Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten d.d.28 november 2005 (nummer 84849)
Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E]
[email protected] [I] www.veluwe.nl Besluit van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Veluwe ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren op de aanvraag van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten, voor het lozen van ‘overtollig’ (hemel)water, afkomstig van containervelden, op een perceelsloot nabij de Nijkerkerstraat te Putten, onder nummer 84849.
I
Overwegingen
1. Aanleiding tot het indienen van de aanvraag Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten (hierna: het bedrijf) is een bedrijf dat op de locatie aan de Nijkerkerstraat te Putten in een foliekas, een glaskas en op containervelden planten teelt. Voor de lozing van ‘overtollig’ (hemel)water op oppervlaktewater is een aanvraag voor een Wvo-vergunning ingediend. 2. Beschrijving van de activiteiten en lozing Het bedrijf kweekt sierheesters/ klimplanten in een foliekas, een glaskas en op containervelden op de locatie aan Nijkerkerstraat 67 te Putten. Het oppervlak aan foliekas bedraagt 8.100 m2, het oppervlak aan glaskas bedraagt 6.600 m2 en het oppervlak aan containervelden bedraagt circa 18.000 m2. Tussen de containervelden bevinden zich opslagsloten waar afstromend giet- en hemelwater nu nog in opgevangen wordt. Vanuit deze opslagsloten vindt lozing op oppervlaktewater plaats. In de potgrond zijn langzaam werkende meststoffen verwerkt. Tevens worden er oplosmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen toegepast. Het bedrijf is voornemens de ondergrond van de containervelden te voorzien van folie waardoor de niet-gesloten ondergrond een gesloten ondergrond wordt. Hierdoor kan afstromende giet- en hemelwater door bedrijfsactiviteiten mogelijk met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd zijn. Ten behoeve van het opvangen en hergebruiken van, door bedrijfsactiviteiten mogelijk met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd, giet- en hemelwater, afkomstig van containervelden met een gesloten ondergrond (hierna: bedrijfsafvalwater) is het bedrijf voornemens een drainput en twee opslagsilo’s te realiseren van waaruit beregening plaats gaat vinden.
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 2 van 9
De opslagcapaciteit zal, conform de e-mail d.d. 13 juni 2005, minimaal 900 m3 bedragen. Vanuit de drainput kan bij hevige regenval, buiten de opslagsilo’s om, lozing van ‘overtollig’ (hemel)water op oppervlaktewater plaatsvinden. 3 Wettelijk kader en beleid De lozing is vergunningplichtig ingevolge het bepaalde in artikel 1 lid 1 van de Wvo. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Veluwe is ingevolge artikel 3 van de Wvo en de Verordening waterkwaliteitsbeheer Veluwe bevoegd te beschikken op de aanvraag. Het college van dijkgraaf en heemraden heeft bij besluit van 17 januari 1997 (organisatiebesluit Waterschap Veluwe 1997) onder meer de bevoegdheid tot het beschikken op aanvragen om een vergunning of een ontheffing of op een wijziging daarvan aan de directie gemandateerd. Het landelijk te voeren waterkwaliteitsbeleid staat aangegeven in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4). NW4 is geschreven voor de periode 1998-2006. De hoofdlijnen zoals verwoord in het Indicatief Meerjarenprogramma water 1985-1989 zijn ook in deze nota overgenomen. De beleidsuitgangspunten ten aanzien van lozingen zijn gebaseerd op de vermindering van de verontreiniging en op het stand-still beginsel. Vermindering van de verontreiniging Het uitgangspunt vermindering van de verontreiniging houdt in dat de verontreiniging, ongeacht de stofsoort die wordt geloosd, zoveel mogelijk wordt beperkt. Dit betekent dat proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop zoveel mogelijk moet worden afgestemd. Indien een wezenlijke saneringsinspanning noodzakelijk is, wordt afhankelijk van de stofsoort de emissie-aanpak ofwel de waterkwaliteitsaanpak gevolgd. De emissie-aanpak houdt in dat onafhankelijk van de te bereiken waterkwaliteitsdoelstelling een inspanning moet worden geleverd om verontreiniging te voorkomen. Voor zwarte-lijststoffen bestaat dit uit toepassing van de best bestaande technieken (bbt). Voor de overige stoffen, stoffen die qua eigenschappen relatief schadelijk zijn, is een saneringsinspanning vereist door toepassing van de best uitvoerbare technieken (but). Op grond van de geldende waterkwaliteitsdoelstellingen kunnen naast de toepassing van but/bbt eventueel verdergaande maatregelen worden geëist. De emissie-aanpak komt overeen met het begrip stand der techniek. De waterkwaliteitsaanpak wordt gevolgd voor relatief onschadelijk verontreinigingen: van nature in oppervlaktewater voorkomende stoffen met een geringe mate van toxiciteit (zoals chloride en sulfaat). De mate waarin maatregelen ter beperking van de lozingen van deze stoffen moeten worden genomen, is primair afhankelijk van de waterkwaliteitsdoelstellingen.
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 3 van 9
Stand-still beginsel Indien in een gebied waarvoor een kwaliteitseis geldt, voor het betrokken onderdeel van het milieu de kwaliteit beter is dan de eis aangeeft, treedt die kwaliteit in plaats van de in de eis aangegeven kwaliteit. Concreet houdt dit in dat de kwaliteit als gevolg van toepassing van kwaliteitseisen nooit kan verslechteren. Om de effecten van mogelijk met meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen verontreinigd giet- en hemelwater bij lozing op oppervlaktewater zoveel mogelijk te beperken wordt voor containervelden met een gesloten ondergrond de aanbevelingen conform het CIW/CUWVO-Afvalwaterproblematiek boomteelten en vaste plantenteelt toegepast. De activiteiten ten aanzien van kassen vallen onder het Besluit glastuinbouw, aan de regels die hierin zijn gesteld moet worden voldaan en worden in deze vergunning niet meegenomen. Ten aanzien van de containervelden dient bij het bedrijf ál het bedrijfsafvalwater te worden opgevangen en te worden hergebruikt. Als maatregel dient al het bedrijfsafvalwater via goten en/of opslagsloten te worden opgevangen en, met tussenkomst van een drainput, in de opslagsilo’s te worden gepompt. Vanuit de opslagsilo’s dient het opgevangen water te worden hergebruikt voor beregening van het gewas. Bij hevige regenval kan, pas als de opslagcapaciteit van de opslagsilo’s en daarna, daar waar mogelijk, de opslagcapaciteit van de opslagsloten volledig is benut, het ‘overtollige’ (hemel)water via de overloopvoorziening van de drainput en zonder tussenkomst van de opslagsilo’s worden geloosd op de perceelssloot. De opslagcapaciteit van de twee opslagsilo’s dient minimaal 500 m3 per hectare aangesloten containerveld te bedragen. Het bedrijf heeft 18.000 m2 containerveld en is voornemens opslagsilo’s met een totale opslagcapaciteit van minimaal 900 m3 te realiseren. Een opslagcapaciteit van minimaal 900 m3 voldoet aan de gestelde eis. De bedrijfsvoering dient er op gericht te zijn na een bemesting of bestrijding de eerste 20 m3 (giet)water per hectare aangesloten containerveld te allen tijde op te kunnen vangen in de opslagsilo’s en/of de opslagsloten. Uit economisch oogpunt kan, in periodes wanneer er géén teelt staat op het gedeelte van het containerveld dat afstroomt op de opslagsloten waardoor er geen bedrijfsafvalwater kan afstromen op de opslagsloten, overtollig hemelwater rechtstreeks worden geloosd vanuit de opslagsloten op oppervlaktewater. Om inzage te krijgen in de aard van de lozing dient het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen te worden geregistreerd. 4. De vergunningsituatie De bovengenoemde lozing betreft een bestaande lozing voor onbepaalde tijd waarvoor niet eerder vergunning is verleend.
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 4 van 9
5. Toetsing functie toekenning ontvangend oppervlaktewater Ingevolge artikel 7 vierde lid van de Wvo zijn onder andere de artikelen 8.8, 8.9 en 8.10 Wm van overeenkomstige toepassing bij de totstandkoming van de beschikking op de onderhavige aanvraag. Deze Wm-artikelen omschrijven het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag. Op grond van artikel 8.8 Wm moet Waterschap Veluwe bij de beslissing op de aanvraag rekening houden met de functie van en de mogelijke gevolgen voor het oppervlaktewater, waarop wordt geloosd. Het beleid van Waterschap Veluwe is voor de periode 2002-2006 vastgelegd in het Waterbeheersplan Veluwe (WBP). In het WBP is aan het A-water waarop de perceelsloot nabij de Nijkerkerweg afstroomt, de functie F1 - water voor landbouw - toegekend. Het verlenen van een vergunning is niet in strijd met het WBP De lozing is tevens niet in strijd met het Gelders Milieuplan (GMP-3) 2004-2008, dat is verlengd, en het waterhuishoudingsplan Gelderland-3 2005-2009. Verwacht wordt dat de negatieve aspecten van de lozing voor het ontvangende oppervlaktewater verwaarloosbaar zijn, gezien de aard en omvang en van de lozing. De vergunning kan derhalve worden verleend. 6. Voorschriften In het belang van de bescherming van de kwaliteit van het oppervlaktewater heeft Waterschap Veluwe voorschriften aan de vergunning verbonden. De voorschriften betreffen eisen gesteld aan de samenstelling van het afvalwater, de te treffen voorzieningen, de in acht te nemen lozingsnormen, het beheer en onderhoud, de controle(voorzieningen), de schadebeperking en calamiteiten en het einde van de lozing. In voorschrift 4 zijn maatregelen voorgeschreven ten behoeve van de sanering van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater. Voorschrift 9 is opgenomen om het ‘overtollig’ (hemel)water en het niet door bedrijfsactiviteiten verontreinigd hemelwater afkomstig van containervelden met een gesloten ondergrond te kunnen bemonsteren. Hiervoor dient per lozingspunt een controlevoorziening aangelegd te worden die uitsluitend afvoert naar het oppervlaktewater en waar een monster van het laatst geloosde water genomen kan worden. Er is een voorschrift ten behoeve van de registratieverplichting van meststoffen waarbij minimaal dient te worden vastgelegd: datum toepassing, toegepaste middel, hoeveelheid toegepast middel en oppervlakte en perceel waarop het middel is toegepast. Er is een voorschrift ten behoeve van de registratieverplichting van gewasbeschermingsmiddelen waarbij minimaal dient te worden vastgelegd: datum toepassing, toegepaste middel, hoeveelheid toegepast middel, en oppervlakte en perceel waarop het middel is toegepast en het doel van de toepassing. In voorkomende gevallen dient het waterschap inzage te verkrijgen in de geregistreerde gegevens.
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 5 van 9
Indien de registratie van de betreffende gegevens in een ander kader geschiedt kan, door het waterschap inzage in de registratie te geven, een eventuele dubbele registratie worden voorkomen. Het is niet te verwachten dat bij naleving van de voorschriften het ontvangende oppervlaktewater schade zal ondervinden van de lozing. 7. Procedure Bij de totstandkoming van deze beschikking heeft Waterschap Veluwe de betreffende bepalingen uit de Wvo, de Algemene wet bestuursrecht, de Wm en de Verordening waterkwaliteitsbeheer Veluwe gevolgd. Uit overleg met het Wm bevoegd gezag is gebleken dat geen coördinatie nodig is. De aanvraag is op 17 december 2004 door Waterschap Veluwe ontvankelijk verklaard en ingeboekt onder het nummer 84849.
II
Besluit
Op grond van het bovenstaande besluit het college van dijkgraaf en heemraden aan Boomkwekerij Bolwijn te Putten en haar eventuele rechtsopvolgers vergunning te verlenen ingevolge de Wvo voor het lozen van ‘overtollig‘ (hemel)water op de perceelsloot nabij de Nijkerkerstraat, afkomstig van containervelden met een gesloten ondergrond. De aanvraag maakt deel uit van de vergunning. Apeldoorn, 28 november 2005 Het college van dijkgraaf en heemraden, namens deze,
ing. P. Spaan secretaris-directeur
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 6 van 9
III Voorschriften behorende bij de lozingsvergunningnummer 84849 van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. te Putten d.d. 28 november 2005 Begrippen 1. In deze vergunning wordt verstaan onder: a. vergunninghoudster: Boomkwekerij Bolwijn V.O.F., Nijkerkerstraat 67, 3882 PD Putten; b. Waterschap Veluwe: het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Veluwe te Apeldoorn; in voorschrift 10, 13, 14, 15, 16, 17 en 18 tevens: medewerkers van Waterschap Veluwe, belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo) bepaalde; c. afvalwater: alle water, al dan niet afvalstoffen bevattend, waarvan de vergunninghoudster zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen; d. afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of andere producten, waarvan de vergunninghoudster zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, alsmede verontreinigende en schadelijke stoffen; e. stoffen: chemische elementen en hun verbindingen, zoals deze voorkomen in de natuur of door toedoen van de mens worden voortgebracht; f. preparaten: mengsels of oplossingen van stoffen; g. hemelwater: alle neerslag, zoals regen, sneeuw of hagel; h. monster: een hoeveelheid afvalwater, bestemd voor analyse, representatief voor het geloosde afvalwater; i. bedrijfsafvalwater: door bedrijfsactiviteiten mogelijk met gewasbeschermingsmiddelen en/of meststoffen verontreinigd giet- en hemelwater afkomstig van containervelden met een gesloten ondergrond. Samenstelling afvalwater 2. Op de perceelsloot nabij de Nijkerkerstraat mag uitsluitend worden geloosd, tot 6 maanden na het van kracht worden van deze vergunning: bedrijfsafvalwater vanuit de opslagsloten. 3. Op de perceelsloot nabij de Nijkerkerstraat mag uitsluitend worden geloosd, vanaf 6 maanden na het van kracht worden van deze vergunning: a. ‘overtollig’ (hemel)water, afkomstig van containervelden nadat de opslagcapaciteit van de opslagvoorziening volledig is benut en zonder tussenkomst van de opslagvoorziening. b. niet door bedrijfsactiviteiten verontreinigd hemelwater vanuit de opslagsloten in periodes dat er géén teelt staat op het aangesloten gedeelte van het containerveld.
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 7 van 9
Voorzieningen 4. Binnen 6 maanden na het van kracht worden van de vergunning dient àl het bedrijfsafvalwater, middels goten en/of opslagsloten, te worden opgevangen in een opslagvoorziening, met een opslagcapaciteit van minimaal 500 m3 per hectare aangesloten containerveld, en te worden hergebruikt voor beregening van het gewas. Bij hevige regenval kan ‘overtollig’ (hemel)water, pas als de opslagcapaciteit van de opslagvoorziening maximaal is benut en buiten de opslagvoorziening om, worden geloosd op de perceelssloot. 5. De bedrijfsvoering dient erop gericht te zijn na een bemesting en/of bestrijding op een containerveld de eerste 20 m3 (giet)water per hectare aangesloten containerveld, waarop de bemesting en/of bestijding heeft plaatsgevonden, te allen tijde op te kunnen vangen. Lozingsnormen 6. Het te lozen water mag de volgende stoffen niet bevatten: a. oliën, vetten en andere niet met water mengbare vloeistoffen en emulsies; b. stoffen die brand- of explosiegevaar veroorzaken; c. stoffen die stankoverlast veroorzaken; d. stoffen die bij lozing een zichtbare verontreiniging van of een drijflaag op het ontvangende oppervlaktewater veroorzaken; e. stoffen die schuimvorming veroorzaken; f. stoffen van zodanige aard en in zodanige omvang dat, door de lozing hiervan, ontoelaatbare gevolgen ontstaan voor de hoedanigheid van het oppervlaktewater, of ontoelaatbare schade wordt toegebracht aan het aquatisch leven; g. stoffen die bij lozing in oppervlaktewater een verkleuring veroorzaken. Beheer en onderhoud 7. Het werk, de appendages, pompen en overige apparatuur moeten in een goed onderhouden en goed functionerende staat worden gehouden. Controle 8. Lozing van het ‘overtollig’ (hemel)water dient plaats te vinden via één controlepunt die uitsluitend afvoert naar het oppervlaktewater en waar een monster van het laatst geloosde water genomen kan worden. 9. Lozing van het niet door bedrijfsactiviteiten verontreinigd hemelwater vanuit de opslagsloten dient plaats te vinden via één controlepunt die uitsluitend afvoert naar het oppervlaktewater en waar een monster van het laatst geloosde water genomen kan worden 10. De controlevoorzieningen ten behoeve van monstername dienen te allen tijde goed bereikbaar te zijn voor onderhoud en controle. 11. Het gebruik van meststoffen dient te worden geregistreerd waarbij minimaal dient te worden vastgelegd: a. datum toepassing;
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 8 van 9
b. toegepast middel; c. hoeveelheid toegepast middel; d. oppervlakte en perceel waarop middel is toegepast. 12. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen dient te worden geregistreerd waarbij minimaal dient te worden vastgelegd: a. datum toepassing; b. toegepast middel; c. hoeveelheid toegepast middel; d. oppervlakte en perceel waarop middel is toegepast, e. het doel van de toepassing. 13. De geregistreerde gegevens aangaande het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen dienen op de eerste aanvraag aan Waterschap Veluwe ter inzage te worden gegeven. Schadebeperking en calamiteiten 14. De vergunninghoudster is verplicht één of meer personen aan te wijzen die in het bijzonder is/zijn belast met het toezicht op de naleving van het in deze vergunning bepaalde en met wie Waterschap Veluwe in spoedeisende gevallen overleg kan voeren. De vergunninghoudster dient binnen 14 dagen nadat deze vergunning in werking is getreden aan Waterschap Veluwe mee te delen: naam, adres en telefoonnummer van degene(n) die door vergunninghoudster is/zijn aangewezen. Wijzigingen hierin dienen onmiddellijk aan Waterschap Veluwe bekend te worden gemaakt. 15. Indien als gevolg van een ongewoon voorval de lozing afwijkt of dreigt af te wijken van de aanvraag en/of de voorschriften, waardoor nadelige gevolgen voor het oppervlaktewater ontstaan, zijn ontstaan of dreigen te ontstaan, dient de vergunninghoudster onmiddellijk de maatregelen te treffen die redelijkerwijs van haar kunnen worden verlangd om de gevolgen van dat voorval te voorkomen, of voor zover die gevolgen niet voorkomen kunnen worden, deze zoveel mogelijk te beperken dan wel ongedaan te maken. De vergunninghoudster doet, zo spoedig mogelijk melding van het (dreigende) voorval aan Waterschap Veluwe en verstrekt het alle relevante gegevens terzake (calamiteitennummer Waterschap Veluwe 055 - 5272272). 16. Indien Waterschap Veluwe dit gewenst acht, brengt vergunninghoudster betreffende het voorval schriftelijk rapport uit, dat in ieder geval de volgende gegevens bevat: a. datum en tijd van aanvang en beëindiging van het voorval; b. de oorzaken van het voorval en de omstandigheden, waaronder het voorval zich heeft voorgedaan; c. de ten gevolge van het voorval vrijgekomen stoffen, alsmede hun eigenschappen; d. andere gegevens die van belang zijn om de aard en ernst van de gevolgen van het voorval voor de kwaliteit van het oppervlaktewater te kunnen beoordelen; e. de maatregelen die zijn genomen of worden overwogen om de gevolgen van het voorval te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken;
Datum Onderwerp Blad
28 november 2005 Beschikking ten behoeve van Boomkwekerij Bolwijn V.O.F. 9 van 9
f.
de maatregelen die worden overwogen om te voorkomen dat een zodanig voorval zich nogmaals kan voordoen. 17. De door of vanwege Waterschap Veluwe terzake gegeven aanwijzingen dienen stipt te worden opgevolgd. Einde lozing 18. Indien de vergunninghoudster geen gebruik meer wil of kan maken van deze vergunning, dient de vergunninghoudster dit voornemen terstond te kennen te geven aan Waterschap Veluwe.