B&W-nr.: 06.0545 d.d. 25-04-2006
Onderwerp
Intentieverklaring i-Zorg Discovery Leiden
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie EGTV
1. 2. 3.
in te stemmen met de intentieverklaring i-Zorg Discovery Leiden – onder voorbehoud van een werkingsduur van maximaal 2 jaar – en deze namens de gemeente Leiden te ondertekenen; kennis te nemen van het voorgenomen besluit van de burgemeester om de wethouder Economische Zaken te machtigen om de intentieverklaring i-Zorg Discovery Leiden te ondertekenen; dit stuk ter kennis te brengen van de Raad.
Samenvatting Op initiatief van de gemeente hebben ondernemingen onderzoeksinstellingen en onderwijsinstellingen zich verenigd in een cluster rond het thema ICT in de Zorg. Het eerste project van dit cluster gaat binnenkort van start. In dit project worden in een modelwoning en in 50 bewoonde woningen van woningbouwvereniging Portaal ICT diensten in de zorg aangeboden en uitgetest. Dat is aanleiding voor een bijeenkomst in Naturalis op 27 april 2006. Dan wordt door de partners ook een intentieverklaring ondertekend om het cluster wat meer stevigheid te geven. De samenwerking dient een drietal doelen, het vergroot de dienstverlening naar de inwoners, het helpt startende bedrijven om nieuwe markten aan te boren en het vergroot de werkgelegenheid in de regio. De ondertekenaars zullen zijn: Onderzoek: TNO en CETIM (Centrum voor Technologie en Innovatiemanagement, gelieerd aan de Leidse Universiteit) Onderwijs: Hogeschool Leiden Ondernemen: BviT en Vivici Overheid: gemeente Leiden Overig: Portaal en het Competence Center Life Sciences Het cluster ICT in de Zorg is onderdeel van een gemeentelijke initiatief om naast de bioscience ook andere kennisgebieden in Leiden te ondersteunen bij het omzetten van kennis in werkgelegenheid. Op de bijeenkomst op 27 april in Naturalis treedt ook het Satelliet Navigatie Cluster naar buiten met de start van de met de Gallileo Masters Competition. Dit is een wedstrijd voor startende ondernemingen om toepassingen te bedenken voor het toekomstige Europese satellietnavigatiesysteem Gallileo.
Raadsaanbiedingsformulier Rv nr.
Opsteller Naam: Dienst: Telefoon:
Maarten van der Plas BoWo 7124
Verantwoordelijk portef.houder: EZ Meningsvormend
Besluitvormend
B&W-besluit d.d: 25-04-2006 x Informatief (t.k.n.)
Naam Programma + onderdeel: Economie en toerisme, stimuleren kennisintensieve bedrijvigheid. Onderwerp: Ondertekening van de Intentieverklaring i-Zorg Discovery Leiden namens de gemeente Leiden. Voorgenomen besluit: Kennisname
INHOUD Aanleiding: Doel: Kader: Overwegingen: Procedure: Financiën: Bijgevoegde informatie:
OVERIGEN Communicatie: Evaluatie:
In te vullen door de griffie:
Raadsbesluit
Raadsvoorstelnr.
Onderwerp: De raad van de gemeente Leiden, Besluit: 1. 2. 3. 4. Gedaan in de openbare raadsvergadering van ……
Voorzitter raad, griffier,
Advies van de commissie …… Het besluit van de raad is: is: Ongewijzigd aanvaard Hamerstuk Gewijzigd aanvaard Hamerstuk met stemVerworpen verklaring van de fracties van Kort bespreekpunt Uitgebreide discussie
Aanvaarde moties/amendementen:
Burgemeester
MACHTIGING
De Burgemeester van Leiden, gelet op het bepaalde in artikel 171, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet, machtigt hierbij
Wethouder Economische Zaken
om namens hem
de Intentieverklaring i-Zorg Discovery te ondertekenen.
Leiden, april 2006
drs. H.J.J. Lenferink Burgemeester van Leiden
ZORGGEMAK: EEN INNOVATIEF ICT-CONCEPT VOOR ALLEDAAGSE ZORGVRAGEN
Projectvoorstel voor een pilot
Bijlage bij de Subsidieaanvraag Kenniseconomie Provincie Zuid-Holland
Een I-Care initiatief in de regio Zuid Holland Noord/ Groot Rijnland: www.zorggemak.nl
Leiden, 23 februari 2006
Inhoudsopgave
Voorwoord 1
Doelen en doelgroepen: innovatief concept voor alledaagse zorgvragen
2
Maatschappelijke inbedding en economische organisatie
3
Integrale aanpak: de verschillende onderdelen
4
Projectpartners
5
Activiteitenplan
6
Clustervorming en borging
7
Planning en begroting 7.1
Uitgaven
7.2
Inkomsten
Bijlagen: I
NAW gegevens projectpartners
II
Toelichting op de Digitale Kluis
III
Toelichting op ODIAC
IV
Toelichting op Electronisch Sleutelbeheer
V
Toelichting op Senior Gezond
VI
Toelichting op de Digitale Slaapmiddeladviseur
Voorwoord
Waarom kan een zorgconsument zijn patiëntgegevens nog niet inzien, toevoegingen doen, of voor een second opinion aan een andere zorgverlener doorgeven via het internet? Is dat nou zo moeilijk? Ja, dat is behoorlijk moeilijk! Maar in dit project zullen we zorgen dat hier een oplossing voor komt. Een makkelijke oplossing voor dit complexe probleem. Dit project gaat een (wereldwijd) eerste implementatie van OpenEHR uitvoeren. Dit project gaat zorgen dat ICT het werk in de zorg vergemakkelijkt in plaats van steeds moeilijker maakt. Dit project wordt een eerste toepassing op het toekomstig Elektronisch Patiënten Dossier. Om dat te realiseren is een consortium van mkb-bedrijven, overheid (gemeente Leiden en CCLS), Thuiszorg Groot Rijnland, woningbouwcorporatie Portaal en TNO een samenwerkingsproject gestart, waarvan dit projectvoorstel onderdeel uitmaakt. Dat staat niet op zich, maar maakt deel uit van een beginnend cluster in de ‘open source’ ict-toepassingen, waarin Zuid-Holland één van de voorloperregio’s in de wereld is. Dat is nog relatief onbekend vanwege de specialistische kennis die nu nog vereist is om met open source te werken en vanwege de beperkte hoeveelheid ontwikkelde toepassingen. Daar is echter verandering in aan het komen met ontwikkelingen als location based services en dit Open EHR project. Zuid-Holland staat, met andere woorden, aan het begin van een valorisatiegolf in de open source ict. ZorgGemak wordt daar een prominent voorbeeld van. We beginnen dit voorstel met het voorstellen het te ontwikkelen product: een innovatief concept voor alledaagse zorgvragen, met name gericht op ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking. Vervolgens komt in hoofdstuk 2 de maatschappelijke inbedding en economische organisatie aan de orde. Na een toelichting op de integrale aanpak (3) en het voorstellen van de projectpartners (4) is het activiteitenplan aan de orde (5) en de wijze waarop de resultaten van het project geborgd worden (6). Het voorstel sluit af met een begroting. In de bijlagen vind u tenslotte nadere technische toelichtingen op de verschillende projectonderdelen.
1
Doel en doelgroep: innovatief concept voor alledaagse zorgvragen
Technologisch geavanceerde toepassingen voor in en om het huis leveren altijd aansprekende voorbeelden op. Meestal draait het dan om multimedia, om veiligheid of om snufjes, zoals in het oude futuristische beeld van de robot die de krant ophaalt en de ramen lapt. Dit projectvoorstel behelst een terrein dat tot op heden nog relatief onontgonnen is als het gaat om dienstverlening via internettoepassingen en domotica: dat van de thuis- en eerstelijnszorg. Doel is het scheppen van voorzieningen - met name gericht op breedbandtoepassingen - voor ouderen, mensen met een beperking, een chronische ziekte of een psychosociaal probleem om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen en beter aan het maatschappelijk verkeer te kunnen deelnemen. Daar zetten we ict-toepassingen voor in, maar we doen dat vanuit een tot op heden unieke invalshoek: geredeneerd vanuit de patiënt als regisseur van zijn of haar eigen zorgvraag en medische gegevens. Dat klinkt voor de hand liggend, maar als het gaat om ict in de zorg wordt er tot op heden veelal of vanuit de instellingen gedacht of vanuit ‘hardware’ toepassingen, zoals ‘stand alone’ camera’s, registratiesystemen en andere dure spullen. Dit project stelt een vraaggerichte benadering tegenover zo’n aanbod georiënteerde aanpak. Het gaat erom dat zorgvragers en zorgverleners - in ict termen: de twee gebruikersgroepen - zo effectief mogelijk laat communiceren en ze zo goed mogelijk van alle relevante informatie worden voorzien. Daar is een integraal informatie en communicatiesysteem voor nodig, dat enerzijds de zorgvrager tot mederegisseur van het zorgproces maakt en anderzijds zorgverleners in staat stelt altijd over de juiste medische informatie uit een elektronisch patiëntendossier te beschikken. Empowerment van de zorgvrager en efficiëntie voor de zorgverlener derhalve. Daar willen we een belangrijke bijdrage aan leveren door: het ontwikkelen van ‘telezorgdiensten’, waarmee op een toegankelijke en veilige manier 24
•
uur per dag zorg en ondersteuning op afstand kan worden geboden en snel fysieke hulp kan worden ingeschakeld als dat nodig is het ontwikkelen van een digitaal zorgadvies en informatiesysteem - door meerdere
•
organisaties (thuiszorg, woningbouwcorporatie, huisarts, mantelzorgers, et cetera) bij dit systeem te betrekken ontstaat een netwerk dat als digitaal zorglokaal voor bewoners functioneert het ontwikkelen van een koppeling tussen domotica-toepassingen aan het Elektronisch
•
Patiënten Dossier (EPD), om zo te zorgen voor een gecontroleerde koppeling van zelfhulp- en signaleringsapparatuur met de medische gegevens van bewoners. We willen met dit project een voorbeeldproject worden op nationale schaal, met een mondiale uistraling en een vooral regionale economische spinn-off. Dit projectvoorstel kent om dat te realiseren twee kernonderdelen: 1.
een proefwoning voor de ‘ouderenwoning van de toekomst’, waarin verschillende ICT-
toepassingen in één digitale en fysieke communicatieomgeving worden samengebracht
2.
de eerste concrete doorontwikkeling van Open Electronic Health Records (Open EHR), een
voorloper als het gaat om het veilig en dynamisch beheer van elektronische patiëntendossiers.1 1
Er doen zich nog andere mogelijkheden voor in de systeemkeuze. Ook een systeem dat onder de naam
GEHR bekend staat is een mogelijkheid in dit project. Hoe dan ook zal het om een open source toepassing gaan. Voor de overzichtelijkheid gebruiken we daar in dit projectvoorstel steeds de term Open EHR voor. Zie
Ad 1. In een senioren-wooncomplex wordt stelt Portaal een woning ter beschikking voor de pilot. In het complex worden ook andere seniorenprojecten gerealiseerd, zodat de proefwoning niet op zich staat - Portaal wil de proefwoning en omgeving ook gebruiken voor domotica-toepassingen - en er al sprake is van een actieve bewonerscommissie. Portaal benadert vervolgens dertig tot vijftig bewoners die aan de ontwikkeling van de telezorgdiensten willen meewerken. Ad 2. Open EHR is een open source ict-toepassing, waarbij gegevens niet centraal worden beheerd - zoals in de huidige systemen van de ziekenhuizen, huisartsen en thuiszorgorganisaties maar juist integraal per cliënt. Door een goed toegangs- en beveiligingssysteem hebben de zorgverleners - als gebruiker en als leverancier van een deel van de gegevens - en de bewoner/ patiënt de regie over het beheer van de gegevens.
Figuur 1 Structuur van de Open EHR toepassing in ZorgGemak Zorggebruiker
Zorgverlener User Interface voor online consult en zorginformatie (pc, televisie, pda)
Archetypen (geautoriseerde gebruikers van informatie uit het Digitale Kluisje, zoals de huisarts, specialist, mantelzorger, fysiotherapeut, thuiszorg, verpleegkundige en de patiënt)
Geautoriseerde ontsluiting van informatie via:
Digitaal Kluisje Ophalen en toevoegen medische gegevens
Informatiesysteem straks
Elektronisch Patiënten Dossier (EPD)
HIS
ZIS
voor meer achtergrond van Open EHR: www.openehr.org
Etc.
Niet communicerende informatiesystemen nu
Het gaat er dus niet om de gegevens uit verschillende databases (die van het ziekenhuis, van de huisarts, van de thuiszorg) aan elkaar te koppelen, maar de al bestaande gegevens bij elkaar te brengen en op een andere manier te gaan beheren en ontsluiten. De technologie is met Open EHR al beschikbaar, in dit project gaat het om de eerste doorontwikkeling ter wereld van deze voorlopertechnologie in een echte zorgvrager-zorgverlener situatie. Open EHR wordt ontwikkeld via een klein en specialistisch internationaal platform met een innovatiemix van wetenschappers, toegepaste kennisinstituten, bedrijven en medici. Het zwaartepunt van het netwerk ligt in Scandinavië en Groot-Brittannië. Maar de eerste echte toepassing zou met dit project in ZuidHolland plaatsvinden. Dat is belangrijk, omdat dat in potentie een grote economische voorsprong biedt. De wet van de remmende voorsprong gaat doorgaans in de ict niet op: het is leidend zijn en ontwikkelen - en dus economisch rendement halen - of anders de ontwikkelingen elders volgen. Het is een cliché, maar Zuid-Holland zet zich met een dergelijke toepassing inderdaad op de kaart.2 De specifieke technologische en projectmatige aspecten komen in hoofdstuk 3 van dit projectvoorstel nader aan de orde. We bouwen voort op in andere trajecten ontwikkelde basistechnologieën. Dat maakt dit project tot een voortgangsproject in de doorontwikkeling naar de markt en de gebruiker van basistechnologieën op het gebied van zorgcommunicatie via icttoepassingen. In dit hoofdstuk diepen we doelstelling verder uit aan de hand van enkele voor de hand liggende vragen. Wat is het eindbeeld dat dit project moet opleveren? Een integraal en innovatief dienstverleningsconcept op afstand voor de zorg, waarmee een bewoner of patiënt vanuit een eenvoudige webbased omgeving via breedbandinternet met zorgvragen direct terecht kan bij telezorgdiensten. De zorgvrager wordt zo efficiënt geholpen, krijgt goede informatie en zijn of haar gegeven worden overzichtelijk beheerd. Dat maakt het voor bijvoorbeeld huisartsen, ziekenhuizen, verzekeraars en thuiszorgorganisaties mogelijk zorgdiensten efficiënter te organiseren. Voor woningbouwcorperaties levert het meer mogelijkheden woningen levensloopbestendig te maken, waardoor ouderen langer thuis kunnen blijven wonen. Wat houdt dat dienstverleningsconcept in? Bewoners kunnen thuis medische informatie opvragen en medische hulp en persoonlijk contact zoeken met een (thuis)zorgverlener op een laagdrempelige en betrouwbare manier. De bewoner kan van achter de pc of de televisie afhankelijk van de ‘userinterface’ van zijn of haar voorkeur - contact zoeken met zorgverleners en zorgverleners kunnen van achter hun pc of met een pda de desbetreffende de medische gegevens van de zorgvrager bekijken en uitbreiden - wanneer ze daar althans als gebruiker van het systeem toe bevoegd zijn. Die medische gegevens worden beheerd in een individueel digitaal elektronisch patiënten dossier (EPD), dat binnen afzienbare tijd in Nederland wordt ingevoerd. Hoe zien die telezorgdiensten er uit? Daar zitten verschillende niveaus in. De bewoner of patiënt kan via een vraag- en antwoordstructuur de zorgvraag nader specificeren. Op die manier wordt duidelijker welk zorg- of gezondheidsprobleem er speelt. In een groot aantal gevallen ontvangt de zorgvrager een zelfzorgadvies.3 Er wordt dan geput uit betrouwbare zorginformatie-websites, zoals www.dokterdokter.nl, www.seniorgezond.nl (voor onderwerpen als vallen, bewegen en preventie), 2
Er zijn overigens aanverwante gebieden - zoals location based services - waarvoor ook geldt dat Zuid-Holland
een voorloperregio is in de wereld. Dat komt grotendeels voort uit de combinatie van academische ict-instituten als CETIM en de aanwezigheid van een groot en wereldwijd uniek wireless netwerk in Leiden. Dat heeft ook al een aantal spinn-off bedrijfjes opgeleverd. Die voorloperrol moet zich nu ook gaan uitdrukken in grotere commercieel uitnutbare ontwikkeltrajecten, zoals ZorgGemak.
www.reumanet.nl, et cetera. Indien er sprake is van problemen die een consult vereisen dan wordt de cliënt vanuit het systeem hierop gewezen en ontstaat de mogelijkheid binnen 24 uur met een zorgverlener (huisarts of een thuiszorgmedewerker) via het beeldscherm inclusief camera in contact te komen. Naast de beelden via de camera heeft de zorgverlener - net als de zorgvrager ook de relevante medische gegevens van de zorgvrager bij de hand via een ‘digitale zorgkluis’. Het laatste niveau is een rechtstreeks contact - op basis van de signalen via het eerste contact in de telezorgdienst - met de alarmcentrale of de helpdesk van de (thuis)zorgcentrale. Naast dat er een alarm kan worden uitgezonden zal de alarmering ook rechtstreeks via een ‘rode knop’ op het scherm te activeren zijn. De (thuis)zorgcentrale zal zich dan via de beeldscherm-verbinding melden bij de bewoner. Hoe zorg je dat de juiste medische gegevens beschikbaar zijn en veilig beheerd worden? Er zijn veel verschillende zorgverleners die moeten beschikken over medische informatie: de arts, verpleegkundige, thuiszorger, specialist, et cetera. Maar niet iedereen heeft alle informatie nodig en moet snel bij de relevante gegevens kunnen komen. Verschillende zorgverleners hebben verschillende informatie nodig. Er is dus een structuur nodig (met zogenaamde ‘archetypen’, ook daarover meer in hoofdstuk 3), die ervoor zorgt dat zowel de toegankelijkheid als de informatiestromen goed georganiseerd zijn. De beveiliging is vervolgens een cruciaal punt. Het gaat zowel om de beveiliging van het systeem zelf - zodat niet iedereen erbij kan - als van het datatransport - zodat gegevens niet kunnen worden onderschept als een arts ze via een pda in een draadloos netwerk opvraagt en aanvult. De technologie die in dit project wordt ingezet voldoet aan de strengste internationale standaarden en normeringen (NEN 7510). Daar zijn we trots op, want dat is voor een open source systeem uniek in de wereld. In dit projectvoorstel wordt een pilot in een proefwoning voorgesteld, waarbij het integraal realiseren van deze laagdrempelig en betrouwbaar bereikbare diensten vanuit de thuissituatie voorop staat. In de pilot moet het concept en de Open EHR-toepassing verder worden ontwikkeld en getest, zodat daarna de laatste stap (het naar de markt brengen en het ontwikkelen van aanvullende en commercieel interessante diensten, zoals diverse userinterfaces) kan worden gezet. We zullen in dit projectvoorstel de maatschappelijke en economische relevantie aangeven (hoofdstuk 2), ingaan op de meer technische onderdelen waaruit het project is opgebouwd (hoofdstuk 3), de projectpartners en projectstructuur presenteren (hoofdstuk 4), het activiteitenplan uiteenzetten (hoofdstuk 5) en afsluiten met de begroting en planning (hoofdstuk 6).
2
Maatschappelijke inbedding en economische organisatie
“Woningcorporatie Portaal richt een bestaande woning in Leiden in tot een ‘huis van de toekomst’. Portaal wil onderzoeken hoe razendsnel internet de oudere huurders kan helpen om langer in hun woningen te blijven. Ouderen moeten online contact kunnen leggen met hun huisarts, mantelzorgende familieleden of de Thuiszorg groot Rijnland.
3
Uit onderzoek blijkt dat 20 tot 25 procent van de initiële zorgvragen met een zelfzorgadvies is te
beantwoorden.
Voorlopig gaat het om proeven met de nieuwe technologie in een leeg appartement. Als blijkt dat een toepassing werkt, biedt Portaal die aan 55+ers aan. … Portaals huis van de toekomst krijgt bijvoorbeeld ‘beeld-tot-beeldtelefonie’ via internet en nieuwe versie van de aloude ‘telefoonkring’. … Verder wordt gewerkt aan een ‘digitale dokterspost’, waar ouderen met zorgvragen terecht kunnen en zelf online diagnoses kunnen stellen. … De plannen van Portaal zijn mede mogelijk gemaakt door ‘I-Care Leiden’ … doel is om beginnende kennisbedrijven en -instellingen samen te laten werken bij het maken en leveren van nieuwe producten en diensten.” Uit het Leidsch Dagblad van 17 januari 2006.
Maatschappelijke inbedding: veranderingen rond ouderen en zorgregie In het project gaat het er enerzijds om de - met name oudere - bewoner in staat te stellen sneller en efficiënter zorgvragen beantwoord te krijgen. Anderzijds willen we diezelfde bewoners stimuleren die zorgvraag ook te stellen, maar ook om er op te anticiperen: preventie en empowerment derhalve. Die tweevoudigheid - het efficiënt beantwoorden van zorgvragen enerzijds en preventie en empowerment anderzijds - is tegelijk een belangrijke randvoorwaarde. Anders werkt het niet. Een innovatief concept als het ZorgGemak moet in hoge mate vraaggestuurd en door bewoners geregisseerd zijn. Aanbodgerichte benaderingen, zoals de bewoners bestoken met zorginformatie of juist alleen een internettoepassing met een wachtwoord bieden, zullen niet werken. Het gaat er juist om via een technologische afstemming op maat te kunnen leveren. Niet de technologie zelf bepaalt in dit project de regie, maar de gebruikers: bewoners en (ambulante) zorgverleners. Dat is niet alleen een voorwaarde om in dit geval tot succesvolle technologieontwikkeling te komen, maar sluit ook aan bij de grondgedachte achter op innovatie en vraagsturing gerichte zorgwetgeving als de aanstaande Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De WMO begint klein - als nieuwe wet voor de huishoudelijke zorg die nu nog via de Awbz wordt geregeld - maar omvat over een aantal jaar de Wvg, Awbz en de Welzijnswet en staat symbool voor veel verandering rondom ouderen en zorg. Dan gaat het om extramuralisering van zorg, langer thuis blijven wonen, de mondige bewoner en patiënt, de toenemende rol van woningbouwcoöperaties in het faciliteren van zorg, levensloopbestendige woningen, et cetera. Regie is daarbij een steeds terugkerend sleutelwoord. Die moet nadrukkelijker bij de bewoner zelf of zijn familie komen te liggen en minder afhankelijk zijn van de procesgang bij zorgleveranciers. Economische organisatie Rond ict-dienstverlening en zorg is recent in Leiden een krachtige omgeving ontstaan. Dat heeft te maken met een aantal verschillende omstandigheden. Ten eerste de aanwezigheid van enkele ictvoorloperbedrijven, zoals Vivici en Anywi, ondersteunende (kennis)organisaties, zoals TNO, het CCLS (opgericht en gesteund door de Provincie Zuid-Holland, Leiden, Den Haag en Delft) en actieve gebruikersorganisaties, zoals woningbouwcorporatie Portaal en de Thuiszorg Groot Rijnland. Dat zorgt voor een goede innovatiemix en enige clustervorming. Ten opzichte van bijvoorbeeld het life sciences cluster in Leiden gaat nog om clustervorming op kleine schaal, maar ook dat biedt in dit ontwikkeltraject duidelijk voordelen. Zo ontwikkelt Vivici de technologie, levert TNO specifieke kennis over internationale standaarden en doet het gebruikersonderzoek, zorgt Anywi voor de wireless beveiliging, stelt Portaal stelt de woning ter beschikking en legt glasvezel
aan4 en kan CCLS ondersteuning bieden aan het traject (in de vorm van workshops, communicatie en pr, het werven van aanverwante partijen voor demo’s in de pilotwoning, et cetera) en economisch starterschap stimuleren. Ondanks het mondiale netwerk rond Open EHR is het feit dat in dit ontwikkeltraject de sleutelspelers op fietsafstand zitten een belangrijke toegevoegde waarde. Niet alleen vanwege de bereikbaarheid van het fysieke centrum - de proefwoning - maar ook vanwege kennisontwikkeling en -uitwisseling (de bekende voordelen uit de theorie rond geografische clustervorming). Daar hoort ook bij dat er betere mogelijkheden zijn voor de borging van de resultaten van het project, waar met name het CCLS zich over zal ontfermen, maar waarbij een krachtig netwerk een goede basis biedt. We komen daar in hoofdstuk 6 van dit voorstel op terug. Er is nog een ander belangrijk aspect dat Leiden tot een zeer krachtige en economisch kansrijke omgeving maakt voor de ontwikkeling van telezorgdiensten. Leiden heeft met veertig bij veertig kilometer het grootste dekkende wireless netwerk van de wereld. Dat maakt het mogelijk in een groot gebied (thuis)zorgverleners met pda’s uit te rusten en zo altijd op de gegevens van een patiënt kunnen inloggen, waar ze ook zijn. Dat is voor een goede pilot van groot belang, omdat het daarmee ook echt in het werk geïntegreerd kan worden. Dat vergt wel een goede beveiliging en ook daarin - de beveiliging van datatransport van wireless netwerken - is Leiden een voorloper in de wereld. Het systeem van telezorgdiensten en gegevensbeheer (de Open EHR toepassing) en het beveiligen van de datastroom vormen commercieel interessante producten. Daar zit dan ook de belangrijkste economische spin-off. Wanneer deze pilot volgens verwachtingen verloopt, verwachten we - in vervolg van de Thuiszorg Groot Rijnland en Portaal - grote investeerders aan te kunnen trekken voor de verdere ontwikkeling en vermarketing. Die investeringen slaan voor een belangrijk deel neer in de regio, omdat hier immers de ontwikkelaars zitten. Daarbij gaat het vooral om bedrijvigheid in de ontwikkeling van kennis en toepassingen. De techniek komt via het platform van Open EHR weer beschikbaar voor de ‘open source community’.
3
Integrale aanpak: de verschillende onderdelen Het project bestaat uit vijf samenhangende onderdelen: •
het Digitale Zorgkluisje van Vivici 5
•
de Online Diagnose Informatie, Afspraak en Consult (ODIAC) van Vivici
•
een gebruikersonderzoek door TNO
•
de proefwoning, glasvezel en deelnemende bewoners via Portaal
•
zorginformatie van dokterdokter.nl en van SeniorGezond van TNO.
Daarnaast haken twee gerelateerde projecten aan, die via een andere weg worden gefinancierd: een Leids Sleutelproject en de Digitale Slaapmiddeladviseurs. Een deel van de ontwikkelkosten van het Digitale Zorgkluisje en het ODIAC-project worden gedekt door twee Kenniswijksubsidies, voor
4
Overigens is Portaal begonnen met het aansluiten van al haar zestigduizend woningen op een
glasvezelnetwerk. 5
Onlangs is Lips een project gestart onder de naam Zorgkluis. Dat betreft een project voor de fysieke
beveiliging van sleutels. In ZorgGemak is ook sprake van een sleutelproject - daar komen we later over te spreken - maar dat is dus een ander project dan dat van Lips.
verdere toelichting zie hoofdstuk 7 (begroting). Dat maakt het mogelijk ze in ZorgGemak te ontwikkelen in één integraal concept. Vivici heeft in 2005 de innovatieprijs van ‘Kenniswijk’ ontvangen Het gaat erom de verschillende onderdelen integraal te ontwikkelen, zodat ze optimaal samengaan in één concept voor de telezorgdiensten in ZorgGemak. We lichten in dit hoofdstuk de verschillende onderdelen kort toe. In de bijlage vindt u een uitgebreider toelichting van enkele cruciale en al meer uitgewerkte onderdelen.
Figuur 2
Cluster I-care Leiden en ZorgGemak
Cluster I-care Leidenregio (CCLS en gemeente Leiden)
ZorgGemak Digitale kluis (Vivici) Stichting dienstverlening Leiden
Thuiszorg Groot Rijnland
Project elektronische Glasverzel (Portaal)
sleutel(beheer) op afstand.
Wireless Leiden (Anywi) Overige zoals kabel, telefoon Waarborging van kwaliteit- en veiligheid (TNO)
Telezorgdiensten ODIAC (Vivici) Woningcomplex Portaal 50 bewoners Evaluatie van producten en diensten
SeniorGezond (TNO)
Proefwoning Portaal
Zorginformatie (dokterdokter.nl) Slaapmiddelengebruik (RUG/LUMC)
Demonstratie en evaluatie van producten en diensten aan bewoners, beleidsmakers, MKB en zorggerelateerde instellingen, pr voor het cluster
Het Digitale Zorgkluisje De volgende diensten worden in het Digitale Zorgkluisje ontwikkeld: •
Inkijken eigen dossier. Bestaande informatie systemen (zoals het Huisartsen
Informatiesysteem HIS en het Ziekenhuis Informatiesysteem ZIS - zie figuur 1) en het nieuwe nationale EPD zijn vooralsnog niet gericht op gebruik, beheer en toevoeging van gegevens door de zorgvrager. Dit project doet dat wel. •
Medisch dagboek dienst. Met deze dienst kan de consument a) ervaringen uitwisselen met
andere patiënten, b) het eigen medicijnen gebruik en bijwerkingen registreren (of laten registreren door de omgeving) en deze gegevens uitwisselen met de zorgverleners en c) zelfmeetwaarden registeren en deze uitwisselen met zorgverleners. •
SOS-informatie service is een dienst waarmee de consument cruciale informatie maar ook
zijn wensen in geval van nood kan uitwisselen met de zorgverlener. De consument kan kiezen waar hij deze informatie opslaat. Deze zorgverlener kan de informatie digitaal uitlezen en direct gebruiken. •
Herhaal recepten. Op basis van een vragenboom en de gegevens uit het Digitale
Zorgkluisje kan volgens de standaard van het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) bepaalt worden of iemand een herhalingsrecept kan krijgen. Hierdoor wordt dezelfde kwaliteit als van de Nederlandse huisarts gegarandeerd en is het ‘goed medisch handelen’ gewaarborgd. Het Digitale Zorgkluisje zorgt voor de ontsluiting van gegevens uit het Elektronisch Patiënten Dossier (zie figuur 1), dat in ontwikkeling is en binnen enkele jaren de bestaande informatiesystemen in de zorg zal vervangen. Het Digitale Kluisje is een manier om het EPD op een open source manier te beheren: geen gegevens op een centrale, fysieke plek, maar altijd toegankelijke informatie - althans voor diegenen die bevoegd zijn. Dat is een wezenlijk andere manier van data beheren dan via het aan elkaar koppelen van bestanden die op verschillende plekken worden beheerd. Dat levert dezelfde informatie op - ook specifiek op de doelgroep toegesneden en in principe overal op te vragen - alleen stuit die manier van werken snel op grenzen. Vergelijk het met een supermarkt waar alle afdelingen aparte kassa’s hebben: één voor de groente, één voor de koffie, één voor brood, et cetera. Op kleine schaal is dat wel te doen. Het duurt wat langer en het is wat omslachtig, maar het resultaat is hetzelfde: met een tas vol afgerekende boodschappen verlaat de klant het pand. Maar de grens van zo’n systeem is meteen duidelijk en doemt snel op: op het moment dat er veel klanten zijn zouden de wachtrijen eindeloos worden en zo er veel te veel personeel nodig zijn om de zaak draaiende te houden. De tijd en energie die gaat zitten in het proces van betalen staat dan in geen verhouding meer tot de gedane boodschappen. Uiteindelijk loopt dat spaak. Het Digitale Kluisje is het centraal kassasysteem van het EPD. Alleen is de hoeveelheid kassa’s bij het Digitale Kluisje in principe eindeloos. Maar het is geavanceerder dan een centraal kassasysteem, want het Digitale Kluisje bepaalt ook welke boodschappen de klant nodig heeft. Een huisarts heeft andere medische gegevens nodig (en mag ook over andere beschikken) dan bijvoorbeeld de thuiszorg. Daarvoor worden archetypen gecreëerd (zie weer figuur 1), die de toegang van verschillende gebruikersgroepen tot de medische gegevens uit het EPD regelen en die herkenbaar maken welke informatie van welk archetype (gebruikersgroep) afkomstig is. Zo kan een gebruiker zien welke medische informatie van de huisarts afkomstig is en wat de verpleegkundige of specialist. Voor de duidelijkheid: de opslag van de gegevens vindt niet plaats in het Digitale Kluisje (in die zin is de naam zelfs wat verwarrend), maar in het EPD. Het Digitale Kluisje regelt alleen de toegang en vertaalslag van de gegevens naar de userinterface. Een laatste punt van belang: het Digitale Kluisje werkt via semantische interoperabiliteit. In het kort gezegd komt het erop neer dat de gegevens zonder de vaste tabelstructuur van bijvoorbeeld een spreadsheet-programma (zoals Excell) worden opgeslagen. Dat maakt het mogelijk altijd
informatievelden toe te voegen en ook informatie aan elkaar te koppelen en met elkaar te vergelijken (bijvoorbeeld van twee verwante onderzoeken bij verschillende zorgverleners). Een volgende stap is dan ‘intelligente’ systemen te ontwikkelen die uit het Digitale Zorgkluisje medische gegevens kunnen ‘scannen’ op verhoogde gezondheidsrisico’s. De technologie om in het Digitale Kluisje via semantische interoperabiliteit te werken moet in dit project worden ontwikkeld, maar een internationale standaard is er al wel (EN13606). Online Diagnose Informatie, Afspraak en Consult (ODIAC) Met een digitaal consult kan, volledig geautomatiseerd, antwoord gegeven worden op de vraag of iemand met een bepaalde klacht naar de huisarts moet. Het intelligente triage systeem dat Vivici ontwikkeld heeft, kan bepalen of er sprake is van een alledaagse/ zelflimiterende aandoening waarvoor een zelfzorg advies gegeven kan worden of dat de situatie door de huisarts beoordeeld dient te worden en met welke urgentie In het eerste geval volgt er een uitgebreid zelfzorg advies. In het tweede geval moet de consument of nader contact hebben met de huisarts of zelf direct contact opnemen met een (huis)arts. Het vervolg op het digitale consult is de ontwikkeling van het online-consult. Een online-consult kan gebruikt worden bij niet spoedeisende aandoeningen, die wel door de huisarts dienen te worden beoordeeld. De vragen en antwoorden die de patiënt gegeven heeft bij het digitale consult worden op een server klaargezet. De huisarts kan de vragen daar direct inzien en een antwoord genereren. Het online-consult-systeem begeleidt de huisarts bij het opstellen van een gestructureerd antwoord. Door voorstructurering en standaardisatie, voor informatie van de patiënt, kan kwaliteitsverbetering en efficiency bereikt worden. Essentieel bij het online-consult is dat het triage systeem van Vivici de spoedeisende klachten eruit filtert en dan direct adviseert zelf contact op te nemen met de huisarts. Het online-consult is met Vivici's businesspartner dokterdokter.nl ontwikkeld en afgelopen jaar in een pilot getest bij 36 huisartsen. Het wordt zeer waarschijnlijk in de loop van 2006 aan de negenhonderd kernhuisartsen van Menzis aangeboden en zal dan tevens worden vergoed via de module modernisering en innovatie. Een flink deel van de patiënten die naar de huisarts willen kan via het online-consult worden afgehandeld, echter nog altijd dient een deel van de patiënten ‘gezien’ te worden. De volgende (en in onze ogen logische-) innovatieve stap is dan ook het ontwikkelen van een volledige ODIACdienst, inclusief een screen2screen-consult, een online-afsprakenmodule en een automatische alarmmelding. In ODIAC worden de bestaande diensten en de te ontwikkelen diensten aan elkaar gekoppeld via het Open EHR. Aansluitend op het Digitale Kluisje kan informatie door de verschillende systemen uitgewisseld worden ongeacht de leverancier en plaats van de geleverde digitale dienst. Daarnaast wordt een koppeling tot stand gebracht met een 24 uurs alarmservice (bemande helpdesk), die automatisch gewaarschuwd wordt op grond van de gegeven informatie bij het online-consult. Door
de koppeling heeft de zorgverlener, bij de 24-uurs post, meteen alle beschikbare informatie beschikbaar. De ODIAC dienst bestaat uit gekoppelde bestaande en nieuwe online-zorgdiensten. Een digitaal consult en online-consult dat indien nodig gevolgd wordt door het online maken van een afspraak voor een gewoon of ‘scr2scr-consult’ met zorgverleners. Met andere woorden: een praktische, duidelijke, breed toegankelijke dienst waarin e-diagnose, e-gezondheids-informatie, e-triage, online-afspreken en ‘scr2scr-consult’ via internet mogelijk zijn. Tabel 1: Overzicht vraaggestuurde dienst “ODIAC” Onderdeel 1 Digitaal consult
Toelichting
Consumentenvraag
Diagnose van zelflimiterende aandoeningen, op
Hulpvraagverduidelijking;
(bestaand, wordt
basis van expertsysteem en beslissing of
online diagnose (beantwoordt
gekoppeld)
zelfzorgadvies of consult nodig is.
behoefte aan online vragen
Op basis van consult wordt gezondheidsinformatie,
stellen aan arts);
zelfzorgadvies, advies voor raadplegen zorgverlener niet meer wachten in of advies voor het vergaren van extra informatie
wachtkamer.
(zelfmeet waarden) gegeven. 2 Online consult
Via het online consult kan de consument die niet via Hulpvraagverduidelijking;
(bestaand, wordt
het digitaal consult geholpen kan worden een vraag online diagnose (beantwoordt
gekoppeld)
stellen aan de eigen huisarts of waarnemer.
behoefte aan online vragen stellen aan arts); niet meer wachten in wachtkamer.
3 Online Afspreken
Op basis van een online consult kan online een
Via internet afspraken maken;
(nieuw te ontwikkelen afspraak met benodigde zorgverlener gemaakt
zorgbehoefte koppelen aan
in dit project)
worden. Door koppeling wordt reeds bekende
eigen omstandigheden,
informatie al meegezonden.
preferenties en levenswijze.
Consult met zorgverlener via een breedband-
Niet meer wachten in
4 Scr2scr-consult
(nieuw te ontwikkelen internet-videoverbinding. Door koppeling verschijnt
wachtkamer. Consulteren van
in dit project)
arts via internet.
5 Alarmeringservice
reeds bekende informatie bij zorgverlener.
Mensen met (relatief) spoedeisende klachten kunnen Zorg met hoge kwaliteit;
(nieuw te ontwikkelen direct in contact komen met een medisch centralist
zorgbehoefte koppelen aan
in dit project)
die kan assisteren bij het verkrijgen van passende
eigen omstandigheden,
hulp.
preferenties en levenswijze.
Gebruikersonderzoek Een onderdeel dat een wat minder uitgebreide toelichting behoeft. TNO draagt zorg voor een gebruikersonderzoek onder deze specifieke doelgroep. Dat onderzoek richt zich met name op de userinterface en het gebruiksgemak. De userinterface is het scherm waarmee de gebruikers communiceren. Dat kan een pc zijn, maar ook een mobiele telefoon, een pda of een televisiescherm. De omgeving is altijd een internetomgeving, dat blijft gelijk. Proefwoning, glasvezel en deelnemende bewoners Woningbouwcoöperatie Portaal stelt zoals gezegd een proefwoning ter beschikking, waarin ook andere proeven - met name rond domotica - worden georganiseerd. In de proefwoning bevindt zich het fysieke hart van de pilot en worden verschillende userinterfaces getest. Daar willen we laten zien dat de ‘achterkant’ van het systeem (ODIAC, Digitale Kluisje) op verschillende apparaten - tv,
pc, pda - en met verschillende aansturingssystemen even goed werkt. Het moet immers draaien zonder afhankelijk te zijn van een specifiek Windows of Linux besturingssysteem. Portaal legt voorts glasvezelnet aan in al haar woningen en dat is voor deze pilot een noodzakelijke voorwaarde. Portaal benadert tenslotte dertig tot vijftig bewoners om aan de pilot deel te nemen. Zorginformatie Deze pilot maakt gebruik van al online beschikbare zorginformatie, met name van dokterdokter.nl en van SeniorGezond van TNO. Daarnaast wordt van enkele specialistische websites gebruik gemaakt, zoals bij informatie over reuma. Integraliteit en userinterface Een belangrijk onderdeel van deze pilot is de integraliteit van de onderdelen. Dat maakt het mogelijk de gebruiker echt centraal te stellen en niet alleen maar mooie ict-toepassingen aan te bieden. Dat ook geeft het Leidse cluster rond ZorgGemak een belangrijke praktische en kennisvoorsprong in de internationale ontwikkeling van dit soort telezorgdiensten. Om die integraliteit goed vorm te kunnen geven, wordt er in de ict-technologie paradoxaal genoeg juist met verschillende componenten gewerkt. Componenten zijn grote of kleine bouwstenen die een afgebakende functie hebben, vergelijkbaar met blokjes Lego. Door deze componenten met elkaar te verbinden, is het mogelijk een flexibel programma op te bouwen dat goed te onderhouden en aan te passen is: •
door hun beperkte omvang zijn componenten eenvoudiger te onderhouden
•
componenten kunnen, op basis van voortschrijden inzicht of externe ontwikkelingen,
vervangen worden zonder dat alle andere componenten mee moeten veranderen •
de componenten kunnen van verschillende leveranciers betrokken worden, waardoor
maatwerk tot op zekere hoogte mogelijk is •
leveranciers kunnen zich specialiseren in een beperkt aantal componenten.
Dat zorgt voor stabiliteit - een groot, verklonken en inflexibel ict-bouwwerk kan immers kwetsbaar worden omdat onderdelen niet apart vervangen kunnen worden - maar ook voor de mogelijkheid voor kleinere bedrijven een deel van de spin-off van dit project vorm te geven door zich te richten op specifieke componenten. Dan kan het gaan om een gebruiksvriendelijke manier om archetypen goed te definiëren, om beveiliging van wireless dataverkeer, om webdesign et cetera. Voor de bewoner en zorgvrager is ZorgGemak één simpel te begrijpen en goed toegankelijke telezorgdienst. Basisvraag is: ik heb een nieuwe medische klacht/ vraag en wat kan/ moet ik hiermee. Essentieel hierbij is een heldere userinterface. In deze userinterface zullen de functies (bijvoorbeeld ‘Ik heb een vraag voor mijn huisarts’) centraal staan. Zo’n vraag wordt dan als knop weergegeven. Om een simpele en intuïtieve userinterface te maken wordt gebruik gemaakt van zogenaamde Rich Internet Applications. De knop zal dan altijd en overal dezelfde functie uitvoeren. Iedereen kan dan deze knop in zijn of haar website plaatsen ongeacht platform of operating system. Deze knop kan bijvoorbeeld naast andere knoppen in de opmaak van een website staan of op een specifiek zorgapplicatie in een bejaardenhuis. Gerelateerde projecten: het Sleutelproject en de Digitale Slaapmiddeladviseur In verband met alarmopvolging en niet-planbare zorg is goede toegankelijkheid van de woning van de zorgvrager noodzakelijk. Op dit moment is het noodzakelijk dat er voor elke cliënt - buiten de specifieke projecten - die van professionele alarmopvolging gebruik maakt één of meer aparte sleutels beschikbaar zijn bij de betreffende zorginstelling die de professionele alarmopvolging uitvoert. Voor woningen die ook nog een centrale toegangsdeur hebben is vaak ook nog weer een
extra sleutel vereist om de woning te kunnen bereiken. Bij de verdere toename van het aantal cliënten van deze professionele alarmopvolging, zal dit tot logistieke problemen gaan leiden (teveel verschillende sleutels in beheer bij de teams van professionele alarmopvolging). Snelheid van handelen en zorgvuldig sleutelbeheer kunnen dan onder druk komen te staan. Met name de Thuiszorg Groot Rijnland heeft aangegeven, dat een andere wijze van deurontgrendeling noodzakelijk is om professionele alarmopvolging verantwoord uit te kunnen voeren. Zij heeft op dit moment al in toenemende mate te maken met genoemde sleutelproblematiek. Momenteel loopt er een project om deze sleutelproblematiek goed op te lossen, die een middelgrote thuiszorgorganisatie naar schatting jaarlijks € 1 miljoen kost. Daarin spelen Portaal en de Thuiszorg Groot Rijnland uiteraard een belangrijke rol. Het gaat om innovatieve op afstand vanuit helpdesk / (thuis)zorgcentrale bedienbare sleutel(beheer)oplossingen. Enkele voorhanden zijnde elektronische oplossingen worden geselecteerd, geïnstalleerd en geëvalueerd in de demonstratie en testwoningen. Via de ‘alarmknop’ in ZorgGemak is er een directe relatie tussen dit project rond sleutelproblematiek en het Digitale Kluisje in ZorgGemak. Dat is één van de domoticatoepassingen die in de proefwoning samenkomen. Een tweede gerelateerd project is de Digitale Slaapmiddeladviseur. In dit project wordt een geïndividualiseerde voorlichting ontwikkeld op het gebied van slaapmiddelgebruik, met name benzodiazepinen. Dat zijn veel gebruikte medicijnen die met name voorgeschreven worden bij slaapklachten en angstklachten. Hoewel benzodiazepinen effectieve medicijnen kunnen zijn, zijn er aantal nadelen van het gebruik. Daarnaast is het gebruik van deze medicijnen de afgelopen jaren sterk toegenomen. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat veel patiënten benzodiazepinen (te) lang gebruiken. In het kader van het voorkomen van dit chronische gebruik is het wenselijk om patiënten voor te lichten over het benzodiazepinegebruik. Geïndividualiseerde voorlichting houdt rekening met relevante kenmerken van het individu. Om deze voorlichting te ontwikkelen is eerste onderzocht welke de psychologische factoren zijn die verantwoordelijk zijn voor het benzodiazepinegebruik. Het zijn deze psychologische factoren die door de voorlichting dienen te worden veranderd in een zodanige richting dat de kans op het stoppen van het gebruik toeneemt. Daartoe is een zogenaamde determinantenstudie uitgevoerd onder 500 benzodiazepinengebruikers waarbij met een interval van 9 maanden twee metingen zijn verricht. Naast enkele andere voorspellers blijken een sterk vertrouwen om zelf in staat zijn om te stoppen en de verwachting van weinig nadelen van stoppen, de kernvoorspellers van het daadwerkelijk stoppen met het gebruik te zijn. Op grond van onder andere deze gegevens zijn twee systemen voor geïndividualiseerde voorlichting (tailoring = op maat maken) ontwikkeld: 1.
de enkelvoudige tailoring die bestaat uit het éénmaal aanbieden van geïndividualiseerde
voorlichting en 2.
de meervoudige tailoring die bestaat uit het met intervallen van één maand drie maal
achtereenvolgens aanbieden van geïndividualiseerde voorlichting. In een gerandomiseerde effectiviteittrial onder 547 benzodiazepinengebruikers zijn beide nieuwe interventies vergeleken met een bestaande methode (de huisartsenbrief) om het stoppen met benzodiazepinen te stimuleren. De resultaten laten zien dat twaalf maanden na het per post toezenden van de voorlichtingsmaterialen, de enkelvoudige tailoring significant effectiever is dan de huisartsenbrief als het gaat om stoppen met het benzodiazepinegebruik.
De dienst Digitale Slaapmiddelenadviseur is geschikt voor alle (chronische) benzodiazepinengebruikers. In eerste instantie zal dit project zicht richten op gebruikers van de dokterdokter.nl website en de daarbij aangesloten huisartsen. De Digitale Slaapmiddelenadviseur is te raadplegen vanaf de website van dokterdokter.nl of direct via een button in de ZorgGemak userinterface. Feitelijk zal de dienst via iedere user interface die aan de technische voorwaarden voldoet bereikbaar zijn. Punt is dat een verslaafde niet voor niks verslaafd is en dus niet snel zichzelf zal aanmelden. Koppeling met online medische diensten van de huisarts, ZorgGemak en dokterdokter.nl kan dit probleem verhelpen. Er is een directe koppeling aan ZorgGemak, in de zin dat mensen die benzodiazepinen gebruiken, meteen doorgelinkt worden naar de Digitale Slaapmiddelenadviseur en de gegevens voor huisarts en hulpverlener beschikbaar komen. Door koppeling met het Digitale Zorgkluisje kunnen de medische gegevens bij de huisarts opgehaald worden en ziet het systeem dat iemand te lang benzodiazepine gebruikt. Op dat moment kan het systeem een seintje geven aan de huisarts op iemand aan te melden of kan direct een 'advertentie' geplaatst worden bij de consument waarin hulp bij het stoppen met slaapmiddelen wordt aangeboden.
4
Projectpartners Vivici - de ontwikkelaar Zorgkluisje en ODIAC - treedt op als projectleider van ZorgGemak. Zij draagt teven zorg voor de meeste ontwikkelcapaciteit van ZorgGemak. Daarnaast maken TNO, de Thuiszorg Groot Rijnland, Portaal en het CCLS deel uit van de projectgroep. ZorgGemak maakt - op offertebasis - gebruik van enkele met name Leidse leveranciers:
•
Rosa software en Smart Tools zijn voorloper-ontwikkelaars in e-health toepassingen
•
Unifying Media Streaming verzorgt videoverbinding en media en user interface screen-to-screen
technologie •
AnyWi Technology is deskundig op het gebied van breedbandtoepassingen, adviseur van Wireless
Leiden en deskundige in de beveiliging van dataverkeer en netwerken. Dit project valt onder het Leidse I-care cluster. In maart wordt een intentieverklaring getekend door bovengenoemde partijen om onder andere dit project van de grond te trekken, de resultaten verder economisch te ontwikkelen en kennis en ontwikkelkracht te bundelen op het gebied van zorg en ict. Tegelijk wordt een samenwerkingsovereenkomst voor dit project getekend, waarin wordt vastgelegd dat Vivici optreedt als projectleider en rapporteert aan het cluster, terwijl het CCLS zorgt voor ondersteuning en facilitering, onder andere door de financiën te beheren op een aparte rekening voor dit project. We stellen de verschillende partijen kort voor. Vivici is de ontwikkelaar van het Zorgkluisje en ODIAC. Vivici zal de projectorganisatie op zich nemen en Vivici zal de functionele eisen (samen) opstellen. Ook verzorgt Vivici de informatie vanuit de website www.dokterdokter.nl. Vivici heeft zich ten doel gesteld om, gebruikmakend van internettechnologie, oplossingen voor de knelpunten in ons huidige zorgstelsel te bieden en de
communicatie tussen hulpverleners te verbeteren. De reeds gerealiseerde digitale dokterpost is daar een eerste uitvloeisel van. Bij de realisatie van internetoplossingen voor de zorgsector maakt Vivici gebruik van de expertise van derden zoals ictspecialisten, huisartsen, zorgcentra, onderzoeksinstellingen en patiënten groeperingen. Dokterdokter.nl positioneert zich als nationaal zorgportaal en heeft haar missie als volgt geformuleerd: Dokterdokter.nl wil gezondheidsprocessen zodanig beïnvloeden dat de kwaliteit van de zorg voor het individu verbetert. Uit een persbericht van Kenniswijk; Meest succesvolle dienst uit Kenniswijk: Vivici Tijdens het slotcongres van kenniswijk op 30 september 2006 is door een professionele jury de Vivici dienst (De Digitale dokterspost) uitgeroepen tot meest succesvolle dienst die met behulp van kenniswijk-subsidie is ontwikkeld. De Jury is van mening dat met deze dienst de echte banen van de toekomst zullen ontstaan. Feitelijk gaat deze dienst een verandering brengen in het arbeidsproces van de zorgverlener.
TNO Kwaliteit van Leven onderzoekt de opzet en uitgangspunten van het ZorgGemak en stelt de standaarden op voor het communicatieplatform waarop de verschillende projectonderdelen met elkaar gekoppeld zullen worden. TNO levert kennis met betrekking tot de kwaliteits- en andere specifieke eisen zodat voldaan wordt aan de internationale standaard (CEN, HL7/GEHR) en Internationale kwaliteitseisen (waaronder QMICT en CE). Daarnaast levert TNO het platform SeniorGezond met daarin kennis over valpreventie. Onder de noemer ‘Kwaliteit van Leven’ voert TNO onderzoek uit dat gericht is op concrete op het gebied van de Preventie en Zorg, Arbeid en Voeding. Om haar klanten de juiste toepasbare kennis of adequate adviezen te kunnen bieden, richt TNO het onderzoek op een aantal speerpunten van kennis, passend binnen dit onderzoeksgebied. Cruciale begrippen zijn hierbij: gezondheid, veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit.
Stichting Thuiszorg Groot Rijnland adviseert en faciliteert de projectgroep voor wat betreft de inrichting en eventuele bemanning van het ZorgGemak in de pilot. Daarnaast levert de Stichting Thuiszorg Groot Rijnland een terzake deskundige contactpersoon waarmee gedurende alle fasen gecommuniceerd kan worden. Thuiszorg Groot Rijnland levert verantwoorde cliëntgerichte zorg die zowel doelmatig als doeltreffend is. Directe beschikbaarheid van zorg en continuïteit van zorg zijn voor cliënten van het grootste belang. Het ontbreken van wachtlijsten en vervanging tijdens afwezigheid van vaste verzorgende of verpleegkundige hebben de hoogste prioriteit. Daarbij wordt gestreefd naar zorgverlening met zo min mogelijk verschillende medewerkers per cliënt, zodat deze zelf de regie over zijn dagindeling houdt. Thuiszorg Groot Rijnland erkent de keuzevrijheid van de cliënt en werkt nauw samen met andere zorgverleners en organisaties.
Portaal stelt een demonstratie seniorenwoning (met glasvezel) ter beschikking en stelt personeel beschikbaar die behulpzaam kan zijn bij de inrichting van de woning. Portaal rolt momenteel breedbandglasvezel uit in al haar zestigduizend woningen. Dat maakt het mogelijk dertig tot veertig bewoners te vragen mee te draaien in de ontwikkeling van de telezorgdiensten. Tevens wil zij een bijdrage leveren aan de communicatie en pr rond de pilot. Op het gebied van wonen en zorg wil Portaal een bijdrage leveren om ouderen en mensen met specifieke woonwensen en behoeften in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonden. Portaal past haar woningen hierop aan door middel van elektronische voorzieningen en breedband glasvezelaansluiting. Portaal heeft een “bejaardenhuis van de toekomst” in opbouw. Moderne technologieën, bekend onder de naam Domotica, maken zorg op afstand steeds beter mogelijk. Technisch gezien is nu al veel mogelijk. Het vinden van de juiste combinatie van de technologie en de zorg is, volgens Portaal, de kernvraag bij de invoering van de Domotica. Die komt ondanks de technische mogelijkheden, nog maar moeizaam van de grond.
Unifying Media / Quantasia realiseert voor dit project een videonetwerk, met de Unifying-Media techniek (UM). Innovatief is dat het systeem zo ingericht wordt dat bij alarmsituaties de eindgebruiker een verbinding kan geven richting de centrale gebruiker (in dit geval 24-uur verpleegkundige of huisartstenpost). Daarnaast wordt de videonetwerksoftware (inclusief instructievideo’s, developerkit en multipointvideo) en de User Interface aangepast aan deze specifieke toepassing. Quantasie ontwikkelt en produceert maatwerk software. Unifying Media is een label van QDD en de Unifying Media video/audio software maakt communicatie via internet mogelijk. Deze software wordt bijvoorbeeld al gebruikt voor het VIDEO consult van Vodiservice. Hiermee kan direct een scr2scr consult met de diëtiste plaatsvinden.
Anywi levert deskundigheid over beveiliging van het dataverkeer. En voor de 'mobiele' eindgebruiker een draadloze datacommunicatie unit waarbij de verbinding op iedere zorglocatie automatisch tot stand komt. AnyWi levert oplossingen op het gebied van draadloze datacommunicatie die geoptimaliseerd zijn naar beschikbaarheid, betrouwbaarheid, veiligheid en kosten. Via een AnyWi Gateway wordt automatisch een verbinding tot stand gebracht naar het Internet waarbij gebruik gemaakt wordt van de beschikbare breedband netwerken zoals WiFi, UMTS of EDGE. Alle dataverkeer wordt via encryptie beveiligd tegen afluisteren door derden.
Rosa Software en Smart Tools ontwikkelen het communicatieplatform, waarop de verschillende modules met elkaar gekoppeld zullen worden, gebaseerd op OpenEHR. Het platform moet voldoen wordt aan de internationale standaard (CEN, HL7/GEHR) en kwaliteitseisen (QMICT en CE). Bert Verhees is de ontwerper van bijvoorbeeld HISlink en een dienstenrooster applicatie. EduSoft levert indien hiervoor gekozen wordt de LinLin PC. CCLS en de gemeente Leiden zijn medefinancier van de pilot is. Het CCLS wil tevens een bijdrage leveren aan de projectmatige ondersteuning (voortgangsrapportages, partijen werven die
in de proefwoning gerelateerde projecten kunnen draaien) en aan de communicatie en pr rond de pilot. Tevens heeft het CCLS een stimulerende rol in het economische na-traject van de pliot: startersondersteuning, economische organisatie rond de Leidse ‘high tech’ bedrijvigheid, et cetera. CCLS is the Life Sciences network for the region South-Holland. With more than 90 Life Sciences companies, incubator facilities, research institutes, world leading Universities and Medical Centres South-Holland is the most dense area of life sciences activities in the Netherlands. CCLS guides you to excellent business and research opportunities present in the life sciences cluster of South-Holland. CCLS is a comprehensive business and research network for the life sciences cluster, with activities including: •
regular networking meetings
•
initiating, promoting and managing life sciences clusters
•
partnering
•
providing information about life sciences activities in the region of South-Holland
•
coaching and advising start-up companies
•
screening for marketable life sciences activities.
5
Activiteitenplan Het activiteitenplan is - zoals gezegd - gericht op de doorontwikkeling van in aanleg al ontwikkelde, maar nog niet goed op elkaar betrokken technologie. ZorgGemak brengt die technologie naar zorgvrager en zorgverlener. Het activiteitenplan van ZorgGemak bestaat uit vijf stappen:
•
fase 1: ontwerpfase
•
fase 2: realisatie prototype
•
fase 3: proefopstelling en verbeteren prototype
•
fase 4: validatie deel 1
•
fase 5: validatie deel 2. Fase 1: ontwerpfase In fase 1 stellen we een pakket van eisen op aan de hand van scenario’s en ‘use cases’ - door deskundigen opgestelde realistische voorbeelden en verwacht gebruik vanuit de praktijk. Selectie geschied aan de hand van opgestelde specificaties, van benodigde technische configuraties (domotica aansluitkastje, tv, pc) en de daarbij benodigde leveranciers. Ook wordt bestudeerd wat het beheer van de bij diensten behorende infrastructuur vereist. In fase I worden verder de specificaties gedefinieerd waaraan het te ontwikkelen systeem bij dient te voldoen. Hieronder volgen enkele daarbij te hanteren uitgangspunten: •
User interface: de deelonderwerpen vormen een integraal laagdrempelig te gebruiken
geheel voor de zorgvrager. Gezien de beoogde doelgroep betekent het, dat er hoge eisen aan het gebruiksgemak en de flexibiliteit van de userinterface gesteld zullen worden. Voor de hand ligt te kiezen voor de “AJAX- technologie”. •
Videostreaming: om video presentaties en beeldschermconsultatie mogelijk te maken in
de webbased gebruikersinterface zal er gekozen moeten worden voor in de software inpasbare componenten voor videostreaming. Bij de keuze dient gelet te worden op licentieprijs modellen (VideoLAN versus Macromedia).
•
Domotica kastjes: de benodigde kastjes, om alarmknoppen en deuropeningen te
bedienen, dienen te functioneren in combinaties van TV, PC, breedband internet en de HL7 communicatieprotocollen. •
Beveiliging: cliënt informatie en medische dossiers zijn onderworpen aan richtlijnen op het
gebied van beveiliging. Bij het ontwerp moet rekening gehouden worden met de geldende normen en standaarden. Aan het eind van fase 1 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor het concreet ontwikkelen van de diensten afgerond. Er staat nu omschreven aan welke kwaliteitseisen de dienst moet voldoen en hoe het met het systeem kan communiceren. Fase 2: realisatie prototype In fase 2 wordt een eerste werkend prototype van ZorgGemak ontwikkeld op basis van pakket van eisen, opgestelde scenario’s en use cases. Aan het eind van deze fase is een prototype van het Digitale Kluisje en ODIAC gereed. Een eerste consult van patiënt tot huisarts zal dan mogelijk zijn in de proefwoning van Portaal. Fase 3: proefopstelling en verbeteren prototype In fase 3 gaat het om het testen van het prototype op eventuele ‘witte vlekken’. De proefopstelling in de demonstratiewoning en bij Thuiszorg Groot Rijnland draait nu en kan aan de hand van de ervaringen worden verbeterd. Aan het eind van deze fase moeten het Digital Kluisje en de bijbehorende telezorgdiensten naar behoren functioneren. De zorgconsument mag geen grote bugs of storingen meer tegen komen in het systeem. In deze fase wordt ook het ‘elektronische sleutel(beheer)concept op afstand’ in een proefopstelling gecombineerd en geëvalueerd. Fase 4: validatie deel 1 In fase 4 is de ‘validatie deel 1’ aan de orde. De laatste verbeteringen aan het prototype worden aangebracht. Het eerste deel van een begeleide gebruikerstest bij een bekende zorgvrager en daarbij behorende relevante zorgverleners en integratie met de praktijk van Thuiszorg Groot Rijnland vindt nu plaats. Ook organisatie (inpassings)aspecten komen daarbij aan de orde. Tekortkomingen worden gecorrigeerd. Dit is de feitelijk testfase (de Proof of Concept) tussen zorgverlener en zorgvrager. Is het werkbaar, biedt het de verwachte meerwaarde en voldoet het systeem aan alle eisen? De projectgroep zal in deze fase in nauw contact met het zorgveld en de bewoners het systeem beoordelen. De fase wordt afgesloten met een rapportage over het functioneren van het prototype. Fase 5: validatie deel 2 Fase 5 behelst het tweede deel van begeleide gebruikerstests bij meerdere zorgvragers en daarbij behorende relevante zorgverleners. Beheeraspecten komen daarbij aan de orde evenals een deskundigen evaluatie van het gebruik en de te verwachten effectiviteit ten aanzien van het gebruik van het prototype. Het is de laatste fase van het proefdraaien met het systeem. De kinderziektes moeten zijn verholpen. Planning Onderstaande tabel geeft de overall planning weer. Vanaf fase 3 - wanneer de proefopstelling is gerealiseerd in de demonstratiewoning bij Portaal - wordt ook personeel van Thuiszorg Groot Rijnland en Portaal bij de pilot betrokken.
Fase
Activiteit
Week
Looptijd in weken
Uitvoerenden
1
Ontwerpfase: concept opstellen
1 t/m 8
8
Vivici , UM, TNO, Rosa, Smart Tools, Portaal, AnyWi
2
Realisatie: prototype ontwikkelen
9 t./m 18
10
Vivici, UM, Rosa, Smart Tools, Portaal, TNO
3
Quickscan inclusief
19 t/m 30
12
TNO, Rosa, Smart
sleutelevaluatie: proefopstelling
Tools, Vivici, UM,
bij demowoning en STGR testen
Portaal, STGR
en bijstellen 4
Validatie deel 1: proefopstelling
31 t/m 42
12
TNO, Rosa, Smart
testen met zorgvrager en
Tools, Vivici, UM,
relevante zorgverleners,
Portaal, STGR
bijstellen prototype 5
Validatie deel 2: proefopstelling
43 t/m 52
10
TNO, Rosa, Smart
testen met meerdere zorgvragers
Tools, Vivici, UM,
en zorgverleners en afsluiten
Portaal, STGR
pilot
6
Clustervorming en borging Dit project zal van alle projectpartners veel vragen. Het is tegelijk een ‘proof of the pudding’ voor het consortium in I-care. Kort gezegd: we zouden het als een mislukking beschouwing als dit project op zichzelf zou staan. We streven met de intentieverklaring in I-care immers niet alleen naar een geslaagd project, maar juist naar economisch rendement dat breder gaat. Dat is met de vorming van een consortium en een actieve rol van in dit geval CCLS natuurlijk niet gegarandeerd, maar de basisvoorwaarden zijn met de innovatiemix van startende bedrijven, onderzoeksinstituten en afnemers aanwezig om iets op te bouwen. Dat vergt echter het stimuleren en aanjagen van clustervorming en borging. Wat we daar concreet aan gaan doen: •
ondersteuning en facilitering: pr, communicatie, website, brochures,
publieksvoorlichting - voor het product ZorgGemak, maar ook voor de goede basis die er mede daardoor in deze regio ontstaat om aan dit soort economische ontwikkelingen te werken •
financieel management: ook de middelen voor dit project moeten niet op zich
staan, maar elkaar versterken en aanvullen •
de proefwoning van Portaal is niet alleen een proefwoning voor ZorgGemak,
maar we willen ook aanverwante ontwikkelingen in die proefwoning acquireren, om zo interessante partijen te interesseren en op die manier businesss development te stimuleren - daar voeren we dus een actieve strategie op door actief (workshops, stands) aanwezig te zijn op innovatiebeurzen en andere bijeenkomsten •
we markeren het einde van het project met een conferentie en een rapport
met niet alleen resultaten, verantwoording en business prospects van ZorgGemak, maar met een sterke nadruk op vervolg en uitbreiding activiteiten (strategieontwikkeling) •
ten slotte zoeken we naar concrete samenwerking in de regio: er zijn vooral
concrete contacten met Project Zuidwijk in Rotterdam, met weer nieuwe partijen als de GGD, Achmea en KPN.
7
Begroting 7.1
Fase en duur
Fase I 8 weken
Uitgaven
Leverancier/partner
ProjectLoonkoste management n 10%
Vivici BV
€
€
Soort kosten
€
15.000
loonkosten
Thuiszorg Groot Rijnland
€
3.200
loonkosten
Portaal
€
4.800
loonkosten
Smart Tools
€
4.800
loonkosten
Rosa
€
10.000
loonkosten
AnyWi
€
4.800
loonkosten
UM
€
4.800
loonkosten
€
47.400
Vivici
€
8.000
€
800
€
8.800
€
880
€
TNO
€
8.625
loonkosten
Portaal
€
17.000
verbouwingskosten
Portaal
€
10.000
inrichtingskosten
Portaal
€
3.000
loonkosten
Smart Tools
€
22.600
loonkosten
Rosa
€
15.000
loonkosten
AnyWi
€
20.800
loonkosten
UM
€
15.000
user interface
Sim PC (5 stuks)
€
10.000
apparatuur
Domotica kastjes (5 stuks)
€
10.000
apparatuur
TV + Domotica interface (5 stuks)
€
2.000
apparatuur
€
134.025
TNO
€
12.600
loonkosten
Portaal
€
5.400
loonkosten
€
15.000
loonkosten
€
22.600
loonkosten
Rosa
€
10.000
loonkosten
AnyWi
€
900
loonkosten
UM
€
20.980
video interface
€
87.480
Totalen
Vivici
Totaal
800
TNO
Totalen
Fase II 10 weken
8.000
Kosten partners (loonkosten tenzij anders aangegeven)
€
8.800
€
880
€
8.000
€
800
Fase III 12 Thuiszorg Groot Rijnland weken Smart Tools
Totalen
€
8.000
€
800
Fase IV 12 weken Vivici
€
8.800
€
880
56.200
€ 143.705
€
96.280
TNO
€
2.500
loonkosten
Portaal
€
14.400
loonkosten
Thuiszorg Groot Rijnland
€
7.500
loonkosten
€
24.400
Totalen Vivici Fase V 12 weken
€
8.800
€
880
€
8.800
€
880
TNO
€
2.500
loonkosten
Portaal
€
14.400
loonkosten
Thuiszorg Groot Rijnland
€
7.500
loonkosten
Totalen
€
8.800
€
880
€
24.400
Totaal
€
42.400
€
4.240
€
317.705
Uurtarief
Totaal aantal uren
€ 80
530
TNO
€ 125
330
Thuiszorg Groot Rijnland
€ 50
664
Portaal
€ 75
560
7.2
Inkomsten
Leverancier/ partner
Inbreng
Vivici
cash
€
45.000
CCLS
cash
€
17.500
Gemeente Leiden
cash
€
2.500
Portaal
loonkosten
€
37.200
Portaal
verbouwingskosten
Portaal
inrichtingskosten
Thuiszorg Groot Rijnland
cash
Thuiszorg Groot Rijnland
loonkosten
Cofinanciering Projectkosten
Bedrag
€
34.080
€
34.080
€ 364.345
De loonkosten zijn gebaseerd op de volgende tarieven:
Vivici
€
17.000 €
10.000 €
€
20.000 33.200
€ 182.400 € 364.345
Verschil
€ 181.945
Gevraagde bijdrage
€ 181.945
Tenslotte nog drie opmerkingen bij deze begroting: •
Voor een klein gedeelte van dit project (de initiële ontwikkelkosten van het Digitale Kluisje
en ODIAC) ontvangt Vivici twee Kenniswijksubsidies van in totaal € 70.000, samen met een eigen bijdrage van Vivici (cofinanciering) van €70.000 is in totaal €140.000 beschikbaar. De kosten van dit gedeelte bedraagt €140.000. De hier genoemde bedragen zijn niet opgenomen in de begroting van het project ZorgGemak.
•
Als onderdeel van haar reguliere werkzaamheden zet het CCLS menskracht in voor dit project,
zoals eerder in het voorstel beschreven. Omdat het regulier werk betreft, keren deze activiteiten van het CCLS noch in de uitgavenkant, noch aan de inkomstenkant van de begroting terug. In totaal gaat het om een inzet van zestien uur per week, in totaal 640 uur. Met een uurtarief van € 75 betekent dat een bijdrage in uren van € 48.000. •
Als blijk van vertrouwen in het project ZorgGemak heeft de gemeente Leiden zich garant gesteld
voor €50.000. Deze garantstelling is voor eventuele onvoorziene uitgaven in het project.
Intentieverklaring i-Zorg Discovery Leiden Om de doelstellingen van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ te realiseren verklaren de ondergetekenden het navolgende te zijn overeengekomen:
Doel van de samenwerking • •
De oprichting van het cluster ‘i-Zorg Discovery Leiden’ dient een drietal doelen, het vergroot de dienstverlening naar de inwoners, het helpt startende bedrijven om nieuwe markten aan te boren en het vergroot de werkgelegenheid in de regio. Het cluster beoogt tenminste 2 innovatieve samenwerkingsprojecten te initiëren per jaar waarbij een evenwichtige betrokkenheid van kennisinstellingen, bedrijven en onderzoeksinstellingen aanwezig is.
Voorwaarden voor de samenwerking • • • • • • • • •
Als consortiumpartner van i-Zorg Discovery Leiden zal de benodigde inspanning geleverd worden om tot verdere verdieping en operationalisering van de ambitie zoals vervat in het gezamenlijke “Strategisch plan” te komen. Elke partij zal jaarlijks 50 mensuren inzetten t.b.v. de activiteiten die in kader van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ ontplooid worden. Het Competence Centre Life Sciences (CCLS) zal het van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ clustermanagement voeren incl. financiële administratie, verzorgen communicatie tussen de partijen, voorzitterschap consortiumbijeenkomsten, verslaglegging, promotionele activiteiten en contacten met subsidieverleners. Alle partijen verrichten een entreedonatie van €250,- en een jaarlijkse bijdrage van €250,- (lidmaatschap). Het lidmaatschapgeld zal gebruikt worden t.b.v. ontplooien promotionele activiteiten (o.a. website en nieuwsbrief) en faciliteren van bijeenkomsten. Partijen zijn zonder schriftelijke toestemming niet gerechtigd om namens één of meerdere consortiumpartners te spreken. Indien in het kader van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ projecten worden geïnitieerd zal op projectbasis een samenwerkingsovereenkomst opgesteld worden. Alle consortiumleden dienen vertrouwelijk om te gaan met de informatie die in het kader van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ uitgewisseld wordt. Elke kwartaal zal overleg plaatsvinden waarbij de stand van zaken t.a.v. alle ‘i-Zorg Discovery Leiden’ activiteiten besproken wordt.
Duur van de samenwerking • •
De samenwerkingsovereenkomst treedt in werking na ondertekening door alle consortiumleden. De samenwerkingsovereenkomst geldt voor de duur van 2 jaar met een optie voor jaarlijkse verlenging.
Toetreding
• • • •
Ten einde partijen in zo ruim mogelijk mate te doen participeren staat ondertekening als partij ook open na de datum van ondertekening van dit convenant. Toetreding van één nieuwe partij is alleen mogelijk wanneer alle consortiumleden unaniem instemmen. Toetredende partijen zullen een vergelijkbare inspanning voor het behalen van de van ‘i-Zorg Discovery Leiden’ doelstellingen moeten leveren als de reeds eerder toegetreden partijen. Toetredende partijen verrichten een entree donatie van €250, - en met terugwerkende kracht een jaarlijkse bijdrage (lidmaatschap) van €250, -.
Uittreding • • •
Elke partij is gerechtigd, onder opgave van gegronde redenen, de samenwerking te beëindigen. De gegronde redenen voor opzegging kunnen zijn, maar zijn niet beperkt tot; beleidsverandering van partner, niet functioneren van het consortium of individuele leden en uitblijven van resultaten. Uittredende partijen hebben geen recht op restitutie van het lidmaatschapsgeld en entreedonatie. Uittredende partijen dienen alle overige financiële afspraken die gemaakt zijn in kader van i-Zorg Discovery Leiden na te komen.
TNO Kwaliteit van Leven Manager Kwaliteit in de Zorg Ir C. Zeelenberg Postbus 2215, 2301 CE LEIDEN Competence Centre Life Sciences Adviseur Life Sciences Dr L. A. Mur Wassenaarseweg 72 2333 AL Leiden BViT holding (BokxVision ITnovation network holding b.v.) Electronicaweg 16 d 2628 XG Delft Ing. P.M. de Bokx BSc. Directeur
CETIM ….. Gemeente Leiden ….. Portaal …… Vivici …… Hogeschool Leiden ……