bouwvlak het type woning (vrijstaand) en de maximale goot- en bouwhoogte opgenomen. In de regels is vastgelegd wat de maximale bouwdiepte en maximale breedte van de woningen mogen zijn. Er zijn ook situeringseisen (ten opzichte van de voorgevelrooilijn en zijdelingse en achterperceelsgrenzen) opgenomen. Zo dient de voorgevel van de woning in of op een afstand van maximaal 2 meter tot de op de verbeelding opgenomen gevellijn te zijn gesitueerd. De afstand van de woning tot de achterperceelsgrens dient minimaal 10 meter te bedragen. Daarnaast geldt voor vrijstaande woningen dat deze minimaal 3 meter van beide perceelsgrenzen gesitueerd dienen te zijn. Voor de goot- en bouwhoogte van hoofdgebouwen zijn de maten uit het geldende bestemmingsplan (5/8 meter) overgenomen. In de algemene bouwregels is een bepaling opgenomen voor de afdekking van gebouwen.
Croonen Adviseurs
18
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Bijgebouwen mogen binnen de bestemming ‘Wonen’ overal op het perceel staan mits deze binnen het bouwvlak en minimaal 5 meter achter de voorgevel van de woning zijn gesitueerd. Het oppervlak aan bijgebouwen is gebonden aan een maximum en is gekoppeld aan de grootte van het bouwperceel. De goothoogte van bijgebouwen mag maximaal 3 meter bedragen en de bouwhoogte maximaal 5 meter. Ook bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn onder voorwaarden toegestaan. 3.3.6
Bos Aan de oost- en zuidzijde van het plangebied bevinden zich groen-/bosstroken, die zowel een ruimtelijke (scheiding tussen bedrijventerrein en buitengebied) als een ecologische functie hebben. De bosstrook aan de oostzijde van het plangebied is bestemd als ‘Bos’. Binnen deze bestemming is slechts zeer beperkt bebouwing toegestaan, in de vorm van gebouwen en overkappingen tot maximaal 20 m2 per gebouw/overkapping en bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot maximaal 2,5 meter hoog. De bosstrook aan de zuidzijde van Vluchtoord valt deels (het gedeelte ten oosten van het dierenpension aan de Lange Goorstraat 6) buiten het plangebied. Het deel van de strook dat binnen de plangrenzen valt, is overeenkomstig het geldende bestemmingsplan ‘Lange Goorstraat, Uden’ bestemd als ‘Groen’. Ter bescherming van het afschermende groen tussen de bedrijfspercelen van de kermisbedrijven is een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen.
3.3.7
Openbare ruimte De openbare ruimte in het plangebied bestaat uit wegen, langzaam verkeersverbindingen en groenvoorzieningen. Uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat alleen de groenstroken die van structureel belang zijn, worden opgenomen in de groenbestemming. De groenvoorzieningen die deel uitmaken van het wegprofiel worden opgenomen in de verkeersbestemming. Alle wegen binnen het plangebied zijn opgenomen in de bestemming ‘Verkeer’. De brede groenstroken aan de oostzijde van de Industrielaan en de groenstroken tussen de kermisbedrijven aan de Lange Goorstraat zijn opgenomen in de bestemming ‘Groen’. De overige groenvoorzieningen zijn opgenomen in de verkeersbestemming.
Croonen Adviseurs
19
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Croonen Adviseurs
20
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
4 Milieuhygiënische en planologische verantwoording In dit hoofdstuk worden de relevante milieuhygiënische en planologische aspecten behandeld. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ is met name gericht op beheer van de bestaande situatie en heeft een conserverend karakter. De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied zijn in dit bestemmingsplan vastgelegd. Voor de gebieden waar het bestemmingsplan een beheerskarakter heeft zijn geen specifieke onderzoeken noodzakelijk. Hierna wordt echter wel kort ingegaan op de diverse milieuhygiënische en planologische aspecten.
4.1
Verkeerslawaai Conform de Wet geluidhinder heeft iedere (spoor)weg een onderzoekszone waarbinnen een akoestisch onderzoek dient te worden verricht indien de bouw van geluidsgevoelige bebouwing (zoals woningen en scholen) mogelijk wordt gemaakt. Uitzonderingen hierop zijn wegen waarvoor een 30 km-regime geldt en wegen die deel uitmaken van een woonerf. In dit bestemmingsplan zijn geen nieuwe bouwmogelijkheden opgenomen voor geluidgevoelige bebouwing. Nader akoestisch onderzoek is dan ook niet nodig.
4.2
Hinder militair vliegveld Volkel Nieuwe wetgeving Op 16 december 2008 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Regelgeving Burgerluchthavens en Militaire luchthavens (RBML) aangenomen. De inwerkingtreding van deze wetswijziging, die de Wet Luchtvaart wijzigt, vindt vanaf 2009 gefaseerd plaats. Onderdeel van de nieuwe wetgeving is de introductie van het luchthavenbesluit. Een dergelijk besluit wordt bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vastgesteld. In het besluit worden het luchthavengebied en het beperkingengebied vastgesteld. Het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart (Bggl) op grond van de Luchtvaartwet blijft van toepassing totdat de geldigheid van de aanwijzing op grond van de Luchtvaartwet is geëindigd. Dit is het moment dat het luchthavenbesluit in werking treedt, doch uiterlijk 1 november 2014. Geluidcontouren Ten zuidoosten van Vluchtoord ligt het militaire vliegveld Volkel. Dit vliegveld valt onder het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart. In het kader van dit besluit dient bij de realisering van nieuwe geluidgevoelige bebouwing rekening te worden gehouden met de geluidsbelasting van het vliegveld, die is uitgedrukt in Ke-contouren (oplopend van 35 Ke tot 65 Ke). De Ke-contouren liggen niet over het plangebied van dit bestemmingsplan en vormen derhalve geen beperking voor de bouwmogelijkheden op bedrijventerrein Vluchtoord.
Croonen Adviseurs
21
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Geluidzone grondgebonden geluid Naast geluidcontouren voor vlieglawaai (de Ke-contouren) ligt rond de vliegbasis ook een 50 dB(A) geluidcontour vanwege grondgebonden geluid. Ingevolge de Wet geluidhinder moet deze contour worden vastgelegd in bestemmingsplannen. Buiten de zonegrens mag de geluidbelasting die wordt geproduceerd niet hoger zijn dan 50 dB(A) etmaalwaarde. Binnen de 50 dB(A)-contour zijn geen nieuwe geluidgevoelige functies (objecten en terreinen) toegestaan, tenzij een hogere waarde is verleend. De 50 dB(A) contour ligt niet over het plangebied en is dan ook niet opgenomen in het bestemmingsplan. Besluit Militaire Luchthavens Het Besluit militaire luchthavens (Bml) strekt ertoe om met betrekking tot militaire luchthavens uitvoering te geven aan de Wet luchtvaart. Dit besluit is in feite primair een herschikking van reeds geldende regels die vanuit diverse regelgeving in dit besluit bijeen zijn gebracht. Het duidelijkst komt dit tot uitdrukking bij de geluidsaspecten (artikelen 3 tot en met 13) die in belangrijke mate zijn ontleend aan het Bggl. Het Bml geeft uitvoering aan een aantal bepalingen van de op militaire luchthavens betrekking hebbende titel 10.3 van Hoofdstuk 10 van de Wet luchtvaart. Het voorziet in het bijzonder in: — een bepaling die aangeeft voor welke militaire luchthavens een luchthavenbesluit dan wel een luchthavenregeling is vereist; — het vaststellen van uniforme grenswaarden voor de geluidsbelasting door opstijgende en landende luchtvaartuigen voor militaire luchthavens met een luchthavenbesluit; — het vaststellen van regels met betrekking tot de maximaal toelaatbare hoogte van objecten in verband met de veiligheid van het luchthaven- luchtverkeer; — het met het oog op de handhaving van de maximaal toegelaten geluidsbelasting vaststellen van een afzonderlijke grenswaarde voor burgermedegebruik van de militaire luchthaven door tussenkomst van een burgerexploitant; — het vaststellen van regels met betrekking tot het gebruik van de militaire luchthavens door de burgerluchtvaart, waaronder de recreatieve burgerluchtvaart; — het vaststellen van regels ten aanzien van de aanleg, inrichting en uitrusting van helihavens. Andere beperkingen dan vanwege geluid Het beperkingengebied rondom vliegbasis Volkel is behalve uit een geluidzone opgebouwd uit: — een obstakelbeheergebied; — een radarverstoringsgebied; — een vogelbeheersgebied; — een risicogebied vanwege de opslag van munitie. Het obstakelbeheergebied Het obstakelbeheergebied is een samenstelling van verschillende obstakelvlakken: — de funnel;
Croonen Adviseurs
22
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
— het Inner Horizontal Conical Surface (IHCS); — het Instrument Landing System-gebied (ILS). De funnel De funnel, gekoppeld aan de ligging van de start- en landingsbanen ter waarborging van veilige vliegprocedures voor startende en landende vliegtuigen, is opgebouwd uit een obstakelvrije rechthoek (strook) rond de start- en landingsbaan met aansluitend twee zijvlakken waarvan de hoogte oploopt tot 64 meter boven NAP. De funnel ligt niet binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Het Inner Horizontal Conical Surface (IHCS) Het Inner Horizontal Conical Surface (IHCS), dat is gekoppeld aan de ligging van de start- en landingsbanen ter waarborging van veilige vliegprocedures voor startende en landende vliegtuigen, wordt gerekend vanaf elk van de landingsdrempels. Het IHCS is gelegen boven de omgeving van het luchtvaartterrein en sluit aan op de funnel. Het IHCS bestaat uit een horizontaal vlak op een hoogte van 64 meter boven NAP met een straal van 4 kilometer rond de landingsdrempel, met aansluitend een conisch vlak waarvan de hoogte oploopt met een helling van 5% over een afstand van 2 kilometer tot een hoogte van 164 meter boven NAP. Het plangebied ligt deels in het horizontale vlak (64 meter + NAP) en deels in het oplopende (conische) vlak. Het horizontale vlak is in het bestemmingsplan opgenomen met de gebiedsaanduiding ‘luchtvaartverkeerzone - IHCS 1’. Ter plaatse van deze aanduiding geldt een hoogtebeperking voor bouwwerken van 64 meter boven NAP. Het oplopende vlak is in het bestemmingsplan vertaald in de aanduidingsvlakken ‘luchtvaartverkeerzone - IHCS 2’ tot en met ‘luchtvaartverkeerzone - IHCS 5’. Ter plaatse van deze aanduidingen gelden hoogtebeperkingen van 65, 70, 75 respectievelijk 80 meter boven NAP. Het Instrument Landing System-gebied (ILS) Het Instrument Landing System-gebied (ILS) dat verband houdt met het goed functioneren van navigatiehulpmiddelen bestaat uit een rechthoekig deelgebied waar de maximaal toelaatbare hoogte 0 meter bedraagt, twee aansluitende deelgebieden waar de hoogte 20 meter bedraagt en een trechtervormig deelgebied in het verlengde van de landingsbaan waarin de toelaatbare hoogte oploopt tot een hoogte van 70 meter over een afstand van 6 kilometer. De hoogtes gelden ten opzichte van de hoogte van de landingsbaan. Het obstakelvak van de ILS ligt niet binnen het plangebied van dit bestemmingsplan. Het radarverstoringsgebied Het plangebied ligt in het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Volkel. Op basis van artikel 2.6.9 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) gelden in een radarverstoringsgebied bouwhoogtebeperkingen voor bouwwerken die door hun hoogte onaanvaardbare gevolgen kunnen hebben voor de werking van de radar.
Croonen Adviseurs
23
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Conform artikel 2.4 en verder van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) betekent dit dat er rond deze vliegbasis een cirkel met een straal van 75 kilometer, gemeten vanaf de positie van de radar, is vastgelegd. Deze cirkel bestaat uit een kern met een straal van 15 kilometer met een maximale bouwhoogte voor bouwwerken (in het algemeen) en daaromheen een ring die doorloopt tot 75 kilometer van de radar met een maximale bouwhoogte voor (alleen) windturbines. De maximale bouwhoogte van bouwwerken binnen de kern van dit radarverstoringsgebied is afhankelijk van de afstand van het beoogde bouwwerk tot de radar. Deze maximale bouwhoogte wordt bepaald door een denkbeeldige rechte lijn die wordt getrokken vanaf een punt op de top van de radarantenne (dit is voor de vliegbasis Volkel 49 meter + NAP), oplopend met 0,25 graden tot een punt gelegen op 15 kilometer vanaf de radarantenne. De gemeente Uden ligt volledig binnen de kern. Als wordt overwogen bouwwerken mogelijk te maken die de maximale hoogte overschrijden, dient een beoordeling te worden gemaakt van de mate waarin het radarbeeld door die bouwwerken wordt verstoord. De toereikendheid van het rapport en de aanvaardbaarheid van de gevolgen van het bouwwerk worden door de minister van Defensie beoordeeld. Ter waarborging van hiergenoemde belangen is in het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding ‘vrijwaringszone – radarverstoringsgebied’ opgenomen. Het vogelbeheersgebied Ten aanzien van het voorkomen van een ongewenste vogelaantrekkende werking in de nabijheid van de luchthaven gelden in een straal van circa 6 kilometer van de vliegbasis beperkingen voor het oprichten van bepaalde installaties en voorzieningen die een dergelijke vogelaantrekkende werking kunnen hebben. De bedoelde installaties/voorzieningen komen in het plangebied niet voor. Risicogebied vanwege de opslag van munitie Vanwege de opslag van munitie gelden risico-contouren (A-, B- en C-zone) waarbinnen bepaalde activiteiten gelimiteerd of niet toegestaan zijn. De risicocontouren liggen niet binnen het plangebied van dit bestemmingsplan.
4.3
Bedrijven en milieuzonering Algemeen De milieuhinder die bedrijven veroorzaken kan globaal worden beoordeeld met behulp van de methodiek van de VNG-handreiking ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). In deze handreiking is een bedrijvenlijst opgenomen, die informatie geeft over de milieukenmerken van verschillende typen bedrijven. In de lijst is op basis van een aantal factoren (waaronder geluid, geur en gevaar) een indicatie gegeven van de afstand tussen bedrijven en hindergevoelige functies (zoals woningen) waarmee gemeenten bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening kunnen houden.
Croonen Adviseurs
24
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
In de VNG-handreiking worden twee omgevingstypen onderscheiden, namelijk ‘rustige woonwijk’/’rustig buitengebied’ en ‘gemengd gebied’. De indicatieve afstanden uit de bedrijvenlijst zijn de afstanden die moeten worden aangehouden tot de gevels van woningen in een ‘rustige woonwijk’. Voor woningen in een ‘gemengd gebied’ mag deze afstand worden gecorrigeerd en kan de indicatieve afstand met één trede worden verlaagd. Een correctie is alleen mogelijk voor de aspecten geluid, geur en stof. Voor het aspect gevaar is verlaging van de indicatieve afstand niet mogelijk. Het uitgangspunt van de VNG-handreiking is gemotiveerd toepassen, in plaats van gemotiveerd afwijken. De indicatieve afstanden uit de VNG-handreiking geven een goede indicatie van de aan te houden afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. De (milieu)wetgeving) blijft echter leidend. Op basis van de indicatieve afstanden zijn de bedrijven op de bedrijvenlijst van de VNGhandreiking ingedeeld in milieucategorieën die variëren van 1 (indicatieve afstand 10 meter) tot 6 (indicatieve afstand 1.500 meter). Milieuzonering bedrijventerrein Vluchtoord Op bedrijventerrein Vluchtoord zijn in de huidige situatie bedrijven gevestigd in de milieucategorieën 1 tot en met 4.1. Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan zijn op het gehele bedrijventerreinen bedrijven in maximaal milieucategorie 3.2 rechtstreeks toegestaan. Voor bedrijven in milieucategorie 3.2 geldt een indicatieve afstand van 100 meter tot aan een woning in een ‘rustige woonwijk’/’rustig buitengebied’. Door de ligging van Vluchtoord kan aan deze afstand (ruimschoots) worden voldaan. De woningen in de woongebieden van Uden, aan de westzijde van de Industrielaan, liggen op ruim 120 meter van de bedrijfspercelen op Vluchtoord. Ook de woningen ten noorden en zuiden van het plangebied en de woningen aan de Landerlaan liggen op (minimaal) circa 100 meter van de bedrijven op Vluchtoord. De maximaal toegestane milieucategorie uit het geldende bestemmingsplan is dan ook opnieuw opgenomen in het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’. Uit oogpunt van milieuzonering zou het in theorie mogelijk zijn om op delen van het bedrijventerrein bedrijven in de hogere milieucategorieën (categorie 4 of 5) toe te staan. Er is echter gekozen om de maximale milieucategorie niet te verhogen. Het toestaan van zwaardere bedrijvigheid zou gevolgen kunnen hebben voor de woningen in de omgeving van het plangebied. Daarnaast zou de nieuwvestiging van zwaardere bedrijvigheid negatieve gevolgen kunnen hebben voor het representatieve karakter van Vluchtoord en voor de bosgebieden (onderdeel van de ecologische hoofdstructuur) in de omgeving van het terrein. Ook vanwege de aanwezigheid van bedrijfswoningen op Vluchtoord is het toelaten van bedrijvigheid in de milieucategorieën 4 of 5 niet gewenst. In de huidige situatie is op één locatie een bedrijf in milieucategorie 4.1 gevestigd. Het betreft een kunststofverwerkend bedrijf aan de Oostwijk 39. Dit bedrijf wordt door de milieuregelgeving zodanig beperkt dat hinder naar omliggende woningen wordt voorkomen. Het bedrijf is positief bestemd door middel van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf’.
Croonen Adviseurs
25
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Hierdoor mag op het betreffende perceel, naast de algemeen toegestane bedrijven in milieucategorie 1 t/m 3.2, ook een kunststofverwerkend bedrijf in een hogere milieucategorie gevestigd zijn. Staat van bedrijfsactiviteiten Als bijlage bij de regels is een staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen. Indien een bedrijf zich wil vestigen op Vluchtoord moet het passen binnen de toegestane milieucategorieën (categorie 1 t/m 3.2). Daarnaast wordt getoetst of het bedrijf voorkomt op de staat van bedrijfsactiviteiten. De staat van bedrijfsactiviteiten is een gefilterde lijst die is gebaseerd op de bedrijvenlijst uit de VNG-brochure. De lijst bevat uitsluitend bedrijfsactiviteiten waarvan de vestiging passend is op Vluchtoord. Activiteiten als delfstoffenwinning zijn van de lijst verwijderd. Ook fysiek onmogelijke activiteiten (zoals zeevaart en binnenvaart) zijn niet op de lijst opgenomen. Tenslotte zijn bedrijfsactiviteiten gefilterd waarvan de vestiging op Vluchtoord uit oogpunt van uitstraling niet zonder meer gewenst is. Voorbeelden daarvan zijn autosloperijen en groothandels in schroot. Bedrijven die niet voorkomen op de staat van bedrijfsactiviteiten maar die qua aard en invloed op de omgeving overeenkomen met de bedrijven die wel zijn toegelaten, kunnen worden toegestaan via een omgevingsvergunning voor het afwijken. Ook voor bedrijven in een hogere milieucategorie dan rechtstreeks toegestaan kan een omgevingsvergunning worden verleend. Daarbij geldt dezelfde voorwaarde, namelijk dat het zwaardere bedrijf qua aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar moet zijn met de bedrijven die wel rechtstreeks zijn toegestaan.
4.4
Externe veiligheid Algemeen Externe veiligheid betreft het risico dat aan bepaalde activiteiten verbonden is voor niet bij de activiteit betrokken personen. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en van risicovol transport. Het gaat daarbij om de bescherming van individuele burgers en groepen tegen ongevallen met gevaarlijke stoffen. Risicobronnen kunnen worden onderscheiden in risicovolle inrichtingen (onder andere lpg-tankstations) en transport van gevaarlijke stoffen (over weg, spoor en water en door buisleidingen). Om voldoende ruimte te scheppen tussen een risicobron en personen of objecten die risico lopen (kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten) moeten vaak afstanden in acht worden genomen. Ook ontwikkelingsmogelijkheden die ingrijpen in de personendichtheid kunnen om onderzoek vragen. Het wettelijk kader voor risicovolle inrichtingen wordt gevormd door het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Voor buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, over het spoor en over het water is het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) in voorbereiding, waarin de Basisnetten voor weg, spoor en water zullen worden opgenomen. In de periode tot het van kracht worden van het Btev geldt de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crnvgs), waarin is geanticipeerd op de Basisnetten.
Croonen Adviseurs
26
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Beleidsvisie Externe Veiligheid In mei 2011 is de gemeentelijke Beleidsvisie Externe Veiligheid vastgesteld. In de beleidsvisie is de gemeentelijke visie op de beheersing van externe veiligheidsrisico’s opgenomen. Het minimale uitgangspunt is om te voldoen aan de wettelijke normen voor externe veiligheid en risicovolle activiteiten zoveel mogelijk te scheiden van de woon-, leef- en (zo mogelijk) werkomgeving. Daar bovenop streeft de gemeente ernaar om binnen de 100% letaliteitscontouren van risicovolle inrichtingen en buisleidingen en binnen een (plasbrandaandachts)gebied van 30 meter van de rand van risicovolle transportassen geen objecten voor verminderd zelfredzame personen toe te staan. In de beleidsvisie is aangegeven wat wordt beschouwd als een object voor minder zelfredzame personen. Het betreft met name basisscholen, zorginstellingen, bejaardenhuizen, kinderdagopvang, aanleuningwoningen, cellencomplexen en sociale werkvoorzieningen. In de Beleidsvisie Externe Veiligheid is onderscheid gemaakt in vier gebiedstypen: woongebieden (inclusief voorzieningen), Bevi-bedrijventerreinen, niet-Bevi-bedrijventerreinen en het landelijk gebied. Vluchtoord is aangewezen als niet-Bevi-bedrijventerrein. Voor alle gebiedstypen geldt dat een overschrijding van de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico niet acceptabel is. Daarnaast geldt voor alle gebiedstypen dat binnen de 100% letaliteitcontour van Bevi-inrichtingen en buisleidingen en binnen 30 meter van risicovolle transportassen geen objecten voor verminderd zelfredzame personen zijn toegestaan. Voor de niet-Bevi-bedrijventerreinen geldt daarnaast dat geen Bevi-inrichtingen zijn toegestaan, met uitzondering van lpg-tankstations. Voor de ontwikkeling van nieuwe beperkt kwetsbare objecten op deze terreinen geldt dat overschrijding van de plaatsgebonden risico 10-6 contour in beginsel niet acceptabel wordt geacht. Uitgangspunt is dat Bevi-inrichtingen op een natuurlijk moment worden gesaneerd, met uitzondering van lpg-tankstations. Hierbij staat de ontwikkeling van de werkgelegenheid voorop. Overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is niet wenselijk en op termijn niet acceptabel. Een toename van het groepsrisico wordt onder voorwaarden toegestaan, mits een verantwoording wordt afgelegd. Voor alle gebiedstypen geldt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen een gegeven is. Bij eventuele ontwikkelingen kan het groepsrisico globaal worden ingeschat. Risicovolle inrichtingen: lpg-vulpunt Industrielaan In het plangebied is één risicovolle inrichting gevestigd die valt onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi): in het noordwestelijk deel van het plangebied bevindt zich het vulpunt van het lpg-station dat aan de westzijde van de Industrielaan is gevestigd. Verder bevinden zich in het plangebied geen risicovolle inrichtingen. Nieuwvestiging van Bevi-bedrijven is ingevolge de planregels ook niet toegestaan. Voor een lpg-vulpunt moet rekening worden gehouden met het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het lpg-station aan de Industrielaan heeft een maximale lpg-doorzet van 999 m³/jaar, zoals vastgelegd in de omgevingsvergunning voor de activiteit milieu (voorheen milieuvergunning).
Croonen Adviseurs
27
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) geldt voor een lpg-station met een doorzet van maximaal 1.000 m³/jaar een plaatsgebonden risicocontour 10-6 van 45 meter vanaf het vulpunt. Naast deze plaatsgebonden 10-6-contour, waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd, kent het lpg-vulpunt een toetsingsafstand voor het groepsrisico. Indien binnen een afstand van 150 meter van het vulpunt nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, geldt een verantwoordingsplicht waarbij het huidige en toekomstige groepsrisico in beeld moeten worden gebracht. Ten behoeve van het lpg-vulpunt is op de verbeelding de aanduiding ‘vulpunt’ opgenomen. De PR 10-6-contour rond het vulpunt is op de verbeelding aangeduid als ‘veiligheidszone - lpg’. In de regels is bepaald dat nieuwbouw van kwetsbare objecten ter plaatse van deze aanduiding niet is toegestaan. Binnen de PR 10-6 contour zijn geen kwetsbare objecten aanwezig. Wel bevindt zich binnen deze contour een klein gedeelte van de bedrijfshal aan de Belgenlaan 1. Een bedrijfshal moet volgens het Bevi worden aangemerkt als beperkt kwetsbaar object, waarvoor de PR 10-6 contour geen grenswaarde maar een richtwaarde vormt. Het bevoegd gezag kan beperkt kwetsbare objecten binnen een PR 10-6 contour gemotiveerd toestaan. In onderhavig geval wordt de situatie acceptabel geacht, omdat het een bestaande situatie betreft en er geen sprake is van de aanwezigheid van verminderd zelfredzame personen. Bovendien wordt op landelijk niveau gewerkt aan een lpgconvenant. Door het treffen van technische maatregelen (gebruik van verbeterde vulslangen en hittewerende coatings op lpg-tankwagens) zullen de PR-contouren voor lpgstations in de toekomst naar verwachting worden verkleind. In dat geval zal de bedrijfshal slechts voor een zeer klein gedeelte binnen de PR 10-6 contour van het lpgvulpunt staan of daar zelfs volledig buiten vallen. Op grond van de gemeentelijke beleidsvisie mogen binnen de 100% letaliteitscontour van het lpg-vulpunt (het gebied in een straal van 150 meter rond het vulpunt, gelijk aan het invloedsgebied) geen objecten worden gerealiseerd voor verminderd zelfredzame personen. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ maakt de realisering van dergelijke objecten (scholen, zorgcentra, kinderdagverblijven) niet mogelijk. Omdat het oprichten van objecten voor verminderd zelfredzame personen binnen de 100% letaliteitscontour al niet mogelijk is op grond van de aan de gronden gegeven bestemmingen, is het niet zinvol om de contour specifiek op de verbeelding en in de planregels op te nemen. Transport over weg (Industrielaan en Rondweg) Over de Industrielaan en de Rondweg vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6-contour ligt op de as van de wegen en vormt derhalve geen beperkingen voor ontwikkelingen in het plangebied. Op grond van de gemeentelijke beleidsvisie mogen binnen 30 meter vanaf de kant van deze wegen geen kwetsbare objecten zoals woningen en scholen worden gebouwd in verband met plasbranden. Deze zone wordt een plasbrandaandachtgebied (PAG) genoemd.
Croonen Adviseurs
28
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Vanwege de brede groene bermen van de Industrielaan en de aanwezigheid van een parallelweg langs de Rondweg (de Belgenlaan) ligt het PAG niet over delen van de bedrijfspercelen die bebouwd kunnen worden. Bovendien staat dit bestemmingsplan de nieuwbouw van kwetsbare objecten niet toe. Om die reden is geen beperkende/beschermende regeling opgenomen ten behoeve van het PAG. Militair vliegveld Volkel Voor militair vliegveld Volkel is momenteel een luchthavenbesluit in voorbereiding. Het aspect externe veiligheid veroorzaakt door vliegbewegingen wordt daarin nog niet meegenomen. Voor de beoordeling van externe veiligheid door vliegtuigbewegingen bij militaire luchthavens wordt momenteel een beleidskader ontwikkeld. De explosiecirkels rondom munitieopslagplaatsen op het vliegveld, waarbinnen eisen worden gesteld ten aanzien van de soort en mate van bebouwing, zijn in de diverse bestemmingsplannen vastgelegd (A, B en C-zone, conform de circulaire Van Houwelingen). Deze zones vallen niet over het plangebied van dit bestemmingsplan en zijn dan ook niet relevant. Verantwoording groepsrisico Hoewel dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, is het ingevolge het Bevi verplicht om het groepsrisico vanwege de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen te verantwoorden. Voor het transport van gevaarlijke stoffen over de weg is een verantwoording ingevolge de Crnvgs alleen noodzakelijk bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde of een toename van het GR. Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, neemt het GR niet toe. De oriëntatiewaarde van het GR wordt, zowel voor de Industrielaan als voor de Rondweg, niet overschreden, zodat een verantwoording van het GR voor het wegtransport niet noodzakelijk is. Aangezien het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ de bestaande situatie in het bestemmingsplan vastlegt (met inachtneming van de geldende rechten), zijn de mogelijkheden voor verlaging of beperking van het groepsrisico beperkt. Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg voor advies voorgelegd aan de regionale brandweer. De brandweer heeft bij brief van 16 juli 2012 aangegeven dat een advies voor het plan niet noodzakelijk wordt geacht omdat het bestemmingsplan conserverend van aard is en er geen sprake is van een groepsrisico. De vaststelling van het bestemmingsplan heeft volgens de brandweer geen gevolgen voor de benodigde inzet van hulpverleningsdiensten en voor de zelfredzaamheid van personen in het plangebied. Mede naar aanleiding van het brandweeradvies wordt de hoogte van het groepsrisico verantwoord geacht.
4.5
Geur Op basis van de Wet geurhinder en veehouderij en de door de gemeenteraad vastgestelde geurverordening dient het aspect geurhinder, afkomstig van omliggende veehouderijen, te worden afgewogen ter toetsing van planontwikkelingen. In de omgeving van het plangebied liggen enkele agrarische bedrijven die van invloed kunnen zijn op het plangebied. In dit bestemmingsplan worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Nader onderzoek naar de geurbelasting is dan ook niet nodig.
Croonen Adviseurs
29
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
4.6
Gemeente Uden
Luchtkwaliteit In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer is de regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteit vastgelegd. In artikel 5.16 is vastgelegd dat bestuursorganen bevoegdheden, zoals het vaststellen van een bestemmingsplan, mogen uitoefenen wanneer sprake is van één van de volgende gevallen: a Er is geen sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden. b De concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht verbetert of blijft ten minste gelijk. c Het plan draagt ‘niet in betekenende mate’ bij aan de concentratie van de desbetreffende stoffen in de buitenlucht. d De ontwikkeling is opgenomen in een vastgesteld programma, zoals het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Een nadere uitwerking van de regelgeving met betrekking tot het begrip ‘niet in betekende mate’ is vastgelegd in het ‘Besluit niet in betekende mate’ en de ‘Regeling niet in betekenende mate’. Voor ontwikkelingen die ‘niet in betekenende mate’ bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeft niet te worden getoetst aan de grenswaarden. Dit bestemmingsplan heeft een beheerkarakter en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Ten gevolge van de vaststelling van het bestemmingsplan neemt de concentratie van stoffen in de buitenlucht derhalve niet toe. Hiermee wordt voldaan aan artikel 5.16 lid b van de Wet milieubeheer. De luchtkwaliteitseisen leveren derhalve geen belemmeringen op voor dit bestemmingsplan.
4.7
Kabels en leidingen In het plangebied liggen twee hoogspanningsverbindingen die planologisch beschermd moeten worden. Beide verbindingen komen uit bij het transformatorstation dat direct ten noordoosten van het plangebied (aan de oostzijde van de Landerlaan) ligt. Eén van de hoogspanningsverbindingen loopt vanaf het transformatorstation in noordwestelijke richting naar Nistelrode en Oss. De andere verbinding volgt in zuidwestelijke richting de Vluchtoord en buigt in de middenberm van de Industrielaan af naar het zuiden. Voor de beschermingszones van de hoogspanningsverbindingen is de dubbelbestemming ‘Leiding – Hoogspanningsverbinding’ opgenomen. Deze zone heeft een breedte van 26 meter aan weerszijden van de verbindingen. Op de gronden met de dubbelbestemming mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken die ten dienste staan van de dubbelbestemming (zoals hoogspanningsmasten). Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor de bouw van overige bouwwerken mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de hoogspanningsverbinding en daartoe advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding. Daarnaast is een omgevingsvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen.
Croonen Adviseurs
30
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
De beschermingszone van de hoogspanningsleiding is erop gericht om de leiding fysiek te beschermen. Naast deze beschermingszone is rond hoogspanningsverbindingen sprake van een magneetveldzone, waarbinnen terughoudend moet worden omgegaan met het toestaan van nieuwe functies waar kinderen langdurig verblijven (woningen, scholen en kinderdagverblijven, inclusief de tuinen en buitenruimtes). Vanuit het rijk wordt de 0,4 micro-Tesla lijn als grenswaarde gehanteerd. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden heeft zich geconformeerd aan deze grens. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ maakt de nieuwvestiging van woningen, scholen en kinderdagverblijven of andere gevoelige bestemmingen niet mogelijk. De magneetveldzones zijn derhalve niet relevant voor dit bestemmingsplan en zijn niet opgenomen op de verbeelding.
4.8
Bodem Het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Vluchtoord 2013' is een actualisatie van een aantal vigerende plannen en heeft het een beheersgericht karakter. Ten behoeve van de vigerende plannen is in het verleden door middel van bodemonderzoeken al aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor zijn functie. Daarnaast toont ook de regionale bodemkwaliteitskaart (2011) dit aan. Voor zover bekend, zijn er in periode van uitvoering van de onderzoeken tot heden (2012) geen bodemverontreinigingen ontstaan in het plangebied. Mocht dit wel zo zijn, dan dient de veroorzaker de verontreiniging ongedaan te maken. Het is voor de actualisatie van het bestemmingsplan niet noodzakelijk om de bodemkwaliteit opnieuw inzichtelijk maken door het uitvoeren van een bodemonderzoek. Ingevolge de Wabo kan het noodzakelijk zijn om voor nieuwe ontwikkelingen, bouwen of milieuactiviteiten binnen het plangebied een bodemonderzoek uit te voeren.
4.9
Waterhuishouding Deze waterparagraaf betreft een beschrijving van de waterhuishoudkundige situatie (oppervlaktewater, grondwater, hemelwater en afvalwater). Beleid Het beleid dat betrekking heeft op het aspect water is vastgelegd in tal van beleidsdocumenten op Europees, nationaal, provinciaal/regionaal en gemeentelijk niveau. Het belangrijkste gezamenlijke punt uit deze beleidsstukken is dat water een belangrijk sturend element is in de ruimtelijke ordening. Water legt een ruimteclaim op het (stads)landschap waaraan moet worden voldaan. De volgende drietrapsstrategieën zijn leidend: — vasthouden-bergen-afvoeren (waterkwantiteit); — voorkomen-scheiden-zuiveren (waterkwaliteit). Het plangebied valt onder het beheer van Waterschap Aa en Maas. De doelen van het waterschap voor de periode van 2010 tot 2015 zijn beschreven in het waterbeheerplan ‘Werken met water voor nu en later’.
Croonen Adviseurs
31
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Het waterschap is verantwoordelijk voor het waterkeringenbeheer, het waterbeheer en het transporteren en zuiveren van afvalwater. Bij alle in- en uitbreidingsplannen adviseert en toetst het Waterschap op hydrologische effecten, waarbij hydrologisch neutraal ontwikkelen het uitgangspunt is: een initiatief mag niet leiden tot een verandering in de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving. Daarnaast is het streven om het schone en het verontreinigde water zoveel mogelijk te scheiden. Waterhuishouding Het beleid van de gemeente Uden voor wat betreft de waterhuishouding sluit aan op het landelijke en provinciale beleid. Tot dit doel is mede het Waterplan Uden opgesteld. Het belangrijkste uitgangspunt is dat nieuwe ontwikkelingen geen belemmering mogen vormen voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water in het deelstroomgebied. Daarnaast is het van belang dat bij inpassing wordt voorkomen dat afwenteling op andere delen van het deelstroomgebied plaatsvindt. Nieuwe rioolstelsels van enige omvang dienen als verbeterd gescheiden te worden uitgevoerd. Verder dient bij nieuwe ontwikkelingen hemelwater, afkomstig van ‘schoon’ afvoerend oppervlak, waar mogelijk, geïnfiltreerd te worden. Water in het bestemmingsplan In het plangebied komt open water voor in de vorm van de waterpartijen in de bermen van de Industrielaan en enkele kleine watergangen langs de wegen (onder andere aan de noordzijde van de Lange Goorstraat). Alle open water is, overeenkomstig de geldende bestemmingsplannen, opgenomen in de bestemming ‘Groen’. Binnen alle bestemmingen zijn water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Hierdoor biedt het bestemmingsplan maximale flexibiliteit met betrekking tot het realiseren van voorzieningen voor waterberging en infiltratie van hemelwater. In het bestemmingsplan worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt, waardoor er in de waterhuishoudkundige situatie geen wijzigingen optreden. Indien op de bedrijfspercelen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden is het uitgangspunt dat het vuile water en het schone hemelwater worden gescheiden. Het afvalwater wordt aangesloten op het rioolsysteem. Om vervuiling van het afstromende hemelwater te voorkomen, mag geen gebruik worden gemaakt van uitloogbare materialen. Overleg met het waterschap Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ is in het kader van het vooroverleg voor wateradvies voorgelegd aan Waterschap Aa en Maas. Het waterschap heeft per brief van 9 augustus 2012 aangegeven in te kunnen stemmen met het plan aangezien er geen directe belangen van het waterschap spelen en het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt.
Croonen Adviseurs
32
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
4.10
Gemeente Uden
Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Sinds de inwerkingtreding van de Wet op de archeologische monumentenzorg is de gemeente bevoegd gezag in het kader van archeologie. De gemeente Uden heeft op dit moment nog geen afzonderlijk archeologiebeleid geformuleerd en sluit derhalve aan bij de provinciale kaart en beleidsrichting. In de Wet op de archeologische monumentenzorg is onder meer opgenomen dat voor bouwwerkzaamheden gelegen binnen een gebied met een hoge of middelhoge archeologische verwachtingswaarde én waarvan de oppervlakte van de grondwerkzaamheden meer dan 100 m² bedraagt het uitvoeren van een archeologisch onderzoek verplicht is. Er is wel een erfgoedverordening opgesteld. De oppervlakteregel van 100 m², aangevuld met onder andere een regel over de maximale verstoringsdiepte van 40 centimeter, is overgenomen in deze gemeentelijke erfgoedverordening. Zodoende is de bescherming van het archeologisch bodemarchief gewaarborgd. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Brabant is voor het plangebied een lage indicatieve archeologische verwachtingswaarde aangegeven. Op grond daarvan is het opnemen van een beschermende regeling niet noodzakelijk.
4.10.1 Cultuurhistorie Volgens de Cultuurhistorische Waardenkaart zijn binnen de grenzen van het plangebied slechts zeer beperkt cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig. De Landerlaan is aangeduid als historisch geografische lijn met een hoge waarde. De Lange Goorstraat en de Belgenlaan zijn aangeduid als historisch geografische lijnen met een redelijk hoge waarde.
Uitsnede Cultuurhistorische Waardenkaart
Croonen Adviseurs
33
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
De laanbeplanting langs de Belgenlaan is aangeduid als historische groenstructuur. Deze uit eik en beuk bestaande laanbeplanting reikt nog vrijwel tot in het centrum van Uden en Zeeland. Plaatselijk is nog sprake van een gave oude weg met zeer oude eiken. Ter hoogte van het plangebied staan enkele solitaire oude bomen en laanbeplanting ter hoogte van de kruising van de Rondweg en de Industrielaan. Ten noordoosten van het plangebied bevindt zich het productiebos Slabroek, dat redelijk hoog gewaardeerd is. In dit bestemmingsplan zijn geen specifieke regels opgenomen ter bescherming van de cultuurhistorische waarden.
4.11
Natuur Het natuurbeschermingsbeleid en de wet- en regelgeving op het gebied van flora en fauna kennen twee sporen, namelijk een gebiedsgericht en een soortgericht spoor. Als gevolg van ontwikkelingen op Europees niveau heeft de laatste jaren een actualiseringslag plaatsgevonden binnen het nationaal natuurbeschermingsrecht. Met de Floraen faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 zijn de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn volledig in nationale wetgeving geïmplementeerd. De twee sporen hebben daarbij elk hun eigen wettelijk verankering. De Natuurbeschermingswet richt zich op de bescherming van gebieden, de Flora- en faunawet op de bescherming van soorten. Gebiedsbescherming Binnen het plangebied van het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ liggen geen beschermde natuurgebieden (Natura-2000 en ecologische hoofdstructuur). Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, heeft het ook geen gevolgen voor de EHS-gebieden ten oosten en ten zuiden van bedrijventerrein Vluchtoord. Soortbescherming Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht. In deze wet is de soortbeschermingsregeling uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn volledig geïmplementeerd. In verband met de uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen dient rekening te worden gehouden met soortbescherming en met name de aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Voor beheergerichte (onderdelen van) bestemmingsplannen, met geen of slechts geringe ontwikkelingsmogelijkheden, kan in het algemeen gesteld worden dat de uitvoerbaarheid niet ter discussie zal staan. Zelfs indien beschermde soorten aanwezig zijn mag worden aangenomen dat deze bij een voortzetting van het bestaande grondgebruik niet in hun voortbestaan zullen worden bedreigd. Anders ligt het voor (onderdelen van) bestemmingsplannen die een wijziging van het grondgebruik inhouden of bijvoorbeeld het slopen dan wel oprichten van nieuwe bebouwing en/of infrastructuur. Hiervoor dient een uitvoerbaarheidtoets flora en fauna te worden uitgevoerd. Dit bestemmingsplan heeft een beheersmatig karakter, waardoor een natuuronderzoek niet noodzakelijk is.
Croonen Adviseurs
34
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
4.12
Gemeente Uden
Duurzaam bouwen Zorg voor het milieu is voor iedereen belangrijk geworden. Duurzame ontwikkeling en in het bijzonder duurzaam bouwen staan dan ook hoog op de agenda van de gemeente Uden. Er zijn veel goede redenen om duurzaam te bouwen en te herbouwen. En er is al veel mogelijk op dit gebied. De ontwikkeling van duurzame technieken en producten is continue in beweging. Duurzaam bouwen richt zich vooral op het toepassen van verantwoorde materialen en technieken, zuinig omgaan met energie, water en ruimte en het creëren van een gezond binnenklimaat. Het uitgangspunt bij duurzaam bouwen is zó bouwen dat de nadelige effecten op het milieu en de gezondheid zo klein mogelijk zijn. De Gemeente Uden heeft het Regionaal Convenant Duurzaam Bouwen onderschreven. Dit Convenant is het resultaat van samenwerking tussen de gemeenten in de regio Noordoost-Brabant, de woningcorporaties en bouwbedrijven. Met het afsluiten van dit convenant willen de partijen realiseren dat alle nieuwbouw en renovaties in de woningbouw duurzaam worden uitgevoerd. Voor het bepalen, realiseren en meten van de ambitie worden de Energieprestatiecertificaten, de Gemeentelijke Praktijk Richtlijn (GPRgebouw, versie 4) en de criteria duurzaam inkopen gebruikt. Dit bestemmingsplan heeft een beheersmatig karakter. In het kader van de duurzaamheid wordt wel aandacht besteed aan de invloed van dit plan op onder andere het wateraspect en de luchtkwaliteit.
Croonen Adviseurs
35
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Croonen Adviseurs
36
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
5 Het bestemmingsplan Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen voor het bouwen en het gebruik van gronden en gebouwen binnen het plangebied. In dit hoofdstuk is een toelichting op de systematiek en de inhoud van de verschillende toegekende bestemmingen van het bestemmingsplan gegeven.
5.1
Het juridische plan Bij het opstellen van het bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening, het Besluit ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geformuleerde uitgangspunten. Voor de opzet en inhoud van de regels is aansluiting gezocht bij het bestemmingsplan ‘Woongebieden’ dat op 8 juli 2010 is vastgesteld en bij het (ontwerp)bestemmingsplan ‘Volkel 2012’. Deze plannen voldoen aan de eisen van de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2008.
5.2
Bestemmingen Bedrijf - Kermis De gronden met de bestemming ‘Bedrijf - Kermis’ zijn specifiek bestemd voor de aanwezige kermisbedrijven: de gronden mogen uitsluitend worden gebruikt voor opslag en reparatie van kermisattracties. Ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ zijn bedrijfswoningen toegestaan, waarbij geldt dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning aanwezig mag zijn. Daarnaast zijn bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen en erven, voorzieningen van algemeen nut, parkeervoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. De maximale goot- en bouwhoogte en het maximum bebouwingspercentage (gemeten per bouwvlak) zijn aangeduid op de verbeelding. In regels zijn nadere bebouwingsregels opgenomen voor gebouwen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. In de regels zijn ook specifieke gebruiksregels opgenomen. Hierin is onder meer bepaald dat opslag uitsluitend inpandig mag plaatsvinden en dat per bestemmingsvlak maximaal één kermisbedrijf is toegestaan. Bedrijventerrein Voor de bedrijfspercelen op bedrijventerrein Vluchtoord is de bestemming ‘Bedrijventerrein’ opgenomen. De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven en bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 1 tot en met 3.2, voor zover de bedrijven voorkomen op de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage bij de regels). Binnen deze bestemming is de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen (zogenaamde ‘grote lawaaimakers’) en risicovolle inrichtingen (bedrijven die vallen onder het regime van het Besluit externe veiligheid inrichtingen) niet toegestaan.
Croonen Adviseurs
37
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
De gronden zijn tevens bestemd voor ondergeschikte niet zelfstandige horecavoorzieningen en ondergeschikte productiegebonden detailhandel zonder showroom. Daarnaast zijn bijbehorende activiteiten en voorzieningen, zoals opslag en uitstalling, tuinen en erven, voorzieningen van algemeen nut, parkeervoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Bestaande bedrijven die binnen een hogere categorie vallen dan toegestaan, zijn aangeduid. Het betreft een kunststofverwerkend bedrijf. Ook de bedrijfsverzamelgebouwen, de zelfstandige kantoren, een vulpunt lpg en de bestaande detailhandelsvestigingen zijn aangeduid. Ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ zijn bedrijfswoningen toegestaan, waarbij is geregeld dat per aanduiding maximaal één bedrijfswoning aanwezig mag zijn met een maximale inhoud van 650 m3. In de bouwregels is bepaald dat de oppervlakte van een bouwperceel niet minder mag bedragen dan 1.000 m2 en niet meer dan 8.000 m2. Op de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - grotere perceelsoppervlakte’ geldt het maximum van 8.000 m2 niet. Op de verbeelding zijn bouwvlakken aangegeven, waarbinnen de bedrijfsgebouwen, overkappingen en (indien aangeduid) de bedrijfswoningen mogen worden gerealiseerd. Hierbij geldt dat de afstand van gebouwen tot één van de zijdelingse perceelsgrenzen minimaal 5 meter moet bedragen. Het maximale bebouwingspercentage per bouwperceel is bepaald op 80% en de maximale bouwhoogte is op de verbeelding aangegeven. Het minimale bebouwingspercentage per bouwperceel bedraagt 50%. Als het bebouwingspercentage op een bebouwd perceel in de huidige situatie lager is dan 50%, mag dit lagere percentage als minimum worden aangehouden. Voor braakliggende percelen (waar geen sprake is van een ‘bebouwd perceel’) geldt het percentage van 50%. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor het toestaan van percelen groter dan 8.000 m2 , voor de vestiging van bedrijven die niet voorkomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten, voor de vestiging van bedrijvigheid in een hogere milieucategorie dan rechtstreeks toegestaan, voor het toestaan van nieuwe bedrijfsverzamelgebouwen, en voor het toestaan van detailhandel in landbouwwerktuigen en –machines, machinerieen ten behoeve van bedrijven, automobielen, keukens, caravans, boten en motoren. Bos De bosstrook in het oostelijk deel van het plangebied is opgenomen in de bestemming ‘Bos’. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor behoud, herstel en/of ontwikkeling van het bos en van de landschappelijke waarden en natuurwaarden. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor extensief recreatief medegebruik en voor bijbehorende voorzieningen, zoals (onverharde) paden, groenvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Croonen Adviseurs
38
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van eenvoudige, kleinschalige voorzieningen in de vorm van gebouwen (tot maximaal 20 m2 per gebouw) en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het beheer en/of extensief recreatief medegebruik. Gemengd De gronden met de bestemming ‘Gemengd’ zijn bestemd voor bedrijven die zijn genoemd in de milieucategorieen 1, 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, voor recreatie-inrichtingen (waaronder een inpandige kartbaan en een laserschietbaan) en voor horecabedrijven. Daarnaast zijn bijbehorende activiteiten en voorzieningen, zoals opslag en uitstalling, tuinen en erven, voorzieningen van algemeen nut, parkeervoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. In de regels zijn specifieke bepalingen opgenomen over de bouw van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. In de gebruiksregels is aangegeven wat in ieder geval wordt gezien als een gebruik in strijd met de bestemming. Er zijn afwijkingsmogelijkheden opgenomen voor de vestiging van bedrijven die niet voorkomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten en voor de vestiging van bedrijvigheid in een hogere milieucategorie dan rechtstreeks toegestaan. Groen De structurele groenvoorzieningen in het plangebied zijn opgenomen in de bestemming ‘Groen’. De gronden zijn met name bestemd voor groenvoorzieningen, waaronder afschermend groen ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen - afschermend groen’. Daarnaast zijn de gronden bestemd voor langzaamverkeersroutes, routes voor calamiteitenverkeer, voor het houden van evenementen en voor (jongeren)ontmoetingsplaatsen. Bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en voorzieningen van algemeen nut zijn ook toegestaan. Binnen deze bestemming geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. Voor het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn nadere bepalingen opgenomen. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om gebouwen en overkappingen ten behoeve van (jongeren)ontmoetingsplaatsen toe te staan. Ter behoud en bescherming van de afschermende werking van de groenvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding voor afschermend groen is een regeling opgenomen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden. Tuin Deze gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden staande hoofdgebouwen en voor bijbehorende voorzieningen, zoals voorzieningen van algemeen nut, water en waterhuishoudkundige voorzieningen en parkeervoorzieningen.
Croonen Adviseurs
39
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Aan de voor- en zijgevel van het hoofdgebouw mogen erkers worden gebouwd. Voor de erkers en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn bouwregels opgenomen. Verkeer De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor Interlokale wegen, lokale ontsluitingswegen, langzaamverkeersroutes en parkeervoorzieningen. Daarnaast zijn groenvoorzieningen, afvalcontainers (boven- en ondergronds), geluidwerende voorzieningen, voorzieningen van beeldende kunst en (jongeren)ontmoetingsplaatsen toegestaan. Ook voorzieningen van algemeen nut en water en waterhuishoudkundige voorzieningen zijn mogelijk. Binnen deze bestemming geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd. Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om gebouwen en overkappingen ten behoeve van (jongeren)ontmoetingsplaatsen toe te staan. Voor het realiseren van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn nadere bepalingen opgenomen. Wonen De woonpercelen aan de Landerlaan zijn opgenomen in de bestemming ‘Wonen’. De gronden zijn bestemd voor wonen, woongroepen voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten tot een maximum van 15 wooneenheden met de daarbij behorende voorzieningen, wonen in combinatie met kinderopvang in de vorm van gastouderschap tot een maximum van 6 kinderen en de uitoefening van beroepsmatige activiteiten. Daarnaast zijn bij de bestemming behorende tuinen en erven, in- en uitritten, (ondergrondse) parkeervoorzieningen, voorzieningen van algemeen nut, groenvoorzieningen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Op de verbeelding zijn bouwvlakken opgenomen op het gehele bouwperceel. In de regels zijn maatvoeringseisen en situeringseisen gegeven die een ‘denkbeeldig bouwvlak’ vormen. Het denkbeeldig bouwvlak geeft weer waar de woning gebouwd mag worden en stelt beperkingen aan de maatvoering. Zo is voor de vrijstaande woningen een maximale bouwdiepte van 15 meter en een maximale breedte van 15 meter opgenomen. De maximale hoogtes van de woningen zijn op de verbeelding weergegeven. De voorgevel van de woning moet worden gesitueerd in de voorgevellijn of op een maximale afstand van 2 meter daarachter. De minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt 3 meter aan beide zijden. De afstand van het denkbeeldige bouwvlak tot de achterste perceelsgrens moet minimaal 10 meter bedragen. Daarnaast zijn nadere bepalingen opgenomen voor het bouwen van bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. In de specifieke gebruiksregels zijn bepalingen opgenomen over het gebruik van de gronden voor beroepsmatige activiteiten. Verder is hier aangegeven wat in ieder geval wordt gezien als een gebruik in strijd met de bestemming. In de regels zijn tenslotte bevoegdheden opgenomen voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van onder andere bedrijfsmatige activiteiten/kapsalons, ondergrondse beroepsmatige activiteiten en mantelzorg.
Croonen Adviseurs
40
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Leiding – Hoogspanningsverbinding De gronden met de bestemming ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ zijn mede bestemd voor een hoogspanningsleiding. Op deze gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken die ten dienste staan van de dubbelbestemming (waaronder hoogspanningsmasten). Er is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen voor de bouw van bouwwerken mits geen onevenredige aantasting ontstaat of kan ontstaan van de belangen van de hoogspanningsverbinding en daartoe advies wordt ingewonnen bij de beheerder van de desbetreffende leiding. Er is ook een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden die de leiding in gevaar zouden kunnen brengen. Er is onder andere een omgevingsvergunning benodigd voor het aanplanten van bomen, het aanbrengen van bovengrondse constructies of het ophogen van het maaiveld.
5.3
Algemene regels In hoofdstuk 3 van de regels zijn algemene regels gegeven. In de algemene bouwregels is een aparte bepaling opgenomen over de manier van afdekken van gebouwen vanaf de toegestane goothoogte tot de toegestane bouwhoogte. Dit principe is gekozen omdat het vastleggen van een verplichte dakhelling architectonisch als te beperkend wordt ervaren. Het principe maakt allerlei creatieve en architectonisch fraaie bouwmogelijkheden mogelijk binnen bepaalde marges. Uitgangspunten voor het principe zijn: 1 de maximale goothoogte, zoals op de verbeelding is aangegeven; 2 een maximale dakhelling van 45°; 3 de maximale bebouwingsmogelijkheid van een hoofdgebouw, bepaald volgens de regels en de verbeelding. Voor hoofdgebouwen is de maximaal mogelijke bouwmassa te bepalen volgens de regels in het bestemmingsplan. Soms is de maximale bouwmassa aangegeven door middel van een op de verbeelding aangegeven bouwvlak met daarbij de maximale goot- en bouwhoogte. In andere gevallen wordt de maximaal mogelijk bouwmassa bepaald door maatvoerings- en situeringseisen in een tabel. Op basis van die regels kan een ‘stolp’ worden getekend, die de maximaal mogelijke bouwmassa weergeeft. Bij de toepassing van de afdekkingsbepaling wordt de toegestane goot- en bouwhoogte uitgezet (gemeten) op die stolp en niet op het bestaande of het ontworpen gebouw. Past een bouwplan binnen die stolp, dan kan medewerking worden verleend.
Croonen Adviseurs
41
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Croonen Adviseurs
42
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
6 Financiële haalbaarheid Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ is een beheerplan, waarin de bestaande situatie is vastgelegd. Het plan betreft een herziening van een aantal bestemmingsplannen, waarbij het juridisch-planologisch regime is geactualiseerd. Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Aan deze actualisering zijn voor de gemeente geen financiële consequenties verbonden.
Croonen Adviseurs
43
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Croonen Adviseurs
44
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
7 Procedures 7.1
Vooroverleg Het voorontwerpbestemmingsplan 'Bedrijventerrein Vluchtoord 2013' is, conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening, in vooroverleg gezonden naar de betreffende instanties. Er zijn vooroverlegreacties ontvangen van de provincie NoordBrabant, de Dienst Vastgoed Defensie, Waterschap Aa en Maas en de brandweer. Alle vooroverleginstanties hebben aangegeven in te kunnen stemmen met het plan. De reacties hebben dan ook niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.
7.2
Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan 'Bedrijventerrein Vluchtoord 2013' heeft van 5 juli 2012 tot en met 15 augustus 2012 ter inzage gelegen, waarbij de mogelijkheid is geboden tot het indienen van een inspraakreactie. Het bestemmingsplan is daarnaast voorgelegd aan de ondernemersverenigingen SBBU en UOV De Kring en op 10 juli 2012 is een informatiemiddag gehouden. Gedurende de periode van terinzagelegging zijn twee inspraakreacties ingediend. De reacties zijn samengevat weergegeven en beantwoord in de Nota van inspraak en vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan 'Bedrijventerrein Vluchtoord 2013', die als bijlage is opgenomen. In de nota is aangegeven welke aanpassingen zijn gedaan naar aanleiding van de inspraakreacties.
7.3
Tervisielegging en vaststelling Het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Vluchtoord 2013' heeft de procedure van artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening doorlopen, waarbij het ontwerpbestemmingsplan met ingang van 15 november 2012 gedurende zes weken, dus tot en met 26 december 2012, voor een ieder ter inzage heeft gelegen. Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn twee zienswijzen ingediend. In de als bijlage toegevoegde ‘Nota van zienswijzen en ambtelijke aanpassingen Ontwerpbestemmingplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Naast de aanpassing van het bestemmingsplan naar aanleiding van de zienswijzen, hebben er ook ambtshalve aanpassingen plaatsgevonden. Een overzicht is opgenomen in de ‘Nota van zienswijzen en ambtelijke aanpassingen Ontwerpbestemmingplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’, die als bijlage is opgenomen. Het bestemmingsplan ‘Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’ is op 3 april 2013 gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad. Het raadsvoorstel en raadsbesluit zijn als bijlage opgenomen.
Croonen Adviseurs
45
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Gemeente Uden
Croonen Adviseurs
46
Bijlage 1 Nota van Inspraak en Vooroverleg Voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
Nota van Inspraak en Vooroverleg Voorontwerp Voorontwerpb ntwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013
INHOUDSOPGAVE
Vooroverleg 1. Provincie Noord-Brabant 2. Dienst Vastgoed Defensie, directie Zuid 3. Waterschap Aa en Maas 4. Brandweer
Inspraakreacties Inspraakreacties Inspraakreactie 1 (2012/3619) Inspraakreactie 2 (2012/3620)
Gemeente Uden september 2012
[1]
Vooroverleg en inspraak In het kader van het vooroverleg is het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 naar diverse instanties gezonden met het verzoek eventuele opmerkingen kenbaar te maken. Van 5 juli t/m 15 augustus 2012 heeft het plan voor inspraak ter inzage gelegen. In die periode kon een ieder reageren op het plan. Het plan is voorgelegd aan de ondernemersverenigingen SBBU en UOV De Kring en op 10 juli 2012 is een informatiemiddag gehouden. Tijdens deze middag is het plan toegelicht en was er gelegenheid tot het stellen van vragen en het geven van reacties. Vooroverleg Van de binnengekomen vooroverlegreacties is hierna kort verslag gedaan. Per reactie is het gemeentelijk standpunt vermeld en de eventueel daaruit voortvloeiende aanpassing(en) van het plan. De ondernemersverenigingen hebben geen reactie ingediend. 1. Provincie NoordNoord-Brabant Bij brief van 13 juli 2012, kenmerk C2079692/3059110, heeft de directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving bericht dat het plan geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
Reactie: De mededeling is voor kennisgeving aangenomen. 2. Dienst Vastgoed Vastgoed Defensie, Defensie, directie Zuid Op 19 juli 2012 heeft de dienst per email aangegeven geen opmerkingen te hebben ten aanzien van het plan.
Reactie: De mededeling is voor kennisgeving aangenomen. 3. Waterschap Aa en Maas In de brief van 9 augustus 2012 geeft het dagelijks bestuur aan te kunnen instemmen met het plan. Er spelen geen directe belangen van het waterschap en er zijn geen ontwikkelingen mogelijk.
Reactie: De mededeling is voor kennisgeving aangenomen. 4. Brandweer Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Brabant Noord heeft bij brief van 16 juli 2012 aangegeven dat een advies voor dit plan niet noodzakelijk wordt geacht, omdat het een conserverend plan is en er geen sprake is van een groepsrisico. De voorgenomen vaststelling heeft geen negatieve gevolgen voor de benodigde inzet van hulpverleningsdiensten en voor de zelfredzaamheid van personen in het plangebied.
Reactie: De mededeling is voor kennisgeving aangenomen.
[2]
Inspraakreacties Inspraakreacties Van de in het kader van de inspraak binnengekomen reacties is onderstaand kort verslag gedaan. Per reactie is het gemeentelijk standpunt weergegeven en de eventueel daaruit voortvloeiende aanpassing(en) van het plan. 1. inspraakreactie 1 a. Hoe staan de in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsbevoegdheden in verhouding tot het conserverend karakter van het plan? Als voorbeeld worden genoemd de afwijkingsbevoegdheid voor bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten en de afwijkingsbevoegdheid voor bedrijven die vallen in een hogere milieucategorie. Daarbij worden concrete toetsingskaders gemist. b. Op pagina 25 van de toelichting staat vermeld dat op het perceel Oostwijk 39 een categorie 4.1bedrijf aanwezig is. In de regels en op de verbeelding is aangegeven dat er enkel bedrijven tot en met categorie 3.2 zijn toegestaan. Wordt met de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan precedentwerking in de hand gewerkt? Of is het college voornemens te handhaven, het bedrijf te verplaatsen of een uitsterfconstructie toe te passen? Het bevreemd insprekers dat door het positief bestemmen van het bedrijf de activiteiten van het betreffende bedrijf worden gelegaliseerd.
Reactie: a. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter in die zin dat de bestaande situatie is vastgelegd op basis van de nu aanwezige functies en bebouwing én het huidige beleid van provincie en gemeente. De geldende rechten zijn daarbij zoveel mogelijk gerespecteerd. In het nu nog geldend bestemmingsplan zijn rechten voor functies en bebouwing opgenomen waarvan nog geen gebruik is gemaakt. De rechten die aansluiten bij het huidige beleid zijn dan ook overgenomen. De juridische regeling is zodanig flexibel dat beperkte aanpassingen en wijzigingen van functies (rechtstreeks dan wel via een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid) mogelijk zijn. Nieuwe (grootschalige) ontwikkelingen zijn niet opgenomen. De genoemde afwijkingsmogelijkheden zijn overgenomen uit het nu nog geldend bestemmingsplan en zijn dus niet aan te merken als een verruiming ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Het toetsingskader is benoemd in de regels. Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend moet door middel van onderzoek worden aangetoond dat belangen niet worden geschaad. Een ieder heeft in het kader van de verlening van de omgevingsvergunning het recht hierop te reageren. b. Het bedrijf aan de Oostwijk 39 valt binnen de milieucategorie 4.1. Het gaat hier om een kunststofverwerkend bedrijf. Dit bedrijf wordt door de milieuregelgeving zodanig beperkt dat hinder naar omliggende woningen wordt voorkomen. Het bedrijf wordt voor wat betreft het hinderaspect aangemerkt als een bedrijf ‘dat zich gedraagt’ als een bedrijf in de milieucategorie 3.2 en is om deze reden dan ook positief bestemd. Dit is gedaan door middel van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - kunststofverwerkend bedrijf’. Hierdoor mag op dit perceel, naast de algemeen toegestane bedrijven in milieucategorie 1 t/m 3.2, ook het kunststofverwerkend bedrijf gevestigd zijn. Hiermee wordt geen precedent geschapen. De mogelijkheid voor een bedrijf dat niet genoemd is in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, maar welke naar aard gelijk te stellen is aan de genoemde bedrijven, was ook al opgenomen in het geldend bestemmingsplan. Op basis hiervan is het bedrijf hier dan ook toegestaan en is het in het nieuwe bestemmingsplan positief bestemd.
[3]
2. inspraakreactie inspraakreactie 2 Deze inspraakreactie heeft in het bijzonder betrekking op het perceel Vluchtoord 5/5b en 5a. a. Op nummer 5 is een autobedrijf gevestigd met showroom, kantoor en werkplaats. In de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten is weliswaar handel in auto’s en motorfietsen, reparatie en servicebedrijven als toegestane activiteit genoemd, maar het is onduidelijk of alle bedrijfsactiviteiten van het bedrijf daaronder begrepen kunnen worden, met name detailhandel in auto’s en de showroom. Deze onduidelijkheid wordt versterkt doordat op de verbeelding voor het autobedrijf aan de Vluchtoord 35, die nagenoeg dezelfde bedrijfsactiviteiten uitoefent, een functieaanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel-autohandel’ (sdh-aut) is opgenomen. Dit impliceert dat niet alle bedrijfsactiviteiten op Vluchtoord 5 onder de omschreven activiteiten in de Staat van Bedrijfsactiviteiten vallen. Inspreker vraagt dan ook voor Vluchtoord 5 de functieaanduiding (sdh-aut) aan de verbeelding toe te voegen. b. Op de verdieping van het bedrijfspand verhuurt de eigenaar 5 zelfstandige kantoorunits met adresaanduiding Vluchtoord 5b. Op nummer 5a is een gezondheidscentrum annex sportschool gevestigd. Voor beide functies is een vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) verleend. Inspreker verzoekt deze functies alsnog positief te bestemmen. c. In verband met verplaatsing van het bedrijf vanuit het centrum zijn door het toenmalige college van burgemeester en wethouders toezeggingen gedaan c.q. afspraken gemaakt voor verruimde gebruiksmogelijkheden en/of funtieveranderingen van de betreffende percelen. Aan deze toezeggingen en afspraken kan niet zomaar voorbij worden gegaan. Het betreft hier een inpandig nachtverblijf (woning), grootschalige detailhandel en de uitoefening van medische en paramedische beroepen. Inspreker verzoekt dan ook in het bestemmingsplan een mogelijkheid/bevoegdheid op te nemen om af te wijken van de gebruiksregels voor genoemde functies.
Reactie: a. In het kader van een algemene beschouwing over de toelaatbaarheid van autobedrijven op de bedrijventerreinen in Uden is onlangs bepaald dat deze bedrijven inclusief de verkoopactiviteiten en showrooms algemeen zullen worden toegestaan. Dit wordt overgenomen in het ontwerpbestemmingsplan voor Vluchtoord. De noodzaak voor een specifieke aanduiding op de locaties waar nu autobedrijven zijn gevestigd, komt hiermee te vervallen. De aanduiding zal dan ook van de verbeelding worden verwijderd. b. De functies waarvoor in het verleden vrijstelling zijn verleend zijn per abuis niet op de verbeelding aangegeven dan wel in de regels opgenomen. Dit wordt in het ontwerpbestemmingsplan hersteld door middel van een specifieke aanduiding. c. Voor van de bestemming afwijkende functies zijn in het verleden al vrijstellingen verleend (zie onder b). De mogelijkheid voor een bedrijfswoning wordt uit het geldende plan overgenomen. Uit dossieronderzoek blijkt niet dat in het verleden toezeggingen zijn gedaan over de mogelijkheid van grootschalige detailhandel. Een verzoek voor een dergelijke vestiging wordt getoetst aan het op dat moment geldende beleid. In de gemeentelijke “beleidsvisie volumineuze en grootschalige detailhandel” is ervoor gekozen deze vormen van detailhandel te concentreren in het gebied Loopkant-Liessent. Ambtshalve Ambtshalve wijzigingen Ambtshalve is in het voorontwerpbestemmingsplan nog een aantal wijzigingen aangebracht, zowel in de regels als op de verbeeldingen. De wijzigingen hebben betrekking op herstel van onvolkomenheden en afstemming van dit plan op enkele andere in voorbereiding zijnde bestemmingsplannen om een eenheid in regel- en vormgeving te bewerkstelligen.
Uden, september 2012. [4]
Bijlage 2 Raadsvoorstel en Raadsbesluit inclusief ‘Nota van zienswijzen en ambtelijke aanpassingen Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013’
Nota
van
zienswijzen
en
ambtelijke
aanpassingen
Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 2013
INHOUDSOPGAVE 1. Zienswijzen 1.1 Algemeen 1.2 Ingekomen zienswijzen Zienswijze 1 d.d. 20/12/2012, nr. 2012/5650 Zienswijze 2 d.d. 21/12/2012, nr. 2013/5 2. Ambtshalve wijzigingen
Gemeente Uden maart 2013 2013
[1]
1. Zienswijzen. 1.1 Algemeen Het ontwerpbestemmingsplan “Bedrijventerrein Vluchtoord 2013” heeft in het kader van artikel 3.8 e.v. van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van donderdag 15 november 2012 gedurende 6 weken, dus tot en met woensdag 26 december 2012, voor een ieder ter inzage gelegen. Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn 2 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn in deze paragraaf samengevat en van commentaar voorzien. Bij de beantwoording van de zienswijzen is de gehele inhoud van de zienswijze meegenomen. Om privacyredenen zijn alle NAW (naam-, adres- en woonplaats) gegevens geanonimiseerd.
1.2 Ingediende zienswijzen Zienswijze Zienswijze 1 - collectieve deel Namens de eigenaren van een 26-tal bedrijfspanden op het bedrijventerrein dient betrokkene een uitgebreid gemotiveerde zienswijze in. Onderstaand een weergave van de belangrijkste onderdelen. De zienswijze is enerzijds collectief en anderzijds is per bedrijfspand ook een specifieke zienswijze toegevoegd. Samenvattend
wordt
collectief
verzocht
om
bij
de
vaststelling
van
het
bestemmingsplan
Bedrijventerrein Vluchtoord 2013: 1
voor de bestaande detailhandelslocaties een regeling op te nemen, die ook andere dan de specifiek aangeduide vormen van detailhandel mogelijk maakt;
2
ook een algemene regeling op te nemen voor het toestaan van: a. ondergeschikte detailhandel; b. volumineuze en grootschalige detailhandel en; c. kantoren;
3
ook binnen bedrijfsverzamelgebouwen ondergeschikte horecavoorzieningen toe te staan;
4
in de afwijkingsbevoegdheid voor bedrijfsverzamelgebouwen ook kantoorverzamelgebouwen te betrekken;
5
de in artikel 4.5 onder a en b bedoelde (van de Staat van bedrijfsactiviteiten afwijkende) bedrijven niet via een afwijkingsbevoegdheid, maar rechtstreeks in de bestemmingsomschrijving op te nemen;
6
de wijzigingsbevoegdheid in artikel 4.6 te schrappen, dan wel voor toepassing daarvan een veel ruimere periode dan slechts 1 jaar te hanteren.
Reactie op zienswijze 1 - collectieve deel 1. Vooropgesteld wordt dat bij de actualisering van een bestemmingsplan de bestaande rechten zoveel mogelijk worden gerespecteerd, zo ook in dit bestemmingsplan. Dat uit zich in tal van specifieke aanduidingen voor de diverse bedrijven. Het zonder enige motivatie dan wel goede ruimtelijke onderbouwing verder verruimen van de bestaande mogelijkheden, en dus in feite meewerken aan nieuwe ontwikkelingen zonder een daaraan ten grondslag liggende goede ruimtelijke onderbouwing, achten wij niet wenselijk en evenmin getuigen van een goede ruimtelijke ordening. 2. a. Het is niet ongebruikelijk om op bedrijventerreinen in zijn algemeenheid ondergeschikte productiegebonden detailhandel toe te staan. In die zin wordt dit onderdeel van de zienswijze gegrond geacht. In artikel 4 (Bedrijventerrein) zal onder 4.1 (Bestemmingsomschrijving), een sub worden toegevoegd waarin is bepaald dat binnen deze bestemming ook ‘ondergeschikte productiegebonden detailhandel zonder showroom’ is toegestaan. [2]
3.
4.
5.
6.
b. Het huidige bestemmingsplan Vluchtoord bevat een vrijstellingsmogelijkheid voor vormen van perifere detailhandel. Aan de zienswijze wordt in die zin tegemoet gekomen dat in het nu vast te stellen bestemmingsplan alsnog een afwijkingsbevoegdheid wordt opgenomen voor perifere detailhandel. Dit wordt dus niet als een rechtstreekse gebruiksmogelijkheid opgenomen. In 2009 heeft de gemeente immers het beleid voor perifere en grootschalige detailhandel vastgesteld. Als onderdeel van de totstandkoming van dit beleid en haar voorloper over de visie op perifere en grootschalige detailhandel in regionaal verband is veelvuldig en uitgebreid overleg gevoerd en hebben workshops plaatsgevonden met ondernemers in Uden. In de beleidsvisie perifere en grootschalige detailhandel is een keuze gemaakt voor mogelijke locaties als concentratiegebied voor perifere en grootschalige detailhandel. Het zuidelijke gedeelte van de Industrielaan is één van de aangegeven locaties. Bedrijventerrein Vluchtoord is niet aangewezen als nieuw concentratiegebied. De mogelijkheden voor deze vormen van detailhandel worden dan ook niet rechtstreeks in de bedrijfsbestemming opgenomen. Met het opnemen van een afwijkingsbevoegdheid voor perifere detailhandel worden de bestaande rechten (dat wil zeggen de vrijstellingsmogelijkheid in het geldende bestemmingsplan) in het nieuwe bestemmingsplan geconsolideerd en kan dus op basis van een afwijkingsprocedure in individuele gevallen de afweging worden gemaakt of dit soort detailhandel kan worden toegestaan. c. In een aantal vigerende bestemmingsplannen voor bedrijfsterreinen bestaan nog mogelijkheden voor kantoren. Het provinciale beleid is ondertussen aangescherpt in die zin dat kantoorvestiging niet meer zonder meer mogelijk kan worden gemaakt. Om zo veel mogelijk te voorkomen dat er aan randen van het stedelijke gebied nieuwe bedrijventerreinen moeten worden ontwikkeld, staat de provincie op het standpunt dat bestaande bedrijventerreinen zo veel mogelijk voor (industriële) bedrijven beschikbaar blijven en dat voor functies met een lagere milieucategorie en kantoren zo min mogelijk gebruik wordt gemaakt van de min of meer traditionele bedrijventerreinen. In aanvulling op dit beleid is de gemeente van opvatting dat het centrum van Uden en snelweglocaties nabij de A50 de meest geschikte locaties zijn voor kantoren. Daarbij dient te worden aangemerkt dat, individuele gevallen daargelaten, met de vaststelling van het masterplan de focus voor kantoren ligt op het gebied Uden Noord. De bestaande kantoren op het bedrijventerrein Vluchtoord zijn daarom in de vorm van een aanduiding op de plankaart ingepast. De bestaande mogelijkheden zijn daarmee zo veel mogelijk overgenomen. De volgorde in de regels wordt zodanig aangepast dat ondergeschikte horecavoorzieningen zijn toegestaan binnen de bestemming bedrijventerrein, ongeacht of daarop nog een extra aanduiding rust. De bepaling dat binnen een bedrijfsverzamelgebouw geen horecavoorzieningen zijn toegestaan wordt geschrapt. Binnen de bestemming bedrijventerrein is dus ook ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf- bedrijfsverzamelgebouw’ deze ondergeschikte horecavoorziening zonder meer toegestaan. Zoals verwoord onder punt 2a. worden geen nieuwe zelfstandige kantoren rechtsreeks toegestaan. Dit geldt ook, met in acht name van dezelfde argumenten, voor kantoren in bedrijfsverzamelgebouwen. Het wordt planologisch gewenst geacht om te kunnen afwegen of bedrijven, welke niet behoren bij de bij de regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, wenselijk zijn binnen het bedrijventerrein. Daarom is het ook gebruikelijk deze bedrijven onder een afwijkingsprocedure te scharen en dus niet rechtsreeks in de bestemmingsomschrijving op te nemen. In artikel 4.6 van de regels hebben wij de wijzigingsbevoegdheid opgenomen om aanduidingen te schrappen indien de betreffende activiteiten gedurende een periode van langer dan een jaar zijn beëindigd. Bij nader inzien beseffen wij dat een dergelijke regeling tot onzekerheid en zelfs schade kan leiden voor de betreffende bedrijven/eigenaren. Bovendien is het praktischer optredende wijzigingen te verzamelen en bij de eerstvolgende actualisering van het [3]
bestemmingsplan, die nu immers verplicht binnen telkens 10 jaar moet plaatsvinden, mee te nemen. De bepaling wordt alsnog geschrapt uit de regels.
Zienswijze 1 - per bedrijfspand a.
Vluchtoord 1 Aan het perceel Vluchtoord 1 is de bestemming “Bedrijventerrein”, zonder specifieke functieaanduidingen gegeven. Ter plaatse is een mediabedrijf gevestigd met onder meer een drukkerij,
multimediastudio
en
uitgeverij
van
regionale
weekbladen,
kabelkranten,
ondernemersmagazines, corporate magazines, een radio- en televisiestation en nieuwe media. Reclamant is van oordeel dat op deze locatie ruimere gebruiksmogelijkheden planologisch aanvaardbaar zijn, zoals ondergeschikte detailhandel, alsmede volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. b. Vluchtoord 5, 5, 5a en 5b De percelen Vluchtoord 5 en 5b hebben de bestemming Bedrijventerrein en detailhandel in auto’s en/of motorfietsen, kantoren op verdieping en bedrijfswoning. Vluchtoord 5a heeft de bestemming Bedrijventerrein en fitnesscentrum / sportschool en een gezondheidscentrum met (para)medische dienstverlening, inclusief horecavoorzieningen die ondergeschikt zijn aan en ten dienste staan van deze voorzieningen. De eigenaar heeft een inspraakreactie ingediend, waarin hij gevraagd heeft om diverse functies (kantoren, sportschool, gezondheidscentrum, bedrijfswoning en grootschalige detailhandel) waarvoor in het verleden vrijstelling is verleend dan wel toezeggingen zijn gedaan in verband met verplaatsing van zijn bedrijf vanuit het centrum van Uden naar Vluchtoord positief te bestemmen. Met uitzondering van grootschalige detailhandel hebben burgemeester en wethouders zijn verzoek gehonoreerd. Voor de betrokkene blijft een gebruiksmogelijkheid van zijn pand Vluchtoord 5 ten behoeve van volumineuze of grootschalige detailhandel van essentieel belang en hij verzoekt uw raad om alsnog een regeling in het bestemmingsplan daarvoor op te nemen.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. c.
Vluchtoord 10 Het perceel Vluchtoord 10 heeft de bestemming Bedrijventerrein met detailhandel in telefonieartikelen en een bedrijfswoning (binnen aangegeven vlak). Betrokkene is van mening dat ook andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en planologisch aanvaardbaar zijn. Hij verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere
[4]
detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. d. Vluchtoord 13 Het perceel Vluchtoord 13 heeft de bestemming Bedrijventerrein en een bedrijfswoning (binnen aangegeven vlak). Het ter plaatse gevestigde bedrijf (fullservice reclamebedrijf met eigen drukkerij, sign-, print- en creatieve afdeling) is van mening dat op deze locatie ruimere gebruiksmogelijkheden van zijn bedrijfspand voor ondergeschikte detailhandel, alsmede volumineuze en grootschalige detailhandel planologisch aanvaardbaar zijn en verzoekt om daarvoor alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. e.
Vluchtoord 15 Het perceel Vluchtoord 15 heeft de bestemming Bedrijventerrein en detailhandel in auto’s en motorfietsen. Het ter plaatse gevestigde bedrijf heeft als activiteiten: reparatie- en onderhoud van alle typen Chevrolet Corvettes, alsook in- en verkoop van deze wagens en onderdelen. Reclamant is van oordeel dat ook andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en planologisch aanvaardbaar zijn. Hij verzoekt uw raad om gelet op deze collectieve zienswijze alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. f.
Vluchtoord 16 Op perceel Vluchtoord 16 is de bestemming Bedrijventerrein en een bedrijfswoning (binnen aangegeven vlak) gelegd. Op deze bedrijfslocatie is een bouw- en onderhoudsbedrijf gevestigd, incl. bedrijfswoning. Betrokkene wenst ruimere gebruiksmogelijkheden van zijn bedrijfspand voor ondergeschikte detailhandel, alsmede volumineuze en grootschalige detailhandel en verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. g. Vluchtoord 17 Het perceel Vluchtoord 17 heeft de bestemming Bedrijventerrein en kantoren. Het daar gevestigde bedrijf houdt met productontwikkeling, product- en dossierregistratie, marketing, sales en distributie van cosmetische en medische hulpmiddelen. Ook verkoopt het bedrijf online producten aan consumenten. De eigenaar wenst een verruiming van de gebruiksmogelijkheden van dit bedrijfspand en verzoekt uw raad om gelet op deze collectieve zienswijze aanvullend in het bestemmingsplan een regeling op te nemen voor ondergeschikte detailhandel, volumineuze en grootschalige detailhandel. [5]
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. h. Vluchtoord 22 Vluchtoord 22 heeft de bestemming Bedrijventerrein zonder specifieke functie-aanduidingen. Dit bedrijfspand bestaat uit een bedrijfsruimte van ca. 800 m2, een kantoorruimte van ca. 143 m² en een showroom ca. 200 m² en is deels verhuurd aan een bedrijf, dat inpakactiviteiten verricht. De overige bedrijfsruimte staat momenteel nog te huur. De eigenaren van het pand wensen ook een verruiming van de gebruiksmogelijkheden en verzoeken een regeling op te nemen voor ondergeschikte detailhandel, volumineuze en grootschalige detailhandel en kantoren/ kantoorverzamelgebouwen.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. i.
Vluchtoord 33 Het perceel Vluchtoord 33 heeft de Bestemming Bedrijventerrein en detailhandel in auto- en motorfietsenonderdelen en -accessoires. De eigenaar is van mening dat ook andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en dat het bestemmingsplan ook ruimte moet bieden voor zelfstandige kantoren. Het is zeer wel denkbaar dat in de toekomst nog aanvullend aanverwante detailhandelsactiviteiten zullen plaatsvinden. Door het beperken van de
detailhandelsbestemming
tot
één
specifieke
detailhandelsbestemming
wordt
de
verhuurbaarheid /verkoopbaarheid van het bedrijfspand negatief beïnvloed. Hij verzoekt uw raad om een regeling op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel, alsmede kantoren.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. j.
Vluchtoord 35 Vluchtoord
35
heeft
de
bestemming
Bedrijventerrein,
detailhandel
in
auto’s
en/of
motorfietsen en een bedrijfswoning. De bedrijfsactiviteiten passen binnen deze bestemming. De eigenaar vindt detailhandel voor auto’s en motorfietsen te beperkt, indien andere voertuigen dan auto’s en motorfietsen, zoals lichte bedrijfswagens en elektrische voertuigen, niet tot de categorie auto’s en/of motorfietsen zouden worden gerekend. Daarnaast vindt hij ook dat andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en dat het bestemmingsplan ook ruimte moet bieden voor zelfstandige kantoren. Hij verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel, alsmede kantoren. [6]
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in zijn algemeenheid alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. k.
Vluchtoord 37, 37a en 37b Vluchtoord 37 heeft de bestemming Bedrijventerrein (zonder specifieke functieaanduidingen) en Vluchtoord 37a/37b de bestemming Bedrijventerrein en detailhandel in auto’s en/of motorfietsen. De huidige eigenaar verzoekt, om gelet op het voormalige (toegestane) gebruik, voor zijn panden volumineuze en grootschalige detailhandel toe te staan. Aanvullend is hij van oordeel dat - gezien de inrichting ervan - het pand het meest geschikt is voor detailhandel of kantoren en zich niet of niet goed leent voor vestiging van bedrijven genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een dergelijk bedrijfspand is zeker niet concurrerend met de beschikbare ruimte in de winkelconcentratiegebieden. Indien hergebruik van detailhandel niet meer mogelijk is, dan zal hij daarvan schade ondervinden. Ook de specifieke bestemming detailhandel in auto’s en motorfietsen acht hij te beperkt, althans voor zover andere voertuigen dan auto’s en motorfietsen, zoals bestelbussen, niet tot de categorie auto’s en/of motorfietsen zouden worden gerekend. Het gebouw leent zich voorts ook goed voor de vestiging van een kantoorverzamelgebouw. In het bestemmingsplan is voorzien in een afwijkingsbevoegdheid voor bedrijfsverzamelgebouwen. Een verzamelgebouw voor kantoren valt
daar
niet
onder.
Verzocht
wordt
om
bij
de
afwijkingsbevoegdheid
voor
bedrijfsverzamelgebouwen ook kantoorverzamelgebouwen te betrekken. Een bestemming met een maatschappelijke functie, zoals ziekenhuis/medisch gerelateerde activiteiten is gelet op de nabijheid van het nieuwe ziekenhuis Bernhoven ook voorstelbaar. Op Vluchtoord 5a is onder de noemer ‘sport’ reeds een gezondheidscentrum met (para)medische dienstverlening toegestaan. Tenslotte heeft Property Vision B.V. burgemeester en wethouders verzocht om op de eerste verdieping van het bedrijfspand planologische medewerking te verlenen aan de vestiging van een inkooporganisatie voor keukenzaken met een kantoor en showroom. De activiteiten betreffen hoofdzakelijk groothandelsactiviteiten, maar via een webshop vindt ook verkoop aan particulieren plaats en zal als ondergeschikte detailhandelsactiviteit ook ter plaatse verkoop aan particulieren plaatsvinden. In de brief van het college van 16 juli 2012 is bevestigd dat vestiging van dit bedrijf past binnen de bestemmingsplanomschrijving van het bestemmingsplan
Vluchtoord
(1996).
Betrokkene
verzoekt
dan
ook
om
deze
bedrijfsactiviteiten, waaronder ondergeschikte detailhandel, ook in het bestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 mee te nemen.
Reactie De bestaande rechten worden zoveel mogelijk gerespecteerd. Zo passen de activiteiten op de eerste verdieping van het bedrijfspand Vluchtoord 37, waarnaar wordt verwezen in de brief van het college van 16 juli 2012, binnen de bestemming Bedrijventerrein. Binnen de specifieke aanduiding ‘detailhandel in auto’s en motorfietsen’ kunnen ook bestelbussen, worden gerekend. Verder wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen wordt toegestaan. Verder wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor
[7]
zelfstandige kantoorfuncties, ook niet als het om kantoorverzamelgebouwen gaat. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. Een bestemming met een maatschappelijke functie, zoals medisch gerelateerde activiteiten achten wij niet aanvaardbaar op een bedrijventerrein, ook niet via een afwijkingsprocedure. Dergelijke functies vinden wij meer passend in het bestaande stedelijke gebied dan wel in de directe nabijheid van het nieuwe ziekenhuis (in Uden-Noord zelf). l.
Vluchtoord 39 Op dit adres rust de bestemming Bedrijventerrein met de aanduiding ‘detailhandel in keukens’. Destijds heeft de gemeente medewerking verleend aan de vestiging van het keukenbedrijf. Na vergunningverlening is het bedrijfspand met winkelruimte en een showroom gebouwd, waarbij ervan uit werd gegaan dat op deze locatie andere vormen van volumineuze detailhandel ook tot de mogelijkheden behoorden. Men verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. m. Vluchtoord 41 Dit pand heeft de bestemming Bedrijventerrein zonder specifiek functieaanduidingen. Eerder is aan burgemeester en wethouders verzocht om medewerking te verlenen aan uitbreiding van de bestaande groothandelsactiviteiten en de bestaande ondergeschikte detailhandelsactiviteiten. De beoogde groothandelsactiviteiten passen volgens het college binnen de bestemming Bedrijventerrein. Ten aanzien van ondergeschikte detailhandel zouden de mogelijkheden worden onderzocht. Gelet hierop verzoekt men om de bestaande en uit te breiden detailhandelsactiviteiten positief te bestemmen en hij verzoekt u tevens om voor deze locatie een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel, alsmede kantoren.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. n. Vluchtoord 42, 42a, 42b en 44 De toegekende bestemming is Bedrijventerrein en bedrijfsverzamelgebouw. De eigenaar is opgevallen
dat
in
het
ontwerpbestemmingsplan
Loopkant-Liessent
ondergeschikte
horecavoorzieningen zijn toegestaan in bedrijfsverzamelgebouwen, terwijl deze voorzieningen in bedrijfsverzamelgebouwen in het ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Vluchtoord 2013 niet zijn toegestaan. Hij verzoekt om ook in dit bestemmingsplan ondergeschikte horecavoorzieningen in bedrijfsverzamelgebouwen toe te staan. Daarnaast wenst hij ook ruimere gebruiksmogelijkheden van zijn pand voor zelfstandige kantoren, ondergeschikte detailhandel, alsmede volumineuze en grootschalige detailhandel. Hij verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor ondergeschikte detailhandel, volumineuze en grootschalige detailhandel, alsmede kantoren.
Reactie [8]
In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1, 2 en 3 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. Ondergeschikte horecavoorzieningen zijn toegestaan binnen de bestemming bedrijventerrein en daarmee ook binnen bedrijfsverzamelgebouwen. o.
Westwijk 1 en 1a Dit bedrijfspand ligt in de bestemming Bedrijventerrein, aanduiding ‘detailhandel in en verhuur van muziekinstrumenten’. Het pand wordt gebruikt als een detailhandelszaak in onder meer audioapparatuur, muziekinstrumenten en toebehoren. De eigenaar vindt dat andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en planologisch aanvaardbaar zijn. Hij verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. p. Westwijk 3 Dit bedrijfspand ligt in de bestemming Bedrijventerrein met de aanduiding ‘detailhandel in sportprijzen’. Het betreft een detailhandelszaak in sportprijzen, relatiegeschenken en kleding. In dit pand is ook een showroom aanwezig, waarin sportverenigingen, sportbonden, bedrijven en instellingen een keuze kunnen maken. De producten worden op bestelling geleverd. De montage/assemblage van de sportprijzen vindt voor een groot deel plaats in het eigen bedrijfspand. Daarnaast heeft men een graveerbedrijf. De eigenaar is van oordeel dat ook andere vormen van detailhandel op deze locatie mogelijk moeten zijn en planologisch aanvaardbaar zijn. Hij verzoekt alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. q. Westwijk 13 Op deze bedrijfslocatie is een drukkerij gevestigd welke ook actief is in digitale media. De eigenaar verzoekt om alsnog een regeling in het bestemmingsplan op te nemen voor ondergeschikte detailhandel en voor volumineuze en grootschalige detailhandel.
Reactie Reac tie In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van onderdeel 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. r.
Oostwijk 13 De eigenaar verhuurt dit bedrijfspand momenteel aan een bedrijf dat onder meer dienstverlenende activiteiten verricht op het gebied van claimsmanagement en schade[9]
expertise en het inspecteren, testen, auditen en certificeren van producten en processen. De eigenaar wenst een verruiming van de gebruiksmogelijkheden van dit bedrijfspand en verzoekt om in het bestemmingsplan aanvullend een regeling op te nemen voor ondergeschikte detailhandel, volumineuze en grootschalige detailhandel en kantoorverzamelgebouwen.
Reactie Reacti e In eerste instantie wordt verwezen naar de beantwoording van de onderdelen 1 en 2 van zienswijze 1 (collectieve deel). Dit betekent dus dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen alsnog wordt toegestaan. Er wordt alsnog een regeling opgenomen dat perifere detailhandel middels een afwijkingsprocedure kan worden toegestaan. Dit geldt dus niet voor zelfstandige kantoorfuncties. Ruimere gebruiksmogelijkheden worden niet rechtsreeks toegestaan. Zienswijze 2 Amitec BV betoogt namens een aan Vluchtoord 31 gevestigd bedrijf dat verkoop ter plaatse niet alleen aan bedrijven plaatsvindt maar ook aan particulieren. Het betreft kozijnen, interieuronderdelen en tuinhuisjes. Deze activiteit wordt sinds de realisatie van het pand, door de vorige eigenaar, ontplooid. De raad wordt verzocht de aanduiding ‘Specifieke vorm van detailhandel – houten producten’ toe te wijzen. Als alternatief wordt aangedragen om productiegebonden detailhandel rechtstreeks toe te staan binnen de bestemming ‘bedrijventerrein’.
Reactie Zoals aangegeven in onderdeel 2 van de reactie op zienswijze 1 (collectieve deel) wordt het bestemmingsplan zodanig aangepast dat ondergeschikte productiegebonden detailhandel in het algemeen wordt toegestaan binnen de bestemming ‘bedrijventerrein’. Deze zienswijze wordt dan ook gegrond verklaard.
2. Ambtshalve wijzigingen Ambtshalve zijn in het concept ontwerpbestemmingsplan nog een aantal wijzigingen aangebracht, zowel in de regels als op de verbeeldingen. De wijzigingen hebben betrekking op herstel van onvolkomenheden
en
afstemming
van
dit plan
op enkele
andere
in
voorbereiding
zijnde
bestemmingsplannen om een eenheid in regel- en vormgeving te bewerkstelligen. De belangrijkste wijzigingen zijn: Oostwijk 12. Na afloop van de termijn van tervisielegging is nog een reactie ingediend, per mail d.d. 27/12/2012, ingediend per mail. Het bedrijf aan Oostwijk 12 betoogt dat zij niet alleen kozijnen verkoopt, maar ook ‘luxe afbouwmaterialen en alles wat daarbij komt kijken.’ Gevraagd wordt de nu toegekende functieaanduiding ‘Specifieke vorm van detailhandel – kozijnen’ in die zin te wijzigen. De reactie is aanleiding om de functieaanduiding uit te breiden, met ‘ramen, deuren en aanverwante producten’. Oostwijk Oostwijk 31. 31. Op de verbeelding wordt de aanduiding “bw” opgenomen. Westwijk 7. Op de verbeelding wordt de aanduiding “bw” opgenomen. Westwijk 21. Op de verbeelding wordt de aanduiding “sdw-aum” opgenomen. De volgende wijzigingen in de regels vloeien voort uit de (beantwoording van) de ingediende zienswijzen. [10]
a.
Artikel 1 Begrippen Aan de begrippenlijst wordt toegevoegd: -
ondergeschikte productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces en als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie;
-
ondergeschikte niet zelfstandige horeca: niet zelfstandige horeca, uitsluitend zijnde horeca die aanwezig is binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;
b. Artikel 4 Bedrijventerrein. De tekst en volgorde in de regels wordt zodanig aangepast dat binnen alle toegelaten bedrijven niet zelfstandige ondergeschikte horecavoorzieningen zijn toegestaan. Het laatste deel van de zin bij het gestelde onder g vervalt. De functieaanduiding onder k. wordt aangevuld met ‘ramen, deuren en aanverwante producten’. Er wordt een regel toegevoegd op basis waarvan ondergeschikte productiegebonden detailhandel zonder showroom algemeen wordt toegestaan. De tekst onder 4.4.3 vervalt. De nummering wordt daarop aangepast. Onder 4.4.4 wordt de verwijzing onder c en d aangepast. Onder 4.5 wordt de bevoegdheid om van het plan af te wijken zoals opgenomen onder d gewijzigd om detailhandel toe te staan in landbouwwerktuigen en –machines, machineriën ten behoeve van bedrijven, automobielen, keukens, caravans, boten en motoren; De onder 4.6 beschreven wijzigingsbevoegdheid vervalt.
Toelichting. In par. 2.2.3, 3.3.2 en 5.2 wordt de tekst aangepast op de wijziging van artikel 4.5 in de regels voor wat betreft de ondergeschikte detailhandel en de afwijkingsmogelijkheid voor perifere detailhandel. Onder 2.2.4 wordt het woord “versimpelen” in de tweede zin gewijzigd in “vereenvoudigen”. In 5.2 wordt onder het kopje “bedrijventerrein” een tekst toegevoegd met betrekking tot de in de regels opgenomen mogelijkheid voor niet zelfstandige ondergeschikte horeca. In hoofdstuk 4.2 wordt de tekst onder het kopje ”Het radarverstoringsgebied”
vervangen door de
volgende tekst. “Het plangebied ligt in het radarverstoringsgebied van de vliegbasis Volkel. Op basis van artikel 2.6.9 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) gelden in een radarverstoringsgebied bouwhoogtebeperkingen voor bouwwerken die door hun hoogte onaanvaardbare gevolgen kunnen hebben voor de werking van de radar. Conform artikel 2.4 e.v. van de Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro) betekent dit dat er rond deze vliegbasis een cirkel met een straal van 75 kilometer, gemeten vanaf de positie van de radar, is vastgelegd. Deze cirkel bestaat uit een kern met een straal van 15 kilometer met een maximale bouwhoogte voor bouwwerken (in het algemeen) en daaromheen een ring die doorloopt tot 75 kilometer van de radar met een maximale bouwhoogte voor (alleen) windturbines. De maximale bouwhoogte van bouwwerken binnen de kern van dit radarverstoringsgebied is afhankelijk van de afstand van het beoogde bouwwerk tot de radar. Deze maximale bouwhoogte wordt bepaald door een denkbeeldige rechte lijn die wordt getrokken vanaf een punt op de top van de
[11]
radarantenne (dit is voor de vliegbasis Volkel 49 meter + NAP), oplopend met 0,25 graden tot een punt gelegen op 15 kilometer vanaf de radarantenne. De gemeente Uden ligt volledig binnen de kern. Als wordt overwogen bouwwerken mogelijk te maken die de maximale hoogte overschrijden, dient een beoordeling te worden gemaakt van de mate waarin het radarbeeld door die bouwwerken wordt verstoord. De toereikendheid van het rapport en de aanvaardbaarheid van de gevolgen van het bouwwerk worden door de minister van Defensie beoordeeld. Ter waarborging van hiergenoemde belangen is in
het bestemmingsplan de gebiedsaanduiding
“vrijwaringszone – radarverstoringsgebied” opgenomen.”.
Uden, maart 2012
[12]