Beroepsgericht leren voor het vmbo-profiel Dienstverlening en Producten Carla van den Brandt en Jos de Kleijn
Inleiding Dienstverlening en Producten (D&P) is een nieuw intersectoraal profiel voor de Basisberoepsgerichte, Kaderberoepsgerichte en Gemengde Leerwegen van het vmbo. D&P vervangt intersectorale programma’s zoals de vmbo ict-route. Met D&P ontdekken leerlingen beroepen en ze worden hierop voorbereid. D&P geeft vorm aan 21e eeuwse vaardigheden zoals organiseren, presenteren, een (multimediaal) product ontwerpen en produceren. Het didactische model van BDF Advies heeft als uitgangspunt de beroepspraktijk. Hoe lost een professional dit probleem op? Leren betekent onderzoeken, ondervinden, ondernemen, ontwerpen. In het BDF-leerlijnenmodel staat het project centraal. Aan de hand van een levensechte opdracht leren leerlingen zelf de stappen zetten die een professional zet. In cursussen en trainingen leren leerlingen de benodigde theorie en vaardigheden. In stages doen leerlingen ervaringen op in een bedrijf en door een gerichte loopbaanbegeleiding leert de leerling ontdekken waar haar of zijn talenten en kansen liggen. Dit didactische model sluit uitstekend aan bij de vernieuwingstaken waar scholen voor staan. In deze brochure geven wij leraren ons handvat voor het vormgeven van beroepsgericht onderwijs in het profiel D&P. Achtereenvolgens gaan wij in op de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Beroepsgericht leren = Professioneel leren Beroepsgericht leren versus leerstofgericht leren Het profiel Dienstverlening en Producten (D&P) Beroepsgerichte manieren van leren Beroepsgerichte onderwijsprogramma’s voor D&P Beroepsgericht leren verantwoorden Onderwijs ontwerp je omgekeerd.
1 Beroepsgericht leren = Professioneel leren 1 Project: De nestkast
Net als mensen wonen mussen in een huis dat bij hen past. Mussen zoeken dit huis als ze gaan nestelen. Mensen vinden het leuk om mussen, maar ook andere vogels in hun tuin te hebben. In de herfst hangen ze daarom al nestkasten op zodat de vogels aan hun huis kunnen wennen. De directeur van de vogelbeschermingsshop wil op de belangstelling inspelen door via zijn website deze nestkastjes te gaan verkopen. Om het zo goedkoop mogelijk te maken, wil hij de nestkasten als bouwpakket aanbieden. Opdracht en deelopdrachten Een projectgroep van vier medewerkers van een timmerfabriek ontwerpt een prototype van een nestkast voor de directeur van de vogelbeschermingsshop. Er wordt voor de kopers een instructie bijgeleverd om de nestkast in elkaar te zetten. De nestkast moet open kunnen om hem schoon te maken en er moet een ophangsysteem aan zitten. Natuurlijk moet de vogel goed beschermd zijn tegen wind en regen. Deelopdracht A: onderzoek naar bestaande nestkasten Deelopdracht B: onderzoek naar bestaande instructies Deelopdracht C: ontwerp een nestkast 1
Het idee van de projectopdracht ‘Het maken van een prototype en instructie voor een nestkast’ is afkomstig van het Christelijk Lyceum Delft. De versie die wij hier gebruiken is ontwikkeld door het Comenius College in Capelle aan den IJssel.
Het project ‘De nestkast’ is een voorbeeld van een opdracht voor beroepsgericht leren. In beroepsgerichte projecten zijn zowel de inhoud als de leerwijze beroepsgericht. De inhoud betreft een beroepsopdracht voor een opdrachtgever, namelijk het ontwerpen van een bouwpakket en er een instructie bij schrijven. Met een beroepsgerichte ‘leerwijze’ bedoelen we dat de leerling zelf de regie voert over zijn leren. De leerling bedenkt en plant zelf de activiteiten die nodig zijn om resultaat voor de opdrachtgever te boeken.
2 Beroepsgericht leren versus leerstofgericht leren Project: Een nieuwe winkel In het winkelcentrum ‘X’ staan een paar panden leeg. Foto’s van de leegstaande panden zijn bijgevoegd. De eigenaar van het winkelcentrum heeft zes nieuwe kandidaten voor de leegstaande panden: een notenbar, een telefoonwinkel, een wijnhandel, een sportzaak, een visboer en een schoenenwinkel. De nieuwe winkels dienen een aanvulling te zijn op het assortiment van het totale winkelcentrum. Dat trekt meer klanten. Opdracht en deelopdrachten Een projectgroep wordt gevraagd voor een van de zes winkels een leegstaande winkel in te richten. Het gaat zowel om het type assortiment, als de indeling van de winkel en de beveiliging. De inrichting mag in de vorm van een maquette in een opengewerkte doos of in de vorm van sfeervolle moodboards over de producten, met technische tekeningen voor de inrichting en detailtekeningen over de beveiliging. De eigenaar van het winkelcentrum verwacht een inrichtingsrapport met als hoofdstukken: 1. Onderzoeksverslag met foto’s van het bestaande winkelcentrum 2. Onderzoek naar klantkenmerken en klantwensen met conclusie over gewenste winkel 3. Foto’s en beschrijving van artikelen en artikelgroepen uit het assortiment van de in hoofdstuk 2 gekozen winkel 4. Werktekeningen en een plattegrond van de gekozen winkel 5. Beveiliging. In het project ‘Een nieuwe winkel’ wordt als eindproduct de inrichting van een nieuwe winkel gevraagd. Het gaat daarbij om een specifieke winkel in een specifieke wijk, waar klanten met bepaalde kenmerken - bijvoorbeeld gezinnen, ouderen, studenten - hun boodschappen komen doen. De leerling moet mede op basis van assortiment- en productkennis een keuze maken voor een type winkel en de inrichting van de nieuwe winkel ontwerpen.
Bij leerstofgericht leren is het vak zelf het uitgangspunt en is de leerstof algemener. De kennis uit een lessenserie ‘winkelinrichting’ past de leerling dan uiteindelijk toe in een inrichting voor een gegeven winkel. Leerstofgericht leren gaat vaak over de ordening van leerstof, zoals de volgorde van de onderwerpen. Vakgerichte kennisdoelen gaan over basiskennis, over essentiële concepten of begrippen, over kenmerken en over voor- en nadelen van bepaalde oplossingen. Leerlingen moeten die kennis ‘leren’. Docenten vertellen vaak over het belang van het onderwerp voor later, niet voor nu. Docenten of methodes gebruiken didactische werkvormen om leerlingen de leerstof te laten leren, maar dat zijn geen beroepsgerichte leeractiviteiten in zichzelf. Aansturing van kennis Leerlingen doen wel kennis op tijdens het uitvoeren van een project. Bij ‘Een nieuwe winkel’ is de ‘leerstof’ onder meer assortiments- en productenkennis. Bij het project ‘De Nestkast’ leren leerlingen over materialen en ophangsystemen. Maar in een project leren ze kennis langs de beroepsgerichte leerwijze. Ze werken samen, zoeken zelf dingen uit en ontwerpen zelf. Als schrijver van een projectopdracht stuur je op de kennis waarvan je wilt dat je leerlingen die gaan ontdekken. Leerlingen zijn nog beginnelingen. Dat betekent dat een ‘robuuste aansturing’ nodig is. Beginnelingen hebben concrete aanwijzingen nodig. Voorbeeld: in het project ‘De Kerstbeurs’ verwacht de opdrachtgever een fotoverslag van vier bestaande verkoopstandjes, een van de markt, een van braderieën, een van de markthal in Rotterdam en een naar keuze. Bij het fotoverslag is een toelichting geschreven over de volgende onderwerpen: het soort product dat men in het standje verkoopt, de wijze van uitstalling, de aankleding van het stalletje en een beschrijving van de mogelijke klanten van het product. Deze concrete formulering kadert de opdracht in. Dit betekent ook dat leerlingen weinig gelegenheid krijgen om zelf bestaande voorbeelden te kiezen. Ook hebben ze geen keuze in de manier van verslag doen. Docenten zijn hier blij mee. Hun leerlingen leren wat zij belangrijk vinden, zij het op een andere manier. Andere docenten zijn bang dat ze met een robuuste sturing de creativiteit van hun leerlingen in de kiem smoren. Maar de creativiteit van beginnelingen is niet die van een professional. Beginnelingen kunnen nog niet ‘out of the box’ denken. De ‘box’ van leerlingen op het gebied van verkoopstandjes is nog leeg. Beginnelingen moeten kunnen ‘afkijken’, dat is de manier waarop een professional leert.
3 Het profiel Dienstverlening en Producten (D&P) “Als project kun je een sportmiddag op een basisschool laten organiseren, of een ontruimingsoefening van een verzorgingshuis, of een wandeling met GPS door de binnenstad van Breda.” Angel Gelens, docent Kunst en Vormgeven en coördinator vernieuwing vmbo, Scala Breda
Het profiel D&P omvat vier profieldelen, ook wel modulen genoemd: 1. 2. 3. 4.
Een product maken en verbeteren Multimediale producten maken Organiseren van een activiteit voor een opdrachtgever Presenteren, promoten en verkopen
Elk profieldeel is nader geconcretiseerd in taken. Bij elke taak zijn eindtermen geformuleerd. Samengevat zie je onderstaande elementen terug. Een product maken of verbeteren Technische tekeningen maken (2D/3D) Werktekeningen maken Kwaliteit beoordelen Printen Organiseren van een activiteit Draaiboek maken: voorbereiden, plannen, inschrijven en organiseren van een activiteit/evenement voor een opdrachtgever Bestellen en inhuren van aanbieders, voorzieningen en materiaal Schoonmaken, afvalstromen Veiligheidsmaatregelen en vergunningen Inplannen hulpdiensten Hospitality (waaronder koken) Inrichten ruimte
Multimediale producten maken Website maken Applicatie maken Opname maken Storyboard en script schrijven Presenteren, promoten en verkopen Analyseren van bestaande media-uitingen
Ontwerpen van media-uitingen voor een specifieke doelgroep Gespreksvaardigheden voor de verkoop Geven van publieksvoorlichting, uitleg, instructie
Profieldelen worden landelijk getoetst in het Centraal Schriftelijk en Praktisch Eindexamen (CSPE). Om een scherp beeld te geven van wat op het CSPE verwacht kan worden biedt het College voor Toetsen en Examens (CvTE) in de zogenaamde syllabus een toelichting bij de profieldelen en -taken. Bovenstaande elementen zijn in de syllabus nader geconcretiseerd. Voorbeelden:
• • • •
De lijst met benodigde materialen en middelen vergelijken met de aanwezige materialen en middelen en hier conclusies uit trekken. Informatie verzamelen over doel, doelgroep, product, organisatie, thema, boodschap. Teksten schrijven voor een media-uiting. Op basis van de aangereikte gegevens aangeven waarom een bepaalde promotieactiviteit wel of niet geschikt is.
Zowel de profieldelen, als de profieltaken, als de concretisering ervan in de syllabus zijn voornamelijk beroepsgericht geformuleerd. Daarmee wordt een echte beroepsopleiding mogelijk, een opleiding die zijn inspiratie zoekt in beroepen en beroepstaken. Ook beroepsgericht toetsen komt zo dichterbij, toetsen in een context van het beroep. Onderwerpen als veiligheid garanderen en vergunningen aanvragen zijn integraal onderdeel van het beroep van bijvoorbeeld een evenementenbouwer. Bij een evenement dient de veiligheid van de deelnemers en toeschouwers gegarandeerd te zijn. Veiligheid krijgt pas betekenis in relatie tot dat evenement. Bij een monstertruckshow gelden andere veiligheidsregels dan bij een sportmiddag. Beroepsdomeinen Het merendeel van de profieltaken van D&P is beroepsmatig geformuleerd. De inhoud is vrij. Het gaat om het ontwerpen en maken van een (multimediaal) product, het geven van voorlichting of het inrichten van een ruimte. Deze profieldelen gaan niet over bepaalde producten of bepaalde voorlichtingen. Dat betekent dat je ze gemakkelijk kunt laten leren via professionele projecten voor alle mogelijke opdrachtgevers. Voor het leren van D&P-profielen is wel inhoud nodig. Beroepsgerichte opdrachten gaan ergens over. Je organiseert bijvoorbeeld een sportmiddag voor kinderen van de basisschool, of een taartenbakwedstrijd voor senioren. Wij koppelen de profieldelen van D&P dus altijd aan een inhoudelijk domein. Dat kan een inhoud zijn uit alle sectoren (of profielen), bijvoorbeeld uit Zorg Welzijn, Economie, Groen of Techniek. Het kan ook een inhoud zijn die voor de regionale omgeving van een school belangrijk is. Wij doen voor de inhoudelijke invulling onze inspiratie bij voorkeur op bij de domeinen – of sectoren - van het hoger beroepsonderwijs. Het hbo kent zeven sectoren: Economie, Gezondheidszorg, Kunst, Landbouw, Pedagogisch, Sociaal-agogisch en Techniek. We kiezen voor de hbo-domeinen, omdat het hbo, meer dan het mbo, een modern beeld geeft van werkvelden en beroepen. Invulling D&P bij De Lingeborgh, Geldermalsen De combinatie van D&P-profieldelen en inhoudelijke onderwerpen levert de invulling van de opdrachten. Iedere school kiest een eigen invulling. Zo wil vmbo De Lingeborgh in Geldermalsen haar leerlingen laten ontdekken waar hun belangstelling ligt door hen uit een veelheid van projecten te laten kiezen. Over het aanbod van projecten waaruit gekozen kan worden, is wel nagedacht. Met het oog op de (regionale) toekomst van haar G/TL-leerlingen heeft De Lingeborgh D&Pprojectopdrachten bedacht in de domeinen Zorg/Welzijn, Groen, Economie en Techniek/Technologie. De Lingeborgh zoomt daarbij ook nog in op bepaalde sub-domeinen die in het bijzonder voor de Betuwe van belang zijn. In de cellen van onderstaande matrix staan voorbeelden van projectopdrachten.
Maken van een multimedia product Organiseren van een activiteit
Zorg/welzijn
Groen
Economie
Technologie
Trainingsfilmpje Arbo personeel
Bewegwijzering veiling
Virtuele paskamer Webshop halal slager
Klimaatbeheersing kas
Ontruimingsoefening
Diner voor vrijwilligers van de Zonnebloem
Vestigingsadvies
GPS-route Lek en Linge Advies wateroverlast
4 Beroepsgerichte manieren van leren Professionals leren in de praktijk op verschillende manieren: door ervaringen op te doen in de beroepspraktijk, door integrale beroepsproblemen op te lossen, door concepten te gebruiken om een situatie te analyseren en door vaardigheden te trainen. In het didactische model van BDF onderscheiden we de Projectenlijn, de leerlijnen Trainingen en Cursussen, de Stagelijn en de Loopbaanontwikkelingslijn. Het leerstofgerichte leren gebruikt overigens ook het begrip leerlijn, maar in de betekenis van een lijn opeenvolgende leerstof of vaardigheden. Een leerlijn tafels, een leerlijn breuken of een leerlijn basisstof. De manieren van leren in projecten en in cursussen of trainingen zijn totaal verschillende manieren. Het verschil is te vergelijken met het leren in een wedstrijd en het leren in een training. Een training kent een rechttoe rechtaan stijl van leren. Een deskundige – de trainer, de leraar – bepaalt wat er geleerd wordt, hoe er geleerd wordt en in welke volgorde. Het leren in de wedstrijd gebeurt veel zelfstandiger. Natuurlijk staan ook bij de wedstrijd sommige zaken vast, zoals de tegenstander en de locatie. Maar de sporter voert tijdens de wedstrijd zelf de regie. Een voetballer bepaalt zelf of hij naar voren gaat, de verdediging versterkt of free man speelt. De trainer kan de wedstrijd niet stilleggen. Wel kan hij vooraf en in de rust coachen en een beetje vanaf de kant. Op dezelfde manier bepaalt de leraar welk project aan de beurt is en coacht hij zijn leerlingen bij de uitvoering van het project, maar spelen doen ze zelf! Het kerndeel: 21st century skills In het vmbo gelden voor alle vakken en sectoren zes algemene onderwijsdoelen: werken aan vakoverstijgende thema's, leren uitvoeren en leren leren (met behulp van ict), leren communiceren, leren reflecteren op het leerproces en op de toekomst. Dit zijn zogenoemde ‘21st century skills’. Deze zes algemene vaardigheden zie je bij elk vak terug in het examenprogramma, namelijk als 'Professionele vaardigheden'. Ook 'Oriëntatie op leren en werken' komt in elk vmboexamenprogramma terug.
In de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s, de profielen, zijn ze terug te vinden in de kern Algemene kennis en vaardigheden, Professionele kennis en vaardigheden en Loopbaanoriëntatie en ontwikkeling. In het didactische model van BDF komen de 21st century skills aan de orde in de Projectenlijn, de Stagelijn en expliciet in de Loopbaanontwikkelingslijn.
21st Century Skills leren leerlingen door het uitvoeren van projectopdrachten.
Fig. Eric Abrahams, Prinsentuin Van Cooth
5 Beroepsgerichte onderwijsprogramma’s voor D&P “De vmbo-locaties van Scala in Breda en van Prinsentuin Van Cooth bieden allebei innovatief onderwijs, beide D&P, maar zijn toch helemaal verschillend.” Peter Luijten, directeur Prinsentuin Van Cooth, Breda. Het BDF-leerlijnenmodel inspireert om het hele lesprogramma van D&P over twee lesjaren te ontwikkelen. Een gangbare verdeling is om perioden van zeven weken te gebruiken. Over twee jaar ontstaan dan acht perioden. In elke periode worden bijvoorbeeld twaalf lesuren op dezelfde manier verdeeld over de leerlijnen. Projecten, cursussen en trainingen kunnen in elke volgorde aan de orde komen. Ze zijn niet van elkaar afhankelijk. Er zit een begin en een einde aan een opdracht en elke zeven weken levert een project of een cursus of training nieuwe resultaten op. In het beroepsonderwijs is het gebruikelijk om zo’n leerplanschema te maken waarin het gehele lesprogramma zichtbaar is. In onderstaand voorbeeld zijn behalve de titels van projectopdrachten, de profiel- en keuzedelen vermeld. De trainingen en cursussen zijn afgeleid van de genoemde profiel- en keuzedelen en worden daarom ook als zodanig aangeduid.
Scholen die D&P op een beroepsgerichte manier hebben ingericht, verschillen in de mate waarin ze het leerplanschema gerealiseerd hebben. Als er geen tijd is voor een aparte trainingslijn, dan worden korte trainingen soms voorafgaand aan een project aan leerlingen aangeboden of facultatief. Ook geven niet alle scholen de vakken in de vorm van beroepsgerichte cursussen en trainingen. Vaak handhaven ze hiervoor de leerstofgerichte manier. Leerplanschema van de Rooi Pannen in Tilburg Vmbo De Rooi Pannen in Tilburg heeft het programma Handel en Vormgeving vernieuwd. Er wordt meer gebruikt gemaakt van nieuwe technologieën en sociale media, daarnaast komt marketing aan bod. Als inhoudelijke aandachtsgebieden heeft De Rooi Pannen voor Handel, Vormgeven 2D/3D, Vormgeven Media en Evenementenorganisatie gekozen. De opleiding Handel en Vormgeving van De Rooi Pannen vmbo sluit daarmee aan bij de mbo-kwalificatiedossiers uit de opleidingsdomeinen Marketing & evenementen, Detailhandel, Groothandel, Bank- & Verzekeringswezen, Webshop en bij de kwalificatiedossiers uit het opleidingsdomein Media en Vormgeving. De Rooi Pannen hanteert zes periodes in een jaar. Onderstaand voorbeeld laat 4 periodes zien. Alle blokken beslaan zes weken. Leerjaar 3
Blok 1 Vormgeving 2D/3D
Blok 2 Handel
Blok 3 Vormgeving Media
Blok 4 Evenement
Project
Communicatieplan voor Longa & Weredi (met huisstijl, logo)
PR Campagne / branding /promotiefilmpje
Vierdaagse / Culinair/Festival Mundial
Training Vormgeven 2D/3D
Grafisch product (illustraties dierenboek) Grafisch product (logo, visitekaartje, briefpapier, huisstijl) Marketingmix (6 P’s)
Pop-up store Spoorzone voor bloemist (winkelinrichting, logistiek) Tas/verpakking (functioneel / decoratief) Grafische reclame (banner, affiche, advertentie)
Artikelpresentatie (display)
Bewegwijzering (belettering)
Fotoshoot (productpresentatie)
Voorlichtingsfilm
Doelgroep & onderzoeksmethoden (trends)
Marketing & Plaats (winkelformule, schoonmaak, onderhoud, milieu, duurzaamheid, energie, recht) Verwachte opbrengsten van een activiteit berekenen. (Digitaal) Factureren, offerte
Prijs & promotie (Assortimentskennis, voedselveiligheid, conserveringsmethoden, gevarensymbolen, marktpositie, reclame Kost- en inkoopprijs A-, B-, C-merken Kosten/batenanalyse maken. Duurzaamheid Calculaties uitvoeren (rente, afschrijvingen, grafiek)
Training Media (digi)
Cursus Markering/PR/Communicatie
Cursus Commerciële economie/logistiek
Prijs bepalen van een product Korting kunnen berekenen
Kassa/afrekenen Voorraadbeheer en kassabeheer (Simsoft, Telraam) Bestellijsten maken Schappenplan
6 Beroepsgericht leren verantwoorden Profiel- en keuzedelen volgen uit je ideale onderwijsprogramma. Het zijn examenprogramma’s. Examenprogramma’s moet je verantwoorden, maar zijn geen vertrekpunt voor onderwijsontwerp. Onderstaand voorbeeld geeft een deel van de projectopdrachten weer die De Lingeborgh haar GLleerlingen aanbiedt. Leerlingen kunnen kiezen uit projectopdrachten. Hieronder zijn echter niet de titels van de opdrachten weergegeven, maar de namen van de voornaamste profiel- en keuzedelen die zij raken. De keuzedelen uit de periodes 3.3, 3.4 en 4.1 en 4.2 worden uitgevoerd als de D&Pprofieldeel Organiseren van een activiteit of Maken van een multimediaal product. Dit zijn de D&Pprofieldelen waarin GL-leerlingen het Centraal Schriftelijk Praktisch Examen (CSPE) doen.
Scholen hebben met de nieuwe examenstructuur de neiging om vanuit de profiel- en keuzedelen onderwijs te ontwerpen. Het advies van 100 uur per profiel- of keuzedeel en de term ‘module’ die tegenwoordig gebruikt wordt voor een profieldeel, bevorderen het een-op-een vertalen van profiel- en keuzedelen naar ‘onderwijsmodules’. Zwart-wit gesteld is het gevolg daarvan dat één profieldeel of één keuzedeel een keer in het hele programma aan bod komt. Het is echter de vraag of een leerling een onderdeel beheerst, als de docent er eenmaal aandacht aan besteedt. Een beroepsgericht onderwijsprogramma ontwerpen wij vanuit de visie dat leerlingen meer en beter leren in een beroepsgericht curriculum dan in een leerstofgericht curriculum. De beroepenwerelden maken het onderwijs betekenisvol. Ook zo’n betekenisvol onderwijsprogramma moet uiteraard verantwoord worden. Door aan te geven hoe opdrachten eindtermen raken en vervolgens omgekeerd, waar eindtermen in projecten, cursussen, trainingen, stage en LOB worden ‘afgetikt’, krijgt een school een goed beeld van de mate waarin de eindtermen in het programma aan de orde komen. Met D&P ontdekken leerlingen zo beroepen en worden ze erop voorbereid. De school kan zo ook checken of de leerlingen voldoende worden voorbereid op het eindexamen én de school kan een bewuste afweging maken over wat hoe meetelt voor de SEcijfers. Onderstaand voorbeeld geeft een impressie van de relatie tussen het onderwijsprogramma Sport Dienstverlening en Veiligheid op Scala Breda en de D&P-eindtermen. D&P-Profieldelen en eindtermen in het onderwijsprogramma SDV bij Scala, Breda Eindterm Kern a, b Kern c D&P/P/1
Anders Project Training Stage Alle projecten Alle trainingen LOB reflectie LOB Portfolio Alle projecten Alle trainingen Organiseren van een activiteit voor een opdrachtgever 1.1 Een ‘voorlopige Project 1. Toernooi opdracht’ bespreken. organiseren Project 2. Project mediakaarten Project 4. Quiz Project 5. Bewegingsintensiteit 1.2 De organisatie van Project 1. Toernooi een activiteit plannen. organiseren Project 2. Project mediakaarten Project 4. Quiz Project 5. Bewegingsintensiteit 1.3 Een activiteit Project 1. Toernooi voorbereiden. organiseren Project 4. Quiz Project 5. Bewegingsintensiteit 1.4 Zorgen voor Project 2. Project aanwezigheid van mediakaarten materialen, personen. 1.5 Facilitaire werkzaamheden uitvoeren. 1.6 Wet-en regelgeving t.a.v. veiligheid/milieu m.b.t. activiteiten.
Cursus Alle cursussen Alle cursussen
Organisatievaardigheden 2 Organisatievaardigheden 4 Organisatievaardigheden 6
Veiligheid 2 Veiligheid 3 Veiligheid 5
D&P/P/2
Presenteren, promoten en verkopen 2.1 Manieren van communicatie (-middelen) kennen en toepassen. 2.2 Promotieactiviteiten beoordelen, verbeteren, uitvoeren. 2.3 Informatie en instructie geven aan een doelgroep.
Gezonde leefstijl 1
Project 4. Quiz
Project 2. Project mediakaarten Project 4. Quiz Project 5. Bewegingsintensiteit
Gezonde leefstijl 1
Organisatievaardigheden 1-6. Sportpraktijk 1 - 8
Het PTA van Scala voor het keuzedeel Geüniformeerde Dienstverlening en Veiligheid ziet er als volgt uit. Een beroepsgericht leerplan van anderhalf jaar heeft een groter leereffect dan een leerplan dat leerstofgericht is opgezet. Een beroepsgericht leerplan verhoogt de leermotivatie bij leerlingen (en docenten). Een hogere motivatie leidt tot meer en beter leren. Een combinatie tussen beroepsgericht en leerstofgericht leren blijft altijd mogelijk.
7 Onderwijs ontwerp je omgekeerd Terugredenerend bedenken we projectopdrachten vanuit mogelijk interessante beroepsprofielen voor leerlingen. Projectopdrachten zijn exemplarisch voor kerntaken van een beroep. Leerlingen leren via een dubbelloop: ze voeren professionele opdrachten uit via een professionele werkwijze. Terugredenerend vanuit de projectopdrachten is te bepalen over welke kennis en vaardigheden leerlingen moeten beschikken voor de latere kerntaken van een beroep. Wanneer de benodigde kennis en vaardigheden zijn bepaald, kunnen we besluiten of het nodig is om deze ook nog via cursus- of trainingsopdrachten aan te bieden. Zodra het benodigde opdrachtenpakket op deze wijze is vastgesteld, kunnen we nagaan wat de relatie met de eindtermen van examenvakken is. Voor eindtermen die met het bedachte opdrachtenpakket nog niet behaald worden, bedenken we aanvullende opdrachten. Ook voor die stukjes eindtermen ‘die nog niet behandeld zijn’, bedenken we dan bij voorkeur professionele opdrachten om ook die restjes, vaak leerstofgerichte kennis en vaardigheden, op een beroepsgerichte manier te laten leren.
‘De dingen.. die wij moeten leren voor we ze kunnen doen, leren wij door ze te doen.’ [Aristoteles]
Kenmerken van onze benadering 1. Projectopdrachten zijn exemplarische ervaringen van kerntaken van beroepen. 2. Projecten zijn altijd concreet. Het aansturen van ‘het organiseren van een activiteit voor een opdrachtgever’, kan alleen door projecten van het type verwenmiddag of sportevenement. 3. Door het uitvoeren van projecten ontwikkelen leerlingen 21st skills. 4. Een project stuurt bijna altijd meerdere profiel- en keuzedelen aan. 5. In cursussen en trainingen staat de leerstof centraal, maar deze leerstof wordt bij voorkeur op een professionele manier geleerd. 6. Een leerplanschema zorgt voor een evenwichtige verdeling van projecten, cursussen en trainingen. 7. Het hele beroepsgerichte programma ademt Loopbaanontwikkeling. 8. Een leerling ontdekt zijn voorkeuren en kan hierdoor zijn volgende stappen bewuster kiezen!
Over de auteurs:
Carla van den Brandt en Jos de Kleijn zijn beide ervaren onderwijsexperts. Zij hebben als inhoudelijk ondersteuner en ontwerper onder meer de vmbo ict-route ontwikkeld en zijn betrokken geweest bij de projectenwerkwijze van het Technasium en de Techniekmavo. Zij helpen vmbo-scholen met het schrijven en bewerken van projecten en met het ontwikkelen van vak-leerplannen, leerplanschema’s en PTA’s.
Wij bieden advies, begeleiding en scholing. Meer informatie:
[email protected]
In deze brochure zijn voorbeelden gebruikt van De Rooi Pannen in Tilburg, het Esdalcollege in Borger, Scala in Breda, Comenius College in Capelle aan den IJssel en De Lingeborgh in Geldermalsen.
©BDF Advies, Amsterdam 2016
Samenstelling en redactie: Susan de Boer Opmaak: Angel Gelens
www.bdfadvies.nl
www.josdekleijn.nl
Projectkaarten
BDF leerlijnenmodel