Inleiding bij vrouwennetwerk Top Officium Femmes Oost Nederland, door Commissaris van de Koningin Ank Bijleveld-Schouten op 6 september om 16:20 in het Rijksmuseum Twenthe in Enschede.
Beste dames, Eind augustus bleek uit het jaarlijkse wereldwijde onderzoek van de Global Entrepreneurship Monitor dat Nederland het meest ondernemende EU-lid is. Zo was vorig jaar 7,2% van alle Nederlanders in de leeftijdscategorie van 18 tot 64 jaar bezig om een nieuw bedrijf op te richten of was actief als ondernemer van een bedrijf dat korter dan 3,5 jaar bestaat. Ook volgens andere indicatoren is Nederland de afgelopen tien jaar ondernemender geworden. Inmiddels denkt 46% van alle Nederlanders de juiste kennis, expertise en vaardigheden te hebben om een eigen bedrijf op te richten. Opvallend is dat het onderzoek ook iets zegt over het belang van ondernemende rolmodellen. Het blijkt dat bij één op de drie nieuwe ondernemers een andere ondernemer invloed heeft gehad bij de beslissing een eigen bedrijf op te richten Alleen: als het gaat om productinnovatie, dan blijft Nederland internationaal gezien achterlopen.
Daarom ben ik er ook ongelofelijk trots op dat Overijssel nu voor het tweede jaar op rij de Zakenvrouw van het jaar heeft geleverd. Vorig jaar al Marlies van Wijhe (van Van Wijhe verf uit Zwolle) die deze eervolle titel mocht ontvangen en dit jaar Thecla Bodewes, de directeur van Scheepswerf Bodewes in Hasselt. Een belangrijke reden voor hun verkiezing was juist hun aandacht voor innovatie. En daarmee zijn zij twee perfecte rolmodellen voor vrouwen die al ondernemer zijn of overwegen om ondernemer te worden. Marlies en Thecla, en ook u als zakelijk vrouwennetwerk, laten iets zien van de ‘met de voeten op de grond ‘girlpower’ die we hier in Overijssel hebben. We doen het gewoon!
Beste dames, Bij de prijsuitreiking van de verkiezing ‘Zakenvrouw van het jaar’ in Wassenaar, stelde premier Rutte zichzelf de vraag of de prijs in een geëmancipeerde samenleving geen achterhaald instituut is.
Het antwoord daarop is natuurlijk: nee. Er zijn nog te weinig vrouwelijke ondernemers. Vrouwen doen het overal in het onderwijs inmiddels beter, van groep 1 tot en met de universiteit. Misschien ziet u dat aan uw eigen kinderen. Dit hadden de voorvechtsters van gelijke rechten voor vrouwen in het onderwijs - zoals Aletta Jacobs - niet durven dromen. Maar honderd jaar later is dit succes nog helemaal geen reden voor een feestje. En daar wil ik het maar eens over hebben. Sinds 2008 bestaat het ‘Charter Talent naar de Top’ om meer vrouwen in topfuncties te krijgen. Inmiddels hebben meer dan honderd organisaties het Charter ondertekend, die samen 600.000 werknemers vertegenwoordigen. Eind 2010 heeft ook de provincie Overijssel dit gedaan. De commissie die de resultaten in de gaten houdt (met Sybilla Dekker als voorzitter), maakte vorig jaar bekend dat het aandeel vrouwen in topfuncties in 2009 met 1,7% was gestegen. Dat is uiteraard mooi, maar ik vind dat niet indrukwekkend. Wat vindt u?
Nog steeds maken mannen drie maal zo veel kans op promotie als vrouwen. Nog altijd stromen te weinig vrouwen door naar de top. Nog enkele cijfers: • Tussen de 112 leden van de Raden van Bestuur van de AEX-bedrijven in Nederland zat in 2010 maar één Nederlandse vrouw. • Als ik kijk naar de wetenschap, dan zijn de cijfers niet veel rooskleuriger. Uit cijfers van de VSNU, de Vereniging van Universiteiten, blijkt dat het percentage vrouwelijke hoogleraren nauwelijks boven de 10% uitkomt. Het aandeel van universitair hoofddocenten is ongeveer 17% en dat van universitair docenten 30%. Bij elke carrièrestap daalt het percentage vrouwen schrikbarend. • Ook de provincie Overijssel is bewust bezig om voldoende vrouwen in het management te krijgen. We gaan ervoor dat ten minste 30% van de topfuncties wordt ingenomen door een vrouw.
Op dit moment telt het Overijsselse management 20 vrouwen en 38 mannen; dat is 35%. • Dat ziet er goed uit, maar op bestuurlijk niveau kan het nog een stuk beter. Zelf ben ik de eerste vrouwelijke CdK in de geschiedenis van Overijssel. In totaal zijn er nu twee vrouwelijke CdK’s in Nederlanden ook het aantal vrouwelijke gedeputeerden zijn op één hand te tellen. Overigens bestaat het huidige college van Gedeputeerde Staten nu uit 50% vrouw. Ik kom daar straks op terug. • Ook het aantal vrouwelijke burgemeesters kan beter. Zelf was ik jarenlang als burgemeester van Hof van Twente de enige vrouw. Bij burgemeestersaangelegenheden moest ik voor de groepfoto dan ook altijd in het midden gaan staan. Ik zorgde er altijd voor om iets kleurigs aan te trekken, voor het contrast met al die donkere pakken. Ik ben erg blij dat er dit jaar een aantal vrouwelijk burgemeesters bij zijn bijgekomen, maar het zijn toch nog voornamelijk mannen.
En ook de colleges van B&W worden gedomineerd door mannen. Misschien mag ik u er in dat verband overigens op wijzen dat we binnenkort gaan starten met de sollicitatieprocedure voor de gemeente Oldenzaal? Ik zou u willen aanmoedigen om een dergelijke functie eens te overwegen of om andere vrouwen die u geschikt acht hierop te wijzen. Want volgens mij loopt er voldoende talent rond! Ik denk alleen dat vrouwen zichzelf misschien niet altijd op de juiste waarde schatten. Wat mij het afgelopen jaar bijvoorbeeld is opgevallen dat we bij de burgemeestersvacatures voor de grotere plaatsen weinig sollicatiebrieven van vrouwen binnen krijgen. Het kan dus beter! En het moet beter! En dan gaat het me niet om de cijfers, maar puur om het feit dat de samenleving voor de helft uit vrouwen bestaat. Organisaties zouden daar een afspiegeling van moeten zijn.
Het doel van de provincie Overijssel voor haar diversiteitsbeleid is een evenwichtige organisatiecultuur, waarin iedereen zijn of haar unieke bijdrage kan leveren en talenten kan ontplooien. En dat levert wat op! Mirjam van Praag, hoogleraar Ondernemerschap en Organisatie aan de Universiteit van Amsterdam heeft in haar onderzoek laten zien dat gemengde teams een hogere omzet en meer winst boeken. Het stimuleren van vrouwelijk leiderschap is dus ook gewoon een interessante business case voor de BV Nederland. Het positieve effect van meer vrouwen aan de top is volgens het onderzoek van mevrouw Van Praag het grootst bij de helft of iets meer vrouwen in de managementteams. Ik geloof daar ook in. Je moet een bepaalde kritische massa hebben. Een studie van de universiteit van West Ontario en het Wellesley Centers for Women onderschrijft dit. Hun conclusie was dat pas wanneer er drie of meer vrouwen zitting hebben in een bestuurscollege, er
sprake is van een kritische massa die impact heeft op het functioneren van dat orgaan. In tegenstelling tot bestuurscolleges waar maar slechts een of twee vrouwen zitting hebben, leidt een ‘drievrouwschap’ tot normalisering: geslacht is niet langer een barrière voor aanvaarding en communicatie. Geldt een vrouw alleen in een raad nog vaak als een ‘excuustruus’, een teken van politieke correctheid, drie vrouwen veranderen veel. Telt een bestuur meer vrouwen, dan zijn ze actiever en is er meer samenwerking en dynamiek. Zoals ik al zei, voldoet ons college van Gedeputeerde Staten daar mooi aan. Met de komst van de gedeputeerden Ineke Bakker en Hester Maij zijn we nu met drie vrouwen en drie mannen. Omdat we nog maar kort samenwerken vind ik het lastig om aan te geven wat het effect hiervan is. Ik denk dat er wel meer aandacht is voor samenbindende elementen. En het heeft effect op de beeldvorming. Uit reacties die ik krijg blijkt dat men het verrassend en
belangrijk vindt dat we dit voor elkaar hebben gekregen. En het krijgt meer aandacht dan ik had gedacht, wat ik erg leuk vind om te zien.
Dames, De prangende vraag is alleen: hoe zorgen we voor meer vrouwen aan de top? Moeten er quota ingesteld worden? Zelf ben ik daar niet voor. In mijn tijd als staatssecretaris heb ik daar altijd stevige discussies over gevoerd met toenmalig minister Guusje ter Horst, waarbij mijn standpunt was dat quota stigmatiserend werken. Ik dacht: mèt een quotum zou je wel eens minder goed af kunnen zijn dan zonder. Het onderzoek van professor Van Praag bevestigt dit. Zij heeft laten zien dat quota averechts werken, omdat het gaat om de juiste vrouw op de juiste plaats. Dwang leidt in de praktijk niet tot verhoging van de kwaliteit en winstgevendheid. Wel pleit Van Praag voor streefcijfers op termijn, zoals steeds meer bedrijven en
publieke organisaties die ook hanteren. Daar kan ik mij goed in vinden. Ik ben er erg voor om te streven naar gelijke aantallen. Maar wel op basis van gelijke kwaliteit. Ik vind het een goede werkwijze om vrouwen te laten instromen in middenmanagement. Ik heb daar bijvoorbeeld als staatssecretaris, verantwoordelijk voor de Algemene Bestuursdienst, de ambtenarentop, op gestuurd. In die functie kunnen zij zich vervolgens bewijzen en doorstromen naar een topfunctie. Daarnaast zie ik nog een aantal andere mogelijkheden om de doorstroom van vrouwen te bevorderen. Creëer de juiste omstandigheden, zodat het ook mogelijk wordt om als vrouw in de top te functioneren. Ik was zelf het eerste Kamerlid dat twee kinderen in actieve dienst als Kamerlid heeft gekregen. Er waren nog toen nog geen regelingen voor zwangerschapsverlof. Ik wilde altijd al graag kinderen, maar gezien mijn intensieve baan was dat lastig.
Mijn eerste dochter werd tijdens het zomerreces geboren en voor de andere heb ik mij ziek moeten melden. En voor belangrijke stemmingen kwam ik dan toch terug. Ik heb mij daarna samen met Ien Dales ingezet voor een zwangerschapsregeling voor Tweede Kamerleden. In eerste instantie werd dit voorstel afgestemd door de Eerste Kamer. Maar sinds een paar jaar is die regeling er dan toch. Een punt waar organisaties meer aandacht aan kunnen geven, is het Nieuwe Werken. Om talent te kunnen behouden en aantrekken heeft Overijssel als eerste provincie in Nederland Het Nieuwe Werken vijf jaar geleden ingevoerd. Het is een methode die bij de Nieuwe Ambtenaar steeds populairder wordt en vooral voor vrouwen aantrekkelijk blijkt te zijn. Kenmerkend hiervoor is namelijk flexibiliteit en zelfstandigheid.
Ook vind ik het van belang om in sollicitatieprocedures bewust te zoeken naar bekwame vrouwen. De ervaring leert dat mannen eerder denken dat ze een functie aankunnen en daarom ook eerder solliciteren. Terwijl een vrouw daar toch vaak terughoudender in is, veelal onterecht. U weet dat ik betrokken ben geweest bij de coalitieonderhandelingen in de zomer van 2010, die aan de basis lagen van het kabinet Rutte. In zo’n proces bieden allerlei mensen zich aan voor ministersposten en voor het overgrote deel zijn dat mannen. Ik blijf dat een vreemd fenomeen vinden! Zelf probeer ik bij burgemeestersbenoemingen bewust aandacht te geven aan vrouwelijke kandidaten. Bij de profielschetsvergaderingen begin ik daar al mee. Bijvoorbeeld door geschikte vrouwen aan te moedigen te solliciteren en ook een aantal vrouwelijke kandidaten door te laten gaan naar de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad. En uiteraard doe ik dat alleen op basis van kwaliteit en zeker niet puur vanwege het vrouw-zijn.
Dus nogmaals: u heeft voldoende kwaliteit, dus ik zie graag uw sollicitatiebrief tegemoet als er weer een burgemeestersvacature is in te vullen! Dames, Dit laatste punt sluit aan bij een drietal valkuilen waar vrouwen gevoelig voor zijn. Deze zijn omschreven door Evelien Tonkes, die bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap is aan de Universiteit van Amsterdam. Ik wil ze u niet onthouden. En wat mij betreft gaat het dan niet alleen om vrouwen die naar de top willen, maar ook voor vrouwen in het algemeen die ambitie hebben om bepaalde doelen te bereiken. • De eerste valkuil is: Heel ijverig je best doen en dan maar hopen dat iemand dit ziet en beloont. Veel vrouwen doen dit, blijkt uit onderzoek. Terwijl veel mannen zichzelf naar voren dringen en in de etalage plaatsen.
Ik noemde het net al. In de politiek-bestuurlijke wereld is dit een heel bekend fenomeen. • De tweede valkuil: Denken dat je de functie al moet beheersen om hem te mogen uitoefenen. Dat weerhoudt veel vrouwen ervan promotie te maken, laat staan te eisen. De meeste mannen vinden het daarentegen vanzelfsprekend dat ze een jaar nodig hebben om de nieuwe taken te leren, en gunnen zichzelf die tijd dus ook. Ook dat is een reden waarom mannen meer succes hebben op de arbeidsmarkt. • En de derde: Vragend door het leven gaan. Mannen poneren, met lage stem. Vrouwen vragen, met hoge stem. Raden wat effectiever is! Inderdaad, het eerste wordt als zelfbewuster gezien en heeft meer resultaat.
Beste dames, Het is niet de bedoeling dat wij als vrouwen een mannenstrategie gaan hanteren. Evelien Tonkes heeft heel mooi omschreven hoe het wel kan: “De grootste kunst is om stijlvol assertief en eigenwijs te zijn.” “Om jezelf bloedserieus te nemen op een charmante, soepele, communicatieve en soms humoristische wijze.” Zelf wil ik er nog een aantal adviezen aan toevoegen: Denk niet te snel dat je het niet kan. Ken je vrouwelijke kracht. Mannen staan voor power, vrouwen staan voor kracht.
En als je echt iets wilt bereiken, wees dan ook bereid de consequenties daarvan te aanvaarden en doe dat in goed overleg met je partner. Voor ons betekende dit dat mijn man minder ging werken.
Zelf woonde ik doordeweeks in Den Haag (als staatssecretaris was ik 1 week van de 6 weken op de Antillen), omdat de afstand tussen Den Haag en Overijssel te groot was om elke dag te overbruggen. Mijn man had dus grotendeels de zorg voor onze twee dochters. Ik heb moeten leren de opvoeding deels los te laten. Dat was niet eenvoudig. Soms had ik de neiging om me als ik thuiskwam toch met zaken te bemoeien. Ik heb het daar destijds uitgebreid met hem over gehad, want zijn carrière kwam op het tweede plan. Je kunt niet alles willen en hebben als je een gezin hebt. Maar ik heb nooit mijn persoonlijke leven opzij willen zetten voor de politiek. Zo koos ik er bewust voor om niet alle borrels in het weekend af te lopen, maar die zoveel mogelijk vrij te houden voor mijn gezin. De kunst is om goede afspraken te maken. Je moet elkaars eigenheid en zelfstandigheid erkennen en je eigen dingen blijven doen. Blijf daarover met elkaar in gesprek!
En tenslotte – en misschien is dat wel mijn belangrijkste advies van vandaag – blijf jezelf! Ambitie is uiteindelijk een relatief begrip. Als je niet jezelf bent, maar een rol speelt, val je op een gegeven moment door de mand. Doe datgene waar je goed in bent en interesse voor heb en ga daar helemaal voor. Het is een cliché, maar daarom niet minder waar. Zelf heb ik nooit het streven gehad om Kamerlid of Staatssecretaris te worden. Ik was gewoon geïnteresseerd in de politiek en wilde een bijdrage aan de inrichting van de samenleving leveren. Om nog even op Thecla Bodewes terug te komen: zij had nooit verwacht om verkozen te worden als ‘Zakenvrouw van het jaar’ en dat was ook niet haar ambitie. Uiteindelijk is zij door anderen overgehaald om zich kandidaat te stellen. Wel is zij iemand die enorm begaan is met de techniek van de schepen die zij bouwen en heeft zij een passie voor de maritieme sector.
Zelf ben ik ook een type dat zich ergens helemaal in vast bijt. Dat valt op. Ik ben als gemeenteraadslid gevraagd om Kamerlid te worden. En om een lang verhaal kort te houden: dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik vandaag jullie mag meegeven: geloof in je zelf en ga ervoor! Ik dank u voor uw aandacht. (slot)
http://managementscope.nl/manager/mijntje-luckerath/evenwicht-bestuurskamervrouwenquotum?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=nieuwsbrief&utm_campaign=ni euwsbrief#vervolg
http://www.youtube.com/watch?v=Id9YfcEldg8&feature=youtu.be http://managementscope.nl/manager/mijntje-luckerath/evenwicht-bestuurskamervrouwenquotum?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=nieuwsbrief&utm_campaign=ni euwsbrief#vervolg
http://www.youtube.com/watch?v=dfLGq0F2h1c&feature=related
Top Officium Femmes Oost Nederland (TOF) Welkom op de website van Top Officium Femmes Oost Nederland (TOF). TOF Oost Nederland is een nieuw zakelijk vrouwennetwerk voor vrouwen uit het bedrijfsleven en politiek. Niet zomaar een netwerk en zeker geen serviceclub, maar een keiharde ‘businessclub’ voor vrouwen met een toppositie in het bedrijfsleven en de politiek. Een businessclub voor vrouwen met ambitie en power. Top-vrouwen uit Oost-Nederland versterken elkaar op deze manier. Vergelijkbare clubs zijn vooralsnog alleen in de omgeving van Den Haag te vinden. Wilma van Ingen, Myra Koomen en Medy van der Laan zijn enkele vrouwen die lid zijn van het netwerk. Doelen zijn onder andere het vergroten en verhogen van de invloed van vrouwen op de besluitvorming; het bevorderen van doorstroming van vrouwen d.m.v. coaching en begeleiding en het profileren van oostelijke topvrouwen in het landelijke beeld. Top-vrouwen worden naar onze mening te weinig herkend en erkend en bewegen zich niet zichtbaar genoeg in ondernemersland. Gechargeerd, maar veel vrouwen met eigen ondernemingen in het oosten komen elkaar simpelweg te weinig tegen. Criteria Onze nieuwe businessclub is duidelijk zowel voor de profit- als voor de non- profitsector én voor de vrouwen die politiek een staat van dienst hebben. Er zijn - naast het vrouw zijn - twee harde criteria: minimaal vijf jaar ondernemer en minimaal vijf medewerkers. Het is overigens niet de bedoeling dat TOF zich wil distantiëren van mannen. TOF Oost Nederland gaat voor kwaliteit, voor succes en voor het realiseren van doelen. TOF Oost Nederland draagt zakenvrouwen voor voor de verkiezing van Zakenvrouw van het Jaar. Daarnaast willen we bijvoorbeeld ook in politiek Den Haag een vuist maken. Er worden namelijk teveel beslissingen genomen in de politiek waar wij geen zeggenschap over hebben. Dat willen we veranderen. Doelstellingen 1. Het vergroten en verhogen van de invloed van vrouwen op de besluitvorming binnen de regio(‘s); 2. Het bevorderen van doorstroming van vrouwen door middel van coaching en begeleiding; 3. Het onderling delen van kennis, elkaar verbinden en inspireren (ook met de andere bestaande vrouwennetwerken); 4. Profileren oostelijke topvrouwen in het landelijke beeld. Het ondersteunen en bevorderen van participatie en doorgroei naar topposities van (onorthodoxe) vrouwen in het bedrijfsleven en in maatschappelijke organisaties, het stimuleren van vrouwelijk leiderschap en ondersteunen van netwerkvorming tussen talentvolle vrouwen. Het organiseren van bijeenkomsten, conferenties, uitgeven van publicaties en ondersteuning van initiatieven. Door hierbij op een slimme manier gebruik te maken van
kennisoverdracht enerzijds en het opzetten van netwerken tussen de doelgroep met overheid, bedrijfsleven en wetenschap anderzijds, wordt beoogd op nieuwe trends in te spelen en aldus een positieve bijdrage te leveren aan de vooruitgang van onze maatschappij. Het uitgangspunt is toe te groeien naar minimaal 50 leden verdeeld onder de 4 O’s (Ondernemen, Overheid/non-profit, Onderwijs en Onderzoek) met eindverantwoordelijkheid en bij voorkeur kwalitatief en landelijke uitstraling hebbend. Minimaal 50% dient uit het bedrijfsleven afkomstig te zijn. Organiseren van 5 bijeenkomsten per jaar; Het jaarlijks aanbrengen van kandidaten voor de oostelijke zakenvrouw van het jaar en t.b.v. de landelijke verkiezing; Communiceren met leden en andere netwerken m.b.v. een communicatieplan; Individueel adviseren, coachen en kennis delen; Bijdragen aan goede doelen.