KJV 2013-2014 (GROEP 4) Mijn papa is een held / Berti Persoons en Katherina Ritzoglou (ill.) (door Delphine Cattrysse)
Auteursinfo Berti Persoons (1953, Maaseik) studeerde af als onderwijzer en schoolde zich achteraf nog bij. Hij werkte als pedagogisch schoolbegeleider in Vlaanderen en begeleidde volwassenen met lees- en schrijfproblemen. Ook schreef hij mee aan didactische uitgaven. Toen hij interesse kreeg in mindfulness, volgde hij de opleiding als trainer. In 2008 startte hij een opleiding tot psychotherapeut. Mijn papa is een held is zijn eerste jeugdboek. Ondertussen verscheen ook Hond gezocht (Clavis, 2013). Katherina Ritzoglou maakt ook deze boeken:
Hier doet het geen pijn / Heidi Vanrompaey (Clavis, 2012) Mama is anders / Heidi Vanrompaey (Clavis, 2013) Isewich, of Het meisje dat niet beter wist / tekst en ill. Katharina Ritzoglou (Afijn, 2004) Achter de deur / tekst en ill. Katharina Ritzoglou (Afijn, 2002)
Kort samengevat Joost mist zijn vader, die een jaar geleden gestorven is, heel erg. Samen met zijn moeder probeert hij er het beste van te maken. Mijn papa is een held, vindt Joost, want als brandweerman heeft hij veel mensen geholpen. Maar zelf vond zijn vader op het einde van zijn leven dat hij niet genoeg gedaan had. Joost vraagt zich af waarom. En wie is die man die opeens bij zijn moeder op bezoek komt? Ze zijn toch niet verliefd op elkaar? De vragen over zijn vader en de angst van zijn moeder kwijt te raken aan een vreemde man maken Joost onzeker, verdrietig en boos. Poëzie Met een gedicht over de dood/het rouwproces, kan je in de sfeer van het boek komen. Onderaan dit werkmodel vind je een aantal gedichten. Hou er rekening mee dat dit onderwerp heel gevoelig kan liggen voor de kinderen.
Titel Welke associaties riep de titel Mijn papa is een held bij de kinderen op? Waar zou deze titel naar kunnen verwijzen? Maakte de titel de kinderen nieuwsgierig naar het boek? Als je dit gesprekje houdt vóór de kinderen het boek lezen, kan je achteraf nagaan of de verwachtingen klopten (of niet). Cover Duid de kinderen op het belang van illustraties! Een illustrator is vaak even belangrijk als de auteur van een boek.
Spreekt de cover de kinderen aan? Werden ze nieuwsgierig? Wat kunnen ze vertellen over de omslagillustratie? Past die bij het verhaal?
Personages
Welke personages komen in het boek voor? Bespreek met de kinderen hoe de personages geschetst worden. - Joost - mama - Walter Wie zijn de belangrijkste personages? Welk personage vinden de kinderen het leukst en waarom? Zijn er te veel of te weinig personages in het verhaal? Waarom? Welke invloed hebben de personages op elkaar? Zijn alle personages even belangrijk? Zou je een personage kunnen weglaten? Waarom wel/niet?
Thema’s De belangrijkste thema’s in Mijn papa is een held zijn: familie, dood, verlies, verdriet, helden. Bespreking volgens de methode Chambers Uit: Leespraat: de leesomgeving & vertel eens / Aidan Chambers (NBD Biblion, 2012) Zie ook Methode Chambers op http://www.kjv.be/begeleiders/handboek.php Algemene vragen
Ken je andere verhalen die hierop lijken? Toen je het boek voor het eerst zag en nog niets had gelezen, wat dacht je toen dat het voor boek was? Zijn je tijdens het lezen, of als je er nu over nadenkt, woorden opgevallen of zinnen die je mooi vond? Of lelijk? Als de schrijver je zou vragen wat er anders of beter zou kunnen, wat zou je dan zeggen? Wat ga je je vrienden over dit boek vertellen?
Basisvragen
Wat vond je leuk, mooi of goed aan dit boek? Wat vond je niet leuk? - Waren er stukken die je vervelend vond? - Als je het boek niet uit hebt, waar ben je dan opgehouden met lezen en waarom daar? Wat was er moeilijk of onduidelijk? - Wat vond je vreemd? - Was er iets dat je totaal verraste? - Waren er dingen die niet klopten? Zag je bepaalde patronen of verbanden?
Speciale vragen
Hoe lang duurt het verhaal, denk je? Over wie gaat dit verhaal?
Fragmenten Meer over filosoferen met kinderen lees je in Filosoferen met kinderen op http://www.kjv.be/begeleiders/handboek.php De volgende al dan niet filosofisch getinte fragmenten kan je afdrukken en los knippen. Om beurt trekt iemand een strookje of een kaart en leest wat er op staat. Of je kan ze zelf rechtstreeks uit het boek voorlezen. Wie wil, mag bij het fragment commentaar geven. Blijf als begeleider aangeven dat ieders mening evenwaardig is! (p. 5) ‘Hij ziet eruit alsof hij een zware last op zijn smalle schouders torst. Verweesd, met een gebogen rug. Hij zit op een stoel en staart strak omhoog. Zijn lege ogen glijden traag over het zilvergrijze plafond.’ (p 5) ‘Hij kijkt naar een scheurtje in het behangpapier. Het is bijna niet te zien. Toch stoort het en doet het pijn.’ (p. 9) ‘“Zijn hart is gebroken,” fluisterden zijn vrienden. “Van verdriet,” wist mama. “Als een bezorgde vader,” voegde Joost er altijd aan toe.’
(p. 18) ‘Mama ziet er vandaag anders uit dan de voorbije maanden, frisser. “Mooie jurk,” merkt Joost op. Ze draagt een strakke jurk, die tot vlak boven haar knieën komt. “Dank je. Het was de lievelingsjurk van papa.” “Mm.” Haar halflange, kastanjebruine haar valt over haar schouders. Knap, denkt Joost.’ (p. 20) ‘“Geloof je in de hemel?’ vraagt Joost. Mama trekt haar wenkbrauwen lichtjes op. “Tja,” zegt ze berustend. “Misschien.” Joost tokkelt met zijn vingers op tafel. “Ik wel.” “Hoe bedoel je?” “Ik geloof in de hemel. Er moet toch iets zijn na de dood.” Mama kijkt hem teder aan. Ze glimlacht. “Goed dat je dat gelooft.”’ (p. 26) ‘Walter zit dicht bij mama, te dichtbij. In papa’s fauteuil, met zijn hoofd op de plek waar papa’s hoofd rustte. Joost laat het niet merken, maar zijn hart breekt. Hoepel toch op, denkt hij.’ (p 38) ‘Papa’s brandweerlaarzen staan onder het raam. Zwarte laarzen. Ze zijn gepoetst en blinken. Maat vijfenveertig. De helm hangt aan de leuning van de stoel. Joost zet hem op. Te groot natuurlijk. Hij droomt er al jaren van om brandweerman te worden, zoals papa. “Dan ga ik deze helm dragen,” zegt Joost hardop. “Dan wordt ik een ook een held, zoals papa.” Later, als zijn hoofd in de brandweerhelm past.’
(p. 43) ‘De dapperheid van papa werd uitgebreid bewierookt. “Die eerbetuigingen,” hoorde Joost papa murmelen. “Die verdien ik niet.” De burgemeester hing de medaille om papa’s hals en sloeg hem bemoedigend op de schouder. “Het gemeentebestuur is trots op je,” zei hij. Iedereen klapte in de handen, maar papa wendde zijn hoofd af.’ (p. 50) ‘Joost voelt zich trots in papa’s plaats. Hij hangt de medaille om zijn nek en kijkt in de spiegel. Zijn ogen blinken. “Het staat me,” zegt hij.’ (p. 55) ‘Joost legt de kranten terug in het kistje, in de juist volgorde. De medaille legt hij erbovenop. Zijn handen trillen als hij het kistje sluit. De sleutel laat hij erop zitten. De brandweerhelm hangt hij terug aan de stoel. Was mijn papa dan toch geen held? spookt het plots door zijn hoofd. Joost schrikt. Een metalen band schroeft om zijn hoofd. Felle hoofdpijn.’ (p. 59) ‘Bittere woede welt in hem op. “Boos zijn op papa,” roept Joost vertwijfeld. “Dat kan ik niet.” De herinnering aan hem vervaagt. Hoe hij eruitzag, wat ze samen deden, het plezier… Alles weg!’ (p. 66) ‘Mama gaat mee naar de voordeur. “Bedankt voor je bezoek,” zegt ze. “Het heeft me goedgedaan.” Ze kust hem op de wang, voorzichtig en teder. Walter vertrekt door de sneeuw. Er vallen vlokken op zijn jas, hij gaat gebogen.’
Bekijk bij dit fragment ook de cover. Stellen de figuren op de cover Walter en Joost of papa en Joost voor? (p. 69) ‘Hij tekent en kleurt de hemel blauw boven papa, warm en met een felrode zon. “Dag papa,” glimlacht Joost. “Welkom thuis.”’ Recensies Deze recensie(s) kan je met de kinderen bespreken. Zijn zij het eens met de recensent? Welke argumenten herkennen ze? Over welke argumenten denken ze anders?
Mijn papa is een held Het is een jaar geleden dat Joost zijn papa verloor. En dat weegt hem zwaar. Want papa was zijn held. ‘Stoer, breedgebouwd en met hoekige schouders. Moedig en sterk als een beer.’ De papa van Joost was brandweerman. Maar wanneer zijn papa tijdens een auto-ongeluk er niet in slaagt om een meisje en haar moeder te redden, valt het leven hem nadien heel zwaar. Uiteindelijk bezwijkt papa’s hart. Was Joosts papa dan toch geen held? En wat doet die vreemde man daar ineens in huis? Vragen waarop Joost het antwoord niet kent. Hij gaat op onderzoek en doet verrassende ontdekkingen. In eenvoudige woorden pent de schrijfster het verhaal neer van Joost. Joost, die het moeilijk heeft om de plotse dood van zijn vader te verwerken. Het verhaal is sober en sec geschreven. Zonder tierlantijntjes. Alleen de essentie telt: de twijfel, onmacht en boosheid waarmee Joost worstelt. Korte, krachtige alinea’s worden afgewisseld met zwart-witprenten en krachtige quotes. Het prentje van Joost die zijn papa omhelst, komt steeds terug. Zijn papa, die gebukt gaat onder een zware last. Zijn papa, die er als een schim bij getekend is. Maar op het einde van het boek zie je papa weer, als held afgebeeld deze keer! Het boek leest vlot. De zinnen zijn kort gehouden waardoor je het ook snel uit leest. Ook al gaat de auteur niet heel diep in op de gevoelens, toch beklijft het achteraf en krijg je een mooie weergave van de innerlijke strijd die de jongen meemaakt. Een aanrader! Ilse Verhulst www.pluizer.be/kinderboeken-jeugdboeken/mijn-papa-een-held
‘Papa was zijn held. Stoer, breedgebouwd en met hoekige schouders. Moedig en sterk als een beer. Hij kon Joost met reuzegemak optillen. Met één hand. Papa was een vader zoals er maar weinig zijn, en onder die ruwe bolster had hij een gouden hart.’ Maar, als het verhaal aanvangt, is die papa een jaar geleden overleden door een hartziekte. En nog steeds ademt en ruikt het huis ‘papa’. Zijn afwezigheid domineert nog altijd de sfeer waarin de
tienjarige Joost en zijn moeder met elkaar samenleven. Of beter: proberen dit te doen. Zeker nu er een nieuwe man in het leven van moeder komt: Walter. Toevallig (of niet...) de enige overlevende van een ongeval waarin zijn vrouw en dochter het niet haalden. En laat het nu net papa zijn die hem gered heeft als brandweerman. Het heldendom dat Joost hem toedicht krijgt dus zware klappen, want hij heeft de vrouw en de dochter niet kunnen redden. En tegelijkertijd lijkt de man de plaats in te nemen van papa. Genoeg stof voor een innemend verhaal over dood, afscheid en (verscheurd) gezinsleven. De auteur schetst met weinig woorden en in korte stukjes sferen die beklemmen. Je voelt je als lezer ongemakkelijk en aangegrepen. In die sferen rolt het verhaal zich geleidelijk af. Soms lijken de verhaallijnen geforceerd of lopen zij iets té toevallig samen. Een andere keer beschrijft de auteur net té nadrukkelijk en te weinig suggestief. Die keren dreig je je aandacht te verliezen. Maar zij weet je er altijd weer bij te houden door de emotionele gelaagdheid. Dit so(m)bere verhaal is treffend uitgegeven als een kleinood dat je wil koesteren. De zwarte schutpagina's met treffende zinnen en suggestieve illustraties tussen de korte hoofdstukjes door zorgen voor een ritme waarin rust en stilte hun deel opeisen. De grijzige illustraties schipperen tussen vaag en concreet. Zij tonen details die veel doen vermoeden en zodoende je als lezer/kijker aanspreken op je intuïtie. Zo versterken zij op een gepaste wijze dit aangrijpende verhaal. Eric Vanthillo www.pluizuit.be/120926/Mijn%20papa.htm
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie. Op het prikbord op www.kjv.be kan je foto’s, prenten, filmpjes en andere reacties op de KJV en de boeken posten.
KJV 2013-2014 Groep 4 Mijn papa is een held / Berti Persoons
DIT IS mijn laatste wens. Als ik doodga, wil ik dat er wordt nagegaan hoelang er nog iemand aan mij denkt. Er moet daar een apparaatje voor zijn. Nu is dat er nog niet. Maar als ik dood ben wel. Let maar op. Een inmemoriamphone. Na één jaar, tien dagen, zes uur en negentien minuten: ringring ringring. Niemand denkt meer aan mij. Ik ben voorgoed vergeten. Gedeletet, zo heet dat dan. En als ze daarna per ongeluk wel weer even aan mij denken, bijvoorbeeld als ze een foto bekijken iemand wijst mij aan en vraagt: wie is dat? en iemand anders kan het zich nog net herinneren dat ik dat ben, dan telt dat niet meer. Weg is weg. In: Ik wou / Toon Tellegen en Ingrid Godon (ill.) (Lannoo, 2011)
DOOD Mijn vader ging dood - ik was toen zeven dat was heel erg, maar erger was: die ochtend had ik hem geen kus gegeven. Ik kwam die dag voor de eerste maal van school thuis met een tien voor taal; had hij geen dagje kunnen wachten? Later ging ook nog mijn broertje dood. Ik heb gehuild, kon hem niet missen, ‘k was toen al banger voor de dood/ Ik heb van hem een foto en angstig ben ik nog het meest, dat als ik ouder word geen mens meer zien zal dat wij broertjes zijn geweest. En als er écht een hemel is en als ik daar woon, dan is mijn vader net mijn broertje en mijn broertje net mijn zoon. In: Hou van mij / Ted van Lieshout (Leopold, 2009)
Aan tafel blijft een stoel in stilte wachten. Er staat opzichtig een bord dat er niet hoort. Ook de orde in het bestek is verstoord. Mam dient het eten op. Ze houdt zich groot. Ze leert ons verliezen aan precies de verkeerde vrienden, of aan de dood. Mettertijd zullen wij ruimer gaan zitten. In: Kun je de dood ook groeten? / Ted van Lieshout (Kok, 2003)