BESLUITENLIJST raadscommissie d.d. 10 maart 2015 Voorzitter Griffier
: W.E. van Buren : K. Wiesenekker
Aanwezig zijn: De leden: mevrouw O. de Man (VVD), mevrouw C. van Oosterom (CU), mevrouw M.H. Treep (CU) en de heren J.C. van den Dool (SGP), M. Hardeman (CDA), M. van de Hoef (GBW), H. Lokhorst (CDA), C. ter Maaten (GBW), W.A. Merkens (GBW), H.J. Molenaar (SGP), J.A. Mulder (SGP). J.A. Radstaake (GBW), S. Smit (PvdA) en R. de Snoo (GBW). Met kennisgeving afwezig zijn: 1. De heer J. Beumer (CDA). Hij wordt vervangen door de heer H. Lokhorst (CDA). 2. De heer W.P.R. van der Steen (PvdA). Hij wordt vervangen door de heer S. Smit (PvdA). Verder zijn aanwezig burgemeester mevrouw T. Cnossen en de wethouders D.P. de Kruif en G.A. de Kruif. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om 20.00 uur. 2. Vaststelling agenda De agenda wordt vastgesteld. I.v.m. de aanwezigheid van een inspreker worden de agendapunten 10 en 14 behandeld vóór agendapunt 8. Verder wordt besloten i.v.m. de aanwezigheid van publiek de behandeling van agendapunt 9 daaraan aansluitend (dus ook vóór agendapunt 8) te laten plaatsvinden. 3. Vaststelling besluitenlijst van 10 maart 2015 en actielijst De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. M.b.t. de actielijst komen de volgende zaken aan de orde. Nr. 7 Tweemaandelijkse voortgangsrapportage sociaal domein De eerste tweemaandelijkse voortgangsrapportage (over januari en februari) wordt in april aan de raad voorgelegd. Op verzoek van de CDA-fractie legt wethouder D.P. de Kruif uit waarom de voortgangsrapportage er nu niet bij zit. Hij zegt dat hieraan procedurele redenen ten grondslag liggen. Hierover ontstaat enige discussie. De wethouder geeft aan dat de volgende tweemaandelijkse rapportage in juni verwacht mag worden. Nr. 8. Vallei Wonen informeren over terugplaatsen speeltoestellen Nico Bergsteijnweg De indruk bestond dat Vallei Wonen eigenaar is van de speellocatie Nico Bergsteijnweg. Dat is niet het geval. Momenteel wordt de startnotitie speelvoorzieningen voorbereid waarin deze locatie wordt meegenomen. Dit actiepunt kan als afgedaan worden beschouwd. Nr. 10 Burgerfiltersysteem bij uithuisplaatsingen bezien Binnen de regio zijn de aandachtsgebieden verdeeld. In de (bovenregionale) werkgroep van het gedwongen kader worden de goodpractices besproken en het burgerfiltersysteem wordt daarin als aandachtspunt meegenomen. Nr. 13. Memo over Spoorzone (herschikken consument gerelateerde bedrijven) De heer Mulder (SGP) vraagt of de economische visie (genoemd onder actiepunt 2) ook kan worden geagendeerd voor de commissie van 7 april 2015. Wethouder G.A. de Kruif antwoordt dat hieraan niet kan worden voldaan. Hij zegt dat de geplande afdoening bij actiepunt 2 overiegens niet geheel correct is, omdat hij een startnotitie heeft toegezegd voor de eerste helft van 2015. Hij wil vóór de zomer met een eer-
1
ste plan van aanpak komen; de visie zelf komt in de tweede helft van 2015. Beide zaken kunnen dus niet synchroon lopen. De heer Mulder (SGP) vraagt zich af of de economische visie niet te laat komt als de planen m.b.t. de Spoorzone doorgaan. Wethouder G.A. de Kruif antwoordt dat dit niet het geval is. Bij de Spoorzone wordt de structuurvisie als richtlijn gebruikt. Er kan niet worden gewacht op de economische visie. De actielijst wordt vastgesteld zoals is besproken. 4. Informatie van het college De burgemeester koppelt uitgebreid de vergadering van het AB van de VRU van 16 februari 2015 terug. Zij bespreekt de tweejaarsrapportage over de doorontwikkeling van de VRU, de variabele voertuigbezetting, de inzet van de AED, de zienswijzeprocedure voor de jaarrekening en het project repressieve huisvesting. Zij benadrukt het belang van de inzet van de vrijwilligers en zegt dat het college voornemens is een brief aan het AB te schrijven om - mede gelet op de uitbreiding van de taken wat de inzet van de AED betreft - daarvoor aandacht te vragen. Voorkomen moet worden dat er demotivatie en een leegloop ontstaat. 5. Rondvraag De heer Smit (PvdA) vraagt in het kader van transparantie of er gecommuniceerd kan worden over de noodzaak om voor sommige stukken geheimhouding op te leggen. Vervolgens vraagt hij n.a.v. een artikel in De Woudenberger nadere informatie over het bij de gemeente Scherpenzeel onbekend zijn van de aanwezigheid van een BRZO-bedrijf op het industrieterrein van Woudenberg. Tenslotte refereert hij aan de ontwikkelingen voor wat betreft de aanleg van een tunnel in Maarsbergen die van invloed kan zijn op de verkeersintensiteit in Woudenberg. Hij vraagt in hoeverre het college daarbij is betrokken en op welke manier het daarop denkt te anticiperen. Mevrouw Van Oosterom (CU) stelt vragen over internet in het buitengebied. Zij vraagt of er in de afgelopen periode ontwikkelingen zijn geweest t.a.v. de business case van Gebiedscorporatie O-gen waar Woudenberg op kan aanhaken. Ook vraagt zij of er resultaten bekend zijn van de inspanningen van Scherpenzeel inzake het aanleggen van glasvezel in het buitengebied. Mevrouw Treep (CU) vraagt of er gecommuniceerd wordt met omwonenden bij het wijzigen van verkeerssituaties. Zij noemt concreet de wijziging van het eenrichtingsverkeer op een gedeelte van de Voorstraat. De heer Hardeman (CDA) sluit aan bij de vragen van de heer Smit over de tunnel bij Maarsbergen. Hij zegt dat hij al eerder zijn zorgen heeft uitgesproken over de verkeersintensiteit van de N226 en dat de raad daaromtrent een motie heeft aangenomen. Hij is benieuwd in hoeverre er overleg plaatsvindt tussen de betrokken gemeenten en de provincie. Verder steunt hij de vraag van de heer Smit over de communicatie m.b.t. het opleggen van geheimhouding. De heer J.A. Radstaake (GBW) deelt de uitgesproken zorg over de N226. Wat het eenrichtingsverkeer op de Voorstraat betreft vraagt hij of er bewust is gekozen voor het onmogelijk maken van rondrijden (via de Schoutstraat weer terug naar de Voorstraat). De heer Van den Dool (SGP) stelt twee vragen die betrekking hebben op het sociaal domein. Refererend aan het landelijk gegeven vraagt hij of er ook in Woudenberg problemen zijn bij de uitbetalingen van hulpverleners die werken voor patiënten met een PGB. Met betrekking tot de beschikbaar gestelde lijst van gecontracteerde aanbieders vraagt hij of inzichtelijk kan worden gemaakt welke aanbieders voor regionale zorgtaken en welke voor lokale zorgtaken beschikbaar zijn. Mogelijk kan dit worden meegezonden bij de tweemaandelijkse voortgangsrapportage in april. De heer Mulder (SGP) vraagt of het college kennis heeft genomen van de vragen van de VVD-fractie van Scherpenzeel over de aanwezigheid van een BZRO-bedrijf op het industrieterrein van Woudenberg. En zo ja, of de antwoorden van het college van Scherpenzeel kloppen.
2
Verder deelt hij mee dat ook zijn fractie de zorgen over de N226 deelt. Hij is benieuwd wat er op de informatieavond is gezegd over de uitvoering van de werkzaamheden in Maarsbergen en hij vraagt naar de actuele planning en de communicatie naar de Woudenbergse inwoners. De burgemeester antwoordt de heren Smit en Hardeman dat zij intern zal bezien in welke vorm het beste naar de bevolking kan worden gecommuniceerd over het opleggen van geheimhouding. Zij bedankt de sprekers voor hun suggestie. Wat de door de heren Smit en Mulder genoemde vragen in Scherpenzeel betreft antwoordt zij dat er inmiddels een afspraak is gemaakt voor een gesprek tussen beide colleges. Wat betreft de vraag of de antwoorden kloppen verwijst zij naar de inhoudelijke bespreking over de invulling van de kop van Woudenberg Oost. Zij zegt dat de vraag ook gesteld kan worden bij agendapunt 8 (risicoprofiel). Wethouder G.A. de Kruif geeft de stand van zaken weer met betrekking tot de aanleg van een verlengde tunnelbak in Maarsbergen. Hij zegt dat hij met de wethouder van de gemeente Utrechtse Heuvelrug regelmatig overleg zal voeren over de consequenties voor Woudenberg. De uitvoering zal 1,5 à 2 jaar in beslag nemen en het werk zal over 5 jaar klaar moeten zijn. Er wordt naar gestreefd om de overlast tijdens de werkzaamheden voor Woudenberg minimaal te laten zijn. De communicatie richting de burgers zal zo vroeg en uitgebreid mogelijk plaatsvinden. Hij zegt dat als gevolg van de tunnelbak en de aanleg van de Kersenbaan absoluut meer verkeer door Woudenberg zal komen. Meerdere malen heeft hij bij de gedeputeerde aangegeven dat dit wat hem betreft niet het geval kan zijn en dat hij de bajonetroute eigenlijk snel gerealiseerd zou willen zien. Wat het door mevrouw Treep en de heer Radstaake genoemde eenrichtingsverkeer op de Voorstraat betreft zegt hij dat er een informatieavond is belegd met omwonenden. Er bleek toen een duidelijke voorkeur voor het omdraaien van het eenrichtingsverkeer. Er is gelegenheid gegeven om zienswijzen in te dienen en uiteindelijk is er een beslissing genomen. De wethouder geeft wel toe dat het beter zou zijn geweest als vóór de uitvoering nog communicatie had plaatsgevonden. Wat de Schoutstraat betreft worden de ontwikkelingen eerst twee maanden aangezien. Vervolgens beantwoordt hij de vragen van mevrouw Van Oosterom. Hij zegt dat het de bedoeling is dat er een loket komt bij O-gen waar iedereen terecht kan met vragen. O-gen zal met name de vraagbundeling coördineren. Tenslotte geeft hij de stand van zaken weer in de gemeente Scherpenzeel die overigens een wat andere koers volgt dan Woudenberg. Hij denkt niet dat het buitengebied binnen twee jaar aangesloten zal zijn. Wethouder D.P. de Kruif antwoordt de heer Van den Dool dat in Woudenberg geen problemen zijn gemeld over de door hem genoemde uitbetalingen. Verder zegt hij dat de hele regio van de complete lijst van gecontracteerde aanbieders gebruik kan maken. Hij is bereid te screenen of er specifieke aanbieders voor Woudenberg zijn; dit zou dan eventueel kunnen worden meegenomen in de tweemaandelijkse voortgangsrapportage. 6. Ingekomen stukken Nr. 4 Rapportage over wegwerkzaamheden N224 De heer Mulder (SGP) stelt hierover een politieke vraag. Hij ziet dat in omliggende gemeenten bestuurders met dezelfde of grotere problematiek in staat zijn om buiten de zondag om wegwerkzaamheden te laten verrichten. Hij vraagt of het college bereid is om de bij het rapport gevoegde matrix te herzien in die zin dat de zondagsrust een eigen kopje krijgt. De uitslag zou dan anders worden. Vervolgens vraagt hij of het college in dat geval eventueel bereid zou zijn de op één na beste optie te kiezen. Dat zou dan optie 3 kunnen zijn, waarbij hij de mogelijkheid oppert om de werkzaamheden in de vakantieperiode te laten plaatsvinden. Nr. 1 Rapportage over sfeerbeeld jaarwisseling 2014-2015 De heer Van den Dool (SGP) vraagt waarom de handhaving van de leeftijdsgrens bij drankverstrekking niet in het sfeerbeeld zelf is opgenomen. Nr. 2 Aanpassing sjablonen rapportformulieren De heer Van de Hoef (GBW) zegt mede namens de heer Mulder (SGP) dat sterk voorstander te zijn van het afzonderlijk opnemen van het kopje ‘duurzaamheid’ in de formulieren en verzoekt om dat toe te passen. .
3
Wethouder G.A. de Kruif antwoordt de heer Mulder dat het college ook bij het opnemen van een afzonderlijk kopje ‘zondagsrust’ geen andere keuze zal maken. De heer Mulder (SGP) wil nog aangeven dat zijn fractie de zondagsrust zwaarder zou willen laten wegen. De burgemeester antwoordt de heer Van den Dool dat het college geprobeerd heeft in de technische beantwoording een bruggetje te maken naar een volgend voorstel. Het belangrijke element drankverstrekking kon geen plek vinden in deze evaluatie omdat hieruit lessen moeten worden getrokken voor de volgende jaarwisseling. Daarom wordt met betrekking tot dit aandachtspunt een apart voorstel voorgelegd. Zij zegt de heren Van de Hoef en Mulder toe dat indien de meerderheid wenst om in de rapportformulieren en raadsvoorstellen een afzonderlijk kopje ‘duurzaamheid’ op te nemen, dit zal worden uitgevoerd. De commissie geeft aan dat zij hier inderdaad de voorkeur aan geeft. 7. Externe betrekkingen Hierover wordt niet het woord gevoerd. 10. Vaststelling bestemmingsplan Het Groene Woud 14. Vaststelling zevende herziening exploitatieopzet Het Groene Woud Mevrouw C. Pater-de Lange maakt gebruik van het inspreekrecht. Zij geeft in het kort aan wat de beperkingen zijn voor haar bedrijf aan de Zegheweg 8. Zij wijst er op dat het in het westen geen enkel probleem is om een zone van 50 m in te voegen in het plan Het Groene Woud en vraagt zich af waarom dit in het oosten niet kan worden ingepast. De heren Radstaake (GBW) en Mulder (SGP) stellen enkele vragen die door mevrouw Pater worden beantwoord. Deze vragen betreffen de burgerwoning op het perceel Zegheweg 8, de wijzigingen die voor het bedrijf zouden ontstaan door het vaststellen van het bestemmingsplan, de milieucirkel en de definitieve oplossing die mevrouw Pater voor ogen heeft. Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van het raadsvoorstel genoemd onder agendapunt 10. Mevrouw De Man (VVD), de heer Smit (PvdA), de heer Lokhorst (CDA), de heer Radstaake (GBW) en Mulder (SGP) stellen enkele vragen. Deze vragen worden door wethouder D.P. de Kruif beantwoord. Naast nog enkele technische vragen betreft het onder meer de aanwezigheid van de steenuil, de beantwoording van de zienswijzen, de route van de manege en het gebied bij de Wartburgschool. Spreker wil de vraag naar de bijdrage van de projectontwikkelaars aan de bovenwijkse voorzieningen in het college bespreken en er daarna op terugkomen. De door de fractie van de SGP gevraagde uiteenzetting van de gevolgen van de vaststelling van het bestemmingsplan Het Groene Woud 2015 voor twee naastgelegen bedrijven (manege Groenewoude en het bedrijf aan de Zegheweg 8) zal via een memo worden beantwoord. Er zal ook worden ingegaan op de mogelijke relatie tussen het aantal woningen en de milieucirkel van laatstgenoemd bedrijf. Het voorstel gaat als bespreekstuk naar de raad. Hierna wordt het voorstel genoemd onder agendapunt 14 aan de orde gesteld. De heer Molenaar (SGP) gaat uitgebreid op het voorstel in en stelt daarbij enkele vragen. Ook de heren Merkens (GBW) en Lokhorst (CDA), alsmede mevrouw De Man (VVD) stellen vragen. Na een schorsing van ongeveer tien minuten worden de vragen door wethouder D.P. de Kruif beantwoord. Het gaat daarbij om de ambitie en de behoefte v.w.b. de sociale woningbouw, het overleg met Vallei Wonen daaromtrent, de afdracht van gelden, de methodiek van werken bij het bouw- en woonrijp maken, het nog niet verkocht zijn van kavels, de kansen versus risico’s, de hindercirkels, de noodzaak van de herijking en ‘nominaal versus contant’. In de tweede termijn vindt nog enige discussie plaats. Wethouder D.P. de Kruif beantwoordt hierbij de vraag waarom de sociale woningbouw niet als risico is meegenomen.
4
Het voorstel gaat als bespreekstuk naar de raad. 9. Instellen Bedrijveninvesteringszone in centrum van Woudenberg Alle fracties voeren hierbij het woord. Na een korte schorsing beantwoordt wethouder G.A. de Kruif de vragen en gaat hij in op de opmerkingen. Het gaat hierbij om de draagvlakmeting, het meebetalen door iedereen, het niet doorgaan van de BIZ bij minder dan 50% voorstemmers, de verhouding met het centrumplan, de activiteiten die worden betaald vanuit de opbrengsten, de bedrijven zonder toonbankfunctie, het in stand houden van DES, het standpunt van niet-DES leden, het omgaan met wanbetalers, het concrete plan voor 2015, de samenstelling van het bestuur en het niet toepassen van het profijtbeginsel. Hij zegt toe dat de stukken voor de komende raadsvergadering zullen worden gecompleteerd met de nu ontbrekende bijlagen. Het voorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 8. Regionaal risicoprofiel 2014 en beleidsplan VRU 2016-2019 Het woord wordt gevoerd door mevrouw De Man (VVD), mevrouw Van Oosterom (CU), de heer Hardeman (CDA), de heer Van de Hoef (GBW) en Van den Dool (SGP). De burgemeester beantwoordt de vragen, welke betreffen de systematiek van de risicoberekening, het niet opnemen van de jeugdbrandweer, de situatie m.b.t. de bedrijfsvoering van de Fa. Van Appeldoorn, het draagvlak bij de VRU v.w.b. de wensen, het gevoerde proces, het op de hoogte stellen van de raad van diverse operationele plannen van de VRU en het openbaar zijn van de rapportages over BRZO-controles. In tweede termijn gaat zij nog in op de plannen om Hoogvliet te verplaatsen in relatie met de aanwezigheid van het bedrijf van de Fa. Van Appeldoorn. Het voorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 11. Vaststelling eerste herziening exploitatieopzet Spoorzone, locatie B Wethouder G.A. de Kruif beantwoordt de vragen van de heer Merkens (GBW), de heer Lokhorst (CDA), mevrouw De Man (VVD) en de heer Molenaar (SGP). De vragen betreffen de marktconforme prijsbepaling die zowel geldt voor Woudenbergse als niet-Woudenbergse bedrijven, de verhoging van de sloopkosten, de vennootschapsbelasting, de berekening van het positieve resultaat van € 52.000, de procedures bij gronduitgifte en het uitplaatsen van bedrijven. In tweede instantie wordt nog kort gesproken over de totstandkoming van de grondprijzen. Het voorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 12. Vaststelling tweede herziening exploitatieopzet Westerwoud Wethouder D.P. de Kruif beantwoordt de vragen en gaat in op de opmerkingen van de heer Molenaar (SGP), de heer Merkens (GBW) en de heer Lokhorst (CDA). Hij zegt dat het college kansen ziet om de kavelsgewijze verkoop los te laten en een herverkaveling toe passen. Hij neemt graag de positieve opmerkingen over een mogelijke bestemmingsplanwijziging mee. Op een nadere vraag van de heer Molenaar antwoordt hij dat de kavels niet uit de verkoop zijn gehaald. Er is uitsluitend een principegesprek gevoerd met ontwikkelaars over eventuele nieuwe mogelijkheden. Indien zich een koper meldt voor een kavel zal een afweging worden gemaakt. Tenslotte meldt hij dat er marktconform wordt gedacht. Het voorstel gaat als hamerstuk naar de raad. 13. Vaststelling vierde herziening exploitatieopzet Prinses Amalialaan Wethouder D.P. de Kruif gaat in op de opmerkingen en vragen van mevrouw De Man (VVD), de heer Merkens (GBW) en de heer Molenaar (SGP). Hij is het niet met de heer Molenaar eens dat de risico’s van vorig jaar nu realiteit zijn geworden. In deze grex wordt voorgesteld om de looptijd te verlengen tot 2023. In die zin zou het ook mogelijk kunnen zijn dat de realiteit niet bewaarheid wordt en dat er wel eerder tot verkoop kan worden overgegaan. Het is dus zeker geen vaststaand feit. Hij
5
deelt mee dat er inmiddels twee kavels zijn verkocht en dat de interesse stijgend is. Hij kan melden dat de makelaars er actief mee bezig zijn. Het is niet mogelijk aan te sluiten bij de promotiecampagne van de provincie. Het college is niet voornemens kavels uit de verkoop te halen. Het plan geeft ruimte voor enige herverkaveling; zo nodig zal een bestemmingsplanwijziging worden voorgesteld. De heer Molenaar (SGP) meent dat de risicoanalyse te optimistisch is en wil zich vóór de komende raadsvergadering met zijn fractie buigen over de antwoorden van de wethouder. Het voorstel gaat als bespreekstuk naar de raad. 15. Sluiting De voorzitter sluit circa 23.45 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie op 7 april 2015. De griffier, K. Wiesenekker
De voorzitter, W.E. van Buren
6