Voorbereiding
Aanvraag
Beoordeling en besluitvorming
1
5 Initiatief nemen en verkennen mogelijkheden
Aanvrager: burger of bedrijf
Opstellen van de aanvraag
Indienen aanvraag bij bevoegd gezag
Geen omgevingsvergunning benodigd
nee
EV niet relevant geen verdere acties nodig
Besluit buiten behandeling aanvraag laten
nee
Externe Veiligheid
Is het ja vergunningsplichtig?
EV geen issue
Is EV relevant?
ja
Alle toestemmingen ja aangevraagd & volledig?
EV verder onderzoeken
4 Is de aanvraag compleet?
Aanvraag komt binnen bij adviseurs EV
ja
nee 3
2 Ontwikkeling niet mogelijk
Toetsen aan lokaal EV beleid
ja
Raadplegen nee EV adviseurs?
Beoordelen nieuwe of bestaande objecten en inrichtingen
Opmerkingen 1
Bevoegd gezag besluit
Regulier
Weigering van de omgevingsvergunning
Inwerking treding en informeren toezicht en handhaving
Weigeren of verlenen vergunning?
Registratie RRGS en ISOR
Besluit omgevingsvergunning
Bekendmaking en kennisgeving van vergunning
6 Ter inzage legging
nee A/B/C
7 Terugkoppeling keuze A,B,C voor EV
9
8
4
Bevoegd gezag neemt aanvraag in behandeling
Burger / bedrijf heeft een initiatief en wil de mogelijkheden verkennen. Een aspect dat hierbij beoordeeld moet worden vanuit het bevoegd gezag is het aspect externe veiligheid. Door dit aspect in een vroeg stadium mee te nemen worden knelpunten voegtijdig gesignaleerd. De aanvrager kan ook direct een aanvraag indienen zonder deze stap te doorlopen.
Verzoek tot aanvulling van de aanvraag
Aanvullen van de aanvraag
2
Om te checken of EV relevant is zal de drempelwaardetabel gebruikt worden. Wordt de drempelwaarde overschreden, dan is EV relevant en moet dit in de vergunningverlening beoordeeld worden.
3
Zijn alle van toepassing zijnde vergunningen aangevraagd en is de aangeleverde aanvraag volledig?
Start procedure
Informeren toezicht en handhaving
8
Uitgebreid
Bevoegd gezag stelt ontwerp besluit vast
4
Verplichte adviseur is de regionale brandweer voor Bevi inrichtingen. Denk daarnaast ook aan het raadplegen van adviseurs externe veiligheid bevoegd gezag, toezicht en handhaving en de lokale brandweer.
5
Indien lokaal veiligheidsbeleid aanwezig is moet hieraan getoetst worden.
6
De stroomschema’s zijn te bereiken via de volgende snelkoppelingen:
- A: Bestaande kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen:
- B: Vestigingen van nieuwe risicovolle inrichtingen:
- C: Vestigingen van nieuwe kwetsbare objecten:
Legenda:
Rol aanvrager
Rol bevoegd gezag
Vragen
Positief besluit
Negatief besluit
7
In de vergunningen mogen geen tegenstrijdige voorschriften zijn opgenomen.
8
Ongeacht welke procedure (regulier/uitgebreid) zal EV gecheckt worden.
9
Registratie moet plaatsvinden binnen 14 dagen na de onherroepelijk verklaring van de vergunning
EV adviseurs
Algemeen proces
Opmerking
Link
Terug naar vergunningverlening
Externe Veiligheid (Quick scan)
Externe veiligheid Quick Scan
1 Is er sprake van een risicovolle inrichting?
nee
nee
2 Is er sprake van een (beperkt) kwetsbaar object?
ja
ja
Ligt het (geprojecteerde) nee (beperkt) kwetsbare object binnen de 10-6 contour?
Externe veiligheid niet relevant
ja
Zijn er binnen de (geprojecteerde) nee 10-6 contour (beperkt) kwetsbare objecten gelegen?
3 Ligt het (geprojecteerde) nee (beperkt) kwetsbare object in een invloedsgebied?
ja
nee
ja
ja
Ontwikkeling niet mogelijk
Opmerkingen
EV verder onderzoeken
1
- Valt de inrichting onder het “Besluit externe veiligheid inrichtingen”?
Definieties
- Valt de inrichting onder het “Vuurwerkbesluit”?
2
Zie artikel 1 lid 1 onder b en l: “Besluit externe veiligheid inrichtingen”
3
Zie artikel 1 lid 1 onder k: “Besluit externe veiligheid inrichtingen”
De definities van kwetsbare objecten en (beperkt) kwetsbare objecten zijn te bereiken via de volgende link:
Legenda:
Vragen
Gewichtige redenen?
Positief besluit
Negatief besluit
Terug naar vergunningverlening
Relevante drempelwaarden
LTR
RB/RP
categorie-aanduiding
omschrijving categorie
drempelwaarde
A
RB
BRZO
inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is
altijd meenemen
B
RB
LPG-tankstations
LPG-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer
altijd meenemen
C1
RB
opslag verpakte gevaarlijke stoffen
≥ 10.000 kg per opslagplaats,
C2
RB
opslag verpakte gevaarlijke stoffen
D1 D2
RB RB
ammoniakkoel- of vriesinstallatie ammoniakkoel- of vriesinstallatie
E
RB
spoorwegemplacement
F1
RB
vervoersbedrijf
F2
RP
vervoersbedrijf
G1
RB
consumenten vuurwerk
G2
RB
professioneel vuurwerk
H
RB
kernenergiewetbedrijf
I
RB
mijnbouwwetbedrijf
M RB Revi 1B RB Revi 1B RB
distikstofoxide cyanidehoudend bad (zeer) vergiftige stof
inrichtingen waar verpakte gevaarlijke stoffen in emballage worden opgeslagen Inrichtingen waar gevaarlijke stoffen, gevaarlijke afvalstoffen of bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is door de minster van VROM krachtens art.2 van het Bevi aangewezen spoorwegemplacementen die gebruikt worden voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in art.1.c van het Brzo 1999, al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten) inrichtingen waar consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan niet in combinatie met het bewerken daarvan inrichtingen waar professioneel (theater-) vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken en waarvan het PR hoger is dan 10-6 per jaar inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met propaan of acetyleen. inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar explosieve massa aan munitie aanwezig is inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar ontplofbare stoffen aanwezig zijn inrichtingen waar distikstofoxide aanwezig is inrichting waar een cyanidehoudend bad ten behoeve van het aanbrengen van metaallagen aanwezig is Inrichting waar een insluitsysteem aanwezig is met een zeer vergiftige of vergiftige stof.
N1
RP
oxiderende gassen
inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderende (vloeibaar gemaakt) gas
N2
RP
gasdrukregel- en meetstations
inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is
Revi 1b RB
gasdrukregel- en meetstations
N3
propaan- en butaanvulstations
inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld, indien bij deze inrichting een tank propaan en/of butaan aanwezig is inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot) inrichting waar in enig opslagcompartiment een vergiftige of zeer vergiftige stof in gasflessen aanwezig is. inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftig (vloeibaar gemaakte) gas inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftig (vloeibaar gemaakte) gas inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met ammoniak inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof
Revi 1B RB K RP
propaan of acetyleen propaan en (vloeibaar) brandbaar gas
L1
RB
munitie
L2
RB
ontplofbare stoffen
≥ 2.500 kg per opslagplaats ≥ 1500 kg ammoniak per installatie ≥ 200 kg ammoniak per installatie altijd meenemen Hoeveelheden groter dan de hoeveelheeden genoemd in kolom 2 van de delen 1 en 2 van Bijlage I van het Brzo 99 ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen ≥ 10.000 kg altijd meenemen altijd meenemen altijd meenemen > 13 m³ ≥ 3.000 liter ≥ 100 kg netto explosieve massa ≥ 10 kg ≥ 1.000 kg inhoud > 100 liter inhoud > 1000 liter
gassen
RP
N4 RP Revi 1b RB
gasflessendepot gasflessenopslag met (zeer) vergiftige gassen
N5
RP
zeer giftige gassen
N6
RP
giftige gassen
Revi 1b RP
ammoniakkoel- of vriesinstallatie
N8
overige gevaarlijke gassen
RP
≥ 20.000 l per stuk Categorie C in NEN 1059 vermeldt de volgende kenmerken: ontwerpcapaciteit > 600 m3/uur en inlaatdruk ≤ 8 bar of alle capaciteiten en inlaatdruk > 8 bar Categorie C volgens Activiteitenbesluit: een inlaatdruk die kleiner is / gelijk is aan 100 bar (ongeacht groote van de ontwercapaciteit), niet zijnde type A of B gastoevoerleiding > 20 inch ≥ 3.000 l (volume van alleen de voorraadtank) gesommeerde inhoud ≥ 10.000 l totale waterinhoud gasflessen > 1500 liter (per opslagcompartiment) ≥ 15 liter per stuk ≥ 150 liter per stuk > 1500 kg ≥ 20.000 liter per stuk
vloeistoffen Revi 1b RB
(zeer(licht)) ontvlambare vloeistoffen
inrichtingen waar een insluitsysteem aanwezig is met zeer licht ontvlambare of licht ontvlambare vloeistof inrichtingen waar een bovengrondse tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof inrichtingen waar een bovengrondse tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55o C inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftige vloeistof
> 150 m³
N9
RP
licht ontvlambare vloeistoffen
N10
RP
brandbare vloeistoffen
N11
RP
zeer vergiftige vloeistoffen
N12
RP
giftige vloeistoffen
inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige vloeistof ≥ 2.000 liter per stuk
N13
RP
N14
RP
N15
RP
vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen overige gevaarlijke vloeistoffen
inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer ≥ 20 liter per stuk vergiftige gassen kan vormen (R32) inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die vergiftige gassen kan vormen ≥ 200 liter per stuk (R29 en R31) inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof ≥ 150.000 liter per stuk
≥ 20.000 liter per stuk ≥ 150.000 liter per stuk ≥ 200 liter per stuk
vaste stoffen N16
RP
N17
RP
N18
RP
N19
RP
Revi 1b RB N20
RP
N21
RP
inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een zeer vergiftige vaste stof inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met giftige vaste stof een vergiftige vaste stof vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met vormen een stof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32) vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met vormen een stof die vergiftige gassen kan vormen (R29 en R31) meststoffen groep 2 Inrichtingen waar kunstmeststoffen groep 2 worden opgeslagen inrichtingen waar een een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een onbrandbare overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof vaste gevaarlijke stof inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening zonder adequate drukontlasting voor stofexplosie losgestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer aanwezig is zeer giftige vaste stof
≥ 200 kg per stuk ≥ 2.000 kg per stuk ≥ 200 kg per stuk ≥ 2.000 kg per stuk > 100.000 kg ≥ 1.500.000 l (=1.500 m3) per opslagvoorziening ≥ 100.000 l (=100 m³)
brandgevaar N22
RP
organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3
inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 overeenkomstig CPR 3 worden opgeslagen
N23
RP
brandbare vaste stoffen
grote buitenopslagen van fust (palets, kratten en vaten) waarbij de brandbare stof 50% of minder van het volume ≥ 1000 m2 grondoppervlak inneemt.
RP
geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke aangewezen (parkeer) locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen worden geparkeerd stoffen
opslagplaats heeft grootte van ≥ 100 m2
overig N24
- LTR = Letter Ter Herkenning
- Revi 1b = Categorie afkomstig uit de Regeling externe veiligheid inrichtingen, art.1b
voor zover op de aangewezen (parkeer)locatie ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig mag zijn
- RB of RP = Drempelwaarde is vastgelegd in het Registratiebesluit (RB) of Regeling provinciale risicokaart (RP)
Terug naar vergunningverlening
A: Bestaande kwetsbare objecten en risicovolle inrichtingen
Zijn er inrichtingen als bedoeld in art. 2 en 4 Bevi in het plangebied en in de omgeving1 van het plangebied aanwezig?
nee
Het Bevi is niet van toepassing
ja 1 Ligt het invloedsgebied buiten de inrichtingsgrens?
nee
Plaatsgebonden risico en het groepsrisico vormen geen knelpunt
ja
Afstandseisen: tabellen Revi in geval van categoriale inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)
Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?
nee
Bepaal PR contour
QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit. In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen. Het is efficient om ook meteen de omvang van het groepsrisico te bepalen.
ja
Ligt de PR contour 10-5 binnen de inrichtingsgrens?
nee
ja
Liggen bestaande kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-5?
Niet toegestaan: urgente sanering, uiterlijk voor oktober 2007
nee
ja Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?
nee
ja
Liggen bestaande kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?
Niet toegestaan: saneren uiterlijk voor 1 januari 2010
nee nee ja
Is het groepsrisico (GR) bekend?
ja
Liggen bestaande beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-5 of 10-6 ?
nee
Bepaal het GR
Toegestaan. Er gelden geen normen en saneringstermijnen
Is het een categoriale inrichting?
ja Groepsrisico is geen knelpunt
ja
ja
Wordt aan de waarden van de personendichtheden uit het Revi voldaan?
nee
Opmerkingen
Voer evt. een risico-analyse uit
Beschrijf de hoogte van het groepsrisico
1
Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)
Voer een risico-analyse uit
nee
Terug naar vergunningverlening
B: Vestigingen van nieuwe risicovolle inrichtingen Vergunningaanvraag voor een nieuwe Wm-inrichting
Betreft het een inrichting als bedoeld in art. 2 en 4 Bevi?
nee
Het Bevi is niet van toepassing
ja 1 Ligt het invloedsgebied buiten de inrichtingsgrens?
nee
Plaatsgebonden risico en het groepsrisico vormen geen knelpunt
ja Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?
Afstandseisen: tabellen Revi in geval van categoriale inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)
nee
Bepaal PR contour
QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit. In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen. Het is efficient om ook meteen de omvang het groepsrisico te bepalen.
ja
Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?
nee
ja
Liggen kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?
Risico niet toelaatbaar: gelet op grenswaarde, zie art. 6 lid 1. Vestiging nieuwe risicovolle inrichting niet toegestaan.
nee Liggen beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?
ja
Risico in beginsel niet toelaatbaar: door richtwaarde, zie art. 6, lid 2
nee Indien afwijking toegestaan
Plaatsgebonden risico is toelaatbaar
Is het groepsrisico (GR) bekend?
ja
nee
Bepaal het GR
Is het een categoriale inrichting?
ja Groepsrisico is geen knelpunt
ja
ja
Wordt aan de waarden van de personendichtheden uit het Revi voldaan?
nee
nee
Voer evt. een risico-analyse uit
Verantwoordingsplicht groepsrisico: Bepaal de aandachtsgebieden. Beoordeel de mate van verantwoordbaarheid van het GR. Betrek hierbij de uiteindelijke beoordeling van de aanvaardbaarheidscriteria (d.w.z. incl. verwerking van verbetermogelijkheden)
Voer een risico-analyse uit
Opmerkingen
Risico niet toelaatbaar. Vestiging nieuwe inrichting niet toegestaan. Zoek alternatieven.
Is de toename van het GR aanvaardbaar? Groepsrisico is geen knelpunt. Groepsrisico blijft een aandachtpunt. Leg in de considerans van de vergunning en in de toelichting van het bestemmingsplan de verantwoordingsplicht vast. Veranker de personendichtheden en maatregelen voortkomend uit de aandachtsgebieden.
1
Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)
Terug naar vergunningverlening
C: Vestigingen van nieuwe kwetsbare objecten Is er sprake van vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten als bedoeld in het Bevi?
nee
Het Bevi is niet van toepassing
ja 1 Ligt het (beperkt) kwetsbare object buiten het invloedsgebied van Bevi-inrichtingen?
nee
Plaatsgebonden risico en het groepsrisico vormen geen knelpunt
ja
Is er een plaatsgebonden (PR) contour bekend?
Afstandseisen: tabellen Revi in geval van categoriale inrichtingen (art. 5 lid 1 en 2 Bevi)
nee
Bepaal PR contour
QRA: voer een QRA (risico-analyse) uit. In ieder geval bij niet – categoriale inrichtingen. Het is efficient om ook meteen de omvang het groepsrisico te bepalen.
ja
Ligt de PR contour 10-6 binnen de inrichtingsgrens?
nee
Liggen beoogde kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?
ja
Risico niet toelaatbaar: gelet op grenswaarde, zie art. 6 lid 1. Vestiging nieuw kwetsbaar object niet toegestaan.
nee Liggen beoogde beperkt kwetsbare objecten binnen de PR contour 10-6?
Risico in beginsel niet toelaatbaar: door richtwaarde, zie art. 6, lid 2
nee
ja
Indien afwijking toegestaan
Plaatsgebonden risico is toelaatbaar
Is het groepsrisico (GR) bekend?
ja
nee
Bepaal het GR
Is het een categoriale inrichting?
ja Groepsrisico is geen knelpunt
ja
Wordt aan de waarden van de personendichtheden uit het Revi voldaan?
ja nee Voer evt. een risico-analyse uit
Verantwoordingsplicht groepsrisico: Bepaal de aandachtsgebieden. Beoordeel de mate van verantwoordbaarheid van het GR. Betrek hierbij de uiteindelijke beoordeling van de aanvaardbaarheidscriteria (d.w.z. incl. verwerking van verbetermogelijkheden)
Voer een risico-analyse uit
Opmerkingen
Risico niet toelaatbaar. Vestiging nieuwe (beperkt) kwetsbaar object niet toegestaan. Bestemmingsplan kan geen doorgang vinden. Zoek alternatieven of pas het bestemmingsplan aan, indien dit in het kader van het Bevi mogelijk is. Is de toename van het GR aanvaardbaar? Groepsrisico is geen knelpunt. Groepsrisico blijft een aandachtpunt. Leg in de toelichting van het bestemmingsplan de verantwoordingsplicht vast. Veranker de personendichtheden en maatregelen voortkomend uit de aandachtsgebieden.
1
Uitzonderingen mogelijk op basis van de drempelwaardentabel (voorbeeld: ammoniak koelinstalatie)
nee
Terug naar quickscan Externe veiligheid
Definities In artikel 1 van het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” is de definitie opgenomen van een kwetsbaar object.
Kwetsbare objecten zijn: woningen, niet zijnde verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare of dienst- en bedrijfswoningen van derden; gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, zoals: ziekenhuizen/bejaardenhuizen/verpleeghuizen, scholen, gebouwen of gedeelten daarvan bestemd voor dagopvang van minderjarigen; gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn, zoals: kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500m2 per object, complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamelijk bruto vloeroppervlak meer dan 1000m2 bedraagt en winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van meer dan 2000m2 per object voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt/hypermarkt/ warenhuis is gevestigd; kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar.
In artikel 1 van het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” is een definitie opgenomen van een beperkt kwetsbaar object.
Beperkt kwetsbare objecten zijn: 1. 2.
verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare dienst- en bedrijfswoningen van derden;
kantoorgebouwen en hotels met een bruto vloeroppervlak van minder of gelijk aan 1.500m2 per object; restaurants, voor zover hierin geen grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn; winkels met een totaal bruto vloeroppervlak van minder of gelijk aan 2.000m2, voor zover zij geen onderdeel uitmaken van een complex waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd, waarvan het gezamelijk bruto oppervlak meer dan 1.000m2 bedraagt en waarin een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd; sporthallen, zwembaden en speeltuinen; sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voor zover zij niet bestemd zijn voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; bedrijfsgebouwen, voor zover zij geen gebouwen zijn waarin grote aantallen personengedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn zoals: kantoorgebouwen en hotels met een bruto oppervlak van meer dan 1.500m2 per object / complexen waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamelijk vloeroppervlak meer dan 1.000m2 bedraagt, en winkels met een totaal oppervlakvan meer dan 2.000m2 per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd; objecten die met onder a tot en met e en genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn; objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.